THE PERFECT FOTÖ IETS NIEUWS Ie HLHS fOTO'S voor ONGEKEND LAGE PRIJZEN van het ,jNoord-Hollandsch Dagblad” J Alkmaar - Mient 2 hoek Waaqplein No 41 I I jonden. BIJ HET TWINTIG-JARIG*BESTAAN VAN HET CENTRAAL BUREAU VOOR DE K. S. A. IL I 1 ■i BINNENLAND. HEDENDAAGSCHE ANTWOORDEN. ‘-Tafereelen uit het Evangelie. Ook vergroeiingen EPISTEL EN EVANGELIE. I „Romens Aankondiger”. be- der week. (Dupanloup). met de een den reiziger in de oogen, van boven, van terzjj, van overat Het veel buitenslanen is mede In iederen marmerblok ligt een kostbaar kunstwerk, in ieder menschenhart een hei lige. meer, de dorpen en steden zaten meestal vol heide nen; f' met i Maar dadelijk en •tochtjes. 'at is de Zondag? A. De prettigste dag Vr. Wat is het Zonaagsche Lof? A. Wat zegt U?. (Ann. „O. L. Vr. v. *t H. Hart”) van dat Bu-R tot grootere klaarheid is gekomen. :1e bedrag, dat ieder lid per jaar AFSLUITING EN DROOGMAKING VAN DE ZUIDERZEE. De besturen van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw, van den R. K. Dio- cesanen land- en tuinbouwbond in het Bis dom Haarlem en van de Ver. tot ontwik keling van den landbouw in Holland’s Noor derkwartier, hebben aan de Tweede Ka- Toen Henry George tot Kardinaal Manning sprak: „Ik kwam tot het geloof in Jezus, om dat ik het volk lief had”, antwoordde de En- gelschg Kardinaal zeer waar en schoon: „En de oorzaak van oogziekten; de dauw der nachten doet de oogleden ontsteken. De<Oos- tersche slordigheid werkt de ziektekiemen in de hand. De oogen blijven dikwijls ongewas- schen, vooral bij de kinderen; die liggen te slapen met een laag draagsel en vuilnis in de oogjes waar dan een krans vliegen op ker mis houdt en brand in steekt. Tegen oogziekten werden potjes droge zalf verkocht, die vóór het gebruik met water werd vochtig gemaakt; speeksel, bijzonder nuchter speeksel gold als een goed genees middel. Maar 'voor echte blinden scheen wel geen artsenij gewassen. Die moesten hun lot maar dragen zoo goed het kou. Jesus zag ze gaan, door de kronkelstraatjes der steden, over de hobbelige dorpswegetjes, met hun stok voor uit tastend of door ’n hind. bg de h^nd geleid. Hij zag er bij de stadspoorten, naast het tol huis, op den grond zitten, met hun bedel- kroesje tusschen de beenen; goedige reizi gers wierpen er een muntstuk in, vrouwen die met bundels groenten naar de stad kwa men legden er een krop salaad of prei in. Hij zag er zitten naast de wegen en als er volk naderde hoorde Hij ze roepen om aalmoezen. Eens komt Jesus met zijn leerlingen te Bethsalda, „het visscherg-huis”, bij de mon ding van de Jordaan. En men brengt een blinde bij Hem en smeekt Hem, dien aan te raken. Maar hg wilde geen mirakel, doen in volle straat, vatte den blinde bjj de hand en leidde hem, over den hobbeligen weg met putten en gaten, behoedzaam binten het dorp. En Hij spuwde hem op zijn oogen om Vr. Wat is een Tentoonstelling? A. Een aanleiding tot allerlei feestelijkhe den, voetbalmatchen, harddraverijen, vuur werk, kennis, enz. Vr. Wat is een concert? A. Een uitstaling van de opzichtelijkste Toiletten, döor muziek opgeluisterd. Vr. Welk verschil is er tusschen een boek winkel en een leeszaal? A. In den een koopt menromans en in dé andere leest menromans. Vr. Wat is de mode? A. eD malste en ongemanierdste manier om zich te kleeden. Vr. Wat was de ramp van Borculo? A. Een heerlijke gelegenheid tot auto- en autobus-1 Vr. W; ik kwam tot liefde voor het volk, omdat ik in Jezus-Christus geloofde.” De oude heiden Scipio placht dikwijls te klagen, dat de meeste menschen veel meer voorzichtigheid gebruikten bij het koopen van geiten en schapen, dan met het kiezen van vrienden. Is dat, helaas! tgenwoordig nog niet zoo? kwamen wandelen, moesten daar voorbij. Maar toen de blinde hoorde dat het Jesus van Nazareth was, begon hij te roepen ge lijk bij het bedelen: „Jesus zoon van David, ontferm u mijner!” Toen bleef Jesus staan on zeide: „Roept hem.” En ze roepen den blinde en zeggen tot hem: „Wees welgemoed, sta op. Hij roept u.” En hg wierp zijn mantel weg en sprong op en kwam bij Jesus. Toen zeide Jesus tot hem: „Wat wilt gij dat ik u doe?” De blinde zeide tot Hem: „Rabboni, dat ik zien moge!” En Jeeus sprak tot hem: „Ga, uw geloof heeft u gered.” En terstond zag hij, en hg volgde Hem op den weg. Hij was even goed en even bescheiden met de dooven en stommen. Eens kwam Hij met zijn leerlingen terug uit het gebied van Tyr en Sidon, trok de Jor daan over en ging naar den overkant van het meer, in de landstreek van Dekapolis. Daar woonden wel tamelijk veel Joden, maar dïe kenden Jesus minder; daar zou Hij zgn leerlingen wat kunnen uitrusten. dadelijk erkent het volk Hep, heidenen Joden loopen naar Hem toe. En men brengt bij Hem een dooven stotteraar, en de Joden ameeken Jesus om hem de hand op te leggen. GEDACHTEN. Godsdienst in de opvoeding is het middel dat al de andere dooradert, at al de andere middelen onderstut, verheldert en bezielt. Zonder godsdienst loopt alles in de war en geraakt alles ontzenuwd. Zonder godsdienst is alles zwak, alles onwaar, alles verderfelijk, alles verachtelijk. (Dupanloup). Karakter wordt gevormd door het aan- kweeken van: smaak voor al wat waar, goed en schoon is; liefde voor rechtvaar digheid, eerlijkheid, lieftalligheid, eerbied, ze digheid en kloekmoedigheid; walg voor physieke en moreele onreinheid in gedachten, woorden en werken; bezieling met een diep geloof in de waarde en de heiligheid van ’t leven; met de jeugd te doen gevoeten hoe goddelijk het is te levenwanneer men hoop heeft en geestdrift, kuiseh is en beminnend, wgs en dienstvaardig. - r V" F'? OFFICIEEL KERKBERICHT U HIJ GING AL WELDOENDE VOORBIJ. II. Zg bereidden artsenijen met pek van de Doode Zee, goten wgn in wonden om ze te ontsmetten en olie of honing om ze te ver zachten, verbonden de wonden en legden er een pleister op, wreven de zieke ledematen in met olie of speeksel, zonden krenken naar de warme solferbronen bg het meer, te Ga- dara of b(j de Doode Zee, om de spieren te sterken en huidziekten te genezen; en als zij ten einde raad waren, dompelden zg den zie ke in een bad van warme olie. Trots al die eenvoudige geneesmiddelen hadden de dokters veel te doen. Te veel zelfs. |ln het Oosten, tegenwoordig zoowel als toen, kunnen de zieken en hun familie het niet bg "O dokter laten. Om haar genegenheid voor den kranke uit te werken, moet de familie er .verscheidene bg halen. Hun voorschriften (preken elkander vaak tegen, de verschillen de artsenijen maken hem dikwijls zieker nog i de familie op kosten. en ,t?chten trof Jesus overal kranken zan m *kkigen niet al,een in de hui- zii 00,1 op de straten, op de pleinen, tM tO^Kl^>°rtenj’ bÖ de het Oo.: reliik hii b ^Teu d® «eken niet thuis liggen Öe lucht “T bTen buitóo’ 2 de jtrens lucht en in de volksbeweging gelijk de Voor een krachtige actie is nu een maal geld noodig. Welnu, het gebrek aan financiën is altijd de zwakke plek geweest in de K. S. A., en met name van het Centraal Bureau. Zulks was reeds het geval in de eerste jaren en het heeft zich later nog sterker doen gevoelen, toen de stijging van de onderhoudskosten ook een stij ging v: te. En mer geschreven, dat zij met groote ingeno menheid hebben kennis genomen van het ontwerp van wet tot wijziging van de wet van 14 Juni 1918 (St.bl. No. 354) tot af sluiting en droogmaking van de Zuiderzee en het ontwerp tot wijziging van de wet van 20 December 1918 (St.bl. No. 827), tot instel ling van een fonds ten behoeve van de af sluiting en droogmaking der Zuiderzee. Inzonderheid dat de regeering, in aanslui ting aan het advies der commissie-Lovink, voorstelt, de indijking en droogmaking van den N. W. polder reeds te doen geschieden tijdens de werkzaamheden, aan de afsluiting der Zuiderzee verbonden. Samenvattend meenen adressanten ten voordeele van een vjugge indijking van den N. W. polder te kunnen aanvoeren: 1. Door deze indijking wordt bereikt eene vlugge vermeerdering van de goede cultuur gronden met eene oppervlakte van circa 20.000 H. A., hetgeen niet het oog op de^ steeds grooter wordende behoefte aan djr- geljjke gronden van veel beteekenis is. 2. Alleen de N. W. polder leent zich voor eene droogmaking, gelgktjjdig met de afslui ting der Zuiderzee. 3. Het tijdvak dat verloopt tusschen d» drooglegging van den proefpolder en den N. W. polde/ omvat 4 jaren doch 't tijdsverloop tusschen de in cultuurbrenging bedraagt door dat voor de verkaveling der 20.000 H. A. twee jaren noodig zgn, voor 50 pCt. dezer oppervlakte geen 4 doeh 5 jaren. 4. De N. W. polder is verreweg het klein ste in oppervlakte. Dit is met het oog op de tallooze vraagstukken aan de uitgifte en de kolonisatie verbonden, waarmede nog weinig - ervaring is opgedaan, een niet te onderschat ten voordeel. Een voordeel dat op zich zelf waarschijnlijk ruimschoots opweegt tegen de met de indijking gepaard gaande extra fi- nancieele offers. 5. De N. W. polder bevat de verschillen- de grondsoorten van klei tot zand In behoor lijke hoeveelheden, hetgeen als een voordeel bij de «eerste in cultuurbrenging is te schouwen. 6. Inzonderheid tegenover het bezwaar, gelegen in het zoutgehalte van 2 pCt. van het Wieringermeer mag de groote oppervlak te aan lichtere gronden als voordeel gelden. 7. Op grond van de goed-gefundeerde mee- ning van de commissie-Lovink kan met de meeste waarschijnlijkheid worden aangeno men dat de zwaarste gronden in gemiddeld ongeveer zeven jaar ni de verkaveling tot volle cultuurwaarde gebracht kunnen wor den, terwijl deze termijn voor de vele lich te gronden nog korter is te stellen. Het voor deel met voorafgaande ontzilting te bereiken is dus betrekkelgk beperkt. 8. Over de snelheid van ontzilting van den bodem door overstrooming met zoet wa ter, is weinig bekend, doch de meening over- heerscht, dat het talrijke jaren zal duren, voordat bet gehalte aan zout in den bodem in belangrijke mate is verminderd. Zg verzoeken met het bovenstaande, bij de behandeling van het wetsontwerp v/el reke ning te willen houden. de speekselremiede aan te wenden, legde de handen op hem zooals de priesters deden als zg zegenden of een slachtoffer wijdden, en vroeg hem: „Of gij iets ziet?” En de blinde begon te zien en zeide: „Ik zie de menscinn, want ik zie als boomen die gaan.” Toen leg de Jesus wederom de handen op zgn oogen, en hg zag scherp toe en was genezen en hg zag alles helder en verre. En Hg zond hem naar zijn huis, zeggende: „Ga zelfs het dorp niet in.” Te Kapharnaum, waar Hg uit den volks hoop wegging naar het huis van Simon toe, volgden Hem twee blinden en riepen zooals zg deden bij het bedelen aan den weg: „Heb medelijden met ons, zoon van David!” En toen Hg te huis was gekomen, naderden de blinden Hem en Jesus zeide hun: „Gelooft gij dit Ik het doen kan?” Zg zeiden „Ja, Heer.” Toen raakte Hg hun oogen aan zeggend: „U geschiedde naar uw geloof.” En hun oogen werden geopend. En Jesus gebood hun ern stig: Ziet toe, dat niemand het te weten koine.” Doch heengegaan maakten zij Hem bekend in geheel die landstreek. In de lente, tegen Paschen, ging Jesus met zgn leerlingen op naar Jerusalem. En zij kwamen te Jericho. En toe Hg Jericho uit ging met zgn leerlingen en veel volk, bede vaarders en ieegloopers die nieuwsgierig naar den vermaarden Rabbi komen kjjken en een eindje mee den weg opgaan, zat de zoon van Tïmeus, Bartimeus, een blinde aan den weg te bedelen, ’t Wae een genchikte bedelpost want de lieden die uittrokken naar Jerusa lem toe of tusschen de frissche hovingen FIERHEID. Fierheid! Een van die krachtwoorden, die een zindering als een elektrischen schok, door het hart van den jongeling jagen. Maar het komt er op aan goede fierheid van kwade te onderscheiden, en ridderlijke fierheid in de ziel van onze jongens te doen trillen, want er is warempel geen katholieke fierheid genoeg onder de mannen, en minder nog on der de mannelijke jeugd. Goede fierheid is geen hoogmoed, geen onredelijk streven naar eigen grootheid uit zelfzucht, geen van-uit-de-hoogte-neerzien op anderen of het nijdig neerhalen van anderen tot zgn eigen minderwaardig peil. Goede fierheid is geen eer- oi heersch- zucht, geen ijdel pralen en pronken met nie tigheden, geen aanstellerij en grootdoenerij in woorden of gebaren. Goede fierheid is geen pochen op eigen krachten, geen roekeloos pogen naar het geen die krachten te boven gaat. Dit allee iszwakheid tegenover zichzelf, uit booze en broze eigenliefde en laatdunkcnheid. Goede fierheid staat juist tegenover het menschelijk opzicht, als het blijmoedig en dankbaar bewustzijn van eigen waarde, van echte en hechte deugd, van bovennatuurlg- ked eelneming aan Gods grootheid en goed heid en schoonheid. Dit bewustzijn straalt ook uit in handel en wandel: kalm, eenvou dig, ootmoedig en vastberaden komt de rechtgeaarde man er voor uit, voor wat hg •in der waarheid is door Gods genade. Rid derlijk gruwt hg van het kwade, als zijner on waardig en streeft hg naar het beste in deugd, in studie, in zelfontwikkeling. Zoo komt de goede fierheid grootendeek overeen met de deugd van grotomoedigheid, magna- nimitas (8. Thomas, 2, 2, q. 129), die tot no bele krachtsinspanning en groote daden aan- spoort EEN EN TWINTIGSTE ZONDAG NA PINKSTER. Epistel uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Ephesiers; VI, 10—17. Broeders, wordt versterkt in den Heer, en in de krch£ Zijner sterkte. Doet an de wa penrusting Gods, opdat gij moogt bestand zgn tegen de lipten des duivels; want onze strfjd is niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de overheden en machten, tegen de gezagvoerders dezer uistere wereld, tegen de booze geesten in de lucht. Neemt daar om aan de wapenrusting Gods, opdat gij iu •den kwa'»n moogt wederstaan, en in alles volkomen staande blijven. Staat dan vast, omgordende uwe lenden met waarheid, ge kleed met hét harnas der rechtvaardigheid, en uwe voeten geschoeid en voorbereid tot het Evangelie des vredes. Neemt boven al les het schild des geloofs, waarop gij alle vurige pijlen van den booze kunt uitdooven, neemt aan den helm des heils, en het iwaard des geeste«. welk het woord Gods is. Evangelie volgens den H. Mattheüs; XVIHf 23—35. In dien tjjde zeide Jesus aan Zgne leer- Ungen deze gelijkenis: Het rijk der hemelen is gelgk eenen koning. die rekening r zijn dienaren wilde houden. En als hij rekening begon te houden, werd er voor hem gebracht, die h»m tien duizend ponder schuldig was. Maar, dewijl bij niets had om te betalen, gebood zijn heer, dat men hen, en zgne vr uw en kinderen, en al wat hjj had, zoude verkoopen en beta len. Maar die knecht viel neder, bad hem, en zeide: h gedul 1 met mij, en ik zal u alk betalen. En de teer kreeg mededoogeu met die knecht, liet ehm gaan, en schold hem de schuld 'laar d’ 1 •><- v" uit gaande, vond een van zgn medeknechten, die hem honderd tienlingen schuldig was; hjj greep hem aan, wrong hem de keel, en zeide: Betaal, hetgeen gij schuldig zgL En zijn medeknechtv iel neder, bad hem, en zei de: Heb geduld met mij en ik zal» u alles betalen, och hij wilde niet, maar hg ging henen, en wierp hem in de gevangenis, tot dat hij de schuld betaalde. En zgn mede- knechtfn ziende, hetgeen er geschiedde, werden zeer bedroefd. En zg kwamen, en verhaalden hunnen heer al, wat geschied was. Toen riep zgn heer hem, en zeide hem: Booze knecht, ik heb U de gebeele schuld Kwijt gescholden, omdat gÜ mij gebeden hebt; moest gij dn ook geen medelijden met uwen medeknecht hebben, gelgk ik medelijden met u getandheb?- En z(jn heer vergramd zjjnde, gaf hem over aan de ben den, tot dat bg de geheele schuld zoude be talen. Zoo zal Mgn hemeische Vader ook met O'doen, zoo gjj, een ieder zijnen broeder, niet van hartó.vergeefL Mijns inziens is dus het gebrek aan inzicht in de drievoudige taak, die de K. S. A. te vervullen had, de eerste oor zaak van het te betreuren feit, dat zij in de twintig jaar van haar bestaan niet is uitgegroeid tot een instituut van de beteekenis, die men haar oorspronkelijk toedacht. Men meende, dat zij er alleen was om nieuwe vereenigingen te stich ten en dat zij dus nu haar taak volbracht heeft. Men vergat maar al te vaak, dat zij bovendien nog een dubbele functie te verrichten heeft/n.L de bevordering der volksontwikkeling en last not least de bevordering van den geest der solidariteit tusschen de afzonderlijke sociale vereenigingen. Daar is echter nog een tweede oor zaak van het kwijnen der K. S. A- den en de uitbreiding er van mo<?e' maken. Betere hulde aan hun twerk kan mijns inziens niet worden gebracht. Geen gelukwensch met den arbeid, die vol- bflcht werd, kan krachtiger zijn dan wanneer men de hoop uitspreekt, dat die arbeid nog jaren lang moge toene men. Welnu, ik koester nog steeds de ver wachting, dat de katholieke vereenigin gen, die de K. S. A. vormen, er toe zul len komen om de benoodigde gelden voor het instandhouden van het Centraal Bureau bijeen te krengen, wanneer het inzicht in de eigenlijke taak reau Het luttel heeft te betalen, kan toch geen bezwaar zijn. Het zou belachelijk zijn, daarin een bezwaar te zien. Zoolang echter dat inzicht bij de or ganisaties niet voldoende aanwezig is, zal een beroep moeten worden gedaan op de milddadigheid der particulieren. Welnu, als algemeen geestelijk adviseur der Katholieke Sociale Actie in Neder land, doe ik, overtuigd van de groote beteekenis van het Centraal Bureau, ja van de onmisbaarheid er van voor ons katholiek-sociale leven, dat beroep bij deze volgaarne. Ik weet, dat dit beroep dringend noodig is om het Bureau mo menteel in stand te houden. Ik vlei mij met de hoop, door de boven gegeven uiteenzetting de beteekenis der K. S. A. en van het Bureau voor velen te hebben duidelijker gemaakt en dus de overtui ging te hebben versterkt, dat het Bureau niet verdwijnen mag in het belang van de Katholieke zaak~Moge het gevolg er van zijn, dat op den twintigsten verjaar dag vele giften binnenstroomen bij ge- noengd Bureau, waarvan het adres is Steenschuur 17, Leiden. Op initiatief van Dr. L. van Romunde te Utrecht werd een commissie in het leven geroepen, die zich ten doel stelt een fonds bijeen te brengen tot instand houding van het Centraal Bureau der K. S. A. Ook aan den secretaris-pen- ningmeester van <flt Comité, Mr. F. Bol-1 sius, Rijnsburgerweg 165, Leiden, kun nen bijdragen y6or dit fonds gezonden worden. Warmond. J J. D. J. AENGENENT Pr. Uit hartegoedheid had Hg deernis met die Igdenden en genas hen als zg vertrouwen in Hem hadden. Niet met tegenzin deed Hij dat, maar goedschiks uit liefde. Die wonderwer ken hadden echter een gevaar in: het volk zou Hem kunnen gelijkstellen met de ver meende Messiassen die soms opdoken. De gelukzoekers en Messiassen beloofden wonderwerken en goocheltoeren, uit pralerij, om het volk aan te vuren. Jesus’ houding is heelemaal anders. H(j verbiedt dikwijls aan de genezenen en oog getuigen dat zg het wonderwerk zouden voortvertellen. Hij weet echter wel, dat het ruchtbaar zal worden. Hg doet zelfs mirake len ten overstaan van de scharen. Maar door zgn verbod wil Hg doen uitkomen, dat zijn houding anders is als die van gelukzoekers, dat Hg niet werkt uit praleyg noch met de bijbedoeling om het volk warm te maken. Het volk moet weteh, dat Hg niet roemt op zgn wonderwerken, dat zg gedaan worden door een nederig, bescheiden man, enkel uit liefde, niet uit praalhanzerg. Daarom ook zal Hg meermalen de kran ken weg leiden van de scharen, buiten de steden en dorpen en de gewone heelmidde len der dokten aanwenden. ging van het budget noodzakelijk maak te. En het gebrek aan het Centraal Bu reau was meermalen zoo nijpend, dat .de daaraan verbofiden ambtenaren dikwijls het grootste gedeelte van hun tijd moes ten besteden aan de uitwerking van mid delen om langs anderen weg dan door het innen van contributies die hoe langer hoe meer achterwege bleven het Bureau staande te houden. Degenen, die het Bureau gemis aan activiteit ver wijten, vergeten maar al te zeer, dat die activiteit onmiddellijk zou toenemen, als financieele zorgen niet beslag legden op een groot deel van den tijd der daaraan verbonden ambtenaren. Zulk een verwijt is dus niet billijk en zou feitelijk alleen waarde hebben, als men gezegd had, dat de financieele positie van het Bureau de mogelijkheid had verzekerd om acties die werkelijk noodzakelijk waren, aan te vatten. Maar koet dan zulk een Bureau niet ontzaglijk veel geld? zoo zal men vra gen. En hoe zal men dit alles bij elkander brengen, vooral in dezen tijd, nu zoo dikwijls een beroep wordt gedaan op de beurs der katholieken tet het steunen van allerlei instellingen? Geachte lezer, schrik niet, wanneer gij het antwoord op deze vraag ver neemt. Dat antwoord luidt: Indien alle nationale katholieke orga nisaties voor ieder lid per jaar één dub beltje of tien cents betaalden, dan zou het Centraal Bureau te Leiden voldoen de hebben om zijn werkzaamheid te vol brengen. Zulks is toch pen futiliteit. En het is mij altijd onbegrijpelijk geweest, dat zulk een uiterst geringe som één dubbeltje per lid en per jaar een be zwaar is kunnen zijn voor de organisa ties, die tezamen de K. S. A. vormen. Nu echter feitelijk die contributie niet binnen kwam, heeft het Bureau voort durend een beroep moeten doen op de milddadigheid der Katholieken of zijn toevlucht moeten nemen tot andere mid delen, die de financiën moesten verster ken, doch waartoe men somtijds niet dan met looden schoenen overging. Daar zijn dus mijns inziens twee oor zaken ter verklaring van het kwijnen der K. S- A. en ik i’bennQ^ eteeds geneigd te meenen, dat eigenlijk alles tot één oorzaak is terug te brengen, n.1. tot de eerstgenoemde, het gebrek aan inzicht in de taak van de K. S. A., want ik ben overtuigd, dat de-financiën haar niet lanéer zullen onthouden worden, indien het inzicht in haar taak onder de Katho lieken duidelijker wordt. Op den twintigsten verjaardag heb ik gemeend dit alles te moeten neerschrij ven, in de hoop, dat verheldering van in zicht in de taak en dus in de beteekenis der K. S. A. en van het Centraal Bureau er toe zou bijdragen om de financiën ruimer te doen vloeien. Ik meende geen beter hulde te kunnen brengen aan de mannen, die gedurende de afgeloopen twintig jaar aan het Cen traal Bureau hebben gearbeid, dan door tot Katholiek Nederland den oproep te richten om het Bureau in stand te hou- Blinden trof Jesus overal aan. Die wa*n talrgk. De hevige zon kan ongenadig in de oogen branden; op de witte wegen over het gebergte, in de rotsachtige valleien, wor- ucar stralen weerkaatst, en vallen den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 11