van het IHf PHfttl raio „Noord-Hollandsch Dagblad” 1 IETS RIEUW8 In nil 101 voer ONGEKEND LAGE PRIJZEN n 1 Alkm^r Mient 2 hoek Waiooloin Taf creolen uit het Evangelie. Wasdag IB December lltB I i I Ook vergrooting 1ST BOEK VAN DE DUIZEND STICHTERS. „EEN HEILIGE." de blijde boodschap van het rijk. EPISTEL EN EVANGELIE. EVANGELIE VOLGENS DEN H. LUCAS; Helden-Vrouw en Missiezuster. FFICIEEL KERKBERICHT ichreven, I A - ----- I- - - Jat duizend het Missie- 1) Vanaf zijn stichting tot 1921 zjjn door de zorgen van het Liefdewerk v. d. H. Kinds heid 23 milliocn heidenkindertjes gedoopt. aanwees. Zoo deed het de H. Teresia roote ten opzichte van den armen en vau >1 bet >rene, kende venen. Daaruit «prak vei de verdoken bant tegen de persoonlijkheid.van den grooten Paus, wat zij, die Pater Qwjhier van nabij kenden, dachten en niet zeiden ook onder achten, 't Was ook onmogelijk om in schuren, Zyt gij niet moogt verheffen opdat wij door de verheerlij king van zijn voorbeeld U steeds volmaakter leeren liefhebben en ook anderen meer en meer tot het rijk van Uw geliefde mogen brengen. Door Jezus Christus onzen Heer. ZwoHe,**AIlerheiligen 1925. JOS. VAN WELY, O. P. ren; juist volkje van het allerlaagst allooi; vandaar dat voor een vrouw onwetendheid gold als een bewijs van deugd en tan een vlekkeloos leven. In Japan spreekt zelfs een opgevoed man over zyn levensgezellin ais Het Liefdewerk zorgt doorloopend voor een half millioen kinderen. En dan kwam de blijde boodschap: God is onze vader; wij zijn Zijn kinderen. Jcsus zat op de helling van den heuvel. De goedige Galiléërs stonden om Hem, het plat getrapte lentegras rook geurig. Verderop naar het dal toe stonden witte vlekken van frissche veldleliën. Vogelen schoten en buitelden door de lucht, op jacht naar vliegen. En Jesus had medelijden met de scharen die in druk lagen onder de zware lasten van de Wet. Zjj hadden 's morgens het Schma op gezegd om beloond te wordqp; zy hadden ver leden sabbat, al gaande door het koren, een paar groene areu uitgerafeld, en duchten nu straf. Zij hadden hun akkers beploegd en bezaaid, maar vroegen zich met kommer af, of God den oogst niet mager zou houden, omdat zjj wellicht iota strafbaars gedaan had den. En Jesue opende den mond oss hen te ost- derricfaten en sprak: Voor waar, voorwaar, Ik t bezorgd voor uw leven wat ui a i i< de Homeinen, de opgeschroefde verwachting van het Godsrijk, dat als een donderbui uit de tucht te Jerusalem zou neerzakken. Maar in dit bombastig Godsrijk werd evenmin als bjj de hopers op een Davids zoon, een lied gezon gen van dieper godsdienstig leven, van fris- sche liefde tot God en den naaste. Het was snoeven en blaaskaken van dolle kinderen, die den innigen godsdienstzin der groove profeten en psalmenzangers vergeten waren. Een verjonde aarde zou komen, maar geen verjongde godsdienst, geen vernieuwde men- schen. zer u: Weent niet I gi suit stW, noch 1) Dringend wordt men verzocht van mo- nauwkeurig mogelyk bericht te zenden aan het Dominicanenklooster te Zwolle, waar ook relikwieën van Pater Cormier, door het zegel van den Generaal der Orde gewaarmerkt, be- sebikbaar zijn. PATER HYACINTH MARIA CORMIER Generaal der Dominicanerordo +1916. Het is meer voorgekomen, dat de eene Heft lige den ander reeds tijdens zjjn leven als zoo danig de Gi verstorven Petrus van Alcantara En ook van den H. Thomas van Aquino wordt verhaald, dat hy zich over zyn beroemden tijdgenoot Bonaventura op een dergeljjke wyze heeft uitgelaten. In onze dagen lijken we voor eenzelfde ge val te staan by een feit dat ons bekend is uit het leven van den vereerden Generaal der Dominicanenorde, Pater Hyacinth Maria Cor mier, die den 17 Dec. 1926, kort na de volein ding van zyn Generalaat, in bet klooeter S. Clemente te Rome overleed. Toen by zich eens op audiëntie bevond bjj Paus Pius X, voor wiens zaligverklaring door velen zoo vurig wordt geyverd, zeide deze tot enkele aanwezigen: E un Santo ’t Is een Heilige! Dese lofspraak, dié zooveel nadruk krijgt om de persoonlijkheid van den grooten Paus, dio haar uitsprak, bevatte niets anders dan reAl» iar woorden in zjjn nabyheid te verkeeren zonder sterk onder den indruk te komen, dat de H. Geest in de ziel van dezen bevoorrechten zoon van St. Dominicus dien overvloed van genaden uitstortte, waarmee hjj de ziel van zyn hei ligen vervult. Wat was het toch, dat dien in druk van hei ligheid by Pater Cormier dadelijk zoo sterk opriep? Was het zjjn groots liefde, die naar het gebod der H. Schrift boven alles God, maar daarom ook de menschen en vooral de menschenzielen met geheels overgave be minde? Was het zjjn vrees voor de zonde, voor het kwaad, die zich in dezen bewusten mensch van onze 19e en 20e eeuw soms zelfs zoo naief en kinderlijk bjjna uiten Was het zyn geest va^ (JJ was het zjjn oot- uunvi gerechtvaardigd zelfge voel, die onmiddellijk dééd aanvoelen, hoe zeer hjj was „van bet goddelijk geslacht?” Het is niet de bedoeling dezer regelen de geestelijke verschijning van Pater Cormier hier volledig, tot in bijzonderheden, te doen uitkomen. Zooveel andere trekken, die tot het beeld zijner heiligheid behooren moesten anders in herinnering gebracht. Zyn levens gang ah Pater en eerst daarna klooster ling, als zielenleider en religieus regeerder in allerlei rangen bracht van zelf mee, dat hij II. Op sabbat werd in de synagoge uit de oude Schriften voorgelezen, dat Jahveh een vader was voor zyn volk en Israël zjjn eerstgebo rene. Eiken dag, morgens en ’s avonds, zeg- ien de mannen in hun gebed: „GjJ zult den Heer uwen God beminnen met geheel uw ziel, met geheel uw hart, en met gansch uw vermogen.” Klaarziende vromen leefden wellicht nog naar die oude hartelijkheid. Maar bij den grooten volkshoop, waarop het drukkend ge- ug der Rabbijnen lag, waren die teedere ge- •nngen, uitspraken en gebeden enkel for- mulen, waar de ziel ultgeeehud was. De lief dé tot God werd gesmoord in den vloed der strenge, gangbare godsdienstigheid. De godsdienst was dan enkel bast en om hulsel. Godsdienst en zedelijkheid waren meestal uiterlyk. ..De Israëliet stond op goeden voet met Ml» God, ah hjj nauwgezet de tienden afgaf v*n akker- en boomvruchten, van wijn en ah hjj op sabbat geen stap te ver deed, geen gebaar te veel maakte, ah hjj schuw onreinheid, veel baadde, kannen drinkbekers uitspoelde, ah hjj tweemaal Bchma en driemaal de zegeningen onder bet bidden de gebedsriemen »P het voorhoofd en den linkerarm bond, ah hy kleurige kwasten aan do vier hoeken zyn mantel droeg, als hy in den temj losgeld uitbetaalde voor zjjn eerstgei de voorgeschreven offers zond voor zjjn reini gingen, en het deel van zyn jong vee. Met al die uiterlijkheden immers was aan de Wet voldaan. En God was voldaan, want Hjj had het deel waar Hjj volgens het ver drag recht op had. Dan was de Israëliet met vrede. Op zyn innerlijke stemming tegenover God kwam het minder aan. Hjj mocht een onmenscheijjk onverlaat zjjn, hunkerend oaar geld, zot van, hoogvaardjj. Als hjj uiterljjk gedaan-hariwat tie Wet voorschreef, was al les in den haak. Uiterljjke nauwgezetheid was heel de godsdienst En die uiterljjke nauwgezetheid moest let ten op de honderden voorschriften der Rab- bjjnen. Jesus had hen zeker hooren uitcijfe ren hoeveel honderden geboden de trouwe Israëliet moest naleven. Een Jood, die naar bun uitspraken leefde, moest zich elk uur af- godsdienstig hulsel toch niet verbroken wor den. God was nu al koning over Israël, doordat de Israëlieten al ten deele zjjn geboden on. der hielden. Dan echter zouden zjj Gods ko ningschap ten volle erkenen en aan al zjjn vorderingen reeht doen. Dat Godsrijk zou dan een duurzaam Wet- feest zjjn. De honderden voorschriften door de Rabbijnen opgesteld, zouden dan officiéél in het volksleven gebracht worden. Het Gods rijk zou groeien uit den beetaanden gods dienst. Zyn wasdom zou zoo weelderig en groot zjjn, dat het een nieuwe instelling zoo Ijjken. Maar de ziel, de geest zou dezelfde blij ven. Het land zelf werd vernieuwd. Bronnen spoten in de dalen, regen en dauw lagen tjj- op de bergen; bet graan schoot palm bomen hoog, de druiventrossen wogen ka- meelvrachten zwaar. Maar door die vrucht baarheid van den grond werd het onderhou den der Wet voor tn- Israëlieten vergemak kelijkt. Met vreugde zouden zjj bun gaven en tienden, en offerdieren uit hun overvlood naar den tempel voeren. De godsdienst werd niet verjongd, de men- achen niet vernieuwd. Alleen de bodem zou vetter worden. En de Messias zou de wacht houden in dat weelderig Wetsparadjjs. Tusschen de leeraars of bun Farizeesche aanhangers, die Jesus vaak over het tempel plein had zien slenteren, liepen ook wel dwe pers met zwarte, droomerige oogen, die bun Messias niet in David's huis verwachtten, maar uit de wolken, van bq den Eeuwige. Die Noord-Holland, Roomsch Noord-Hoi* land, daar is het einde van mijn droom. Of zult gij er een ander einde aan ma ken? Zal ik a.a. October gaan bouwen? Zult gij den droom tot werkelijkheid brengen? Drooaaen is bedrog? Ja, maar niet altijd. Maakt gij ook hier een uit zondering. Laat Roomsch enPro testant Nederland weten, dat uw offer vaardigheid groote dingen aandurft, voor niemand onderdoet, ja, anderen overtreft. Kunt ge 't doen? Kan Noord-Holland de eerste provincie zijn die haar eigen Missiehuis gebouwd neeft? Jal Ik zal U den volgenden keet vertellen hoe. Missiehuis, Hoorn. Father LEFEBER, Directeur. vlekkeloos leven. In Japan spreekt zelfs over „Mjjne domme vróuw”. Zusters moeten haar broers dienen, en, zelfs al zjjn dezen jonger, ze „heer” noemen. In Hindoestan spreekt eën moeder haar zoon aan met „mjjnheer”, zoodra hjj ouder dan tien jaar is. De Arabier spreekt over zjjn vrouw met de meest weerzinwekkende woorden en verontschuldigt zich voordat hjj haar naam noemt In vele heidensche landen zal de vrouw, zelfs al ie zjj moeder van een gezin, niet met de mannen eten, maar pas daarna, als zjj ben bediend heeft. Het'is de gewone regel in China, Japan en andere landen, dat een man in bet openbaar zjjne vrouw niet het minste bewjjs van genegenheid of voorko- n ’’■(•‘d mag geven. Zweepslagen, scheld woorden en verwerping zjjn bet lot der arme vrouwen in vele heideneche landen. Op zeer vele plaatsen is het geoorloofd vrouwen te verknopen of zelfs te dooden. In vele deden van Azië, Africa en Oceanië wordt de zwa re arbeid door de vrouwen verricht. Het is bier de plaats niet om uit te wei den over de ellende der vrouw in Mahome- daaneche landen en in Africa, waar de veel- wjjverjj heerscht De teedere bezorgdheid on zer ouders om de onschuld hunner kinderen, te beveiligen is iets totaal onbekends bij de heidenen. Voor hen zjjn onschuld en zuiver heid zinlooze woorden. Een Hindoe-moe- der acht bet baar plicht baar dochter(tje) in te liehten omtrent de verhalen der Hindoe godheden, verhalen, zoo ongepast, dat de Engelsche Regecring verboden heek zekere boeken over den Hindoe godsdienst te verta len. Wjj zullen niet spreken over de verla ging van meisjes in sommige deelen van Afrika door de handelwijze van heidensche priesteressen, of over de verschrikkeljjke praktyken op de Carolinen, waar de kleine meisjes op zekeren leeftjjd gevangen gezet worden, beroofd van allen govueri invloed Bijna in alle heideneche landen worden de meisjes uitgebuweljjkt door haar oudere of door agenten zonder baar toestemming. Als een gevolg van dit allee ie zelfmoord onder deze arme slachtoffers, overgeleverd aan ver dorven en onmenscheljjke eebtgenooten, geen t.^ld.:aamheid. Laten we dit treurig overzicht sluiten met de getuigenis van een beroemd reizigster, Mevrouw Isabella Bird, die van een veracht- ster onzer Miesiën een groote bewonderaar ster er van werd: „Ik heb Polynesië, Japan, Zuid-Azië, den Indiscben Archipel, Ceylon, Noord-Hindoestan, Thibet, Perzië. Arabië en Klein-Azië bezocht Ik heb ajtjjd de Euro peanen vermeden en, waar ik kon, kennis making gezocht met de Inlanders. Waar ik ook ging, ik vond overal zonde, schande en ellende. Ik heb gewoond in de zenana’s (vrouwenverblijven in Hindoe-huizen) der Hindoes en in de haft ma der Mabomedanen, en ik heb met mjjn eigen oogen, de werk loosheid van die arme gevangenen gezien, die binnen hare afsluitingen een allerellen- I digst bestaan voortslcepen. Hoe verduistert haar verstand! Deze vrouwen van twintig of dertig jaar hebben niet meer begrip dan kinderen van zeven of acht terwjjl haar hartstochten, en dan nog wel de laagste, de schandelykste maujej ^^eId t]ju voor I al afan^ haat, vijandschap en bedrog. In sommige landen is bet lot der vrouwen zoo beklagenswaardig, dat ik zelden haar verblijven binnenging zonder dat eene of meer uiy verzochten haar vergif te geven. Ziedaar het lot van de beiden-vrouw. Haar ellende te verzachten, haar waardigheid en car op te beuren is voor het grootste ge deelte het werk van de Missiezuster, die als vrouw dikwijls wordt toegelaten, waar de Missionaris het binnengaan met zjjn leven zou bekoopen. ;eboden de trouwe jn Jood, die naar vragen: Wat moet ik nu doen om God te behagen? Welken regel moet ik hier onder houden? Dat was een pjjnlyk uitvoneben, een angstig opletten. Dit stel van honderden en honderden geboden drukte op het volks leven als een zware last. Als Jesus die hoopen goedige volksmen- schen dan om Zieh zag, kreeg Hjj medelij den met hen, want zjj lagen in druk, ah Mhapea zonder herder. De herder tooh Le- Hrint en verpleegt zyn schapen; de meesters in Israël deden als dwaze dryvers, dio de scha pen tot lastdieren maakten en zware vrach ten op bun rug laadden. Ah bet Rjjk Gods kwam an da Meesias, .te groote zoon van David, dan sen dat en* Gedroomd op klaarlichten dag. De droom. Eerste bedrijf; De eerste steen van het nieuwe Missiehuis wordt komt de Directeur aan. draagt hij een ijzeren doos. In die dooa zit een boek. In dat boek staan de na men geschreven van duizend mannen en vrouwen, allen Noord-Hollanders, die het Missiehuis gesticht hebben. Plechtig word de dooa ingemetseld en zal daar blijven zoolang, bet Missies huis bestaat. Tweede Bedrijft De Directeur plaal een boek met de namen der duizei stichters in het archief van huis. Derde Bedrijf: Er wordt een altaar ge metseld in de kapel. Op zij een marme ren plaatje met opschrift: „Bidt voor de stichters van het Missiehuis Bidt voor Noord-Holland Vierde Bedrijf: Ik zie bet nieuwe Noord-Hollandsche Missiehuis daar kant-en-klaar voor mij staan. Een huis, dat heel eenvoudig aandoet. Een huis zonder uiterlijk lawaai of drukte, juist als Noord-Holland en de Noord-Hollan- ders zelf. Maar daar binnen in het huis .Ja, daar is lawaai genoeg, daar is drukte te over. Daar leven en joelen honderd en meer to.komstige m s ena- rissen, meestendeels Noora-Hollanders, want voor hen is het huis hoofdzakelijk bestemd. Daar waren tien k twaalf pries ters en een tiental zasters ei m.e’i re broeders. Daar verblijven een honderd twintig God-gewijde zielen, die slechts Gods eer en het heil des menschen op het oog hebben en vol dankbaarheid zijn voor hem die het Missiehuis gegeven hebben. It gelegd Daar i. In zijn hand IV ZONDAG VAN DEN ADVENT. Epistel uh den eersten brief van den H. apos tel Paulus aan de Corinthiën; IV, 1 5. Broeden, men besehouwe ons als dienaren van Christus, en uitdeelers van Gods gehei men. Nu, ta uitdeelers wordt vereischt, dat men getrouw bevonden worde. Dan voor mjj, Ik acht het zeer weinig dat ik door u ge oordeeld worde, of door eenig menechelyk- vonnis, ook oordeel ik mjj zei ven niet. Ik ben mij wel niet bewust; maar ik ben daarom niet gerechtvaardigd, dan de Heer zal mij oordeelen. Oordeelt dan niet voor den tjjd voor dat de Heer komt, die de duistere ver borgenheden zal aan het licht brengen, en ie beraadslagen der harten ypenbaren; en dan zal een ieder zjjnen lof van God ont vangen- 111,1 In het vijftiende jaar der regeering van den keizex Tiberius, toen Pontius Piiatus Btedehonuder was van Judea. Herodes, Vier vorst van GalHea, zjjnb roeder Philippas, Viervorst van Iturea en het landschap Trach- •nitis en Lysanius, Viervorst van Abilene; pnder de Hoogepriesters Annas en Caiphas kwam het woord des Heeren tot Johannes, den zoon van Zacharias, in do woestjjn. En hjj ging in al het land omtrent de Jordaan Ben doop der boetvaardigheid prediken ter vergeving der zonden, gelijk geschreven Is in het boek der woorden van Isias den Profeet: Eene stem van die in de woestijn joept: Bereidt den weg des Heeren, maakt zjjne paden recht! Alle dal zal gevuld en alle oerg en heuvel geslecht worden, en de krom me wegen zullen recht en de oneffene we gen effen worden, en alle vleesch zal de taligheid Gods zien. i. DE HEIDEN-VROUW. BkchU onder Christenen is de vrouw sen Voorwerp van achting en verewing. Overal, bq de Hahomedauen en de Heidenen, is de trouw de dienstmeid van den man, en dik wijls zijn slavin of nog erger. Volgerts de Ma- homedanen heeft de vrouw geen ziel. Vot- tene de Hindoe» heeft zjj geen verstand. In China is één jongen üen meisjes waard. Daarom wordt in al die landen de geboorte van een meisje raak beschouwd ais een schande en soms als oen ramp. Als bewjjs hiervan diene bet dooden of ten vondeling léggen van duizenden en duizenden onschul dige meisjes in China. De weeshuizen en lie huizen van de H. Kindsheid 1) zjjn over vol van meisjes, die, door haar ouders ver worpen, later door de Missiezuster gevonden pn gered werden. Rekening houdend met de verachting voor bet vrouweljjk geslacht, zal men zich niet verwonderen over de verwaarloozlng der meisje», die, tot voor korten tjjd, zelfs in de meest vooruitstrevende heidensche landen van het Oosten, niet het minste onderwjjs genoten. Zjj die konden lezen en schrijven waren uitzonderingen. Tegenwoordig valt er eenige verbetering ie bespeuren, maar nauwelijks twintig jaar ge leden hadden de heidenen geen m*“>- ten. De algebeele -*• -w—c-no- wen in ni-L der vrou- werd altjjd en wordt nog beschouwd niet, alleen >U een oude gewoon te maar als den normalen toestand der vrouw woorgesebreven door den Hindoe-godsdienst •Is heilige plicht. Tot vóór eenige jaren Was de kennis van lezen en schrijven en van bet bespelen van een muziekinstrument bet voorreent van de publieke danseressen en van meisjes, die aan de tempels gewjjd wa- f voor uw lichaam waarmede gjj u kleeden zult! ,Js het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleeding? „Ziet de vogelen des hemels; zjj zaaien noch maaien en verzamelen niet en uw hemelsche Vader voedt ze. veel meer dan zjj? „En wie uwer kan door zyn zorgen één el aan zjjn levensweg toevoegen? „En wat zjjt ge bekommerd over kleeding? Beschouwt leliën des velds, hoe zjj groeien zjj arbeiden en spinnen niet. En toch zeg Ik u, dat zelfs Salomon in ai zjjn heerlijkheid niet gekleed was als een van deze. „Als God nu bet kruid des velds dat heden i» en morgen in den oven wordt geworpen, zóó kleedt, hoeveel te meer dan u kleinge. loovigen? „Weent dus niet bezorgd zeggend: Wal zullen wjj eten of wat zullen wjj drinken, ot waarmede zullen wjj ons kleeden? Naar dat aller vragen de heidenen. „Uw vader immers weet dat'gij dat allea noodig hebt. -Zoekt eerst het Rjjk God» en zjjn gerech tigheid, en dat alles zal u toegegevea wor den. „Weest dus niet bekommerd voor den <lag van morgen. Want de dag vaa morgen zal voor zichzelf bezorgd zjjn; iedere dag heeft genoeg aan zjjn eigen kommer.** Maar misschien loopt alles toch wel samen in den machtigen indmk van God-vervuld- heid, die er van hem uitging. Zoo ooi: dan werd hier voelbaar, hoe een menschenziel vól kan zjjn van God. Wat van zjjn zaligen Orde- vade Sint Dominicus staat vermeld, dat hjj enkel met of over God sprak, dat lijkt in zjjn strekking ook weer te geven, wat Pater Cor mier’s eigen persoonlijkheid dadelijk onder scheidde Die vervuldheid van God gaf hem ook de sereniteit, die hem bijbleef ondanks de echt menschelijk gevoelde beproevingen van zoo veel moeiljjke oogenblikken een sereniteit, die plotseling kon openstralen tot opgetogen heid: „Mjjn G'-d, mjjn God en mjjn al!” Dat vooral, die volheid van God, bracht ons gemak kei yk voor hem op de knieën. Meer nog dan het ooh de hoogheid van zijn gezag of, in later jaren, de vaderlijke eerbiedwaardig heid van zijn ouderdom had kunnen doen. Onze eigen edelste verlangens, door onze on macht en onzen onwil altjjd weer verijdeld, voelden zich in nieuwe bezieling verleven digd en verstrekt door het bewustzijn, hoe- zeer de begenadigde, onder wiens zegen we neerzonken, zelf vervuld was van datgene, wat hjj zoo warm en liefdevol over ons af bad. Zoo is pater Cormier in de schatting van zjjn omgeving een „Heilige” geworden. En nu, weldra tien jaren na zyn zaligen dood, is de sterke indruk door zjjn van God vervulde persoonlijkheid gewekt, machtigér dan ooit. Geijjk hjj ons in zjjn aardsche leven gemak- keljjker op de knieën bracht omdat we in hem de hooge uitverkiezing voelden, zoo doet hjj ons nu, na zjjn opgang tot God, van zelf ne- derknielen om hem als een „Heilige” te ver- coren en te begroeten. En zooals we ons een maal gelukkig voelden door zjjn gebed, omdat we wisten, hoe dieht hjj stond by God, zoo is het ons nu een behoefte, zjjn hemelsche voor spraak in te roepen. Vooral den laatsten tjjd is de vereering voor Pater Cormier van dag tot dag groeiende. Menig merkwaardige gebedsrer- nooring, ook in on» land, bjj ernstige beproe vingen en ziekten verkregen en aan de voor spraak van Pater Cormier toqgpechreven, draagt daartoe by. Zoo bericht men uit Cork in Ierland de onverwachte beterschap van een 64-jarig grijsaard, die aan keelkanker leed. Dit alles versterkt tegelyk de hoop, dat God zjjn trouwen dienaar eenmaal tot de hoogste eer op aarde zal verbeffen, door de lofspraak van Paus Pius X: „’t Is een Heilige” voor de heele Kerk te bevestigen. 1) Velen zouden het als een bjjzonderen ze gen van God beschouwen wanneer de bezie lende persoonlijkheid van Pator Cormier tot de eer der altaren mocht worden verheven. Want zjjn groote figuur geeft het treffende voorbeeld hoe zelfs de omvangrjjkste en druk ste beslommeringen, voor het heil van ande ren op zich genomen, geen schade boeven te doen aan de innigheid der verhouding tus schen God en de zjel. In hem ligt helder uit gedrukt, dat het oude ideaal, door vroegere heiligen zoo volledig bereikt, ook nog volop te verwerkelijken valt in onzen modernen tijd. Dat ideaal hield in: een onvermoeide apostologsicbe werkzaamheid, die altjjd weer nieuwe krachten wint uit een door gebed en inkeer btwennatuurlyk versterkt leven. Het voorbeeld van Pater Cormier, „een Heilige” die leefde in onze hedendsragsche omgeving, in onze omstandigheden, moge meer en meer een opwekking worden om dat ideaal in onzen eigen tjjd met ziju toenemen de missie-actie en tegelyk zjjn oprechte ver langens naar innerlijkheid en beschouwend le ven, voller dan ooit te verwezenlijken. Deze wensch wordt op onze lippen van zelf tot een gebed: God, .die Uw dienaar HyacintJ».. v - ,hetl en v*ü L -wr «rebt vervuld en door telken» weer in nieuwe eigenschappen had to tfelen VJU1 gtxidclykc liefde hebt d(>en rypeu, waardoQi tij" persoonjyitnoid weer au- ontvlammen, wjj smeeken U, dat Gjj hem voor vers tot ons kan spreken. do gcbeele Kerk tot do eer der Heiligen terwjjl „wutKéld zyn voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1925 | | pagina 13