„ONS BLAD”
Bureau: HOF 6. ALKMAAR. Telefoon:
meer dienstboden.
No 33
I
(Wer4t verroigO
Maaadag S Frbraari 1923. postgiro 184861sOe Jaargaag
UIT DE PERS.
Het zilveren konlnkllj k
echtpaar.
Het zilveren koninklijk huwelijksfeest.
FEUILLETON.
OM DE EER DER FAMILIE.
BINNENLAND?
POSTGIRO 104863.
POSTGIRO 104863.
.rdenmiddel van nut kan zijn. Welnu:
HALLWEY EN ZIJN BEWONERS.
A
f
;en het Te Deum Lau-
tomine Salvum fac Re-
roote
I op-
dien daar liefde heerscht en bloheid, ge
zondheid en de warmte des gemoeds.
ADMINISTRATIE Nu, 43»
REDACTIE No. «33
liet,
hg
h«
NOORD-HOLLANÜSCH DAGBLAD
„De Tijd” herinnert aan de plotselinge ver
loving van Koningin Wilhelmina en Hertog
Hendrik en aan de feeetelijke intocht van
\et Vorstelijk paara nl Amsterdam in 1900.
Het feest, dat de verjeugdigde en verste
vigde dynastie heden vieren mag, is nóg
altijd een feest voor verreweg de overgroo-
te meerderheid des volks, die uit volle
borst het: „Oranje boven”! zingt. Doch dit
maal draagt het een karakter, overeenkom
stig de ernstige tijdsomstandigheden, die
zich in de naweeën van den oorlog en in
de rampen, welke het vorig jaar ons va
derland troffen, aan talloos velen zoo be
angstigend en pijnlijk deden en nog doen
gevoelen. Hier past het zilveren Ko
ninklijk Echtpaar heeft het zoo goed be
grepen en zoo duidelijk als zijn beslist ver
langen kenbaar gemaakt geen luidruch
tig feestvieren, niets van al wat naar ver
kwisting zweemt. Kan men een andere ge
zindheid veronderstellen bij den vorsteljj-
De „N. Rott. Crt.” schrijft o.m.:
Wjj meenen geen onbescheidenheid te
begaan, zoo wjj hier ter plaatse niettemin
met enkele sobere regelen getuigenis afleg
gen van de blijde genegenheid, waarvan de
massa des volks ongetwijfeld vervuld is bij
deze herdenking, welke niet zoozeer de
-Vorstin welke wjj enkele jaren geleden
als zoodanig huldigden als wel de ko
ninklijke familie, de hoogste Vrouwe des
lands met haar echtgenoot, haar moeder en
-dochter, tot middenpunt heeft de ko
ninklijke familie, die, hoe ver ook door
recht en traditie boven ons allen verheven,
niettemin in alles als vaderlandslievende
burgers mét ons leeft, over vreugde en
voorspoed des lands zich mede verheugt,
in tijden van onzekerheid onze angsten
steeds deelt, en bjj tegenspoed bereid is,
met weldadige deernis en ongeveinsde lief
de het leed mede te dragen en te verzach
ten.
En verder:
Zij vieren hun feest onder gelukkige om
standigheden. In de eerste plaats wel, om
dat zjj het voorrecht genieten, dat de Ko
ningin-Moeder, de edele begaafde vrouw,
aan wie Nederland zoo veel is verplicht,
maar die toch op het oogenblik bovenal als
voorbeeldige moeder mag worden genoemd
hun feest kan meemaken. Niet minder, om
dat aan hun haard de vrooljjkheid, die de
jeugd daar brengt, kan worden geprezen
en z|j in Prinses Juliana eene zonnige toe
komst vermogen te koesteren.
Wjj wenschen het koninklijk paar voor
de nieuwe periode, die het staat in te tre
den, al den rjjkdom toe van geluk, die niet
afhankelijk is van positie of geboorte, doch
den mensch slechts kan deelachtig worden
binnen den buiselijken kring der zijnen, in
ken Bruidegom, wiens sympathieën niet
louter uitgaan naar oud-Duitsche jachtge-
noegens of moderne padvindersorganisa-
ties, doch die telkens blijk geeft in woord
en daad mee te leven met de belangen van
landbouw en handel, met den groei van
wetenschap en kunst, met de behoeften
en nooden van instellingen als Prins Hen-
drikstichting of Roode Kruis, en aldus de
herinnering aan de figuur van den onver-
geteljjken prins Hendrik van Oranje Nas
sau in volle eer levendig houdt? Was er
een andere wensch denkbaar bjj de booge
Landsvrouwe van wie ieder weet, dat Zij
haar bekende leuze: „Christ avant toul!”
in het openbaar niet minder dan in de bin-
nenkameren moedig en beslist in toepas
sing brengt, aldus met haar groote voor
gangster op den troon, Sophia Frederika
Mathilde van Wurtemberg erkennende en
belijdende, dat er door de dingen dezer we
reld heenloopt „une trame invisible de cau
ses célestes qu’un oei! réligieux apcrcoit”
en zoowel haar verheven ambtsbezigheden
als haar persoonlijk leven en dat van haar
huisgezin slaande met het zegelmerk van
den hoogst denkbaren adeldom: dien van
een christelijk geloof en van een christelij-
ken levenswandel?
Voor deze voorbeelden is de overgroote
koningsgetrouwe meerderheid van het
Nederlandsche volk haar vorstelijk Echt
paar erkentelijk; in dien geest ontsteekt
zij beden de zilveren feestlampen van baar
patriotisme en legt zjj aan de voeten der
doorluebte jubilarissen den gouden schat
neer van haar beste heilwenschen en ze
gebeden voor een volgende reeks van vijf
en twintig gelukkige huwelijksjaren.
Nu.de pas visa tusschen Nederland en
Duitschland sinds 1 Februari afgeschaft zjju,
blijken vele Duitsche werkkrachten in ons
land een kansje to willen komen wagen.
Dat is in vele gevallen een heel onge-
wenscht gevolg van de afschaffing der pas-
visa.
Immers, in ons land hebben we nog méér
dan genoeg met werkloosheid te kampen.
En als er metselaars, metaaldraaiers en
oankwerkers over de grens komen, dan be-
teekent dit slechts een moeilijker bestaan, een
geringer werkgelegenheid voor de Neder-
landsche vakgenooten.
Er komen echter naar gemeld wordt
ook vele Duitsche jonge meisjes over de
grens, die zich in ons land als dienstboden
willen verhuren, en kijk, dAArovOr mee
nen wjj niet te mogen treuren!
Het aantal HoRandsche meisjes, dat zich
als zoodanig aanbiedt op behoorlijke voor
waarden en op behoorlijke wjjze, wel te ver
staan! is (na den uittocht der vele buiten-
landsche) nog steeds veel te gering, en het
ziet er voorloopig niet naar uit, dat er in
dezen wantoestand verbetering komen zal.
Het moge waar zijn, dat vele „mevrouwen”
In onzen modernen tjjd wei eens aanleiding
geven tot gerechte klachten van de zijde der
dienstboden, over het algemeen zien wij den
toestand toch zóó, dat de dienstboden in
dien ze al willen „komen”een soort schrik-
bewind in het gezin uitoefenen over m’nheer
en mevrouw en de kinderen, en voor too
veel mogelijk geld per week too weinig mo-
geli/k wenschen uit te voeren.
De goede, oude tijd, waarin een meisje er
een eer in stelde, in een gezin in te burgeren
en zich daarin onmisbaar te maken, die
goede, oude tijd is voorbij.
De goede huiselijke geest Is uit ons dienst-
boden-eorps verdwenen, men wil niet meer
„dienen”, men wil „dame” zijn.
Dat is een groote kwaal! waartegen slechts
een paai
Laat de Duitsche dienstboden maar weer
komen1
Onze Hollandsche meisjes moeten wijier
worden
Van 1—5 rfcgehf 1.25; elke regel
per regel 1 0.75; Rubriek -Vraag
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
4 *-■—
v f 285
060 f hooger.
j AawertenUaprijsi
f 1.25; elke regel meer f
en
Geheel Volgens den wensch van het Ko
ninklijk echtpaar is gisteren het zilveren hu
welijksfeest van Koningin Wilhelmina en
Prins Hendrik in alle stilte herdacht. Tenmin
ste luidruchtige feestviering heeft niet plaats
gehad.
„De Msbd.” schrijft o.m.:
Wanneer ietaand in Nederland op den
dag van heden met den koninklijken zan
ger zal willen instemmen, ook wanneer
de Kerk hem verder citeert in het Gra
duale: „Dat de Volkeren erkennen, dat
Uw naam is: God; dat Gij alleen de Aller
hoogste zijt op de geheele aarde.’’ (Ps.
82), dan is het zeker de Vrouwe, dio
over deze landouwen den scepter zwaait.
Niet tot het nadruk-leggen, op het Ge
zag, waarmee Zij bij de gratie Gods be
kleed is, noopt ons intusschen de huidige
vierdag; daartoe schijnt een regeerings-
jubilé meer geëigend. Maar wel leidt deze
meer persoonlijke en meer intieme her-
denkingsstonde er toe, onze Koningin te
prijzen als de Eerste onder ons „die vroom
begeert te leven", of om het met de woor
den van Breda’s Kerkvoogd te zeggen: „die
door eenvoud van leven en ernstige levens
opvatting een stichtend voorbeeld is voor
haar onderdanen.”
Bjj meer dan één gelegenheid wij wij
zen slechts op de jongste koninklijke pro
clamatie naar aanleiding van de waters
noodramp heeft Koningin Wilhelmina
blijk gegeven, fier voor Haar overtuiging
als Christinne te willen uitkomen en al
dus de groote waarde te erkennen van het
Christendom voor de genezing dezer van
geestelijke uitputting schier bezwijkende
samenleving.
Dit lichtend voorbeeld laat stellig niet
na, zjjn invloed te doen gelden. Dit voor
gaan der eerste Vrouwe van Nederland
en van Haar Gezin moet wel zijn als het
zaad, dat in goed?? aarde valt en honderd
voudige vrucht voortbrengt.
Prinses met de Duitsche familieleden van het
ggyolg van do
p zich over het
rde nabijheid van
p de muziekcorp
sen Gezang 2:1,
Wilhelmus”, twee
ien Neerlands Bloed”
gewonnen daarbjj schatten verdiend. De
meest verwikkelde dingen wist hij uiteen te
zetten, hij bezat een gelukkige hand, waar
aan alles gelukte, wat zij aanvatte.
Wat opzion baarde het, toen plotseling de
goudgerande kaarten met de kennisgeving
der verloving van de „zwarte Elcs met graaf
Nlcolaas Hallwey verschenen!” Ja, de oude
advocaat Kemper was fortuinlijk. Hij had
voor den rijken graaf een proces gevoerd, die
om deze re ien eenige malen in de woning
van den advocaat moest komen. Hier zag lij
het „zwartbruine dochtertje” van den advo
caat en huwde haar ondanks het protest zij
ner familie. Hij bezat geen andere naaste
bloedverwanten dan een jongere broeder, .lie
met een verre bloedverwante, welko op het
kasteel groot gebracht werd, freule Stephanie
van Bohlen, geweldig tegen het huwelijk In
trigeerde. Zij vermochten echter niet om hem
van plan te doen veranderen, hij beminde de
kleine Elisabeth met al do kracht van een
dweepaohtige natuur en trotseerde de gan-
sohe wereld. Later, toen graaf Nicolaus,
reeds een iaar of vier getrouwd was, ruimde
hfj plotseling do ingetreden spanning tus
schen hem en zijn broeder, die inmiddels met
Stephanie in het huwelijk was getreden, uit
den weg en bood hem op edelmoedige wijze
een voortdurend verblijf op Hallwey aan, ’t
geen het jonge paar dan ook verheugd en met
grooten dank aannam.
Ludwig Hallwey verkeerde als tweede zoon
7.
Lindis echter vloog naar haar speelkamer
tje, rukte onstuimig de jaloezieën voor de
vensters en knielde voor de deur, luisterend
haar oor tegen het sleutelgat aandrukkeml.
Toen zij na een poos opstond, was haar ge
zicht vuurrood. „Hij is uit tante’e fami
lie en hij heeft geld gehaald voor zijn wed
rennen. Of tante’» dieamanten al verkocht
zijn?” fluisterde zij opgewonden.
Te Amsterdam.
Ter gelegenheid van het zilveren huwelijks
feest van het koninklijk echtpaar, had men
aan den oproep van het huldigingscomité om
de vlag uit te steken, veelvuldig gevolg ge
geven. en zoo wapperde, behalve van alle
openbare gebouwen en kerken, speciaal in
de binnenstad en op dn grachten van ver
scheidene huizen het dundoek.
In de Hervormde Kerken is in alle mor-
genbeurten het zilveren h u wel jjksf eest van
H. M. de Koningin en Z.K.H. den Prins her
dacht
In de Groote Synagoge, welke tot de laat
ste plaats bezet was. werd de'dienst geleid
door den heer I. E. Maroko uit Preseburg in
samenwerking met het kerkdijk zangkoor
„Legowoud Oeleeifeeree”
Na het verrichten van het middaggebed
werden hier, evenals in de andere bedehui
zen der Hoofdsynagoge, waar oen gelijk
programma gevolgd werd, de psalmen 21-93-
124 en 72 gereciteerd en gezongen, waarna
Opperrabbijn A. S. Onderwijzer de gelegen
heidsrede hield, welke hjj besloot met een ge
bed voor het voortdurend welzijn der Konin
klijke familie.
Bjj geopende Heilige Arke werd hierna
het gebruikelijke gebed voor het Koninklijk
Ruis voorgedragen, waarop het koor Psalm
150 ten gehoore bracht
Ook bij de Portug. Isr. Gemeente werd een
buitengewone godsdienstoefening gehouden.
Opperrabbijn I. van J. Palaclië hield een
toespraak uitgaande van de sententie: „Bidt
voor het welzijn van het Koninklijk Huis."
Dank bracht spr. aan Koningin, Prins
Hendrik, Prinses Juliana, „de hoop van on
ze toekomst” en de Koningin-Moeder voor
hetgeen zij allen voor het vaderland gedaan
hebben.
Terwijl de Synagoge-bezoekers zich van
hun zetels verhieven, sprak Opperrabbijn
Palache ten slotte een in het Hebreeuwsch
gesteld gebed uit voor het bestendig geluk
en een goede gezondheid van het Koninklijk
Huis.
het laatste gedeelte van Ps. 42 luidende: „Hij
is de menigvuldige verlossing mijns aange-
zichts en mijn God”.
Tot overdenking van dit schriftwoord zong
de gemeente van gezang 44 vers 12.
Gemeenschappelijk werd nu gezongen ps.
118:7, waarna de predikant voorging in ge
bed. De slotzang, Gezang 96, werd staande
aangeheven.
Na het uitspreken van den zegen was do
dienst ter einde en verliet de Koninklijke Fa
milie met gevolg het kerkgebouw.
Buiten gekomen werd zjj luide toegejuicht
door een in dichte drommen opgestelde
volksmenigte. Ook aan weerszijden van do
Loo- en Paleislaan, waarlangs de stoet zich
naar het paleis begaf, stonden dichte rijen
van meneohen, die Je Kon. Familie bij her
haling toejuichten. In de R. K. Kerk werd na
afloop van de plechtige Hoogmis, gecele
breerd door den Weleerw. Heer Kapelaan
Th. Horsthuis, gezongf
damus gevolgd door Di
gin am Nostram. Ook in de overige Apel-
doornsche kerken werd het zilveren jubileum
der Koninklijke Familie herdacht.
Zondagmiddag om half drie maakto de
Kon. Familie een rijtoer door Apeldoorn. De
stoet bestond uit dre rjjtugen. elk met twee
schimmels bespannen. In het eerste 'jjtuig
gemend door den Prins zaten ook de Ko
ningin, de Koningin Moeder en de Prinses.
In de twee andere hadden de Duitsche fa
milieleden en het gevolg plaats genomen.
Op meerdere plaatsen werd het jubileerend
paar luide toegejuicht.
Het „Hdbd.”:
Want wij wenschen van ganseher harte,
dat al de leden van het koninklijk gezin
nog zeer lang gespaard mogen bljjven, voor
elkander en voor ons. Wenschen wij iedere
vrouw zooveel mogelijk voorspoed in haar
gezinsleven, meer dan één andere wen
schen wjj dien onze Koningin, die bjj de
zorgen, welke iedere vrouw en moeder in
moer of mindere mate heeft, die van het
koningschap heeft te dragen en die daar
voor waarljjk alle krachten van geest, ver
stand en gevoel noodig heeft; wie een zoo
sterk verantwoordelijkheidsgevoel bezit dat
zij zoo zich geeft aan de behartiging harer
dikwijls moeilijke taak, moge zoo lang mo-
gelijk bevrjjd bljjven van gezinszorgen. Die
komen tenslotte, vroeg of laat, voor ieder
sterveling; zjj het voor Koningin Wilhel
mina en de haren eerst in verre toekomst
En de beste wensch, ook weer voor het
zilveren bruidspaar en voor ons, het Ne
derlandsche volk, is dat de ouders hun
dochter mogen zien worden tot een vrouw
van kloek verstand met een gevoelig hart,
een vrouw die haar plicht en haar verant
woordelijkheid sterk gevoelt, en aldus
waard is, dat haar moeder haar eens de
kroon overgeeft, die zjj zelve zoo waardig
draagt.
Het Nederlandsche volk brengt Koningin
Wilhelmina en Prins Hendrik zijn beste
wenschen.
de men er zich over, dat zjj zoo lang uitge
bleven was. De gansche rjjke Hallwey-erfenis
was verkwist, wog was ook al de pracht en
heerlijkheid, alles, alles zelfs de eenmaal zoo
zeer geprezen gravin Elisabeth. Hoe dat toe
gegaan was? Ten gevolge van de conflicten.
Het slot alleen was onaantastbaar en bleef dus
aan den graaf, het schoon®, sombere slot met
zjjn toovertuinen, grotten en lusthuizen,
prachtvolle kunstvjjvers en raadselachtige
sprookjes. Zijn jonge vrouw echter had hem
verlaten, doch niet vrijwillig. Neen, gedwon
gen en onder talloozo tranen. Gedwongen
door hem, dien zjj tot dusver lief gehad en
die zich om harentwil geruïneerd had tot den
bedelstaf. Hee dat toogmaan was, dit wist
alleen gr«T’n Stephanie, die daarmede haren
kuiperijen da kroon had opgezet. die als aan-
geefster ei EKeabeth die veeetooten, ver
jaagd was 4oor den eigen echtgenoot, die
haar van trouwbreuk beschuldigde. Gravin
Stephanie behield het terrein, haar wae 4*
zege h«t ook met recht geweekt zijn’
Te Apeldoorn.
Reeds Zaterdag gaf Apeldoorn blijk van
zjjn liefde voor het Oranjehuis, blijkende uit
het groot aantal vlaggen dat ontplooid werd
en Zondag tal van particuliere woningen en
alle openbare gebouwen sier Je.
Ook de gemeentelijke autobussen waren
des Zondags met vlaggetjes getooid en een
groot deel van het publiek droeg „oranje” op
de borst
De felicitatieregisters ten paleize werden
ongemeen druk geteekend.
Zondagmorgen precies om halfnegen, toen
de drie muziekcorpsen Soli Deo Gloria, het
Hannonie-orkest en Jeanne d’Arc, zich voor
het hek van het paleis Het Loo hadden op
gesteld en een ontelbare mensohenmassa zich
achter die muziekvereenigingen had ge
schaard, daalden de Koningin, de Prins en de
jubileerend Echtpaar en het
bordestrappen af en begava
cour tot aan het paleishek it/
de muziek.
Daar aangekomen
sen achtereenvolgens
twee coupletten van
coupletten van ’t „4
en tot slot ps. 134:2.
Het publiek zong de gespeelde liederen
mede en Het na afloop een daverend hoera
hooren. Achtereenvolgens werden aan de
Kon. familie voorgesteld het Hoofdbestuur
van <je Oranievereeniging, dat bij monde van
den heer J. H. Stoebers HJzn. het Koninklijk
Echtpaar en de Prinses feliciteerde met het
zilveren jubileum: en de drie dirigenten der
muziekcorpsen, wien de Koningin Hare bij
zondere ingenomenheid met de aangeboden
hulde betuigde.
Na een tweede driewerf „boerah!” van het
publiek bewoog zich dat, toen de Vorstelijke
personen weder naar het paleis terugkeer
den, in Zuidelijke richting door de Paleislaan
en de Loolaan, welke over de gansche lengte
gevuld was, naar de Ned. Herv. kerk, waarin
de meeste plaatsen om halftien reeds waren
bezet.
Een paar minuten voor tienen hield voor
den Koninklijken ingang van htrt Kerkgebouw
de gesloten auto van de Koningin-Moeder stil,
die gevolgd werd door open rijtuigen met
tweespannen, waarin gezeten waren de Ko
ningin, do Prins en de Prinses, en het gevolg.
Ook een 15-tal vriendinnen van de Prinses,
die bij het kerkgebouw hadden gewacht tra
den door den Koninklijken ingang de kerk
binnen.
De godsdienstoefening werd geleid door
Apeldoorn's oudsten p-edikant ds. C. Hat
tink.
Toen de Kon. Familie met gevolg het kerk
gebouw binnentrad en in de Kon. loge plaats
nam stonden alle aanwezigen van hun zit
plaatsen op en speelde het orgel: „Wilt heden
nu treden voor God den Heer.”
Na gemeenschappelijk gezang van Ps.
103:1 las de voorganger na het uitspreken
van het votum de eerste dertien verzen
van Ps. 103. In zijn gebed dankte Ds. Hattink
den Allerhoogste, dat Hij dezen dag heeft
doen aanbreken en het Vorstelijk Echtpaar
in het leven heeft willen behouden en ge
zegend heeft als echtgenooten. 0<>k voor do
oudervreugde, het Vorstelijk Paar geschon
ken dankte de voorganger Hem. van Wien
alle zegen komt. Ook vond Ds. Hattink stof
tot danken in het feit dat de Koningin-Moe
der gespaard bleef.
Als tekst voor de predicatie was gekozen
en kampte met gesloten vizier tegen hare
schoonzuster, die zij trachtte te bcnadeelcn
in eer, lichaam en leven.
Graaf Nicolaus was een hartstochtelijke,
excentrieke man, wiens grillen de verkeerde
stappen van zijne jonge echtgenoote eerder
billijkten dan afkeurden. Hij was er op ge
steld om in zijn van diamanten stralende,
sehoone Elisabeth bewonderd ..te worden en
deed alles, wat den stralenkrans vergrooten
kon, die haar bruinachtig tenger gezichtje
omgaf. Hij bedacht alle mogelijke feestelijk
heden die In glans en weelde alles overtrof
fen en zoodoende weefde hij een foestacliti-
gen-glans om 4e vergoede vrouw, wier prach
tige toiletten de verbazing der werold opwek
ten.
Het ware complete wonderen, die men op
Hallwey wrochtte. Ja, het waren onvergefe
lijke tjjden op Hallwey. Eu al berichtten de
bladen ook van de buitensporigheden op bet
kasteel Hallwey, men kon ze toch niet ver-
oordeelen. Graaf Nieeiaus was immers een
schatrijk man, wat kwam het er dus op aan
of een enkele avond al eens duizenden goud
stukken kostte Toen echter «en jaren late»,
de moeilijkheden op Hallwey uitbarstten,
sprak men geheel anders, toen heette het, dnt
graaf Nlcotaus totaal gerwineerd was en dat
hun ternauwernood zooveel overhloef om de
grootste zorg van rich verwijderd te bonden.
De ttydlng kwam niet vewassend, de meeMen
hadden haar verwacht. hea«s**na verwande»-
Te Leiden.
Huwelijken tusschen vorstelijke personen
aldus prof. dr. P. J. Blok, oud-hoog-
Abónnetnantsprtysa
wr KWtrana vuur Alkmaar
foor buiten Alkmaar
Het Oefllustrerrd Zondagsblad
pm abonné’a wordt op aanvrage gratis een poli» verstrekt, welke hen verzekart f gen ongevallen tot een bedrag van f 6OO,-—. f 400,—. f 200,—. t 100.—. f 60.—f 36.—. f
De advocaten- en notarisfamilie Kcmper
was zeer oud, zjj had steeds In den besten
roep gestaan, wfjl ten allen tijde krachtige
handhavers van het recht uit haar waren
voortgeeproten. Onder Karel Kemper, de va
der van Wem er en de broeder der grijze da
me was de familie er financieel echter niet op
vooruitgegaan, bij was wel de minst begaafde
van zijn geslacht Wel arbeidde hij even vlij
tig als zijne voorvaderen, doch voor gi
gecompliceerde processen, die veel geld
brachten, was hij nu eenmaal niet in de wieg
gelegd. Zjjn vader daarentegen was een
,.’Hmmert." Een knappe kop geweest, zooals
de menschen thans nog zeiden. Hjj bewece al-
latu wat hij wilde, en had tal van processen
nu juist niet in bijzonder gunstig© omstan
digheden, daarbij kwam nog, dat hij in zijn
jeugd en als officier bij het keurkorps meer
dan de helft van z(jn vrij aanzienlijk vermo
gen er doorgebracht had vóór hij in het hu
welijk trad. Bij zjjn toenemenden ziekelijken
toestand, een gevolg van een hartkwaal, zon
derde h(j zich met zijn echtgenoote geheel op
Hallwey af en leefde hier in gezonde berg
lucht en de heerlijke bossehen geheel voor
zijn gezondheid en zijn neigingen, die zich
steeds weder op het sportleven richtten en
waaraan hij na verloop van nogmaals vijf
jaar het overschot van zjjn vermogen offerde.
Van dit oogenblik was hjj geheel en al afhan
kelijk van de genade zijns broeders, aan
wiens disoh hjj met zjjn famillo at en dronk,
en van wiens kas hjj bjj de bekende vrijgevig
heid van graaf Nicolaus naar hartelust ge
bruik maastn.
liet was bij dit alles een geluk, dat graaf
Nicolaus en zijne vrouw geen kinderen had
den, wijl zjj dan meer met hunne middelen
zouden hebben moeten rekening houden. De
zoons van Ludwig en Stephanie zouden als
dan ook niet het vooruitzicht gehad hebben
op do rjjke erfenis van de Hallwey’s die hen
nu over veel bitters en onaangenaams deed
heenstappen. De levemlustlgo overmoed der
jong'gravin Elisabeth gaf Stephanie aanlei
ding genoeg om bjj hare vroegere intriges in
deu dageljjiieche omgang nu al zeer spoedig
nieuwe te voegen; efl wae daarin onvazmoeW