Tweede Blad ALKMAAR. - i t VRIJDAG 12 MAART 1926. L. FRANKENBERG, ALKMAAR. Wie weet er méér van? geilde in: Theo' kou- Ipr. 1 imp- „Hoe ter- grondlge De katht ACADEMISCHE EXAMENS. Bevorderd tot doctor in de letteren en wijs begeerte op proefschrift: „Tennyson as seen by his parodists” de heer J. Postma, direc teur der Handelsschool alhier. even worden ten ngen in de «tad. van wee- el r. 6D |pur- IW-HoWsci Dagblad. 20e JAARGANG. Zandbergen. Ongeveer 60 jaren g» van verschillende zijden gevoeld, de verzorging van weezen, en wel: behoefte ge- nud- ARMENRAAD. Lezing van Jhr. W. A. Ortt, Directeur van Zandbergen. Op initiatief van het bestuur van den Ar menraad trad Woensdagavond voor een flink bezette zaal in de Unie als spreker op Jhr. W. A. Ortt, directeur van Zandbergen, met het onderwerp: „Het leven in een hedendaagsch Kinderhuis." De bijeenkomst werd met een kort wel komstwoord geopend door den waarnemend voorzitter van den Armenraad, den heer TT), v. d. Klei, bij ontstentenis van den voorzit- ter, Mr. W. C. Wendgjaar, die door lichte on gesteldheid verhinderd was de lezing bij te wonen. De Hr. Ortt begon mede te deelen, dat hij zijn onderwerp oorspronkelijk genoemd had „het leven in een modern kinderhuis”. Daar echter door het woordje „modern” dikwijls allerlei misverstanden ontstaan, had spr. dit veranderd in „hedendaagsch” kinderhuis. Spr. vertelde, geenszins propaganda te willen voe ren voor een bepaalde vereeniging, nooh een bepaald stelsel van kinderverzorging naar vo ren te willen brengen. De bedoeling van spr. is een kijk te geven in het dageljjksch leven van een der tehuizen der Maatschappij Zand bergen, en dit wel door ons er een geheelen dag, van den vroegen morgen tot den laten avond, den dageljjkschen gang van zaken mede te laten leven. Alvorens hiertoe over te gaan, deelde Spr. een en ander njode over het ontstaan van Zandbergen. Ongeveer 60 jaren geleden werd van verschillende zjjden gevoeld, dat er aan „weezen” in.den meest uitgebreiden zin van het woord, meer aandacht behoorde te worden geschon ken. Van dien tijd dateert de oprichting der weesinstelling Neerbosch. Tien jaar daarna werd door Ds. Scheltema in Dokkum opgericht eén vereeniging, welke zich ten doel stelde de verzorging zen in het huisgezin. Met een enkel woord wees de Hr. Ortt op den strjjd, die gevoerd was over het beginsel gestichte- of gezins verpleging. De door deze vereeniging opge nomen kinderen werden ondergebracht in ge zinnen; aangezien er niet altijd onmiddeUjjk geschikte plaatsing voor de kinderen te vin den was, werd echter al spoedig voeld aan een doorgangshuis. Het eerste delpunt Dokkum werd nu overgeplaatst naar vereeniging Oud-Alkmaar is laat geko- ook wel t* laat, daar er al heel wat ver- geapaard had kunnen ren kant kan men van de erva- en met een medegedeeld werd, moeeten de passa, maar zien, dat ze ttydig aaa het station 1 men. Maar per tractortram ging niet meer. KAASMARKT. De aanvoer bedroeg heden 108 stapels, we gende 88.868 K. G. De prijzen waren als volgt: Boeren commissie m. m. 52. Fabriekscommissie m. m. 46. Boeren kleine m. m. 50. Boeren kleine z. m. 42. Fabrieks kleine m. m. 45. Fabrieks kleine z. m. 42. De handel was matig. DAMESTASSCHEN Ruime veracheidenheid in de nieuwste modellen. R. K. VOLKSBOND. Gisteravond trad voor den Volksbond als spreker op de heer L. F. Guit uit den Haag, om een uiteenzetting te geven over de begin selverklaring van het R. K. Werklieden vor- bond. De zes stellingen van dit program wer den door spr. genoemd en uitvoerig toege licht en besproken. Duidelijk werd aange toond de alles overheerscbende waarheid, dat alleen het Christendom een grondige oplos sing der huidige sociale ellende brengen kan; en dat, om dit te bereiken, in onzen tijd de leeken van allen stand krachtdadig hebben mede te werken aan de handhaving en de verdere doorvoering van de Christelijke ze denwetten in het werkelijk leven. In het bijzonder zal bet R. K. Werklieden verbond, ter eigen innerlijke godsdienstig-ze- deljjke versterking, de middelen aanwenden, die daartoe In bet Bisschoppelijk Communi qué van 1916 worden genoemd. Voorts moet een maatschappelijke ord» worden nagestreefd, waarbij de arbeidend» mensch weer de plaats inneemt, die hem va» Godswege 1» aangewezen en hiertoe ia nood.- zakelijk eene grondige hervorming van kV bedrijfsleven. De katholieke arbetderabewa Het onderzoek van Academicus beeft liet veel succes opgeleverd: hij kreeg alleen wat vage smoesjes te ivo ren. Naar aanleiding van bet stuk, dat ook :n het „Handelsblad” werd overgenomen, kwa- nen echter ook bij het „Handelsblad” eenige brieven in. Jammer genoeg echter: allemaal weer z wi der eenig positief gegeven. Van belang leek ons hieronder alleen een brief van een dame uit Heemstede, volgens welke het veel gezochte maar nooit ge vos den boekje te.... Alkmaar gesignaleerd zou zijn! Ziellier, wat de dame schrijft: Acht-en-twintig i dertig jaar geleden (wat dus geheel klopt met het tijdstip aan gegeven door den Delftscben Hoogleeraar), kwam ik te Alkmaar in een zeer gunstig bekende P. G. zaak, ouderwetsch degelijke menschen, waarvan de eigenares me vertelde (omdat haar hart er juist zoo vol van was) dat ze een R.K. dagmeisje hadden, dat naar „de leering” ging en bij ongeluk haar vragenboekje op de toonbank had laten liggen, zoodat ze het had inre den. En daarin stond als vraag: „Hoe moeten wjj de Protestanten ontmoeten? ter wijl het antwoord luidde: Wjj moeten de Protestanten ontmoeten met een vriendelijk .gelaat, maar in ons hart moeten we ze Th. Konijn. C. Jacobse. A. Vink, J. Haakman W. Donders W. Winter, O. van Os. H. v. d. Velde. C. Kleef. A. Peetoom. C. Donders. D.T.S. II—V.A.F.C. H Vertrek per auto 12 uur vanaf Wilken. L. Wijdeman. B. Telleman Op de Weegh. J. de Nijs, N. Groenland T, Jonkers. N. van Os. H. van Westen, J. Kuis. P« Lingers, A. Haakman. Reserve: N. Venneker. In „De Nieuwe Eeuw" is Academicus cenigen tijd geleden een onderzoek begon nen naar den oorsprong van een in Protes- tantsche kringen blijkbaar eterk gecolpor teerd gerucht, als zoude er in een of meer Roomscbe Catechismusboeken geleerd wor den, dat de Katholieke» de Protestanten moeten behandelen „met een valsch hart en met een lachend gelaat" Voor iederen Katholiek, die weet wat de Roomeche leer voorschrijft, ie de heele be wering natuurlijk ónmogelijke nonsens, doch als staaltje van onkunde of boozen moedwil in den strjjd tegen Rome was het geval wel een nader onderzoek waard. Dies schreef Academicus in „De Nieuwe Eeuw”: o „Telkens weer gaat in Amsterdam, en daar niet alleen, het praatje, dat in don Roomscheu Catechismus staat deze vraag: Vr. Hoe moeten wjj, Katholieken, de Pro testanten behandelen. Antw. Met een valsch hart lachend gelaat. Pater Vrjjmoed deelde nu onlangs uit Delft mede, dat een Dominee daar ter plaatse in een intiem gesprek met een convertiet ern stig volhield, dat de Roomschen de Protes tanten moeten baten. Toen hij dit publiceerde, kwam er aan stonds een katholieke inzender tor nadere illustratie vertellen, dat een Protestant hom verzekerd had in een oud boekje te hebben gelezen, dezelfde vraag, die wjj hierboven uit den Amsterdamschen volksmond hebben opgeteekend. Daarbij bleef bet echter niet; maar een ons niet onsympathiek, doch niebkatholiek Delftsch hoogleeraar, zond daarop het vol gende in: ,.In verband met wat onder „Ongelooflijk en toch waar” wordt meegedeeld, heb ik een herinnering, die ik u niet zwart op wit kan geven, maar die u misschien toch op weg kan brengen. „Het is nu ruim 30 i 82 jaar geleden, dat ik als schooljongen te Oudenboech toeval lig een blaadje in handen kreeg boe, kan Ik me niet meer herinneren een klein for maat en als ik me niet vergis, met rood om rand Daarin trof me dezelfde vraag, maar niet precies 't zelfde antwoord, ongeveer zoo was t: „met een vriéndelijk gezicht, maar acuter hun rug moeten wjj hen haten.” Omdat ik veel’met katholieken omging, maakte het <*p mij sterken indruk, en daardoor ie het mjj bjjgebleven. „Ik herinner me niet, dat ik er, buiten .njjn vrouw, ooit met iemand over sprak, maar uu de zaak toch juist door u wordt bchaOdeld, meen ik took u die herinnering te moeten meedeelen; mjjn papiertje zag er zeker als van een Catechismusboekje uk. Misschien zou Pater van Ginniken wel licht over het geval kunnen spreiden, die in die jaren te Oudenboxch leefde.” Wjj hebben ons toen aanstonds tot den Nijmeegschen hoogleeraar gewend, maar deze kon daarover voorloopig niets and ars zeggen, dan, dat hjj nooit zooiets in «en Roomschen Catechismus had aangetroff >u; en dat hij ook nooit een met rood omrand-m Catechismus in Oudenbosoh gebruikt of ge kend beeft, maar hjj ried ons aan de zaak publiek te onderzoeken. Wjj volgen zjjn raad, en stellen due hjj deze aan alle lozere van de „Nieuwe Eeuw”, katholiek of niet-katholiek de vraag: wie ons op het spoor kan brengen van dit oude Catechiemusboekje, dat bjj ons, Roomse) *n, bljjkbaar totaal in vergetelheid is geraakt, maar bij onze ProtOo.ant he landgenooj'u blijkbaar beter is bewaard dan bjj one. Maar aan praatjes hebben we niets natu ir- ijjk. Wjj moeten een gedrukt boekje hebu n, met jaartal en uitgever, bladzijde en kou- teket. Al is de leugen nog zoo snel, de waarh. id tel:' haalt ze wel.” V. A. F. C^HOEKJE. Wedstrijden van Zondag *4. Geel-Wit I—V.A.F.C. L Vertrek per auto half 1 vanaf St Wil librord. haten ais de peet. Ik herinner me de woor den nog duidelijk. De schrijfster trekt de conclusie, dat de slotsom van „Academicus", dat de gewraakte woorden in geen Nederlandschen of Vlaam- schen R.K. catechismus staan, onjuist is; „want dat die boekjes bestaan hebben”, zoo schrijft z|j, „is een feit”; zij voegt hieraan toe, „dat de oplossing wellicht zit in het be staan hebben, in dien zin, dzt de bedoelde boekjes er in vroegeren tjjd zjjn geweest”. het dorpje Zandbergen, in de omgeving van Amersfoort, waar een boerderij werd aange kocht Ongeveer 17 jaar heeft deze gediend als doorgangshuis. Aan het hoofd stonden een „vader en moeder”. Spr. richtte nog even ds aandacht op het feit, dat de naam doorgangs huis door de kinderen niet gaarne gebruikt werd, maar door hen altijd gesproken wordt over „tehuis”. In den loop der jaren bleek dit gebouw veel te klein. Een ander huls werd aangekocht, het tegenwoordige Zand bergen, dat ook reeds belangrijk vergroot Is. Spr. vertelde aan de hand van zeer mooie lichtbeelden, van het ontstaan van hel „Treeker Bergje” (het eigen herstellingsoord, waar echter tegen betaling ook andere kinde ren kunnen worden opgenomen); van de po gingen der vereeniging om te komen tot den zorg voor onvolledige gezinnen (oa. voor we duwnaars met kinderen), waarvoor het tuin dorp Zandwijk werd opgericht. De Hr. Ortt vertelde verder, dat de Vereeniging zich ook het lot aantrekt van kinderen, wier ouders in Indië verblijven en die dikwijls genoodzaakt zijn de kinderen voor hun opvoeding naar het moederland te zenden. Spr. deelde mede, dat dit werk slechte in een beginstadium verkeert. Deze nieuwe af- decling van Zandbergen werd genoemd „T. O. K. U. N. I. (Toezicht Op Kinderen Uit Nederlandsch-Indië). Voor kinderen, die meer „speciaal” toezicht noodig hebben, werd opgericht een klein te huis, de „Korhoen”. Ondanks al deze uitbrei dingen werd de bouw van weer een nieuw huis noo tzakelijk, zoodat sedert Februari j.L in gebruik werd genomen de in modernen stijl opgebouwde en ingerichte woning „Zand wijk”. Bij een der lichtbeelden, een groep kinderen, liet spr. zien, dat men niet een be paald type van kinderen aantreft. Men heeft er van allerlei stand en godsdienst. De kinde ren dragen ook geen uniform. De Hr. Ortt was nu genaderd tot het «ogen blik, waarop hjj ons wilde binnenleiden in het tehuis „Zandwijk”. Spr. achtte het gewenséht, dat wjj daarvoor onze omgeving totaal zou den vergeten en onze gedachten en gevoelen» uitsluitend zouden concentreer»» op Zand wijk. Op verzoek van den heer H. Ortt wertj door Mej. Hoekstra, begeleid door haar zus ter, op zeer verdienstelijke wjjze een aardig, eenvoudig liedje gezongen, en daarna voerde de Hr. Ortt ons tot hoog boven in de lucht op reis naar Amersfoort, liet ons onweers wolken passeeren en liet ons eigenlijk weer op den beganen grond dalen tot voor het tehute Zandwjjk. Door eenige kiekjes van de omge ving kwam onmiddelljjk het gevoel over ons, hoe bevoorrecht Zandbergen is, om zjjn kin deren te kunnen plaatsen in zoo'n prachtna- tuur, en Hoe gunstig moet dit medewerken tot de opvoeding van die kinderen. Aan de hand van een mooie reeks lichtbeel den hebben wjj er den heelen dag doorge bracht en gezien hoe „tante Nel en tante Theo” met haar groote tact in staat zjjn de kinderen te doen vergeten, dat zij hun ouderlijk huis moeten missen. Uit alle» merkt men dat deze beide dame» en ook haar assistenten, zioh geheel ge ven aan dit mooie werk. Ook de kinderen werken zelf mede het groote huishouden in stand te houden. Ieder heeft zjjn eigen taak, tot zelfs kleine Kato van 2 jaar. Men ziet ze aardappelschillen, schoenen poetsen, enz. Het gloriepunt van den dag is, wanneer de kleiig tjes naar bed zjjn, de grooten rondom dl „tantes” zitten te luisteren naar de moois verhalen. I Tenslotte werden wjj door den Hr. Ortt, na| zooveel medegeleefd te hebben, weer terug-l gebracht in pnfe eigen omgeving. Een krachj tig applaus zal den Hr. Ortt wel beweze» hebben, dat men zeer dankbaar was voor h^ naar voren gebrachte. De Hr. van der Klei richtte tot den H Mevr. Ortt (die haar <nan bjj zjjn spreek! ten steeds behulpzaam is), namens de v< (lering een harteljjk woord van dank, wenschte den Hr. Ortt een blijvend sdcce» met den arbeid, waarvoor hjj zioh zoo ge heel geeft. Spr. bedankte verder allen, die medege werkt hebben tot het doen slagen van dezen avond. i van daden. Spr. hoopte, dat door in geetelden geest T te werken, het doel bereikt zal worden. ONTHULLING MONUMENT D». DE PREE. Gistermiddag te half drie had op de Alg. Begraafplaats de onthulling plaats van een monument op. het graf van Ds. de Pree, Vele belangstellenden hadden zich om het graf geschaard, toen de heer J. Ringers, .voorzitter van het „Ds. de Pree-fonds” het woord nam om er op de eerste plaats aan te herinneren, dat hjj in 1925 op deze zelfde plaats het woord voerde, om te spreken van het groote verlies, dat do Herv. Gemeente van Alkmaar had getroffen. Spr. wilde geen mensch verheerlijken, maar alleen spreken over hetgeen God ons in dezen leeraar gege ven heeft. Toen heeft spr. gesproken tot de gemeente van Alkmaar om te zorgen voor hen, die achterbleven. Spr. wil een woord van dank uiten, dat men dezen plicht in zoo ruime mate begrepen heeft, zóó dat het co mité dankbaar kan zjjn voor de ontvangen medewerking. Daarom staan wjj na acht maanden weer op deze plaats ea kunnen wjj nog eens spreken over hem, die van ons heenging. Niet om den mensch te verheerlij ken ,maar om God te verheerlijken. Wjj zien hem dan als predikant van de gemeente van Alkmaar en, waar wjj zjjn in de Lijdensweken, vóór de opstanding van den Koning, wjj denken dan aan onzen predikant en hoe hjj heeft gestreden voor ons. Wjj zien hem dan ook als huisbezoeker, geheel anders dan op den preekstoel of in vergadering. Dan sprak hjj van hart tot hart, wijzende op het ééne noodige, het geloof in Hem. Als wjj spreken over hem als huisbezoeker denken wjj ook aan het ziekenhuis, waar hjj stond aan de sponde van kranken en stervenden. Niet alleen het ambteljjk werk trok hem aan, ook zien we hem in het openbare leven, al tijd uitloopend op de kerk, als voorzitter van de kerkelijke kiesvereeniging. Altjjd streed hjj met open vizier. Als men bjj hem kwam om raad, was zijn aansporing altijd, den moed niet te laten zinken. Spr. herinnerde ook aan het leiderschap van Ds. de Pree van de cursus Zondagsschool, aan zjjn liefde voor het Oranjehuis en aan zijn werk in de gevangenis. Waar wjj den te vroeg gestorven leeraar zoo zien, past op zjjn laatste rustplaats een bcwjjs van waardeering van zijn arbeid, een bewijs van waardeering, dat een prediking zou kunnen zjjn, nadat hjj gestorven is. Het monument werd hierna onthuld. Het is belangeloos ontworpen door August Falice en stelt voor een gebroken zuil, symbool van het gebroken leven, met een palmtak, symbaal der overwinning voor ieder, die ge looft, rustend op een opengeslagen Bijbel, waarop te lezen staat: Ik heb niet voorge nomen iete te weten onder U dan Jezus Christus en Dien gekruisigd (I Cor. 2:2). In den voet van het monument staat: Ter blijvende nagedachtenis aan Hubertus Pieter de Pree, geboren 21 October 1878, overleden 15 Juni 1925. Zijne dankbare gemeente.” Met eenige harteijjke en bemoedigende woorden bood de heer Ringers het monument aan Mevr, de Pree aan. Als toeziend voogd op de achtergebleven kleine kinderen, dankte de beer Fritsma te Apeldoorn namens de weduwe den voorzit ter en de leden van het Comité en de ge meente van Alkmaar. Het monument verdui delijkt op zoo goede wjjze, welke plaats Ds. de Pree in Alkmaar innam. Ook dankte spr. de gemeentenaren voor de wjjze waarop zij den oproep van het* comité beantwoord had den, waardoor zjj voor een groot dee! de zorgen voor het achtergebleven gezin heb ben weggenomen. De gemeente van Alkmaar heeft op de juiste wjjze haar plicht weten te vervullen. Spr. dankte voorts voor de woor den bjj deze onthulling gesproken, ook na mens den ouden vader, de beide zusters en verdere familie van Ds. de Pree. Met een gezang werd de plechtigheid be sloten. Bevorderd tot arte de heer N. Waalewijn geb. te Alkmaar. v OUD-ALKMAAR. Gisteravond had de vereeniging Oud- Alkmaar in het stadhuis een vergadering belegd, waar Dr. H. E. van Gelder, directeur van het gemeente-museum te ’s-Gravenhage, het onderwerp: „Waarvoor een vereeniging Oud-Alkmaar” behandelde. De opkomst was goed te noemen. De voorzitter, jhr. van Foreest, heette allen hartelijk welkom en zeide, dat naast de be langstelling voor den spreker, deze er ook moest zijn voor de vereeniging. Verder deel de hjj mede, dat de burgemeester het eere- voorzitterschap had aanvaard, maar dat deze wegens lichte ongesteldheid verhinderd was aanwezig te zjjn. Ten slotte sprak de voorzitter zjjn erkente lijkheid uit dat de vergadering in het raad huis gehouden mocht worden, en gaf het woord aan dr. van Gelder, velen welbekend, die het bestaansrecht van de vereeniging zou teekenen, om te helpen voorkomen, dat men uit onnadenkendheid geen piëteit zou hebben voor het schoone dat vroegere ge slachten hebben voortgebracht. Toen Johannes Nomellius, aldus dr. van Gelder, in de 16e eeuw rector van het gym nasium werd, bespotte hjj het vlakke land met zjjn water en wind. Deze uitlating had spr. altijd ondankbaar en onbillijk gevonden, want juist die drie factoren bewerken het dat Alkmaar juist iets heel bijzonders te. Of de 20ste eeuwsers een ander zintuig er bij heb ben gekregen om dit genresohoon wél te kun nen apprecieeren? De prachtige ligging in X centrum van het noorden der provincie is mede een der symp- tonen van bloei van Alkmaar, waar de vic torie begon, dat vaak vooraan stond en staat. De t - - -- f men, I nieid te, wat l 1 Aaa den anderen ring der zustervereetrigingen profiteeren, die i tot het nalaten reeds baan braken. i -■- Samen met het gemeentebestuur moet men I overleggen en overwegen om het schoone te beschermen en te vergrooten. Volkomen bewa rend antiquarisch moet men niet in zjjn ad viezen zjjn, men moet ook oog hebben voor hetgeen de modernen voor kunst vóórtbren gen, maar het eigen volkskarakter moet be houden blijven. Om de taak van de vereeniging te volbren gen, moet men opkomen voor de schoonheid van de stad en het daaromliggende land; daartoe moet men vaststellen waarin die schoonheid bestaat en hiervoor in breeden kring belangstelling Wekken. Zeker, we heb ben hier nog veel dat bewaard is gebleven, als: de Groote Kerk, de Waag met zjjn re- naissancebouw, het Stadhuis, dat zjjn oude torentje weer terug krjjgt, het Hof van Nor- dingen, het Accijns torent je, de school op de Oudegracht enz. Dit zjjn geen grootsche, geen zwierige gebouwen, zooals men ze te Amsterdam bijna overdadig aantreft, maar door hun eenvoud en soberheid en hun goede algemeene verhoudingen is de stad landstad gebleven. Oogensohijnlijk is ons stadsschoon een kleinigheid, door plotselinge perspectieven van grachtjes en straten, en juist daarom, omdat het er niet zoo dik op ligt, is het moeilijk te verdedigen. Men moet niet angstvallig aRjjd voor behoud pleiten, want goede kunstenaars hebben ook het recht nieuwe kunst n a a s t die van voorheen te plaatsen, overschreewen mag het echter volstrekt niet. Men moet de liefde voor de vaderstad wekken en prikkelen. Hierna werd een serie lichtbeelden ver toont van hoe onze eigen stad er vóór 100, 120 jaar uitzag. Zoo kregen we te zien hoe men de stad per boot vanuit de Schermer naderde, het Accijnstorentje van echten Ne- derlandsehen renaissance-bouw, gevels aan hot Veedronkenoord, de Vischmarkt, een prachtig voorbeeld vau houtbouw op den hoek van de Langeetraat, de Mient met haar prachtige trapgevels vol rythme, de Zjjdam met een soort architectuur na de 17de eeuw- sche renaissance, alles zuivere types met so ber eoht Hollandsch karakter. Dan de Waag, een oude middeleeuwsche kerk, waaraan la ter een gedeelte werd aangebouwd, dat on danks zjjn anderen stijl zich toch volkomen aansluit; goede kunst past altjjd bjj elkaar aan. Vervolgens de Waterpoort, ’t Zakken- dragershuis, de Schermerpoort, de grootsche Friesche poort, de Doelenstraat met de merkwaardige Oude en Nieuwe Doelen, de Nieuwesloot met het oude weeshuis, Hof van Nordingen, het oude-mannen- en vrouwen huis of het Hof van Sonooy, welks welge slaagd torendak er een is als zelden in Hol land voorkomt, het gebouwencomplex achter de Paardenmarkt met pesthuis, dat vroeger bet binnenhof van een klooster moet zjjn ge weest, het hoekhuis van de Langestraat ach ter de kerk, de Groote Kerk zelf, met aardige portaaltjes, de sacristie, de latere aanbouw met kolonade ervoor, de houten klokketoren er naast, met het huis van den koster «n kijkjes in de LangesUaat met de typische stoepen en uitbouwt)»». Spr. noemde dan ook de aspbalteering en bet wegnemen der stoepen, waarmee men nu bezig ie, een rul- neering van het typische kleinstadsche van een eigen zitje aan straat. Vervolgens kregen we nog te zien de Ka pel kerk met zjjn goede gevel verdeel ing door zank- en baksteen, het WUdemanshofje in den bouwtrant van Lodewjjk XIV, het Klein Nieuwland, de Hollandsche molen van vroe ger type, nog eenige poorten en het stadhuis met zijn torentje, zooals het nu weer zal worden. Na de pauze, waarna gelegenheid was tich als lid op te geven, vervolgde dr. van Gelder zjjn lezing, er den nadruk op leggende, Jat de nog bestaande punten, hoekjes, gebou wen, beschermd moeten worden; hierbij moet men echter niet blijven staan om den schjjn te wekken van alleen oud te beschermt u. Ook het nieuwe moet aangemoedigd worden, opdat de kunst van dezen tjjd zich tuaschen de oude invftegt Elke poging iets artistieks in de oude stad te brengen, moet gesteund worden. Verder moet men beschermen en verborgen ‘schoonheid (door pleisterwerk e. d.) aan het licht brengen. Maar ook niet- architectonisch schoon, net landschajxjech 'on moet beschermd en bevorderd worden. On vermijdelijke vooruitgangen moeten niet worden weggewenscht, maar het moet zich bjj dat schoon aansluiten. De molens van de Schermer, die ernstig bedreigd worden, moe ten bewaard blijven. Ze zjjn van de oudste intact geblevene uit de 17e eeuw en zjjn ook uit waterbouwkundig oogpunt interessant en ten opzichte van elkaar merkwaardig. Hot zou een schande zjjn als dit document ern stig werd geschonden. Ook moeten adviezen opzichte van historische Hiervoor zal de heer Dresch, die zjjn mede werking aan de vereeniging’ toezegde, in hooge mate kunnen bijdragen. Spr. vertelde hoe de oude heer Bruinvis opleefde, toen hjj ondervond dat er mon- schen waren die voor hetzelfde belangstel ling en sympathie voelden als hjj. Zoo moet ook „Oud-Alkmaar” in de oude geschiedenis der stad belang stellen, waar door voor tallooze plaatsen en plekje» nieuw licht opgaat. Vervolgens werden er prentjes vertoond van andere stadshoekjes, die wjj nu nog ken nen, maar die soms een beetje bedorven zjjn, als: de Kooltuin, waaruit de boomen ver dwenen zjjn, het inwendige van de Gro >te Kerk, waarin de oude zolderschildering, die in een museum opgeborgen is geweest, weer wordt aangebracht, en dan nog een poldor met molen- en met electrische bemaling. Dat laatste moderne aspect levert een droevige aanblik op. Zoo te er voor een vereeniging als leze nog weel te doen; zjj moet een kracht worden tot behoud van schoonheid, welk doel door welbewuste en onvermoeide prediking in breede lagen moet doordringen. Wjj hebben het recht niet om onze nakomelingen het genot van het oude pittoreeque te ontnemen. We moeten dit in eere houden door ons zel- ven er aan te gewennen het te zien. (Ap plaus). De voorzitter dankte dr. van Gelder zeer voor zjjn intereseante lezing, die inspireert Onzerzijds de verklaring, dat het absoluut ónmogelijk te, 'lat een dergelijke zin in een Roomsch Catechtemusboek zou zjjn voorge komen; het zou volkomen in strijd zijn met «ie Roomsche leer. Maar zoo vragen wjj hoe durft de Heemsteedsche dame, die overigens niet an ders dan niet te controleeren vaagheden de biteert, een dergeljjke conclusie trekken? De dame moet hier fantaseeren! Zoo niet, dan Hjjft er nog maar een oplos sing over: dat een dergeljjk boekje n.l. van Roomsch-vjjandige zjjde zou zijn ver spreid, om de Katholieken gehaat te maken. Waar bovenstaand fantasietje in Alkmaar speelt, willen wjj de vraag stellen: Wie kan omtrent dat geheimzinnige boekje nadere mededeelingen doen? Wie is die dame uit Heemstede? Welke is die P. G. zaak? Wie was die dienstbode? Is er nog ergens zoo’n boekje op te diepen? Heeft ds. Baar er niet een exemplaar van in zjjn archief? Alloht Men kome nu eens kordaat voor den dag. Met namen en feiten! Niet met kletspraatjesl BELGIC NEDERLAND. Zooals gewoonljjk zullen wjj ook van de zen wedstrijd, waarvoor niet alleen in België, maar ook in one land geweldige belangstel ling bestaat, Zondagmiddag aan ons bureau een volledig verslag publiceeren. ELFRING GEKOZEN VOOR DEN PROEFWEDSTRIJD. Het Nederlandsche elftal wordt vermoede- Ijjk op Woensdag 17 Maart samengesteld. Het plan bestaat om dien dag middags op heft H. F. C.-veki te Haarlem een oefenwedstrijd te houden, waaraan 22 voor het Nederl. elf tal in aanmerking komende spelers zullen deelnemen. Na afloop zal dan het Nederl. elf tal gekozen worden. In verband met bovenstaand bericht in de „Sportkroniek” kunnen we mededeelen, dat Alcmaria’s rechtsbuiten Jan Elfring aanzoek heeft gekregen in een dezer elftallen de rechtsbuitenplaate te bezetten. DE TRACTORTRAM. Hedenmorgen te ongeveer 9 uur weigerde nabij het Postkantoor de motor van den trac tor, welke* de tram voorttrekt. Er was geen beweging meer in te krijgen, waarom de trac tor op de Heul geplaatst en vandaar later naar de remise gesleept werd. Den tramwagen liet men In de rails op dezelfde plaats «taan. Naar ons van de zijde der toeschouwer» pers wa-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 14