1
Bit idw voor Grafmomin*irfti
te «lis soorten Natuurstseu
SCHAGER GRAFSTEENHOUWERIJ
StatisMwtp naast caft Visser.
Vrijdafl «7 Omrcmher »t»
„Als
I
J H. JONGED1JK
LAAT 6
KWALITEIT eh AFWERKING
Tafereelen uit het
Evangelie.
EPISTEL F-N FVANGELIE. I
B. HBILUR1B8
Itjn'Mstrait I iu SGNHflL
ZORGEN.
aan
ware
e
Koopt bij ’n Vakman Bt Is Uw voordeel
.-
I
zelf
Be-
di
0.
Jesus Ij
De genood
met tapijten en kussens, leunend op
kerellcboog; kleine tafeltjes staan
aanligbedden; da bloote voeten der g toten
Al de negen
de Staten: Bi
zijn protestant?
En toch, onder die tollenaars, die eerlooze
vrouwen, die zondaars, klopten harten die
vatbaar waren voor verbetering. Hoogmoe
dige verachting stoot die harten af, boscaei-
den goedheid trekt hen aan. Zjj smack’ju
zoo vaak naar een harteljjk woord, hun
oogen kijken zoo vaak uit naar een vrienden
blik die hen uit hun ellende ophelpt. Aan die.
bracht Jesus blijde boodschap.
1 den siijgel.
len Donderdag.De wind
HET PROTBSTANSCH MISSIEGEVAAR.
NIETTEMIN..
Niettemin worden de zielen door de pio-
testanten bereikt eerst en vooral afkeerig
gemaakt van het alleen-zaligende Rome en
slaat de proteetantsche zendingsactie daar
als een dgpigend gevaar. Tegenwoordig kan
er geen verslag vari een katholiek missiona
ris naar Rome worden gestuurd of er staat
een noodkreet over protestanteche propagan
da. Hun bekeerlingen, mannen van groot aan
zien, loopen de wereldcongressen af en ge
ven den grootsten dunk van de protestant-
sche actie.
Te Genova, te Cantorbery verschijnt keer
Een der Farizeën nu vroeg Hem bij zich
te eten. Meer uit nieuwsgierigheid dan uit
achting. Want ais Hjj binnentrad, gaf bij aan
Jesus geen bekken water om zjjn stoffige
voeten te wasseben, hjj kuste Hem niet, tan-
de zjjn hoofd niet met «Re, zoonis men met
een geëerden gast deed.
rt in de gastenkamer aan taf:),
igden liggen op fraaie raatbedd-u
u en knseenleunend op den Hn-
kleine tafeltjes staan voor dte
Onbekleede Wiegen, Rieten Stoelen,
Grot- en Luxe mandenwerk. a
,Kie werker,
ALKMAAR.
op keer Koo, de beroemde Chineesche pro
testant.
De Japansche socialist Toyohiko, een
protestant, doet thans een reis rond de we
reld en zal in DAsen^ber aanstaande Engeland
afloopen.
De beruchte Chineesche generaal Feng is
protestant.
en de koopwaren in beslag nemen. De koop
lieden wisten wel dat zjj gestroopt werden,
doch daar hielp geen stribbelen tegen.
Door de leemten in de tarieven streken de
tolpachters dan aardige winsteK^p. Maar zjj
en hun bedienden, de ondertolImaars, war
den door het volk schromelijk gehaat, en
voor bedriegers iriigekreten. De gestrenge
Joden stelden hen met roevers geljjk. Zij
zouden van hen geen aalmoezen aanvaarden,
zelfs geen geld uit hun kas inwisselen, want
bet kon geroofd goed zjjn.
steken achterwaarts. Do voordeur bljjft
openslaan; kijkers komen vrjj in, hurkon te
gen den wand neer, bezien de dischgenoot -n,
praten met ben, mompelen en gaan neen.
En zie, een vrouw, een zondares in do
stad, vernam, dat Hjj in bet huis des Farize-
ërs aan tafel lag cn kwam met een nRiast’n
vaas met reukwerk. En weenende piaajHft
se zich aan zjjn voeten, en begon zjjn voeten
met tranen te besproeien cn met beur ho rfd-
haar af te drogen. En ze kuste zijn voetm
cn zalfde ze met het reukwerk.
De Farfzeër nu, die Hem genoodigd had,
dit ziende, zeide bij zich zei ven: „Als d sm
een profeet was, zou Hjj weten, wie en wat
voor een vrouw het is die Htjtn aanraakt: oat
het namelijk een zondares is?'
En Jesus nam het woord on zeide tot hem:
„Simon, Ik heb u iets te zeggen.”
Hjj zeide: JLeeraar, spreek!"
„Zeker geldschieter had twee schu! Ie-
naars. De eene was vijfhonderd tlenlingr»
schuldig, de andere vjjftig. Daar zjj niet bq
machte waren te betalen, schold hjj beid ut
de schuld kwijt. Wie van beiden zal hem nn
het meest liefhebben?"
Simon antwoordde en zeide: Jk vermoed,
wien hij hel meest beeft kwljtgeschoL’ •v."
Hjj zeide nu: „Gij hebt juist geoordeeht\
moest het van landvolk, van zondaars krioe
len.
Maar onder die zondaars waren er twee
soorten die vooraan kwamen in de verach
ting der getrouwen: de eerlooze vrouwen en
de tollenaars. Want bij die waien het zedc-
Ijjk wangedrag en do zedeljjke vergrijpen do
ondergrond van de wetteljjke onreinheid.
De vreemde opkoopers van graan, olie, wjjn
en fruit, de vreemde vischzouters van Tari-
chea, de vreemde badgasten van Tiberias en
uit de lusthuizen langs het meer, de Syrische
karavaandrjjvers, de Syrische soldaten met
hun Grieksche en Italiaanscho oversten te
Tiberias en te Kapharnaum, vroegen zins-
genot in dat weelderig paradjjs, waar veel
geld te verdienen was, en bet blauwe meer,
de groene bergen, de warme lucht, tot wel
lust prikkelden. De zonen van rijke landbou
wers werden aangelokt door de pteizierste-
den, daalden van hun hoogland af, en kwa
men vaders zuur gewonnen penningen ver
brassen met eerlooze vrouwen.
Met die eerlooze vrouwen werden de tol
lenaars op gelijken voet gezet. De tetrark
bief tollen op den invoer van koopwaren en
op den uitvoer uit zjjn land, of van Je eene
gouw naar de ftidere; tollen op den door
veer, weggeld bjj groote wegen of bruggen.
Die tollen werden niet geïnd door ambtena
ren van den vorst; maar bet befrecht werd
verpacht aan aannemers of vennootschap
pen. Die telden een vaste som jaarlijks aan
de schatkist al, en beschikten dan over de
toQen. aankhtgen. met gewald te» betalen dwingen
KATECHISMUSLESSEN VOOR DE STAD
ALKMAAR.
Gekend moet worden in de week van 29
November:
ie leerjaar: Kleine Katcchismus voor Com
municanten, 5e les;
2e leerjaar: Uittreksel uit den Kleinen Ka-
techismus, vr. 4121;
3e leerjaar: Kleine Katcchismus, vr. 66-70;
4e leerjaar: Uittrekselc uit den Grootea
Katechismus, vr. 131140;
5e leerjaar: Groote Katechismus, zonder
kleine letters, vr. 160—172;
6e en 7e leerjaar: Groote KatecbDmua, ge
heel, vr. 213226.
toonen. dat het Katholicisme niet een blind
en onredcljjk volgen is van gedecreteerde
leerstellingen, maar een levensbeschouwing
welke gebed logisch wordt opgebouwd op
redeljjke grondslagen.
lo. De eerste, meest fundamenteels grond
slag van lederen Godsdienst, Is het bestaan
van een Opperween, een God, waarvan wq
allen in ons bestaan en voortbestaan afhan
kelijk zjjn. Dat er buiten deze wereld een
P< u|oonljjke, oneindig volmaakte en alwjjze
Gou moet bestaan, werd in het kort door
Daarin banden zjj wel niet beelemaal vrjjö
hand. Zjj moesten vastgesteide toltarieven
volgen. Maar die tarieven waren verouder!
en niet meer aangepast aan den vooruitgang
en de uitbreiding van den handel. Allerlei
koopwaren stonden er niet In vermeld; van
die worden dan tollen afgenomen, naar ge
woonte en herkomst. Daarin bleef veel speel
ruimte voor willekeur cn misbruiken.
De tolpachters deden zelf dat hatelijk werk
niet. In de tolhuisjes bjj Je stadspoorten,
naast de wegen en bij de bruggen, stelden
zjj bedienden aan, doorgaans menschen uit
Jen lageren volksstand, ook wei slaven. Die
wogen en schatten de in- en uitgaande koop
waren, schreven op, ontvingen do tollen en
leverden na betaling, vrijgeleide af. De op-
pertolienaars staken enkel een hand uit,
als het verkeer druk was. Anders za en zjj
rustig in het tolhuis toezicht to houden.
Bjj de Noorderpoort van Kapharnaum,
naast den strandweg, stond een tolhuis van
belang. Daar liep d« groote handelsweg nuar
Damaskus en naar de kust van Tyr en Süion.
Daar werd gekibbeld en gekjjfd. De
vrachtvoerdem trachtten de tollenaars te
verschalken, door kostbare koopwaren te
verduiken in hun diepe graanzakken en tier
den als de zakken moesten worden openge
maakt; de kooplui scholden, als waren die
niet op de tarieven vermeid stonden, te hoog
aangeslagen werden.
Maar de tollenaars stelden de wet. Zjj
konden de onwilligen bjj den soldatenpost
OFFICIEEL KERKSE RICHT
van het „Noord-Hollandsch Dagblad”
Zoolang zwaait ook op aarde
De poëzie haar staf.
En juu blend volgt haar schreden
Wien zjj haar zangen gaf
En juublend nog. en zingend
Een lied van vreugde en lust,
Gaat als de laatste dichter
De laatste menseb ter rust.
(Eigen Haard).
•en opleiden, al
schieten eigen verre-Missie-idealen er bjj in.
*t Is goed daarvoor te mogen werken
’t Ie ook goed daaraan mede te werken. En
dat zult ge toch doen, vrienden? Ge kent
toch de woorden: „Wat ge aan de mi i»ten
der mijnen gedaan hebt, hebt ge aau Mij ge-
'daan"?
Aan „de minsten". Maar wat dan als 't
niet de minsten zjjn, als het de dierbaarste
vrienden van den Zaligmaker geldt; want wie
twijfelt er aan of Hq ziet met bet grootste
welgevallen neer op deze knapen, die slechte
denken aan Hem en aan de arme zielen
Gelooft ge niet dat ejkje steun, door u aan
deze stichting verleend, VÏJierbaarder maakt
aan Jezus’ H. Hart?
Mi°«''-he’s, Hoorn.
FATHER LEFEBER,
Directeur.
Ik beschouwde haar en dacht....: „Als
ze dat eens zagen, zij die baar gedood heb
ben!...
Want men beeft haar gedood.
Dat heeft me de dokter gezegd, toen we de
trap afgingen.
Zie eene wat in de natuur plaats heeft:
’t is winter, gevaarlijke winter; griep, ijskou
de wind, noordenwind en zon.... God heeft
dan ook alle wezens, die er zelf geen kunnen
koopen, ’n warme pelsmantel aangegeven;
alle dieren hebben hun winterdracht en ins-
geljjks de kleinste knopjes aan de boom en.
En wat doen nu degenen, die voor onze
meisjes moeten zorgen? die de verantwoor
delijkheid dragen voor die jonge lichamen,
de hoop van het geslacht en van de toe
komst? Zjj, die de mode maken? al die naai-
stetof Zl die dames-kleermakers?Wat
ze doen, die ongehikkigen! Op misdadige wjj-
ze doen ze die kinderen zonder voldoende
bek feeding loopen m vollen winter.
En daarvan is dat meisje gestorven.
Wij kwamen op
’t Wm laatstlede
gierde; smeltende sneeuw lag overal in kou
de zware modderlaag.
Zie ze nu *ns loopen en zeg me of ’t
niet krankzinnig is!
Hjj wees me op een groep gedecolleteerde
meisjes, ’t gezicht roodgepoeierd, de armen
bloot in een maar even sluitenden mantel,
idiote kousen, kleine open schoentjes, die
van alle kanten water en slijk doorlaten.
En .ie dokter herhaalde:
Zoo heeft ’t kind baar kwaal opgeloo-
pen. Erg haastig, volop pratend is ze uit haar
heetgestookt bureau gekomen.... ze heeft
natte voeten gekregen in den koudon
wind «taan wachten op de autobus.... en
toen, toeu is het gebeurd!
En hjj besloot: Zjj, die zulke modellen
voor die arme mewjes hebben uitgevonden,
heblien bloed aan hun banden!
Die laatste zin is me bjjgebleven: zjj heb
ben oioed aan hun handen.
M’n herinnering deed me de bittere waar
heid er van vaststellen.
Hoeveel jonge meisjes heb ik dit jaar er
aan zien sterven!.... Ihkwjjls heb ik ze ge
waarschuwd. Maar de meisjes lijken wel vo
gels!...... Zq heblien geen ondervinding:
want hier beneden kent men alleen die din
gen^ die bet lijden ons in ons eigen lichaam
heeft ingedmkt.
Maar.... de ouders? zult ge me zeggen..
De ouders! Ja, de mi-esten vinden tegenwoor
dig alles goedzelfs om 's nachts ge
wekt te worden door een „overrompelingb-
partjj...." zelfs dat hun dochters uitnoodi-
gingsktarten ontvangen.... met de onbe
schaamde vermelding: ..Zonder nuttelooze
bagage’’.
Bagage.dat zyn zjj zelf.de ouders:
Moeder weet dat en zwjjgt.Pa draait zjjn
grqzen snor op en zwjjgt ook.
„De Ouders hebben bloed aan hun han
den!”
WETEN SCHAPPELIJKE VOORDRACHT
OVER HET KATHOLICISME.
Te Amsterdam heeft zich een comité ge
vormd tot bevordering van de wetenschap
pelijke kennis van bet kataotieieme.
Op uitnoodiging van dit comité heeft
prof. J. P. Verhaar, hoogleeraar in de leer
stellige Godgeleerdheid aan bet Groot-Semi-
narie te Warmond zich bereid verklaard n
reeks voordrachten te houden over: „de Ka
tholieke levensbeschouwing en geloofsprak
tijk.’
Dg eerste dezer voordrachten was geti
teld: „De logische opbouw der Katholieke
levenebescbou wing."
Nadat de spreker het doel van deen cur
sus in het algemeen had aaugegeven (voor
lichting omwent het Katholicisme), gaf hij
een uiteenetting van het speciale doel van
deo inleidende voordracht, nl om aan te
„ZIJ HEBBEN BLOED AAN HUN
HANDEN!”
^Vrq naar het Franech van Pierre l’Ermite).
Ik heb zooeven een meisje zien sterven In
Pzrjjs, helaas een niet zeldzaam schouwspel.
Maar bet meisje, dat ik heb zien sterven,
moest eigenljjk niet sterven.
.Twintig jaar oud, flink gezond, van ge-'
zonde ouders, verstandig en fijngevoelig, had
zjj alles wat 't leven mogeljjk en boeiend
maakt.
Toch is ze gestorven, na zich tien dagen
te hebben verzet. Ze was zóó met 't leven
vastgegroeid, dat haar doodstrjjd twee en
zeventig uren beeft geduurd, en op ’t oogen-
blik zelf van baar doodstrjjd, beeft ze 'n
kreet geslaakt als die van ’n jongen eik
onder de woeste bjjl van den houthakker
HIJ GING AL WELDOENDE VOORBIJ.
VIL
In Galilea en rond het meer waren Jio
zondaars talrjjker dan in Judea en te Jeru
zalem. De landbouwers, visschcrs, kooplui
tan Galifea stonden tameljjk afzjjdig -.au
den invloed der schriftgeleerden en Farizefin.
Veel vreemdelingen, Grieken, Syriörs en
I’heniciCrs verbleven in de kuststeden rond
bet meer; karavanen kwamen en gingen tus-
schen Kapharnaum. Bidon, lyr, Damaskus,
Ptolomals, Beisan, Gadara en de Grieksche
steden uit het Ooetland. Galilea was geen
zuiver Joodsch gebied, gesloten gelijk jen
kruik, zooals Judea. De gedach.eri en leef
wijzen der vreemdelingen maakten de gees
ten der Galileërs ruimer, minder nauwlettend
voor de Wet, minder toegankelijk voor de
Farizeescbe schroomvalligheid.
De hoofdstad Tiberias zelf verspotte die
kleinzieligheden. Daar woonde een mengel
moes van Grieksche en Syrische gelukzoe
kers, hovelingen, kooplieden en genieters,
met Joodscbe woekeraars en winkeliers, die
daar in spqt van de Wet, op dien onreinen
grond, een oude begraafplaats, durfden hui-
Mn,
Om zulk een hoofdstad kon de reine wete-
.geetrengheid niet tieren. In zulke landstreek
le ZONDAG VAN DEN ADVENT. 1
Epiatel uit den brief van oen H. apostel
Paulus aan d$ Romeinen; XHl, 11—14.
Broeders! wq weten, dat het uur nu daar is,
om uit den slaap te ontwaken. Want nu is
onze zaligheid nader, dan toen wjj het geloof
eerst aannamen. De nacht u- voorbij en de
dag nadert. Laten wq dan de werken der
duisternissen afleggen en de wapenen des
lichts aandoen. Laten wjj, als by dag, eer
baar wandelen: met >n brassen en m dron-
kenschappen, niet in slaapkamers en ontuch
tigheden. met in twist en argunst: maar doet
den Heer Jesus Christ ns.
Evangelie volgens den H. Lucas:
XXI, 25—33.
In dien tjjde zeide Jesus aan zqne feerlin-
gen: In zon en maan en sterren zullen we
kenen zjjn, en op de aarde angst onder de
volken uit verbaasdheid van bet gerui-M-b
dir zee en der naren; de menschen zul!en
bezwijken vaa vr<es en verwachting van
hetgeen der geheele wereld za) overkomen;
want de krachten der hemelen znlfen be
roerd worden. En dan zulten zjj den Zs.on
des menschen in eene wolk zien kotqen met
groote macht en heerlijkheid. Als dan deze
dingen beginnen te geschieden, aw met om
hoog eu heft uwe hoofden ep; omdat uwe ver
lossing nabjj is. En Hjj zeide hun eene ge
lijkenis: Beschouwt den vjigenlmom er. alle
hoornen; als zjj nu uitschieten, dan weet gq
dat de zomer nabjj is. Zoo ook. als gjj d«ze
dingen ziet geschieden, w<-et dan. dat het Rijk
Gods nabjj Voor waar, m zeg u, dat dit
geslacht niet zal voorbijgaan, eer al deze din
gen geschieden. H»-mel en aarde zulten vóor-
bjjgaaji, maar mjjne woorden zullen niet
voorbijgaan.
ors van aanzien uit de Vereenig-
lurghardt, du Bois, Dumbar, enz.,
De meest-getewde Bnntoti ur
Zuid-Afrikaansche Unie, C
zend ontwikkelen, zjjn meestal
Molena, die onlangs een geschiedenis van
Afrika in het licht gaf, de beste blanke g»
leerde waardig, is ook al protestant.
BESLUIT.
De protestantse!» zendingsactie is de groo-
te mededingster geWbrden om de wereldheer
schappij.
Zjj is rjjk aan dollars «n aan pounds en per
soneel, maar immer armer aan genademidde
len.
Zjj steunt op twee wereldmachten: Ameri
ka en Engeland, on op de hoege wissel tv» sz,
de van hun geld; maar in machteloos om aan
de heidenen het Licht te brengen dat alleen
verdrijven zal „dn schaduwen van ’s aard
rijks aangezicht" (Vondel).
Want de protestanteeLe zendingsactie blijft
van haar standpunt uit een mislukking.
Al mooliten we niet wjjsen op de 12 mil-
lioeiF 914.147. katholieken tegenover het
kleine troepje protestanten (8.613.407) in ie
missies, dan nog bljjft bet waar dat onze
heldhaftige missionarissen er in slagen aan
zoovele heidenen eenzelfde bovennatnuriijk
leven in te storten: ze tot levende cellen te
maken van eep lichaam, terwjjl de protestan
ten enkelingen naast mekaar plaatsen alleen
vereenigd door eenzelf len naam eu soms
door een vage geloofsbelijdenis
Ze voeten het «elf zoo goed: hoe anders
die vernederende bekentenissen uitgelegd die
op het jongste congres der anglikaansche
kerk begin October, te Eastborne, werden
gedaan
„De Kerk van Engeland", zei Mgr. Streat-
field, is zoo in beelag genomen door klein
geestige geschillen om nietige zaakjes, dat
ze niet meer waard is den Christi-standaard
boven de wereld te dragen.”
En over de levenloosheid van hun leer:
„Er bestaat werkelijk gevaar dat bet pro
testantisme het leven zoo troosteloos gaat
maken voor de nieuwbekeerde volkeren, dat
zy ervan sterven zullen aan bloedarmoede.
Christendom en Islan, strijden
voor ons ledig j
laag verzekerd.
U
onthaald als vrienden door Indiërs der horig-
Vufkrannet* Scboorsteenmanto’a
Oranloton en Blades
Vraagt monster
Beleefd aanbevelend,
i om Afrika:
protestantisme is de neder-
Neggrs van een Fcausch regiment werden
onthaald als vrienden door Indiërs der hoog
ste kasten, wanneer ze boorden dat ze o ik
Mohammedanen warea. Maar Anglikaansche
soldaten wilden geen Kerstmis vieren met
„zwart volk".
Als remedie tegen de ledigheid van bet
Protestantisme, werd voorgesteld dat men
in de missie zjjn christendom zou toonen ojj
dan« en muziek en sport!!! Arm protestan
tisme!
De Katholieke Kerk groeit als een Legend
Lichaam.
Van bet protestantisme kan men alleen
zeggen, dat zoogenaamde protestanten in Je
missie» talrjjker worden
P. DE CLIPPELE, 8. J.
Pro Apostolio,
Leuven.
alten in ons bestaan en voortbestaan afhan-
jn. Dat er buiten deze wereld een
jke, oneindig volmaakte en alwjjze
L„1
het teleologisch en ethnologisch bewjjs aan
getoond en door merkwaardige getuigenis
sen bevestigd. J
2o. Uit de afhankeljjkbeidsveritoudin^
den menach ten opzichte van God (ooj
quentie van het Godsheetzan) volgt tegi
de uoodzakeiijkheid van Godsdienst, (m.
iedere mensch is verplicht om God te dienen.
Dit werd yerder nog bekrachtigd door bet
bewjjs dat zonder godsdienst de moraliteit
iedere vaste basis mist en door 't overeen
stemmend getuigenis der volkeren.
Vervolgens werd de eenheid van Gods
dienst aangetoond. Er kan stechts één gods
dienst waar zjjn, omdat de waarheid nood-
zakelyk één moet zjjn; het tegenovergestel
de is vlakweg in strjjd met het zuivere Gods
begrip en den meerdere godsdiensten waar
kunnen zjjn, dan zouden ook twee contradic
toire beweringen waar kunnen wezen, het
geen in strjjd is met het gezonde verstand.
Conclusie uit de noodzakelijkheid en een
heid van Godsdienst is dus: iedere menach
is verplicht den éénen waren Godsdienst te
zoeken en te acocpteeren.
3o. W elke is dus die ééne
dienst? Dat is de godsdienst, dien Go<
beeft aangewezen, heeft geopenbaard,
wezen werd, dat God inderdaad een gods
dienst geopenbaard heeft, vooral door Ons
tos. die op aarde gezonden werd om deze
goddelijke leer aan de menschen te predi
ken.
4o. Rest dus de vraag: waar vind ik die
door God geopenbaarde en door Orfetua ge
predikte leer? Aangetoond werd, dat deze
geopenbaarde godsdienst alleen gevonden
kon worden in de Katholieke Kerk, omdat
«4 alléén opstijgt tot het Apostolisch tijd
vak, en omdat ook zjj alléén het door Chris
tas aangewezen kenmerk del onverdeelde
««■iwid drajqri- Dit ia de vi<«le gronAdag
van bet Kawil'H'istns.
Voor den Katholiek geldt doe deze con-
eloeie: ik ben Katholiek, omdat volgeng mjjn
overtuiging (w^lkn berust op rede-argumen-
ten) het Katholicisme alléén de ééno ware
godsdienst zyn kan.
Als ik ’s avonds naar bed ga, niet erg
laat, want we moeten er om kwart voor vjp
wéér uit dan leg ik nogal eens te prak-
kezeereu voor dat ik den slaap kan vatten.
Vroeger had Ik daar geen ast van. Maar na
dat ik weet dat ik 'voor dit buis sta, dat ik
vier en twintig menschen aan het eten moet
houden, dat ikdat ikja dan
lig ik wel eens te denken, dan vraag ik wel
eens mijzelf af: „Hoe zal t loopen?”
Soms heb ik een zware bui, dan weer denk
ik dat wjj troetelkinderen van 0. L. Heer
zyn. Als ik zoo bedenk dat ik een goed tjj-
deljjk verbljjf heb met achttien springlevende
.--jöngens, dat 0. L. Heer altoos in onze eigen
kapel bjj ons is, ach dan klaart de lucht
wsér op.
Achttien onschuldige jongens, die reeds nu
hen hart verpand hebben aan Jezus’ hane-
werk, de redding van onsterfelijke zielen, ja,
*t is goed daarvoor te mogen werken, ‘t is
schoon zulke jongens te mog<
schieten eigen verre-Missie-id<
wies negers uit de
dfe zich zoo verba-
eestal protestant,
geschiedenis
HET LAATSTE LIED.
Zoo lang na ’s onweers wotxlei
Een regentmog nog lacht,
Een ziele nog naar vrede
En naar verzoening smacht;
Zoolang de maan uog glinstert,
Een hart nog streeft en voelt,
Zoolang der boomen rtiiscben
Een moede nog verkoelt.
Zoolang de tenten keeren,
Zoolang de rqqf nog bloeit.
Er fnssebe lij.pen jaehëii.
Er vreugd in de o<>gen gloeit;
Zoolang een gr^f op aarde
Van rouw en dood nog spreekt,
Zoolang nog tranen vloeien.
Een hart nog voelt en breekt;