De watersnood
F
r:
„ONS BLAD”
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
POSTGIRO 1M86X
No 4’
l;.
Woeaadag Jaawari IBM postgiro ihmx 4Oe Jaargang
FEUILLETON.
DE GEHEIMZINNIGE
MOORD.
Awertentiepf^si
Van 1—5 regeh 7 1.25; elke regel meer f 0.25;
per *>egd f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod*
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
f 400,—, f 200,—, t 1OO,—f 60,—, f 35,—, f 16^!
DOOR OVERSTROOMD
GEWEST.
AbonnBmantSDrü««
Per Irwiriaaï voor Alkmaar 2-—
lan allo abonné’a wordt op aanvrago gratis een poli» verstrekt, welteo hen verzekert togen ongavallon tot een bedrag van f 500,
7
POSTGIRO 104O63.
4
L. 8.
(Wordt vervolgd.)
ADMINISTRATIE No. 43»
REDACTIE No UI
t voor omringende polders.
It door een steuncomité geld inge-
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
ge-
’t Werd onze tqd.
We moesten zien, dat we dezen avond
Nijmegen nog bereikten, en dankbaar na
men we afscheid van die prachtkerels
onze bootsman en zqn matrozen die
nog tot in den donkeren avond den provian-
deeringstocht zouden moeten voortzetten.
Een vooruitzicht, dat hen niet in ’t minst
scheen te hinderen. Zoo opgewekt en blij
geestig waren en bleven ze.
Over den verzonken spoordijk voortsprin-
gend van dwarsligger tot dwarsligger, be
reikten wij, terwijl onder ons vaak de wa
terstroom kolkte, bij den Teerschen dijk den
Graafscben weg tussehen „Alverna” en Nij
megen, vanwaar wij in den avond Nijmegen
weer bereikten.
’t was een interessante dag geweest:
we hadden een indruk gekregen van alle
watersnoodtoestanden en van alle hulpver-
leening in de overstroomde gewesten.
We begrepen het:
Zóó is net overal.
En zóó gaat het overal toe.
heele boschages en rietmassa’s, door den
stroom losgerukt, hadden zich over de spoor
rails geworpen.
’t Was een troostelooze aanblik: de anders
zoo fier opblinkende spoorbaan wéggekromd
te zien in den vloed: hulpelooze majesteit!
de Londensche [Militie van u en uws gelijken
gehouden wordt, en ’t doorbladeren
y yy I .1 f1— 1 x» a 11 Ir z i* I z in xv z i
beambten zooals ik, die wel niet onfeilbaar,
maar
bondeif en deugnieten, zooals gij, bedrogen
en bespot te worden!”
,Jk lach wat met uwe bedreiging!" riep
Wallance op zijn gewonen onbeschaamden
toon. „Het bevel tot gevangenneming, waar
van gij voorziep zqt, staat ten name van Jo-
zef Wilmot, en gij hebt alzoo geen vat op
mij!”
„Misdadigers die, zooals gij, onder het ojj-
rondere toezicht der politie staan, kunnen te
allen tijde, zonder bevel tot gevangenneming,
in arrest genomen worden.”
arresteeren bewijs ik de justitie misschien eén
nog grooter dienst, dan wanneer ik uw kreu
pelen vriend had ingerekend. Laat het u niet
verwonderen dat ik uw doopceel zoo goed heb
weten te lichten. Heel uw glorierijk verleden
staat in het register opgeteekend, dat door
gelijken
i daarvan
geliefkoosde tijdkorting van politie-
i :1_ J!, 1 :_x Z..I1V
toch veel te knap zijn om door vage-
Na vele water-omdwalingen, welke ons in
den ouden Ódysseua een collega deden zien,
bereikten wij eindelijk tenslotte op den
breeden rug van onzen onbetaalbaren boots
man den nog boven bet water uitsteken
den spoordijk naar Nijmegen.
Hier stonden gröepjes mensehen uit het
watergebied onze kornet af te wachten
En alsof onze bootsman in deze wild
vreemde en beduusde mensehen de beste
oude kennissen ontmoette, zoo klonk bet:
„Hé zeg! heb ik jullie al Nieuwjaar ge-
wenscht?”
Wéér lachten de mensehen door hun tra
nen heen.
En blijde namen zij voor zichzelf en voor
hun verwanten en buren brooden en kaar
sen geheel gratie! in ontvangst
Jicht een nog betere prooi, Jozef Wilmot niet,
maar Steven Wallance, zwarte Steven bijge
naamd, of, zooals gij u zei ven noemdet, Herr
von Wolterschocker, of majoor Vernon!
Zwarte Steven, de zwendelaar-oplichter, die
naar Norfolk verbannen werd en daar waar
schijnlijk kennis maakte met Jozef Wilmot,
en die, zooals ik zeker weet, een der op
zichters met een koevoet de hersenpan ver
brijzelde en daarop de vlucht nam. Toen gij,
na eenigen tijd in Duitschland rondgezwor
ven te hebben, vóór vijf of zes jaar in Enge
land terugkeerdet, was uw mis^rqf verjaard.
De justitïfe had u echter opnieuw naar een ko
lonie kunnen zenden, om er het overige van
uwen straftijd door te brengen; maar gij oe-
fendet een eerlijk bedrijf uit, en gedroegt u,
luidens de berichten, naar behooren. Uit over
weging daarvan liet de justitie u op vrije
voeten, maar hield u in ’t oog, om bij 't min
ste vergrijp met u af te rekenen. In den af-
geloopen zomer werd men eensklaps uw
spoor bijster. Cadgers, voor wiens tent ik u
menigmaal potsen zag maken, wist uiet, waar
gÜ gebleven waart. Doch nu is mij alles hel
der: gij ontmoettet uw ouden vriend Wilmot,
en troggeldet hem zoo veel geld af, dat gij
Woodbine-cottage kondt koopen en een goed
leven leiden. Zoo gij niet betrokken zjjt in de
zaak van Winchester, dan zijt gij toch, zooals
mij te Huil gebleken is, medeplichtig aan bet
ontvreemden van een aanzienlijk deel van bet
vermogen der familie Walter; en met u te
’s avonds niet. Overdag is de dienst nog
normaal.
Gisterochtend zijn militairen uit Nijmegen
met tallooze zakken zand naar Heumen ver
trokken ter versterking van den Maasdijk, die
tussehen Heumen en Mook gevaar liep.
Min. Latnbooy op inspectie.
Gisteren om kwart-voor-achten reed Mi
nister Lambooy per auto naar bet klooster
te Alverna, waar de militairen door den Mi
nister werden geïnspecteerd. Hij informeer
de vooral, of de militairen goede ligging had
den en of zij op tijd een warm maal kregen.
Hierop kreeg hij een bevestigend antwoord.
De stemming onder de militairen is uitste
kend. De jongens doen alles, wat zq kunnen
om de bevolking zoo spoedig mogelijk te hel
pen.
Daarna begaf de Minister zich in een pon
ton, bemand met mariniers uit Rotterdam en
pontonnier» uit Dordrecht voor een bezoek
aan Wychen.
Te Wychen werd de Minister ontvangen
door den burgemeester, den heer Van Rycke-
vorssel. Daar werd o.a. de school, waar de
Helder che_ miliciens zijn ondergebraebt, be
zocht. Het bleek hem, dat allo jongens gezond
waren en zij hun werk met ijver verrichtten.
Vervolgens werd naar Alverna teruggeva
ren, waar de Minister overstapte in een auto
en naar Mook ^eed.
De Minister was er getuige van, dat de
troepen in allerijl werkten aan de vulling
van zandzakken, welke moesten worden ver
voerd, ter versterking van de bedreigde pun
ten van de dijken.
De Minister had een onderhoud met de bur
gemeesters van Cuyk, Mook en Heumen.
Allen waren enthousiast en vol lof over de
wijze, waarop zij door de militairen ge
steund worden.
Vervolgens ging men te voet over de brug
naar d(e overzijde naar Katwijk, waar het
bouwen van een vliegt ent door de vliegers
in oogenschouw werd genomen, welke moej
dienen om het vee, hetwelk in de open lucht
verkeert, in de tent onder dak te brengen.
Op den terugweg deelde de Minister me
de, dat hij buitengewoon ingenomen was over
hetgeen hij had gezien.
Vooral verheugde hij zich over de samen
werking tussehen de burgerlijke autoriteiten
met de land- en zeemacht.
In snel tempo werd naar Nijmegen terug
gereden, waar de burgemeester een confe
rentierad met den Minister van Oorlog.
Te Reeuwijk en Zwtfmmerdam.
Gistermorgen heeft de commissaris der Ko-
Hulp voor hef overstroomde gebied.
Ieder Katholiek uit het Bisdom Haarlem,
daartoe uitgenoodigd door Z. D. H. Mgr. Gal
lier, zal zeer gaarne willen medewerken, naar
best vermogen, den nood te lenigen. Men kan
steunen op. velerlei manier.
1. Giften in geld drage men af aan het
plaatselijk- of kringcomité, of direct: Bureau
Ned. R. K. Huisvestingscomité, N. Z. Voor
burgwal 177, Amsterdam, Postgiro 22942.
2. Kleedingstukken, schoeisel, ondergoed
en levenmiddelen (liefst in blik), drage men
af aan do Plaatseljjke Afdeelingen of bij de
Correspondentschappen. Adres zal worden
bekend gemaakt in de Plaatselqke Pers.
3. Wanneer de nood het eischt, zal U om
huisvesting worden gevraagd. Weest zoo
goed nu reeds op te geven aan het Plaatse
lijk Comité of U in dat geval huisvesting kunt
verleenen, en of U dan kinderen, volwasse
nen of een gezin eenigen tijd kunt herbergen.
- Nader bericht.
Omtrent het omgeslagen bootje, waarbij
mensehen zouden zijn verdronken, seint men
nog uit ’s Hertogenbosch, dat de heeren
Gernsen, Schenuing en mcj. Schenning direct
onder het vaartuigje geraakten en verdron
ken. Hun lijken zijn nog niet opgehaald. De
Pater slaagde er in zich aan de omgeslagen
boot vast te klampen en dreef in die onge
makkelijke en gevaarlijke houding in de rich
ting van den 'wal. In het nabijgelegen kasteel
„Voorthuizen'’, bewoond door de familie Von
Dreseldt, had men gelukkig den drenkeling
bemerkt en stelde men aanstonds alle pogin-
gelegt
gelijk
doch ’t was niet langer te wagen.
We kwamen aan de Knapstraat; van een
straat” was echter niets te bekennen;
slechts water, en nop eens water; voor
bij den spoordijk Nijmegen—’s Hertogenbosch
stond bet water zóó hoog en vormde bet een
zóó woelige zee, dat men er met geen mo
gelijkheid doorheen zou hebben kunnen wa
den, al bad men er ook een nat pak tot aan
zijn boordje voor over gehad.
Men wees ons op verren afstand het huis
je, waarin.de onwillige man zich opgeborgen
hield, en de politiemannen maakten aanstal
ten om een vlet uit te zenden; het eenigst
daar aanwezige bootje bleek echter hopeloos
lek, zoodat ander materiaal gerequireerd
moest worden.
0! Men beeft er geen besef van, hoe moei
lijk het reddingswerk in overstroomd gebied
is: letterlijk óveral zou men over bootjes moe
ten kunnqn beschikken, en dan nóg is het de
vraag, of men over het water, dat zoo ontzag
lijk veel blinde hindernissen in zich bergt en
waarop niemand zich oriënteeren kan, het
bedreigde punt met de bedregde mensehen en
het bedreigde vee bereiken kan.
We moesten ons plan, bij het ondernomen
reddingswerk aanwezig te zijn, laten varen:
we willen hopen, dat de onverstandige man
nog tijdig uit zijn levensgevaarlijk isolement
verlost is.
Wij voor ons benutten het moment om eens
een kijkje te nemen bij de groote doorbraak
van den spoordijk, welk bier vlak bq had
plaats gehad:
enkele honderden meters in de richting
's-Hertogenbosch zonken de spoorrails met
haar dwarsliggers weg in de stroomende en
golvende watermassa; met geweld baande Let
woeste element zich onder onze voeten een
weg van de Maas naar het rechte gelegen
lager gebied; verder konden wjj niet gaan;
verder konden wq ook niet zien, want
zichtbaar deed worden. Carter met verdub
belde opmerkzaamheid, daar hij zich boe lan
ger hoe meer overtuigd hield, den ander reeds
vroeger gezien te hebben.
,Jk zeg u nogmaals, dat gq den verkeerde
voor hebt,” herhaalde de laatste op sarren-
den toon. „Gij zqt een Londensche politie-be-
ambte, niet waar? Maar toch géén veteraan
van het vak; anders zoudt gij u niet zoo dier
lijk in de luiers hebben laten leggen. Van
Shorncliffo af hebt gij mq met uwe speurhon
den nagejaagd, denkende dat gij bet rechte
wild op het spoor waart; maar uw reuk is
bitter slecht, kameraad; want in plaats van
den gewaanden Henry Waker hebt gij een
doodonschuldig man nagezeten, die voor za
ken naar Kopenhagen 'gaat. Waarom zaagt
gij op- Woodbine-cottage niet beter uit de
oogen? Gq had mq niet behoeven na te stoo-
men maar eenvoudig den lammen man, die op
mqne cottage achterbleef in 't oog moeten
houden Ha ba!” ging hq voort Zich vergenoegd
in de handen wrijvend, „gij hebt u door de
dochter van mjjn vriend, die de kleeren van
mqn huishoudster had aangetrokken laten be
dotten, en hare fabeltjes voor goede munt
aangenomen! Ik verheug mq voor Wilmot dat
hq met geen slimmer rot te doen beeft ge.
iurd! Maar nu gü 't met hem zoo wél ge-
maakt hebt, wil ik u een goeden raad geven.
Laat mq ongemoeid, beste maat! anders zou
uw tweede dwaling erger day de eerste zijn.
Dat gq Wilmot liet ontsnaopen, zal uwe lau-
1 1
ningin in Zuid-Holland, E. C. baron Sweerta
de Landas Wyborgh, een bezoek gebracht
aan de door de overstrooming geteisterde ge
meenten Reeuwqk en Zwammerdam.
-Omtrent den toestand op het oogenblik
vernamen wq, dat geen onmiddellqk gevaar
meer dreigt
Er wordt
zameld om in de eerste behoefte dér getrof
fen gezinnen te voorzien. Een collecte, onder
de ingezetenen van Reeuwqk gehouden, heeft
in enkele dagen 900 opgebracht. Baron
Sweerta de Landas Wyborgh heeft een ruime
gift aan het steuncomité geschonken.
De dqk bij Jaarsveld.
De dqk bq Jaarsveld staat er minder goed
voor. De kwellen veroorzaken, dat de dqk
bq Klaphek minder goed wordt. Op den toren
van de kerk van Willigen-Langerak is de bal
geheschen, die de omwonende boeren waar
schuwt, dat zjj op hun hoede moeten zqn. De
rqksveldwacht is naar de plaats, welke be
dreigd wordt, ontboden. Het kanon, dat waar
schuwingsschoten zal lossen, is in gereedheid
gebracht, en aan het personeel, dat bet IrtPlion
bedienen zal, is aanzegging gedaan, dat het
zich gereed moet houden.
Het bestuur van het waterschap Benschop
heeft in een spoedvergadering besloten, het
stoomgemaal niet meer in werking te stellen,
zoolang de Idssel, waarin geloosd wordt, zqn
abnormalen waterstand behoudt. De boezem-
kaden langs den Ouden Waterschen Damweg
verkeergn in zulk een staat, dat men vreest
voor doorbraak. De Noordzijde van den pol
der Benschop staat reeds eenige dagen voor
het grootste deel blank.
De Dommelerwaard.
De stand van de peilschaal hier was gister
morgen 6 uur 7.45 M. N. A. P., dus bracht
de nacht gelukkig enkele c.M. val.
In het polderdistrict heerscht nog steeds
een paniek. De bevolking der talrijke dorpen
vertrouwt de berichten niet. De inwoners van
de dorpen, gelegen aan den Maasdijk en mid
den in den polder, zooals Bruchem, Kerkwqk,
Velddriel, enz. bleven den geheelen nacht op
en maakten toebereidselen tot verttek.
Motorrijders brachten berichten over, melden
de den werkelqken toestand en gisternacht
zqn de dijkgraaf, de heer H. C. de Jongh, en
de secretaris, de heer P. Brouwers, samen de
Bommelerwaard ingereden en hebben zij ver
schillende dorpen bezocht, om de bewoners
te overtuigen, dat, hoewel de toestand zeer
ernstig is, men den moed niet behoeft te ver
liezen.
Na meerdere omzwervingen, waarbij WÜ al
door eenzelfde ellende te zien en te beleven
kregen, doch waarbij WÜ ook geregeld kon
den opmerken, hoe gelaten en geduldig het
goede volk deze verschrikkelijke bezoeking
draagt, werden wij op terugkeer naar „de
wereld” bedacht.
Bij den marine-commandant van het eiland
Wychen teruggekeerd, imformeerden wq, of
er gelegenheid voor een overtocht naar „Al
verna” althans naar den Graafscben weg
bestond.
de luitenant-commandant wac ons voor
zoo ver mogelqk gaarne ter wille, maar.
wilden wij eerst misschien nog niet een pro-
viandeeringstoebt langs de geheel van water
omstroomde woningen in en rondom Wychen
meemaken?
Natuurlijk! Graag!
In een vlet werden groote hoeveelheden
brood en pakken kaarsen geladen; vier
matrozen en een marine-bootsman van den
Helder we vergeten dien leuken Blokland
nooit gingen mét ons aan boord; de ma
trozen waren op het natte element berekend:
tot bun middel waren zij in het leer gestoken.
Wat al spoedig noodig bleek, aangezien ons
tamelijk zwaar geladen vletje door het water,
maar over de straatsteenen, vlot getrokken
en geduwd moest worden, alvorens wq den -
tocht konden aanvaarden.
Spoedig echter konden wq koers zetten
naar de door honger en gebrek-aan-licht be
dreigde gebieden.
Doch, o wee! die „vaart” viel danig tegen-
leder oogenblik stietten wq met ons vletje
op straatsteenen, op heuveltjes en hekjes, op
heggen en stoepen, en lastig was het daarbij,
dat men door bet geei-troebelige water ab
soluut niet op den bodem kou zien: 't
kon er één, 't kon er vqf meter diep zqn! I
Toén hebben wq eerst recht de gulle offer
vaardigheid en het heerlijke optimisme van
onze mariniers en matrozen in deze dagen
kunnen bewonderen
ze maakten van den nood een deugd: i.e.
een grapje!
De vier matrozen roeiden op commando
van den bootsman, een lange gestalte aan
het roer „model”, tot we, met een stevigen
stoot, plotseling „goed” vast kwamen te zit
ten; de schok deed den bootsman over ons
onschuldig dubbel slaand lijf voorover slaan,
met z’n hand in een kwaadaardigen spijker:
het viel ons niet mee, den langen bootsman,
die maar aldoor vallen bleef, op ons rugje te
torsen hield die kerel nooit op met vallen?
maar de goede stemming werd er nog
slechts vroolqker door!
„Vier man overboord!” klonk toen opeens
het qzig-strenge bevel, en.floep! vóór we
recht wisten, wat er gebeurde, sprongen er
aan beide zqden twee matrozen pardoes in
het water; tot hun middel reikte, het natte
element:
't was ons duidelijk: als ballast moesten zij
zich uitwerpen om bet vletje lichter te maken
en bovendien moesten zq het vaartuig met
heel zqn inhoud oplichten en voortsjouwen
om het weer vlot te krijgen.
Ze krègen het vlot, en we naderden Je wo
ningen
„De bikker!” riep onze bootsman met het
stemgeluid van een grootstads-broodbezor-
ger beneden aan een hooge trap.
De mensehen, op de bovenverdieping voor
de ruiten zittend, lichten ondanks hun ellen
de.
Vóórt ging het weer, geheel „model”:
„Haal óp gelijk!” „Bakboord strijken!”
„Stuurboord halen!”
Tot we met al dat gahaal en gestrqk, weer
vast kwamen te zitten en weer klonk het
wreede bevel:
„Vier man overboord!"
104.
Hq had een bonte muts op het hoofd, waar
van de kleppen over zqn ooren waren
trokken, maar had zieb blijkbaar van zqn
venkleeren ontdaan en, om meer op zijn
mak te zqn, zich in een schippersjas gew
>eg evenwel een grijze broek.
Carter schud,2J_,.
bq den arm, en zeide: „Sta op, Jozef Wilmot!
venkleeren ontdaan en, om meer oi
r M Hl* M
keld. Hq droeg |H
Carter schudde den slapende vrq onzacht
bq den arm, en zeide: „Sta op, Jozef Wilmot!
gij hebt mq heel wat zweet gekost, maar ein
delijk heb ik u toch in do knip.”
De man wreef zich de oogen, en kroop als
een siaa; dronkene uit zqn hangmat. Na zqn
arm, dien Carter nog steeds vasthield, l>sge-
rnkt te hebben, ging hq zooveel overeind
staan, als de lage kooi toeliet, en zeide, ter
wijl hq Carter grimmig aanzag: „Waartoe
komt gij mij in den slaap storen en den boel
hier op stelten brengen? Als gij Jozef Wilmot
hebben moet, zqt gq bq den verkeerde.”
„Gq begrqpt wel”, antwoordde Carter, hem
scherp opnemende, „dat ik u niet van Shorn-
cliffe af gevolgd ben om mq met nietige uit
vluchten te laten afschepen. Komaan, maak
dat gq spoedig in de kleeren komt!”
De beide mannen zagen elkander vlak in ’t
gelaat; de vluchteling met een grijnslach, die
twee rijen dicht op elkaar geklemde tanden
weren wel niet vermeerderen, maar u toch
ook niet veel schade berokkenen; doch houdt
gij mq tegen in mqne reis, en sleept gij mij
terug naar Shorncliffe of Winchester, om da^r
zonneklaar bewezen te zien niet dat ik de
gewaande Walter, maar de onschuldige eige
naar van Woodbine-cottage ben, dan stel ik
natuurlijk eene actie tot schadevergoeding
tegen u in, en gij zult ongemakkelijk in uw
beurs moeten blazen.”
Carter knarsetandde van spijt. Verschalkt
door een onnoozele dienstmaagd, of door
iemand, die zich voor dienstmaagd uitgaf;
door een slimmen gast honderd mqlen ver
yan het spoor geleid, en den waren schuldige
in de gelegenheid gesteld om zich op zqn ge
mak uit d$ voeten te inateen; aan vriend
en yqand stof gegeven om hem na een twin
tigjarige loopbaan op ’t grievendst te be
spotten dat was inderdaad hard!
„Jozef Wilmot niet!” riep hq, verbijsterd
het hoofd schuddende.
„Neen, vriendlief!” grinnikte de ander; „de
man die hier voor u staat en, zooals gij reeds
gezien hebt, het vrqe gebruik van zqn beide
boenen heeft, ia evenmin Jozef Wilmot, ab
gq het zqt Met al uw ijver is uw prooi u
ontgaan!”
Carter hield opnieuw de lantaarn voor het
gelaat van den man en bekeek hem met In
gespannen aandacht. „Neen!” riep hq een»,
klape, „neen, Jozef Wilmot zqt gq niet! de
moordenar van Henry Walter niet, maar wel-
Hl. (slot).
Onze omzwervingen op het „eiland Wq-
cnen bezorgden ons watersnotyl-sensaties in
allerlei vorm.
De vriendelqke Franciscaner parochie-pa-
ter, die ons vanaf het jonge eiland bq onze
landingspogingen tot „loods” gediend had,
leidde ons rond en wees ons den weg.
In Wychen vonden wjj een allererbarmeiqk-
zten toestand: men kon het den dorpelingen
aanzien, dat zq zware dagen en nachten ach
ter den rug hadden; hier was met man en
macht gekampt tegen den waterwolf; jong en
oud had zich ingespannen om te redden, wat
er te redden viel in het „verdronken oord"
van dit dorp, en haveloos, met moede ge
zichten liepen de dorpelingen hier rond en
stonden zq op het marktplein de vreeselqke
gebeurtenissen der laatste dagen te bespre
ken, heel gcmoedclljk rondom hun Pater ge
schaard.
Juist waren wq even op informatie in het
nederige raadhuisje van Wychen, waar de
burgemeester en enkele andere dorpsautori-
teiten met de marine-^naebt” aan het con-
'ereeren waren,' toen een man kwam binnen-
loopen;
of de burgemeester direct een politieman
■vilde sturen naar de Knapstraat; daar was
hulp noodig: een man van dik in de zestig
zat in zqn van alle kanten van water om-
stroomde woning, het buisje liep gevaar,
en de man wilde er niet uitkomen.
In allerjjl werden marechausseemannen
naar de Knapstraat gezonden, en wq na
tuurlijk mee.
Naarmate wjj het overstroomde gebied van
Wychen bereikten, werden onze Indrukken
steeds droeviger.
Over de in allerql geslagen noodbnjggetjes
en balken brachten schreieneje moeders en
star voor zich uit starende vaifers nun schrei
ende kindertjes in veiligheid naar het booger
;en centrum van bet dorp; zoo lang mo-
was men in zqn woninkje gebleven,
Officieele hoogwaterstand van
5 Januari 8 uur v.m.
Keulen 43.89 (Stand Maandag 44.48).
Lobith 16.65 (16.87).
Nqmegen 13.62.
St. Andries (Waal) 8.67 (8.64)
Arnhem 13.18 (13.36)
Vreeewqk 5.73 (5.67)
Deventer 7.18 (6.75)
Kampen 2.02 (1.77)
Maastricht 46.39 (46.53)
Venlo 18.24 (18.59)
Grave 40.55 (10.55)
St. Andries (Maas) 6.82 (6.17).
Hedel 5 (4.45).
Ernstige toestand by Driel.
Ter hoogte van dexR. K. kerk is een kolk
ontstaan van een oppervlakte van ongeveer
3 H.A. met een gemiddelde diepte van 11
Meter. De versterking van den dqk is zoo
als men bemerkt heeft, voortdurend aan het
afbrokkelen en meer en meer water vult <ie
kolk. Het water rees reeds over den z.g.
kleinen binnendijk, dien men thans bekist
heeft ten einde het kwellen van bet water
nog niet meer te bevorderen. Onder leiding
van den dqkgraaf Sipmans en den heemraad
Buddingh wordt door de bevolking uit de
streek, die gerequireerd is, zakken met zand
en grint in de kolk geworpen, die als in een
bodemloos vat verdwenen.
De zakken zqn afkomstig uit de noodbui-
zen of beschikbaar gesteld door fruithande
laren e.a.
De bedreigde plek wordt ’s nachts elec-
trisch verlicht
Volgens gistermiddag ontvangen berichten
blqft de toestand vrq gunstig.
Venlo heeft weder straatverlichting.
Door de energiek getroffen maatregelen
van den directeur Ammerlaan, is de elec-
trische stroomleverign hersteld, ten miuste
wat betreft de binnenstad. De huiaverlich-
ting blqft eéhter gestoord.
In de Pepelstraat is een gat van plus mi
nus 2 M. diepte geslagen, vermoedelqk door
verzakking van een vroegere overkluizing
van een beek.
Dreigend gevaar bq Heumen.
Aan de Waalkade is men den toestand vol
komen meester gebleven. Dinsdagnacht om
12 uur heeft men een groote pomp, welke uit
Arnhem gehaald was, aan het werk gezet,
die schitterend haar dienst heeft gedaan, zoo
dat hedenochtend de kleinere pompen van
Nijmegen zelf weer gemist konden worden.
Ook aan de Electriscbe Centrale is men bet
water de baas gebleven. De veerpont vaart
Met het grootste pleizier van de wereld
werd echter aan het bevel voldaan, en
steeds raakte ops vletje weer vlot.
Eén keer was de toestand echter zóó kri
tiek, dat de bootsman zeide ernstig te over
wegen, of er niet het lot geworpen zou moe
ten worden om den Jonas, die behalve
de vier matrozen in zee geworpen dien
de te worden!