ELCK WAT WILS WJ i<o bUdx;ide ^n«den’^, „Ik kan niet verdragen, dat ge heen- „Zij zijn voor u, om mee te handelen fluit maakten heerlijke muziek .Welnu, kindje, welnu, licbes Frdultin," (Wordt vervolgd een bloem, iets, het doet er niet toe wat i” En nu, mocht het feest overvloedig De grijze impressario van Houten, door waaraan niets stond dan Kom dadelijk. Helden* gedaan, trok hij zich uit het strijdperk Van Houten was Hollander van geboor- avond toeschouwer. Mogelijk, dat hij scherpe oog van den zeeman iets te ont- - □VUVIUV UVK UtU va lias 11 avta LV VklV tv.mv.vu mvtvu - - -- Giulietta! Gij moet m.j dit met geven, dekken - iets dat niet enkel een schaduw algemeen, als een van de vaderlandsche belangwekkend vond uit een kunstenaars- t» Vrectk'1-1» rw»<yr»unf dan hrht tn d* hand Afn mea „Ja. Zij dansen zoo goed, en de muziek sprong de gedaante op hem los, worstelde baar nichtje Katchen voor den eersten ons Katchen danste, dat is de „Herr zou trouwring aan uw vinger zal steken.” „Spreekt Engelsch in elk uitgestoken. dag dragen, totdat ge terugkomt, tigen vormendienst. vroeg meer De Spaansche Cachuca dane eerzucht gekomen en stierf tevreden den 1 -God zesene u* mijn lieveling 1” eerst tot den een en dan tot den ander. „Ge zult eens zien Wacht maar tot een „Maar wat moet ik er mede doen? Past hij ergens op gelukkiger zijn dan een koning, en het al uw kinderen behooren als ik sterf.” Donato beloofde dus het te bezorgen, en de zaak was beklonken. Lang waren de verloofden bezig dien avond elkander in de gang vaarwel te u, omdat het mij veel waard is en ik u liefheb.” Hij kuste het boek en stak het in den borstzak van zijn zeemansjas. oogpunt, dan licht in de hand om mee te dansen. „Vindt gij het aardig vroeg hij, naast Winifrieda’s stoel staande. De paren schikten zich juist voor een gelach?” „Laat mij eens kijken 1” „Vraag het oom Kreuzmann 1” gemshoornen mijzelf aangaat, ik geloof, dat al deze ver verwijde den nen stempel. Ik heb hem jaren aan horlogeketting gedragen en kijk, ,hoe zij walsen dorpsfeesten in trgen.” „Het moet heel schilderachtig zijn.” „Schilderachtig I Nu, zij draaienuren net als strijk-en-zet- mcnten omslag, vol ezelsooren, los en geel van ouderdom. Het had eens een slot gehad. De nageldraadjes waren maar het slot was verdwenen. Hij wierp een'blik op het titelblad. „Dit noemt ge van geen waarde Wel, het is Luigi da Porto’s „Geschiedenis van Twee Edele Verloofden” de zeldzame oorspronkelijke uitgave van Romeo en het is te kostbaar.” „Als het kostbaar is, des te beter,1 populair lied te zingen. De drie mannen vij*ftig pond 8eest schouwburgen tot den nok gevulo „Dit is de Boris Godunow, waarop wi; geven „Dien zilveren ring aan uw vinger.” „Dezen Hij is te ruw en te leelijk en heeft een droeve geschiedenis. Hij behoor de aan een Abessinischen slaaf, en hij werd „Welnu, zeelieden zijn bijgeloovig en spronkelijke figuur. Somtijds vereenigen „Ja, dat kan ik niet zeggen. Er is ge- zich de vrouwen in een knoop in het voorwerpen. Er was niet slechts een ge schenk voor iederen gast, maar er waren zelfs cadeautjes voor velen, die niet te genwoordig waren. Luidruchtig was het handgeklap, vroo- lijk waren de uitroepen om dien Kerst boom. Hij was scfönHij was wunder- schön 1 Hij was unerhört Waren ooit geschenken zoo goed gekozen Hoe nut- kwam met een boek in de hand terug. „Het is oud en heeft geen waarde,' 1UJ vp zeide zij „maar het behoorde aan mijn oude Stefano i2 ik niet honderden malen overgelezen heb.' „Ik denk dat het Engebch is ca dat het voor Fraulein Winifrieda is bestemd,” zeide de predikant. En zoo was het. Een gewone ijzeren sleutel, niet zonder een paar roest vlekjes op den ring een sleu tel, drie of vier duim lang en in Lance lots schrift geadresseerdTa Mós Savago for what it may be worth. „Voor mij? for what it may be worthWat beteekent dat vroeg zij verder gaan, behalve door pp het dak te klimmen „De moedige van harte gaat voort tot het einde, de lafhartige blijft voor den drempel sta^n," zeide Katchen, een oud Beiersch spreekwoord aanhalend. „Waarom neemt ge de proef niet met de laatste kamer?" zeide Brenda. „Ha 1 het is de laatste kamer 1" „Het Blauwe Kamertje „Watfik u, in tegenstelling keek Blauw baard, volle vrijheid geef te openen.” „Ik ben er heel dankbaar voor maar twier titels te Was het een man, die plat tegen den muur vinden waren in den Beierschen Hofgids. een solo bij de guitaar vragen, en luisterden met open mond naar alles, wat haar verteld werd. Had de Baron een Kasteel in Engelari. Waarom was hij niet in uniform Waarom droeg hij geen lintje en geen ridderorden? Was het jonge meisje ook van adel? Had zij geld Hield zij van hem Wan neer zouden zij trouwen? Het belang wekkendste was, dat deze vreemdelingen eerst pas verloofd waren. „Het is een roman 1” zuchtte een gezet dametje, wier twee lange vlechten prach tig vlasblond haar langs den rug neerhin gen en met blauwe linten vastgestrikt waren. „Maar zal er geen verlovingsfeest zijn Geen kaartjes Geen aankondiging in het Frof-Blatt Waarop Katchen en Brenda antwoord den, dat der Herr Baron en Fraulein Winifrieda hun engagementstijd*zoo stil mogelijk wenschten door te brengen ja, dat de Herr Baron tegen het einde der week naar Engeland terug zou gaan. Het was geheel een famihtpartij, die alleen uit verwanten bestond. Zij vermaakten zich on de wijze van Duitschers uit den middenstand in het algemeen en van Beieren in het bijzonder. Dat wil zeggen, de oudere heeren ver zamelden zich in een afzonderlijke kamer om te rooken en bier te drinken. De jongere gasten dansten in de beste zit- doel de sleutel daar gehangen was. Katchen en Brenda zagen elkander aan en l zich de handen en knikte geheimzinnig. nieuwsgierig is naar den sleutel,” zeide zij, „laat hij hem dan krijgen, en zien wat er op het papiertje geschreven staat.” heiligschennis zijn in haar oogen en de koekoeksklok, en de twee oude dames uit het Beiersche Woud zijn met warme moffen en pantoffels voor het wintersei zoen beschonken. Maar van alle schatten, die dien Kerst boom sierden, was er geen, die zoo de nieuwsgierigheid opwekte als een sleutel, die aan den uitersten tak hing buiten het bereik van den langste. Het was een groo- te, doodgewone sleutel, meereen papier om den ring gewonden. Wat was dat voor een sleutel Wat, zou er mee open gaan Voor wien was hij bestemd Dat waren vragen, die niemand scheen te kun nen beantwoorden. Eindelijk waagde het een jongen, moediger dan de anderen. Toen hij geëindigd had, vroeg Ros- „Heb ik U de waarheid gezegd „Neen Niet half de waarheid 1” riep van Houten. Nu de voorwaarden toch meeste tenoren, te kort voor zijn breedte, zwaar gebouwd met flinke schouders en borst, een dikke nek en een bijna vier kant gezicht met zware donkere wenk brauwen. Van Houten zag hem aan en hield hem voor een Italiaan of Spanjaard. Zijn scher pe blik had hem niet bedrogen want Davis moeder was een Italiaansche, Zijn vader een Ier. Van hem had hij zijn grijs blauwe oogen, van haar het donkere haar. Overi gens vertoonde hij niets van het bewege lijke der Zuidelingen pf der Celten. Hij scheen indolent, zeer op zijn gemak ge steld en zooals van Houten bij de meeste zangers had opgemerkt blakend van ge zondheid. Rossinsky vertelde hem, dat zijn vrien den waren gekomen om hem een paar liedjes te hooren zingen. „Blij U plezier te kunnen doen. Wat willen de heeren gaarne hooren?” vroeg hij eenvoudig’ De impressario merkte dadelijk, dat het accent van het wereldwonder er een was van het zuiverste Londensche patois. Davis ging eerst naar het buffet en kwam terug met een blad waarop vier gla zen bier. Hij zelf nam een flinken slok en ging toen tegen den muur staan en begon te zingen. Het was een lied van het gewone straat- repertoire, maar nauwelijks had hij den eerstén regel gezongen of van Houten leg- - - -■- Aljli axxxavaa xzy hing aan zijn lippen. Ja, Rossinsky had ZL: m inderdaad onder millioenen, zacht als ho- - - -- Zij zeggen, dat hij goederen bedt, zoo slaan. Somtijds gaan de mannen in het zeide hij. „En denk er aan, treffend, als de Gotha-Almanak. Hij uitgestrekt als geheel Zwaben.” midden, terwijl de vrouwen op één been ---~t tzzttzzzMte dit verhaaltje, bijna in dezelfde rondhinken. Het is even wild en woest van een ridderlint, een bevordering, of woorden, ging Frau Kreuzmann bij haar als eenige oorlogsdans der Maori’s. Wat „Heihei 1 Blijf daar niet den geheelen een plaats en indien een halve eeuw van gasten rond. i -' -* De jongere gasten stelden zelfs nog volksdansen uit een belang in de zaak en waren nog tijd dagteekenen. De Albaneezer Grieken hij overvloediger met hun vragen dan de hebben een zwaard- en nrasket-dans, - oudere. De meisjes schaarden zich om die ongetwijfeld van een Pyrrhischen Katchen en Brenda, deden ontelbare dans afstamt. De Spaansche Cachuca besprak 1 „Verlangt gij niet ook eens een toertje „Ziet ge hem Hij, die daar juist met mee te doen Mr>r>un<tTTTlC XT VI ons K«lchen danste, aat is de „Herr „Ik?” zeide zij glimlachend, „Ik, die nuuruoiuK ai. Baron.” Hij logeert in het hotel Maulick. nooit dansen leerde, dieknooit heb zien Een Kerstpartij bij de predikantsfa- Hij is verloofd met Fraulein Winifrieda, dansen voor vanavond mij door zijn eigenaar verkocht op de milie Kreuzmann zoo huiselijk, zoo dat meisje, dat blonde, dat daar ginder Na eenig loven en bieden werd de koop gesloten en de volgende middag vastge steld voor de kennismaking. Zij reden in een taxi naar het adres. Van Houten was vergezeld door zijn secretaris. Geen van beiden begreep, waarheen zij reden, zoo eindeloos lang leek de rit. Eindelijk stond de taxi stil in een tame lijk schunnige straat en de rest van den Zij was vermoeid misschien verveelde tocht moest te voet worden afgelegd. Zij verlegen, want aller oogen waren op haar haar de vruchtelooze grap een beetje liepen tusschen pakhuizen en werven en edelweisz, die hij haar bijna veertien da- per-rentmeesters, Stalmeesters en andere geselschap met gen geleden gezonden had. hofbeambten, die zich op zulk een kleingees- sproken van een jaar, maar wie weet midden, met ineengestrengelde armen en ocXc I-Lzcctica zullen zij vóór dien tijd onder voortdurend stampen, terwijl de Hij nam haar beide handen in de zijne. m Beieren van dat minatuurhof zoo ge- trouwen. Een mooi paar zal het zijn, mannen springen en zich op de heupen „Ik zal u morgen-avond uit Venetië ktrd in alle zaken, de geslachtstafel be- 7” Z J schrijven,” zeide hij. „En denk er aan, treffend, als de Gotha-Almanak. Hij uitgestrekt als geheel Zwaben.” midden, terwijl de vrouwen op één been dat ik aan iedere haven naar brieven zal bracht zijn leven door in koortsig najagen uitzien Triest, Bari, Smyrna.” kwam uit* het oude Egypte rflet castag netten en al? En wat de Napolitaansche Tarantella en Saltarella aangaat, ge be hoeft morgen slechts met' mij te gaan naar de oude Pinakotheek, in de kamer, «raar de Eturische vazen staan, om te zien, hoe zij twee duizend jaar geleden in Latium en Campania gedanst hebben.” „En dat noemt ge een overblijfsel van het Barbarendom zeide Winifrieda ver ontwaardigd. „Nu, naar mijn inzien zijn wij barbaren gericht. en zijn wij ontaard. Als ik een Albaneesch „Ik beloofde u een Kerstgeschenk,” meisje was, hoe trotsch zou ik er op zijn, zeide Lancelot„en hier is het.” mijn broeder of verloofde dien Pyrrhschen faans te zien uitvoeren 1” „Zoudt ge niet liever in een hoek 1* niAr FlAnnSfnsn milon AUDmalavan kok t-lt- v Wet e»n d d i u’ 8eheele huis was donker. De ledige rij- van u. tui«tn «tonden midden op de plaats de onderstellen, dat zij enkel uit sterfelijke w“rbij iedere wals naar Beiersche mode was toe stajdeur voor jen klei zouden zijn samengesteld, of onder- eindigde met een donderend gestamp, j somtijds van een luid „havergezeld, er nog tot niets( (n dus knoopte hij over het ouderdomsgebreken, als die, waaraan waarmede alle dansers instemden. Nadat de Herr Baron bij de beide, En nu was Frau Kreuzmanns Kerstpartij nichtjes van zijn gastheer zijn plicht had Het was donker op de plaats, en nog in werkelijkheid vereerd met de tegen- 8e<iaan, trok hij zich uit het strijdperk donkerder onder de poort. Toch, te mid- woordigheid van een echten, levenden teru8 en bleef voor het overige van den den van die diepe duisternis scheen het Engelschen „Herr Baron,” zoo begaafd, avond toeschouwer. Mogelijk, dat hij zoo verheven boven het menschdom in het deze zware Beiersche jonge dames meer kent „Trouw”. het despotisme van den adeltrots en groot „Ik zal hem aan een lint rijgen, en nacht gebracht in een dampkring van I en dag dragen, totdat ge terugkomt, tigen vormendienst, was de eerste sund Misschien zullen zij vóór dien tijd onder voortdurend stampen, terwijl de ten en de secretaris keken elkaar veelbe- teekenend aan. Achter.de toonbank stond een rossige, jonge vrouw in niet al te nette kleederen. „Is mijnheer Davis binnen?” vroeg Rossinsky. Zij keek het gezelschap scherp aan en wees hun den weg naar een kamer tje achter in het huis. Er stond een lange tafel in, terwijl ban ken langs de muren waren geplaatst. Bui ten het breede lage venster zag men een balcon met een hek. Over dit hekje leunde een man in hemdsmouwen, den rug naar de deur gekeerd, hij keek naar de Thkems en rookte een pijp. „Arry 1 Volk I” riep de vrouw en ging terug naar de gelagkamer. De man keerde zich om en werd luidruchtig door Ros- zeide Frau Kreuzmann opgetogen. „Wat sinsky begroet. Hij zag er uit zooals de Daar nu het souper aangekondigd werd zegt ge van des Herrn Barons cadeau tig Hoe aardig I Wat een massa geld had was er een algemeen jagen en dringen Hoe vindt ge uw Blauwe Kamertje dat alles moeten kosten 1 Wiens naam naar de eetzaal, waar een stevig maal was staat daar op dat zilveren brillehuis gin- klaar gezet want, hoewel zelven gewend der Die van Ds. Kreuzmann 1 En wel eenvoudig te eten, wisten de Kretfcmanns van der Herr Baron echt zilver en met op hun tijd gastvrij te zijn. Op Kersttijd een naamcijfer er op 1 En die mooie ket- in het bijzonder, als de familié van den tingen van barnsteen en ivoor, zijn die goeden predikant onder zijn dak bijeen ook van den Baron, en dragen zij ook de kwam en de armen zich voor zijn deur namen van Katchen en Brenda? Ach verdrongen. Himnull Het wil toch wat zeggen, een E_ lord tot vriend te hebben En zie eens 1 heeten, de honger van de feestvierenden f NfILLIOEN IN DE KEEL M was. Was het een uitstek van het gebouw doorluchtige personen, antwoordde zij eenvoudig. „Ik geef het stoncj Zeker moest de goede ziel meer dan een Zorgeloos fluitend, maar het oog óp sterveling geweest zijn, indien zij geen het onbekend voorwerp gericht, ging hij talige aandoening van - zonder aarzelen verder. Op dat oogenblik bad gevoeld, toen diezelfde Herr Baron *l*de wals of zoo iets van den avond. OpiVllg UC gCUeidlllC Up I1CII1 WUIBIUUV - .xuivuvu vwa -L En wat zal ik u jn doodelijke stilte met hem en rolde met wa^s vroeg Brenda voor den tweeden 13 betooverend. hem over den grond. „Ik kan niet verdragen, dat ge heen- Het behoeft nauwelijks gezegd te wor- gaatzeide zij, tegen hem aanleunend, den, dat een samenleving, samengesteld Hij nam haar in zijn armen hij kuste uit Candidaat-Assistent-Hof-Laarzen- haar verscheiden malen. knecht-Kamerheeren, hun meesters, klan- „Mijn Giulietta, goeden nacht.” ten, vrouwen, familie en vrienden een „Neen, neen nog niet p*g één mi- samenleving, opgebopwd hit streng af- nuut, bid ik u, mijn Romeo gescheiden kringen en klieken, ieder ver- Hij kuste haar nog eens maakte zich velender, stijver, uitsluitender dan de van haar los sloot snel de deur en was volgende naar beneden op den maatschap- weg. pelijken ladder dat zulk een samen- Een oogenblik stond zij te luisteren leving niet alleen de meest gekunstelde, naar het geluid zijner elkaar snel opvol- maar tevens de strengst uitsluitende was, gende voetstappen, die voor haar gehoor die onze eeuw gezien heeft. Een vreemde- al zwakker en zwakker werden toen ling, gewapend met diplomatieke intro- sloop zij naar hhar eigen kamertje, hurkte ductie vooral een vreemdeling met in het duister neer en weende stil. titel kon zonder veel moei* toegang Het was een ruime steenen trap, hier verkrijgen tot haar kringen. Lancelot en daar flauw verlicht. Donato liep snel Brackenbury bijvoorbeeld had zijn Kerst- naar beneden. Maar er zat een ongewone avond in een van de salons van München, brok in zijn keel, dat hem een oogenblik neen, in het Koninklijk Paleis zelf kun- beneden deed ophouden en diep ademha- nen doorbrengen, indien hij daartoe lust len. had gevoeld voor een Beiersch heer, zon- „Arm schepseltje I” der „Von” voor zijn naam, onverschillig Hij liet zijn hand over de oogen glijden, hoe goed opgevoed of fijn gemanierd. Gelijk een man pleegt te doen, was hij., was elke trede op de maatschappelijke ongeduldig over zijn sm. hij zich half over haar. van eerlijken trots nacht buiten om elkander goeden nacht kruiperij eindelijk wel beloond werd met te zeggen I” riep de wagenmaker gemelijk, de betrekking van Candidaat-Assistent- „Hij heeft gelijk. Hoe langer men Hof-Laarzenknecht-Kamerheer, was f talmt, hoe moeilijker het valt te schei- terstond in den zevenden hemel van vol- HOOFDSTUK XVLII. Het was een Kerstboom om trotsch Op te zijn. Dat zeiden allen, en dat zeide waar is het Blauwe Kamertje, en wat pok met zedigen trots Frau Kreuzmann moet ik doen met uw zes hoofdelooze - tot zich-zelf, toen haar gasten er bewon- vrouwen, als ik het open gemaakt heb.” vrees niet derend omheen stonden. Hij steeg tien „Zij zijn voor u, om mee te handelen Vrees Dacht Frau Kreuzmann, dat zij ivoet op boven den bak, waarin hij geplant zooals ge goed vindt. Ge moogt ze schet- bang was Toegegeven dat haar hart iets was een goed gegroeide, stevige, jonge sen, boetseeren of begraven. Ge behoeft sneller klopte, dan was het uit verwach- boom, wiens wijd zich uitbreidende tak- slechts de deur te vinden, den sleutel om ting niet uit vrees. Zij glimlachte, ken van onderen tot boven vroolijk schit- te draaien en er bezit van te nemen.” draaide den sleutel om en trad binnen, terden van linten, kleine geschenken en Glimlachend en verlegen Wini- De ledige kamer waa geen ledige ka- brandende kaarsjes. Nooit had men een frieda van den een naar den ander. Er mer meer. Het was een beeldhouwers- Kerstboom gezien, zoo rijk aan mooie was hier een of ander grappig mysterie atelier en een damesboudoir tevens. en de Kreuzmanns waren in het geheim. Daar waren bloemen in de vensters, gra- „Katchen zal het mij wel zeggen,” zeide vures aan de wanden, warme kleeden op zij. den grond in een hoek-stond een kachel, Maar Kartchen weigerde en niemand een piano, een schrijftafelginder een wilde haar inlichtingen geven. Zij moest rustbank, een werkezel, afgietsels om na het kasteel doorzoeken, het Blauwe Ka- te teekenen, boeken om te studeeren. mertje vinden, en zelve het raadsel op lossen slavenmarkt te Alexandrië. Bovendien hartelijk, gastvrij geleek meer op een in den hoek varf de kamer zit. Zij danst dat ge zoo beschaafd wil ik u geen ring geven, vóórdat ik den bijeenkomst van een clan in een of ande- vanavond niet, zij is te zwaar in de rouw, anders dan re Tyroolsche hofstede dan op een avond- Zij kijkt maar toe. Mooi? Dat zou ik barbarendom, zBoals tatoéëeren, of het „Waarom niet? Ik ken twee meisjes, P»rtij in den tooverkring der Münchener ’meenen, waarlijk 1 Mooi en zacht als een dragen van oorringen? 'Neen, ik meen die verloofd zijn en hun verloofden heb- samenleving. Want de Münchener sa- engel I Zij woont voor den winter bij het. Ge moest eens zien, ben haar ieder een ring’gegeven.” menleving beheerscht door de wet der ons, om in het atelier van Krüger te op sommige van deze tw-ii.-.j-etiquette was op dat tijdstip een der studeeren. Zij is een wees en heeft eerst de dalen tusschen de bergeR.” ik zou het voor een slecht teeken houden, meest gekunstelde in Europa. Zij slinger- sedert kort haar laatste bloedverwant Neen ik kan u geen ring geven maar de tusschen de uitersten van dienstbaar- verloren een lief, engelachtig kind 1 die groote Bijbel met vergulde slotenwas niet minder groot. Bergen koud kalfs- die is ook voor den predikant van zijn vleesch en gesneden brood verdwenen, nichtjes. De ebbenhouten snuifdoos met Westfaalsche hammen versmolten als geheel Europa bekend om zijn talent zan- paarlmoer ingelegd is voor den oudoom sneeuw voor de zon, koekjes van wonder- gers en zangeressen te ontdekken, had een den brouwer en burgemeester van Stam- lijke vormen verdwenen als een droom, telegram ontvangen uit Londen, waarin berg. Deze kruithoorn is voor Rudolf en Beiersch bier vloeide rijkelijk en vrij. Schwerin, die den laatsten herfst op het Eindelijk, toen zoowel jong als oud ge- tenor gevonden. Rossinsky. schuttersfeest den eersten prijs won. lijke daden van dapperheid hadden ver- Aennchen Braun, die gaat trouwen, heeft richt, brak de partij op zij die in Mün- te, maar hij had alle landen doorreisd en chen en den omtrek woonden, gingen sprak alle talen. In Engeland hield men naar huis, terwijl van hen, die van verre hem voor een Franschman totdat hij kwamen, enkelen in huis van bedden Engelsch sprak en in Frankrijk voor een werden voorzien, en aan anderen in de Engelschman, vóór dat men zijn Fransch stad een onderkomen werd aangewezen, hoorde. Rossinsky was een Pool of een Nadat Frau Kreuzmann haar gasten Tsech., misschien wel een Engelsche jood, naar de verschillende kwartieren bezorgd die eigenlijk anders heette. Zijn glad ge had, maakte zij zich gereed Winifrieda schoren gelaat verried zijn afkomst dui- naar boven te brengen. Dit was eene klei- delijk. Zijn betrekking kon men het best ne vriendelijkheid, die zij en haar nicht- omschrijven als makelaar in muzikale jes getrouw iederen avond bewezen, even specialiteiten, onveranderlijk als de klok tien sloeg. -O--------O--•--- «lju bleven zij beneden aan de trap talmen, vrij sjofel ingericht kantoor. Zij spraken alsof er nog iets gedaan moest worden. c—-- a._„_ rs. ,^ijt ge te moede, om het Blauwe Ka- sario wachtte geduldig tot dé andere Frau kreuzmann te vragen, met welk mertje te gaan zoeken, liebe Winifrieda loskomen. zeide Brenda. Eindelijk kwam het. Rossinsky legde -- „Ge wilt mij doen gelooven dat er een zijn hand op den arm van den ouden heer, nig, vol als wijn, mannelijk, een en al me- j glimlachten. Frau Kreuzmann wreef Blauw Kamertje is „Ik heb hem eindelijk gevonden, den lodie, en toch zoo vrij van alle beverige - -• „Kunt ge er aan twijfelen zeide Frau mooisten tenor na Caruso. Nooit heb ik teerheid, die de stem van een tenor maakt „De sleutel? Welnu! als iemand Kreuzmann.*„Ge hebt den sleutel.” iets beters gehoord.” broos als glas. Er schenen orgelklanken „Waar niets mee open te maken is Van Houten zag hem strak aan en trok uit zijn keel te stijgen. Men voelde dat hij Maar de meisjes beweerden, dat de zijn arm weg. zonder zich te vermoeien, 18 uren van sleutel waarlijk de sleutel was van het Toen haalde de jongen een alpenstok Blauwe Kamertje, en dus, al lachte Wi- ongeloovigs in zijn stern” en iets onver- niet te vergeefsch geweest. met een gemshoornen handvatsel en nifrieda wat om een grap, die haar zoute- schilligs in zijn gebaar. - haakte in triomf den sleutel er af. Een loos toescheen, liet zij zich van gang tot „Spreekt Engelsch in elk dozijp handen werden oogenblikkelijk gang, van deur tot deur, geleiden, beproef- Londensch. Maar een stem vriend? een uitgestoken. de overal den sleutel, en beproefde hem stem onder millioenen. Natuurlijk mist hij .Jfein, noin," zeide hij, „ik heb hem overal vruchteloos. opleiding. Ik dacht dadelijk, dit is een naar beneden gehaald en ik zal het’t eerst 7' lezen.” frieda’s eigen deur, zooals men zich herin- direkt.” Nog steeds op den stoel staande, vouw- neren zal, was die op één na de laatste aan hectaren met olijven en amandelboomen beplant.” „Dat noemt ge heel weinig hë? Ik noem het een heele boel. En wat het kwee- hen van olijven en amandelboomen aan gaat, ik weet van dat werk net zooveel, ate gij weet van het bevestigen van spaken in een naaf. Neen, dank je 1 Ik wil noch uw oogst bederven, noch mijzelf als een gek aanstellen. Maar ik zal u zeggen, wat ik doen zal, als gij het goed vindt. Zoek mij een plaatsje uit dicht bij iets met vier muren en een dak, en een half dozijn i' hectaren land, die ik eigenhandig bebou wen kan —en ik zal daar mijn dagen ein digen en tevreden zijn.” „Ik zal v een huis bouwen en u zes hectaren van mijn eigen land verhuren,” Zeide Donato. Maar de oude man wilde van geen over eenkomst hooren. Zijn plan stond vast. Hij wilde niet huren hij wilde koopen, „Een stukje land” te bezitten, het zelf te bewerken, en .xigen gekweekte polen ta” te eten, was de geduldige eerzucht van zijn leven geweest en hij wilde niet worden gedwarsboomd. De Italiaansche landbouwersnatuur, de diep ingewortelde liefde voor den bodem, ter wille van dien bodem zelven, was sterk in hem ontwik keld. u;; over, mei nci piau «u viaiu- ueuwiueu, - “L a.’_ Madonna te leenen, voor wier vuursteenen- en beenen snijwerktuigen- voor deze gelegenheid af- nis een flauw lichtje brandde. Nu stond tijdvak was ontgroeid. Toch geloofden gestaan en opgeruimd was en de ge- - - i trouwde vrouwen zaten in het rond toe ca nipt ccn g v u/a w cxv xa taaj «.«'SM w*. *»-* w--4 handvol verflenste bloemen zij met den eerlijken Beierschen midden- tc X>en. Een paar violen, twee klarinetten en een fluit maakten heerlijke muziek buiten in de gang terwijl in iedere avona elkander in de gang vaarwel te het ;an cigarette Mn te raken baarheid van al deze kleine Kamerheeren, Pa’l« tusschen de walsen een liedje werd h‘> herkende eenige der orchideeën en den Maarschalken, Gouden-stok-dragers, Op- ere „Piet*^..het vereerde.” „Wij hebben aanstonds nog een kleine maar iets in Brenda’s blik en in den toon kwamen eindelijk in ’n nauwe straat, bijna van haar stem wekte haar nieuwsgierig- een steeg met waterplassen tusschen de heid op. vervelooze huizen. De deur der laatste kamer was gesloten. Rossinsky stond stil vóór een kleine Zij luisterde, maar binnen was alles stil, herberg met overhangenden gevelen „Het is de sleutel van het Blauwe Ka- Toen beproefde zij den sleutel en voor de een uithangbord, waarop eenuchip was kruipen en schreien over de glorie, die mertje." eerste maal pasten sleutel en slot bij el- geschilderd met den naam I taiets dan overlevering is geworden „Het Blauwe Kamertje kander. u - „Daar is iemandzeide zij, snel te- Harry Davis. rugtredend. „Mier is het I” zei Rossinsky bijna „Niemand, lieve kind." «plechtig en zij tiaden binnen. Van Hou- „Maar ik zie licht 1” „Wat zou dat Neen, ga maar binnen aan zijn geestdrift laten. trOch! Zing nog meer T' verzocht dese- dc hij'het papiertje open, draaide het zus het uiterste einde van den bovengang, de impressario zakelijk. Hij begreep* dat cretaris. Een blik van voldoening flikkerde en draaide het zoo, keek onnoozel voor Hier moest haar onderzoekingstocht dus zoo’n wonder niet voor niets was te krij- in xan8ers oogen en hij begon een ander zich en wierp het den eersten den besten eindigen. gen. populair lied te zingen. De drie mannen omstander toe. „Dus is er bij slot van rekening toch Rossinsky stelde zijn voorwarden. Hij luisterden intens en van Houten zag in den „Maak er van wat ge kunt 1” zeide hij. geen Blauw Kamertje!” moest een premie hebben van „Het is Latijn voor mij.” „Neen, lieve kind, ge moet doorzetten bij de eerste ontmoeting en was bereid ze met duur beulende toehoorders. „Wat is het, Latijn Fransch En- tot ge het vindt 1” zeide Frau Kreuzmann. terug te geven als van Houten de stem de Boris Godunow, waarop wi; „Maar noch Christine’s kamer, noch af keurde. Andere bepalingen konden wachten,” dacht hij en 't hinderde hem nie; de mijne is een Blauw Kamertjeen het pas worden vastgesteld als de tenor -een dat de woorden door de prachtige stem vertrek aan het einde is ledig. Hoe kan ik contract sloot en voor 't eerst ootrad- I ik zal u een armband van Smyrna mede- heid en onbeschaamden hoogmoed en Zij is al net een van de onzen. Ik weet achtereen tond, brengen. Neem intusschen dezen klei- herhaalde ten minste in haar drie of niet, wat wij doen zullen, wanneer het tolletjes en als zij moede worden van mijn vi«r hoogste standen de op stelten ge- op afscheidnemen aankomt. Katchen en het draaien, bedenken zij de meest ver- er is «tte dwaasheden van Versailles van twee Brenda zal het hart breken. Voor hoe wonderlijke afwisselingen op de oor- een hondenkop op gegraveerd. Dat betee- honderd jaar geleden. Opgevoed onder lang, vraagt ge?” - - „Keer de zaak om en zeg^dat ik vergat, Wat is dansen overlevering van het ials tatp Toen zag hij op naar het balkon maar tige Hoogheden der familie tot aan hunner was reeds naar bed ge- Hooggeboren zeventig-maal-zeven neven len derden graad, wezens waren, den dag legt, die bij de gelegenheid hoort, geheele huis was donker. De ledige rij- van wien het hoogverraad zou zijn, te Intusschen ging het dansen snel voort, - -«--I ---<- k 1__ klei zouden zijn samengesteld, of onder- eindigde met een donderend gestamp, nacht gesloten. Te blijven talmen dien- hevig zouden zijn aan zulke stooten en M -.j—j--.l-.u—varaan oude boek, dat zij hem gegeven had, zijn het gewone aardewerk lijdt. jas dicht en wendde zich naar de straat. 7 Van Houten, die zich dadelijk naar Lon- Van avond echter, hoe laat het ook was, den had begeven, ontmoette hem op zijn en luug 7 niet te veel gezegd. Het was inderdaad een stem onder millioenen, zacht als ho- -- - en schaamde ladder boven zijne eigene, even onlxreik- óo maakte hij baar als Mecca voor een Giaour. Wat de zichzelven wijs, dat hij zijn kleine Giulietta eenvoudige familie Kreuzmann betreft, beklaagde, terwijl hij in waarheid Cesare er waren bij hen zoo velen buiten de palen Donato beklaagde. van wat „de samenleving” genoemd werd. Toen nam hij een cigarette en ging de alsof zij tot den een of anderen wilden binnenplaats over, met het plan een vlam- stam behoorden, die nog niet aan het was ontgroeid. Toch geloofden gestaan er naast de kleine lamp een gebroken vaas zelfs de Kreuzmanns, en daarin stonden met een 1 en deze bloemen kreeg hij in 't oog, juist stand, waartoe zij behoorden, gelijk, met toen hij op het punt stond de vlam met volkomen naïviteit in de heerlijke onfeil- geval en sinsky de overal den sleutel, en beproefde hem stem onder millioenen. Natuurlijk mist hij --u..!opleiding. Ik dacht dadelijk, dit is een Eindelijk brachten zij haar voor Wini- buitenkansje voor U en telegrafeerde waren vastgesteld, kon hij den vrijen loop iarlo’c «y/walc «irh h»rin- rt - ,Wat zijn de voorwaarden?" den weken niet terugzien, en het was hun eertte afscheid. „Het is een dwaasheid het te vragen,' Zeide Donato „maar ik wilde graag, lie veling, dat ge mij iets gaaft, dat ge aange- h«wel Mi over ri?n rigen zwakheid Lch” Koningin* "de Koningin, de Prinsen/de *ew‘ens zien te, onthield hij zich ter wille van haar. Prinsessen en de Koninklijke en Doorluch- nr~ In hun oogen was een 2 2hofbeambten, die zich op zulk Et) dit had zij gedaan, ’t Arme kind onmetelijken afstand boven hen bewogen. ©oor de kunstelooze vroomheid van In hun oogen was een Candidaat-Assi- verrassing voor u zegt Frau Kreuzmann dit kleine offer getroffen, trok hij zijn ci- stent-Hof-Laarzenknecht-Kamerheer met kleed, terwijl de Koning en de Ex- half uurtje_vóór het souper, dan zult Waarop de aldus aangesprokene neef of achterneef een verlegen gezicht trekt en al de nieuwsgierige verwondering aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 12