ta-Hollandscb OagbM. Tweede Blad. ALKMAAR. L gewjjrigd teri der i echter vi MAART 1926. tot be- - IN EN OM ALKMAAR. Zo HandeHschoolkwestle op gelost? n. stichtlngskosten cener nieuwe bewaarschool 4 - o. BIJLAGEN TOT DEN RAAD. Verhaal inkoop diensttijd. De Pensioenwet 1922 (Stbl. 2 41)), tonale deze vóór 1 Juli 1925 luidde, maakte onder scheid tiwsohen inkoop van diensttijd door- 20e JAARGANG. oogenbük niet m der I. 3. den be noeming 1. A. A. 2. 3. t’ van pe lo> A de e hebben wel een» tus- dit terrein om de X geheel in den I die ook wjj, ale leeken, op du tien, die pleiten tégen hbMbverbren Handeissc.nolieren op U. L. 0. en H. ding aan bun (oltete over te laten Voorziening in een vaca ture in de Commissie tot wering van schooherzuun. Ter voorziening in de vacature van lid der commissie tot wering schoolvt r.iirn, on staan door de dieke aftreding van het lid O, Braai op 18 Februari 1926, bie> en B en w den Raad ter bence nhg voor den tijd van drie jaren, te rekenen met ingang van 18 Feb ua i ilde navol en* de aanbeveling aan: 1. de heer C A de Braai. 2 de heer Mr. F- A. Josephus Jitta* Vrijstelling onderwijs lichame.tjke oefening openbaie scholen voor gewoon lager ooucrwija. Aan het einde van het schooliaar 1925J926 loopt de termijn af, geduren de we ken Gedeputeerde .MaUn der p o- vincie Nooró-Ho.land, b ijken bun be slissing van 31 Üecember 1924, Nr 124, aan deze gemeente, overeenkomstig ar tikel 195, tweede lid, der Lager Oif* derwjjswct-1920, vrijstelling hebbed gebracht vóór 1 Juli 1922 (art. 40 dier wet). Daar ainde laatstgenoemden datum wat het recht op pensioen betreft, tyrietjjke ambte naren met de vaste waren gelijkgesteld en tn verband hiermede geen inkoop vaa tijdelijke diensten, beweren na deren datum, plast» vond, had de gemeente met inkoop krachten» artikel 40 der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) geen bemoeiingen, aangexien die inkoop krachtens dit artikel rich bej>aal<lo tot rjjde- lingscbe en onbezoldigde diensten en derge l(jke voor inkoop vatbare diensten, welke in betrekkingen by deze gemeente of hare in stellingen niet werden bewezen. Na 1 Juli 1925, het tijdstip waarop de in de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) door de wet van den 28sten Mei 1925 (Stbl. 216) aange brachte wijzigingen van kracht zjjn gewor den, is de wet slechts in bepaalde oatutan- digheden (wanneer n.I. het dienstverband onafgebroken langer dan twee jaar bedt ge duurd) ook op tjjdelyke ambtenaren van toe passing. Een uitzondering is gemaakt boor hen die op 30 Juni 1925 ambtenaar ie den zin der Pensioenwet 1922 waren en dus reeds aan de wet van 1922 rechten ontleenden .Zoo zjj ook na 1 Juli 1925 als ambtenaar in den zin der Pensioenwet wenschten te worden be schouwd, handhaaft de wet hen in hun rechten. In verband met deze wjjziging beeft de wet thans vceer, evenals vóór 1922 onder de wer king der wet van 1913 bet geval wan, de ge- tegenheid geopend, tjjdelijke diensten, na hare inwerkingtreding bewezen, in te k»o- pen. Ook wachtgeldjaren, die vroeger zonder inkoop medetelden voor pensioen, moeten voortaan worden ingekocht, zoodra de wachtgelder weer ambtenaar is geworden. Voor de |n te koopen tijdvakken is de ge meente aan het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds oen Inkoopsom verschuldigd, van welk bedrag z|| o« de ambtenaren een bij de wet bepaald gedeelte kan verhalen. Omtrent den inkoop van diensttijd, door- gebracht in deze gemeente vóór 1 Juli 1922, beeft de Raad bij besluit van 27 AuziMus 1925, waarbij de verordening regelende Let verhaal voor Inkoop van diensttijd (Gemeen teblad nr. 880) gewijzigd werd bepauid. dat op de ambtenaren, die op 1 Juli 192-5 in dienst dezer gemeente wareu, op hen, die vóór dien datum met recht op pensioen of wachtgeld ontslagen waren, K gededto van de inkoopsom wordt verhaald, terwijl op de ambtenaren die vóór of met J Juli 1925 uit den dienst dezer gemeente zijn ontslagen, zonder dat hun pensioen of wachtgeld is toe- gkend, de helft van de door de gemeente verschuldigde inkoopsom wordt verhaald. Thans eischt bantwoording de vraag in hoever de^ftineente zal gebruik mak- n van baar bevoegdheid om krachtens bet bepaal de bjj het nieuwe artikel 42 der Pensioenwet 1922 (Staatsblad 240) bjj het geldig mak tn voor pensioen van na 1 Juli 1925 ba wezen lijdelijke diensten verhaal toe te passen. Dit verhaal kap ten hoogste be-lrageu de helft van de door de gemeente versohul- digde inkoopsom. B. en W. meenen echter dat in overeen stemming i tus j.l. genomen (Slot.) I en It in ons vorig artikel genoemde „mogelijkheden” nd. of reeds bestaande on derwijsinrichtingen de taak der beide Han- delMcholen zouden kunnen overnamen, heeft o-vfc de Commissie van Toezicht blijkbaar reedt bezig gehouden Immers B. en W. zeggen in bijlage 22- - „De Commissie van Toezicht onder werpt aan ons oorde-d de vraag, of niet ie mogelijkheid bestaat em in het leerplan van een der hier bestaande U. L. scholen of van belde, meer wiskunde, boekhouden •<n aanverwante vakken op te nemen, in welk geval naar bet oordeel der commis sie de Randelsdagschool wellicht zou kun nen worden opg-'heven, terwjjl een kleine verandering van het leerplan der Htterair- economische afdeeling van de R. H. B. 8. deze laatste de plaats zou kunnen doen in nemen van de Hoogere Handelsschool." Op belde vragen antwoorden B. en W. ont kennend. De bezwaren, die z(j ontwikkelen, tegen het plan om de U. L. O.-scholen de taak der Randelsdagschool te doen overnemen, komen, kort samengevat, hierop neer: le. Het onderwijs op de Handelsdagschool wonit gegeven door leeraren met middelbare of academische bevoegdheid, van wie de meeste een jarenlange ervaring op het ge bied van het Handelsonderwijs bezitten, (pr- wjjl bet bfj U. L. 0. in handen zou komen van onderwijzer» met meestal bevoegdheid, alleen voor L. O. 2e Aan de L. O.-eehool, waar de leerlin gen nog voor zooveel andere doeleinden wor- 'cn gevormd, mist men bet uitgesproken ka ak ter van vakonderwijs. By punt 1 zou zjjn op te merken, dat de praktijk dagelijks leert, dat de leeraren met academische of tni<i«lel)>are bevoegdheid door die bevoegdheid nog niet altijd de beste do centen zijn; en dat de meesten jarenlange er varing op 4>et gebied van Handelsonderwijs bezitten, mag waar zijn voor het tegenwoor dige leerarencorp», maar bjj elke vacatere kan daarin wijziging komen. Immer» voor zoover we weten, bestaan er, ’n enkele uit zondering daargelaten geen specials exa mens voor bevoegdheid bjj het handelsonder wijs en zal ’n nieuwe leeraar dikwijls moeten beginnen zich zelf in dit onderwijs in te wer ken. Het bezwaar ad 2 schijnt op bet eerste ge zicht gewichtiger dan het in werkelijkheid is. De U. L. O.-echolen missen inderdaad bet uitgesproken karakter van een Handels school. Maar zouden B. en W. nu in ernst meenen, dat het vakonderwijs in de twee eerste klassen van ’n Handelsschool zoo tot z’n recht komt? De overgang van het gewoon L. O. naar bet M. O. is zóó moeilijk, en aan de algemeene ontwikkeling v^n dergelijke leerlingen ontbreekt nog zóó veel, dat o.i. de 2 eerste jaren zeker besteed moeten worden aan algemeen vormend onderwijs. Bovendien, ons zijn U. L. O.-scholen bekend, waar aan de speciale hamlelsvskken evenveel gedaan wordt, als op 'n 3-jarige HandelsacbooL I» ’t toeval, dat dit op de Gemeente-U. L. O. ■iet het geval is? We mogen niet anders ver onderstellen, want van de meerderheid van het college is toch zeker geen „protectie" óók niet op onder s4^bied te verwach- Ook tegen de verWHLt van de Hoogere Handelsschool door de IitSrair-economuche afdeeling /afde ling A) van de H. B. 8. oppe ren B. en W. bezwaren. Op de eerste plaats komt ook hier weer voor den dag: men mist het uitgesproken ka rakter van vakopleiding. Is dit eigenlijk niet een klein beetje ge- acherm met wotWden? Waarom kan die af- deeling A. niet evengoed als de Hoogere Han delsschool een „vak”-opleiding voor den handel geven? Zélf zeggen B. en W., dat op zeer uiteen- loopende wjjze van het nieuwe Instituut ge bruik wordt gemaakt, en dat er zoowel een litterair-historische als een economische rich ting bjj deze afdeeling bestaat. Waarom zou dan, wanneer de Hpogere Handelsschool in i Alkmaar niet meer bestond, de R. H. B. 8. afd. A, zich niet kunnen specialiseeren in de economische richting? Om welke reden dit tot nu toe aan de Alk- maarsche H. B. 8.' niet gebeurd is, zullen B. en W. zeker wel weten. Wi. hooren fluisteren, van een compromis senen R(jk en Gemeente op i" Hoogere Handelsschool niet grond te boren. Ook hier „protectie”? Bovendien is het een feit, dat op meerdere plaatsen Handelscholen zijn omgezet in H. B 8. afdeeling A. Als dat daar zonder schade voor de oplei ding geschieden kon waarom zou dan hier aan een dergelijke afdeeling niet de taak van onae, bloedarme Hoogere Handelsschool kun nen opgedragen worden? Temeer waar aan het einddiploma H. B. 8. afd. A, dezelfde en nog andere bevoegdheden verbonden zyn, als *an dat van ’n erkepde Hoogere Handels- school! Uil een en ander bight o. L wel, dat B. en W. In hun argumentatie tegen de opheffing niet bijzonder sterk staan. Even wel, we geven dit graag toe, kunnen er argu menten z(jn, niet door B. en W. genoemd, en me( bovepgenoeuKle op 27 Aygus- nomen beslissing omtrent het ver baal vaü inkoop van diensttijd doorgebracht ▼óór 1 Juli 1922 moet worden bepaalJ, dat ook op hen die diensten bewijzen nA 1 Juli zien, die 1 Handeissc.l Maar dan nog, staat het niet vast, dat de Randelsscholen moeten gehandhaafd blyvea. Dan toch bljjft er altijd nog het lyoeumplan. Dit is niet nieuw. We meenen, dkt het bjj een der vorige begrootingsbesebouwingen terloops is gelanceerd. B. en W. hebben het toen zonder meer verworpen. Tóch verdient het, vooral voor een middel- groote stad ale Alkmaar, wel de aandacht. Men kent de bedoeling: alle leerlingen, dies middelbaar of voorbereidend-hooger onder wijs willen volgen, worden in één grooée on derwijsinrichting bijeengebracht. In de beide laagste klassen ontvangen al len hetzelfde, algemeen vormend onJerwjje. Dan komt de spitsing in Gymnasium-, H. B. 8.- of Handelsschoolrichting. Op deze wyze is, meenen we, o.a. in Zaan dam een oplossing in een moeilijke onder- wjjs-situatie gezocht. Het spreekt, dat een dergelyke concentra tie van het geheele M. O. finantieei vele voor deden biedt. stichtingskosten cener nieuwe bewaarschoel oefeningen worden opgeroepen van 6 lokalen en /en speellokaal niet zullen I welke op het salarfc wordt t worden gedekt, zoodat, wanneer althans I zwaarlljk. De regeling welke eventueel tot den bouw beelotén "vordt, de -- exploitatiekosten in de toekomst wel ho >ger zullen bljiken te zQn dan 70.— per kind en per jaar. B{j de veie onderwijsuitgaven, die .ie gemeente reeds heeft te doen, kan dit niet worden gevoegd zonder dat de belasting zou moeten worden verhoogd op een wjjze die allerbedenkelykste gevolgen zou moeten heb ben. De meerderheid van B. en W. is zelfs van oordeel, dat de gemeente niet op zich kan nemen de recbtstreeksche zorg voor bet be- waarschoolonderwjjs met gelijktijdige vergoe ding van een belangrijk deel der kosten van het bijzonder bewaarschoolonderwjjs, zoo dit deel althans aanzienlijk hooger zou moeten zyn dan het tot dusver was. Een deel der meerderheid zou nog bereid zyn. mede te werken tot overneming der exploitatie van de algemeene bewaarschool, met toekenning aan het bijzonder bewttrschoolonderwjjs vaa een vergoeding van ten hoogste 50 pCt. dei exploitatiekosten. Dit lid laat zich daarbij leiden door de overweging dat zoo eenigs- zins mogelyk in stand moet bljjven wat ep dit oogenblik bestastt en dat het subsidie voor de bijzondere scholen redelijkerwijs op bet hierbedoelde peil mag worden gebracht wanneer de gemeente zelf ook een school ex ploiteert. In aanmerking nemende dat de R. K. bewaarschool thans van de gemeente ont vangt een bedrag van plm. 20.— per kind, welk bedrag bjj het hier ontwikkelde stand punt op 35.zou worden gebracht, zoo hierdoor toch reeds een belangrijke verhoo- ging verkregen zjjn. Deze gedachte heeft evenwel niet voldoen den bjjval kunnen vinden om meerderheids- voorstel te worden. In deze omstandig naden beeft dit lid zich met de andere leden der meerderheid moeten verklaren tegen gemeen telijke exploitatie der algemeens bewaar school, nu daaraan onverbrekelijk verbondea werd de ook in de financieele commissie voor ziene consequentie dat de gemeente binnen korten tijd meer scholen zal moeten oprich- 1925 wordt verhaald X gedeelte van de door de gemeente verschuldigde inkoopsom. In dien zjj op het tijdstip der Pensioenwet IMS (Staatsblad 249) verkrijgen, in dienst dezer gemeente zjjn. Op ben die op dat tijdstip den dienst deser getneents hebben verlaten, tal het bij ds wet bepaalde maximum van de helft der inkoopsom zjjn te verhalen. Een regeling als bier voorgesteld zal ook voor bjj artikel 42a der Pensioen wH 1922 (Staatsblad 240) bedoelde verhaal, bjj inkoop van den tjjd op wachtgeld ten laste dezer gemeente doorgebracht na 30 Ju^i 1023, kunnen gelden. De Commissies voor georganiseerd overleg kunnen zich met deze zienswijze vereenjgen. B. en W, stellen den Raad voor, vaat te stellen een Verordening regelende het ver haal voor inkoop van diensttijd of tijd op wachtgeld doorgebracht, ingevolge de artike len 40 en 42a der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240), zooals die wet laatstelijk is bjj de wet van 28 Mei 1925 (Stbl. Adreeses inzake Bewsar- Bjj den Raad zjjn nog steeds aanhangig een drietal adressen waarin erop wordt aaage- <1 rongen, dat de gemeente ten aan zien van het bewaarscboolonderwijs eenige voorzienin gen treft, t.w. le. Een adres dd. 22 December 1923 van de afd. Alkmaar der Vereeniging Volksonder wijs, de medewerking der gemeente vragende voor een verbetering der positie van het on derwijzend personeel der Algemeens Bewaar school: 2e. Een adres dd. 19 Januari 1924 vaa ouders van kinderen die de Algemeens Be waarschool bezoeken, houdende het verzoek, die school door de gemeente te doen exploi ter ren; 3e. Een adres <*d. 26 December 1924 van de afd. Alkmaar der Vereeniging Volksonder- wys, verwekende in het Oostelyk deel der gemeente een bewaarschool op te richten. Zal de gemeente thans zieh rechtstreeks de zorg voor het bewaarschoolonderwjjs aan trekken, en de taak overnemen die de Ver- eeniging tot oprichting en Instandhouding t*D en de ko,t«n he‘ bijzonder bewaar- eener algemeens bewaarschool heeft laten ---- - '*~“1- varen? Zal, bjj bevestigende beantwoording van deze vraag, de financieele verhouding ten opzichte van bet bjjzonder bewaarschool- ondcrwUs op den tegenwoordig» voet ge handhaafd kunnen bljjven? Kan het, wanneer mocht worden besloten de school niet over te nemen gewensebt zjjn bet subsidie voor het bjjzonder bewaarschoolonderwjjs niettemin te verhoogen om het particulier initiatief te steunen om zich daardoor met het bewaar school onderwijs in zjjn verschillende schakee- ringen te kunnen bljjven belasten? of most de gemeente ook in dit geval een afwachtende houding aannemen, en, de tegenwoordige subsidieregeling ongewijzigd latende, er op vertrouwen, dat de belangstelling van de in gezetenen zich wel op zoodanige wyze daad werkelijk tal uiten, dat particuliere exploi tatie met den bjj de verordening in uitzicht gestelden steun der gemeente mogeljjk zal zjjn? B. en W. willen zich nitsiuitend bepalen tot bet afwegen van da belangen die op het spel staan wanneer de gemeente in de eene «»f andere richting een besluit neemt Over dit punt hebben zjj zich verstaan met de Com missie van bjjstand voor de financiën. B. en W. hadden de Commissie erop gewe zen. dat, wanneer de gemeente de school overiieemt er «enige verbeteringen zullen moeten worden aangebracht en uitbreiding met een tweetal leerlokaien en een speel lo kaal zeer gewroacht zal^zyn, en dat deze ver beteringen iti aanmerking genomen (waar mede een bedrag van f 26200 - zal zyn ge moeid) de koeten per jaar bjj gemeentelijke exploitatie kunnen werden geraamd op rond f 17000.— yoor 240 kinderen, dit is rond f 70.j>er kind. B. en W. onderwierjien aan haar oordeel de vraag of de fin.aicieele toe- stand der gemeente dit toelaat en of, zoo deze vraag bevestigend kan worden beant woord, de middelen der gemeente naar hare meerling vefoorloven, gd^ktjjdig een verhoo- ging in te voeren van het subsidie voor het bjjzonder bewaarschoolonderwjjs en zoo ja, in hoever. De Commisie is niet tot een bepaalde con clusie gekomen. Haar rapjtort geeft eenige meeningen weer die in haar midden werden geuiL Zoo wordt de aandacht erop gevestigd, dat de gemeente, door de exploitatie der al gemeene bewaarschool over te nemen, voor het eerst «ie recbtstreeksche voorziening in de behoefte aan bewaarschoolonderwjjs zien aantrekt. Doet zjj dit, dan zal zjj op dezen weg verder moeten gaan. Er is geen reden, de gemeentelijke taak dan te bepalen tot in standhouding van één bewaarschool. Er zul len binnen eenige jaren meer moeten volgen. Daarbjj komt, in den gedachtengang der Commissie (en hierin is zjj vrjjwel eenstem mig) dat als de gemeente zelf voorbereidend onderwjjs doet geven, zjj het beginsel der fi nancieels gelijkstelling voor bjjzonder be-' waarschoolonjerwjjs zal moeten aanvaarden, m a.w. dat ook aan de bijzondere bewaar scholen een bedrag van rond f 70.per kin.i moet ten goede komén. De Commissie merkt ten slotte op, dat het hier niet alleen gaat om de vraag, welke financieele gevolgen de overneming van do algemeene bewaarschool op zich zelf zal heb ben, maar meer en vooral om «ie vraag, welke financieele gevolgen uit de overneming voor de toekomst zullen voortvloeien. B. en W kunnen niet in overweging ge ven, de consequentie der finatfeiede gelijk stelling te aanvaarden. Zjj achten het ten on mogelijkheid voor de gemeente, rekening te moeten houden met de waarschijnlijkheid, dat binnen korten tjjd voor b. v. een vjjftal be waarscholen (twee openbare, 2 R. K. be waarscholen, en 1 Christelijke bewaarschool) in totaal plaats biedende voor een duizend tal kinderen, ten minste 70000. ten laste van haar budget zouden moeten komen, het geen, vergeleken by wat tegenwoordig aan subsidie wordt verstrekt, een toename betee- kenen zou van 61500.Bjj de berekening van den kostenden prjja per leerling der open bare bewaarschool is uitgegaan van een be drag aan grohd- en bouwkosten van rond GtiOÖO.— (koopsom plu* verbouwing»koe ten der algemeene bewaarschool). Het staat echter vrijwel vast, dat met dit bedrag ds U de af'rek toegepast tó- het Rjjk vow zjjn* ambtenaren, zoomede voor zijne leer aren en onderwijzers beeft getroffen komt aan dit bezwaar tegemoet en hljjkt in veie opzichten beter te voldoen, in vertiand waar mede B. en W. in overweging geven overeen komstige bepalingen vast te stellen. De beide .Commissies voor georg.inis 'trd overleg kunnen zich met de besluiten vet- eenigen. B. en W. «tellen den Raad voor: a. vast te stellen een Verordeni.ig, regs- lende het uitbetalen van jaarwed«ien en loo- nen aan ambtenaren en werklieden, die ter verruiling hunner militaire plichten worden opgeroepen. b. vast te stellen een Verordening tot wijziging vaa de Verordening, regelende de r rechtspositie vnn de werklieden in dienst Ier gemeente Alkmaar. (Gemeenteblad 351). Overname grond aan de ."geien- burgerlaan. De beer W. Kaal, sigarenfabrikant -ilhh-r, wonendeJJndenlaan nr. 12, wensent aan de gemeente in eigendom over te dragen ron gedeelte van perceel Sectie E nr. 25«4, zynde een «teeg en wel van dien weg dat gedeelte, hetwelk loopt van de Egelenburgeriaan tot het punt, waar bet aan die steeg liggeuds jierceel Sectie E nr. 1660 begint I»e r«-den van dit verzoek is gelegen in het feit, lat lie langbebbentie op dat perceel nr. 1650 »en si garenfabriek wenscht te bouwen, hetgeen ar tikel 23 al. 2 der Tabakswet b«-m belet, zoo lang zjjn eigendom middellijk of omnbbiellyk gemeenschap heeft met de aan zjjn erf gren zende woningen. Komt de toegang an de fabriek uit op een openbaren weg, dan is er geen wettelyk bezwaar. Overneming van «jen eigendom door de gemeente schijnt vo»«r toe- jmesing der Tabakswet voldoende te zyn. B. en W. meenen, dat het belang der ge meente, zich tegen de aanvaarding van leze strook grond niet verzet, te meer, waar adres sant bereid is, de kosten van overdracht voor rijn rekening te nemen en voorts ook bet on derhoud in het vervolg te bljjven bekostigen. Wat dit laatste betreft, zullen B. en W. ech ter nog bet beding maken, dat deze irplich- ting ook op eventueels reebtverkryg -.idon van perceel E nr. 1650 overgaat. Op de steeg rust een servituut van overu" pad tot gebruik en ten nutte van .ie daaraan belendende perceelen. B. en W. meen-n, «1st de gemeente geen bezwaar behoeft te niaxeu, dr«zen zakeijjken last te aanvaarden, op vour- waarde, dat adressant de gemeen e vrij waart tegen elke schade, waarvoor zy uuot de eigenaars der heerechende erven teizahe van eventueele belemmering in de uitoefe ning van hun recht zou kunnen wordt-n aan gesproken. B. en W. stellen voor, be loeiden gr<'nd over te nemen. Onder ha nd sc he verhuring van gemeentegrond. D« perceeltjes gemeentegrond, kadastraal bekend Sectie E nr. 2241 ged. JReguliers- laan) F nr. 2141 ged. (VerL I^ndstraat) eti 0 nr. 364 (dchermerweg) zjjn tot na toe racb- tens een bnduit van B. en W. in gebruik gtt- weest bjj de N. V. Keonemer Sportclub, P. de Jong, M Sangers en de Oehrs. P, en F. Smit voor reep, f 35, f 30, f 5 en f 25 per jaar. Aangezien het hier geldt onder*ivn<L'*h« verhuring van geineente-eigen«iouini*‘n, waar op art. 138 der gemeentewet van toepa.-«ng ia, achten B en W. bet gewensebt, -lat «ie Raad alsnog het besluit tot deze verhuring neemt. Met het oog op de gesteldheid en de lig ging der perceelen dient de huurprijs van de drie eerstgenoemde geen verandering le on dergaan. Voor het laatstgenoemde -behoort echter, naar den maatstaf van betgoen v«>or volkstuintjes wordt gevorderd (5 cent per M2 een buur van 41.50 per jaar te wor den vastgesteld. De Gebrs. Smit zyn tot be- taling daarvan bereid. B. en W. stellen voor, dit goed keuren. Benoeming assisie.4- Waagmtester. Bij Raadsbesluit van 27 Augu.tu* 192j is ue instructie voor de waag- meesters gewijzigd in dien zin, dat er nevens de drie waagme-'sters zal zijn één assistent-waagmeester. Ter voo.ziening in deze betrekking is inmjdCes eene oproepi.ig van soil ci- tanten gedaan. Oncer overedging van de lijst der i> gekomen sollicitaties en van de soF.ici- taties«ukken, benevens van het advies der commissie »an bijstand voor hef Marktw ezen, bib .en B en W„ Raad de volgende aanbeveling ter aan: Keijzer, I. H. Wagenaar. J H. W. Lütjeharms, allen acht ijver* aau de Waa.,* B en W noodigen dei Raad uit de benoeming over te gaan en bet palen van den datum der infunctictre- We willen ons zelf heusch niet wijsmaken, in bovenstaande regelen de oplossing in de zoó moeiljjke Hanilelsschoolkweetle te heb ben gebracht. Wél meenea we, te hebben aangetoond, dat ook al kunnen we op de vraag naar opheffing niet con amore ja zeggen, B en W. met hun „asen” wel wat voorbarig zyn ge weest. 'n Dergelyke, gewichtige vraag eisebt diejaer en breeder bestudeering dan die waar van bijlage 22 blyk geeft. Wat we dan wél zouden wenschen? Waarschijnlijk is nu reeds verschenen het nadere rapport, dat door de eoir.mi «ie van Toelicht aan B. en W. zal uitgebrai ht wor den. I.aat dit een leiddraad zjjn voor een grondige bestudeering van bet geheele M. O-- wezen in onze stad. Dat het college van B. en W. zich in des* laat voorlichten door bij de kwestie niet grdnteresaeerde schoolmannen en overleg plege met alle bjj deze materie be trokken ryks-autoriteiten. Men onderzoeke rustig, maar zonder on- noodig talmen. Want men bedenke wel, dat het personeel aan deze scholen recht heeft te weten, wat voor het vervolg z’n positie zal zjjn. Moge dan in de nabije toekomst B. en W met een weloverwogen voorstel in <ien Raad komen, waarbti gelykelyk met de finantieele- als met de onderwijsbelangen is rekening ge houden. schoolonderwijs voor bet grootste deel voor haar rekening zal moeten nemen. De minderheid vóórziet niet de consequen tie, dat de gemeente binnen korten tjjd meer scholen zal moeten oprichten en «ie koeten van het bjjzonder bewaarscboolonderwijs ▼oor het grootste deel voor haar rekening zal moeten nemen. De minderheid acht deze financieele ge volgen niet van zoodanigen aard, dat de ge meente zich daardoor sou moeten laten weer houden «Ie voorzieningen te treffen welke de minderheid noodig acht De minderheid aan vaardt, dat de gemeente niet alleen de alge meene bewaarschool zal moeten exploiteeren, maar «lat daarvan het gevolg moet zyn, dat binnen zeer korten tjjd een tweede gemeente lijke bewaarschool zal moeten worden opge richt, naar gelang der gebleken behoefte. Ten opzichte van de subsidieering van bet bij zonder bewaarschoolonderwjjs is een deel der minderheid van meening, dat de gemeente den plicht heeft, aan het bjjzonder bewaar- schoölonderwjjs ten goede te doen komen eenzelfde bedrag per leerling als wordt ten koste gelegd aan elk kind dat de ojtenbare bewaarschool bezoekt. I> rechtsgèdachte, aan de financieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder lager onderwjjs ten grondslag liggende, moet, naar dit lid oonieelt, ook hier richtsnoer zjjn. Nu dit echter voor de gemeen tdfir^neién gevolgen sou hebben, die ook dit lid bedenkeljjk zou achten, is het roet bót arrtf?re lid der minderheid van mee ning dat met een zeker deel, Lw. een ver- geding ten bedrage van 60 pCt. der explol- tatie-uitgaven van het ojtenbaar onderwjjs, ral kunnen worilen volstaan, in dier voege, dat van de koeten per leerling der openbar» hewaarschool(scholen) over een zeker jaar 60 pCt. j>er leerling over datzelfde jaar aan het bjjzonder bewaarrchoolonderwjjs zou wor den uitgekeerd, tot ten hoogte bet bedrag der werkelijk gemaakte kosten van dit on derwijs. Nadere voorschriften zouden natuur lijk bjj door den Raad vast te stellen veror dening moeten worden gegeven. De meerderheid wil tegen dit standpunt ernstig waarschuwen. Het ojtent de gemeente het persjtectjef dat binnen eenige jaren een bedrag van tenminste 53.000.voor het bewaarsohoólonderwjjs moet worden uitge trokken. De meerderheid voorliet, dat de ge meente zieh, «1oor in den geest der minder heid te besluiten, zou l>egeven op een weg die het financieele t>eleid in de toekomst, dat toch reels met de grootste omzichtigheid zal moeten worden gevoerd, in hooge mate zal bemoeilijken. Zjj ontraadt met klem het denkbeeld der minderheid te aanvaarden en geeft den Raad in overweging: a. hel adres van de sfde'ling Alkmaar van Volksonderwijs d.d. 22 December 1923 be treffende verbetering 3er financieele positie van het personeel der algemeene bewaar school voor kennisgeving aan te nemen, aan gezien het dienstverband binnen zeer korten tjjd zal worden opgeheven; b. op het adres d.d. 19 Januari 1924 van onder» van kinderen die de algemeen» bo- waarschoot bezoeken, houdende het verzoek die bewaarschool door de gemeente te doe» exploiteeren, afwjjzend te beschikken; c. op h«»t adres d.d. 20 December 1924 van de afdeeling Alkmaar der Vereenigrig Volks onderwijs, houdende het verzoek in het Oos- telyk deel der gemeente een bewaarscbocl te stichten, eveneens afwijzend te beschik ken. Regeling der wedden en kronen van ambtenaren en werklieden bjj ver vulling militaire plichten. Bjj besluit van den 19en Mei 1909 nr. 8 (Gein, blad nr. 305) beeft de Raa-i be|>aal«i, dat aan ambtenaren, beambten en werklie den, die ter vervulling hunner militaire plich ten worden opgeroepen, tijdens hun verblijf onder de wapenen, zoo ze gehuwj zjjn of ongehuwd en kostwinner, 75 van hel hun toegekende loon of de hun toegelegde jaar wedde wordt uitgekeerd, terwjjl de overige ongehuwden 25 pCL van bun loon of jaar wedde zullen ontvangen. Het 1* gebleken, dat deae regeling niet roder voldoet. Vooral voor de gehuwde an>b- teuaran «n werklieden dia voor herhaling*-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 5