van het Religieuse flrtikeien in eerste soort uitvoering en billijke prijzen liming alls soorten Drukwerken. Plaatsing van Annonces in alle Couranten aonder prijsierhooging „Noord-Hollandsch Dagblad J M. en W. BIBö Fe. W. 8 KLISTERS 1 99 2 2. Rlgemaene Roomsch Katno.ieke doekhandel L H R T 186.1.1. de Zastcrscholci. Zü zullen haar niet hebben, De schoone ziel van 't kind KERKLIJSTEN. Tafereelen uit het Evangelie. EPISTEL EN EVANGÉÜÉ. Orde. en H. Mrs, artikelen, zal naar en og meer verbaasd en tei- nwle kan dan zalig wor- I NIEUWE NTEDORI’.. Klooster. En, Engelenbewaarders. Gij vraagt geen ander loon: Brengt alle deze zielen Eens vlekloos vóór Gods troon? Quater- onthou- it, houw as «f. higaat tot het anderen liefhebben, of den eenen aanl en den an dienen en En toen Hij i Iemand aanreloopen ;aan! Het is gemakkclgker dat een ka. door het oog van een naald gaat, dan rijke ingaat in het rijk Gock!” tij waren n< hangei :n verachten. Ge knnt niet Go« uitging op den weg. kwam wen die voor Hem neder- Zij zullen haar niet hebben, Wat ook hun haat verslindt. Zoolang nog christen vaders Bezorgd zijn voor hun kind OFFICIEEL KERKBERICHT Hoorn Zwaag Alkmaar Wadway Obdam Bovenkarspel W eere Grootebroek Woguum Broekerhaven UrseM Waarland Zwaagdyk Nibbizwoud Missiehuis, Hoorn. Postrekening 120937 gelei en de andere voor de onontbeerlijke Krepok-koekjes, van vischvet. Zoo komt al les voor elkaar Er is heel wat noodig, want alle gasten moeten volop kunnen eten. Ze kunnen niet in eenhuis bij elkaar, maar wor den bij velschillend* familieleden onthaald.' Van te voren—zijn de bruidschatten il ver toond. Tusehen 4 lange bamboestokken zijn de mandjes opgestapeld ën in optocht door de opgesierde bruidsmeisjes aangebraoht. Dit is later «ie rijkdom van t’ gezin. Bq bet bin nenkomen valt het op. dat ge op de plan ken langs den wand stapels matjes en mand jes vindt. Dit is 't werk van de bruid in do bruidsdagen. Ge moagt daar niet aankom r«; dat moet spreken van rijkdom. Op het feestterrein zijn de gasten opge steld in carré, de vlakte in het midden blqft open. Eerst treden de dames op. De bruid in’n prachtig kleed van gouddraad, werke lijk ’n kostbaar stuk, dat voor de feestelijk heid gebuurd wordt en gesierd met 'n mooie kroon van koper en blik en goudpapier en zilver, dat 'n een lust is. ’n Kroon dragen verder alle meisjes, die in de bnridsdagvi zijn, maar niet zoo’n mooie als de hoofd bruid. Verder dragen ze ’n soort scapulier, van vergulde aan draad geregen, uitgedaag de versieringen. Voor de gelegenheid rijn ze op de borst gehangen; ouder den dans ge hangen ze op den rug. Nn begint de dans, met begeleiding van twee of drie groote klokken in den vonn van ’n fietsbel, doch ’t geluid, wordt met stokk-n voortgebracht. Men meene niet een ruwe krijgsdans te zien, neen 't gaat zeer ryth- misch, in langzame hand- en voetbeweging. Zijn de dames uitgedanst, dan volgen de neeren. die hier 'n goede gelegenheid vin den naam te maken. Ze zullen wel oppassen ’n verkeerden sap te zetten, want ze halen zich niet graag der dames spot op den hals. Is de «lans afgeloopen. «fan begint het feest maal en daarna begint het werkelijke leven. Nu zijn «ie wittebroodsweken gauw voorbij en over enkele «lagen zult ge de heldin van den dag met gekromden rug onder ’n last hout of ’n mand met bamboekoker» vol wa ter langs den weg zien gaan. Zij zullen haar niet hebben, De reine ziel van ’t kind, Zoolang het moederhart»' Zijn lievling nog bemint. DE ZIEL VAN HET KIND. Waarin de Godheid zelve Haar welbehagen vindt BIMBANG W'AWIN. Pater H. J. D. van Dort. t-umatra-Misiona- ris vertelt in „De Missiepost”: Als men met z’n hoofd vol zorgen zit, ’n praatje te maken over een of ander volksge bruik is niet alles, ’n Missionaris moet dat kunnen en omdat ik goed missioanris wil zitn. ga ik iets vertellen over het huwelijk, of liever over de voorbereidselen daarvan. Als de jongens den huwbaren leeftijd be reikt hebben zijn ze niet meer thuis te hon den. De heldere maneschijn lokt ze ‘s avonds naar buiten en ze beginnen te zwermen Soms ziet, men ze in heele troepen voorbij gaan. «til en kalm; dikwijls echter doen ze in baldadigheid niet onder voor de meest be ruchte Amsterdamsche straatjongen. Vooral de sapie's de koeien die hier vrij langs ’s Hoe ren straten loonei,, moeten het al te vaak ontgelden. Danner zijn de heeren niet, maar ze dur ven wel 'n onnoozel, niet kwaa«l vermoedend, beentje ’n houw met hun mes geven. Meermalen wordt ’n «lier zoo verminkt, dat *t aan de bekomen wodnen sterft. Zoek dan den dader maar een*, als'tje kunt. Deze werkzaamheden zijn de eerste voor bereiding. vermoedelijk is dc behandeling van de dieren ’n proef, voor de gelukkige echtgenoote van later. Behalve de maan en sapies zien de jongens natuurlijk ook utt of er nergens ’n geschikt meisje te vinden ia; niet om als de eerste kennsmaking geschied fs later samen uit te gaan, neen op straat treft men ze niet sa men aan. maar wel om elkaar te treffen in *t ouderhuis van het meisje. Na eenigen /(jd heeft de verloving plaats. Een familielid of ’n goeie vriend bekliknt het zaakje met de ouders. Er wor it vastgesteld of het meisje den jongen zal volgen, óf dat de jongen zal introuwen. Het eerste heeft plaats als de jongen het meisje kan koopen; in 't tweede geval zal de jong enna het huweljjk moeten werken tot de bruidschat is verdiend. In den loftsfeest, ’n tqdsuur van eenigo maanden, mogen dn verloofden elkaar niet spreken. Doen ze *t wel, dan geeft dit te kennen, dat alles uit is tusschen hen. De jongen bekommert zich schijnbaar niet meer om het meisje en op den dag van het groote feest Bimbang-Kawin moet de jongen in z’n oudste plunje langs de straat slenteren en mag niet eens zien, hoe z’n aan staande middelpunt is van de feestelijkheden van ’t heele dorp. Bij zoo’n bimltang staat de heele (Doesoen) op stelten. Is *t een def tige party dan wordt dfesn karbouw geslacht, anders ’n geit. De jongens uit *t feestgehucht moeten vrjj vans chool hebhen. Alles is aan ’t koken, braden en lakken. Jij als naaide familielid moet voor 100 eieren zorgen, jij voor zooveel taartjes; hij daar voor de kokos- T ZAND. Zondag de H.H. Missen te half 8 en te 10 uur; na de Hoogmis Catechismus, te half 3 Lijdensmeditatie. Woensdag. Vrijdag en Zaterdag zijn Qua tertemperdagen, geboden te vasten en zich te onthouden van vleeschspjjzen. Zaterdag middags van 58 uur biecht- hooren. De gebeden worden verzocht voor Jozef Schilder, die in den Heer is overleden. OBDAM Zondag half 8 Vroegmis. 10 uur Hoogmis, 2 uur Lof met lijdensmeditatie, daarna kate- chismus Dinsdag te 7 uur vergadering voor de le den der Derde Orde van den H. Franciscos. Vrijdag te 7 uur Kruisweg. Zaterdag van 3half 5 en van half 6 tot half 8 biechthooren. 5 3 2 1 i i i i 1 i i i i Ja, zoo’n sprong hebben we in langen tijd niet gemaakt. Van 18 op 22. ’t Gaat niet kwaad. Gaandeweg zullen we er wel komen, ’t Is groeizaam weer. Dan gaat er verdiend worden en dan wordt er natuurlijk aan het Missiehuis gedacht Soms kom ik vrienden tegen die lachend vragen: „Hoe staat ’t met je 1000 stkh- lers?" „Ik heb er al 20, man. Je ziet, t gaat van een leiën dakje”. „Je bent an ders nog een aardig eindje van je doel af”. „Hindert niet. Wedden om mijn pijp dat ze er komen?" Geld heb ik niet en mijn hou ten pijpje is een van mjjn dierbaarste bezit tingen. Maar ze durven niet wedden, want ze weten dat ze toch verliezen. Daar zult u wel voor zorgen. Father LEFEBER. Directeur. DE BLIJDE BOODSCHAP VAN HET RIJK. XI. „Anderzijds, wee u, gij rijken, want hebt uwen troost weg. „Wee u, gij verzadigden, want ge zult hon ger lijden. „Wee u, die nu lacht, want ge zult treu ren en weenen. „Wee u wanneer alle menschen u met eere toemen, want op die wijze hebben hun vade ren de leugenprofeten behandeld!” De zaligheden deden echter den diepen on dergrond van Jezus’ boodschap over den nieuwen uien.-ch nog niet voelen. Die onder- gron ïucr levensleer was deze: wij moe ten -or’pn gelijk kinderen. Petsarde menschen, zooals Nikodemus, moeten opnieuw geboren worden en een kin derziel krijgen. Niet enkel zich voelen als kind van God, maar voelen en zijn gelijk kin deren. Terug naar den eenvoud der kinder jaren. Het leven, God, de menschen, de we reld bezien met kinderoogen. Kinderen zijn zuiver, vertrouwend, argeloos. Kinderen be minnen wie hun goed willen. Kinderen stoeien kommerloos door het leven, hebben ouders en broeders en maatjes lief, zijn al tijd blijmoedig, dragen geen wrok, denken geen kwaad over anderen. De zon schijnt immer in hun hart, de son zien zü ook im- L1MMEN Zondag Eucdi. dag. Half 8 stille 10 uur Hoogmis, kwart over 1 Katechismus, 2 uur Lof met Lijdensmeditatie, waarna H.. Familie afd. mannen. Vrijdag 7 nur oefening van den H. Kruis weg. HEEREN WINKELIERS, EN KOOPLIEDEN noodigen wij beleefd uit onze Magazijnen en Monsterkamers te bezoeken, welke zijn ge vestigd Fnidaen 107, Alkmaar. Galanterieën, Huishoudelijke artikelen. Nikkel- en Stadwaren, Sponzen, Zeemleer, Boender- en Borstelwerk, Straatbezetns, Kast papier met en zonder rand Pundases. Gond- eu zilverbrons (Standaard) Schrijfbehoeften, Meubel was. Linoleum of vloerwas, Meutxd- poiitoer, BraMo, Zebra. Potlood. J. C. BoL doots en Bhoetns Eau de Oologne-tofl«*tzee- pen. Closetpapier. Gordqnlatten. Bezem- en Ragebol-tokken. Hoofd Eau de Cologne Bjj- loos en Roodster, Sehoenereme, Machineolie. Emallle: Broodtrommels, Vloerhlikken, Trechters, Tnitigieters. Horl«<ee, Wekker». Kopere Bloempotten, Theebladen, Couranthangers, Pü pen rekken, Kinder Speelgoederen .Kerkboeken en dui zend andere artikelen. Bezoek onze magazQnen en Monsterkamer*. W. RUITER ZONEN. Pnldsen 107. Alleen Engros verkoop Hoe ook de wereld zinge Haar albekorend lied: Wjj weten het: haar geest is De geest der godheid niet. Neem Gij haar in uw hoede, O Ware Kindervrind! Bescherm haar in gevaren. De reine ziel van ’t kind! leven, dan met beide handen te gaan naar do hel, aan het onuitbluschbarc vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gebluscht wordt. „En indien uw voet u ergert, houw hem af. Beter is het dat gij kreupel tot het leven in gaat. dat met beide voeten geworpen te wor den in de hel. in het. onuitblusc.hbaar vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gebluecht wordt. „En indien uw oog n ergert, trek het uit. Beter is het u, eenoogig in te gaan in het Rijk God-, dan met twee oogen geworpen te wor de» in «le hel van het vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet gebluscht gordt. „Verzamelt u geen schatten op aarde, waar soest en worm ze verteren en waar, als gij ze in den grond weggestopt hebt, dieven ze op graven en stelen. Maar verzamelt u schatten in den hemel, waar roest noch worm ze ver teren en waar geen «heven ze opgraven en stelen. Want waar uw schat fs, daar is ook uw hart. „Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoe zen.. Maakt u buidels die niet verslijten, een schat in de hemelen die niet afneemt, waar geen dief bijkomt en mot bederf brengt. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. „Geen huisknecht kan twee heeren die nen: want hij zal of den éénen haten en den >n iod Zondag 7 uur de Vroegmis. 10 uur de Hoogmis voor de weldoeners, waaronder eerste lijdensmeditatie. Half drie Kruisweg en Lof. Maandag feestdag van de H- Margaretha van Cortona, boetelinge der Derde Orde. Volle aflaat voor alle gelouvigen. Dinsdag kwart vóór zes Lof ter eere van den H. Antonius. Vrijdag kwart voor zes Iz»f ter eere van het H Hart. Woensdag, Vrijdag en Zaterdag tem per «lagen, geboden vasten dings dagen knielde en Hem indringerig vroeg: „Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig loven te beërven?” Maar Jeeus zeido tot hem en weerde de Indringerigheid af: ..Wat noemt gij Mij-goed? Niemand is goed, tenzij God al- leen. De geboden kent gij: Doe geen over spel, bedrijf geen dootlslag. steel niet, geef geen valsche getuigenis, doe niemand te kort, eer uw vader en moeder.” Toen zag Jesus hem liefdevol aan en sprak tot hem: „Eén zaak ontbreekt u nog: ga heen en verkoop al wat ge hebt en geef het aan dp armen en gij zult een schat in den hemel heb ben, en kom hier en volg Mij.” Dóch de andere werd spijtig om het woord en ging treurig heen; want hjj had vele be zittingen. En Jesus zag rond en zeide tot zjjn teer lingen: „Hoe l»ezwaarlijk zullen zjj die rijk dommen bezitten in het" rijk Gods binnen gaan!" De leerlingen echter waren verbaasd over zijn woorden. Doeh Jesus sprak tot hem „Kinderen! hoe moeilijk is het dat zjj, die op rijkdommen vertrouwen, in het rijk Gods bin- neng; meel «lat een Maar den bij zichzelven: den?" Toen zag Jeaua hen aan en zeide: „Bjj de menschen la het ónmogelijk, maar niet b|j Ged; want allee ia mogetRk bjj God”. HOE CHINEEZEN ZICH WREKEN. De missionaris Valentius schrijft uit Jang- Ki (vicariaat van Z. W.-Hupé) aan de Stem van St.-Antonius o.m.: In een zijstraatje boorden wif de schrij ver was vergezeld van een bekenden Chinees, Antonio rumoer, gekijf en verwenechin-. gen. „Voor een klein huisje lag het lijk van een nog jonge vrouw; daarrond stond een hoop mannen en vrouwen aan het raadplegen. Ik hield mjj op afstand; daar iedereen met het lijk bezig was had men mij niet bemerkt. Op eens riep een jonge man: (Na-ki-lai) neem haar op! „Een oogenblik daarna had den zes man de doode vast en droegen ze in een huis aan den overkant van het steegje, wierpen daar het lijk in een kamer en kwa men heel gerust terug alsof er niets gebeurd wa«. Wat beteekent dat allemaal vroeg ik aan Antonio. Daar waar men het lijk heeft binnen gedra gen woont een weduwe met haar zoon, die slechten omgang had met die vrouw; zyn-v mo-rier was net te weten gekomen, en in plaats van haar zoon te berispen en te bestraf fen, heeft zjj gisteren een halve» dag voor haar deur die vrouw staan vermaledijen dat het kraakte. Die vrouw, dat spel moe, wou zich wreken en daarom slikte zij opium in. Natuurlijk moest zo daarvan sterven! Haar man en haar familie wreken zich nu op de weduwe, met het lijk van de zelfmoordster in haar huis te dragen. Nu moeten de wedu we en haar zoon volgens Chineeseh gebruik of de wet alzoo luidt weet ik niet voor alle» zorgen: voor kist, kleeren. bonzendier.«t voetzoekers, begrafenis, daarbjj nog een som geld geven aan de familie. Is de som die «le familie eischt te groot, dat moet de manda rijn er tusschen komen. Geldt dat gebruik voor gansch China? V«x>r zcoveel ik weet toch. Maar er bestaan nog andere manieren om zich te wreken ov«-r moord of zelfmoord. Kom maar even mee langs die straat, dan zult u nog iets anders zien van dien aard. Ik liet mij gezeggen. Op den hoek van een rij huizen langs den openbaren weg toonde hij mij nog al een groot huis. De voordeur was gesloten, en vlak er voor lag een g-<A)’e zwartverniste doodkist half in en half uit den grond. Die kist lag daar al vijf jaar, de ver nis wa« er afgeregend. In de kist lag een jongeling van de familie Lieou, die in een twist gedoo«i wan door «ten zoon van de fa milie Li. En is het proo-s nu nog niet offe*? Neen, ’t (jjn twee rijke familiën. De fa milie Li heeft al veel landerijen verkocht, om maar gedurig een mandarijn en de satellieten om te koopen, opdat zjj het proces zouden tegenhouden. De familie lieou op hare beurt heeft al 6 huizen verkocht, om het proces met geld geven te doen afmaken: maar de mandarijn en zijn kliek weten, dat er nog wat te verdienen is en zij rekken de zaak zoolang zij maar kunnen. Maar, vroeg ik, waarom trachten die I twee familiën niet de zaak In der minne bij te leggen U Dat zou kunnen, als er in bride faml- liën eenige flinke mannen waren om de za ken te beredderen en te schikken; maar T zijn sulachtige lui die fel aan het uiterljjke houden; ieder wil de bovenhand krtjgenl Maar ze zullen eindigen met allee kwijt te ge raken Wat gaan ze dan met de kist en die beenderen aanvangen? Als de satellieten zullen weten, dat de fortuinen verre geschoven zijn en het stroo- pen zal moeten ophouden, dan zal het proces uitgesproken worden; de familie Li zal de kist met het geraamte moeten uitgraven, en eene deftige begrafenis bezorgen met de noo- digo heidensche gebruiken. Dat had men wel van ’t begin af kun nen doen! Zeker! Maar de mandarijn en zijn kliek laten zulke kansen niet voorbijgaan, zonder zich eens we) te doen op de kosten van de mer om hen schijnen. Bij kinderen is het gras groener, het fruit sappiger, het water frisscher, de liefde grooter dan hij groote menschen. Kinderen laten zich dragen door vader, en vallen onderweg in slaap met hun hoofd je op vader’s schou«Ier. 7.66 ook moe ten wij ons door God, op zijn armen «ioor het leven laten dragen, kommerloos en ver trouwd in zijn armen slapen. Moeders brachtert eens kindertjes bij Jesus, opdat Hij hen mocht aantaken en geluk bjj- brengen. Doch de leerlingen die daar enkel motviergrillen in zagen, berispten haar en wilden ze weren. Maar toen Jesus dit zag, nam Hij bet een euvel en zeide tot hen: „Iaat de kinderkens tot Mij komen houdt hen niet terug, want denzulken be hoort bet koninkrijk Gods. Voorwaar Ik zeg u: Alwie het koningschap Gods niet aanneemt als een kind zal er niet ingaan Toen omhelsde Hq ze, legde hun de han den op en zegende ze. Te Kapharnaum, in het huis van Simon, kwamen de leerlingen bq Jesus en zeiden: „Wie is wel de grootste in het rijk der he-^ melen?” En Jesus riep een kind tot zich, plaatste het in hun midden en zeide: „Voorwaar, Ik zeg u; Indien gij u niet be keert en wordt als kinderen, zult gij het rqk der hemelen niet binnengaan. Dan zal de mensch, zedeiijker, edeler zjjn dan onder de oude Wet. Dan mogen aan zqn leven hoogere eiachen gesteld worden. „Want Ik zeg ui Zoo uw gerechtigheid niet Evangelie volgens den H. Metthcüs; IV. 1—11. In dién tqde, werd Je«us door den Geest naar de woestq» geleid, om van den duivel bekoord te worden. En als Hu veertig da gen en veertig nachten gevast ha«l. kreeg Hij eindelijk honger. En de bck«x>rder bij Hem komende, reide: 1 Lillen Gii Gods Zoon zijt, zeg dat deze sternen broed worden. Maar Hij antwoordde, en zeide: Fr staat geschre ven: De mensch lééft niet bij brood alleen, maar bq alle woord dat uit den mond Gods voorkomt. Toen nam Hem de duivel op naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide Hem: Indien gij Gods Zoon rijt, werp l’ van boven neder. Want »r staat geschreven: D»t h|j zijnen Engelen wegens u bevolen b<eft en tij zullen u op de handen dragen, opdat gij uwen voet aan geenen steen toudt stoeten. Jesus zeide hem: Er staat ook geschreven: Gij zult den Heere uwen God niet t< roen D«’ duivel voerde Hem wederom op iaat eener zeer hoogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en derzelver heerlijkheid, en zeide bem: Dit alles zal ik U geven, indien Gq nedervalt »n mq aanbidt. Toen seide Jesus tot bem Wjjk Satan: want er staat geschre ven: Gij zult den Heer uwen God aanhid- dü. en Hem alleen dienen. Toen verliet Hem de duivel, en ziet de Engelen kwamen, en dienden Hem twee families!" Antonio geleidde den missionaris daarop naar de wonig van een rijken boer, die even eens over een moord in proees lag. „Wij gingen, kwamen aa nde buitendeur en stonden weldra voor de middenkamer, waar de vier daken van het huis samenkomen en door een vierkanten trechter het regen water in een vierkanten put ontlasten, van waar het odor een riool naar buiten stroomt- Alle Chmeeeche groote huizen, vooral die van de boeren, zijn op deze wqze gebouwd. Daar is het klaar en luchtig; in 't midden dier kamer ziet men dus dc lucht. Kijk eens in de midden-huiskamer, zei Antoni. Daar lag een groote ronde hoop aarde, an ders niet. Dat is juist een graf; men heeft hier toch niemand begraven zeker? Toch wel. Hier ligt de schoondochter van het huis hier recht over. Ze heeft zich verhangen; ’t was de schuld zegt men van den zoon van dezen boer. Voor het overige is de historie dezelfde: ze heb ben ze hier begraven: nu zjjn ze aan ’t pro- codeeren, verspelen bun fortuin, doen elkaar den duivel aan en zullen eindigen in armoede overvloediger is dan die van «le schriftgeleer den en Farizeën, zult gij het rqk der hemelen niet binnengaan. „Gq hebt gehoord, «lat tot «le ouden gezegd is: Gq zult niet dooden, en, wie doodslag be gaat zAl schuldig zijn voor het gerecht. Maar Ik zeg u: Alwie vertoornd is op zjjn broeder, zal schuldig zqn voor het gerecht. Wie tot zijn broeder zegt: Raka, zal schuldig zqn* voor den Raad. En wie zeigt: Dwaas, strafbaar zijn met het helsche vuur. „Als gij dus uw offergaven brengt het altaar, en u daar herinnert dat uw broe der iets tegen u heeft, laat dan uw offer voor het altaar, en ga u eerst met uw broeder verzoenen, en kom dan en draag uw offer op. „Gq hebt gehoort dat tot de ouden gezegd is: Gq suit geen overspel bedrijven. Maar Ik zeg u: Alwie een vrouw aanziet om haar te br-geeren, heeft reeds overspri met haar ge pleegd in zjjn hart. „Gij hebt geboord dat tot de ouden ge- /zegd is: Gjj zult geen meineed doen maar den Heer uw eeden houden. Maar Ik zeg u in het geheel niet te zweren, noch bq den hemel, want hj) ia de troon van God; noch bjj de aar de, want zij is zijn voetbank; noch bjj Jeru salem, want zjj te de stad van den grooten. Koning. Ook bjj uw hoofd zult gjj niet zwe ren, want gq zjjt niet bjj machte een enkel haar wit of zwart te maken. Doch uw woord sq: ia, Ja; neen, neen; wat daar bijkomt, is uit den boose." „En indirn uw hand eg Beter is bet dat gii venainl EERSTE ZONDAG IN DE VASTEN. Epistel, uit den tweeden brief van den B. apostel Paulus aan de Corinthiërs; VI, 1—10. feroeder»! wjj vermanen u, dat gjj de ge nade Gods niet tevergeefs ontvangt. Want hü segt: In den aangenamen tqd heb ik u verboord, en in den dag der zaligheid heb ik u geholpen. Ziet, nu is bet de aangename tijd; ziet, nu is het de dag der zaligheld. Wjj geven niemand «enigen aanstoot, opdat onze bediening niet veracht worde: maar in alles gedragen wjj one als dienaren Gods; in veel geduid. In verdrukkingen, in behoef ten, In benauwdheden, in slagen, in gevan genissen. In oproeren, in arbeid, in waken, in vasten, in zuiverheid, in wetenschap, in lankmoedigheid, in goedertierenheid, in den heiligen Geest, in ongeveinsde liefde, in het woord der waarheid, in de kracht Gods, door de wapenen der rechtvaardigheid ter rechter- en ter linkerzijde, door e«*r en on eer, door eenen kwaden en eenen goeden naam, als verleiders en roebtzinnigen. als onbekenden en bekenden, als stervenden, en ziet, wjj leven, als gepijnigd, ec niet gedood; als bedroefd, doen altoos verblijd; als armen, maar die velen rjjk maken; als die niets heb ben en alles bezitten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 10