van het
IHf PHfttl raio
„Noord-Hollandsch Dagblad”
1
IETS RIEUW8
In nil 101
voer ONGEKEND
LAGE PRIJZEN
n
1
Alkm^r Mient 2 hoek Waiooloin
Taf creolen uit het
Evangelie.
Wasdag IB December lltB
I
i
I
Ook vergrooting
1ST BOEK VAN DE DUIZEND
STICHTERS.
„EEN HEILIGE."
de blijde boodschap van het rijk.
EPISTEL EN EVANGELIE.
EVANGELIE VOLGENS DEN H. LUCAS;
Helden-Vrouw en
Missiezuster.
FFICIEEL KERKBERICHT
ichreven,
I
A - ----- I- - -
Jat
duizend
het Missie-
1) Vanaf zijn stichting tot 1921 zjjn door
de zorgen van het Liefdewerk v. d. H. Kinds
heid 23 milliocn heidenkindertjes gedoopt.
aanwees. Zoo deed het de H. Teresia
roote ten opzichte van den armen en
vau
>1 bet
>rene,
kende venen.
Daaruit «prak vei de verdoken bant tegen
de persoonlijkheid.van den grooten Paus,
wat zij, die Pater Qwjhier van nabij kenden,
dachten en niet zeiden ook onder
achten, 't Was ook onmogelijk om
in schuren,
Zyt gij niet
moogt verheffen opdat wij door de verheerlij
king van zijn voorbeeld U steeds volmaakter
leeren liefhebben en ook anderen meer en
meer tot het rijk van Uw geliefde mogen
brengen. Door Jezus Christus onzen Heer.
ZwoHe,**AIlerheiligen 1925.
JOS. VAN WELY, O. P.
ren; juist volkje van het allerlaagst allooi;
vandaar dat voor een vrouw onwetendheid
gold als een bewijs van deugd en tan een
vlekkeloos leven. In Japan spreekt zelfs een
opgevoed man over zyn levensgezellin ais
Het Liefdewerk zorgt doorloopend voor een
half millioen kinderen.
En dan kwam de blijde boodschap: God is
onze vader; wij zijn Zijn kinderen.
Jcsus zat op de helling van den heuvel. De
goedige Galiléërs stonden om Hem, het plat
getrapte lentegras rook geurig. Verderop
naar het dal toe stonden witte vlekken
van frissche veldleliën. Vogelen schoten
en buitelden door de lucht, op jacht naar
vliegen.
En Jesus had medelijden met de scharen
die in druk lagen onder de zware lasten van
de Wet. Zjj hadden 's morgens het Schma op
gezegd om beloond te wordqp; zy hadden ver
leden sabbat, al gaande door het koren, een
paar groene areu uitgerafeld, en duchten nu
straf. Zij hadden hun akkers beploegd en
bezaaid, maar vroegen zich met kommer af,
of God den oogst niet mager zou houden,
omdat zjj wellicht iota strafbaars gedaan had
den.
En Jesue opende den mond oss hen te ost-
derricfaten en sprak:
Voor waar, voorwaar, Ik t
bezorgd voor uw leven wat
ui a i i<
de Homeinen, de opgeschroefde verwachting
van het Godsrijk, dat als een donderbui uit de
tucht te Jerusalem zou neerzakken. Maar in
dit bombastig Godsrijk werd evenmin als bjj
de hopers op een Davids zoon, een lied gezon
gen van dieper godsdienstig leven, van fris-
sche liefde tot God en den naaste.
Het was snoeven en blaaskaken van dolle
kinderen, die den innigen godsdienstzin der
groove profeten en psalmenzangers vergeten
waren.
Een verjonde aarde zou komen, maar geen
verjongde godsdienst, geen vernieuwde men-
schen.
zer u: Weent niet
I gi suit stW, noch
1) Dringend wordt men verzocht van mo-
nauwkeurig mogelyk bericht te zenden aan
het Dominicanenklooster te Zwolle, waar ook
relikwieën van Pater Cormier, door het zegel
van den Generaal der Orde gewaarmerkt, be-
sebikbaar zijn.
PATER HYACINTH MARIA CORMIER
Generaal der Dominicanerordo +1916.
Het is meer voorgekomen, dat de eene Heft
lige den ander reeds tijdens zjjn leven als zoo
danig
de Gi
verstorven Petrus van Alcantara En ook van
den H. Thomas van Aquino wordt verhaald,
dat hy zich over zyn beroemden tijdgenoot
Bonaventura op een dergeljjke wyze heeft
uitgelaten.
In onze dagen lijken we voor eenzelfde ge
val te staan by een feit dat ons bekend is uit
het leven van den vereerden Generaal der
Dominicanenorde, Pater Hyacinth Maria Cor
mier, die den 17 Dec. 1926, kort na de volein
ding van zyn Generalaat, in bet klooeter S.
Clemente te Rome overleed. Toen by zich
eens op audiëntie bevond bjj Paus Pius X,
voor wiens zaligverklaring door velen zoo
vurig wordt geyverd, zeide deze tot enkele
aanwezigen: E un Santo ’t Is een Heilige!
Dese lofspraak, dié zooveel nadruk krijgt
om de persoonlijkheid van den grooten Paus,
dio haar uitsprak, bevatte niets anders dan
reAl» iar
woorden
in zjjn nabyheid te verkeeren zonder sterk
onder den indruk te komen, dat de H. Geest
in de ziel van dezen bevoorrechten zoon van
St. Dominicus dien overvloed van genaden
uitstortte, waarmee hjj de ziel van zyn hei
ligen vervult.
Wat was het toch, dat dien in druk van hei
ligheid by Pater Cormier dadelijk zoo sterk
opriep? Was het zjjn groots liefde, die naar
het gebod der H. Schrift boven alles God,
maar daarom ook de menschen en vooral de
menschenzielen met geheels overgave be
minde? Was het zjjn vrees voor de zonde,
voor het kwaad, die zich in dezen bewusten
mensch van onze 19e en 20e eeuw soms zelfs
zoo naief en kinderlijk bjjna uiten Was
het zyn geest va^ (JJ was het zjjn oot-
uunvi gerechtvaardigd zelfge
voel, die onmiddellijk dééd aanvoelen, hoe
zeer hjj was „van bet goddelijk geslacht?”
Het is niet de bedoeling dezer regelen de
geestelijke verschijning van Pater Cormier
hier volledig, tot in bijzonderheden, te doen
uitkomen. Zooveel andere trekken, die tot
het beeld zijner heiligheid behooren moesten
anders in herinnering gebracht. Zyn levens
gang ah Pater en eerst daarna klooster
ling, als zielenleider en religieus regeerder in
allerlei rangen bracht van zelf mee, dat hij
II.
Op sabbat werd in de synagoge uit de oude
Schriften voorgelezen, dat Jahveh een vader
was voor zyn volk en Israël zjjn eerstgebo
rene.
Eiken dag, morgens en ’s avonds, zeg-
ien de mannen in hun gebed: „GjJ zult den
Heer uwen God beminnen met geheel uw
ziel, met geheel uw hart, en met gansch uw
vermogen.”
Klaarziende vromen leefden wellicht nog
naar die oude hartelijkheid. Maar bij den
grooten volkshoop, waarop het drukkend ge-
ug der Rabbijnen lag, waren die teedere ge-
•nngen, uitspraken en gebeden enkel for-
mulen, waar de ziel ultgeeehud was. De lief
dé tot God werd gesmoord in den vloed der
strenge, gangbare godsdienstigheid.
De godsdienst was dan enkel bast en om
hulsel. Godsdienst en zedelijkheid waren
meestal uiterlyk.
..De Israëliet stond op goeden voet met
Ml» God, ah hjj nauwgezet de tienden afgaf
v*n akker- en boomvruchten, van wijn en
ah hjj op sabbat geen stap te ver deed,
geen gebaar te veel maakte, ah hjj schuw
onreinheid, veel baadde, kannen
drinkbekers uitspoelde, ah hjj tweemaal
Bchma en driemaal de zegeningen
onder bet bidden de gebedsriemen
»P het voorhoofd en den linkerarm bond, ah
hy kleurige kwasten aan do vier hoeken
zyn mantel droeg, als hy in den temj
losgeld uitbetaalde voor zjjn eerstgei
de voorgeschreven offers zond voor zjjn reini
gingen, en het deel van zyn jong vee.
Met al die uiterlijkheden immers was aan
de Wet voldaan. En God was voldaan, want
Hjj had het deel waar Hjj volgens het ver
drag recht op had. Dan was de Israëliet met
vrede. Op zyn innerlijke stemming tegenover
God kwam het minder aan. Hjj mocht een
onmenscheijjk onverlaat zjjn, hunkerend oaar
geld, zot van, hoogvaardjj. Als hjj uiterljjk
gedaan-hariwat tie Wet voorschreef, was al
les in den haak. Uiterljjke nauwgezetheid
was heel de godsdienst
En die uiterljjke nauwgezetheid moest let
ten op de honderden voorschriften der Rab-
bjjnen. Jesus had hen zeker hooren uitcijfe
ren hoeveel honderden geboden de trouwe
Israëliet moest naleven. Een Jood, die naar
bun uitspraken leefde, moest zich elk uur af-
godsdienstig hulsel toch niet verbroken wor
den.
God was nu al koning over Israël, doordat
de Israëlieten al ten deele zjjn geboden on.
der hielden. Dan echter zouden zjj Gods ko
ningschap ten volle erkenen en aan al zjjn
vorderingen reeht doen.
Dat Godsrijk zou dan een duurzaam Wet-
feest zjjn. De honderden voorschriften door
de Rabbijnen opgesteld, zouden dan officiéél
in het volksleven gebracht worden. Het Gods
rijk zou groeien uit den beetaanden gods
dienst. Zyn wasdom zou zoo weelderig en
groot zjjn, dat het een nieuwe instelling zoo
Ijjken. Maar de ziel, de geest zou dezelfde blij
ven.
Het land zelf werd vernieuwd. Bronnen
spoten in de dalen, regen en dauw lagen tjj-
op de bergen; bet graan schoot palm
bomen hoog, de druiventrossen wogen ka-
meelvrachten zwaar. Maar door die vrucht
baarheid van den grond werd het onderhou
den der Wet voor tn- Israëlieten vergemak
kelijkt. Met vreugde zouden zjj bun gaven
en tienden, en offerdieren uit hun overvlood
naar den tempel voeren.
De godsdienst werd niet verjongd, de men-
achen niet vernieuwd. Alleen de bodem zou
vetter worden. En de Messias zou de wacht
houden in dat weelderig Wetsparadjjs.
Tusschen de leeraars of bun Farizeesche
aanhangers, die Jesus vaak over het tempel
plein had zien slenteren, liepen ook wel dwe
pers met zwarte, droomerige oogen, die bun
Messias niet in David's huis verwachtten,
maar uit de wolken, van bq den Eeuwige. Die
Noord-Holland, Roomsch Noord-Hoi*
land, daar is het einde van mijn droom.
Of zult gij er een ander einde aan ma
ken? Zal ik a.a. October gaan bouwen?
Zult gij den droom tot werkelijkheid
brengen? Drooaaen is bedrog? Ja, maar
niet altijd. Maakt gij ook hier een uit
zondering. Laat Roomsch enPro
testant Nederland weten, dat uw offer
vaardigheid groote dingen aandurft,
voor niemand onderdoet, ja, anderen
overtreft.
Kunt ge 't doen? Kan Noord-Holland
de eerste provincie zijn die haar eigen
Missiehuis gebouwd neeft?
Jal Ik zal U den volgenden keet
vertellen hoe.
Missiehuis, Hoorn.
Father LEFEBER, Directeur.
vlekkeloos leven. In Japan spreekt zelfs
over „Mjjne domme vróuw”.
Zusters moeten haar broers dienen, en,
zelfs al zjjn dezen jonger, ze „heer” noemen.
In Hindoestan spreekt eën moeder haar zoon
aan met „mjjnheer”, zoodra hjj ouder dan tien
jaar is. De Arabier spreekt over zjjn vrouw
met de meest weerzinwekkende woorden en
verontschuldigt zich voordat hjj haar naam
noemt In vele heidensche landen zal de
vrouw, zelfs al ie zjj moeder van een gezin,
niet met de mannen eten, maar pas daarna,
als zjj ben bediend heeft. Het'is de gewone
regel in China, Japan en andere landen, dat
een man in bet openbaar zjjne vrouw niet het
minste bewjjs van genegenheid of voorko-
n ’’■(•‘d mag geven. Zweepslagen, scheld
woorden en verwerping zjjn bet lot der arme
vrouwen in vele heideneche landen. Op zeer
vele plaatsen is het geoorloofd vrouwen te
verknopen of zelfs te dooden. In vele deden
van Azië, Africa en Oceanië wordt de zwa
re arbeid door de vrouwen verricht.
Het is bier de plaats niet om uit te wei
den over de ellende der vrouw in Mahome-
daaneche landen en in Africa, waar de veel-
wjjverjj heerscht De teedere bezorgdheid on
zer ouders om de onschuld hunner kinderen,
te beveiligen is iets totaal onbekends bij de
heidenen. Voor hen zjjn onschuld en zuiver
heid zinlooze woorden. Een Hindoe-moe-
der acht bet baar plicht baar dochter(tje) in
te liehten omtrent de verhalen der Hindoe
godheden, verhalen, zoo ongepast, dat de
Engelsche Regecring verboden heek zekere
boeken over den Hindoe godsdienst te verta
len. Wjj zullen niet spreken over de verla
ging van meisjes in sommige deelen van
Afrika door de handelwijze van heidensche
priesteressen, of over de verschrikkeljjke
praktyken op de Carolinen, waar de kleine
meisjes op zekeren leeftjjd gevangen gezet
worden, beroofd van allen govueri invloed
Bijna in alle heideneche landen worden de
meisjes uitgebuweljjkt door haar oudere of
door agenten zonder baar toestemming. Als
een gevolg van dit allee ie zelfmoord onder
deze arme slachtoffers, overgeleverd aan ver
dorven en onmenscheljjke eebtgenooten,
geen t.^ld.:aamheid.
Laten we dit treurig overzicht sluiten met
de getuigenis van een beroemd reizigster,
Mevrouw Isabella Bird, die van een veracht-
ster onzer Miesiën een groote bewonderaar
ster er van werd: „Ik heb Polynesië, Japan,
Zuid-Azië, den Indiscben Archipel, Ceylon,
Noord-Hindoestan, Thibet, Perzië. Arabië en
Klein-Azië bezocht Ik heb ajtjjd de Euro
peanen vermeden en, waar ik kon, kennis
making gezocht met de Inlanders. Waar ik
ook ging, ik vond overal zonde, schande
en ellende. Ik heb gewoond in de zenana’s
(vrouwenverblijven in Hindoe-huizen) der
Hindoes en in de haft ma der Mabomedanen,
en ik heb met mjjn eigen oogen, de werk
loosheid van die arme gevangenen gezien,
die binnen hare afsluitingen een allerellen-
I digst bestaan voortslcepen. Hoe verduistert
haar verstand! Deze vrouwen van twintig
of dertig jaar hebben niet meer begrip dan
kinderen van zeven of acht terwjjl haar
hartstochten, en dan nog wel de laagste,
de schandelykste maujej ^^eId t]ju
voor I
al afan^ haat, vijandschap en bedrog.
In sommige landen is bet lot der vrouwen
zoo beklagenswaardig, dat ik zelden haar
verblijven binnenging zonder dat eene of
meer uiy verzochten haar vergif te geven.
Ziedaar het lot van de beiden-vrouw. Haar
ellende te verzachten, haar waardigheid en
car op te beuren is voor het grootste ge
deelte het werk van de Missiezuster, die als
vrouw dikwijls wordt toegelaten, waar de
Missionaris het binnengaan met zjjn leven
zou bekoopen.
;eboden de trouwe
jn Jood, die naar
vragen: Wat moet ik nu doen om God te
behagen? Welken regel moet ik hier onder
houden? Dat was een pjjnlyk uitvoneben,
een angstig opletten. Dit stel van honderden
en honderden geboden drukte op het volks
leven als een zware last.
Als Jesus die hoopen goedige volksmen-
schen dan om Zieh zag, kreeg Hjj medelij
den met hen, want zjj lagen in druk, ah
Mhapea zonder herder. De herder tooh Le-
Hrint en verpleegt zyn schapen; de meesters in
Israël deden als dwaze dryvers, dio de scha
pen tot lastdieren maakten en zware vrach
ten op bun rug laadden.
Ah bet Rjjk Gods kwam an da Meesias, .te
groote zoon van David, dan sen dat en*
Gedroomd op klaarlichten dag.
De droom.
Eerste bedrijf; De eerste steen van het
nieuwe Missiehuis wordt
komt de Directeur aan.
draagt hij een ijzeren doos. In die dooa
zit een boek. In dat boek staan de na
men geschreven van duizend mannen en
vrouwen, allen Noord-Hollanders, die
het Missiehuis gesticht hebben.
Plechtig word de dooa ingemetseld
en zal daar blijven zoolang, bet Missies
huis bestaat.
Tweede Bedrijft De Directeur plaal
een boek met de namen der duizei
stichters in het archief van
huis.
Derde Bedrijf: Er wordt een altaar ge
metseld in de kapel. Op zij een marme
ren plaatje met opschrift: „Bidt voor de
stichters van het Missiehuis Bidt voor
Noord-Holland
Vierde Bedrijf: Ik zie bet nieuwe
Noord-Hollandsche Missiehuis daar
kant-en-klaar voor mij staan. Een huis,
dat heel eenvoudig aandoet. Een huis
zonder uiterlijk lawaai of drukte, juist
als Noord-Holland en de Noord-Hollan-
ders zelf. Maar daar binnen in het huis
.Ja, daar is lawaai genoeg, daar is
drukte te over. Daar leven en joelen
honderd en meer to.komstige m s ena-
rissen, meestendeels Noora-Hollanders,
want voor hen is het huis hoofdzakelijk
bestemd. Daar waren tien k twaalf pries
ters en een tiental zasters ei m.e’i re
broeders. Daar verblijven een honderd
twintig God-gewijde zielen, die slechts
Gods eer en het heil des menschen op
het oog hebben en vol dankbaarheid zijn
voor hem die het Missiehuis gegeven
hebben.
It gelegd Daar
i. In zijn hand
IV ZONDAG VAN DEN ADVENT.
Epistel uh den eersten brief van den H. apos
tel Paulus aan de Corinthiën; IV, 1 5.
Broeden, men besehouwe ons als dienaren
van Christus, en uitdeelers van Gods gehei
men. Nu, ta uitdeelers wordt vereischt, dat
men getrouw bevonden worde. Dan voor mjj,
Ik acht het zeer weinig dat ik door u ge
oordeeld worde, of door eenig menechelyk-
vonnis, ook oordeel ik mjj zei ven niet. Ik ben
mij wel niet bewust; maar ik ben daarom
niet gerechtvaardigd, dan de Heer zal mij
oordeelen. Oordeelt dan niet voor den tjjd
voor dat de Heer komt, die de duistere ver
borgenheden zal aan het licht brengen, en
ie beraadslagen der harten ypenbaren; en
dan zal een ieder zjjnen lof van God ont
vangen-
111,1
In het vijftiende jaar der regeering van
den keizex Tiberius, toen Pontius Piiatus
Btedehonuder was van Judea. Herodes, Vier
vorst van GalHea, zjjnb roeder Philippas,
Viervorst van Iturea en het landschap Trach-
•nitis en Lysanius, Viervorst van Abilene;
pnder de Hoogepriesters Annas en Caiphas
kwam het woord des Heeren tot Johannes,
den zoon van Zacharias, in do woestjjn. En
hjj ging in al het land omtrent de Jordaan
Ben doop der boetvaardigheid prediken ter
vergeving der zonden, gelijk geschreven
Is in het boek der woorden van Isias den
Profeet: Eene stem van die in de woestijn
joept: Bereidt den weg des Heeren, maakt
zjjne paden recht! Alle dal zal gevuld en alle
oerg en heuvel geslecht worden, en de krom
me wegen zullen recht en de oneffene we
gen effen worden, en alle vleesch zal de
taligheid Gods zien.
i.
DE HEIDEN-VROUW.
BkchU onder Christenen is de vrouw sen
Voorwerp van achting en verewing. Overal,
bq de Hahomedauen en de Heidenen, is de
trouw de dienstmeid van den man, en dik
wijls zijn slavin of nog erger. Volgerts de Ma-
homedanen heeft de vrouw geen ziel. Vot-
tene de Hindoe» heeft zjj geen verstand. In
China is één jongen üen meisjes waard.
Daarom wordt in al die landen de geboorte
van een meisje raak beschouwd ais een
schande en soms als oen ramp. Als bewjjs
hiervan diene bet dooden of ten vondeling
léggen van duizenden en duizenden onschul
dige meisjes in China. De weeshuizen en
lie huizen van de H. Kindsheid 1) zjjn over
vol van meisjes, die, door haar ouders ver
worpen, later door de Missiezuster gevonden
pn gered werden.
Rekening houdend met de verachting voor
bet vrouweljjk geslacht, zal men zich niet
verwonderen over de verwaarloozlng der
meisje», die, tot voor korten tjjd, zelfs in de
meest vooruitstrevende heidensche landen
van het Oosten, niet het minste onderwjjs
genoten. Zjj die konden lezen en schrijven
waren uitzonderingen.
Tegenwoordig valt er eenige verbetering
ie bespeuren, maar nauwelijks twintig jaar ge
leden hadden de heidenen geen m*“>-
ten. De algebeele -*• -w—c-no-
wen in ni-L der vrou-
werd altjjd en wordt nog
beschouwd niet, alleen >U een oude gewoon
te maar als den normalen toestand der vrouw
woorgesebreven door den Hindoe-godsdienst
•Is heilige plicht. Tot vóór eenige jaren
Was de kennis van lezen en schrijven en van
bet bespelen van een muziekinstrument bet
voorreent van de publieke danseressen en
van meisjes, die aan de tempels gewjjd wa-
f
voor uw lichaam waarmede gjj u kleeden
zult!
,Js het leven niet meer dan het voedsel, en
het lichaam niet meer dan de kleeding?
„Ziet de vogelen des hemels; zjj zaaien
noch maaien en verzamelen niet
en uw hemelsche Vader voedt ze.
veel meer dan zjj?
„En wie uwer kan door zyn zorgen één el
aan zjjn levensweg toevoegen?
„En wat zjjt ge bekommerd over kleeding?
Beschouwt leliën des velds, hoe zjj groeien
zjj arbeiden en spinnen niet. En toch zeg Ik
u, dat zelfs Salomon in ai zjjn heerlijkheid niet
gekleed was als een van deze.
„Als God nu bet kruid des velds dat heden
i» en morgen in den oven wordt geworpen,
zóó kleedt, hoeveel te meer dan u kleinge.
loovigen?
„Weent dus niet bezorgd zeggend: Wal
zullen wjj eten of wat zullen wjj drinken, ot
waarmede zullen wjj ons kleeden? Naar dat
aller vragen de heidenen.
„Uw vader immers weet dat'gij dat allea
noodig hebt.
-Zoekt eerst het Rjjk God» en zjjn gerech
tigheid, en dat alles zal u toegegevea wor
den.
„Weest dus niet bekommerd voor den <lag
van morgen. Want de dag vaa morgen zal
voor zichzelf bezorgd zjjn; iedere dag heeft
genoeg aan zjjn eigen kommer.**
Maar misschien loopt alles toch wel samen
in den machtigen indmk van God-vervuld-
heid, die er van hem uitging. Zoo ooi: dan
werd hier voelbaar, hoe een menschenziel vól
kan zjjn van God. Wat van zjjn zaligen Orde-
vade Sint Dominicus staat vermeld, dat hjj
enkel met of over God sprak, dat lijkt in zjjn
strekking ook weer te geven, wat Pater Cor
mier’s eigen persoonlijkheid dadelijk onder
scheidde
Die vervuldheid van God gaf hem ook de
sereniteit, die hem bijbleef ondanks de echt
menschelijk gevoelde beproevingen van zoo
veel moeiljjke oogenblikken een sereniteit,
die plotseling kon openstralen tot opgetogen
heid: „Mjjn G'-d, mjjn God en mjjn al!”
Dat vooral, die volheid van God, bracht ons
gemak kei yk voor hem op de knieën. Meer nog
dan het ooh de hoogheid van zijn gezag of,
in later jaren, de vaderlijke eerbiedwaardig
heid van zijn ouderdom had kunnen doen.
Onze eigen edelste verlangens, door onze on
macht en onzen onwil altjjd weer verijdeld,
voelden zich in nieuwe bezieling verleven
digd en verstrekt door het bewustzijn, hoe-
zeer de begenadigde, onder wiens zegen we
neerzonken, zelf vervuld was van datgene,
wat hjj zoo warm en liefdevol over ons af
bad.
Zoo is pater Cormier in de schatting van
zjjn omgeving een „Heilige” geworden. En
nu, weldra tien jaren na zyn zaligen dood, is
de sterke indruk door zjjn van God vervulde
persoonlijkheid gewekt, machtigér dan ooit.
Geijjk hjj ons in zjjn aardsche leven gemak-
keljjker op de knieën bracht omdat we in hem
de hooge uitverkiezing voelden, zoo doet hjj
ons nu, na zjjn opgang tot God, van zelf ne-
derknielen om hem als een „Heilige” te ver-
coren en te begroeten. En zooals we ons een
maal gelukkig voelden door zjjn gebed, omdat
we wisten, hoe dieht hjj stond by God, zoo is
het ons nu een behoefte, zjjn hemelsche voor
spraak in te roepen.
Vooral den laatsten tjjd is de vereering
voor Pater Cormier van dag tot dag
groeiende. Menig merkwaardige gebedsrer-
nooring, ook in on» land, bjj ernstige beproe
vingen en ziekten verkregen en aan de voor
spraak van Pater Cormier toqgpechreven,
draagt daartoe by. Zoo bericht men uit Cork
in Ierland de onverwachte beterschap van een
64-jarig grijsaard, die aan keelkanker leed.
Dit alles versterkt tegelyk de hoop, dat God
zjjn trouwen dienaar eenmaal tot de hoogste
eer op aarde zal verbeffen, door de lofspraak
van Paus Pius X: „’t Is een Heilige” voor de
heele Kerk te bevestigen. 1)
Velen zouden het als een bjjzonderen ze
gen van God beschouwen wanneer de bezie
lende persoonlijkheid van Pator Cormier tot
de eer der altaren mocht worden verheven.
Want zjjn groote figuur geeft het treffende
voorbeeld hoe zelfs de omvangrjjkste en druk
ste beslommeringen, voor het heil van ande
ren op zich genomen, geen schade boeven te
doen aan de innigheid der verhouding tus
schen God en de zjel. In hem ligt helder uit
gedrukt, dat het oude ideaal, door vroegere
heiligen zoo volledig bereikt, ook nog volop
te verwerkelijken valt in onzen modernen
tijd. Dat ideaal hield in: een onvermoeide
apostologsicbe werkzaamheid, die altjjd weer
nieuwe krachten wint uit een door gebed en
inkeer btwennatuurlyk versterkt leven.
Het voorbeeld van Pater Cormier, „een
Heilige” die leefde in onze hedendsragsche
omgeving, in onze omstandigheden, moge
meer en meer een opwekking worden om dat
ideaal in onzen eigen tjjd met ziju toenemen
de missie-actie en tegelyk zjjn oprechte ver
langens naar innerlijkheid en beschouwend le
ven, voller dan ooit te verwezenlijken.
Deze wensch wordt op onze lippen van zelf
tot een gebed:
God, .die Uw dienaar HyacintJ».. v
- ,hetl en v*ü L -wr «rebt vervuld en door
telken» weer in nieuwe eigenschappen had to tfelen VJU1 gtxidclykc liefde hebt d(>en
rypeu, waardoQi tij" persoonjyitnoid weer au- ontvlammen, wjj smeeken U, dat Gjj hem voor
vers tot ons kan spreken. do gcbeele Kerk tot do eer der Heiligen
terwjjl
„wutKéld zyn voor