VOOR DE HUISKAMER M,- W4. d.™ m. j”- m wƒ- srjrss 31 I DE BRUIDSDIAMANTEN ROMAN NUMMER U' zingen!" lt?' stnjd M- - V«M« k D. X a., £ï-- S*.”1^”"” •M-e-.M~.WAW h“ nS\„, 1M0 het ,„al -■ v «erf Mlooven. heeft een stem als de een stem b^ma tegendeel t in alle landen is het aantal Vader„Dat hoop ik niet. Ik wou dat hefcïfo’Sj’n ri^ 5* eerst Onderwijzer „Wie ca! het weten! Ah overschot aan vrouwen niet ote. een ge- HOOFDSTUK XLV. de Hoed waren reeds naar bed gegaan. zou willen doen 0 gij het wenschen.” en dat ik een tamelijk goede opvoeding ge* binnenplaats. Het meisje had zich op het de jonge lieden den zij het paard een welkom hooren toe- 4 lltNIlliMIIMHMIHIMttllMimillllMmttIHIliHHHilillimiMlillHIIHHIMHHmiMUIUIIlsnilllHHIlimimilIliHHtll ■- - -- - ■T'-isssr.x■■s=assagsgags=si. t.L a 8£. M „Mijnheer Davis,** sprak hij, „weet u dat u ten ware goudmijn in uw keel heeft „Neen, dat deed ik liever niet,' woordde Davis, „ofschoon ik den ouden begon van Houten weer, „de menschen zouden U bijna aanbidden." „Vrouwen, dames van hoogen rang voegde Rossinsky er bij. Davis grinnikte. 'te goeden doen was, eenige dochter, moet u weten. Zij was bepaald gek op mij, en ik was toch maar een gewone jongen. Mijn moeder was weduwe en streek hemden voor da lui/' Hij nam zijn glas weer op en dronk het leeg. „Zulke malligheden van het vrouwvolk,* sprak hij nadenkend, „vervelen een man heel spoedig en aks hertoginnen of gravin nen zoo gek deden, zou mijn vrouw, dol van jalousie worden en mij de oogen uit krabben. Neen mijnheer 1 Ik heb *t goed en dat weet ik nu eenmaal.'* digd en drong nog sterker aan bij den jon gen man. „Kijk eens hier," geide Davis en sloeg vallige wijze, dat de toeschouwers gijn bewegingen onwillekeurig moesten be wonderen. „Ik begrijp het wel, u i aan *t studeeren hebben.'* 'indsor te gaan het te mogen gebruiken tot genot van de Ja <-aa.*a_J_ «a HrneaM Hij haalde de schouden op, *t kon hem w jer idustrielanden. Men OO-OO-OOOOOOOOOOOOOOO-OOOOOOOOOOOOOOOQ^ voor elk liedje 16 pond, 13 shilling en „Zij waren het meer dan waard," riep Rossinsky zeide niets, maar overwoog of het in de gegeven omstandigheden niet gepast zou zijn de taxi te betalen, zonder er iets van te zeggen. met den waren beide bruin. „Hoe lang zou het duren de wereld rond dat ge langzamerhand mij te reizen vroeg zij. -|* jn een zeilschip dat is onmogelijk schrikt, te zeggen. Veel zou het afhangen van den Dit spreekt vanzelf, daar verreweg het meerendeel der gesneuvelden huw- i of jong-getrouwde mannen waren. Duitschland staan tegenover 1000 streeks 1919, weet welke droevige 4 millioen thans met 15 millioen Wij wezen op den economischen ca so- Het grootste vrouwen-overschot kan cialen strijd tusschen man en vrouw, die VMttwfmllmro Uii /4aP /4mw kmmL A^ Uaas.^mJa "‘“"boiicliflfl"*- *-— king, dat den huwbaren leeftijd heeft, gevolg is. Maar juist de economise! t van het vraagstuk sleept nog et gevolgen met zich. Eenieder, die Berlijn i. Dresden jrf Weenen bezocht heeft, on een blik, tooals een speler de hand volgt, huwbare mannen 1180, in Oostenrijk 1230 standen daar’ heenchèm' uk up uci punt bwr een oesussenae Kaart „wwm. »vu, uw vmiug w - andere ging voortuit te spelen. De man stond stil, keek ^ke twintigste, thansvoor dke Mru- at tvttttvwt tvw „Na een opleiding van twee, drie jaar zal hem aan, stak zijn handen in de zakken, uw stem U een fortuin bezorgen, die menig haalde diep adem en verklaarde toen op r*?." vroolijken, maar vastberaden toon, dat _r_ hij maar liever bedankte, want er waren te vermotóriijk*'’hiêraaa vele bezwaren aan verbonden. - Van Houten begreep,dat hij den slag had „Dat kan mij niets bommen. Hoopen geld hebben zou wel prettig zijn maar die drukte om mij heen, daar voel ik niets v«u ..nu uujmrar, mj una aoet zien netzeuae verschijnsel voor piaats. t wendde zich weer tot van Houten. „Ik vind ook daar valt een strijd waar te nemen om afstand. - - -• - j. p” vr^Td? dokter TOi't en fogaam Ik ben heel vrouw. Hét gaat niet, gelijk vroeger, om komen, vu iv „vu. - - en trt- Mijn leven is zeer gemakkelijk, ik ben h*v?n de vrouw- waaraan meestal een brugwa. er tevreden mee en de vrouw ook. Al die huw<1,jk> want de „,at als boomen en palmwouden, bevolkt dat ik nooit zal veranderen. Ik ben ouder wereld zullen rondzeilep, lieveling alleen i rand van het water zich uitstrekken. En- nen zeggen, dat ik te oud en te ernstig ben kele van deze zijn koraaleilanden, en door voor iemand zoo jong als gij zijt zoo myriaden kleine weekdieren van den bo- jong en zoo vroolijk 1 Maar zoo oud als ik Worden „Ben ik! Ben ik werkelijk!" „Mijn eerste lieveling en mijn laatste. „E^ns voor a^*)d 1" herhaalde zij, en in Verona bijven?" Terwijl zij hun maal gebruiken, leidt 1j „Waarom moet hij in Verona blijven? hij het gesprek op Bari terug. Morgen „En vertel mij nooit nooit meer, dat H‘j heeft lang genoeg gewerkt. Het wordt moet hij naar Venetië gaan, om een ge- zou een man, die zijn geheels leven en mijn zaken voeren mi) naar vree moe met familie gaat. Indien men van kind intusscnen naa de koetsier op de bin- wielen gemaakt heeft, van pachterij af- avena, waar ik er werkelijk slecht aan toe aan met hen wordt opgevoed, is de band nenplaats zijn paard uit het gareel geno- weten zou zijn, indien ik mijzelf niet verstaan- innig <n werkelijk maar wanneer familie- men en in den stal gebracht. En nu kon- „Hoeveel land hebt ge T* waagt hij nu. baas kon maken. Bovendien ben ik, ais leden verstrooid sim, en de jonge lieden den zij het paard een welkom hooren toe- „Heel weinig ongeveer een zestig den is toeg In Engel de vrouwen, die een huwelijk aan- ter." J was het P vrouwen in de percentage in 1914, 5.2 het steeg voort- nen!” rkelijk is toege- durend en bedroeg in 1918 reeds het dub- -- bale. Een der oorzaken daarvan is van man zijn gesneuveld l Daarvan alleen zeer materieelen aard weduwen be- HIJ WENSCHTE HEM EEN LAN<? millioen Franschen, twee milli- zitten meestal een woning en meubelen oen Duitschers en een en een kwart milli- en op den huwelijkscandidiaat schijnen „1 droeg h« overschot aan vróuwen in Oo> digen tijd een ’bijzondere bekoring”uit heb lavonopak aantrexacu, tennjk 575,000, in Frankrijk 614,000, te8 oefenen. De „möblierten wtil— down ia het paardetf- u, Groot-Bntumt 1,328,000, in Belgie (gemeubileerde weduwen) i tl p» p* De..u«/4 i itA nnn t- u. Wi keerde zich naar Van Üouten. *t Huropeesche landen, die aan den oorlog in trek, ten nadède van de jonge meisjes, zal ie leven i" afzonderlijk opgroeien, dan houdt fami- hinniken aan zijn makker en aan den faeet- lie op een band te zijn en wordt vergeten, sier, die fluitend op en neer ging. Buiten Zoo is het in mijn geval. Die verre bloed- in de straat was alles zoo stil als om m»d- verwanten kunnen, voor zooveel ik weet, dernacht. gestorven zijn ik zou hen nauwelijks „Vertel mij wat van uw huis te Bari," herkennen als ik hen zag en ik ben er ze- zeide zij,en liet haar waag tegen z*n schou- ker van, dat zij zich mijner ook niet her- der rusten. „Is het een oud huis Werdt inneren." „Ik heb verwanten, die ik nooit gezien van Whitechapel weraen uitgesproken. Pleitte voor zijn doorzicht,dat zijn toon te- hebben deelgenomen, overtrof in 1924 die geen woning en geen meubelen be- --ien met mijn voor- gen hem beleefder en ernstiger klonk dan het aantal vrouwen dat der mannen met zitten. lossinsky den im- tegen Rossinsky. 4 millioen thans met 15 millioen Wij wezen op den economischen en jo- „Heb ik geen gelijk, mijnheer!** __2._ ---- Van Houten knikte. „Gij voeldet dat S' V” ^^»d‘. ^«h^dingen het vraagstuk sleept nog ernstiger LEVEN. „Ik heb al verscheidene dealen gedich ten geschreven,” zei Jansen, „maar ik besloten om ze pas na mijn dood te laten publiceeren.** „Daar ga je Jansen," sprak een var de vrienden, zijn glas oohenende. „Lang Diamante maken zult.” allen samen aan hun avondeten een „Maar wat zou er van oom Stefano maal van letterlijk Attische eenvoudig heid, en bestaande uit brood, salade, ge- „Hij kan komen als hij wil. Wij hebben zouten olijven en een pint landwijn in een ruimte.genoeg voor hem.” met riet bekleede flesch. Want Cesare „Alsof oom Stefano op zee zou willen Donato wordt nu als een van de familie gaan 1 Toch wat zou hij bier eenzaam beschouwd, en deelt hun gewonen kost, in Verona bijven Terwijl zij hun maal gebruiken, leidt ..”y*aro.m raoet ‘n Verona blijven hij het gesprek op Bari terug. Morgen den, dis zich op de zandbanken in de zon- ik mij over u zou kunnen schamen. Hoe dat hij het leven gemakkslijker op- deelte van zijn lading in te schepen, van nestralen koesteren. En op ééne plaats, zou ik anders dan trotsch kunnen zijn op neemt. Hoe zou het zijn als hij naar Bari daar naar Tritst en van Triest naar Smyr- waar ik u brengen zal, zult ge de zon te de vrouw, die ik lief heb! Hoe zou ik haar kwam? Daar heb ik een huis, zooals ge weet na. Onderweg zou hij Bari aandoen om middernacht zien schijnen. Ge kunt het kunnen liefhebben, als ik niet trotsch en een s,uk land. Tot hiertoe heb ik het een architect aan het werk te zetten en land verhuurd en, wat het huis aangaat, ik het huis te verbouwen. Hij zal niet min- *>eo slechu een irm i°°8 heb tr twee-, driemaal in een jaar der dan een maand wegblijven moge- C lijk wel vijf weken. Intusschen (aange- vrienden mij Nu zal ik het opknappen, meubileeren en nomen dat zij natuurlijk als ééne familie rn.voor u mooi laten maken en als uw oom bij elkander zouden wonen) ia da vraag, gaan niet met gesloten oogen naar zee.” „Ik heb geen vrienden," vjel hij haar met ons zou willen leven, en het land voor die tot een beslissing moet gebracht Wor- „Ja, maar gij hebt opvoeding genoten." snel in de rede. „Of liever, ik heb er m*i willen bebouwen, dan zou ik den deze of oom Stefano op zich wil nemen „Ik kan lezen en schrijven en mijn maar een, dien eenen van wien ik u ver- I J echeepsboek en grootboek bijhouden.” leden vertelde. Ge behoeft voor hem niet den Het jonge meisje schudde het hoofd. bang te zijn, hij is een oud man, geleerd „Ge kent Latijn,” zeide zij, „en andere' als een van de kerkvaders en vreemde talen, in vreemde letters gedrukt als een kind.” die ik nooit gezien had, eer ik gisteren in „Maar ge hebt familie?’* uwe boeken had gekeken." me hoe breed de „En hoe breed is zij r „620 Meter, mijnheer." „Dank u 1" De officier rijdt verder en bereikt spoe- heer en mevrouw graag een pleziertje graag hoopen geld willen hebben. En hoe ten houden met de mogelijkheid, dat zij zou willen doen 0 zij het wenschen.” heerlijk als de menschen je naloopen en de zullen behooren tot het vierde deel, dat HOE MEN AFSTANDEN LEER „Ik geloof niet, dat U begrijpt, wat voor paarden van je rijtuig afspannen en als je ?*doemd levenslang ongetrouwd te SCHAT llsN. n mwht schuilt in een stem als de uwe," portret voor alle winkelramen staat.” bleven en dus m haar eigen onderhoud Een generaal verveelde sedert lang zijn te voorzien, mag men aannemen, dat vier officieren met hen steeds te onderhou- vijfde der Opëtenrijksche meisjes een den over het nut van „afstanden schat- beroep uitoefent of een betrekking poogt ten." voel IK niets te krijgen. In vele deelen van Duitsch- Op een móégen rijdt hij naar de oefen voor. *t Is maar last. Neen mijnheer,” hij land dot „Ja, dat kan wel," zeide hij droog, „mijn htt heel a*r<Ü8 van u, mij dat aan te bieden de „baantjes" tusschen den man en de tevreden met wat ik ben en wat ik heb. ••«’tender of meer tijdelijke werkzaam- waar ik u brengen zal, zult ge de zon te de vrouw, die ik lief heb! Hoe zou ik haar kwam? Daar heb ik een huis, zooals ge weet na. Onderweg zou hij Bari aandoen nauwelijks gelooven Toch is het waar.” -op haar was land verhuurd en, wat het huis aangaat, ik het huis te verbouwen. Hij zal niet min- „Wat weet ge veel 1” zeide zij. „Wat hebt ge veel gezien meisje," fluisterde zij. „Ik weet niets, heb PM’ weken achtereen in gewoond. „Het is des zeemans schuld niet, dat geen manieren. Als uwe i hij onderweg *n weinig kennis opdoet .Wij zien... gaan niet met gesloten oogen naar zee." „Ja, maar gij hebt opvoeding genoten." vinden," J bang zijn." „Ook als ik bij u was, lieveling „Hè neen niet bij u." „Neen, maar....’’ den waren beide bruin. kleine veranda zijn pijp rookt „Ge zoudt met mij overal meegaan en „Maar wat„Hoe lang zou het duren de wereld rond „Wat is er van mij vroeg de wagtn- overal u veilig voelen, waar ik was „Ik vrees dat ge langzamerhand mij te T” ^<*8 maker uit’de kamer, uit zijn dutje opge- „Overal 1” minder lief zult krijgen, als ge u over mij een zeilschip dat is onmogelijk schrikt. „Er zijn zooveel plaatsen, waar ik u schaamt." te zeggen. Veel zou het afhangen van den „Een samenzwering, oompje gaarne heen zou brengen, ja, en waarheen „Mijn Giulietta,” zeide haar verloofde l*id» dlen bet in vreemde havens bleef, en „Een samenzwering om mij te laten "2 i Z Tien minuten voor eilanden, waar varens groeien zoo groot zijn, dat ik mijn "hart en hoofd ken, en docl niet> dat wij in letterlijken zin de half tien, en geen avondeten klaar als boomen; en palmwouden, bevolkt dat ik nooit zal veranderen. Ik ben ouder wereld zullen rondzeilep, lieveling alleen L; met apen en papegaaien, die tot aan den dan gij, vele jaren. Enkelen zouden kup- maar, dat ge menige reis met mij in de om de tafel te dekken en nu zitten zij 1 - t_ I T?_. MAM M.AAMAM - t- T\tft «MA M A MAaItAM 11 A A AM AAM l*AAM AMMM^MaAam aam kele van deze zijn koraaleilanden, en door voor iemand zoo jong als gij zijt dem der zee opgebouwd. Dat zijn plaat- ben, gij zijt mijn eerste liefde." sen, waar de winter onbekend is. „Ben ik? Ben ik werkelijk?" „Dan, in den zomer, zullen wij naar «n m>ji het Noorden stevenen, naar de kusten Met^mij is het eens voor altijd." van Zweden en Noorwegen, waar ge de walvisschen in het diepe water hun wa- nestelde zich dichter in zijn armen, terstralen zult zien opspuiten, en zeehon- lief zou hebben, indien ge Latijn w‘tte paard stelde zij zich gerust en ging* en overvloed en ik denk dat uw oom Ste- vóór den oorlog. Dit verschijnsel deed wel, dat de ri’ ging is slechts schijnbaar en moet daar mede groot aantal huwelijken tengevolge van dank. „Mocht U zich bedenken,' wil mij ky.Jiier is mijn adres.” T.te’1^1^^ een of twee h«id.nten«èn hij’geiridde'de’heeren naar de ^^e'jaren moe^om hetjzoo uitje te veelJs, majoor jaar en u zou in dien tijd een mooie toelage krijgen voor u en uw gezin.” „Laat die mooie toellge ophoepelen. Ik tou moeten werken als een kwajongen op achool en daar pas ik voor." „Alleen maar voor een tijdje." „Toch wat Hij leunde over de balustrade en keek Dan zullen wij het schot de plaats rond. „Ik dacht, dat ik beneden h.'i olerrf i er op mijn bewoog en luisterde.” Houten vuilte vuiowvni vtu uvuui u w t Is een duur uitstapje geweest, eerst aantai huwelijken in werkelijkheid op het de reis van ons tweeën naar Londen en dan oude peil is g< T „nuTTu ../-J*. ----J- -* -- ——o is gebleken, dat dit niet het geval is. Vol- gij tot dit cijfer/kapitein I „Rti als die twee jaar voorbij zijn, zal ik 4 P*nc«' b 8<*d betaald." gens de over het tweede kwartaal van het „Ik heb het ook aan den brugwachtei altiid maar voort moeten jakkeren, nieuwe ”Zi> wlren h«t meer dan waard," riep afgeloopen jaar gepubliceerde staüstrek gevraagd, generaal.” bedim leeren zingen of ik er trek in heb dt secretaris vol geestdrift uit. 2*Jn e.r..1.n dlt t.1idsverl°op ongeveer 25,000 weju RnA,'„.v„ ..u huwelijken minder gesloten dan vóór den GETROEFD. ««ven omstandiohArfen nie °°rlo8' F L® a. ory“updigheden met Een teef eigenaardig verschijnsel is het waar deze de grens vormt tusschen Zwit S - -a wa W.V~ J t »W* VV»/« WW WW WWV/ M—M—«WW—«WWW (Nicuw-Nederl.) tneisjes zooveel ongunstiger zijn geworden, er iets van te tegendeel t in alle landen is het aantal gemiddelde verhouding is zoo, de 100 meisjes ongeveer 106 jongens hét enslicht zien. Dit oorspronkelijke over- i gaat echter verloren en dien je binnen wou zien i de jaren der huwbaar- heid, welke door de voortplanting het De tengevolge van den oorlog ontstane sociale gevolgen. Men denkt slechts aan vierde deel der^huwbare meisjes geen uit zngst «en stap achteruit en kwam in „Ozei ze blozend^Ik was zoo ge- 4—«_t_A— Waam-a ti TE VEEL VROUWEN! De oorlog heeft tengevolge gehad, dat Rossinsky begon over zijn schitterende staande overschot aan theater costumea te spreacn nog aanmerkelijk is toege- Uk welsprekend, toen hij beschreef, hoe nomen. Tusschen de zeven en acht milli- 4- aa— k zxam *v<im aaama«*«,aU I TSas w. - -w aa. twm WKWM Hanvwswww, wawattwm ww- bijna twee nulhoen Franschen, twee milli- zitten meestal een woning en meubelen oen Duitschers en een en een kwart milli- «n op den huwelijkscandidiaat schijnen oen Engelschen. In het jaar 1914 be- deze „eigenschappen” in den tegenwoor- - - - droeg het overschot aan vrouwen in Oo» -- t Ju-'— Uk zoovastenavondpak aantrekken, tenri)k 575,000, in Frankrijk 614,000, te’’oefenen. De '„möblierten Witwen" er uit ziM aM een down ia het paarde»- m Groot-Brittanië 1,328,000, in Belgie (gemeubileerde weduwen) zooals de spel. Dank je wel hoor 1 Ik niet 1” 62.000, in Rusland 1,334,000. In de tien volksmond ze reeds noemt zijn zeer huurder opzeggen. Hoe zoudt ge dat vin- het land te pachten J J Op dit, voorstel, hoewel hij er innerlijk Zif vo°d natuurlijk dat niets beter kon door gevleid is, antwoordt de wagenma- eenvoudig rijn. Den vorigen dag nog zeide hij, hoe ker met een aantel tegenwerpingen. Hij hij gaarne in de schaduw van zijn eigen heeft zijn geheele leven te Verona* ge- wijngaard zittend, polenta eten wilde, die woond, en is te oud om met wortel en »Nu, ik heb neven maar ik heb ze ip op rijn eigen erf gegroeid was en zou tak te worden verplant. Bovendien, wat „Wat zou dat! Ik ben een koopman, vele jaren niet gezien. Ge weet, hoe dat dit niet bijna hetzelfde zijnzou een man, die zijn geheels Wveo i mijn zaken voeren mij naar vreemde met familie gaat. Indien men van kind Intusschen had de koetsier op de bin- wielen gemaakt heeft, van pachterij af zou zijn, indien ik mijzelf niet verstaan- innig (n werkelijk maar wanneer familie- nwn en in den stel gebracht. En nu kon- sltfrl maar voort moeten jakkeren, nieuwe „Ja, anders kan het natuurlijk met. 8 Pjszou zijn de taxi te betalen, zonder ^t, terwijl de huwelijkskansen voor jonge serlanó en Duitschland. JBn ik zou mog«n «en *n drinken, al- «ts van te zeggen. (Nieuw-Nederl.) meisjes zooveel ongunstiger zijn geworden, Duitscher, aan den anderen kant leen wat goed is voor mijn stem en op be- het aantal weduwen, dat opnieuw in „Hola, Zwitser, je mag niet visschen paalden tijd naar bed gaan en een wit het huwelijk treedt, in verschillende lan- in den Rijndat is onze rivier." twhemd dragen, bonte dassen en mij alle TE VEEL VROUWE.N? den is toegenomen. Zwitser „Nu, wees maar stilik wery B*®1 i..-—het si,nds lïn< reeds in vele landen be- gaan,weduwen. In Duitschland was het Duitscher „Hoe kun Je die dan ken* Rossinsky begon over zijn schitterende staande overschot aan vrouwen in de percentage in 1914, 5.2 het steeg voort- nen T" theater costujnmte spreken en werdwaar- laatste jaren nog aanmerkelijk is toege- durend en bedroeg in 1918 reeds het dub- Zwitser: „Aan de groote bekken." mooi een tenor in een opera zich moest oen kleeden. Maar Davis hoorde hem met onverho len afkeer aan. huwelijkskansen zijn zooveel geringer geworden, dat de vrouw den drang vbelt om zich voor lange iaren verzekeren. Zij ondervir._. de concurrentie der oorlogsverminkten willen doen nog eens voor ons te zingen hebben en de vrouwen reeds uit menige VAM «FAW/4 AA«*AM In vele landen is onmiddellijk na den dig het oefenterrein. jdy ut ei graag en vavis zong een stegen, negerliedje. De secretaris boog het hoofd cijfers t m- diep over zijn handen, Rossinsky luisterde lijken 1915 27,661 Van ïtout’en*vódde*zich niet ontrnoe- met 8X001 8enot en de teipresario keek 25,583 1918 29.111 1919 51,892 1920 genheid vóorbij gaan zijn Arm achter zijn hoofd op zulk een be- sc^e1^ ecn vormelijke woorden echter eiken oorlog voor, dt stij- zei Rossins- me3e verklaard worden, dat een zeer hoeveel sdi’at groot aantal huwelijken tengevolge van „Daar is geen gevaar voor," lachte de den oorlog moesten worden uitgesteld. In de deur drukken, de achterstand worden inge- u vr; Toen zij op straat stonden, zeide van haald-Is aen.t^aa‘ F^hied* dan treedt F een normale toestand in, die ons de gege vens verstrekt om te beoordeelen erf net wen?' ---- -..-t MWUl gcrice. ;ebleven. In Duitschland,nu overeen met mijne schatting. Hoe komt „Ik heb het ook aan den brugwachtei „Neemt U genoegen i waarden!" vroeg Rossinsky den im- tegen Rossinsky. presario „Heb ik geen gelijk, mijnheer!" „O ja zekerantwoordde de andere. r‘ U' „2" ...1? Hij stond op, ging naar Davis, die aan ontkennen of uitvluchten hier niets zou- lafel was gaan zitten en zijn bier'dronk, den helpen.” Davis ging in diep nadenken de kamer bare of j< op en neer. Van Houten volgde hem met In L t - -- I- - - - De herbergier knikte vriendelijk en de die op het punt jtsat een beslissende kaart huwbare Vrouwen. Voor den oorlog ont- - ■eL NOG AL DUIDELIJK. m. Onderwijzer„Waarom werd eerst Bulgarije, het licht en toen de menschen geacha- longen.Anders zouden de mea- I ten met de koppen tegen elkander ge- LIEVER NIET ALS VONDEL- «uaanue oogen mjua. -- v---Onderwijzer „Wie zal het wetro! AM "Maarnyinheer Davis, pleitte hij, t mannelijke geboorten het grootst; de hü een vlotte loopende kantoorhand „Ik zeg met n«en, zeide Daviskalm, Is een plicht, dien u aan de wereld ver- gemiddelde verhouding is zoo, dat er op kreeg." A „ik heb heel dikwijls beroemde zangers schuldigd is. Denk aan het genot, dat u de 100 meisjes ongeveer 106 jongens het ZIJN FOEFJE. a a-a.-.a - a. pportier „wie is de joegen, iren der huwbaar- Jongetje (vertrouwelijk): „Ikke HIJ NAM *T NIETS KWALIJK. „Pang-pang ratelde de gewerro'der -.3 groofe manoeuvres. „Ach 1" riep een aardig meisje met v om het bestaan tusschen de seksen. hield toch het meest van mijn eigen fluit.” duizenden smachten er naar u te hooren.'* schot aan mannen Hij aprak afgrijwlijk en zijn spreekstem „Laat ze dan hier komen," lachte de *e.*.het meest te had volstrekt geen bijzonderen klank. weerbarstige tenor. „Ik doe graag de men- „Zou U niet gaarne op *n groot tooneel schen plezier, maar liefst* in mijn eigen 1 in Londen verschijnen en prinsen en huis. *t Staat voor iedereen wpen, zij zijn prinsessen en alle Londenaars zich zien mij allen welkom.” verdringen om U te hooren?” T“' „Ja jawel l" was het ijskoude ant- derheid en de secretaris vroeg woord. - „Zou je het niet heel >rettig vinden,” eenige gave U bezit Wat een voorrecht vroeg Rossinsky, ,^iaar Windsor te gaan het te mogen gebruiken tot genot van de ofli voor dto koni&f tn dt koningin tc httje wereld.” .5®* ondit tr i om voor «ko sviw>b c» w» 8 w -j. j. mannen zijn. Zij moeten dus m haar le- „Volstrekt niet," antwoordde de jon- i Öe schouders °P* kon "em venaooderhoud voorzien. Aangezien eeh- gernan. „Laten we een eindje verder gaan ant- niets scneien. ter alle meisjes, die geen bepaalde hu- staan en naar de artillerie-oefening gaar „Maar, sprak ^Rossinsky, „je zou toch welijksuitzichten hebben, rekening moe- kijken.” o „„.vxi usuuwj. tu nvc .va uvuuvu uwu uk luvgvujMiviu, uai zij heerlijk als de menschen je naloopen en de zullen behooren tot het vierde deel, dat HOE MEN AFSTANDEN j-u --5 te SCHATTEN. 'lijven en dus in haar eigen onderhoud T te voorzien, mag men aannemen, dat vier officieren met hen steeds te onderhou- beroep uitoefent of een betrekking poogt ten." te krijgen. In vele deelen van Duitsch- Op een morgen rijdt hij naar de oefen loet zich hetzelfde verschijnsel voor plaats. Een kapitein volgt hem op eenigen Bij de brug over een breede rivier ge- houdt de generaal zijn paard stil i wisselt eenige woorden met der ichter. it verlangde de generaal vai u!” Ia. tu ■“"•“(“‘«“ra zijn zooveel geringer vraagt de kapitein, ais hij op zijn beurt SUUt,eS 8«worden, dat de vrouw den drang vbelt bijde brug komt. nier en wie mij graag wu hooren zingen om zich voor lange jaren een werkkring te „De generaal vroeg moet maar hier komen. Ik ga nu eenmaal verzekeren. Zij ondervindt vooral scherp rivier is," antwoordde niet naar hen toe." ---- -*-; „Maar u zal ons toch wel ’t pleziertje speciaal in Saksen die een streepje AM rite «MMM-vnam aaaJa V» MSVM WVWM WZW VW* VMO ZV Z.1U|VU -- vóór wij weggaan," vroeg van Houten zeer n °°rlo«- het huwelijkscijfer aanzienlijk ge- Na jenige inleidende woorden begin' „O ja, he« graag - en Davis zong een stegen. Voor Groot-Berlijn waren de de generaal weder oVer het nut van „af- o.a.1914 38,819 gesloten huwe- standen schatten" te praten. 1915.2?,661 1916 24.185 1917 „Ik zelf, mijne heeren, laat geen gele- in, om mij hierin te >en hier weer een uit- -J voor ons de ri vier. Hoe breed, mijne heeren, denkt gij wel, dat de rivier hier is.'* De overste A „50U Meter, generaal.” „O neen, ovérste, dat is te weinig. Óp —'■-t gij haar, majoor?" „Circa 7 a 800 Meter, generaal.” „800 Meter, ik geloof, dat dit wel wat veel is, majoor. En u, kapitein, mag ik vragen, wat uwe schatting is „620 Meter, generaal," antwoordde de ze op een toon van beslist zelfvertrou- „Zeer goed, kapitein, dat komt gehee: „Ik dacht, dat ik beneden een galuid hoorde," zeide hij „alsof er iemand zich na het avondeten haar tafelkleed uit sloeg. Haar balkon is juist onder het onze.” „Hoogst waarschijnlijk. In alle geval huis schijnt vol geheimzinnigheden, iedere geboorte dan de meeste menschen van ken kwam schokkend en schuddend on- is zij er nu niet meer.” gondel, dien gij ontmoet, schijnt een ge- mijn stand. En ge hebt gelijk, als ge denkt der de poo”. en reed tot midden op de „En ge wildst zeggen.. heim met zich te voeren.” dat ik een tamelijk goede opvoeding ge- binnenplaats. Het meisje had zich op het „Nu ik wilde zeggen, dat Bari niet op „Ik geloof niet, dat ik het prettig zou noten heb. Maar denkt ge, dat ik een ge- eerste 8«luid der wielen rillend terugge- Venetië gelijkt Maar het is een vroolijke, zeide het jonge meisje. „Ik zou leerde vrouw verlang? Gelooft ge, dat ik fokken maar op het zien van het oude drukke plaats, in een land van zonneschijn u meer lief zou hebben, indien ge Latijn witte Paard stelde zich gerust en ging* en overvloed en ik denk dat uw oom Ste» kendet met praten voort. Tonio Moretti's paar- fano, als hij Zegen zonsondergang in dit „Neen, maarden waren beide bruin. kleine veranda rijn pijp rookt „Maar wat„Hoe lang zou het duren de wereld rond „Wat is er van mij vroeg dt wagtn- „Ik vrees minder lief zult krijgen, als ge u over mij „Mijn Giulietta,” zeide haar verloofde tijd, dien het in vreemde havens bleef, en 7k u ook mettertijd brengen zal. Mooie ernstig, „ge moogt er geheel zeker van n08 metr van weer en wind. Maar ik be- verhongeren, hè t 1».*2m iet m<a« /4a* «m *«*m A^ *2a_. am a a am ven lief heeft. Luister, liefste, ik ben La Giulietta haastte zich naar bidnen zes zevende vrouw een leve: Eigenaardig is het, dat er in de 1 vont u benijden zal.” vroolijken, maar vastberaden toon, dat „Och I" kwam Davis, niet bijzonder g«> hij maar liever bedankte, want er waren te vermoedel^khieraan. twte t troffen. vele bezwaren aan verbonden. dat Staten met ee* boerenbevolking t Van Houten, zeer geagiteerd, legde Van Houten begreep,dat hij den slag had jonge mannen een gezonder en degehjk' brtn uit wie hij was en welk honorarium verloren en waagde geen verdere pogingen l«*«n leiden dan in ind__!.‘2 hij gewoon was aan goede tenoren te be- meer. De jonge secretaris kwam echter d‘e^ J*«l te het oog te houden, dat het talen. tusschen beide, met betraande oogen bijna. r" "v wooed gelooven, heeft een stem als de een stem bijna een misdaad toe. j „Ik zeg^nietjaeen,” zeide Daviskalm, Is^een plicht, dien u aan de wereld ver- gehoord in de Savoy en de Gaity, maar ik andere menschen zal gevem Honderd- levenslicht zien. Dit oorspronk'eüj L2a1/4 taA* M*AAa.4 M«aaM fluit 9t z4«<>«VAM/4 Aaa waMAAla^AM - a. 1t» WSAMMAM «rmo Vader „Dat hoop ik met. Ik wou dat dat er op kreeg?' a F t--—- i - - te over- Bioscoopportier „Laat ze dan hier komen," lachte de ,H.ee,a'n verhouding heeft natuurlijk bedenkelijke infanterie bij de wciavm. sociale gevolgen. Men denkt slechts aan „Ach l" riep een aardig meisje met Hij glimlachte, n joviale lach van meer- een land als Oostenrijk, waar voor het een alleraardigst schrikgilletje. Zij deed w w „Voelt u niet, wat een heerlijke, een echtgenoot is. Daar ontstaat een soort de armen van een jongmensch. strijd om het bestaan tusschen de seksen. „O zei ze blozenu. Een kwart der vrouwen in Oostenrijk kan schrokken. Neemt u mij astublieft nem» m«m/4«* aw mmmw maam Vnrwleilr mannen zijn. Zij moeten dus in haar le- ter, alle meisjes, die geen bepaalde hu- gij daar geboren --— «m. B.„ mm q.w. m.uwvm. .«Au cn vp uw i* nuvii gcueu „Het is een klein wit huis, Lieveling „Ik kan nauwelijks gelooven, dat het zee, waar men vrijen tijd in overvloed heb,” zeide het meisje, „mijn tante Fran- niet bijzonder nieuw en niet bijzonder oud; geen droom was 1” heeft, zou het moeilijk zijn uit te houden, cisca Petrucelli en haar familie. Zij woont en ik werd er zeker niet geboren, daar Het was La Giulietta die sprak. Haar als ik niet iets leeren kon.” oom, vermoeid van het werk van dien dag, was in zijn stoel in slaap gevallen. De verloofden stonden buiten op het bal- dat gij u-zelf geleerd hebt, of dat gij veel dochters en vier zonen. Ik zou hen heel zwalkt, weet hij graag dat er eenige me- kon over Venetië te spreken. Het was een hebt meegenomen. Gij hebt gestudeerd, graag eens zien en mijn zeven onbekende ters vast land zijn, die hem toebehooren weinig na achten en avond. De hemel Uw uw moeder was een dame. Neen, n«ven en nichten." en waarop hij, als bij aan wal komt, uit hoven hen was donker, en behalve eenige ik ben een arm, onwetend meisje maar „Indien ge dat verlangt, lieveling, zul- rusten kan. Nu, het huis staat boog op een ledige huurkoetsen was de plaats beneden hierin kan ik niet bedrogen worden. Ik zag w’j daar samen op onze huwelijksreis terras en ziet uit op de zee. Het heefiPvan iar>-*Sta met haar komfoor het aan haar portret. Zij was niet een der heengaan. Neen, bedank mij niet. Wat voren een veranda, en op bet terras groeit Jhad sedert lang haar onzenevenmin als gij." u genoegen doet maakt mij gelukkig." een palmboom, een echt Afrikaansche L I- „Ge kent mij voor wat ik ben, een han- moet m*i niet te veel toestaan,’’ palmboom. De heuvelhelling is met wijn slechts de laar een man van het volk.” zeide zij. „Ge zult mij bederven." gaarden beplant, en aangelegd met oliiftui- „Neen gij zijt een heer.” Liefkoozend streek hij met de hand nen en beneden in de diepte, op een „En verondersteld nu, dat ik een prins ovtr htur 6**’- vooruitspringend voorgebergte, aan drie t dcx „Ik had altijd gedacht u voor dat eerste zijden door de blauwste zee van de wereld Ik zou te ver beneden u staan, zooals tochtje naar Napels en Sicilië te voeren, bespoeld, ligt de groote witte stad met km mjjn lieveling. En ik heb er ook over ge- haar kasteel, haar hoofdkerk en haar ka- „Waarom Giulietta mia Waarom lie- dacht, hoe wij het u aan boord van de ven vol schepen." Diamante gemakkelijk zullen maken. Ik „Het moet zoo mooi rijn als Venetië.’ een droom moet zijn. Wat ik heerlijk vind. Hij nam haar in zijn armen hij kuste denk mijn eersten stuurman een kooi „O neen daar is maar éën Venetië. is een gondel te nemen en 's nachts de haar op de oogen en vond ze vochtig van tusschendeks af te schieten en de hut, die Toch. jJSt--J - - uit de duisternis in het licht te komen en weer terug in duisternis te verzinken. Al les is spookachtig. Ge slaat een hoek om en er plast iets in het water achter u. 1 schijnt alsof er een moord gepleegd is. zelfs niet „Romeo*', tu geen „monugue Gij gaat onder een balkon door en hoort Ik ben eenvoudig Cesare Donato, die onder een verlicht venster en luistert naar ven lief heeft. Luister, liefste, ik ben van het zingen eener vrouw daarbinnen. Ieder deftigen huize en misschien hooger in Jiuis schiint vnl mhRimcinntarlM»HaH. geboorte rlan d» gondel, dien gij ontmoet, schijnt een ge- mijn stand. En ge hebt gelijk, als ge denkt der de poott» en reed tot midden op de klim mat dat tir maa^a i.’htfiroPMnlaatw Mpt had *7i’rh nn het 18. gij, een groot liefhebber van lezen en op heeft, zou het moeilijk zijn uit te houden, cisca Petrucelli en haar familie. Zij woont bij Napels, in een dorpje San Lorenzo ik het'eerst twee of drie jaar geleden ge- Zij luisterde zij zuchtte. genaamd. Zij is weduwe en heeft een ei- kocht heb. Het was juist zoo’n xeemans- „Dat is het niet," zeide zij. „Het is niet K*n boerderij, en een familie van drie grilwant ais een man den oceaan rond kon over Venetië te spreken. Het was een hebt meegenomen. Gij hebt gestudeerd. 8raag eens zien en mijn zeven onbekende ters vast land zijn, die hem toebehooren boven hen was donker, en behalve eenige ik ben een arm, onwetend meisje maar verlaten. De oude Ahit en driepootigen stecjjl plaatsje onder de poort verlaten de druk te was voor dien dag voorbij, en hier en daar tusschen dak- en beneden-ver- dieping was een verlicht uenster te zien wint de meeste bewoners van de Herberg was,” zeide hij luchtig, „wat dan de Hoed waren reeds naar bed gegaan. „T „Wacht tot ge Venetië bij maanlicht iknu^ben?' gezien hebt," antwoordde Donato „dan zult ge inderdaad kunnen zeggen, dat het veling, wat is dat voor gekheid een droom moet zijn. Wat ik heerlijk vind. Hij nam haar in zijn armen hij kuste denk mijn eersten stuurman i 2 zijkanalen rond te varen, zwijgend stil tranen. hij tegenwoordig gebruikt, in een soort „Ge zijt een dwaas kind,” zeide hij. kleedkamer en kantoor voor mij-zelf te „Indien ik een koning was en ge mij lief- veranderen, r hadt, zou uw liefde u tot mijn gelijke ma- tusschen mijn kleine hutten wegbreken Het ken Maar ik ben geen koning. Ik ben en et een goede zitkamer voor u van ma- i ’’""'-o”, en geen „Montague”, ken. Denk er om, ik reken er 07 j u vrouwtje tot een goed zeeman op te voe- „Misschien was het vrouw stemmen in een fluisterend gesprek, of van ganscher harte en voor zijn héele le- den 1 Zij zal de wereld met mij rond mos- die ten Een rijtuig door een wit paard getrok-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 7