De watersnood F r: „ONS BLAD” Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: POSTGIRO 1M86X No 4’ l;. Woeaadag Jaawari IBM postgiro ihmx 4Oe Jaargang FEUILLETON. DE GEHEIMZINNIGE MOORD. Awertentiepf^si Van 1—5 regeh 7 1.25; elke regel meer f 0.25; per *>egd f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod* uitbetaling per plaatsing f 0.60. f 400,—, f 200,—, t 1OO,—f 60,—, f 35,—, f 16^! DOOR OVERSTROOMD GEWEST. AbonnBmantSDrü«« Per Irwiriaaï voor Alkmaar 2-— lan allo abonné’a wordt op aanvrago gratis een poli» verstrekt, welteo hen verzekert togen ongavallon tot een bedrag van f 500, 7 POSTGIRO 104O63. 4 L. 8. (Wordt vervolgd.) ADMINISTRATIE No. 43» REDACTIE No UI t voor omringende polders. It door een steuncomité geld inge- NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD ge- ’t Werd onze tqd. We moesten zien, dat we dezen avond Nijmegen nog bereikten, en dankbaar na men we afscheid van die prachtkerels onze bootsman en zqn matrozen die nog tot in den donkeren avond den provian- deeringstocht zouden moeten voortzetten. Een vooruitzicht, dat hen niet in ’t minst scheen te hinderen. Zoo opgewekt en blij geestig waren en bleven ze. Over den verzonken spoordijk voortsprin- gend van dwarsligger tot dwarsligger, be reikten wij, terwijl onder ons vaak de wa terstroom kolkte, bij den Teerschen dijk den Graafscben weg tussehen „Alverna” en Nij megen, vanwaar wij in den avond Nijmegen weer bereikten. ’t was een interessante dag geweest: we hadden een indruk gekregen van alle watersnoodtoestanden en van alle hulpver- leening in de overstroomde gewesten. We begrepen het: Zóó is net overal. En zóó gaat het overal toe. heele boschages en rietmassa’s, door den stroom losgerukt, hadden zich over de spoor rails geworpen. ’t Was een troostelooze aanblik: de anders zoo fier opblinkende spoorbaan wéggekromd te zien in den vloed: hulpelooze majesteit! de Londensche [Militie van u en uws gelijken gehouden wordt, en ’t doorbladeren y yy I .1 f1— 1 x» a 11 Ir z i* I z in xv z i beambten zooals ik, die wel niet onfeilbaar, maar bondeif en deugnieten, zooals gij, bedrogen en bespot te worden!” ,Jk lach wat met uwe bedreiging!" riep Wallance op zijn gewonen onbeschaamden toon. „Het bevel tot gevangenneming, waar van gij voorziep zqt, staat ten name van Jo- zef Wilmot, en gij hebt alzoo geen vat op mij!” „Misdadigers die, zooals gij, onder het ojj- rondere toezicht der politie staan, kunnen te allen tijde, zonder bevel tot gevangenneming, in arrest genomen worden.” arresteeren bewijs ik de justitie misschien eén nog grooter dienst, dan wanneer ik uw kreu pelen vriend had ingerekend. Laat het u niet verwonderen dat ik uw doopceel zoo goed heb weten te lichten. Heel uw glorierijk verleden staat in het register opgeteekend, dat door gelijken i daarvan geliefkoosde tijdkorting van politie- i :1_ J!, 1 :_x Z..I1V toch veel te knap zijn om door vage- Na vele water-omdwalingen, welke ons in den ouden Ódysseua een collega deden zien, bereikten wij eindelijk tenslotte op den breeden rug van onzen onbetaalbaren boots man den nog boven bet water uitsteken den spoordijk naar Nijmegen. Hier stonden gröepjes mensehen uit het watergebied onze kornet af te wachten En alsof onze bootsman in deze wild vreemde en beduusde mensehen de beste oude kennissen ontmoette, zoo klonk bet: „Hé zeg! heb ik jullie al Nieuwjaar ge- wenscht?” Wéér lachten de mensehen door hun tra nen heen. En blijde namen zij voor zichzelf en voor hun verwanten en buren brooden en kaar sen geheel gratie! in ontvangst Jicht een nog betere prooi, Jozef Wilmot niet, maar Steven Wallance, zwarte Steven bijge naamd, of, zooals gij u zei ven noemdet, Herr von Wolterschocker, of majoor Vernon! Zwarte Steven, de zwendelaar-oplichter, die naar Norfolk verbannen werd en daar waar schijnlijk kennis maakte met Jozef Wilmot, en die, zooals ik zeker weet, een der op zichters met een koevoet de hersenpan ver brijzelde en daarop de vlucht nam. Toen gij, na eenigen tijd in Duitschland rondgezwor ven te hebben, vóór vijf of zes jaar in Enge land terugkeerdet, was uw mis^rqf verjaard. De justitïfe had u echter opnieuw naar een ko lonie kunnen zenden, om er het overige van uwen straftijd door te brengen; maar gij oe- fendet een eerlijk bedrijf uit, en gedroegt u, luidens de berichten, naar behooren. Uit over weging daarvan liet de justitie u op vrije voeten, maar hield u in ’t oog, om bij 't min ste vergrijp met u af te rekenen. In den af- geloopen zomer werd men eensklaps uw spoor bijster. Cadgers, voor wiens tent ik u menigmaal potsen zag maken, wist uiet, waar gÜ gebleven waart. Doch nu is mij alles hel der: gij ontmoettet uw ouden vriend Wilmot, en troggeldet hem zoo veel geld af, dat gij Woodbine-cottage kondt koopen en een goed leven leiden. Zoo gij niet betrokken zjjt in de zaak van Winchester, dan zijt gij toch, zooals mij te Huil gebleken is, medeplichtig aan bet ontvreemden van een aanzienlijk deel van bet vermogen der familie Walter; en met u te ’s avonds niet. Overdag is de dienst nog normaal. Gisterochtend zijn militairen uit Nijmegen met tallooze zakken zand naar Heumen ver trokken ter versterking van den Maasdijk, die tussehen Heumen en Mook gevaar liep. Min. Latnbooy op inspectie. Gisteren om kwart-voor-achten reed Mi nister Lambooy per auto naar bet klooster te Alverna, waar de militairen door den Mi nister werden geïnspecteerd. Hij informeer de vooral, of de militairen goede ligging had den en of zij op tijd een warm maal kregen. Hierop kreeg hij een bevestigend antwoord. De stemming onder de militairen is uitste kend. De jongens doen alles, wat zq kunnen om de bevolking zoo spoedig mogelijk te hel pen. Daarna begaf de Minister zich in een pon ton, bemand met mariniers uit Rotterdam en pontonnier» uit Dordrecht voor een bezoek aan Wychen. Te Wychen werd de Minister ontvangen door den burgemeester, den heer Van Rycke- vorssel. Daar werd o.a. de school, waar de Helder che_ miliciens zijn ondergebraebt, be zocht. Het bleek hem, dat allo jongens gezond waren en zij hun werk met ijver verrichtten. Vervolgens werd naar Alverna teruggeva ren, waar de Minister overstapte in een auto en naar Mook ^eed. De Minister was er getuige van, dat de troepen in allerijl werkten aan de vulling van zandzakken, welke moesten worden ver voerd, ter versterking van de bedreigde pun ten van de dijken. De Minister had een onderhoud met de bur gemeesters van Cuyk, Mook en Heumen. Allen waren enthousiast en vol lof over de wijze, waarop zij door de militairen ge steund worden. Vervolgens ging men te voet over de brug naar d(e overzijde naar Katwijk, waar het bouwen van een vliegt ent door de vliegers in oogenschouw werd genomen, welke moej dienen om het vee, hetwelk in de open lucht verkeert, in de tent onder dak te brengen. Op den terugweg deelde de Minister me de, dat hij buitengewoon ingenomen was over hetgeen hij had gezien. Vooral verheugde hij zich over de samen werking tussehen de burgerlijke autoriteiten met de land- en zeemacht. In snel tempo werd naar Nijmegen terug gereden, waar de burgemeester een confe rentierad met den Minister van Oorlog. Te Reeuwijk en Zwtfmmerdam. Gistermorgen heeft de commissaris der Ko- Hulp voor hef overstroomde gebied. Ieder Katholiek uit het Bisdom Haarlem, daartoe uitgenoodigd door Z. D. H. Mgr. Gal lier, zal zeer gaarne willen medewerken, naar best vermogen, den nood te lenigen. Men kan steunen op. velerlei manier. 1. Giften in geld drage men af aan het plaatselijk- of kringcomité, of direct: Bureau Ned. R. K. Huisvestingscomité, N. Z. Voor burgwal 177, Amsterdam, Postgiro 22942. 2. Kleedingstukken, schoeisel, ondergoed en levenmiddelen (liefst in blik), drage men af aan do Plaatseljjke Afdeelingen of bij de Correspondentschappen. Adres zal worden bekend gemaakt in de Plaatselqke Pers. 3. Wanneer de nood het eischt, zal U om huisvesting worden gevraagd. Weest zoo goed nu reeds op te geven aan het Plaatse lijk Comité of U in dat geval huisvesting kunt verleenen, en of U dan kinderen, volwasse nen of een gezin eenigen tijd kunt herbergen. - Nader bericht. Omtrent het omgeslagen bootje, waarbij mensehen zouden zijn verdronken, seint men nog uit ’s Hertogenbosch, dat de heeren Gernsen, Schenuing en mcj. Schenning direct onder het vaartuigje geraakten en verdron ken. Hun lijken zijn nog niet opgehaald. De Pater slaagde er in zich aan de omgeslagen boot vast te klampen en dreef in die onge makkelijke en gevaarlijke houding in de rich ting van den 'wal. In het nabijgelegen kasteel „Voorthuizen'’, bewoond door de familie Von Dreseldt, had men gelukkig den drenkeling bemerkt en stelde men aanstonds alle pogin- gelegt gelijk doch ’t was niet langer te wagen. We kwamen aan de Knapstraat; van een straat” was echter niets te bekennen; slechts water, en nop eens water; voor bij den spoordijk Nijmegen—’s Hertogenbosch stond bet water zóó hoog en vormde bet een zóó woelige zee, dat men er met geen mo gelijkheid doorheen zou hebben kunnen wa den, al bad men er ook een nat pak tot aan zijn boordje voor over gehad. Men wees ons op verren afstand het huis je, waarin.de onwillige man zich opgeborgen hield, en de politiemannen maakten aanstal ten om een vlet uit te zenden; het eenigst daar aanwezige bootje bleek echter hopeloos lek, zoodat ander materiaal gerequireerd moest worden. 0! Men beeft er geen besef van, hoe moei lijk het reddingswerk in overstroomd gebied is: letterlijk óveral zou men over bootjes moe ten kunnqn beschikken, en dan nóg is het de vraag, of men over het water, dat zoo ontzag lijk veel blinde hindernissen in zich bergt en waarop niemand zich oriënteeren kan, het bedreigde punt met de bedregde mensehen en het bedreigde vee bereiken kan. We moesten ons plan, bij het ondernomen reddingswerk aanwezig te zijn, laten varen: we willen hopen, dat de onverstandige man nog tijdig uit zijn levensgevaarlijk isolement verlost is. Wij voor ons benutten het moment om eens een kijkje te nemen bij de groote doorbraak van den spoordijk, welk bier vlak bq had plaats gehad: enkele honderden meters in de richting 's-Hertogenbosch zonken de spoorrails met haar dwarsliggers weg in de stroomende en golvende watermassa; met geweld baande Let woeste element zich onder onze voeten een weg van de Maas naar het rechte gelegen lager gebied; verder konden wjj niet gaan; verder konden wq ook niet zien, want zichtbaar deed worden. Carter met verdub belde opmerkzaamheid, daar hij zich boe lan ger hoe meer overtuigd hield, den ander reeds vroeger gezien te hebben. ,Jk zeg u nogmaals, dat gq den verkeerde voor hebt,” herhaalde de laatste op sarren- den toon. „Gij zqt een Londensche politie-be- ambte, niet waar? Maar toch géén veteraan van het vak; anders zoudt gij u niet zoo dier lijk in de luiers hebben laten leggen. Van Shorncliffo af hebt gij mq met uwe speurhon den nagejaagd, denkende dat gij bet rechte wild op het spoor waart; maar uw reuk is bitter slecht, kameraad; want in plaats van den gewaanden Henry Waker hebt gij een doodonschuldig man nagezeten, die voor za ken naar Kopenhagen 'gaat. Waarom zaagt gij op- Woodbine-cottage niet beter uit de oogen? Gq had mq niet behoeven na te stoo- men maar eenvoudig den lammen man, die op mqne cottage achterbleef in 't oog moeten houden Ha ba!” ging hq voort Zich vergenoegd in de handen wrijvend, „gij hebt u door de dochter van mjjn vriend, die de kleeren van mqn huishoudster had aangetrokken laten be dotten, en hare fabeltjes voor goede munt aangenomen! Ik verheug mq voor Wilmot dat hq met geen slimmer rot te doen beeft ge. iurd! Maar nu gü 't met hem zoo wél ge- maakt hebt, wil ik u een goeden raad geven. Laat mq ongemoeid, beste maat! anders zou uw tweede dwaling erger day de eerste zijn. Dat gq Wilmot liet ontsnaopen, zal uwe lau- 1 1 ningin in Zuid-Holland, E. C. baron Sweerta de Landas Wyborgh, een bezoek gebracht aan de door de overstrooming geteisterde ge meenten Reeuwqk en Zwammerdam. -Omtrent den toestand op het oogenblik vernamen wq, dat geen onmiddellqk gevaar meer dreigt Er wordt zameld om in de eerste behoefte dér getrof fen gezinnen te voorzien. Een collecte, onder de ingezetenen van Reeuwqk gehouden, heeft in enkele dagen 900 opgebracht. Baron Sweerta de Landas Wyborgh heeft een ruime gift aan het steuncomité geschonken. De dqk bij Jaarsveld. De dqk bq Jaarsveld staat er minder goed voor. De kwellen veroorzaken, dat de dqk bq Klaphek minder goed wordt. Op den toren van de kerk van Willigen-Langerak is de bal geheschen, die de omwonende boeren waar schuwt, dat zjj op hun hoede moeten zqn. De rqksveldwacht is naar de plaats, welke be dreigd wordt, ontboden. Het kanon, dat waar schuwingsschoten zal lossen, is in gereedheid gebracht, en aan het personeel, dat bet IrtPlion bedienen zal, is aanzegging gedaan, dat het zich gereed moet houden. Het bestuur van het waterschap Benschop heeft in een spoedvergadering besloten, het stoomgemaal niet meer in werking te stellen, zoolang de Idssel, waarin geloosd wordt, zqn abnormalen waterstand behoudt. De boezem- kaden langs den Ouden Waterschen Damweg verkeergn in zulk een staat, dat men vreest voor doorbraak. De Noordzijde van den pol der Benschop staat reeds eenige dagen voor het grootste deel blank. De Dommelerwaard. De stand van de peilschaal hier was gister morgen 6 uur 7.45 M. N. A. P., dus bracht de nacht gelukkig enkele c.M. val. In het polderdistrict heerscht nog steeds een paniek. De bevolking der talrijke dorpen vertrouwt de berichten niet. De inwoners van de dorpen, gelegen aan den Maasdijk en mid den in den polder, zooals Bruchem, Kerkwqk, Velddriel, enz. bleven den geheelen nacht op en maakten toebereidselen tot verttek. Motorrijders brachten berichten over, melden de den werkelqken toestand en gisternacht zqn de dijkgraaf, de heer H. C. de Jongh, en de secretaris, de heer P. Brouwers, samen de Bommelerwaard ingereden en hebben zij ver schillende dorpen bezocht, om de bewoners te overtuigen, dat, hoewel de toestand zeer ernstig is, men den moed niet behoeft te ver liezen. Na meerdere omzwervingen, waarbij WÜ al door eenzelfde ellende te zien en te beleven kregen, doch waarbij WÜ ook geregeld kon den opmerken, hoe gelaten en geduldig het goede volk deze verschrikkelijke bezoeking draagt, werden wij op terugkeer naar „de wereld” bedacht. Bij den marine-commandant van het eiland Wychen teruggekeerd, imformeerden wq, of er gelegenheid voor een overtocht naar „Al verna” althans naar den Graafscben weg bestond. de luitenant-commandant wac ons voor zoo ver mogelqk gaarne ter wille, maar. wilden wij eerst misschien nog niet een pro- viandeeringstoebt langs de geheel van water omstroomde woningen in en rondom Wychen meemaken? Natuurlijk! Graag! In een vlet werden groote hoeveelheden brood en pakken kaarsen geladen; vier matrozen en een marine-bootsman van den Helder we vergeten dien leuken Blokland nooit gingen mét ons aan boord; de ma trozen waren op het natte element berekend: tot bun middel waren zij in het leer gestoken. Wat al spoedig noodig bleek, aangezien ons tamelijk zwaar geladen vletje door het water, maar over de straatsteenen, vlot getrokken en geduwd moest worden, alvorens wq den - tocht konden aanvaarden. Spoedig echter konden wq koers zetten naar de door honger en gebrek-aan-licht be dreigde gebieden. Doch, o wee! die „vaart” viel danig tegen- leder oogenblik stietten wq met ons vletje op straatsteenen, op heuveltjes en hekjes, op heggen en stoepen, en lastig was het daarbij, dat men door bet geei-troebelige water ab soluut niet op den bodem kou zien: 't kon er één, 't kon er vqf meter diep zqn! I Toén hebben wq eerst recht de gulle offer vaardigheid en het heerlijke optimisme van onze mariniers en matrozen in deze dagen kunnen bewonderen ze maakten van den nood een deugd: i.e. een grapje! De vier matrozen roeiden op commando van den bootsman, een lange gestalte aan het roer „model”, tot we, met een stevigen stoot, plotseling „goed” vast kwamen te zit ten; de schok deed den bootsman over ons onschuldig dubbel slaand lijf voorover slaan, met z’n hand in een kwaadaardigen spijker: het viel ons niet mee, den langen bootsman, die maar aldoor vallen bleef, op ons rugje te torsen hield die kerel nooit op met vallen? maar de goede stemming werd er nog slechts vroolqker door! „Vier man overboord!” klonk toen opeens het qzig-strenge bevel, en.floep! vóór we recht wisten, wat er gebeurde, sprongen er aan beide zqden twee matrozen pardoes in het water; tot hun middel reikte, het natte element: 't was ons duidelijk: als ballast moesten zij zich uitwerpen om bet vletje lichter te maken en bovendien moesten zq het vaartuig met heel zqn inhoud oplichten en voortsjouwen om het weer vlot te krijgen. Ze krègen het vlot, en we naderden Je wo ningen „De bikker!” riep onze bootsman met het stemgeluid van een grootstads-broodbezor- ger beneden aan een hooge trap. De mensehen, op de bovenverdieping voor de ruiten zittend, lichten ondanks hun ellen de. Vóórt ging het weer, geheel „model”: „Haal óp gelijk!” „Bakboord strijken!” „Stuurboord halen!” Tot we met al dat gahaal en gestrqk, weer vast kwamen te zitten en weer klonk het wreede bevel: „Vier man overboord!" 104. Hq had een bonte muts op het hoofd, waar van de kleppen over zqn ooren waren trokken, maar had zieb blijkbaar van zqn venkleeren ontdaan en, om meer op zijn mak te zqn, zich in een schippersjas gew >eg evenwel een grijze broek. Carter schud,2J_,. bq den arm, en zeide: „Sta op, Jozef Wilmot! venkleeren ontdaan en, om meer oi r M Hl* M keld. Hq droeg |H Carter schudde den slapende vrq onzacht bq den arm, en zeide: „Sta op, Jozef Wilmot! gij hebt mq heel wat zweet gekost, maar ein delijk heb ik u toch in do knip.” De man wreef zich de oogen, en kroop als een siaa; dronkene uit zqn hangmat. Na zqn arm, dien Carter nog steeds vasthield, l>sge- rnkt te hebben, ging hq zooveel overeind staan, als de lage kooi toeliet, en zeide, ter wijl hq Carter grimmig aanzag: „Waartoe komt gij mij in den slaap storen en den boel hier op stelten brengen? Als gij Jozef Wilmot hebben moet, zqt gq bq den verkeerde.” „Gq begrqpt wel”, antwoordde Carter, hem scherp opnemende, „dat ik u niet van Shorn- cliffe af gevolgd ben om mq met nietige uit vluchten te laten afschepen. Komaan, maak dat gq spoedig in de kleeren komt!” De beide mannen zagen elkander vlak in ’t gelaat; de vluchteling met een grijnslach, die twee rijen dicht op elkaar geklemde tanden weren wel niet vermeerderen, maar u toch ook niet veel schade berokkenen; doch houdt gij mq tegen in mqne reis, en sleept gij mij terug naar Shorncliffe of Winchester, om da^r zonneklaar bewezen te zien niet dat ik de gewaande Walter, maar de onschuldige eige naar van Woodbine-cottage ben, dan stel ik natuurlijk eene actie tot schadevergoeding tegen u in, en gij zult ongemakkelijk in uw beurs moeten blazen.” Carter knarsetandde van spijt. Verschalkt door een onnoozele dienstmaagd, of door iemand, die zich voor dienstmaagd uitgaf; door een slimmen gast honderd mqlen ver yan het spoor geleid, en den waren schuldige in de gelegenheid gesteld om zich op zqn ge mak uit d$ voeten te inateen; aan vriend en yqand stof gegeven om hem na een twin tigjarige loopbaan op ’t grievendst te be spotten dat was inderdaad hard! „Jozef Wilmot niet!” riep hq, verbijsterd het hoofd schuddende. „Neen, vriendlief!” grinnikte de ander; „de man die hier voor u staat en, zooals gij reeds gezien hebt, het vrqe gebruik van zqn beide boenen heeft, ia evenmin Jozef Wilmot, ab gq het zqt Met al uw ijver is uw prooi u ontgaan!” Carter hield opnieuw de lantaarn voor het gelaat van den man en bekeek hem met In gespannen aandacht. „Neen!” riep hq een», klape, „neen, Jozef Wilmot zqt gq niet! de moordenar van Henry Walter niet, maar wel- Hl. (slot). Onze omzwervingen op het „eiland Wq- cnen bezorgden ons watersnotyl-sensaties in allerlei vorm. De vriendelqke Franciscaner parochie-pa- ter, die ons vanaf het jonge eiland bq onze landingspogingen tot „loods” gediend had, leidde ons rond en wees ons den weg. In Wychen vonden wjj een allererbarmeiqk- zten toestand: men kon het den dorpelingen aanzien, dat zq zware dagen en nachten ach ter den rug hadden; hier was met man en macht gekampt tegen den waterwolf; jong en oud had zich ingespannen om te redden, wat er te redden viel in het „verdronken oord" van dit dorp, en haveloos, met moede ge zichten liepen de dorpelingen hier rond en stonden zq op het marktplein de vreeselqke gebeurtenissen der laatste dagen te bespre ken, heel gcmoedclljk rondom hun Pater ge schaard. Juist waren wq even op informatie in het nederige raadhuisje van Wychen, waar de burgemeester en enkele andere dorpsautori- teiten met de marine-^naebt” aan het con- 'ereeren waren,' toen een man kwam binnen- loopen; of de burgemeester direct een politieman ■vilde sturen naar de Knapstraat; daar was hulp noodig: een man van dik in de zestig zat in zqn van alle kanten van water om- stroomde woning, het buisje liep gevaar, en de man wilde er niet uitkomen. In allerjjl werden marechausseemannen naar de Knapstraat gezonden, en wq na tuurlijk mee. Naarmate wjj het overstroomde gebied van Wychen bereikten, werden onze Indrukken steeds droeviger. Over de in allerql geslagen noodbnjggetjes en balken brachten schreieneje moeders en star voor zich uit starende vaifers nun schrei ende kindertjes in veiligheid naar het booger ;en centrum van bet dorp; zoo lang mo- was men in zqn woninkje gebleven, Officieele hoogwaterstand van 5 Januari 8 uur v.m. Keulen 43.89 (Stand Maandag 44.48). Lobith 16.65 (16.87). Nqmegen 13.62. St. Andries (Waal) 8.67 (8.64) Arnhem 13.18 (13.36) Vreeewqk 5.73 (5.67) Deventer 7.18 (6.75) Kampen 2.02 (1.77) Maastricht 46.39 (46.53) Venlo 18.24 (18.59) Grave 40.55 (10.55) St. Andries (Maas) 6.82 (6.17). Hedel 5 (4.45). Ernstige toestand by Driel. Ter hoogte van dexR. K. kerk is een kolk ontstaan van een oppervlakte van ongeveer 3 H.A. met een gemiddelde diepte van 11 Meter. De versterking van den dqk is zoo als men bemerkt heeft, voortdurend aan het afbrokkelen en meer en meer water vult <ie kolk. Het water rees reeds over den z.g. kleinen binnendijk, dien men thans bekist heeft ten einde het kwellen van bet water nog niet meer te bevorderen. Onder leiding van den dqkgraaf Sipmans en den heemraad Buddingh wordt door de bevolking uit de streek, die gerequireerd is, zakken met zand en grint in de kolk geworpen, die als in een bodemloos vat verdwenen. De zakken zqn afkomstig uit de noodbui- zen of beschikbaar gesteld door fruithande laren e.a. De bedreigde plek wordt ’s nachts elec- trisch verlicht Volgens gistermiddag ontvangen berichten blqft de toestand vrq gunstig. Venlo heeft weder straatverlichting. Door de energiek getroffen maatregelen van den directeur Ammerlaan, is de elec- trische stroomleverign hersteld, ten miuste wat betreft de binnenstad. De huiaverlich- ting blqft eéhter gestoord. In de Pepelstraat is een gat van plus mi nus 2 M. diepte geslagen, vermoedelqk door verzakking van een vroegere overkluizing van een beek. Dreigend gevaar bq Heumen. Aan de Waalkade is men den toestand vol komen meester gebleven. Dinsdagnacht om 12 uur heeft men een groote pomp, welke uit Arnhem gehaald was, aan het werk gezet, die schitterend haar dienst heeft gedaan, zoo dat hedenochtend de kleinere pompen van Nijmegen zelf weer gemist konden worden. Ook aan de Electriscbe Centrale is men bet water de baas gebleven. De veerpont vaart Met het grootste pleizier van de wereld werd echter aan het bevel voldaan, en steeds raakte ops vletje weer vlot. Eén keer was de toestand echter zóó kri tiek, dat de bootsman zeide ernstig te over wegen, of er niet het lot geworpen zou moe ten worden om den Jonas, die behalve de vier matrozen in zee geworpen dien de te worden!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1