„ONS BLAD” Bureau: HOF 6. ALKMAAR. Telefoon: meer dienstboden. No 33 I (Wer4t verroigO Maaadag S Frbraari 1923. postgiro 184861sOe Jaargaag UIT DE PERS. Het zilveren konlnkllj k echtpaar. Het zilveren koninklijk huwelijksfeest. FEUILLETON. OM DE EER DER FAMILIE. BINNENLAND? POSTGIRO 104863. POSTGIRO 104863. .rdenmiddel van nut kan zijn. Welnu: HALLWEY EN ZIJN BEWONERS. A f ;en het Te Deum Lau- tomine Salvum fac Re- roote I op- dien daar liefde heerscht en bloheid, ge zondheid en de warmte des gemoeds. ADMINISTRATIE Nu, 43» REDACTIE No. «33 liet, hg h« NOORD-HOLLANÜSCH DAGBLAD „De Tijd” herinnert aan de plotselinge ver loving van Koningin Wilhelmina en Hertog Hendrik en aan de feeetelijke intocht van \et Vorstelijk paara nl Amsterdam in 1900. Het feest, dat de verjeugdigde en verste vigde dynastie heden vieren mag, is nóg altijd een feest voor verreweg de overgroo- te meerderheid des volks, die uit volle borst het: „Oranje boven”! zingt. Doch dit maal draagt het een karakter, overeenkom stig de ernstige tijdsomstandigheden, die zich in de naweeën van den oorlog en in de rampen, welke het vorig jaar ons va derland troffen, aan talloos velen zoo be angstigend en pijnlijk deden en nog doen gevoelen. Hier past het zilveren Ko ninklijk Echtpaar heeft het zoo goed be grepen en zoo duidelijk als zijn beslist ver langen kenbaar gemaakt geen luidruch tig feestvieren, niets van al wat naar ver kwisting zweemt. Kan men een andere ge zindheid veronderstellen bij den vorsteljj- De „N. Rott. Crt.” schrijft o.m.: Wjj meenen geen onbescheidenheid te begaan, zoo wjj hier ter plaatse niettemin met enkele sobere regelen getuigenis afleg gen van de blijde genegenheid, waarvan de massa des volks ongetwijfeld vervuld is bij deze herdenking, welke niet zoozeer de -Vorstin welke wjj enkele jaren geleden als zoodanig huldigden als wel de ko ninklijke familie, de hoogste Vrouwe des lands met haar echtgenoot, haar moeder en -dochter, tot middenpunt heeft de ko ninklijke familie, die, hoe ver ook door recht en traditie boven ons allen verheven, niettemin in alles als vaderlandslievende burgers mét ons leeft, over vreugde en voorspoed des lands zich mede verheugt, in tijden van onzekerheid onze angsten steeds deelt, en bjj tegenspoed bereid is, met weldadige deernis en ongeveinsde lief de het leed mede te dragen en te verzach ten. En verder: Zij vieren hun feest onder gelukkige om standigheden. In de eerste plaats wel, om dat zjj het voorrecht genieten, dat de Ko ningin-Moeder, de edele begaafde vrouw, aan wie Nederland zoo veel is verplicht, maar die toch op het oogenblik bovenal als voorbeeldige moeder mag worden genoemd hun feest kan meemaken. Niet minder, om dat aan hun haard de vrooljjkheid, die de jeugd daar brengt, kan worden geprezen en z|j in Prinses Juliana eene zonnige toe komst vermogen te koesteren. Wjj wenschen het koninklijk paar voor de nieuwe periode, die het staat in te tre den, al den rjjkdom toe van geluk, die niet afhankelijk is van positie of geboorte, doch den mensch slechts kan deelachtig worden binnen den buiselijken kring der zijnen, in ken Bruidegom, wiens sympathieën niet louter uitgaan naar oud-Duitsche jachtge- noegens of moderne padvindersorganisa- ties, doch die telkens blijk geeft in woord en daad mee te leven met de belangen van landbouw en handel, met den groei van wetenschap en kunst, met de behoeften en nooden van instellingen als Prins Hen- drikstichting of Roode Kruis, en aldus de herinnering aan de figuur van den onver- geteljjken prins Hendrik van Oranje Nas sau in volle eer levendig houdt? Was er een andere wensch denkbaar bjj de booge Landsvrouwe van wie ieder weet, dat Zij haar bekende leuze: „Christ avant toul!” in het openbaar niet minder dan in de bin- nenkameren moedig en beslist in toepas sing brengt, aldus met haar groote voor gangster op den troon, Sophia Frederika Mathilde van Wurtemberg erkennende en belijdende, dat er door de dingen dezer we reld heenloopt „une trame invisible de cau ses célestes qu’un oei! réligieux apcrcoit” en zoowel haar verheven ambtsbezigheden als haar persoonlijk leven en dat van haar huisgezin slaande met het zegelmerk van den hoogst denkbaren adeldom: dien van een christelijk geloof en van een christelij- ken levenswandel? Voor deze voorbeelden is de overgroote koningsgetrouwe meerderheid van het Nederlandsche volk haar vorstelijk Echt paar erkentelijk; in dien geest ontsteekt zij beden de zilveren feestlampen van baar patriotisme en legt zjj aan de voeten der doorluebte jubilarissen den gouden schat neer van haar beste heilwenschen en ze gebeden voor een volgende reeks van vijf en twintig gelukkige huwelijksjaren. Nu.de pas visa tusschen Nederland en Duitschland sinds 1 Februari afgeschaft zjju, blijken vele Duitsche werkkrachten in ons land een kansje to willen komen wagen. Dat is in vele gevallen een heel onge- wenscht gevolg van de afschaffing der pas- visa. Immers, in ons land hebben we nog méér dan genoeg met werkloosheid te kampen. En als er metselaars, metaaldraaiers en oankwerkers over de grens komen, dan be- teekent dit slechts een moeilijker bestaan, een geringer werkgelegenheid voor de Neder- landsche vakgenooten. Er komen echter naar gemeld wordt ook vele Duitsche jonge meisjes over de grens, die zich in ons land als dienstboden willen verhuren, en kijk, dAArovOr mee nen wjj niet te mogen treuren! Het aantal HoRandsche meisjes, dat zich als zoodanig aanbiedt op behoorlijke voor waarden en op behoorlijke wjjze, wel te ver staan! is (na den uittocht der vele buiten- landsche) nog steeds veel te gering, en het ziet er voorloopig niet naar uit, dat er in dezen wantoestand verbetering komen zal. Het moge waar zijn, dat vele „mevrouwen” In onzen modernen tjjd wei eens aanleiding geven tot gerechte klachten van de zijde der dienstboden, over het algemeen zien wij den toestand toch zóó, dat de dienstboden in dien ze al willen „komen”een soort schrik- bewind in het gezin uitoefenen over m’nheer en mevrouw en de kinderen, en voor too veel mogelijk geld per week too weinig mo- geli/k wenschen uit te voeren. De goede, oude tijd, waarin een meisje er een eer in stelde, in een gezin in te burgeren en zich daarin onmisbaar te maken, die goede, oude tijd is voorbij. De goede huiselijke geest Is uit ons dienst- boden-eorps verdwenen, men wil niet meer „dienen”, men wil „dame” zijn. Dat is een groote kwaal! waartegen slechts een paai Laat de Duitsche dienstboden maar weer komen1 Onze Hollandsche meisjes moeten wijier worden Van 1—5 rfcgehf 1.25; elke regel per regel 1 0.75; Rubriek -Vraag uitbetaling per plaatsing f 0.60. 4 *-■— v f 285 060 f hooger. j AawertenUaprijsi f 1.25; elke regel meer f en Geheel Volgens den wensch van het Ko ninklijk echtpaar is gisteren het zilveren hu welijksfeest van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik in alle stilte herdacht. Tenmin ste luidruchtige feestviering heeft niet plaats gehad. „De Msbd.” schrijft o.m.: Wanneer ietaand in Nederland op den dag van heden met den koninklijken zan ger zal willen instemmen, ook wanneer de Kerk hem verder citeert in het Gra duale: „Dat de Volkeren erkennen, dat Uw naam is: God; dat Gij alleen de Aller hoogste zijt op de geheele aarde.’’ (Ps. 82), dan is het zeker de Vrouwe, dio over deze landouwen den scepter zwaait. Niet tot het nadruk-leggen, op het Ge zag, waarmee Zij bij de gratie Gods be kleed is, noopt ons intusschen de huidige vierdag; daartoe schijnt een regeerings- jubilé meer geëigend. Maar wel leidt deze meer persoonlijke en meer intieme her- denkingsstonde er toe, onze Koningin te prijzen als de Eerste onder ons „die vroom begeert te leven", of om het met de woor den van Breda’s Kerkvoogd te zeggen: „die door eenvoud van leven en ernstige levens opvatting een stichtend voorbeeld is voor haar onderdanen.” Bjj meer dan één gelegenheid wij wij zen slechts op de jongste koninklijke pro clamatie naar aanleiding van de waters noodramp heeft Koningin Wilhelmina blijk gegeven, fier voor Haar overtuiging als Christinne te willen uitkomen en al dus de groote waarde te erkennen van het Christendom voor de genezing dezer van geestelijke uitputting schier bezwijkende samenleving. Dit lichtend voorbeeld laat stellig niet na, zjjn invloed te doen gelden. Dit voor gaan der eerste Vrouwe van Nederland en van Haar Gezin moet wel zijn als het zaad, dat in goed?? aarde valt en honderd voudige vrucht voortbrengt. Prinses met de Duitsche familieleden van het ggyolg van do p zich over het rde nabijheid van p de muziekcorp sen Gezang 2:1, Wilhelmus”, twee ien Neerlands Bloed” gewonnen daarbjj schatten verdiend. De meest verwikkelde dingen wist hij uiteen te zetten, hij bezat een gelukkige hand, waar aan alles gelukte, wat zij aanvatte. Wat opzion baarde het, toen plotseling de goudgerande kaarten met de kennisgeving der verloving van de „zwarte Elcs met graaf Nlcolaas Hallwey verschenen!” Ja, de oude advocaat Kemper was fortuinlijk. Hij had voor den rijken graaf een proces gevoerd, die om deze re ien eenige malen in de woning van den advocaat moest komen. Hier zag lij het „zwartbruine dochtertje” van den advo caat en huwde haar ondanks het protest zij ner familie. Hij bezat geen andere naaste bloedverwanten dan een jongere broeder, .lie met een verre bloedverwante, welko op het kasteel groot gebracht werd, freule Stephanie van Bohlen, geweldig tegen het huwelijk In trigeerde. Zij vermochten echter niet om hem van plan te doen veranderen, hij beminde de kleine Elisabeth met al do kracht van een dweepaohtige natuur en trotseerde de gan- sohe wereld. Later, toen graaf Nicolaus, reeds een iaar of vier getrouwd was, ruimde hfj plotseling do ingetreden spanning tus schen hem en zijn broeder, die inmiddels met Stephanie in het huwelijk was getreden, uit den weg en bood hem op edelmoedige wijze een voortdurend verblijf op Hallwey aan, ’t geen het jonge paar dan ook verheugd en met grooten dank aannam. Ludwig Hallwey verkeerde als tweede zoon 7. Lindis echter vloog naar haar speelkamer tje, rukte onstuimig de jaloezieën voor de vensters en knielde voor de deur, luisterend haar oor tegen het sleutelgat aandrukkeml. Toen zij na een poos opstond, was haar ge zicht vuurrood. „Hij is uit tante’e fami lie en hij heeft geld gehaald voor zijn wed rennen. Of tante’» dieamanten al verkocht zijn?” fluisterde zij opgewonden. Te Amsterdam. Ter gelegenheid van het zilveren huwelijks feest van het koninklijk echtpaar, had men aan den oproep van het huldigingscomité om de vlag uit te steken, veelvuldig gevolg ge geven. en zoo wapperde, behalve van alle openbare gebouwen en kerken, speciaal in de binnenstad en op dn grachten van ver scheidene huizen het dundoek. In de Hervormde Kerken is in alle mor- genbeurten het zilveren h u wel jjksf eest van H. M. de Koningin en Z.K.H. den Prins her dacht In de Groote Synagoge, welke tot de laat ste plaats bezet was. werd de'dienst geleid door den heer I. E. Maroko uit Preseburg in samenwerking met het kerkdijk zangkoor „Legowoud Oeleeifeeree” Na het verrichten van het middaggebed werden hier, evenals in de andere bedehui zen der Hoofdsynagoge, waar oen gelijk programma gevolgd werd, de psalmen 21-93- 124 en 72 gereciteerd en gezongen, waarna Opperrabbijn A. S. Onderwijzer de gelegen heidsrede hield, welke hjj besloot met een ge bed voor het voortdurend welzijn der Konin klijke familie. Bjj geopende Heilige Arke werd hierna het gebruikelijke gebed voor het Koninklijk Ruis voorgedragen, waarop het koor Psalm 150 ten gehoore bracht Ook bij de Portug. Isr. Gemeente werd een buitengewone godsdienstoefening gehouden. Opperrabbijn I. van J. Palaclië hield een toespraak uitgaande van de sententie: „Bidt voor het welzijn van het Koninklijk Huis." Dank bracht spr. aan Koningin, Prins Hendrik, Prinses Juliana, „de hoop van on ze toekomst” en de Koningin-Moeder voor hetgeen zij allen voor het vaderland gedaan hebben. Terwijl de Synagoge-bezoekers zich van hun zetels verhieven, sprak Opperrabbijn Palache ten slotte een in het Hebreeuwsch gesteld gebed uit voor het bestendig geluk en een goede gezondheid van het Koninklijk Huis. het laatste gedeelte van Ps. 42 luidende: „Hij is de menigvuldige verlossing mijns aange- zichts en mijn God”. Tot overdenking van dit schriftwoord zong de gemeente van gezang 44 vers 12. Gemeenschappelijk werd nu gezongen ps. 118:7, waarna de predikant voorging in ge bed. De slotzang, Gezang 96, werd staande aangeheven. Na het uitspreken van den zegen was do dienst ter einde en verliet de Koninklijke Fa milie met gevolg het kerkgebouw. Buiten gekomen werd zjj luide toegejuicht door een in dichte drommen opgestelde volksmenigte. Ook aan weerszijden van do Loo- en Paleislaan, waarlangs de stoet zich naar het paleis begaf, stonden dichte rijen van meneohen, die Je Kon. Familie bij her haling toejuichten. In de R. K. Kerk werd na afloop van de plechtige Hoogmis, gecele breerd door den Weleerw. Heer Kapelaan Th. Horsthuis, gezongf damus gevolgd door Di gin am Nostram. Ook in de overige Apel- doornsche kerken werd het zilveren jubileum der Koninklijke Familie herdacht. Zondagmiddag om half drie maakto de Kon. Familie een rijtoer door Apeldoorn. De stoet bestond uit dre rjjtugen. elk met twee schimmels bespannen. In het eerste 'jjtuig gemend door den Prins zaten ook de Ko ningin, de Koningin Moeder en de Prinses. In de twee andere hadden de Duitsche fa milieleden en het gevolg plaats genomen. Op meerdere plaatsen werd het jubileerend paar luide toegejuicht. Het „Hdbd.”: Want wij wenschen van ganseher harte, dat al de leden van het koninklijk gezin nog zeer lang gespaard mogen bljjven, voor elkander en voor ons. Wenschen wij iedere vrouw zooveel mogelijk voorspoed in haar gezinsleven, meer dan één andere wen schen wjj dien onze Koningin, die bjj de zorgen, welke iedere vrouw en moeder in moer of mindere mate heeft, die van het koningschap heeft te dragen en die daar voor waarljjk alle krachten van geest, ver stand en gevoel noodig heeft; wie een zoo sterk verantwoordelijkheidsgevoel bezit dat zij zoo zich geeft aan de behartiging harer dikwijls moeilijke taak, moge zoo lang mo- gelijk bevrjjd bljjven van gezinszorgen. Die komen tenslotte, vroeg of laat, voor ieder sterveling; zjj het voor Koningin Wilhel mina en de haren eerst in verre toekomst En de beste wensch, ook weer voor het zilveren bruidspaar en voor ons, het Ne derlandsche volk, is dat de ouders hun dochter mogen zien worden tot een vrouw van kloek verstand met een gevoelig hart, een vrouw die haar plicht en haar verant woordelijkheid sterk gevoelt, en aldus waard is, dat haar moeder haar eens de kroon overgeeft, die zjj zelve zoo waardig draagt. Het Nederlandsche volk brengt Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik zijn beste wenschen. de men er zich over, dat zjj zoo lang uitge bleven was. De gansche rjjke Hallwey-erfenis was verkwist, wog was ook al de pracht en heerlijkheid, alles, alles zelfs de eenmaal zoo zeer geprezen gravin Elisabeth. Hoe dat toe gegaan was? Ten gevolge van de conflicten. Het slot alleen was onaantastbaar en bleef dus aan den graaf, het schoon®, sombere slot met zjjn toovertuinen, grotten en lusthuizen, prachtvolle kunstvjjvers en raadselachtige sprookjes. Zijn jonge vrouw echter had hem verlaten, doch niet vrijwillig. Neen, gedwon gen en onder talloozo tranen. Gedwongen door hem, dien zjj tot dusver lief gehad en die zich om harentwil geruïneerd had tot den bedelstaf. Hee dat toogmaan was, dit wist alleen gr«T’n Stephanie, die daarmede haren kuiperijen da kroon had opgezet. die als aan- geefster ei EKeabeth die veeetooten, ver jaagd was 4oor den eigen echtgenoot, die haar van trouwbreuk beschuldigde. Gravin Stephanie behield het terrein, haar wae 4* zege h«t ook met recht geweekt zijn’ Te Apeldoorn. Reeds Zaterdag gaf Apeldoorn blijk van zjjn liefde voor het Oranjehuis, blijkende uit het groot aantal vlaggen dat ontplooid werd en Zondag tal van particuliere woningen en alle openbare gebouwen sier Je. Ook de gemeentelijke autobussen waren des Zondags met vlaggetjes getooid en een groot deel van het publiek droeg „oranje” op de borst De felicitatieregisters ten paleize werden ongemeen druk geteekend. Zondagmorgen precies om halfnegen, toen de drie muziekcorpsen Soli Deo Gloria, het Hannonie-orkest en Jeanne d’Arc, zich voor het hek van het paleis Het Loo hadden op gesteld en een ontelbare mensohenmassa zich achter die muziekvereenigingen had ge schaard, daalden de Koningin, de Prins en de jubileerend Echtpaar en het bordestrappen af en begava cour tot aan het paleishek it/ de muziek. Daar aangekomen sen achtereenvolgens twee coupletten van coupletten van ’t „4 en tot slot ps. 134:2. Het publiek zong de gespeelde liederen mede en Het na afloop een daverend hoera hooren. Achtereenvolgens werden aan de Kon. familie voorgesteld het Hoofdbestuur van <je Oranievereeniging, dat bij monde van den heer J. H. Stoebers HJzn. het Koninklijk Echtpaar en de Prinses feliciteerde met het zilveren jubileum: en de drie dirigenten der muziekcorpsen, wien de Koningin Hare bij zondere ingenomenheid met de aangeboden hulde betuigde. Na een tweede driewerf „boerah!” van het publiek bewoog zich dat, toen de Vorstelijke personen weder naar het paleis terugkeer den, in Zuidelijke richting door de Paleislaan en de Loolaan, welke over de gansche lengte gevuld was, naar de Ned. Herv. kerk, waarin de meeste plaatsen om halftien reeds waren bezet. Een paar minuten voor tienen hield voor den Koninklijken ingang van htrt Kerkgebouw de gesloten auto van de Koningin-Moeder stil, die gevolgd werd door open rijtuigen met tweespannen, waarin gezeten waren de Ko ningin, do Prins en de Prinses, en het gevolg. Ook een 15-tal vriendinnen van de Prinses, die bij het kerkgebouw hadden gewacht tra den door den Koninklijken ingang de kerk binnen. De godsdienstoefening werd geleid door Apeldoorn's oudsten p-edikant ds. C. Hat tink. Toen de Kon. Familie met gevolg het kerk gebouw binnentrad en in de Kon. loge plaats nam stonden alle aanwezigen van hun zit plaatsen op en speelde het orgel: „Wilt heden nu treden voor God den Heer.” Na gemeenschappelijk gezang van Ps. 103:1 las de voorganger na het uitspreken van het votum de eerste dertien verzen van Ps. 103. In zijn gebed dankte Ds. Hattink den Allerhoogste, dat Hij dezen dag heeft doen aanbreken en het Vorstelijk Echtpaar in het leven heeft willen behouden en ge zegend heeft als echtgenooten. 0<>k voor do oudervreugde, het Vorstelijk Paar geschon ken dankte de voorganger Hem. van Wien alle zegen komt. Ook vond Ds. Hattink stof tot danken in het feit dat de Koningin-Moe der gespaard bleef. Als tekst voor de predicatie was gekozen en kampte met gesloten vizier tegen hare schoonzuster, die zij trachtte te bcnadeelcn in eer, lichaam en leven. Graaf Nicolaus was een hartstochtelijke, excentrieke man, wiens grillen de verkeerde stappen van zijne jonge echtgenoote eerder billijkten dan afkeurden. Hij was er op ge steld om in zijn van diamanten stralende, sehoone Elisabeth bewonderd ..te worden en deed alles, wat den stralenkrans vergrooten kon, die haar bruinachtig tenger gezichtje omgaf. Hij bedacht alle mogelijke feestelijk heden die In glans en weelde alles overtrof fen en zoodoende weefde hij een foestacliti- gen-glans om 4e vergoede vrouw, wier prach tige toiletten de verbazing der werold opwek ten. Het ware complete wonderen, die men op Hallwey wrochtte. Ja, het waren onvergefe lijke tjjden op Hallwey. Eu al berichtten de bladen ook van de buitensporigheden op bet kasteel Hallwey, men kon ze toch niet ver- oordeelen. Graaf Nieeiaus was immers een schatrijk man, wat kwam het er dus op aan of een enkele avond al eens duizenden goud stukken kostte Toen echter «en jaren late», de moeilijkheden op Hallwey uitbarstten, sprak men geheel anders, toen heette het, dnt graaf Nlcotaus totaal gerwineerd was en dat hun ternauwernood zooveel overhloef om de grootste zorg van rich verwijderd te bonden. De ttydlng kwam niet vewassend, de meeMen hadden haar verwacht. hea«s**na verwande»- Te Leiden. Huwelijken tusschen vorstelijke personen aldus prof. dr. P. J. Blok, oud-hoog- Abónnetnantsprtysa wr KWtrana vuur Alkmaar foor buiten Alkmaar Het Oefllustrerrd Zondagsblad pm abonné’a wordt op aanvrage gratis een poli» verstrekt, welke hen verzekart f gen ongevallen tot een bedrag van f 6OO,-—. f 400,—. f 200,—. t 100.—. f 60.—f 36.—. f De advocaten- en notarisfamilie Kcmper was zeer oud, zjj had steeds In den besten roep gestaan, wfjl ten allen tijde krachtige handhavers van het recht uit haar waren voortgeeproten. Onder Karel Kemper, de va der van Wem er en de broeder der grijze da me was de familie er financieel echter niet op vooruitgegaan, bij was wel de minst begaafde van zijn geslacht Wel arbeidde hij even vlij tig als zijne voorvaderen, doch voor gi gecompliceerde processen, die veel geld brachten, was hij nu eenmaal niet in de wieg gelegd. Zjjn vader daarentegen was een ,.’Hmmert." Een knappe kop geweest, zooals de menschen thans nog zeiden. Hjj bewece al- latu wat hij wilde, en had tal van processen nu juist niet in bijzonder gunstig© omstan digheden, daarbij kwam nog, dat hij in zijn jeugd en als officier bij het keurkorps meer dan de helft van z(jn vrij aanzienlijk vermo gen er doorgebracht had vóór hij in het hu welijk trad. Bij zjjn toenemenden ziekelijken toestand, een gevolg van een hartkwaal, zon derde h(j zich met zijn echtgenoote geheel op Hallwey af en leefde hier in gezonde berg lucht en de heerlijke bossehen geheel voor zijn gezondheid en zijn neigingen, die zich steeds weder op het sportleven richtten en waaraan hij na verloop van nogmaals vijf jaar het overschot van zjjn vermogen offerde. Van dit oogenblik was hjj geheel en al afhan kelijk van de genade zijns broeders, aan wiens disoh hjj met zjjn famillo at en dronk, en van wiens kas hjj bjj de bekende vrijgevig heid van graaf Nicolaus naar hartelust ge bruik maastn. liet was bij dit alles een geluk, dat graaf Nicolaus en zijne vrouw geen kinderen had den, wijl zjj dan meer met hunne middelen zouden hebben moeten rekening houden. De zoons van Ludwig en Stephanie zouden als dan ook niet het vooruitzicht gehad hebben op do rjjke erfenis van de Hallwey’s die hen nu over veel bitters en onaangenaams deed heenstappen. De levemlustlgo overmoed der jong'gravin Elisabeth gaf Stephanie aanlei ding genoeg om bjj hare vroegere intriges in deu dageljjiieche omgang nu al zeer spoedig nieuwe te voegen; efl wae daarin onvazmoeW

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1