THE PERFECT FOTÖ
IETS NIEUWS
Ie HLHS fOTO'S
voor ONGEKEND
LAGE PRIJZEN
van het ,jNoord-Hollandsch Dagblad”
J
Alkmaar - Mient 2 hoek Waaqplein
No 41
I
I
jonden.
BIJ HET TWINTIG-JARIG*BESTAAN
VAN HET CENTRAAL BUREAU
VOOR DE K. S. A.
IL
I
1
■i
BINNENLAND.
HEDENDAAGSCHE ANTWOORDEN.
‘-Tafereelen uit het
Evangelie.
Ook vergroeiingen
EPISTEL EN EVANGELIE.
I
„Romens Aankondiger”.
be-
der week.
(Dupanloup).
met
de
een
den
reiziger in de oogen, van boven, van terzjj,
van overat Het veel buitenslanen is mede
In iederen marmerblok ligt een kostbaar
kunstwerk, in ieder menschenhart een hei
lige.
meer,
de dorpen en steden zaten meestal vol heide
nen; f'
met i
Maar dadelijk
en
•tochtjes.
'at is de Zondag?
A. De prettigste dag
Vr. Wat is het Zonaagsche Lof?
A. Wat zegt U?.
(Ann. „O. L. Vr. v. *t H. Hart”)
van dat Bu-R
tot grootere klaarheid is gekomen.
:1e bedrag, dat ieder lid per jaar
AFSLUITING EN DROOGMAKING VAN
DE ZUIDERZEE.
De besturen van de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw, van den R. K. Dio-
cesanen land- en tuinbouwbond in het Bis
dom Haarlem en van de Ver. tot ontwik
keling van den landbouw in Holland’s Noor
derkwartier, hebben aan de Tweede Ka-
Toen Henry George tot Kardinaal Manning
sprak: „Ik kwam tot het geloof in Jezus, om
dat ik het volk lief had”, antwoordde de En-
gelschg Kardinaal zeer waar en schoon: „En
de oorzaak van oogziekten; de dauw der
nachten doet de oogleden ontsteken. De<Oos-
tersche slordigheid werkt de ziektekiemen in
de hand. De oogen blijven dikwijls ongewas-
schen, vooral bij de kinderen; die liggen te
slapen met een laag draagsel en vuilnis in de
oogjes waar dan een krans vliegen op ker
mis houdt en brand in steekt.
Tegen oogziekten werden potjes droge zalf
verkocht, die vóór het gebruik met water
werd vochtig gemaakt; speeksel, bijzonder
nuchter speeksel gold als een goed genees
middel.
Maar 'voor echte blinden scheen wel geen
artsenij gewassen. Die moesten hun lot maar
dragen zoo goed het kou. Jesus zag ze gaan,
door de kronkelstraatjes der steden, over de
hobbelige dorpswegetjes, met hun stok voor
uit tastend of door ’n hind. bg de h^nd geleid.
Hij zag er bij de stadspoorten, naast het tol
huis, op den grond zitten, met hun bedel-
kroesje tusschen de beenen; goedige reizi
gers wierpen er een muntstuk in, vrouwen
die met bundels groenten naar de stad kwa
men legden er een krop salaad of prei in. Hij
zag er zitten naast de wegen en als er volk
naderde hoorde Hij ze roepen om aalmoezen.
Eens komt Jesus met zijn leerlingen te
Bethsalda, „het visscherg-huis”, bij de mon
ding van de Jordaan. En men brengt een
blinde bij Hem en smeekt Hem, dien
aan te raken. Maar hg wilde geen mirakel,
doen in volle straat, vatte den blinde bjj de
hand en leidde hem, over den hobbeligen weg
met putten en gaten, behoedzaam binten het
dorp. En Hij spuwde hem op zijn oogen om
Vr. Wat is een Tentoonstelling?
A. Een aanleiding tot allerlei feestelijkhe
den, voetbalmatchen, harddraverijen, vuur
werk, kennis, enz.
Vr. Wat is een concert?
A. Een uitstaling van de opzichtelijkste
Toiletten, döor muziek opgeluisterd.
Vr. Welk verschil is er tusschen een boek
winkel en een leeszaal?
A. In den een koopt menromans en
in dé andere leest menromans.
Vr. Wat is de mode?
A. eD malste en ongemanierdste manier
om zich te kleeden.
Vr. Wat was de ramp van Borculo?
A. Een heerlijke gelegenheid tot auto- en
autobus-1
Vr. W;
ik kwam tot liefde voor het volk, omdat ik
in Jezus-Christus geloofde.”
De oude heiden Scipio placht dikwijls te
klagen, dat de meeste menschen veel meer
voorzichtigheid gebruikten bij het koopen
van geiten en schapen, dan met het kiezen
van vrienden. Is dat, helaas! tgenwoordig
nog niet zoo?
kwamen wandelen, moesten daar voorbij.
Maar toen de blinde hoorde dat het Jesus
van Nazareth was, begon hij te roepen ge
lijk bij het bedelen: „Jesus zoon van David,
ontferm u mijner!”
Toen bleef Jesus staan on zeide: „Roept
hem.” En ze roepen den blinde en zeggen tot
hem: „Wees welgemoed, sta op. Hij roept
u.”
En hg wierp zijn mantel weg en sprong op
en kwam bij Jesus.
Toen zeide Jesus tot hem: „Wat wilt gij
dat ik u doe?”
De blinde zeide tot Hem: „Rabboni, dat ik
zien moge!”
En Jeeus sprak tot hem: „Ga, uw geloof
heeft u gered.”
En terstond zag hij, en hg volgde Hem op
den weg.
Hij was even goed en even bescheiden met
de dooven en stommen.
Eens kwam Hij met zijn leerlingen terug
uit het gebied van Tyr en Sidon, trok de Jor
daan over en ging naar den overkant van het
meer, in de landstreek van Dekapolis.
Daar woonden wel tamelijk veel Joden, maar
dïe kenden Jesus minder; daar zou Hij
zgn leerlingen wat kunnen uitrusten.
dadelijk erkent het volk Hep, heidenen
Joden loopen naar Hem toe. En men
brengt bij Hem een dooven stotteraar, en
de Joden ameeken Jesus om hem de hand
op te leggen.
GEDACHTEN.
Godsdienst in de opvoeding is het middel
dat al de andere dooradert, at al de andere
middelen onderstut, verheldert en bezielt.
Zonder godsdienst loopt alles in de war en
geraakt alles ontzenuwd. Zonder godsdienst
is alles zwak, alles onwaar, alles verderfelijk,
alles verachtelijk.
(Dupanloup).
Karakter wordt gevormd door het aan-
kweeken van: smaak voor al wat waar,
goed en schoon is; liefde voor rechtvaar
digheid, eerlijkheid, lieftalligheid, eerbied, ze
digheid en kloekmoedigheid; walg voor
physieke en moreele onreinheid in gedachten,
woorden en werken; bezieling met een
diep geloof in de waarde en de heiligheid van
’t leven; met de jeugd te doen gevoeten hoe
goddelijk het is te levenwanneer men hoop
heeft en geestdrift, kuiseh is en beminnend,
wgs en dienstvaardig.
- r V" F'?
OFFICIEEL KERKBERICHT
U
HIJ GING AL WELDOENDE VOORBIJ.
II.
Zg bereidden artsenijen met pek van de
Doode Zee, goten wgn in wonden om ze te
ontsmetten en olie of honing om ze te ver
zachten, verbonden de wonden en legden er
een pleister op, wreven de zieke ledematen
in met olie of speeksel, zonden krenken naar
de warme solferbronen bg het meer, te Ga-
dara of b(j de Doode Zee, om de spieren te
sterken en huidziekten te genezen; en als zij
ten einde raad waren, dompelden zg den zie
ke in een bad van warme olie.
Trots al die eenvoudige geneesmiddelen
hadden de dokters veel te doen. Te veel zelfs.
|ln het Oosten, tegenwoordig zoowel als toen,
kunnen de zieken en hun familie het niet bg
"O dokter laten. Om haar genegenheid voor
den kranke uit te werken, moet de familie er
.verscheidene bg halen. Hun voorschriften
(preken elkander vaak tegen, de verschillen
de artsenijen maken hem dikwijls zieker nog
i de familie op kosten.
en ,t?chten trof Jesus overal kranken
zan m *kkigen niet al,een in de hui-
zii 00,1 op de straten, op de pleinen,
tM tO^Kl^>°rtenj’ bÖ de het Oo.:
reliik hii b ^Teu d® «eken niet thuis liggen
Öe lucht “T bTen buitóo’ 2 de
jtrens lucht en in de volksbeweging gelijk de
Voor een krachtige actie is nu een
maal geld noodig.
Welnu, het gebrek aan financiën is
altijd de zwakke plek geweest in de
K. S. A., en met name van het Centraal
Bureau. Zulks was reeds het geval in de
eerste jaren en het heeft zich later nog
sterker doen gevoelen, toen de stijging
van de onderhoudskosten ook een stij
ging v:
te. En
mer geschreven, dat zij met groote ingeno
menheid hebben kennis genomen van het
ontwerp van wet tot wijziging van de wet
van 14 Juni 1918 (St.bl. No. 354) tot af
sluiting en droogmaking van de Zuiderzee
en het ontwerp tot wijziging van de wet van
20 December 1918 (St.bl. No. 827), tot instel
ling van een fonds ten behoeve van de af
sluiting en droogmaking der Zuiderzee.
Inzonderheid dat de regeering, in aanslui
ting aan het advies der commissie-Lovink,
voorstelt, de indijking en droogmaking van
den N. W. polder reeds te doen geschieden
tijdens de werkzaamheden, aan de afsluiting
der Zuiderzee verbonden.
Samenvattend meenen adressanten ten
voordeele van een vjugge indijking van den
N. W. polder te kunnen aanvoeren:
1. Door deze indijking wordt bereikt eene
vlugge vermeerdering van de goede cultuur
gronden met eene oppervlakte van circa
20.000 H. A., hetgeen niet het oog op de^
steeds grooter wordende behoefte aan djr-
geljjke gronden van veel beteekenis is.
2. Alleen de N. W. polder leent zich voor
eene droogmaking, gelgktjjdig met de afslui
ting der Zuiderzee.
3. Het tijdvak dat verloopt tusschen d»
drooglegging van den proefpolder en den N.
W. polde/ omvat 4 jaren doch 't tijdsverloop
tusschen de in cultuurbrenging bedraagt door
dat voor de verkaveling der 20.000 H. A.
twee jaren noodig zgn, voor 50 pCt. dezer
oppervlakte geen 4 doeh 5 jaren.
4. De N. W. polder is verreweg het klein
ste in oppervlakte. Dit is met het oog op de
tallooze vraagstukken aan de uitgifte en de
kolonisatie verbonden, waarmede nog weinig -
ervaring is opgedaan, een niet te onderschat
ten voordeel. Een voordeel dat op zich zelf
waarschijnlijk ruimschoots opweegt tegen de
met de indijking gepaard gaande extra fi-
nancieele offers.
5. De N. W. polder bevat de verschillen-
de grondsoorten van klei tot zand In behoor
lijke hoeveelheden, hetgeen als een voordeel
bij de «eerste in cultuurbrenging is te
schouwen.
6. Inzonderheid tegenover het bezwaar,
gelegen in het zoutgehalte van 2 pCt. van
het Wieringermeer mag de groote oppervlak
te aan lichtere gronden als voordeel gelden.
7. Op grond van de goed-gefundeerde mee-
ning van de commissie-Lovink kan met de
meeste waarschijnlijkheid worden aangeno
men dat de zwaarste gronden in gemiddeld
ongeveer zeven jaar ni de verkaveling tot
volle cultuurwaarde gebracht kunnen wor
den, terwijl deze termijn voor de vele lich
te gronden nog korter is te stellen. Het voor
deel met voorafgaande ontzilting te bereiken
is dus betrekkelgk beperkt.
8. Over de snelheid van ontzilting van
den bodem door overstrooming met zoet wa
ter, is weinig bekend, doch de meening over-
heerscht, dat het talrijke jaren zal duren,
voordat bet gehalte aan zout in den bodem
in belangrijke mate is verminderd.
Zg verzoeken met het bovenstaande, bij de
behandeling van het wetsontwerp v/el reke
ning te willen houden.
de speekselremiede aan te wenden, legde de
handen op hem zooals de priesters deden als
zg zegenden of een slachtoffer wijdden, en
vroeg hem: „Of gij iets ziet?” En de blinde
begon te zien en zeide: „Ik zie de menscinn,
want ik zie als boomen die gaan.” Toen leg
de Jesus wederom de handen op zgn oogen,
en hg zag scherp toe en was genezen en hg
zag alles helder en verre. En Hg zond hem
naar zijn huis, zeggende: „Ga zelfs het dorp
niet in.”
Te Kapharnaum, waar Hg uit den volks
hoop wegging naar het huis van Simon toe,
volgden Hem twee blinden en riepen zooals
zg deden bij het bedelen aan den weg: „Heb
medelijden met ons, zoon van David!” En
toen Hg te huis was gekomen, naderden de
blinden Hem en Jesus zeide hun: „Gelooft gij
dit Ik het doen kan?” Zg zeiden „Ja, Heer.”
Toen raakte Hg hun oogen aan zeggend: „U
geschiedde naar uw geloof.” En hun oogen
werden geopend. En Jesus gebood hun ern
stig: Ziet toe, dat niemand het te weten
koine.” Doch heengegaan maakten zij Hem
bekend in geheel die landstreek.
In de lente, tegen Paschen, ging Jesus met
zgn leerlingen op naar Jerusalem. En zij
kwamen te Jericho. En toe Hg Jericho uit
ging met zgn leerlingen en veel volk, bede
vaarders en ieegloopers die nieuwsgierig naar
den vermaarden Rabbi komen kjjken en een
eindje mee den weg opgaan, zat de zoon van
Tïmeus, Bartimeus, een blinde aan den weg
te bedelen, ’t Wae een genchikte bedelpost
want de lieden die uittrokken naar Jerusa
lem toe of tusschen de frissche hovingen
FIERHEID.
Fierheid! Een van die krachtwoorden, die
een zindering als een elektrischen schok, door
het hart van den jongeling jagen. Maar het
komt er op aan goede fierheid van kwade
te onderscheiden, en ridderlijke fierheid in
de ziel van onze jongens te doen trillen,
want er is warempel geen katholieke fierheid
genoeg onder de mannen, en minder nog on
der de mannelijke jeugd.
Goede fierheid is geen hoogmoed, geen
onredelijk streven naar eigen grootheid uit
zelfzucht, geen van-uit-de-hoogte-neerzien op
anderen of het nijdig neerhalen van anderen
tot zgn eigen minderwaardig peil.
Goede fierheid is geen eer- oi heersch-
zucht, geen ijdel pralen en pronken met nie
tigheden, geen aanstellerij en grootdoenerij
in woorden of gebaren.
Goede fierheid is geen pochen op eigen
krachten, geen roekeloos pogen naar het
geen die krachten te boven gaat.
Dit allee iszwakheid tegenover
zichzelf, uit booze en broze eigenliefde en
laatdunkcnheid.
Goede fierheid staat juist tegenover het
menschelijk opzicht, als het blijmoedig en
dankbaar bewustzijn van eigen waarde, van
echte en hechte deugd, van bovennatuurlg-
ked eelneming aan Gods grootheid en goed
heid en schoonheid. Dit bewustzijn straalt
ook uit in handel en wandel: kalm, eenvou
dig, ootmoedig en vastberaden komt de
rechtgeaarde man er voor uit, voor wat hg
•in der waarheid is door Gods genade. Rid
derlijk gruwt hg van het kwade, als zijner on
waardig en streeft hg naar het beste in
deugd, in studie, in zelfontwikkeling. Zoo
komt de goede fierheid grootendeek overeen
met de deugd van grotomoedigheid, magna-
nimitas (8. Thomas, 2, 2, q. 129), die tot no
bele krachtsinspanning en groote daden aan-
spoort
EEN EN TWINTIGSTE ZONDAG
NA PINKSTER.
Epistel uit den brief van den H. Apostel
Paulus aan de Ephesiers; VI, 10—17.
Broeders, wordt versterkt in den Heer, en
in de krch£ Zijner sterkte. Doet an de wa
penrusting Gods, opdat gij moogt bestand
zgn tegen de lipten des duivels; want onze
strfjd is niet tegen vleesch en bloed, maar
tegen de overheden en machten, tegen de
gezagvoerders dezer uistere wereld, tegen
de booze geesten in de lucht. Neemt daar
om aan de wapenrusting Gods, opdat gij iu
•den kwa'»n moogt wederstaan, en in alles
volkomen staande blijven. Staat dan vast,
omgordende uwe lenden met waarheid, ge
kleed met hét harnas der rechtvaardigheid,
en uwe voeten geschoeid en voorbereid tot
het Evangelie des vredes. Neemt boven al
les het schild des geloofs, waarop gij alle
vurige pijlen van den booze kunt uitdooven,
neemt aan den helm des heils, en het
iwaard des geeste«. welk het woord Gods is.
Evangelie volgens den H. Mattheüs;
XVIHf 23—35.
In dien tjjde zeide Jesus aan Zgne leer-
Ungen deze gelijkenis: Het rijk der hemelen
is gelgk eenen koning. die rekening r
zijn dienaren wilde houden. En als hij
rekening begon te houden, werd er
voor hem gebracht, die h»m tien duizend
ponder schuldig was. Maar, dewijl bij niets
had om te betalen, gebood zijn heer, dat
men hen, en zgne vr uw en kinderen, en
al wat hjj had, zoude verkoopen en beta
len. Maar die knecht viel neder, bad hem, en
zeide: h gedul 1 met mij, en ik zal u
alk betalen. En de teer kreeg mededoogeu
met die knecht, liet ehm gaan, en schold
hem de schuld 'laar d’ 1 •><- v" uit
gaande, vond een van zgn medeknechten,
die hem honderd tienlingen schuldig was;
hjj greep hem aan, wrong hem de keel, en
zeide: Betaal, hetgeen gij schuldig zgL En
zijn medeknechtv iel neder, bad hem, en zei
de: Heb geduld met mij en ik zal» u alles
betalen, och hij wilde niet, maar hg ging
henen, en wierp hem in de gevangenis, tot
dat hij de schuld betaalde. En zgn mede-
knechtfn ziende, hetgeen er geschiedde,
werden zeer bedroefd. En zg kwamen, en
verhaalden hunnen heer al, wat geschied
was. Toen riep zgn heer hem, en zeide hem:
Booze knecht, ik heb U de gebeele schuld
Kwijt gescholden, omdat gÜ mij gebeden
hebt; moest gij dn ook geen medelijden
met uwen medeknecht hebben, gelgk ik
medelijden met u getandheb?- En z(jn heer
vergramd zjjnde, gaf hem over aan de ben
den, tot dat bg de geheele schuld zoude be
talen. Zoo zal Mgn hemeische Vader ook
met O'doen, zoo gjj, een ieder zijnen broeder,
niet van hartó.vergeefL
Mijns inziens is dus het gebrek aan
inzicht in de drievoudige taak, die de
K. S. A. te vervullen had, de eerste oor
zaak van het te betreuren feit, dat zij
in de twintig jaar van haar bestaan niet
is uitgegroeid tot een instituut van de
beteekenis, die men haar oorspronkelijk
toedacht. Men meende, dat zij er alleen
was om nieuwe vereenigingen te stich
ten en dat zij dus nu haar taak volbracht
heeft. Men vergat maar al te vaak, dat
zij bovendien nog een dubbele functie
te verrichten heeft/n.L de bevordering
der volksontwikkeling en last not
least de bevordering van den geest
der solidariteit tusschen de afzonderlijke
sociale vereenigingen.
Daar is echter nog een tweede oor
zaak van het kwijnen der K. S. A-
den en de uitbreiding er van mo<?e'
maken. Betere hulde aan hun twerk kan
mijns inziens niet worden gebracht. Geen
gelukwensch met den arbeid, die vol-
bflcht werd, kan krachtiger zijn dan
wanneer men de hoop uitspreekt, dat
die arbeid nog jaren lang moge toene
men.
Welnu, ik koester nog steeds de ver
wachting, dat de katholieke vereenigin
gen, die de K. S. A. vormen, er toe zul
len komen om de benoodigde gelden
voor het instandhouden van het Centraal
Bureau bijeen te krengen, wanneer het
inzicht in de eigenlijke taak
reau
Het luttel
heeft te betalen, kan toch geen bezwaar
zijn. Het zou belachelijk zijn, daarin een
bezwaar te zien.
Zoolang echter dat inzicht bij de or
ganisaties niet voldoende aanwezig is,
zal een beroep moeten worden gedaan
op de milddadigheid der particulieren.
Welnu, als algemeen geestelijk adviseur
der Katholieke Sociale Actie in Neder
land, doe ik, overtuigd van de groote
beteekenis van het Centraal Bureau, ja
van de onmisbaarheid er van voor ons
katholiek-sociale leven, dat beroep bij
deze volgaarne. Ik weet, dat dit beroep
dringend noodig is om het Bureau mo
menteel in stand te houden. Ik vlei mij
met de hoop, door de boven gegeven
uiteenzetting de beteekenis der K. S. A.
en van het Bureau voor velen te hebben
duidelijker gemaakt en dus de overtui
ging te hebben versterkt, dat het Bureau
niet verdwijnen mag in het belang van
de Katholieke zaak~Moge het gevolg er
van zijn, dat op den twintigsten verjaar
dag vele giften binnenstroomen bij ge-
noengd Bureau, waarvan het adres is
Steenschuur 17, Leiden.
Op initiatief van Dr. L. van Romunde
te Utrecht werd een commissie in het
leven geroepen, die zich ten doel stelt
een fonds bijeen te brengen tot instand
houding van het Centraal Bureau der
K. S. A. Ook aan den secretaris-pen-
ningmeester van <flt Comité, Mr. F. Bol-1
sius, Rijnsburgerweg 165, Leiden, kun
nen bijdragen y6or dit fonds gezonden
worden.
Warmond. J
J. D. J. AENGENENT Pr.
Uit hartegoedheid had Hg deernis met die
Igdenden en genas hen als zg vertrouwen in
Hem hadden. Niet met tegenzin deed Hij dat,
maar goedschiks uit liefde. Die wonderwer
ken hadden echter een gevaar in: het volk
zou Hem kunnen gelijkstellen met de ver
meende Messiassen die soms opdoken.
De gelukzoekers en Messiassen beloofden
wonderwerken en goocheltoeren, uit pralerij,
om het volk aan te vuren.
Jesus’ houding is heelemaal anders. H(j
verbiedt dikwijls aan de genezenen en oog
getuigen dat zg het wonderwerk zouden
voortvertellen. Hij weet echter wel, dat het
ruchtbaar zal worden. Hg doet zelfs mirake
len ten overstaan van de scharen. Maar door
zgn verbod wil Hg doen uitkomen, dat zijn
houding anders is als die van gelukzoekers,
dat Hg niet werkt uit praleyg noch met de
bijbedoeling om het volk warm te maken.
Het volk moet weteh, dat Hg niet roemt op
zgn wonderwerken, dat zg gedaan worden
door een nederig, bescheiden man, enkel uit
liefde, niet uit praalhanzerg.
Daarom ook zal Hg meermalen de kran
ken weg leiden van de scharen, buiten de
steden en dorpen en de gewone heelmidde
len der dokten aanwenden.
ging van het budget noodzakelijk maak
te. En het gebrek aan het Centraal Bu
reau was meermalen zoo nijpend, dat .de
daaraan verbofiden ambtenaren dikwijls
het grootste gedeelte van hun tijd moes
ten besteden aan de uitwerking van mid
delen om langs anderen weg dan door
het innen van contributies die hoe
langer hoe meer achterwege bleven
het Bureau staande te houden. Degenen,
die het Bureau gemis aan activiteit ver
wijten, vergeten maar al te zeer, dat die
activiteit onmiddellijk zou toenemen, als
financieele zorgen niet beslag legden op
een groot deel van den tijd der daaraan
verbonden ambtenaren. Zulk een verwijt
is dus niet billijk en zou feitelijk alleen
waarde hebben, als men gezegd had, dat
de financieele positie van het Bureau
de mogelijkheid had verzekerd om acties
die werkelijk noodzakelijk waren, aan
te vatten.
Maar koet dan zulk een Bureau niet
ontzaglijk veel geld? zoo zal men vra
gen.
En hoe zal men dit alles bij elkander
brengen, vooral in dezen tijd, nu zoo
dikwijls een beroep wordt gedaan op de
beurs der katholieken tet het steunen
van allerlei instellingen?
Geachte lezer, schrik niet, wanneer
gij het antwoord op deze vraag ver
neemt. Dat antwoord luidt:
Indien alle nationale katholieke orga
nisaties voor ieder lid per jaar één dub
beltje of tien cents betaalden, dan zou
het Centraal Bureau te Leiden voldoen
de hebben om zijn werkzaamheid te vol
brengen. Zulks is toch pen futiliteit. En
het is mij altijd onbegrijpelijk geweest,
dat zulk een uiterst geringe som één
dubbeltje per lid en per jaar een be
zwaar is kunnen zijn voor de organisa
ties, die tezamen de K. S. A. vormen.
Nu echter feitelijk die contributie niet
binnen kwam, heeft het Bureau voort
durend een beroep moeten doen op de
milddadigheid der Katholieken of zijn
toevlucht moeten nemen tot andere mid
delen, die de financiën moesten verster
ken, doch waartoe men somtijds niet dan
met looden schoenen overging.
Daar zijn dus mijns inziens twee oor
zaken ter verklaring van het kwijnen der
K. S- A. en ik i’bennQ^ eteeds geneigd
te meenen, dat eigenlijk alles tot één
oorzaak is terug te brengen, n.1. tot de
eerstgenoemde, het gebrek aan inzicht
in de taak van de K. S. A., want ik ben
overtuigd, dat de-financiën haar niet
lanéer zullen onthouden worden, indien
het inzicht in haar taak onder de Katho
lieken duidelijker wordt.
Op den twintigsten verjaardag heb ik
gemeend dit alles te moeten neerschrij
ven, in de hoop, dat verheldering van in
zicht in de taak en dus in de beteekenis
der K. S. A. en van het Centraal Bureau
er toe zou bijdragen om de financiën
ruimer te doen vloeien.
Ik meende geen beter hulde te kunnen
brengen aan de mannen, die gedurende
de afgeloopen twintig jaar aan het Cen
traal Bureau hebben gearbeid, dan door
tot Katholiek Nederland den oproep te
richten om het Bureau in stand te hou-
Blinden trof Jesus overal aan. Die wa*n
talrgk. De hevige zon kan ongenadig in de
oogen branden; op de witte wegen over het
gebergte, in de rotsachtige valleien, wor-
ucar stralen weerkaatst, en vallen den