ELCK WAT WILS J „Watfk u, in tegenstelling keek Blauw baard, volle vrijheid g**f te openen." f kwam uit het oude Egypte met castag- Toen nam hij een cigarette en ging de alsof zij tot den een of anderen wilden kamer, die voor deze gelegenheid af- De grijze impressario van Houten, door gedaan, trok hij zich uit het strijdperk scherpe oog van den zeeman iets te ont- broos als glas. Er schenen orgelklanken iets beters gehoord.' ,Waar mets mee open te maken is Toen hij geëindigd had, vroeg Ros voor iHij hoeft gelijk. De Spaapsche Cachuca dane eerzucht gekomen en stierf tevreden. Katchen en Brenda, deden ontelbare dans afstamt. eerst tot den een en dan tot den ander. „Ge zult eens zien Wacht maar tot een oogpunt, dan licht in de hand om mee te dansen. „Vindt gij het aardig?" vroeg hij, naast Winifrieda's stoel staande. De paren schikten zich juist voor een elfde wals of zoo iets van den avond. „Ja. Zij dansen zoo goed, en de muziek „Ik?” zeide zij glimlachend, „Ik, die nooit dansen leerde, die nooit heb ziet dansen voor vanavond?" „Keer de zaak om en zeg, dat ik vergat. mijn broeder of verloofde dien Pyrrhschen Hans te zien uitvoeren „Zoudt ge niet liever in een hoek kruipen en schreien over de glorie, die biets dan overlevering is geworden Na eenig loven en bieden werd de koop gesloten en de volgende middag vestge- steld voor de kennismaking. Zij reden in een taxi naar het adres. Van Houten was vergezeld door zijn secretaris. Geen van beiden begreep, waarheen zij gelach?" „Laat mij eens kijken «Vraag het oom Kreuzmann 1" naar beneden gehaald en ik zal het 't eerst lezen." beneden deed ophouden en diep ademha len. „Arm schepseltje 1” trouwde vrouwen zaten in het rond toe te zien. Een paar violen, twee klarinetten en een HOOFDSTUK XVLII. Het was een Kerstboom om trotsch op te zijn. Dat zeiden allen, en dat zeide ook met zedigen trots Frau Kreuzmann tot zich-zelf, toen haar gasten er bewon derend omheen stonden. Hij steeg tien HOOFDSTUK XLVI. Een Kerstpartij bij de predikantsfa- Hij is verloofd met Fraulein Winifrieda, „Het moet heel schilderachtig zijn." „Schilderachtig 1 Nu, zij draaienuren van de onzen. Ik weet achtereen tond, net als strijk-en-zet- doel de sleutel daar gehangen was. Katchen en Brenda zagen elkander aan en zich de handen en knikte geheimzinnig. „De sleutel Welnu 1 als iemand Kreuzmann. „Ge hebt den sleutel.' nieuwsgierig is naar den sleutel," zeide zij, „laat hij hem dan krijgen, en zien wat er op het papiertje geschreven staat." „Ik’ kan niet verdragen, dat ge heen gaat 1” zeide zij, tegen hem aanleunend. Hij nam haar in zijn armen hij kuste haar verscheiden malen. „Mijn Giulietta, goeden nacht." „Neen, neen nog niet nog één mi nuut, bid ik u, mijn Romeo 1" oen L„_, horlogeketting gedragen en tijk, er paarlmoer ingelegd is voor den oudoom den brouwer en burgemeester van Starn berg. Deze kruithoorn is voor Rudolf Schwerin, die den laatsten herfst op het schuttersfeest den eersten prijs won. Aennchen Braun, die gaat trouwen, heeft de koekoeksklok, en de twee jude dames uit het Beierschë Woud zijn met warme moffen en pantoffels voor het wintersei zoen beschonken. Maar van alle schatten, die dien Kerst boom sierden, was er geen, die zoo de nieuwsgierigheid opwekte als een sleutel, die aan den uitersten tak hing buiten het bereik van den langste. Het was een gröo- te, doodgewone sleutel, met een papier om den ring gewonden. Wat was dat voor een sleutel Wat zou er mee open gaan? Voor wien was hij bestemd? Dat waren vragen, die niemand scheen te kun nen L- het een jongen, moediger dan de anderen, kwam met een boek in de hand terug. „Het is oud en heeft geen waarde,' zeide zij„maar hét behoorde aan mijn moeder. En er is. geen bladzijde in die ik niet honderden malen overgelezen heb." ft— JJ—1.:_ menten omslag, vol ezelsooren, los en geel van ouderdom. Het had eens een slot gehad. De nageldraadjes --- maar het slot was verdwenen. Hij wierp een blik op het titelblad. „Dit noemt ge van geen waarde Wel, het is Luigi da Porto’s „Geschiedenis van Twee Edele Verloofden” de zeldzame oorspronkelijke uitgave van Rötneo en het is te kostbaar.” „Arry 1 Volk I” riep de vrouw en ging terug naar de gelagkamer. De man keerde hectaren met olfjven en amandelboomen beplant." „Dat noemt ge heel weinig hè? Ik noem het een heele boel. En wat het kwej- toen van olijven en amandelboomen aan gaat, ik weet van dat werk net zooveel, als gij weet van het bevestigen van spaken in een haaf. Neen, dank je I Ik wil noch uw oogst bederven, noch mijzelf als een gek aanstellen. Maar ik zal u zeggen, wat ik doen zal, als gij het goed vindt. Zoek mij een plaatsje uit dicht bij iets met vragen, en luisterden met open mond naar alles, wat haar verteld werd. Had de Baron een Kasteel in Engeland. Waarom was hij niet in uniform Waarom droeg hij geen lintje en geen ridderorden? Was het jonge meisje ook van adel? Had zij geld? Hield zij van hem? Wan neer zouden zij trouwen? Het belang wekkendste was, dat deze vreemdelingen eerst pas verloofd waren. „Het is een roman 1” zuchtte een gezet dametje, wier twee lange vlechten prach tig vlasblond haar langs den rug neerhin gen en met blauwe linten vastgestrikt waren. „Maar zal er geen verlovingsfeest zijn Geen kaartjes Geen aankondiging in het Frof-BlattT’ Waarop Kitchen en Brenda antwoord den, dat der Herr Baron en Fraulein brok in zijn keel, dat hem een oogenblik neen, in het Koninklijk Paleis zelf kun- Winifrieda hun engagementstijd zoo stil had geTOe"l<T“voOT een*Beiersch7eer? »ïn- ja, dat' de Herr Baron tegen hetende der „Von” voor zijn naam, onverschillig der week naar Engeland terug zou gaan. Het was geheel een famihepartij, die alleen uit verwanten bestond. Zij vermaakten zich op de wijze van Duitschers uit den middenstand in het Het behoeft nauwelijks gezegd te wor den, dat een samenleving, samengesteld uit Candidaat-Assistent-Hof-Laarzen- knecht-Kamerheeren, hun meesters, klan ten, vrouwen, familie en vrienden een samenleving, opgebouwd uit streng af- gescheiden kringen en klieken, ieder ver- Hij kuste haar nog eens maakte zich velender, stijver, uitsluitender dan de van haar los sloot snel de deur en was volgende naar beneden op den tnaatschap- weg. pelijken ladder dat zulk een samen- Een oogenblik stond zij te luisteren leving niet alleen de meest gekunstelde, rrnaar het geluid zijner elkaar snel opvol- maar tevens de strengst uitsluitende was, vier muren en een dak, en een half dozijn gende voetstappen, die voor haar gehoor die onze eeuw gezien heeft. Een vreemde- hectaren land, die ik eigenhandig bebou- al zwakker en zwakker werden toen ling, gewapend met diplomatieke intro- wen kan —en ik zal daar mijn dagen ein digen en tevreden zijn.” „Ik zal u een huis bouwen en u zes hectaren van mijn eigen land verhuren," zeide Donato. Maar de oude man wilde van geen over eenkomst hooren. Zijn plan stond vast. Hij wilde niet huren hij wilde koopen, „Een stukje land” te bezitten, het zelf te bewerken, en „eigen gekweekte polen ta" te eten, was de geduldige eerzucht van zijn leven geweest en hij wilde niet worden gedwarsboomd. De Italiaansche landbouwersnatuur, de diep ingewortelde liefde voor den bodem, ter wille van dien bodem zelven, was sterk in hem ontwik keld. „Bezorg mij dat,” zeide hij, „en ik zal Achter de toonbank stond een romige, Vrees Dacht Frau Kreuzmann, dat zij jonge vrouw in niet al te nette kleederen. voet op boven den bak, waarin hij geplant zooab ge goed vindt. Ge moogt ze schet- bang was Toegegeven dat haar hart iets was een „Welnu, kindje, welnu, liebes FrOulein,” zich om en werd luidruchtig door Ros- zeide Frau Kreuzmann opgetogen. „Wat sinsky begroet. Hij zag er uit zooals de van des Herrn Barons cadeau tig 1 Hoe aardig Wat een massa geld had was er een algemeen jagen en dringen Hoe vindt ge uw Blauwe Kamertje (Wordt vervolgd was te krij- in des zangers oogen en hij begon een ander populair lied te zingen. De drie mannen Rossinsky stelde zijn voorwaarden. Hij luisterden intens en van Houten zag in den - -e moest een premie hebben van vijftig pond geest schouwburgen tot den nok gevulc „Neen, lieve kind, ge moet doorzetten bij de eerste ontmoeting en was bereid ze met duur betalende toehoorden. „Wat is het, Latijn Fransch En- tot ge het vindt 1" zeide Frau Kreuzmann. terug te geven als van Houten de stem „Dit is de Boris Godunow, waarop wi „Maar noch Christine’s kamer, noch afkeurde. Andere bepalingen konden wachten," dacht hij en 't hmdérd» hem ni»: - r- --- - y. stem vertrek aan het einde is ledig. Hoe kan ik contract sloot en voor t eerst optrad- gezongen met de afochuwelüksten totwwi meeste tenoren, te kort voor zijn breedte, zwaar gebouwd met flinke schouders en borst, een dikke nek en een bijna vier kant gezicht met zware donkere wenk brauwen. Van Houten zag hem aan en hield hem voor een Italiaan of Spanjaard. Zijn scher pe blik had hem niet bedrogen want Davis moeder was een Italiaansche, zijn vader een Ier. Van hem had hij zijn grijs blauwe oogen, van haar het donkere haar. Overi gens vertoonde hij niets van het bewege lijke der Zuidelingen of der Celten. Hij scheen indolent, zeer op zijn gemak ge steld en zooals van Houten bij de meeste zangers had opgemerkt blakend van ge zondheid. Rossinsky vertelde hem, dat zijn vrien den waren gekomen om hem een paar liedjes te hooren zingen. „Blij U plezier te kunnen doen. Wat willen de heeren gaarne hooren?" vroeg hij eenvoudig’ De impressario merkte dadelijk, dat het accent van het wereldwonder er een was van het zuiverste Londensche patois. Davis ging eerst naar het buffet en kwam terug met een blad waarop vier gla zen bier. Hij zelf nam een flinken slok en ging toen tegen den muur staan en begon te zingen. Het was een lied van het gewone straat- repertoire, maar nauwelijks had hij den bleven zij beneden aan de trap talmen, vrij sjofel ingericht kantoor. Zij spraken eersten regel gezongen of van Houten leg- beantwoorden. Eindelijk waagde alsof er nog iets gedaan moest worden. eerst over allerlei banale dingen.De impres- de zijn armen op tafel, staarde hem aan „Ik zal u morgen-avond uit Venetië berd in alle zaken, de geslachtstafel be- SChriyVCla«« Ten rlantr nvs als Hp. A Im-in-i V Hll dat ik aan iedere haven naar brieven zal bracht zijn leven door in koortsig najagen uitzien Tritst, Bari, Smyrna.” „Hei 1 hei 1 Blijf daar niet den geheelen Intusschen ging het dansen snel voort. Het was een dun deeltje in een perka- tuigen stonden middeg de pUats de onderstellen, dat zij enkel uit sterfelijke waafbi) iedere wals naar Beiersche mode ---herberg was toe de staldeur voor den klei zouden zijn samengesteld, of onder- «nd*gde met een dondoead gestamp, somtijds van een luid „hal" vergezeld, waarmede alle dansers instemden. Nadat de Herr Baron bij de beide eerste afscheid. „Het is een dwaasheid het te vragen,' zeide Donato „maar ik wilde graag, be veling, dat ge mij iets gaaft, dat ge aange raakt of gedragen hebt. Een handschoen, een bloem, ie», het doet er niet toe wat i” IKlugsvulnnl5 m cn IVUUU,B ij verbet hem voor een oogenblik en hoewel hij over zijn eigen zwakheid lach- Koningin, de Koningin, de Prinsen, de &e eens 2ie“ m te, onthield hij zich ter wille van haar. Prinsessen en de Koninklijke en Doorluch- Giulietta! Gij moet mij dit niet geven, dekken-iets dat met enkel een schaduw algemeen, als een van de vaderlandsche belangwekkend vond uit een kunstenaars- het w te kostbaar.” was. Was het een uitstek van het gebouw doorluchtige personen, wier titels te - - - „Als het kostbaar is, cjes te beter,” het een man, die plat tegen den muur vinden waren in den Beierschen Hofgids. u, omdat het mij veel waard is en ik u liefheb." e Hij kuste het boek en stak het in .den borstzak van zijn zeemansjas. „Dan neem ik het aan. En wat zal ik u geven „Dien zilveren ring aan uw vinger.” „Dezen ?'Hij is te ruw en te leelijk en heeft een droeve geschiedenis. Hij behoor de aan een Abessinischen slaaf, en hij werd kent „Trouw". het despotisme van den adeltrots en groot „Ik zal hem aan een lint rijgen, en nacht gzbracht in een dampkring van •n dag dragen, totdat «e terugkomt, tigen vormendienst, was rww r„Is mijnheer Davis binnen?" vroeg goed gegroeide, stevige, jonge sen, boetseeren of begraven. Ge behoeft sneller klopte, dan was het uit verwach- Rossinsky. Zij keek het gezelschap scherp boom, wiens wijd zich uitbreidende uk- slechts de deur te vinden, den sleutel om ting niet uit vrees. Zij glimlachte, aan en wees hun den weg naar een kamer- 1 ken van onderen tot boven vroolijk schrt- te draaien en er bezit van te nemen.” draaide den sleutel om en trad binnen. tje achter in het huis. terden van bnten, kleine geschenken en Glimlachend en verlegen Wini- De ledige kamer was geen ledige ka- Er stond een lange tafel in, terwijl ban- brandende kaarsjes. Nooit had men een frieda van den een naar den ander. Er Kerstboom gezien, zoo rijk aan mooie was hier een of ander grappig mysterie schenk voor iederen gast, maar er waren „Katchen zal het mij wel zeggen,” zeide vures aan de wanden, warme kleeden op een man in hemdsmouwen, den rug naar zelfs cadeautjes voor velen, die niet te- zij. genwoordig waren. Maar Kartchen weigerde en niemand een piano, een schrijftafelginder een en rookte een pijp. verder gaan, behalve door op het dak te kbmmen „De moedige van harte gaat voort tot het einde, de lafhartige blijft voor den drempel staan,” zeide Kitchen, een oud Beiersch spreekwoord aanhalend. „Waarom neemt ge de proef niet met reden, zoo eindeloos lang leek de rit. de laatste kamer F’ zeide Brenda. Eindelijk stond de uxi stil in een ume- „Ha 1 het is de laatste kamer 1” lijk schunnige straat en de rest van den Zij was vermoeid misschien verveelde tocht moest te voet worden afgelegd. Zij haar de vruchtelooze grap een beetjeliepen tusschen pakhuizen en werven en maar iets in Brenda’s blik en in den toon kwamen eindelijk in *n nauwe straat, bijna van haar stem wekte haar nieuwsgierig- een steeg met waterplassen tusschen de heid op. vervelooze huizen. De deur der laatste kamer was gesloten. Rossinsky stond stil vóór een kleine Zij luisterde, maar binnen was alles stil, herberg met overhangenden gevelen „Het is de sleutel van het Blauwe Ka- Toen beproefde zij den sleutel en voor de een uithangbord, waarop een schip was eerste maal pasten sleutel en slot bij el- geschilderd met den naam t kander. rk „Daar is iemand zeide zij, snel te- H,rry DavU* rugtredend. „Hier is hetzei Rossinsky bijna „Niemand, lieve kind." plechtig en zij traden binnen. Van Hou- „Maar ik zie lichtten en de secretaris keken elkaar veelbe- „Wat zou dat Neen, ga maar binnen teekenend aan. vrouwen, als ik het open gemaakt heb.” vrees niet 1" „Zij zijn voor u, om mee te handelen tal uw kinderen behooren als ik sterf." Donato beloofde dus het te bezorgen, en de zaak was beklonken. avond elkander in de gang vaarwel té ^“e^Vvarzijn^gaïeïteMn tTrakën blarheiden Wdize" Irin7^merhe7r’en, tusschen d'e walsen een liedje werd zeggen. Zij zouden elkander m verschel- hij herkende eenl der orchideeën en den Maarschalken, Gouden-stok-dragers, Op- gezongen, of een of andere „Piet „het den weten met terugzien, en het was hun edelweisz, die hij haar bijna veertien da- per-rentmeesters, Stalmeesters en andere gezelschap met een solo bij de guitaar gen geleden gezonden had. hofbeambten, die zich op zulk een ver®”“e‘ En dit had zij gedaan, 't Arme kind onmetelijken afstand boven hen bewogen. „Wij hebben aanstonds nog een kleine Door de kunstelooze vroomheid van In hun oogen was een Candidaat-Assi- verrassing^voor u 2eP ^rw IGeuzmann dit kleine offer getroffen, trok hij zijn ci- stent-Hof-Laarzenknecht-Kamerheer met garette terug. Haar hier op te steken zou bijna bovenmenschelijke waardigheid be- heiligschennis zijn in haar oogen en kleed, terwijl de Koning en de Ex- half uurtje vóór het souper, dan zu Waarop de aldus aangesprokene neef Toen zag hij op naar het balkon maar tige Hoogheden der familievet aan hunner achterneef een verlegen gezicht trekt de oude Stefano was reeds naar bed ge- Hooggeboren zeventig-maal-zeven neven waren, ben haar ieder een ring’gegeven." „Welnu, zeelieden zijn bijgeloovig en etiquette was op dat tijdstip een der studeeren. Zij is ik zou het voor een slecht teeken houden, meest gekunstelde in ..j-— Neen ik kan u geen ring geven maar de tusschen de uitersten van dienstbaar- verloren i ik zal n een armband van Smyrna mede- heid en onbeschaamden hoogmoed en Zij is al net brengen. Neem intusschen dezen klei- herhaalde ten minste in haar drie of niet, wat wij doen zullen, wanneer het tolletjes en ab zij moede worden van stempel. Ik heb hem jaren aan mijn vier hoogste standen de op stelten ge- op afscheidnemen aankomt. Katchen en het draaien, bedenken zij de meest ver is zette dwaasheden van Versailles van twee Brenda zal het hart breken. Voor hoe wonderlijke afwisselingen op de oor- een hondenkop op gegraveerd. Dat betee- honderd jaar geleden. Opgevoed onder lang, vraagt ge?” spronkelijke figuur. Somtijds vereemgen - t „Ja, dat kan ik niet zeggen. Er b ge- zich de vrouwen in een knoop in het kleingees- sproken van een jaar, maar wie weet midden, met ineengestrengelde armen en - de eerste stand Misschien zullen zij vóór dien tijd onder voortdurend stampen, terwijl de j Hij nam haar beide handen in de zijne. *n Beieren van dat minatuurhof zoo ge- trouwen. Een mooi paar zal het zijn, mannen springen en zich op de heupen -Zij zeggen, dat hij goederen bezit, zoo slaan. Somtijds gaan de mannen in het zeide hij. „En denk er aan, treffend, ab de Gotha-Almanak. Hij uitgestrekt ab geheel Zwaben." midden, terwijl de vrouwen op één been i Met dit verhaaltje, bijna in dezelfde rond hinken. Het is even wild en woest van een ridderlint, een bevordering,of woorden, ging Frau Kreuzmann bij haar ab eenige oorlogsdans der Maori’s. Wat een plaats en indien een halve eeuw van gasten rond. mijzelf aangaat, ik geloof, dat al deze nacht buiten om elkander goeden nacht kruiperij eindelijk wel beloond werd met De jongere gasten stelden zelfs nog volksdansen uit een ver verwijde den te zeggen 1" riep de wagenmaker gemelijk, de betrekking van Candidaat-Assistent- meer belang in de zaak en waren nog tijd dagteekenen. De Albaneezer Grieken iHij heeft gelijk. Hoe langer men Hof-Laarzenknecht-Kamerheer, was hij overvloediger met hun vragen dan de hebben een zwaard- en musket-dans, tahmt, boe tnoeilijter het valt te schei- terstond in den zevenden hemel van vol- oudere. De meisjes schaarden zich om die ongetwijfeld van een Pyrrhischen rr^rme mwi lieveling dane eerzucht gekomen en stierf tevreden. Katchen en Brenda, deden ontelbare dans afstamt. De Spaapsche Cachuca slavenmarkt te Alexandrië. Bovendien hartelijk, gastvrij geleek meer op een in den hoek van de kamer zit. Zij danst dat ge zoo beschaafd zijt. Wat is dansen wil ik u geen ring geven, vóórdat ik den bijeenkomst van een clan in een of ande- vanavond niet, zij b te zwaar in de rouw, anders dan een overlevering van het trouwring aan uw vinger zal steken." re Tyroobche hofstede dan op een avond- Zij kijkt maar toe. Mooi? Dat zou ik barbarendom, zooab tatoeëeren, of het „Waarom niet? Ik ken twee mebjes, partij in den tooverkring der Münchener meenen, waarlijk! Mooi en zacht ab een dragen van oorringen? Neen, ik meen die verloofd zijn en hun verloofden heb- samenleving. Want de Münchener sa- engelZij woont voor den winter bij het. Ge moest eens zien, hoe zij waben menleving beheerscht door de wet der ons, om in het atelier van Kriiger te op sommige van deze dorpsfeesten in etiquette was op dat tijdstip een der studeeren. Zij b een wees en heeft eerst de dalen tusschen de bergen.” Europa. Zij slinger- sedert kort haar laatste bloedverwant een lief, engelachtig kind een kwam uit het oude Egypte met castag- „Ik denk dat het Engebch b en dat netten en al 1 En wat de Napolitaansche het voor Friulein Winifrieda b bestemd," Tarantella en Saltarella aangaat, ge be- zeide de predikant. En zoo was het. Een hoeft morgen slechts met mij te gaan gewone ijzeren sleutel, niet zonder een «aar de oude Pinakotheek, in de kamer, paar roestvlekjes op den ring een sleu- waar de Eturische vazen staan, om te zien, tel, drie of vier duim lang en in Lance- koe zij twee duizend jaar geleden in lots schrift geadressèerdTe Mits Latium en Campania gedanst hebben." Savage for what it may be worth. „En dat noemt ge een overblijfsel van „Voor mij for what it may be bet Barbarendom zeide Winifrieda ver- worth! Wat beteekeftt dat?" vroeg zij Mtwaardigd. verlegen, want aller oogen waren op haar „Nu, naar mijn inzien zijn wij barbaren gericht. en zijn wij ontaard. Ab ik een Albaneesch „Ik beloofde u een Kerstgeschenk,” meisje was, hoe trotsch zou ik er op zijn, zeide Lancelot „en hier b het.” i, „Maar wat moet ik er mede doen? Past hij ergens op mertje.’’ „Het Blauwe Kamertje „Ik ben er heel dankbaar voor maar waar b het Blauwe Kamertje, en wat moet ik doen met uw zes hoofdelooze met een gemshoornen handvatsel en mfrieda wat om een grap, die haar zoute- schilligs in zijn gebaar, haakte in triomf den sleutel er af. Een loos toescheen, liet zij zich van gang tot dozijn handen werden oogenbhkkelijk gang, van deur tot deur, geleiden, beproef- Londensch. Maar een stem vriend, een uitgestoken. de overal den sleutel, en beproefde hem stem onder millioenen. Natuurlijk mbt hij ^Vein, nein," zeide hij, ,uk heb hem overal vruchteloos. opleiding. Ik dacht dadelijk, dit b een van Houten. Nu de voorwaarden toch Eindelijk brachten zij haar voor Wini- buitenkansje voor U en telegrafeerde waren vastgesteld, kon hij den vrijen loop frieda's eigen deur, zooab men zich herin- direkt.’’ un zijn geestdrift laten. Nog steeds op den stoel staande, vouw- neren zal, was die op één na de laatste aan „Wat zijn de voorwaarden?" vroeg „Och! Zing nog meer verzocht de se en draaide het zoo, keek onnoozel voor Hier moest haar onderzoekingstocht dus zoo’n wonder niet voor niets zich en wierp het den eersten den besten eindigen. gen. omstander toe. „Dus b er bij slot van rekening toch „Maak er van wat ge kuntzeide hij. geen Blauw Kamertje „Het b Latijn voor mij.” „Kunt ge er aan twijfelen zeide Frau moobten tenor na Caruso. Nooit heb ik teerheid, die de stem van een tenor maakt Van Houten zag hem strak aan en trok uit zijn keel te stijgen. Men voelde dat hij Maar de mebjes beweerden, dat de zijn arm weg. zonder zich te vermoeien, 18 uren van sleutel waarlijk de sleutel was van het „Engebchman 1vroeg hij met iets de 24 kon zingen. Neen, hun tocht was Toen haalde de jongen een alpenstok Blauwe Kamertje, en dus, al lachte Wi- ongeloovigs in zijn stem en iets onver- niet te vergeefsch geweest. -1- s-j --j-’- i?__j „Spreekt Engebch in elk geval en sinsky „Heb ik U de waarheid gezegd „Neen Niet half de waarheid 1" riep Toen zag hij op naar het balkon maar tige Hoogheden der famihe^ot j en al de nieuwsgierige verwondering aan gaan, en aan het venster scheen licht. Het in den derden graad, wezens waren, den dag legt, die bij de gelegenheid hrfcrt,. geheele hub was donker. De ledige rij- van wien het hoogverraad zou zijn, te Intusschen ging het dansen snel voort, kïeïzöudèn'zijn\7meng“«teld, of’önder- «ndigde met een <to«d«e*r nacht* gesloten. Te blijven talmen dien- hevig zouden zijn aan zulke stooten en waren er nog de tot niets> en dus knoopte hij over het ouderdomsgebreken, ab die, waaraan oude boek, dat zij hem gegeven had, zijn het gewone aardewerk lijdt. v.a jas dicht en wendde zich naar de straat. En nu was Frau Kreuzmanns Kerstpartij nic^t,es Het was donker op de plaats, en nog in werkelijkheid vereerd met de tegen- C donkerder onder de poort. Toch, te mid- woordigheid van een echten, levenden terug en bleef voor het ovwige van den den van die diepe dubternb scheen het Engebchen „Herr Baron,” zoo begaafd1, avond toeschouwer. Mogelijk, dat hij zoo verheven boven het menschdom in het Beiersche jonge dames meer Nog steeds op den stoel staande, vouw- neren zal, was die op één na de laatste aan „Wat zijn de voorwaarden?" vroeg „Och! Zing nog meer verzocht de se- de hij het papiertje open, draaide het zus het uiterste einde van den bovengang, de impressario zakelijk. Hij begreep, dat cretaris. Een blik van voldoening flikkerde populair lied te zingen. De drie mannen „Dit b de Borb Godunow, waarop wi Andere t de mijne b een Blauw Kamertje en het pas worden vastgesteld ab de tenor een dat de woorden door de prachtige antwoordde zij eenvoudig. „Ik geef het stond y Zeker moest de goede ziel meer dan een .J*‘ -- --4 Zorgeloos fluitend, maar het oog op sterveling geweest zijn, indien zij geen uetheo het onbekend voorwerp gericht, ging hij zalige aandoening van eerlijken trots zonder aarzelen verder. Op dat oogenblik had gevoeld, toen diezelfde Herr Baron sprong de gedaante op hem los,' worstelde haar nichtje Katchen voor den eersten in doodelijke stilte met hem en rolde met wab vroeg en Brenda voor den tweeden betooverend. hem over den grond. besprak „Verlangt gij niet ook eens een toertje „Ziet ge hem Hij, die daar jubt met mee te. doen ons Katchen danste, dat b de „Herr Baron.” Hij logeert in het hotel Maulick. mij door zijn eigenaar verkocht op de milie Kreuzmann zoo huiselijk, zoo dat mebje, dat blonde, dat daar ginder draaide den sleutel om en trad binnen. De ledige kamer was geen ledige ka- mer meer. Het was een beeldhouwers- ken langs de muren waren geplaatst. Bui- atelier en een damesboudoir tevens, ten het breede lage venster zag men een voorwerpen. Er was niet slechts een ge- en de Kreuzmanns waren in het geheim. Daar waren bloemen in de vensters, gra- balcon met een hek. Over dit hekje leunde den grond in een hoek stond een kachel, de deur gekhprd, hij keek naar de Theems Luidruchtig was het handgeklap, vroo- wilde haar inlichtingen geven. Zij moest rustbank, een werkezel, afgietsels om na lijk waren de uitroepen om dien Kerst- het kasteel doorzoeken, het Blauwe Ka- te teekenen, boeken om te studeeren. boom. Hij was schön Hij was wunder- mertje vinden, en zelve het raadsel op- ichön Hij was anerhörtWaren ooit lossen geschenken zoo goed gekozen Hoe nut- Daar nu het souper aangekondigd werd zegt ge TT-- TWT-arTT__ dat alles moeten kosten Wiens naam naar de eetzaal, waar een stevig maal was staat daar op dat zilveren brillehub gin- klaar gezet want, hoewel zelven gewend der 7 Die van Ds. Kreuzmann En wel eenvoudig te eten, wbten de Kreuzmanns van der Herr Baron echt zilver en met op hun tijd gastvrij te zijn. Op Kersttijd een naamcijfer er op l En die mooie ket- in het bijzonder, ab de familie van den tingen van barnsteen en ivoor, zijn die goeden predikant onder zijn dak bijeen ook van den Baron, en dragen zij ook de kwam en de armen zich voor zijn deur namen van Katchen en Brenda? Ach verdrongen. HimmelHet wil toch wat zeggen, een En nu, mocht het feest overvloedig lord tot vriend te hebben En zie eens heeten, de honger van de feestvierenden MILLIOEN IN DE KEEL, dit groot* Bijbel met vergulde slotenwas niet minder groot. Bergen koud kalfs- die b ook voor den predikant van zijn vleesch en gesneden brood verdwenen, nichtjes. De ebbenhouten snuifdoos met’Westfaabche hammen versmolten ab geheel Europa bekend om zijn talent zan- sneeuw voor de zon, koekjes van wonder- gers en zangeressen te ontdekken, had een lijke vormen verdwenen ab een droom, telegram ontvangen uit Londen, waarin en Beiersch bier vloeide rijkelijk en vrij. niets stond dan Kom dadelijk. Helden- Eindelijk, toen zoowel jong ab oud ge- tenor gevonden. Rossinsky. lijke daden van dapperheid hadden ver- Van Houten was Hollander van geboor- richt, brak de partij op zij die in Mün- te, maar hij had alle landen doorrebd en chen en den omtrek woonden, gingen sprak alle talen. In Engeland hield men naar hub, terwijl van hen, die van verre hem voor een Franschman totdat hij kwamen, enkelen in hub van bedden Engebch,sprak en in Frankrijk voor een werden voorzien, en aan anderen in de Engebchman, vóór dat men zijn Fransch stad een onderkomen werd aangewezen, hoorde. Rossinsky was een Pool of een Nadat Frau Kreuzmann haar gasten Tsech., mbschien wel een Engebche jood, naar de verschillende kwartieren bezorgd die eigenlijk anders heette. Zijn glad ge had, maakte zij zich -gereed Winifrieda schoren gelaat verried zijn afkomst dui- naar boven te brengen. Dit was eene klei- delijk. Zijn betrekking kon men het best ne vriendelijkheid, die zij en haar nicht- omschrijven ab makelaar in muzikale jes getrouw iederen avond bewezen, even speci^jteiten. onveranderlijk ab de klok tien sloeg. Van Houten, die zich dadelijk naar Lon- Van avond echter, hoe laat het ook was, den had begeven, ontmoette hem op zijn eerst over allerlei banale dingen.De impres- de zijn armen op tafel, staarde hem „Zijt ge te moede, om het Blauwe Ka- sario wachtte geduldig tot de andere zou en hing aan zijn lippen. Ja, Rossinsky had Frau kreuzmann te vragen, met welk mertje te gaan zoeken, liebe Winifrieda loskomen. niet te veel gezegd. Het was inderdaad zeide Brenda. Eindelijk kwam het. Rossinsky legde een stem onder millioenen, zacht ab ho- „Ge wilt mij doen gelooven dat er een zijn hand op den arm van den ouden heer, nig, vol ab wijn, mannelijk, een en al me- glimlachten. Frau kreuzmann wreef Blauw Kamertje b „Ik heb hem eindelijk gevonden, den lodie, en toch zoo vrij van alle beverige sloop zij naar haar eigen kamertje, hurkte duet» vooral een vreemdeling met in het dubter neer en weende stil. titel kon zonder veeLmoeite toegang Het was een ruime steenen trap, hier verkrijgen tot haar kringen. Lancelot en daar flauw verlicht. Donato liep snel Brackenbury bijvoorbeeld had zijn Kerst- naar beneden. Maar er zat een ongewone avond in een van de salons van München, doorbrengen, indien hij daartoe lust mogelijk wenschten door te brengen voor zijn naam, onverschillig der week naar Engeland terug zou g; Hij het zijn hand over de oogen glijden, hoe goed opgevoed of fijn gemanierd, Gelijk een man pleegt te doen, was hij was elke trede op de maatschappelijke ongeduldig over zijn smart, en schaamde ladder boven zijne eigene, even onbereik- hij zich half over haar. Zoo maakte hij baar ab Mecca voor een Giaour. Wat de zichzelven wijs, dat hij zijn kleine Giulietta eenvoudige familie Kreuzmann betreft, algemeen en van Beieren in het bijzonder, beklaagde, terwijl hij in waarheid Cesare er waren bij hen zoo velen buiten de palen ^at W11 x®ggen> de oudere herten ver- Donato beklaagde. van wat „de samenleving” genoemd werd, zamelden zich in een afzonderlijke kan^r Toen nam hij een cigarette en ging de abof zij tot den een of anderen wilden om te rooken en bier te drinken. De binnenplaats over, met het plan een vlam- stam behoorden, die nog niet aan het ere gastenjlansten in_(de^ ll' metje van Madonna te leenen, voor wier vuursteenen- en beenen snijwerktuigen- t- --- gelukkiger zijn dan een koning, en het nis een fUuw ,fch brandde. Nu stond tijdvak was ontgroeid. Toch geloofden f?CItaan opgeruimd was en de ge- er naast de kleine lamp een gebroken vaas zelfs de Kreuzmanns, en daarin stonden flïet een handvol verflenste bloemen; zij mei den eerlijken Beierschen midden- - en deze bloemen kreeg hij in ’t oog, juist stand, waartoe zij behoorden, gelijk, met «n een fluit maakten heerlijke muziek toen hij op het punt stond de vlam met volkomen naïviteit in de heerlijke onfeil- buiten m Jde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 8