ta-Hollandscb
OagbM.
Tweede Blad.
ALKMAAR.
L
gewjjrigd
teri der i
echter vi
MAART 1926.
tot
be-
-
IN EN OM ALKMAAR.
Zo HandeHschoolkwestle
op gelost?
n.
stichtlngskosten cener nieuwe bewaarschool
4 -
o.
BIJLAGEN TOT DEN RAAD.
Verhaal inkoop diensttijd.
De Pensioenwet 1922 (Stbl. 2 41)), tonale
deze vóór 1 Juli 1925 luidde, maakte onder
scheid tiwsohen inkoop van diensttijd door-
20e JAARGANG.
oogenbük niet
m der
I. 3.
den
be
noeming
1. A. A.
2.
3.
t’
van
pe lo>
A de
e hebben wel een»
tus-
dit terrein om de
X geheel in den
I die ook wjj, ale leeken, op du
tien, die pleiten tégen hbMbverbren
Handeissc.nolieren op U. L. 0. en H.
ding aan bun (oltete over te laten
Voorziening in een vaca
ture in de Commissie tot
wering van schooherzuun.
Ter voorziening in de vacature van
lid der commissie tot wering
schoolvt r.iirn, on staan door de
dieke aftreding van het lid O,
Braai op 18 Februari 1926, bie> en
B en w den Raad ter bence nhg voor
den tijd van drie jaren, te rekenen met
ingang van 18 Feb ua i ilde navol en*
de aanbeveling aan:
1. de heer C A de Braai.
2 de heer Mr. F- A. Josephus Jitta*
Vrijstelling onderwijs
lichame.tjke oefening
openbaie scholen voor
gewoon lager ooucrwija.
Aan het einde van het schooliaar
1925J926 loopt de termijn af, geduren
de we ken Gedeputeerde .MaUn der p o-
vincie Nooró-Ho.land, b ijken bun be
slissing van 31 Üecember 1924, Nr 124,
aan deze gemeente, overeenkomstig ar
tikel 195, tweede lid, der Lager Oif*
derwjjswct-1920, vrijstelling hebbed
gebracht vóór 1 Juli 1922 (art. 40 dier wet).
Daar ainde laatstgenoemden datum wat het
recht op pensioen betreft, tyrietjjke ambte
naren met de vaste waren gelijkgesteld en tn
verband hiermede geen inkoop vaa tijdelijke
diensten, beweren na deren datum, plast»
vond, had de gemeente met inkoop krachten»
artikel 40 der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240)
geen bemoeiingen, aangexien die inkoop
krachtens dit artikel rich bej>aal<lo tot rjjde-
lingscbe en onbezoldigde diensten en derge
l(jke voor inkoop vatbare diensten, welke in
betrekkingen by deze gemeente of hare in
stellingen niet werden bewezen.
Na 1 Juli 1925, het tijdstip waarop de in
de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) door de wet
van den 28sten Mei 1925 (Stbl. 216) aange
brachte wijzigingen van kracht zjjn gewor
den, is de wet slechts in bepaalde oatutan-
digheden (wanneer n.I. het dienstverband
onafgebroken langer dan twee jaar bedt ge
duurd) ook op tjjdelyke ambtenaren van toe
passing.
Een uitzondering is gemaakt boor hen die
op 30 Juni 1925 ambtenaar ie den zin der
Pensioenwet 1922 waren en dus reeds aan
de wet van 1922 rechten ontleenden .Zoo zjj
ook na 1 Juli 1925 als ambtenaar in den zin
der Pensioenwet wenschten te worden be
schouwd, handhaaft de wet hen in hun
rechten.
In verband met deze wjjziging beeft de wet
thans vceer, evenals vóór 1922 onder de wer
king der wet van 1913 bet geval wan, de ge-
tegenheid geopend, tjjdelijke diensten, na
hare inwerkingtreding bewezen, in te k»o-
pen. Ook wachtgeldjaren, die vroeger zonder
inkoop medetelden voor pensioen, moeten
voortaan worden ingekocht, zoodra de
wachtgelder weer ambtenaar is geworden.
Voor de |n te koopen tijdvakken is de ge
meente aan het Algemeen Burgerlijk Pen
sioenfonds oen Inkoopsom verschuldigd, van
welk bedrag z|| o« de ambtenaren een bij de
wet bepaald gedeelte kan verhalen.
Omtrent den inkoop van diensttijd, door-
gebracht in deze gemeente vóór 1 Juli 1922,
beeft de Raad bij besluit van 27 AuziMus
1925, waarbij de verordening regelende Let
verhaal voor Inkoop van diensttijd (Gemeen
teblad nr. 880) gewijzigd werd bepauid. dat
op de ambtenaren, die op 1 Juli 192-5 in
dienst dezer gemeente wareu, op hen, die
vóór dien datum met recht op pensioen of
wachtgeld ontslagen waren, K gededto van
de inkoopsom wordt verhaald, terwijl op de
ambtenaren die vóór of met J Juli 1925 uit
den dienst dezer gemeente zijn ontslagen,
zonder dat hun pensioen of wachtgeld is toe-
gkend, de helft van de door de gemeente
verschuldigde inkoopsom wordt verhaald.
Thans eischt bantwoording de vraag in
hoever de^ftineente zal gebruik mak- n van
baar bevoegdheid om krachtens bet bepaal
de bjj het nieuwe artikel 42 der Pensioenwet
1922 (Staatsblad 240) bjj het geldig mak tn
voor pensioen van na 1 Juli 1925 ba wezen
lijdelijke diensten verhaal toe te passen. Dit
verhaal kap ten hoogste be-lrageu de
helft van de door de gemeente versohul-
digde inkoopsom.
B. en W. meenen echter dat in overeen
stemming i
tus j.l. genomen
(Slot.)
I en It in ons vorig artikel genoemde
„mogelijkheden” nd. of reeds bestaande on
derwijsinrichtingen de taak der beide Han-
delMcholen zouden kunnen overnamen, heeft
o-vfc de Commissie van Toezicht blijkbaar
reedt bezig gehouden
Immers B. en W. zeggen in bijlage 22- -
„De Commissie van Toezicht onder
werpt aan ons oorde-d de vraag, of niet ie
mogelijkheid bestaat em in het leerplan
van een der hier bestaande U. L. scholen
of van belde, meer wiskunde, boekhouden
•<n aanverwante vakken op te nemen, in
welk geval naar bet oordeel der commis
sie de Randelsdagschool wellicht zou kun
nen worden opg-'heven, terwjjl een kleine
verandering van het leerplan der Htterair-
economische afdeeling van de R. H. B. 8.
deze laatste de plaats zou kunnen doen in
nemen van de Hoogere Handelsschool."
Op belde vragen antwoorden B. en W. ont
kennend. De bezwaren, die z(j ontwikkelen,
tegen het plan om de U. L. O.-scholen de taak
der Randelsdagschool te doen overnemen,
komen, kort samengevat, hierop neer:
le. Het onderwijs op de Handelsdagschool
wonit gegeven door leeraren met middelbare
of academische bevoegdheid, van wie de
meeste een jarenlange ervaring op het ge
bied van het Handelsonderwijs bezitten, (pr-
wjjl bet bfj U. L. 0. in handen zou komen
van onderwijzer» met meestal bevoegdheid,
alleen voor L. O.
2e Aan de L. O.-eehool, waar de leerlin
gen nog voor zooveel andere doeleinden wor-
'cn gevormd, mist men bet uitgesproken ka
ak ter van vakonderwijs.
By punt 1 zou zjjn op te merken, dat de
praktijk dagelijks leert, dat de leeraren met
academische of tni<i«lel)>are bevoegdheid door
die bevoegdheid nog niet altijd de beste do
centen zijn; en dat de meesten jarenlange er
varing op 4>et gebied van Handelsonderwijs
bezitten, mag waar zijn voor het tegenwoor
dige leerarencorp», maar bjj elke vacatere
kan daarin wijziging komen. Immer» voor
zoover we weten, bestaan er, ’n enkele uit
zondering daargelaten geen specials exa
mens voor bevoegdheid bjj het handelsonder
wijs en zal ’n nieuwe leeraar dikwijls moeten
beginnen zich zelf in dit onderwijs in te wer
ken.
Het bezwaar ad 2 schijnt op bet eerste ge
zicht gewichtiger dan het in werkelijkheid is.
De U. L. O.-echolen missen inderdaad bet
uitgesproken karakter van een Handels
school. Maar zouden B. en W. nu in ernst
meenen, dat het vakonderwijs in de twee
eerste klassen van ’n Handelsschool zoo tot
z’n recht komt? De overgang van het gewoon
L. O. naar bet M. O. is zóó moeilijk, en aan
de algemeene ontwikkeling v^n dergelijke
leerlingen ontbreekt nog zóó veel, dat o.i. de
2 eerste jaren zeker besteed moeten worden
aan algemeen vormend onderwijs. Bovendien,
ons zijn U. L. O.-scholen bekend, waar aan
de speciale hamlelsvskken evenveel gedaan
wordt, als op 'n 3-jarige HandelsacbooL I»
’t toeval, dat dit op de Gemeente-U. L. O.
■iet het geval is? We mogen niet anders ver
onderstellen, want van de meerderheid van
het college is toch zeker geen „protectie"
óók niet op onder s4^bied te verwach-
Ook tegen de verWHLt van de Hoogere
Handelsschool door de IitSrair-economuche
afdeeling /afde ling A) van de H. B. 8. oppe
ren B. en W. bezwaren.
Op de eerste plaats komt ook hier weer
voor den dag: men mist het uitgesproken ka
rakter van vakopleiding.
Is dit eigenlijk niet een klein beetje ge-
acherm met wotWden? Waarom kan die af-
deeling A. niet evengoed als de Hoogere Han
delsschool een „vak”-opleiding voor den
handel geven?
Zélf zeggen B. en W., dat op zeer uiteen-
loopende wjjze van het nieuwe Instituut ge
bruik wordt gemaakt, en dat er zoowel een
litterair-historische als een economische rich
ting bjj deze afdeeling bestaat. Waarom zou
dan, wanneer de Hpogere Handelsschool in i
Alkmaar niet meer bestond, de R. H. B. 8.
afd. A, zich niet kunnen specialiseeren in de
economische richting?
Om welke reden dit tot nu toe aan de Alk-
maarsche H. B. 8.' niet gebeurd is, zullen B.
en W. zeker wel weten. Wi.
hooren fluisteren, van een compromis
senen R(jk en Gemeente op i"
Hoogere Handelsschool niet
grond te boren.
Ook hier „protectie”?
Bovendien is het een feit, dat op meerdere
plaatsen Handelscholen zijn omgezet in H.
B 8. afdeeling A.
Als dat daar zonder schade voor de oplei
ding geschieden kon waarom zou dan hier
aan een dergelijke afdeeling niet de taak van
onae, bloedarme Hoogere Handelsschool kun
nen opgedragen worden? Temeer waar aan
het einddiploma H. B. 8. afd. A, dezelfde en
nog andere bevoegdheden verbonden zyn, als
*an dat van ’n erkepde Hoogere Handels-
school!
Uil een en ander bight o. L wel, dat B. en
W. In hun argumentatie tegen de
opheffing niet bijzonder sterk staan. Even
wel, we geven dit graag toe, kunnen er argu
menten z(jn, niet door B. en W. genoemd, en
me( bovepgenoeuKle op 27 Aygus-
nomen beslissing omtrent het ver
baal vaü inkoop van diensttijd doorgebracht
▼óór 1 Juli 1922 moet worden bepaalJ, dat
ook op hen die diensten bewijzen nA 1 Juli
zien, die 1
Handeissc.l
Maar dan nog, staat het niet vast, dat de
Randelsscholen moeten gehandhaafd blyvea.
Dan toch bljjft er altijd nog het lyoeumplan.
Dit is niet nieuw. We meenen, dkt het bjj
een der vorige begrootingsbesebouwingen
terloops is gelanceerd. B. en W. hebben het
toen zonder meer verworpen.
Tóch verdient het, vooral voor een middel-
groote stad ale Alkmaar, wel de aandacht.
Men kent de bedoeling: alle leerlingen, dies
middelbaar of voorbereidend-hooger onder
wijs willen volgen, worden in één grooée on
derwijsinrichting bijeengebracht.
In de beide laagste klassen ontvangen al
len hetzelfde, algemeen vormend onJerwjje.
Dan komt de spitsing in Gymnasium-, H. B.
8.- of Handelsschoolrichting.
Op deze wyze is, meenen we, o.a. in Zaan
dam een oplossing in een moeilijke onder-
wjjs-situatie gezocht.
Het spreekt, dat een dergelyke concentra
tie van het geheele M. O. finantieei vele voor
deden biedt.
stichtingskosten cener nieuwe bewaarschoel oefeningen worden opgeroepen
van 6 lokalen en /en speellokaal niet zullen I welke op het salarfc wordt t
worden gedekt, zoodat, wanneer althans I zwaarlljk. De regeling welke
eventueel tot den bouw beelotén "vordt, de --
exploitatiekosten in de toekomst wel ho >ger
zullen bljiken te zQn dan 70.— per kind en
per jaar. B{j de veie onderwijsuitgaven, die .ie
gemeente reeds heeft te doen, kan dit niet
worden gevoegd zonder dat de belasting zou
moeten worden verhoogd op een wjjze die
allerbedenkelykste gevolgen zou moeten heb
ben.
De meerderheid van B. en W. is zelfs van
oordeel, dat de gemeente niet op zich kan
nemen de recbtstreeksche zorg voor bet be-
waarschoolonderwjjs met gelijktijdige vergoe
ding van een belangrijk deel der kosten van
het bijzonder bewaarschoolonderwjjs, zoo dit
deel althans aanzienlijk hooger zou moeten
zyn dan het tot dusver was. Een deel der
meerderheid zou nog bereid zyn. mede te
werken tot overneming der exploitatie van
de algemeene bewaarschool, met toekenning
aan het bijzonder bewttrschoolonderwjjs vaa
een vergoeding van ten hoogste 50 pCt. dei
exploitatiekosten. Dit lid laat zich daarbij
leiden door de overweging dat zoo eenigs-
zins mogelyk in stand moet bljjven wat ep
dit oogenblik bestastt en dat het subsidie
voor de bijzondere scholen redelijkerwijs op
bet hierbedoelde peil mag worden gebracht
wanneer de gemeente zelf ook een school ex
ploiteert. In aanmerking nemende dat de R.
K. bewaarschool thans van de gemeente ont
vangt een bedrag van plm. 20.— per kind,
welk bedrag bjj het hier ontwikkelde stand
punt op 35.zou worden gebracht, zoo
hierdoor toch reeds een belangrijke verhoo-
ging verkregen zjjn.
Deze gedachte heeft evenwel niet voldoen
den bjjval kunnen vinden om meerderheids-
voorstel te worden. In deze omstandig naden
beeft dit lid zich met de andere leden der
meerderheid moeten verklaren tegen gemeen
telijke exploitatie der algemeens bewaar
school, nu daaraan onverbrekelijk verbondea
werd de ook in de financieele commissie voor
ziene consequentie dat de gemeente binnen
korten tijd meer scholen zal moeten oprich-
1925 wordt verhaald X gedeelte van de door
de gemeente verschuldigde inkoopsom. In
dien zjj op het tijdstip der Pensioenwet IMS
(Staatsblad 249) verkrijgen, in dienst dezer
gemeente zjjn. Op ben die op dat tijdstip den
dienst deser getneents hebben verlaten, tal
het bij ds wet bepaalde maximum van de
helft der inkoopsom zjjn te verhalen.
Een regeling als bier voorgesteld zal ook
voor bjj artikel 42a der Pensioen wH 1922
(Staatsblad 240) bedoelde verhaal, bjj inkoop
van den tjjd op wachtgeld ten laste dezer
gemeente doorgebracht na 30 Ju^i 1023,
kunnen gelden.
De Commissies voor georganiseerd overleg
kunnen zich met deze zienswijze vereenjgen.
B. en W, stellen den Raad voor, vaat te
stellen een Verordening regelende het ver
haal voor inkoop van diensttijd of tijd op
wachtgeld doorgebracht, ingevolge de artike
len 40 en 42a der Pensioenwet 1922 (Stbl.
240), zooals die wet laatstelijk is
bjj de wet van 28 Mei 1925 (Stbl.
Adreeses inzake Bewsar-
Bjj den Raad zjjn nog steeds aanhangig een
drietal adressen waarin erop wordt aaage-
<1 rongen, dat de gemeente ten aan zien van
het bewaarscboolonderwijs eenige voorzienin
gen treft, t.w.
le. Een adres dd. 22 December 1923 van de
afd. Alkmaar der Vereeniging Volksonder
wijs, de medewerking der gemeente vragende
voor een verbetering der positie van het on
derwijzend personeel der Algemeens Bewaar
school:
2e. Een adres dd. 19 Januari 1924 vaa
ouders van kinderen die de Algemeens Be
waarschool bezoeken, houdende het verzoek,
die school door de gemeente te doen exploi
ter ren;
3e. Een adres <*d. 26 December 1924 van
de afd. Alkmaar der Vereeniging Volksonder-
wys, verwekende in het Oostelyk deel der
gemeente een bewaarschool op te richten.
Zal de gemeente thans zieh rechtstreeks de
zorg voor het bewaarschoolonderwjjs aan
trekken, en de taak overnemen die de Ver-
eeniging tot oprichting en Instandhouding t*D en de ko,t«n he‘ bijzonder bewaar-
eener algemeens bewaarschool heeft laten ---- - '*~“1-
varen? Zal, bjj bevestigende beantwoording
van deze vraag, de financieele verhouding
ten opzichte van bet bjjzonder bewaarschool-
ondcrwUs op den tegenwoordig» voet ge
handhaafd kunnen bljjven? Kan het, wanneer
mocht worden besloten de school niet over
te nemen gewensebt zjjn bet subsidie voor het
bjjzonder bewaarschoolonderwjjs niettemin te
verhoogen om het particulier initiatief te
steunen om zich daardoor met het bewaar
school onderwijs in zjjn verschillende schakee-
ringen te kunnen bljjven belasten? of most de
gemeente ook in dit geval een afwachtende
houding aannemen, en, de tegenwoordige
subsidieregeling ongewijzigd latende, er op
vertrouwen, dat de belangstelling van de in
gezetenen zich wel op zoodanige wyze daad
werkelijk tal uiten, dat particuliere exploi
tatie met den bjj de verordening in uitzicht
gestelden steun der gemeente mogeljjk zal
zjjn?
B. en W. willen zich nitsiuitend bepalen tot
bet afwegen van da belangen die op het spel
staan wanneer de gemeente in de eene «»f
andere richting een besluit neemt Over dit
punt hebben zjj zich verstaan met de Com
missie van bjjstand voor de financiën.
B. en W. hadden de Commissie erop gewe
zen. dat, wanneer de gemeente de school
overiieemt er «enige verbeteringen zullen
moeten worden aangebracht en uitbreiding
met een tweetal leerlokaien en een speel lo
kaal zeer gewroacht zal^zyn, en dat deze ver
beteringen iti aanmerking genomen (waar
mede een bedrag van f 26200 - zal zyn ge
moeid) de koeten per jaar bjj gemeentelijke
exploitatie kunnen werden geraamd op rond
f 17000.— yoor 240 kinderen, dit is rond
f 70.j>er kind. B. en W. onderwierjien aan
haar oordeel de vraag of de fin.aicieele toe-
stand der gemeente dit toelaat en of, zoo
deze vraag bevestigend kan worden beant
woord, de middelen der gemeente naar hare
meerling vefoorloven, gd^ktjjdig een verhoo-
ging in te voeren van het subsidie voor het
bjjzonder bewaarschoolonderwjjs en zoo ja, in
hoever.
De Commisie is niet tot een bepaalde con
clusie gekomen. Haar rapjtort geeft eenige
meeningen weer die in haar midden werden
geuiL Zoo wordt de aandacht erop gevestigd,
dat de gemeente, door de exploitatie der al
gemeene bewaarschool over te nemen, voor
het eerst «ie recbtstreeksche voorziening in
de behoefte aan bewaarschoolonderwjjs zien
aantrekt. Doet zjj dit, dan zal zjj op dezen
weg verder moeten gaan. Er is geen reden,
de gemeentelijke taak dan te bepalen tot in
standhouding van één bewaarschool. Er zul
len binnen eenige jaren meer moeten volgen.
Daarbjj komt, in den gedachtengang der
Commissie (en hierin is zjj vrjjwel eenstem
mig) dat als de gemeente zelf voorbereidend
onderwjjs doet geven, zjj het beginsel der fi
nancieels gelijkstelling voor bjjzonder be-'
waarschoolonjerwjjs zal moeten aanvaarden,
m a.w. dat ook aan de bijzondere bewaar
scholen een bedrag van rond f 70.per kin.i
moet ten goede komén.
De Commissie merkt ten slotte op, dat het
hier niet alleen gaat om de vraag, welke
financieele gevolgen de overneming van do
algemeene bewaarschool op zich zelf zal heb
ben, maar meer en vooral om «ie vraag, welke
financieele gevolgen uit de overneming voor
de toekomst zullen voortvloeien.
B. en W kunnen niet in overweging ge
ven, de consequentie der finatfeiede gelijk
stelling te aanvaarden. Zjj achten het ten on
mogelijkheid voor de gemeente, rekening te
moeten houden met de waarschijnlijkheid, dat
binnen korten tjjd voor b. v. een vjjftal be
waarscholen (twee openbare, 2 R. K. be
waarscholen, en 1 Christelijke bewaarschool)
in totaal plaats biedende voor een duizend
tal kinderen, ten minste 70000. ten laste
van haar budget zouden moeten komen, het
geen, vergeleken by wat tegenwoordig aan
subsidie wordt verstrekt, een toename betee-
kenen zou van 61500.Bjj de berekening
van den kostenden prjja per leerling der open
bare bewaarschool is uitgegaan van een be
drag aan grohd- en bouwkosten van rond
GtiOÖO.— (koopsom plu* verbouwing»koe
ten der algemeene bewaarschool). Het staat
echter vrijwel vast, dat met dit bedrag ds
U de af'rek
toegepast tó-
het Rjjk vow
zjjn* ambtenaren, zoomede voor zijne leer
aren en onderwijzers beeft getroffen komt
aan dit bezwaar tegemoet en hljjkt in veie
opzichten beter te voldoen, in vertiand waar
mede B. en W. in overweging geven overeen
komstige bepalingen vast te stellen.
De beide .Commissies voor georg.inis 'trd
overleg kunnen zich met de besluiten vet-
eenigen.
B. en W. «tellen den Raad voor:
a. vast te stellen een Verordeni.ig, regs-
lende het uitbetalen van jaarwed«ien en loo-
nen aan ambtenaren en werklieden, die ter
verruiling hunner militaire plichten worden
opgeroepen.
b. vast te stellen een Verordening tot
wijziging vaa de Verordening, regelende de r
rechtspositie vnn de werklieden in dienst Ier
gemeente Alkmaar. (Gemeenteblad 351).
Overname grond aan de ."geien-
burgerlaan.
De beer W. Kaal, sigarenfabrikant -ilhh-r,
wonendeJJndenlaan nr. 12, wensent aan de
gemeente in eigendom over te dragen ron
gedeelte van perceel Sectie E nr. 25«4, zynde
een «teeg en wel van dien weg dat gedeelte,
hetwelk loopt van de Egelenburgeriaan tot
het punt, waar bet aan die steeg liggeuds
jierceel Sectie E nr. 1660 begint I»e r«-den
van dit verzoek is gelegen in het feit, lat lie
langbebbentie op dat perceel nr. 1650 »en si
garenfabriek wenscht te bouwen, hetgeen ar
tikel 23 al. 2 der Tabakswet b«-m belet, zoo
lang zjjn eigendom middellijk of omnbbiellyk
gemeenschap heeft met de aan zjjn erf gren
zende woningen. Komt de toegang an de
fabriek uit op een openbaren weg, dan is er
geen wettelyk bezwaar. Overneming van «jen
eigendom door de gemeente schijnt vo»«r toe-
jmesing der Tabakswet voldoende te zyn.
B. en W. meenen, dat het belang der ge
meente, zich tegen de aanvaarding van leze
strook grond niet verzet, te meer, waar adres
sant bereid is, de kosten van overdracht voor
rijn rekening te nemen en voorts ook bet on
derhoud in het vervolg te bljjven bekostigen.
Wat dit laatste betreft, zullen B. en W. ech
ter nog bet beding maken, dat deze irplich-
ting ook op eventueels reebtverkryg -.idon
van perceel E nr. 1650 overgaat.
Op de steeg rust een servituut van overu"
pad tot gebruik en ten nutte van .ie daaraan
belendende perceelen. B. en W. meen-n, «1st
de gemeente geen bezwaar behoeft te niaxeu,
dr«zen zakeijjken last te aanvaarden, op vour-
waarde, dat adressant de gemeen e vrij
waart tegen elke schade, waarvoor zy uuot
de eigenaars der heerechende erven teizahe
van eventueele belemmering in de uitoefe
ning van hun recht zou kunnen wordt-n aan
gesproken.
B. en W. stellen voor, be loeiden gr<'nd
over te nemen.
Onder ha nd sc he verhuring van
gemeentegrond.
D« perceeltjes gemeentegrond, kadastraal
bekend Sectie E nr. 2241 ged. JReguliers-
laan) F nr. 2141 ged. (VerL I^ndstraat) eti 0
nr. 364 (dchermerweg) zjjn tot na toe racb-
tens een bnduit van B. en W. in gebruik gtt-
weest bjj de N. V. Keonemer Sportclub, P.
de Jong, M Sangers en de Oehrs. P, en F.
Smit voor reep, f 35, f 30, f 5 en f 25 per jaar.
Aangezien het hier geldt onder*ivn<L'*h«
verhuring van geineente-eigen«iouini*‘n, waar
op art. 138 der gemeentewet van toepa.-«ng
ia, achten B en W. bet gewensebt, -lat «ie
Raad alsnog het besluit tot deze verhuring
neemt.
Met het oog op de gesteldheid en de lig
ging der perceelen dient de huurprijs van de
drie eerstgenoemde geen verandering le on
dergaan. Voor het laatstgenoemde -behoort
echter, naar den maatstaf van betgoen v«>or
volkstuintjes wordt gevorderd (5 cent per
M2 een buur van 41.50 per jaar te wor
den vastgesteld. De Gebrs. Smit zyn tot be-
taling daarvan bereid.
B. en W. stellen voor, dit goed keuren.
Benoeming assisie.4-
Waagmtester.
Bij Raadsbesluit van 27 Augu.tu*
192j is ue instructie voor de waag-
meesters gewijzigd in dien zin, dat er
nevens de drie waagme-'sters zal zijn
één assistent-waagmeester.
Ter voo.ziening in deze betrekking
is inmjdCes eene oproepi.ig van soil ci-
tanten gedaan.
Oncer overedging van de lijst der i>
gekomen sollicitaties en van de soF.ici-
taties«ukken, benevens van het advies
der commissie »an bijstand voor hef
Marktw ezen, bib .en B en W„
Raad de volgende aanbeveling ter
aan:
Keijzer,
I. H. Wagenaar.
J H. W. Lütjeharms,
allen acht ijver* aau de Waa.,*
B en W noodigen dei Raad uit
de benoeming over te gaan en bet
palen van den datum der infunctictre-
We willen ons zelf heusch niet wijsmaken,
in bovenstaande regelen de oplossing in de
zoó moeiljjke Hanilelsschoolkweetle te heb
ben gebracht.
Wél meenea we, te hebben aangetoond,
dat ook al kunnen we op de vraag naar
opheffing niet con amore ja zeggen, B en W.
met hun „asen” wel wat voorbarig zyn ge
weest. 'n Dergelyke, gewichtige vraag eisebt
diejaer en breeder bestudeering dan die waar
van bijlage 22 blyk geeft.
Wat we dan wél zouden wenschen?
Waarschijnlijk is nu reeds verschenen het
nadere rapport, dat door de eoir.mi «ie van
Toelicht aan B. en W. zal uitgebrai ht wor
den. I.aat dit een leiddraad zjjn voor een
grondige bestudeering van bet geheele M. O--
wezen in onze stad. Dat het college van B.
en W. zich in des* laat voorlichten door bij
de kwestie niet grdnteresaeerde schoolmannen
en overleg plege met alle bjj deze materie be
trokken ryks-autoriteiten.
Men onderzoeke rustig, maar zonder on-
noodig talmen.
Want men bedenke wel, dat het personeel
aan deze scholen recht heeft te weten, wat
voor het vervolg z’n positie zal zjjn.
Moge dan in de nabije toekomst B. en W
met een weloverwogen voorstel in <ien Raad
komen, waarbti gelykelyk met de finantieele-
als met de onderwijsbelangen is rekening ge
houden.
schoolonderwijs voor bet grootste deel voor
haar rekening zal moeten nemen.
De minderheid vóórziet niet de consequen
tie, dat de gemeente binnen korten tjjd meer
scholen zal moeten oprichten en «ie koeten
van het bjjzonder bewaarscboolonderwijs
▼oor het grootste deel voor haar rekening
zal moeten nemen.
De minderheid acht deze financieele ge
volgen niet van zoodanigen aard, dat de ge
meente zich daardoor sou moeten laten weer
houden «Ie voorzieningen te treffen welke de
minderheid noodig acht De minderheid aan
vaardt, dat de gemeente niet alleen de alge
meene bewaarschool zal moeten exploiteeren,
maar «lat daarvan het gevolg moet zyn, dat
binnen zeer korten tjjd een tweede gemeente
lijke bewaarschool zal moeten worden opge
richt, naar gelang der gebleken behoefte. Ten
opzichte van de subsidieering van bet bij
zonder bewaarschoolonderwjjs is een deel der
minderheid van meening, dat de gemeente
den plicht heeft, aan het bjjzonder bewaar-
schoölonderwjjs ten goede te doen komen
eenzelfde bedrag per leerling als wordt ten
koste gelegd aan elk kind dat de ojtenbare
bewaarschool bezoekt. I> rechtsgèdachte,
aan de financieele gelijkstelling van openbaar
en bijzonder lager onderwjjs ten grondslag
liggende, moet, naar dit lid oonieelt, ook
hier richtsnoer zjjn. Nu dit echter voor de
gemeen tdfir^neién gevolgen sou hebben, die
ook dit lid bedenkeljjk zou achten, is het
roet bót arrtf?re lid der minderheid van mee
ning dat met een zeker deel, Lw. een ver-
geding ten bedrage van 60 pCt. der explol-
tatie-uitgaven van het ojtenbaar onderwjjs,
ral kunnen worilen volstaan, in dier voege,
dat van de koeten per leerling der openbar»
hewaarschool(scholen) over een zeker jaar
60 pCt. j>er leerling over datzelfde jaar aan
het bjjzonder bewaarrchoolonderwjjs zou wor
den uitgekeerd, tot ten hoogte bet bedrag
der werkelijk gemaakte kosten van dit on
derwijs. Nadere voorschriften zouden natuur
lijk bjj door den Raad vast te stellen veror
dening moeten worden gegeven.
De meerderheid wil tegen dit standpunt
ernstig waarschuwen. Het ojtent de gemeente
het persjtectjef dat binnen eenige jaren een
bedrag van tenminste 53.000.voor het
bewaarsohoólonderwjjs moet worden uitge
trokken. De meerderheid voorliet, dat de ge
meente zieh, «1oor in den geest der minder
heid te besluiten, zou l>egeven op een weg
die het financieele t>eleid in de toekomst, dat
toch reels met de grootste omzichtigheid
zal moeten worden gevoerd, in hooge mate
zal bemoeilijken.
Zjj ontraadt met klem het denkbeeld der
minderheid te aanvaarden en geeft den Raad
in overweging:
a. hel adres van de sfde'ling Alkmaar van
Volksonderwijs d.d. 22 December 1923 be
treffende verbetering 3er financieele positie
van het personeel der algemeene bewaar
school voor kennisgeving aan te nemen, aan
gezien het dienstverband binnen zeer korten
tjjd zal worden opgeheven;
b. op het adres d.d. 19 Januari 1924 van
onder» van kinderen die de algemeen» bo-
waarschoot bezoeken, houdende het verzoek
die bewaarschool door de gemeente te doe»
exploiteeren, afwjjzend te beschikken;
c. op h«»t adres d.d. 20 December 1924 van
de afdeeling Alkmaar der Vereenigrig Volks
onderwijs, houdende het verzoek in het Oos-
telyk deel der gemeente een bewaarscbocl
te stichten, eveneens afwijzend te beschik
ken.
Regeling der wedden en kronen van
ambtenaren en werklieden bjj ver
vulling militaire plichten.
Bjj besluit van den 19en Mei 1909 nr. 8
(Gein, blad nr. 305) beeft de Raa-i be|>aal«i,
dat aan ambtenaren, beambten en werklie
den, die ter vervulling hunner militaire plich
ten worden opgeroepen, tijdens hun verblijf
onder de wapenen, zoo ze gehuwj zjjn of
ongehuwd en kostwinner, 75 van hel hun
toegekende loon of de hun toegelegde jaar
wedde wordt uitgekeerd, terwjjl de overige
ongehuwden 25 pCL van bun loon of jaar
wedde zullen ontvangen.
Het 1* gebleken, dat deae regeling niet
roder voldoet. Vooral voor de gehuwde an>b-
teuaran «n werklieden dia voor herhaling*-