VOOR DE HUISKAMER üivïr *-anc „Ik heb al verscheidene deelefl gedich- —*-t'-’'en," zei Jinsih, „maar ik om 2e pas na mijn dood te I jaj-wa-. - - 1 NUMMER 19 m A DE BRUIDSDIAMANTEN Woman J HOOFDSTUK XLV.IB R T.„ D..S AWW h.? h., -S- --JE! .’.’iSS’ scheid met een paar vormelijke woorden van dank. 1= inniiiiiiiimiiNiiMHiiiHii vroolijken, maar vastberaden toon, dat <7 u genoegen doet maakt mij gelukkig.” gezien hebt,” antwoordde Donato „dan een droom moet zijn. Wat ik heerlijk vind, vrouwtje tot een goed zeeman op te voe- a van Zweden en Noorwegen, waar ge de op haar was V’ meisje,” fluisterde aij. „Ik weet niets, heb tn mijn zaken voeren mij naar vreemde met familie gaat. Indien mén van kind v f ’.YÏY. de deur. _Toen zij op straat Stonden, zeide van in neren.” „Ik heb verwanten, die ik nooit gezien „Hoeveel land hebt vraagt hij nu. uHcal weinig ongeveer eea Zestig luid zich na. Onderweg zou hij Bari aandoen om M M m „ïk heb geen snel in de rede. oom, vermoeid van het werk van dien dag, Was in zijn stoel in slaap gevallen. i.wor- oom Stefano op zich wil flemen Op dit voorstel, hoewel hij er innerlijk i wagenma- „Oe kent mij voor wat ik ben, een han- slechts delaar een man van het volk.” „Neen gij zijt een heer.” --- «n is zoo, dat er op kreeg. hij gaarne in de schaduw van hield toch het tneest van mijn eigen fluit.” duizenden smachten er naar u te hooren.’ Hij eprak afgrtjaelljk en zijn spreekstem had volstrekt geen bijzonderen klank. jongen groot is, dan schrijft hij mis* 1 Vondel.” it hoqp ik niet. Ik wou dat „Voelt u niet, wat een heerlijke, een 1 van je rijtuig afspannen en portret voor alle winkelramen staat.” der mannen met zitten. -milhocu - Het grootste vrouwen-overschot kan Ctalen strijd tusschen man en vrouw, men vaststellen bij dat deel der bevol- van de bestaande wanverhoudingen king, dat den huwbaren leeftijd heeft. Dit spreekt vanzelf, daar verreweg het meerendeel der gesneuvelden 1 bare of jong-getrouwde mannen waren. In Duitschland staan Zwitser „Nu, wees maar stilik werr Ia I a .„aAaa 2 "“V ---MS MWl W«L Duitseher „Hoe kun je die den ken nen?" Zwitser t „Aan de groote bekken.” „Daar ga je Jansen," sprak een var johelftudc, uLang „Volstrekt niet/’ antwoordde de jon- - t -,.n we Mn eiujj, verier gjan --1 gaar boven hen was donker, eh behalve eenige ik ben een arm, onwetend meisje ledige huurkoetsen was de plaats beneden hierin kan ik niet bedrogen worden. 1 bang zijn." „Ook als ik bij u was, lieveling „Hé neen niet bij u.” „Ge zoudt met mij overal meegaan en overal u veilig voelen, waar ik was „Overal 1” de reis van ons tweeën naar Londen en dan voor elk liedje 16 pond, 13 shilling en „Zij waren het meer dan waard,” riep afgeloopi - zijn ér Ir A a- Ja2a.Ua- „1 Cr iets V^n fê 1 1™.„a Op een morgen rijdt hij naar de otfen- ----- plaats. Een kapitein volgt hem op eenagen wendde Mieh weet tot van Houten. „Ik vind ook daar valt een strijd waar te nemen om afstand. hét heel aardig van u, mij dat aan te bieden de „baantjes” tusschen den man en de Bij de brug over een breede riviet ge mast, ik zal er niet op ingaan. Ik ben heel vrouw. Het gaat niet, gelijk vroeger, om komen, houdt de generaal zijn paard stil tevreden met wat ik ben en wat ik heb. minder of meer tijdelijke werkzaam- en wisselt eenige woorden met der ■Ntiin Uv.„ heid van de vrouw, waaraan meestal een brugwachter. j j einde kwam met het huwelijk, want de „Wat verlangde de generaal van u?" er tevreden mee en de vrouw ook. Al dié huwelijkskansen zijn zooveel geringer vraagt de kapitein, ah hij op zijn beurt herrie geeft maar last. Ik blijf stilletjes geworden, dat de vrouw den drang voelt bij de brug komt. hief en wie mij graag wil hooren zingen om zich voor lange jaren een werkkring te’ „De generaal vroeg me hoe breed de moet maar hier komen. Ik ga nu eenmaal verzekeren. Zij ondervindt vooral scherp rivier is," antwoordde de man, niet naar hen toe." de concurrentie der oorlogsverminkten „En hoe breed is zij 690 ntiinknor* „Dank u - De officier rijdt verder en bereikt spoe- In vele landen is onmiddellijk na den dig het oefenterrein. Na eenige inleidende woorden begin* te praten. Je- tuj gaan, om mij hierin te hebben hier weer een uit vier. Hoe breed, mijne heeren, denkt gij zl.l >4a aa.»/—U'a. 99 De overste „5ÖÖ Meter, generaal.” „O neen, overste, dat is te weinig. Op '*"'“'*1 glj haar> nujooj „Circa 7 a 800 Meter, generaal.” „800 Meter; ik geloof, dat dat wel wat ïïias ik azen, wat uwe schatting is?” „620 Meter, generaal," antwoordde de- op een toon van beslist zelfvertrou- „Zeer goed, kapitein» dat kómt geheel overeen met mijne schatting. Hoe komt Irantfaiw „Ik heb het ook aan den brugwachtei AzrUcril tronoMsl „tk kan nauwelijks gelooven, dat het zee, waar men vrijen tijd in overvloed heb,” zeide het meisje, „mijn tante Fran- niet bijzonder nieuw ea niet bijzonder oud; geen droom was heeft, zou het moeilijk zijn uit te houden, cisca Petrucelli en haar familie. Zij woont en ik werd er zeker niet geboren, daar Het was La Oiulietta die Sprak. Haar als ik niet iets leeren kon.” bij Napels, in een dorpje San Lorenzo ik het eerst twee of drie jaar geleden ge- Zij luisterde tij zuchtte. Zij is er. hatft ;cr. ei. i™: Lb. Uzi roo’n szCtüfne- „Dat is het niet,” wide zij. „Het is niet boerderij, en een familie van drie grilwant als een man den oceaan road- t me- „Bn vertel mij nooit nooit meer, dat Hij heeft lang genoeg gewerkt. Het wordt moet hij naar Venetië gaan, om eer ik mi; over u zou kunnen schamen. Hoe ‘Üd dat hij het leven gemakkelijket op- deelte van zijn lading in te schapen zou ik anders dan trotsch kunnen zijn op neemt- Hoe zou het zijn als hij naar Bari daar naar Trifet en van Triest naar Srnyr- de vrouw, die ik lief heb? Hoe zou ik haar kwam? Daar heb ik een huis, zooals ge weet kunt het kunnen liefhebben, als ik niet trotsch «n s‘uk land. Tot hiertoe heb ik het een architect aan het werk te aetten en 17” land verhuurd en, wat het huis aangaat, ik het huis te verbouwen. Hij zal niet min- .Maar ik ben slechts een arm jong ef slechts twee-, driemaal in een jaar der dan een maand wegblijven - moge- >iu« _J ®‘n P"r wek«n achtereen in gewoond. lijk Wel vijf weken. Intusschen (aange- ,Het is des zeemans schuld niét, dat geen manieren. Als uwe vrienden mij ”u zal ik het opknappen, meubileeren en nomen dat zij natuurlijk als fine familie 4 t^wsz4rwse Weê *rt«ri voor u mooi laten maken en al« uw os vrienden,” viel hij haar met ons zou willen leven, en het land voor die tot een beslissing moet gebracht w 4» il «wse Miaflon kn w Lu-n 11 iti wmaaa L. wién ik u ver- huurder opzeggen. Hoe zoudt ge dat vin- het land te pachten F hem niet den Op dit voorstel, hoewel hij 1 2ij vond natuurLjk dat niets beter kon door gevleid is, antwoordt de eenvoudig éijn. Den vorigen dag nog zeide hij, hoe ker met een aantal tegenwerpingen. Hij 7 '7 «ijn eigen heeft aijn geheele leven te Verens ga dis ik nooit gezien had, eer ik gisteren m „Maar ge hebt familie wijngaard zittend, polenta eten wilde, die woond, en is te oud om met wortel en uwe boeken had gekeken.” „Nu, ik heb neven maar ik heb zé in °P «jgen erf gegroeid was en zou tak te warden verplant. Bovendiea, wit „Wat zou dat? Ik ben een koopman, vele jaren niet gezien. Ge weet, hoe dat d‘* n*»1 bijna hetzelfde zijn? zou een man, die zijn gehnle leven 7-oJ Intusschen had de koetsier op de bin- wielen gemaakt heeft, van paehtofij af» avsns, waar ik er werkelijk sleeht aan toe aan met heft wordt opgevoed, de band nenplaats zijn paard uit het gareel geno- weten zou zijn, indien ik mijzelf niet verstaan- innig en werkelijk maar wanneer familie- lneu en den stal gebracht. En nu kon- benr kon maken. Bovendien ben ik» als leden vrntrootd züna en de jonge lieden den zij bet paard een welkom hooren tnc- vefdtlfi|tn om te hooren Hij glimlachte, ’n joviale lach van meet- een ian' 4a jawel I" WM het ijskoude ant- detheid^en de secretaris vroeg „Zou je het niet heel prettig vinden,” eenige gave U bezit Wat een voorrecht vtoeg Fossinsky, ^naar Windsor te gaan het te mogen gébruiken tot genot van de nan voor den konina en de koningin te heele wereld.” Ueia!" „Neen, dat deed ik liever niet,' woordda Davis, „ofschoon ik den ouden heer en mevrouw graag sou willen doen als zij het wenschen.” les a zevende vrouw een levensgezel. 1 Eigenaardig is het, dat er in de Balkan- Onderwijzer t landen, en in het bijzonder in Bulgarije, L_. geen overschot aan vreuwen is. Dit is P«n? Jongen: .Anders zouden de men vele bezwaren aan verbonden. dat Staten met een boerenbevolking de kenen met de koppen tegen elkander ge- 7._„ 1, legde Van Houten begreep.dat hij detf slag had jonge mannen een gezonder en degelijker Ik honorarium verloren en waagde geen verdere pogingen leven leiden dan in industrielanden. Men hij gewoon was aan goede tenoren te be- meer. De jonge secretaris kwam echter die^ ^el m het oog te houden, dat het talen. 1 „Sn geen van hen, U kunt mij op mijn Hem scheen het niet gebruiken van zulk uwé.” „Heb ik geen gelijk, mijnheer t” Van Houten knikte, „öi ufe[ was gaii^zitten en zijn bier dronk, den helpen.” Davis ging in diep nadenken de kamer op en neer. Van Houten volgde hem met een blik, zooals een geworden, dat de vrouw den drang voelt bij Jaren een werkkring te' „De g idérvindt vooral scherp rivier is,' .Maar u zal ons toch wel ‘t pleziertje speciaal in Siksen die een streepje voor betrekking hebben verdreven, r oorlog, het huwelijkscijfer aanzienlijk ge stegen. Voor Groot-Berlijn waren deD cijfers o.a.1914 38,819 gesloten huwe- standen schatten' tifkvftit* Z^«9 m t miZBa var val^ •- met groot genot en de impresario keek 25 583; 1918 29.111 '1919 51,892 Ï920 genheid voorbij In 1919 en 1920 was het aantal ge- dan afzonderlijk opgroeien, dan houdt fami- hinniken aan aijn makker ea aan denhzet- lie op een band te zijn en wordt vergeten, sier, die fluitend op en n«r ging. Suilen Zoo is het in mijn geval. Die verre bloed- in de straat was alles zoo stil als otatnid- verwanten kunnen, voor zooveel ik weet, dernacht. i- gestorven zijn ik zou hen nauwelijks „Vertel mij wat van uw huis te Bari,” herkennen als ik hen zag en ik ben er ze- zeide zij,en liet haar wang tegen ker van, dat zij zich mijner ook niet her- der rusten. „Is het een oua huis werdt inneren.” gij daar geboren gij, een groot liefhebber van lezen en op „Ik heb verwanten, die ik nooit gezien „Het is een klein wit huis, lieveling heeft, zou het moeilijk zijn uit te houden, cisca Petrucelli ert haar familie. Zij woont en ik werd er zeker niet geboren, daar genaamd. Zij is weduwe en heeft een eir kocht heb. Het was juist zoo n asemans- De verloofden stonden buiten op het bal- dat gij u-fcelf geleerd hebt, of dat gij veel dochters en vier zonen. Ik zou hen heel zwalkt, weet hij graag dat er eenige kon over Venetie te spreken. Het was een hebt meegenomen. Gij hebtgestudeerd. Pkag eens zien en mijn zeven onbekende ters vast land zijn, die hem toebehooren weinig na achten en avond. De hemel Uw uw moeder was een dame. Neen, neven en nichten.” maar „Indien ge dat veriangr, lieveling, sui- rusten aan. nu, i«i u»m» «w «ruwg Ik zag 'en w*i daar aamen op onze huwelijksreis terras en ziet uit op de zee. Het heefiwvan oeen palmboom, een echt Afrlkainsche „Ge moet mij niet te veel toestaan,” palmboom. Dé heuvelhelling is met wijn- Zeide zij. „Ge zult mij bederven.” gaarden beplant, en aangelegd met Olijftui- Liefkoozend streek hij met de hand nen en beneden in de diepte, Op «en g „En verondersteld nu, dat ik een prins «ver heur haar. vooruitspringend voorgebergte, UM ’drie ca «..„Lu- Hik had altijd gedacht u voor dat eerste zijden door de blauwste Zee van de Wereld s tochtje naar Napels en Sicilië te voeren, bespoeld, ligt de groote witte stad met mijn lieveling. En ik heb er ook over ge- haar kasteel, haar hoofdkerk en haar ha- u aan boord van de ven vol schejxn.” Diamante gemakkelijk zullen maken. Ik Hij nam haar in zijn armen hij kuste denk mijn eersten stuurman een kooi hij tegenwoordig gebruikt, in een soort „Ge zijt een dwaas kind,” zeide hij. kleedkamer en kantoor voor mij-zelf te veranderen. D* tusschen mijn kleine hutten wegbreken in Londen verschijnen en prinsen en huis, ‘t Staat voor iedereen open, zij zijn verhouding heeft natuurlijk bedenkelijke infanterie bij de groote pfifiltftdcn Cfl life Lofldtnaars zien zien, nlij allen welkom.” sociale gevolgen. Men denkt slechts aan »»Ach riep een aar tenrii 1, huwbare „Toch Wat Hij leunde over de balustrade en keek Dan zullen wij het schot de plaats rond. „Ik dacht, dat ik beneden een geluid hoorde,” zeide hij „alsof er iemand zich - „Misschien was het vrouw Theresa, sloeg. Haar balkon is juist onder het ottte.” „Hoogst waarschijnlijk. In ÜR fceval is zn er nu niet meer.” „Én ge wildst zeggen „Nu ik wilde zeggen, dat Bari niet op Venetië gelijkt Maar het is een vrooiijxe, drukke plaats, in een land van zonneschijn en overvloed én ik denk dat uw oom Ste- Tonio Moretti’S paar- fano, als hü tegen zonsondergang in die bruin. kleine veranda Zijn pijp rookt- „Wat is er van mij vroeg de wagen maker uit de kamer, uit zijn dutje opge- „Een samenzwering, oompje 1” xaarne heen zou brengen, ja, en waarheen „Mijn Giulietta,” zeide haar verloofde “1W d‘«n vreemoe navens meet, en „Een samenzwering om mij te laten v. ...i n°8 mter van vteer en wuld. Maar ik be- verhongeren, he Tien minuten voor groot zijn, dat ik mijn hart en hoofd ken, en doel niet, dat Wij in letterlijken zin de half tien, en geen avondeten klaar papegaaien, die tot aan den dan gij, yele jaren. Enkelen zouden kun- maar, dat ge menige reis met mij m de - *1 I Ae>ete>««eéX Vwm Wulf „Maar wat zou ér van oom Stefano maal .1en waarop hij, als hij aan wal komt, Mit- Indien ge dat verlangt, lieveling, sul- rusten kan. Nu, het huis staat hoog op een n -- xi.*:i*.2ïJt«o verlaten. De oude Anita met^haar komfoor het aan haar portret. Zij was niet een der heengaan. Neen, bedank mij niet. Wat voren een veranda, en op^hetterraa^gr^ en dfiepootigen stoel had sedert lang haat onzen evenmin als gij/ plaatsje onder de poort verlaten de druk te was voor dien dag voorbij, en hier en daar tusschen dak- en benedenver dieping was een verlicht venster te zien want de meeste bewoners van de Herberg was," zeide hij luchtig, „wat dan de Hoed waren reeds daar bed gegaan. „Ik zou te ver beneden u staan, zooa „Wacht tot ge Venetië bij maanlicht ik nu ben.” gezien hebt,” antwoordde Donato „dan „Waarom Giulietta mla Waafom lie- dacht, hoé wij het u aan boord van de ven vol Schepen." zult ge inderdaad kunnen zeggen, dat het veling, wat is dat voor gekheid?” Diamante gémakkélijk iullan maken. Ik „Het moet zoo mooi zijn als Venetië, een droom moet zijn. Wat ik heerlijk vind, Hij nam haar in zijn armen hij kuste denk mijn eersten stuurman een kooi „O neen daar is maar tH Vénétië. is een gondel te nemen en *s nachts de haar op de oogen en vond ze vochtig van tusschendeks af te schieten en de hut, die Toch. zij kanalen rond te varen, zwijgend stil tranen. - - «- uit de duisternis in het licht te komen en „Ge zijt een dwaas kind,” zeldé hij. weer terug in duisternis te verzinken. Al- „Indien ik een koning was en ge mij lief- les is spookachtig. Ge slaat een hoek om hadt, zou uw liefde u tot mijn gelijke ma- en ar plast iets in het water achter u. Hét ken Maar ik ben geen koning. ïk ben «n *r een goede zitkamer voor u van ma- hoort Ik ben eenvoudig Cesare Donato, die u stemmen in een fluisterend gesprek, of van ganscher harte en voor zijn heele le- onder een verlicht venster en luistert naar ven lief heeft. Luister, liefste, ik ben van •het zingen eener vrouw daarbinnen. Ieder deftigen huize en misschien hooger in huis schijnt vol geheimzinnigheden, iedere geboorte dan de meeste menschen van gondel, dien gij ontmoet, schijnt een ge- mijn stand. En ge hebt gelijk, als ge denkt j heim met zich te voeren.” dat ik een tamelijk goede opvoeding ge- binnenplaats. Hét meisje had zich op het „Ik gcivui UKl, LM, UKL piOUg-VU UVUk, gv, Udl IA WU gtt. -J vinden,” zeide het jonge meisje. „Ik zou leerde vrouw verlang? Gelooft ge, dat ik trokken maar op het zien van het oude u meer *- - - -• *--* 'J* kendet V- „Neen, maar....* „Maar wat „Ik vrees dat ge „wcra,minder Hef zult krijgen, als ge u over mij „Er zijn zooveel plaatsen, waar ik u schaamt.” -- - i „Mijn Giulietta,” zeide haar verloofde ‘hd, dien het in vreemde havens bleet ?k u ook mettertijd brengen zal. Mooie ernstig, „ge moogt er geheel zeker van 1 -- --- - **- - -V zi^f .Ir AM 1, AM VUD |JlV»l»ll AXZvJ £1 VTkZW Z—- AAA.A AAW^AA^ f «BA palm wou den, bevolkt dat ik nooit zal veranderen. Ik ben ouder ****ld Zülietl rondzeilen, lieveling alleen t-, bm.aa d.l aMam.’sm rail «hii tn het water zich uitstrekken. En- nen zeggen, dat ik te oud en te ernstig ben Diamante maken zult. d-• voor iemand zoo jong als gij zijt zoo >■- --- den bo- jong en zoo vroolijk Maar zoo oud als ik ben, gij zijt mijn eerste liefde.” „Ben ik Ben ik werkelijk ruimte genoeg voor hem.” „Mijn eerste lieveling en mijn laatste, „Alsof oom Stefano op z gaan 1 Toch wat zou hij Duitseher, aan'den anderen kant t opnieuw in „Hola, Zwitser, je mag niet visschen ichfllende lan- in den Rijn dat is onze rivier.” TE VEEL VROUWEN? de"n Erfland b.v. zijn 25 tot 30 pet. alle Duitsche visschen weet In’hët De oorlog heeft tengevolge gehad, dat van de vrouwen, die een huwelijk aan- ter^’ het sinds lang reeds in véle land en be- gaan,weduwen. In Duitschfand Wa: - ~’“2hct aan vrouwen f •->«'» s -»- ---- te spreken en wtrd waar- laatste jaren nog aanmerkelijk Is toege- V»rw» nnmon 'T'eeccr'h»M r4a» ma.aaba *aZrvan alleen zeer snzx.-; oijna twee munoen rranschen, twee milli- mL Davis hoorde hem met onverho- 0€n Duitschers en een en een kwart nulli- en c Mgér ««vis noorae asm met onvwu gngei,chtn. jn het jïar i$14 be. dMe «MtW i3ili üawg uvi wvvowMX/e. smssz V4VMWCU XH MOS” QlgCH U]U ^cu 1 „Ik *oo'n vastenavandpak aantrekken, tennjk 575,000, in Frankrijk 614,000, te* oefenen. De L. Hl J *-“-»• -A—4aA_ n A 1 4^0 /WWV W» A— -■ Aa a' spél. Dank ie wal hoor I Ik niet I” 62.0Ö0, in Rusland 1,334,000. In de tien volksmond ze reeds noemt zijn zeer de vrienden, zijn glas ooi Hij ketfne tieh naar Van Houten, 't Europeescht landen* die aan den oorlos in trek, ted nadeele van de jonge meisjes, zal je leVéh ,De generaal vn antwooi „620 Meter, mijnheer.* i>* De officier rijdt verder en bereikt spoe> Na eenige inleidende woorden begin* de generaal wedir over het nut van „af- -itten” te praten, „ïk zelf, mijne heeren, laat geen gele- nkiasirJ fL. oefenen. Wij hebben hier wéér een uit stekende gelegenheid voor ons de ri- vóór den oorlog. Dit verschijnsel deed wel, dat de rivier hiér ïs' zich echter na eiken oorlog voor, de stij- n dank. ging is slechts schijnbaar en moet daar- „Mocht U zich bedenken,” zei Rossins- mede verklaard worden, dat een zeer hoeveel schat gij haar, majoor wil mij ky, „hier is mijn adres.” groot aantal huwelijken tengevolge van -- „Daar is geen gevaar voor,” lachte de den oorlóg moesten worden uitgesteld. ïn „ovu meter; ik geloot, dat dat wel wat heldentenor en hij geleidde dé hteren naar de eerste jaren moet, om het zoo uit te te veel is, majoor. En u, kapitein, mag ik drukken, de achterstand worden inge- u vragen, wat uwe sch»ttir“ haald. Is dit eenmaal geschied, dan treedt M een normale toestand in, die ons de gege- ze nouten ytns ^strekt om te beoordeeien of hét wen.’ t Is een duur uitstapie^geweest, eerst aantal huwelijken in werkelijkheid op het oude peil is gebleven. In Duitschland nu is gebleken, dat dit niet het geval is. Vol- gij tot dit cijfer, kapitein gens de over het tweede kwartaal van het 7 >en jaar gepubliceerde statistiek gevraagd, generaal.” in dit tijdsverloop ongeveer 25,000 huwelijken minder gesloten dan vóór den GETROEFD. Een zeer eigenaardig verschijnsel is het waar deze de grens vormt tusschen Zwit (Nieuw-Nederl.) melsjes zooveel ongunstiger zijn geworden, het aantal weduwen, dat het huwelijk treedt, in verse- den is toegenomen. In Engeland 1 6™..,1* In Duitschland was het in de percentage in 1914, 5.2 het steeg voort- toege- durend en bedroeg in 1918 reeds het dub- teven en acht milli- bele. Een der oorzaken daarvan is van iveld 1 Daarvan alleen geer materieelen aard weduwen be- HIJ WENSCHTE ’ranschen, twee milli- zitten meestel een woning en meubelen 1 oen Duitschers en een en een kwart milli- en op den huwelijkskandidaat schijnen us- deze „eigenschappen” in den tegepwoor- ten geschreven,” ien ukeer aan. droeg het overschot aan vrouwen in Oos- dieen tijd een bijzondere bekoring uit heb besloten or MIk aoo'n vastenavandpak aantrekken, ttnn)k 575,000, in Frankrijk 614,000, te oefeheft. De „möblierten Witwen” laten publiceeren.' ét zien als een clown ia het paarden- m Groot-Brittanië 1,328,000, in België (««meubileerde weduwen) looéls de Ia I Tk maa» I” AO OOO«ft Rii<l:ind 1 A4DOG tn rlo ..-11—_-J AA féruimt ««'én Houten, ’t E-ropeesche latdea/dit m dea'oori^ zaü ie leYMz r Ge slaat een hoek om hadt, zou uw liefde u tot mijn gelijke wie xvLw 11 xxvi vréowa uxaanva w« x xvi a«* w&a nvua11nau xyvxx a s «a schijnt alsof er een moord gepleegd is. Zélfs niet „Romeo”, en geen „Montague”, ken. Denk er om, ik reken er op mijn béwoog en luisterde. Gij gaat onder een balkon door en hoort Ik ben eenvoudig Cesare Donato, die u vrouwtje tot een goed aeeman op te voe* „Misschien was het vrouw Theresa, den I Zij ui de wereld met mij rond moe- die na het avondeten haar, tafelbed uit- ten trekken.” Een rijtuig door een wit paard getrok ken kwam schokkend en schuddend on der de poort, en reed tot midden op de Il II KI IC VUCLCI1. v'*“ émxiavzijn. gvtuc U^¥UCUlll|j -r x f tPL Ik geloof niet, dat ik het prettig zou noten heb. Maar denkt ge, dat ik een ge- lief zóu hébben,’indïe'n ge Utijn P»afd stelde *€fus' «n 8^8 met praten voort. den waren beide bruin. „Hoe lang zou het duren de wereld rond langzamerhand mij te reizen vroeg zij. „In een zeilschip dat onmogelijk schrikt, te zeggen. Veel zou het afhangen van den *>*n nog meer van weet en wind. Maar ik be- verhongeren, hè ah hoornen en palmwouden, betolkt dat ik nooit zal veranderen. Ik ben ouder wereld zullen rondzeilen, lieveling alleen La Giulietta haastte zich naar binnen met apen en papegaaien, die tot aan den dan gij, vele jaren. Enkelen zouden kun- dat ge menige reis met mij m de .m de tafel te dekken j en nu zitten zij rand van het water zich uitstrekken. En- nen zeggen, dat ik te oud en te ernstig ben Diamante maken zult. allen samen aan hun avondeten een kele van deze zijn koraaleilanden, en door voor iemand zoo jong als gij zijt zoo „Maar wat zou ér van oom Stefano maal van letterlijk Attische eenvoudig- myriaden kleine weekdieren van den bo- jong en zoo vroolijk 1 Maar zoo oud als ik worden?" heid, en bestaande uit brood,.salade, ge- dem der zee opgebouwd. Dat zijn plaat- ben, gij zijt mijn eerste liefde.” kan komen als hij wil. Wij hebben Zouten olijven en een pint iandwijn m een sen, waar de winter onbekend is. „Ben ik? Ben ik werkelijk?” ruimte genoeg voor hem.” met riet bekleede fksch. Want Cesare Dan, in den zomer, zullen wij naar „Mijn eerste lieveling en mijn laatste. -Alsof oom Stefano op zee zou willen Donato wordt nu als een van de famdie het Noorden stevenen, naar de kusten Met mij is het eens voor altijd.” «aan 1 Toch wat zou hij hier eenzaam beschouwd, en deelt hun «wonen host, van Zweden en Noorwegen, waar ge de „Eens voor altijd 1” herhaalde zij, en ‘n Verona bijvtn Terwijl zij hun maal gebruiken, leidt walvisschen in het «iepe water hun wa-' nestelde zich dichter in zijn armen. „Waarom moet hij in Verona blijven? hij het gesprek op Bari terug. Morgen terztralen zult zien opspuiten, en zeehon- „En vertel mij nooit nooit meer, dat h#eft lan8 genoeg gewerkt. Het wordt moet hij naar Venetië gaan, om een ge- den; die zich op de zandbanken in de zon- ik mij over u zou kunnen schamen. Hoe ‘W dat hij het leven gemakkelijker op- deelte van zijn lading in te schepen, van nestralen koesteren. En op ééne plaats, waar ik u brengen zal, zult ge de zon te middernacht zien schijnen. Ge 1- nauwelijks gelooven? Toch is het waar.” „Wat weet ge veel 1” zeide zij. „Wat -- hebt ge veel gezien meisje,” fluisterde zij. „Ik weet niets, heb een paar weken achtereen in gewoond. lijk Wel vijf weken. Intusschen (aange- „Het is des zeemans schuld niét, dat geen manieren. Als uwe vrienden mij Nu zal ik het opknappen, meubileeren en nomen dat zij natuurlijk als ééne familie hij'onderweg 'n weinig kennis opdoet.Wij Zien.voor u mooi laten maken en als uw ooln bij elkander zouden wonen) is de vraag, gaan niet met gesloten oogen naar zee. „Ik heb geen -- u - „Ia, maar gij hebt opvoeding genoten.” snel in de rede. „Of liever, ik heb er wu willen bebouwen, dan zou ik den deze of „Ik kan leaen ea schrijven en mijn maar eea, dien eenen van t scheepsbeek en grootboek bijhouden.” leden vertelde. Ge behoeft voor Het jonge meisje schudde het hoofd. baag te zijn, hij is een OUd man, geleerd „Ge kent Latijn,” zeide zij, „en andere als een van de kerkvaders en vreemde talen, m vreemde letters gedrukt als een kind.” I „Maar ge hebt familie V keken.” „Nu, ik heb nevén maar ik heb zé in van Whitechapel werden uitgesproken. Pleitte voor zijn doorzicht,dat zijn toon te- hebben deelgenomen, overtrof in 1924 die geen woning en geen meubelen be- „Neemt U genoegen met mijn voor- gen hem beleefder ea ernstiger klonk dan bet aantal vrouwen dat der mannen met zitten. WMMmF vröcg RöSsimky dén im- tegen Rosélnsky. 4 flullioen thaas met 15 millioen Wij wezen op den economisehen en so- prêtaflö „Heb ik seen eeliik miinheer t” Mef ratste Vfouwen-ovérschot kan cialen strijd tusschen man en vrouw, die /r* fl44f .P1??' aao ontkennen of uitvluchten hier mets zou- £),t vanzelf, daar verreweg het van het vraagstuk sleept nog ernstiger n. u C Ati meerendeel der gesneuvelden huw- gevolgen met zich. Eenieder, die Berlijn, „MIJfiheer DiviS, sprak hij, „wéét u Daws ging in diep nadenken de kamer bare of jong-getrouwde mannen waren. Dresden of Weenen bezocht heeft, om dat u één wéte goudmijn in uw keel op en neer. Van Houten volgde hem met In Duitschland staan tegenover 1000 streeks 1919, weet welke droevige toe- ■héeft?’’ een blik, zooals een speler de hand volgt, huwbare mannen 1180, in Oostenrijk 1230 standen daar heerschen. Dé herbergier knikte vriéndelijk en de die op het punt staat een beslissende kaart huwbare vrouwen. Voor den oorlog ont- ahdere ging VOöft l uit te spelen. De man stond stil, keek brak voor elke twintigste, thans voor elke „Na eéh opleiding Vafl twee, drié jaar zal hem ain, stak zijn handen in de zakken, •*-—•— UW Stem U eën fórtuin bezorgen, die ménig haalde diep adem en verklaarde toen op Vöfsf U Sail/ «MAAA ..X.ikA..4.A AaaaB A aA T* ------———v - WdSLXXVl «ZMél VI WMWfri „Och kwam Davis, niét bijzonder ge- hij maar liever bedankte, want er waren te vermoedelijk hieraan toe te schrijven, troffen vele bezwaren aan verbonden. c_: Vaa Houten, teer geagiteerd, legde Van Houten begreep.dat hij derf slag had jon; hetH lilt wie hij Was en wuk honorarium verloren en waagde geen verdere pogingen ieyt tusschen beide, met betraande oogen bijna. geringer'fan^ „ïk teg niet neen,” zeide Davis kalm, Is een plicht, dien u aan de wereld ver- gemiddelde verhouding L „ik heb heel dikwijls beroemde zangers schuldigd is. Denk aan hét genot, dat u flë 100 meisjes ongeveer 106 jongens het géhoord in dé Sivoy en de Galty, maar ik andere menschen zal geven. Honderd- levenslicht zien. Dit oorspronkelijke over- —rr- - -L -l. SChot aan manneo gJat echter verloren en dien je binnen wou zien? „Laat ze dan“hier’‘komen“”*lachte’“de het ’«•est In de jaren der huwbaar- fc weerbarstige tenor. „ïk doe graag dt men- de voortplanting het T aaaUaab •.AMéstzilwzaM or« ‘b^tëng’e'volge van den oorlog ontstane gevolgen. id als Oc vierde deel der 1 echtgi strijd om het bestaan tusschen de seksen. e.__ niet trouwen, omdat ér voor haar geen kwalijk.” mannen zijn. Zij moeten dus in haar le- „VöiBüxki n Hij haalde de schouders op, t kon hem vensonderhoud voorzien. Aangezien ech- gernan. „Laten meisjes geen uit angst een stap achteruit en kwam in zij het wenschen.” tÜ ten macht schuilt in een stem als de uwe,” begon van Houten weer, „de menschen zmidsn U bijna aanbidden." „Vrouwen, dames van hoogen rang voegde Rosainsky er bij. Devis grinnikt». „Jé, dat kan w«l, aaide hij droog, „mijn vrouw is dé dochter van een bakker, die in goeden doen was, eenige dochter, moet - u weten. Zij was bepaald gek op mij, en ik waa toch maar een gewone jongen. Mijn moeder was weduwe en str««k hemden voor dé lui." Hij nam zijn glas weer op ea dronk het „Zulke malligheden van het vrouwvolk,’ sprak hij nadenkend, „vervëlan «en man heel spoedig en als hertoginnen of gravin nen soo gék deden, zou mijn vrouw, dol van jalouzie worden en mij de oogen uit- krabbM. N««n mijnhaer l Ik h«b ’t goed en dst w««t ik nu eenmaal.” Van Houten voelde zich niet ontmoe digd en drong aog sterker aan bij den jon gen man. „Kijk eens hier," zeide Davis en sloeg zijn arm achter zijn hoofd op zulk een be vallige wijze, dat de toeschouwers zijn bewegingen onwillekeurig moesten be wonderen. „Ik begrijp het wel, ui aan *t studeeren hebben." „In het begin alleen voor een of twee jaar en u zou in dien tijd een mooie toelage krijgen voor u en uw gezin." „Laat die mooie toelage ophoepelen. Ik r «ou moeten werken als een kwajongen op pchool on daar pas ik voor." „Alleen maar voor een tijdje.” - 1 „ga als die twee jaar voorbij zijn, zal ik 4 P'fl5e- Is «oed betaald.” altijd ama» voort moeten jakkeren, nieuwe •„->—« c.. j._ linliM Itwtn zingen of ik tr trek in heb de^secretaris vol geestdrift uit. a« t OI Bfl éesswe —A— en ze houden. Moet ik dat het in de gegeven'' omstandigheden niet ',’,Bn ik zou mogen eten en drinken, al- Cr *ets van heggen. leen wat goed is voor mijn stem en op be paalden tijd nadr bed gaan en een wit overhemd dragen, bonte dassen en mij alle dagen scheren. Verbeeld je, alle da- - het sinds tóng ree Kossixuky begon ov«r «ijn schitterende staande overschot thCBtM coetumts Hjte welsprekend, TJen'hj beschreef, hoe nomen.'Tusschen de aë* meei eea tenor in een opera aich moest oen man zijn gesneuv ^iaaUaa bijna twee millioen Fi rw>r) Dtiif'grhprs ft? NOG AL DUIDELIJK. Onderwijzer„Waarom werd eerst het licht en toen de menschen geacha- Jongen t .Anders zouden de men met de koppen tegen elkant loopen zijn.” LIIVER NIET ALS VONDEL. Onderwijzer „Wie zal het weten? Als uw j z-J-•—•=*- *-» schien wel als Vader „Dat het grootstde hij een vlotte loopende kantoorhand ZIJN FOEFJE. Bioscoopportier „Wie fs de Jongen, Jongetje (vertrouwelijk)t „Ikke HIJ NAM 'T NIETS KWALIJK. „Pang-pang I” ratelde de geweren der i- u.. j- “273 manoeuvres. en aardig menie met Oostenrijk, waar voor het een alleraardigst schrikgilletje. Zij deed huwbare meisjes geeft uit angst een stap achteruit en kwam in echtgenoot is. Daar ontstaat een soort de armen van een jongmensch. 1.— 2„O zei ze blozend. „ïk was zoo ge- Een kwart der vrouwen in Oostenrijk kan schrokken. Neemt u mij astublieft hie' JA.AS WAAM.M.AAB AA fc. A A A A. A AAM V 03 1 1 I V mannen zijn. Zij moeten dus in haar le- oaa voer den koning en de koningin te ant- «dets schelen. ter alle meisjes, die geen bepaalde hu- staan en naar de artillcrie-oefening 2i „Maar,” sprak Rossinsky, „je zou toch welijksuitzichten hebben, rekening moe- kijken." V éen pleziertje graag hoopen geld willen hebben. En hoe ten houden met de mogelijkheid, dat zij heerlijk als de menschen je naloopen en de *uUen behooren tot het vierde deel, dat HOE MEN AFSTANDEN LEER „tk zeloof niet, dat begrijpt, wat voor paarden van je rijtuig afspannen en als je gedoemd is levenslang ongetrouwd te SCHATTEN. B.7 D'gri)P'’ 7al voo2 -blijven en dus in haar eigen onderhoud Ben generaal verveelde sedert lang zijn n.. te voorzien, mag men aannemen, dat vier officieren met hen steeds te ondefhou- «id hèbt« vi’fde der Ooat*«rf»‘”che meisjes een den over het nut van .^standen schat geld hebben nu wel prettig zijn maar die beroep uitoefent of een betrekking poogt len.” drukte om'mij heen, daar voel ik niets te krijgen. In vel» deelen van Duitsch- veor. ’t Is maar last. Neen mijnheer," hij land doet zich hetzelfde verschijnsel voor t wendde zich weet tot van Houten. „Ik vind --2 22_ __2j2 het heel aardig van u, mij dat aan te bieden de „baantjes" tusschen den man en de zaarn- en heid van de vrouw, waaraan meestal een bruj einde kwam met het huwelijk, want de hqwelijkskansen zijn zooveel geringer om zich voorjange jaren een werkkring te' “'j one 1 ,r de concurrentie der oorlogsverminkten wiiiën’doen "nog" eëns” voolons' te'iïngën hebben en de wouwen reeds uit'menige LH Irif» kahKéft vaSrlMvan vóór wi; weggaan,” vroeg van Houten zeer beleefd. „O ja, heel graagén Davis Zong een negerliedje. De secretaris boog het hoofd r diep over zijn handen, Rtjssinsky luisterde lifkenj 1915^27,661 1916 24.185 1917 b—-- iêï'iaï ernstig nadenkend uit het faam over de 33’691- ft*. 12. -- -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 11