van het „Noord-Hollandsch Dagblad” MODERN DRUKWERK. 1 VrijtUf S JFefrrwari ZESTIEN. MODELBOEK TER INZAGE ga 5 2 t* 1 KUNST EN KENNIS. DRUKKERIJ „ONS BLAD” Alkmaar. KERK EN SCHOOL. Tafereelen uit het Evangelie. EPISTEL tN EVANGELIE. V <v harte vergiffenis schenk en aan God vraag kon. «o.vnr.f fnnio hem vergiffenis te schenken'’. beteren voor het automobielverkeer. een I Hotp' -in Telefoon van van mqn offer moge vruchtbaar ‘‘~u* Ontvang dan mijne ziel, o mijn God, in Uw handen leg ik ze neer. Hoorn Alkmaar Medemblik Wad way Obdain Bovenkarspel Weere Grootebroek Zwaag Wognum Broekerbaven Father LEFEBER, Oir. Missiehuis Hoorn, Postrek. 120937. 1 1 1 1 1 1 eeuwen dat het protestantisme niet is de vol va n 't Evangelie, maar een over- van het Evangelie, dat is blijven BOEK EN BLAD. „Bidt den Heer van den oogst!’' Miesiekerkboek. Uitgave: Teu- ling's Uitgevers-Mij., ’s-Hertogen- bosch. Fr. Rosarius van Berkel O.F.M. heeft on getwijfeld zeer nuttig werk verricht, door het „Missionsandachtsbuch” van Pater Dr. Pa- tritius Schlager 0-F.M. voor het Hollandsch vrij te bewerken. Het boekje bevat een schat van gebeden, die ook niet zullen nalaten, ons nog dieper te doen beseffen, den plicht, om het missie werk te steunen. De gevaren der zee. Door de Alkmaarscbe Stille Strand vereeni ging wordt de brochure van den heer A. J. Mejjerink, voorzitter der pers- en prupagan- da-commissie van den NederL Bond tot het redden van drenkelingen- „De gevaren der zee voor baders en zwemmers’’ verspreid. Een loffelijk streven om de vele 'jaders ’en zwemmers met de gevaren der zee, die al te vaak nog ongekend zijn, op de hoogte te brengen. In bek nopten vorm heeft de beer Meqerink uiteengezet op welke gevaren bq bepaalde windrichtingen gelet dient te worden en hoe men in een bepaald geval heeft te bandelen. Een 7-tal wenken en „Hulp aan drenke- lingen" besluit het werkje. Mogen velen dit boekje in handen krijgen en mogen zij allen de daarin vervatte raad gevingen opvolgeu. 'Jesns ging uit Galilea naar 9 gebied van Jndea door het Overjordaanscbe. En weder» DE SINT FRANCISCU3-EEUWFEESTEN. Z. H. do Paus ontving in particuliere au diëntie Mgr. Cremonesi, Zijn geheim-ualmoe- zenier, met den beeldhouwer Tonnini, wiin door ’n Comiteit voor de eeuwfeesten van j Sint Franciscus is gelast een standbeeld van Ja, drie erbq. Verleden week was 't 13, daarvoor 11. Ik ben dus nu flink over het gekkennummer en het ongeluksgetal heen. Nu gaat de zaak rollen Ik ben nog wel een heel eind van de Duizend stichters af, maar „Van je hela, hola, houdt er den moed maar in.” Maar stel u eens voor Daar kreeg ik me een verzoek van een Notaris om de juiste termen op te geven van de Rechtspersoon lijkheid van dit Missiehuis. Ge kunt begrij pen dat er een glimlach op mqn gezicnt kwam tot aan mjjn ooren toe. Ge moet 't niet uitvlakken, dat we ook al in 'n testament gezet worden. Ik weet natuurlijk niet of ’t voor veel of weinig is en ook niet wie de goede vriend of vriendin is, maar 't is een goed teeken en je krijgt ei een goeden zin van. Ook wil ons iemand baar goud on zil ver nalaten. Fijn hé? Hoe ’t anders hier gaat? Och alles teza men moeten we dankbaar zijn De dokters rekening bjjv. over de vier maanden is cén gulden. Dit is toch ook een zegen! We doen ons best, en verder moet O. L. Heer maar zorgen, ’t Is een troost dat 't allemaal Zijp eigen zaak is. DE BLIJDE BOODSCHAP VAN HET RIJK. IX. Dat redht van ontslaan hadden alleen de mannen. De vrouwen niet Die moesten lijd zaam voor den wil van den man zwichten Althans bij de Joden. Wel had Salome, He- rodes’ zuster, een scheibrief gezonden aan haar man Kostobaros, hoewel dit tegen de Wet inging, maar Salome was een prinses uit de familie der Herodessen, die zich niet aan do Joodsche Wet stoorden, als zij bun nukken in den weg stond. Salome deed enkel na, wat de Grieken en Romeinen voordeden. In de Grieksche steden in en om Palestina begonnen immers de heidensche vrouwen zich dezelfde rechten aan te matigen als bare mannen. Op eigen hand scheidden zij van ha re mannen. Dat was nog een nieuwigheid, maar een nieuwigheid die de heidensche fa milie zoo meeslepen, en zelfs op den duur de Joodsche kon bedreigen. Van die aanmatiging der vrouwen waren de Joodsche mannen wars. Maar des te meer Stonden zij op hun eigen recht tot echtschei ding, zoo zelfs, dat het gewone volk mehnde dat zonder dit recht het raadzaam waa niet te huwen. Wel is waar ontzagen zijn landvoogden niet immer de Joodsche kitteloorigheid in gods dienstzaken; maar over hun hardhandigheid viel in vredeestijd niet te zeer te klagen. Dat alles verhinderde niet dat de Joodsche patriotten al mopperend de Romeinen in hun land verdroegen. Want ten slotte waren ’’ij toch knechten van‘een vreemden vorst. Nirt Gof of de kouing door Hem aangesteld was hun vorst, maar wei Tiberius. Het hardste viel hun het betalen der belas tingen aan den keizer. Dagrdoor voelden zij telken jare dat zij knechten van de Romei nen waren. Dat geld uit hun beurzen zou maar mogen gaan naar een Israëlietschen vorst of naar den tempel. Op andere gebieden zouden zij allicht het hoofd buiten en toegeven. En feitelijk had den zij al veel toegegeven, of door de vin gers gvzien. Namelijk over het muntwezen. De Wet verbood beeltenissen van menschen of dieren in het land op te stellen of te ge- doogen. De Joden hadden zelfs de standaar den der Romeinsche legioenën met de beel tenissen van den keizer er op, uit Judea kun nen houden. Op bronzen pasmunten, door de Romeinen geslagen, stond dan ook geen' beel tenis van den keizer, maar enkel korenhal men, palmen, wijngaardbladeren of iets der gelijks. Maar met de zilveren tienlii no eenheidsmunt was hét Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen iemand aanwees, om examens voor deze akte bij te wonen, verandert niets aan het karak ter ervan én bewerkt evenmin, dat er eenige wettelijke bevoegdheid aan is verbonden. De naam Middelbare Akte ware beter weg gelaten, gezien bet misverstand, dat er on vermijdelijk door moest ontstaan, en die ook onder onze geloofsgenooten hier en daar de vraag deed rijzen, of de akten Paedagogiek A en B., die reeds sinds jaren door het Psy- cbologisch-Paedagogisch Instituut der R. K. Leergangen te Tilburg worden gegeven, min der waarde zouden hebben dan deze nieuwe akte. Ter geruststelling van de talrijke bezitters dezer akte en van de nog talrijker studenten die voor deze akte studeeren, kan hier wor den bijgevoegd, dat de akten van Tilburg ab soluut geljjk waardig zijn, en dat de eischen zelfs zwaarder zijn dan die voor de neutrale akte. honderd van deze vruchten voort Dit zeg gende, riep Hij: Die ooren heeft om te hooren die hoore. En zqn leerlingen vroegen Hem, wat dit voor eene gelijkenis ware. Hij zeide bun: U is bet gegeven de verborgenheid van het rjjk Gods te kennen, maar aan anderen in gelijkenissen; opdat zij ziende, niet zien, en hoerende, niet verstaan. Dit is dan de ge lijkenis: Het zaad is het woord Gods. Daar het bij den weg valt, zijn degenen, die bet boeren; daarna humt de duivel, en neemt het weg van hun hart opdat zq niet door te gelooven zouden zalig worden. Daar het op de steenrots valt zijn zij. die, als zij bet woord hooren bet met vreugde asnnemen; maar zij hebben geenen wortel;want zij ge looven voor een tijd, en ten tijde der be proeving vallen zq af. Maar daar het tus- seben de doornen valt, zijn diegenen, nadat zij bet woord gehoord hebben, en dpor de be kommernissen en rjjkdcmmen en wellusten dea levens heengaande verstikt worden, en gene vrucht vóórtbrengen. Maar hetgeen op goede aarde valt zijn degenen, die het woord met een goed en oprecht hart hooren, het bewaren, en vrucht voorwrengen in lijdzaam heid. lingen, de gewo- anders. Daarop stond de beeltenis van keizer Tiberius, met een Latjjnsch randschrift er om heen. Daar verzetten de Joden zich echter niet tegen: zij aanvaardden die, alsof de Wet daar niet HET GEESTELIJK TESTAMENT VAN KARD. MERCIER. Het testament van kardinaal Mercier, dat gelijk men weet, in 1908, twee dagen na zijn aanstelling tot Aartsbisscop werd opgesteld en waarin kort na den wapenstilstand lichte wijzigingen werden aangebracht, benoemt mgr. Legraine, hulpbisschop en thans vicaris- capitularius als algemeen testamentuitvoer- der. In het geestelijk testament dat het groot ste deel omvat der laatse wilsbeschikkingen van den kardinaal, komen de volgende ver heven gedachten voor: „De goede herder geeft zqn leven voor zijn schapen” Samen met onzen Goddelijken Zaligmaker, die Zqn leven heeft geschonken voor bet heil der wereld, breng ik U vandaag O mijn God, het nederig offer van mijn leven. Ik aanvaard heden, bq volle kennis, het doodvonnis dat Uwe rechtvaardigheid heeft geveld over mij, ik onderwerp er mij aan om bet kwaad te herstellen dat ik gedurende mqn levensloop heb bedreven en ik hoop dat mqn offer moge vruchtbaar zyn voor de kud de, die Gij mij hebt willen toevertrouwen. C----- - handen leg ik ,Jn manus tuas, Domme, commendo spi- ritum lueum. „Neem mij uit dit leven weg wanneer Gij wilt en gelijk Gij het wilt. Door keven en dood blijft Gij onze Meester en ik wil U toebehooren als Uw eigendom: „Sive vivémus sive morimur, Domini sumus”. Ik bedank U nog eenf en zoolang ik leven zal, zou ik U, door elk mijner daden willen bedanken voor de gansch bijzondere gunsten die ik van U mocht ontvangen, voor al voor mqn priesterwijding, wier vier-en- dertigste verjaring ik op dezen Goeden Za terdag vier en voor mqn wijding tot bisschep een gunst die me enkel verklaarbaar is door, een onbegrijpeliik raadsbesluit Uwer gfonde- looze barmhartigheid. Zoo ik, bq mijne priesterlijke bediening, iemand heb gekwetst of aanstoot gegeven, v iag ik er hem vergiffenis over. Indien iemand meent dat hij me in iets heeft te kort gedaan, hij wete dat ik hem van gansch^r iFFICIEEL KERKBERICHT De schrijver heeft o.i. terecht gemeend, den oorspronkelijk en titel „Missiekerkboek” te moeten omzetten in een anderen, aar in Holland bet woord missie al te dikwijls ge bruikt wordt in den zin van binnenlandsch missiewerk. De titel „Bidt den Jeer van den oogst” geeft de bedoeling van bet Boek je tamelijk zuiver weer. Men zal in het boekje alle dagelqksahe gebeden aantreffen, doch zjp'xijn zóó be werkt, dat ze van toepassing zijn op de missie en daarover Gods zegen afroepen. Moge dit missieboekje een ruime ver spreiding, vinden in alle standen en aldus den gebedsgeest welke tenslotte de hoofd zaak in de missieactie is aanwakkeren! EVANGELIE. Evangelie volgens den H. Lucas; Vlll, 4—15. In dien tijde, als een groote menigte bijeen kwam, en uit de steden tut Jezus ijlde, zei de Hq in gelijkenis: Een zaaier ging uit om zqn zaad te zaaien, en terwijl hjj zaaide, viel een deel bq den weg, en het werd vertreden, en de vogelen des hemels aten het op. En een ander deel viel op den steenrots, en toen het uitsebpot, verdorde bet omdat het geen vochtigheid had. Ook viel een deel tusschen de doornen, en de doornen tegelijk opgroei- enden, verstikten het Weder viel een deel op goede aarde, en opwassende, bracht het evenals alle oude cultuurvolkeren ver heffen boven het aardsche ec het aller- daagsche, door middel van godsdienstige ceremoniën en plechtigheden, die op 't eerste gericht uiteriijk zijn, ma:r bij na dere kennismaking een dieps religieuze beteekenis hebben. Hoe wijs en menschkundig is het dan niet van de Katholieke Ke^k zich aan een dergelijke behoefte aan te passent Neen, het was niet afkeurenswaardig en onchristelijk, toen de Keik verschillende feesten en gebruiken, die bij de heidenen bestonden, verchristelijkte. 1 miners iets wat van niej-christelijke volkeren af komstig is, is daarom nog niet slecht. Nemen wij b.v. een feest ter eere van een afgod. Dat feest op zich zelf is ver keerd, het verkeerde en heidensche zit daarin dat zulk een feest ter eere van een afgod gehouden wordt. En wanneer nu de Katholieke Kerk in plaats van zulk een vaischer» god, den eenig waren God laat vereert n, dan fnag de feestviering, mits op christelijke wijze .opgevat, gerust blijven bestaan. Zoo he ft de Kerk reeds vaak gedaa i en met het volste recht, immers zi| is in den waren zin des woords algemeen en zoo is al het ware en schoone haar niet al leen niet vreemd, maai behoort haar in eigendom toe. Ieder element dat de Kerk opneemt, houdt daardoor op heidensch te zijn en krijgt in haar organisme een nieuwen reinen glans. De Kerk weet zich dcor de goddelijke belofte gevrijwaard voor elke dwaling op het gebied van geloot en zedeleer. E. W. KATHOLICISME EN HEIDENDOM. Wanneer wij, Katholieken, eens met andersdenkende Christenen spreken over dé innige wijding die er van onzen eeredienst uitgaat, dan gebeurt het vaak, dat men ons, bij alle *aard-ering voor het uiterlijk schoone, toch wijst op 't hei densche element, dat, naar men beweert, in onze godsdienstplechtigheden gevon den wordt. En men stelt de zaak soms zoo voor, alsof de Katholieke Ker^ juist door het bezitten van een eeredienst ver afgeweken is van de bedoelingen van Christus en het oorspronkelijke Chris tendom. Ja, velen verheugen zich over het feit, dat het protestantisme zulke „bijgeloovige" praktijken heeft afge schaft en alle plechtigheden herleid heeft tof den Zondagschen preek en den e^hvouaigen Do p en Avcnd naj.1 ed.e- ning. Maar wanneer wij nu eens vragen of het religieus bewustzijn der christenen door al dat afschaffen er werkelijk óp verbeterd en verdiept is, dan n eenen wij dat het antwoord niet bevestigend zijn zal. Immers hoe dikwijls hoort men niet van protestanten een klacht over het somber kille interieur hunner kerkge bouwen, of over het totaal gemis van eenige uiterlijke plechtigheid. Terwijl wanneer zij met den Katholieken eere dienst kennis maakten, zich tot inniger godsvrucht getrokken voelden Om hiervan een bewijs te geven mo ren dc volgende woorden van een on langs katholiek geworden protestant hier een plaats vinden. Hij schrijft o.a.: „De mensch met het eenige ongestilde verlangen in het hart z.t daar in het protestantsche bedehuis, een lokaal. Het protestantisme steunt en kreunt van on vermogen om er een kerk, een tempel van te maken.* Het tracht zich cp te hef fen, maar valt eiken Zondag weer o n- laag”. En op een andere plaats zegt hij: „Eens in den vreemde in een kath. kérk in de samenkomst aller naties in den Kerstnacht begreep ik, dat de christe lijke historie méér dan 4 eeuwen heeft en tooiing blijfseï staan, zooals van een steiger ir de rivier nog een paar palen staan" Uit zulke woorden spreekt wel duidelijk de be hoefte van het menschenhari naar den eeredienst, naar het offer. Men wil zich dezen Heilige, dat nabij Sint Jan van Late- ranen zal opgericht worden, te maken. De beeldhouwer liet Z. H. den Pane versc«iillen- de ontwerpen zien, waarover de Paus woor den van lof had. Z. H. de Paus ontving ook, met het oog op do eeuwfeesten te Assisië, den HoogEerw. Pater Generaal der Minderbr. Conventuee- len met den Custos van bet Sacro Con.ento van Assisïë, die alsmede door Benito Musso lini werden ontvangen. Dezer dagen verwijl de te Assisië de minister van onderwijs en schoone kunsten Fédele, die het Sacro Con- vento bezocht en ontvangen werd cp het stadhuis, waar de Comiteit voor de eeuw feesten zetelt. Binnenkort zullen de postzegels verschij nen van de eeuwfeesten van Sint Francis cus. Deze postzegels zijn van 5 en 1 lire, van 60, 40 en 20 centiemen. De postzegel 5 liere wordt verkocht voor den j rijs liro 7.50 dus met lire 2.50 vA-hooging. De provinciale raad van Perugia heeft met het oog op de eeuwfeesten aangenomen de wegen naar Assisië te verbreeden en to ver- AKTE PAEDAGOGIEK M. O. Men schrijft ons: Eenige weken geleden verscheen in de bla den een bericht, dat de Vereeniging tot Be vordering van de studie der Paedagogiek was overgegaan tot de instelling van een middelbare akte in de Paedagogiek. Deze mededeeling heeft bij velen aanlei ding gegeven tot misverstand. Deze akte is een particuliere akte, ingesteld door een neu trale vereeniging, en heeft dus met een Rqks- akte M. O. niets gemeen. Dat de Minister van over «prak. Die munt was zoo algemeen gangbaar, dat do Judeëers er geen teeken van verkneebting aan het Romeinsch gezag in zagen. Wel echter in het betalen der belastingen. Dat bleef hen grieven. Maar de hoop op de verbetering leefde voort en werd door de dwepers aangewak- kerd. De Messias kon weldra komen. Dan was Israël weer werkelqk Gods uitverkoren volk. Dan zou het uit zqn met schatting aan den keizer. Dan werd God weer koning over Israël; dan zou Hij ten volle heerschen door den koning-Messias. beter en vollediger dan oudtijds. Dan zou er g‘jen verschil meer zqn tusschen schattingen die aan Gods’ tempel toekwamen en belastingen voor den keizer. Dan- was het voor goed uit met vorsten over Israël, die niet door God aaugesteld waren. Te Jerusalem had Jesus do hooge tempel- beambten en de leden van den Hoogen Raad ontstemd door zijn» voorspelling dat het gods dienstig gezag hun zou ontnomen worden an aan anderen gegeven. Zij probeerden Hem te pakken te krqgen, doch vreesden het volk. En zij verlieten Hem en gingen weg. De Farizeën zouden Jesu» wel gaarne bj) den Romeinschen landvoogd aangeklaagd hebben, dat Hq het volk opruide te^en de Romeinen. Maar zonder noodzakelijkheid kwamen zq niet gaarne in aanraking met de heidensche overheerachers. Zq lieten het ver» klikkerswerk liever aan anderen over. (Wordt vervelgd.) om kwamen de scharen bij Hem te zamen, te onderdanig zijn, in alles, en naar gewoonte leerde Hij hen weder. Toen naderden Farizeën en vroegen Hem, om Hem te beproeven of hq tegen Moses’ Wet zou durven ingaan, of een man zijn vrouw mag ontslaan. Hij antwoordde en zei de tot hen: „Wat heeft Moses u geboden?” Zq zeiden: „Moses heeft toegestaan een scheldbrief te schrqven en haar te ontslaan”. En Jesus antwoordde en sprak tot hen: „Om de versteendheid uws harten heeft Mo- 8.3 u dit voorschrift gegeven; maar bq het begin der schepping heeft God hen als man en vrouw gemaakt. „Deswege zal iemand zqn vader en moeder verlaten en zqn vrouw aanhangen, en de twee zullen tot één vleesch zqn.” Zoo dan zqn zq niet twee, maar één vleesch. Wat dus God verbonden heeft, dat scheide een mensch niet!” En in het huis waar zq als gasten onthaald werden ondervroegen zijn leerlingen Hem wederom dienaangaande. En Hij sprak tot l>en: „AlWïe zqn vrouw ontslaat en een an der huwt, beeaat echtbreuk tegen haar. En wanneer een vrouw haar man ontslaat en een anderen huwt, begaat zq echtbreuk”. Koningen en keizers liet Jesns voortbe staan, maar de oude Joodsche opvatting van het Koningschap zou Hq wyzigen. De Israëlieten erkenden eigenlijk maar één Meester, God, zoowel voor geestelijke als voor wereldlijke zaken. Een onderscheid tus- sehen die twee maakten zij zelfs niet. In alles was God hunvorst, hun kening, en niemand anders: aan God alleen moeesten zq ten slot- 433 en 633. ZONDAG SEXAGESIMA. EPISTEL. Epistel uit den tweeden brief van den B. apostel Paulus aan de Uorinthiërs; XI. 19—33; Xll. 1—9. Broeders, gq verdraagt gaarne de onw$- sen, wql gjj zei ven wijs zqt, want gq ver draagt het, als iemand u overbeerscht, als iemand u verslindt, als iemand u berooft, als iemand zich verheft, als iemand u in het aangezicht slaat. Ik zeg het tot oneer, als of wq hierin zwak geweest waren. Doch, ik zeg het onwqselqk: -■ waarop iemaud zich durft te beroemen, durf ik ook. Zqn zq Bebreën, ik ook. zqu zq Israëlieten, ik ook; sjjn zij afstammelingen van ^crabam, ik ook; zqn zq dienaren van Christus, ik seg het min wqselqk ik meer dan zij: meer in arbeid, veel meer in gevangenissen, in slagen bove mate, dikwqls in doodsgevaar Vqfmaal heb ik van de Joden veertig sla gen, min één, ontvangen. Driemaal ben ik met roeden gegeeseld, eens ben ik gestee- nigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, één dag en één nacht, ben ik in de diepte der zee geweest, menigmaal op reis, in ge vaar van waterstroomen, in gevaar van roo- vers, in gevaar onder mijn eigen volk, in gevaar onder de beid«*nen, in gevaar in de stad, in gevaar op bet land, in gevaar op zee, in gevaar van valsche broederen. In arbeid en kommer, in veel waken, in hon ger en dorst in veel vasten, in koude en naaktheid. Behalve deze dingen, die-uitwen dig zqn. drukt mq dagelijks de zorg voor alle kerken. Wie wordt er zwak, zonder dat ik zwak worde? Wie ergert zich, zonder dat bet mij kwelt? Indien men roemen moet dan wil ik op mqne zwakheden roemen. God en de Vader van onzen Heer Jezus Chris tus, die in eeuwigheid gezegend is, weet, dat ik niet lieg. Ie Dan.ascus bezette de Stedehouder van Koning 'Aretas de stad der Damascene», oin uiq te vangen; doch ik werd dooi een venster, in eene mand, langs den muur nedergclaten, en aldus ont kwam ik zqne handen. Indien men toch roemen moet htt is wel met dienstig, dan wil ik op de gezichten en openbaringen des Heeren komen. Ik ken een mensch lu Chris tus, die voor veertien jaren of in bet li- cbaam, ik weet het niet uf buiten het li chaam, ik weet het niet Ood weet bet opgenomen Werd tot den derden hemel. En ik weet, dat deze mensch hetzij dan in het lichaam, of buiten bet lichaam, ik weet bet niet God weet het opgenomen werd tot in het Paradijs, en geneime woorden hoor de die het eeneo mensch niet geoorloofd is te spreken. Op zulk eeneo wil ik roemen, maar voor mq wil ik niet roemen, als in mij ne zwakheden. Doch indien ik wilde roe men. ik zoude daarom niet dwaas zijn; want ik zoude de waarheid zeggen; doch ik laat bet omdat niemand mq hooger aebte. dan hij in mij ziet of van mq hoort. En opdat de uitnemendheid der openbaringen mq niet zou verheffen; zoo is mq gegeven een prikkel in het vleesch, een engel des satans, om mij te kwellen. Derhalve heb ik driemaal den Heer gebeden, om daarvan bevrijd te worden Maar h|j zeide mij: Mijne genade is u genoeg; want mijne kracht wordt in zwakheid vol komen. Ik wil^ierhalve gaarne in mqne zwak heden roemen, opdat de kracht van CHRIS TUS in mjj verblqve. Want zq alleen waren Gods uitverkoren volk; naar <ie gewijde boeken was God 'iij rechte en in feite hun opper-kouing; de oudn Israëlitische koningen waren maar zqn plaats vi vangers, z\n onler-konin-en, door Hem aangesteld en gezalfd. Hun macht over het vol' '.wam maar voort ui’ <lie overdracht van Gods rechten op David hun stamvader. Nu echter was 'Ie toestand ...n Jmiea an ders; nu gingen de feiten tegen die oude op- va 'jig in. Nu verlleef Pontius Pilatus, de Romeinsche landvoogd, te Cesarea en kwam met de ote feesten naar Jenisp’^wi, om van uit Herodcs’ paleis de woelige stad in bedwang te houden; nu lag i Romeinsche krü-.ben 'o in de Antonia-burcht, tegen de Noordzijde van den tempel; nu lagen Ro- meinsebe soldaten In de burchten door de vo rige koningen uitgebouwd. Nu was God of zijn plar. vervanger de wereldlijke vorst niet meer over Israël, maar wel do Romeinsche keizer Tiberius. In den tempel werden runderen en scha pen nog even vrij als vroeger op h<hooge altaar verbrand, ja wellicht talrqkcr dan in oen ouden tijd. Want ook de Romeinsche keizer liet voor zich offeren in den tempel. De Hooge Raad van Jerusalem stelde vrq feest- en vastendagen in, maakte den kalen der op, wees de Nieuwe-Maanfeesten aan en stelde den Paaschdag vast; de Hooge Raad mocht vrq de Joden vonnissen naar de Jood-, sche wetten en zeden, behalve bij doodvon nissen. De keizer liet hen dm tamelijk zelfstandig.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 9