„Noord-Hollandsch Dagblad” 14 3 7. I L& Palmpaschen Taf'' celen uit het I £.vangelie. EPISTEL EN EVANGELIE. 1) Van Hasselt. Kronyk van Arnhem, u- 160. Boek. de men omtrent te mogen lopen singen met Palm of HET VOLK DAT IN DUISTERNIS ZAT. van biz. was >t bui dikwyle Een groote met een Klatervlag, En dubble Haantjes, op het topje; Gelyk ook met een Ei in 't dorpje. Banket en Koek, dat zy wel mag. De prent ia geteekend; J. Robyn. De klei ne houtsnede, gesigneerd AR d. I. A. Robyn aldus in begon van ■een m alle. gelijk de leun en achrty/en, ijjbei en de gtMcoie- groobrtiiks t en continu* goed* laatste jaar even wordt armen Zoo name dere stede, maar letten daar een rentmeester in. van lel jjk wat OFFICIEEL KEROERICHT van het ilde er enkel getuigen daden en woorden. En g 1 geleerd te zjjn. Die umetea ring mogeltjk lie ons met kent en jen, behoeven wii zinnigheid Hoorn Zwaag Grootebroek W. Blokker-. Wadway Wee re Ursem Zwaagdjjk N. Scharwoude Alkmaar Wognum Obdam Medemblik Bovenkarspel Broek erha ven Waarland Nibbixwoud Lutjebroek lijn Meester, die toch verloren ia, uit te >eve- --“--p der machtigen van ijpi afwenden en zjjn veeg lijf red- den dag aan het graf geweest, en Zijn 11- 1 chaam niet vindende, kwamen zq. en zeiden, dat zjj ook een* ve^vehijning van Engelen •o 1588. 2) Aldaar, anno 8) Aldaar, anno 1588. 4) Van Hasselt 1803, blx. 282 Het volk van Galilea kon een behaaglijk, gemak ketijk en kommerloos leven leiden. De grond was vettig en vruchtbaar; de meeste bewoners deden derhalve aan land bouw. GrooU* landerijen, ja heele dorpen met al wat er om lag, boorden toe aan den te raik, aan hovelingen en veldoversten, aan voor- prieeterfamilies uit Jerusalem, aan an- rqken. Die woonden zelf niet op de hof sloot1, maar renen uaar een rruiuicvi'fl die de boerderij eigenmachtig beredderd'. Hij had slaven onder hem, wien hij bet dage- 1 jjkach brood moest uitdeden, loonarttciders die hjj voor eenige dagen aanwierf; hjj tetude uit of verkocht op crediet graan, olie en wijn, en verkocht den oogst aan oftkoopers. Up tijd en Mond legde hij zjjn boeken den landht er voor, rekende met hem af, en had voor 't overige van ‘t jaar weer de tuinden vrjj. Want toezicht op zjjn reutnieost»<cnap was er niet veel; de eigenaar liet de taken aan hem over. Zelf op ’t land arbeiden deed de rentmeester niet; hfj was doorgaans een gen, of maaien of plukken. Taaiere en maai ers waren nooit dezelfden. Zjj bleven onaf hankelijk en braken zich den kop niet reet zorgen voor morgen. Heel dat landbouwer»volk was went uun, doch op zijn Oosterech. De arbeid wo'd tij dig gedaan, doch hij was licht, en na«n amper het derde van de werkdagen in beslag. Na don eersten regen, in November cf De cember ploegden xjj den grond om met een lichte punt ploeg of een handhaak Niet te diep, want bij plaatsen lag maar een d> rno laag aarde over de rotelaag; op jommige plekken zelfs staken de n> tuk oppen boven den grond uit. Zjj gaven xich do moeite n.et, do doornen met wortel en al uit te roei -n, doch kaftten ze enkel af en staken re In brand. Dan ging de zaaier over het »eid eu ncide uit den echoot van zjjn opgesloofdrei tok. Zwermen inuswehen vlogen rond hem en snapten het vliegende zaad: de rog Hier mochten hun aan het>l>eii, er vloog «a»1 ge noeg Do doornen zouden sneller en dichter groeien dan het koren en hot hier en daar beletten in de aren te komen. Maar wat gaf dat? De oogst zóu nog schoon genoog zijn. Einde Januari werden de boomen <'B velaars gesnoeid: een Meht en genoeglijk t^- verdrjjfl verschilt in voorstelling niet veel van de groote. Links onder een zeildoeken kraamp je, xit een vrouw naast een groote tobbe met palmpascben. Rechte staan eenige kin deren, waarvan één met een palmpaaseh in de hand. Het versje luidt hier: Gepalmde Paaxoben» Stokeieraaden, Met Vygen, Koek en Ei gelaalen, Gekroond met een gebakken Haan, Zyn kinderen ten vreugdeteken. Dat, nu de Vasten is geweken, Men ’t Keest van Paasch zal vieren raan. Een stalletje met palmpaaAchjes aan een beeneeuwden dorpsweg zien we nog in 1870 algeheeld in het jaarboekje Castalia, Am sterdam, Gebr. Kraay, tegenover blx. 241. Het prentje is naar een schilderij van Marie ten Kate van omstreeks 1840. Bij t prentje staat een gedicht, waarin o.a. voorkomt: Daar zitten Gjj» en Pleuutje ook Met bitter hongerige magen. Daar zitten ze aan d'upen straat Ten prooi aan d’ongena der vlagen. Zjj schuilen onder X klapprend dak Van X wrak eens regenscherm*) vol scheuren. En bién palmpaascbjes daar te koop Belaên met kipjes, koek en kleuren. HOUDT UW PASUHEN. Gij zijt Katholiek; uw ouders heriben u Katholiek opgevoed, uw kinderjaren zijn begiansd geweest met hun liefde en hun geloot- En zii heboen ’t u geleerd en het u voorgedaan„Biecht tenmin ste epns «pars uw zonden. En om trent Paschen nadert tot de H Tafel” Dat is, voor elkeen, de groote pLcnt van elk jaar? Christus had meer kunnen vragen ’t was toch voor ons, dat Hij het deed; om ons van onze sciiuld te verlossen, om ons met Zijn vieesdi te voeden! Maar... Hii liet het over aan de Kerk te bepalen, hoe dikwijls wii verplicht zouden zijn die Genade-middelen te ge bruiken ééns per jaar, bepaalde de Kerk en omstreeks Paschen’ I)at is het féést van Het Herleven; welnu, dan moetén allen, gezuiverd door de Biecnt, tot een Nieuw Leven ópstaan en daar voor de noodige levenskracht opdoen in de H. Commune Wie bet niet doet, gezien hebben, die zeiden, dat Hjj leefde. Eenigen van ons zjjn dan naar het graf ge gaan. en hebben het zoo bevonden als de vrouwen gezegd hadden; maar Hem hebben zjj niet gevonden. Toen zeide Hjj bun: 0 gjj dwazen en tragen van hart, om te ge- looven aan alles, wat de profeten gezegd hebben! moest de Christus dit niet Ijjden.en Zjjne heerlijkheid ingaan? En Hjj d Moxes en al de profeten, en ver klaarde hun, hetgeen van Hem in alle schrif ten geschreven stond. Zjj naderden dan het dorp, daa? zij henen gingen, en Hjj gedroeg xieh, als wilde Hjj verder gaan. En zjj dwon gen Hem. en xeiden: Bljjf bQ ons, want het wordt avond, en de dag is reeds aan het af gaan. En H|j ging met hen binnen. En bet geschiedde, toen Hjjkmet ben aan tafel lag, dat Hjj het brood nam. het zegende, brak, en het hun gaf. Toen werden hunne oogen ge opend en xjj kenden Hem. En Hjj verdween uit hunne odgen. Zjj zeiden dan tot elkan der: Was ons hart niet brandend in ons, toen Hjj op den weg sprak, en ons de schrif ten opende? En op hetzelfde uur stonden rjj op, en keerden terug naar Jerusalem, en zjj vonden vergaderd de elf, en degenen, die bjj ben waren, die zeiden: Dat de Héét waar lq*k verrezen, en aan 8imon verschenen was. Ook verhaalden xjj, hetgeen op den weg ge schied was. en boe zjj Hem in het breken des broods gekend hadden. zat daarom schuldig /ryn, schuldig: de Paag<-hb»e<ht me zijn verplichtend op st rat van dood zonde Wonder, dat de H. Kerk ors dat ge bod moet opleggen. Een eerlijk mensch, die schulden heeft, werkt en zwoegt om zijn somlden te kunnen betalen. Een mensen, die honger lijdt, heeft geen rust voor hii verzadigd ts. En... wii .allen hebben schuld, en nog wei schuld tegenover God, wji Jtebben hon ger, zielenhonger en vergaan van ,vte- langt n en onmacht En zie Christus heeft daarom gedacht, en hóeft ons h.f middel aan de hand gedaan, om onze schulden te vereffenen, om onze ziel met voedsel te sterken: De Biec.,t ver geeft ons af onze zonden; de H. com- jnunie schenkt ons fnssche leven -kracht En ware ’tnu nog moeilijk Maar neen' ’k weet net wel: men biecnt met gaarpe zijn zonden aan ten ander! Maar wie niet trescaaamd was liet te doen, moet ook niet verlegen zijn het te bjechtep! En de Kerk maakt die moeite zoo «vying mogelijkaan eiken priester, ten dien wji niet kdk maar m volle rechtzinnigheid onne schuld te belijden: hii zit daar als een vader, met open armen, en zal ons lief- bumelman, «He niet eens spitten kon. 'p zijn gemak kon hjj het eigendom van zqn mecvtor verkwisten, vaktebe schuldbrieven doen n- deneekenen, te werk gaan als een twinge land, de slaven en slavinnen laten hongerlij den en zelfs afransefen, vroolqk eten tn ste vig wjjn drinken. De beer zou toch niet ko men. Groote landbouwere womden zelf op hun hofstede, doch hielden enkel toezicht over het bedrijf. Zij gingen wel uit om arb-ddoi* aan te werven, maar het eigenljjke werk, Ie t inhalen van den oogt*, het donu hen en op bergen, het uitbetalen van de looneu, Ih ten zjj nog over aan een rentaieeeter. Ha il^n zij grooto zonen, <lan zouden zij die als opzich ten naar ver afgelegen akkers. Geringe boertjes bewerkten zelf hun vel den, met vrouw en kinderen. Hun eehuur wan zoo ruim niet al* die hunner buren, mxnr xjj waren even onafhankelijk en vrij van over matige zorgen. I>e loonarbeid»-™ )eef<l«-n wellicht rog koinmcrloozer dan de landbouwers. Naar werk zochten zjj niet, want xjj wisten wei dat de Koereu hen niet missen komleii, ra stonden heele dagen geduhiig droomoad, p de aanwerver» te vrachten. Eiken avond wer den zjj nitbetaald en waren weer vrjj: stond de arbeid hun niet aan, dan bleven xq 's an derendaags weg. Vaste daglponers voor r< el het jaar waren er niet; hoogstens Heten xfl xieh aanwerven voor Mn seizoen, voor pko- ren, de vjjandeohap eigen hoofd afwend den. Eén hunner was een duivel,... Boeken menaeben waren het ge_ Wel waren zjj niet ongeletterd; meeste Joden konden xjj I en waren thuré In den Bj.' denb van Israël. Maar schoolgeleerdheid had den xjj niet noodty. Jesus immers wil maken *an zjjn c_ gen hoeven niet enkel goede oogen en ooren hebben e>i op- KDD En oprecht waren die volksmenecbon, die viaechers, die tollenaar. Brabant de palmpaasch zoo'goed als gelieef verdwenen is Verder vond ik in de 17e eeuw van de palmpescbeu geen melding gemaakt, docli wel de medeoeeiing dat in ’t midden der 17de eeuw te Amsterdam de Palmxtmdag vroolijk gevierd werd en men elkaar dan ge-. schenken gaf, bestaande uit eieren, koeken ..Bet plach eertjjte een gewoonte te zijn en wort by wjjlen noch onderhouden, daar jaarljjks op Palm-Bondag yder Doelbeer (overste der schutters), tot een erkentenis van dankhaarbeydt, en schuldige plicht, een schotel Kievits-eyrsn, een doxjjn olykoek-n en een kan Rinse wjjn, t’buys gezonden wordt” (i). Van 1635 op 1769 is een heele sprong; in dat jaar vertelt J. Ie Franck van Berkbey one in zjjn Natuurlijke Historie van Holland, III D. II 8t. blx. 1291: „Verder heeft men voor de kinderen paaechpalmen. of lange stokjes met palm versierd, waaraan krentebrooden, appels, baanotrikken, goude vlaggetje*, goudpapie ren moemen enx. ge*token zqn. Men weet ook de eieren Mauw, rood, groeu of geel £e- verwd, en hard gekookt aan zulke stokjes te steken. Andermaal ontmoeten wjj de palmpaaach in 1796, in het eerste jaar van de Bataafscbe Republiek. De Franschen vonden bet toen noodig te Amsterdam een Comité van Waak zaamheid in te stellen, dat tot doel had „bet mainteneeren der rust, orde en veiligheid in de gemeente.” Vrjj uitvoerige proeee-verba- len van de bijeenkomsten van dit Comité zqn ons bewaard gebleven Zjj geven een haast onafgebroken aaneenschakeling te le zen van verhooren, waarbq de burgers over de minste beuzelingen werden ondervraagd. Zoo hield bot comité zich 39 Maart 1795 be zig met een als corpys delicti ov*rgelegd „oranjepapier vlagje van een zoogenaamde palmpaas, hetwelk gehaalt is uit het huis "Van een vrouw, woonende in de nieuwe l>ooqetdw«u-wtraat in een ke'der, waarop re solveert ie de vrouw te doen ontbieden.” 81 Maart. „Neeltje van Eesen zegt niet ge weten te hebben dat het papier waarvan de vlaggetjes gemaakt zjjn, oranje waa'daar de Erve van Egmond, boekverkooper, op de Reguliersbreestraat bet haar heeft verkocht voor „rood", dat zjj slegts 5 of 0 palmpaas- stokjes had verkogt en op de komst van den bode Jan Gfjsberta a( bet overige op bet vuur gsgwoit en verbrand beeft „waarover gede- nbereert zjjnde. is gereeol veert haar met een sterke reprimande te ontslaan.” De oudste afbeelding die ik van een No- derlandsche palmpaasch gevonden heb, is afkomstig van den 18de eeuwseben scbilder- teekenaar Jacobus Buys. Van de jaren 1771 1773 dagteekenen zjjn gekleurde teeke- ningen van de twaalf maanden, elk door een volksfeest voorgestold Op de plaat van Maart tien wjj een koopvrouw met kruiwa gen vol palmpaaschjes in een deftige Stadsbuurt. Een kind met een palmpaascbje in de hand beklimt de booge stoep van een patricisch huis. De palmpaachen zqn van bet Noordhollandsche type. Twee kinder prenten houteneden,* zjjn ons bewaard gebleven, waarop palmpaseben zjjn afgebfo-ld. Het zjjn een groote houtsnede, en I een kleine, op een prent bestaande uit acht kleine houtsneden van verschillende volks gebruiken. Van beide prenten hebben we verschillende drukken, wsarvan de oudste van omstreeks 1790 dagteekent en de jong ste van omstreeks 1820. 1) De groote houtsnede stelt een koopvrouw voor zittende naast een tobbe waarin (Arn- eterdamsebe; palmpaacben gestoken zqn II) De verdere voorstelling tdjjkt uit een van de daaronder afgedrukte coupletten: Ziet, Vader kogt een klein Paltnpaasje Voor *t dochtertje, dat hy bemint, Hoe vrolyk is daar mee bet Kind! Maar Mietjes Broêr kogt haar een Baasje. in vroeger tjjd. In haar Folkloristische studie van Palm- Zondaggebruiken in Nederland, wjjet Dr. C. Catharina van de Graft er óp, dat in de 17e eeuweche kronieken in den tjjd, dat geloofs haat er ons Protestanach volk toebracht een miskleed in stukken te tornen 1) of in bet openbaar op de markt te verbranden, aan een gilde te gelasten „haar fhiweelen ijjkkleed waarop een rood kruis én een Mariabeeld stond, niet meer te gebruiken, by verbeurte van hetzelve” 2) en zelfs „het beeld van de opstanding» des Heeren, bangemie op bet ehoor in de Groote kerk, tot vermelding ergernis weg te nemen” 8) ook herhaald, bevelen werden aitgevaardigd tegen men „afgodische eeremoni«nï; noemde De 81. Janskronea, 8t MaartenBthten (al dus ontleenen vrjj verder aai) genoemde ver handeling): Pinksterbloemen en 8t Nicoteasviering werden verboden en de jeugdige overtreders met de verbeurdverklaring van bun hoed ge straft 4). Het zal echter op de meeste plaat sen gegaan zqn gelyk te Arnhem, waar hoe wel de Magistraat ,J»et zetten van de ochos verboodt bjj arbitaire correctie en het bak kenen van St. Nicolaasgoed bjj verbeurte van hetzelve”, men toch hiermee doorging, want „dat gebruik van der Pausgezinden was ve«4 te genoeglyck om daarvan geene navolgers te bljjven.” Terwjjl nu deze verbodsbepalingen de - Pinksterbloem herhaaldeiqk voorkomt, heb ik slechts ééne plaats aangetroffen waar over palmpaaseh gehandeld wordt, namelijk in een keur van het dorp Uitgeeet, anno 1635 (1). Zjj luidt: „sal oock by nieinant tot genen tyden, ende bysonder omtrent Sint Jan, kroonen van Groen ofte andereinte gemaeckt, »nde opgehangen mogen werden, van geiycken omtrent Sinte Maerten met gene lichten te mogen lopen door bet Dorp ende laughs de i wegen, oock niet op Palm-sondagh ef daer omtrent te mogen lopen singen met Palm of diergdycke groente (d. L groen) langhs de wegen, van geiycken op Pingsteren of daer omtrent geene Pingeterbloemen te mogen omdragen, of da-*r 'neede mogen omgaen ends ringen, op pene van see stuvere, te ver beuren by een yder ’t zelve doende, ende sullen de Ouden voor hare Kinderen beta- I len.” I Zouden dergeljjke bepalingen een verkla- onze vrouwen ons ontsteld; zjj waren voor ring insluiten voor het feit dat in geheels strdien, bjjv in de provincie Groningen, de palmpaaseh niet meer voorkomt? Maar daar tegenover staat dat ook in het katholieke N.- VAN JESUS LEERLINGEN. V. Daar waren om Jesus eenige vrouwen, die van booze geesten en ziekten verlost waren: Maria, bjjgenaamd Magdalena, uit wis xpven duivelen waren uitgegaan, en Joani-a, de vrouw van Chusa den hofmeester van Hero des, en Susanna en vele anderen, dis Hem ten dienste waren met haar vermogen. Judas dan droeg de beurs, kocht op reis mondkoet aan voor Jesus en bet gezelschap, en ont vreemdde nu en dan eenige tienüngen. De gelegenheid maakte den dief en deed Je geld- xucht ai Jeans koopeu voor de armen. Judas bestel te die En genegen ook hun wonderbaar goeden Meestér. Want xjj zouden vrijwillige getuigen zjjn, en daartoe moesten zjj Hem trouw be minnen. der ijk heffen! En van al wrat hii hoort mag hii nooit een woord ze«eiU Dat is alle*! En ten koste van die vernedering geeft God on$ zijnen vrede terug, en yergeeft Hii ons wat wii schuldig zitn- Houd uwen Paschen en houd hem Zal bet misschien het niet zijn dat u nog kans gq om uw Pasdien te houden? 8 4 2 1 1 1 1 1 r» o 2 1 1 1 1 1 1 Het heeft lang geduurd voordat W. Blok ker zich present meldde, maar nu doet bet 't ineen» dubbel. Dat is nog eens werk. Waar blijft O. Blokker? Dat kan nu toch zeker uiet langer wegbljjven. Het moest eigenlijk zoo worden, dat de Meester op school maar aan de kinderen l>e- hoefde te vrageite „In welke dorpen zqn er Stichters van he" Missiehuis?”, om alle dor pen tusschen Noord- en Zuider-Zee opge noemd te krjjgen. Dat zsu toch een uitkomst voor de Meesters en Juffrouwen zijn en.... voor mij ook. Weet u wat ik deze week in de Maa»t>ode las? „De Engelache Protestanten hebben in het algeloopen jaar 24 millioen gulden opge bracht voor de Protestantsche Zending en de Amenkaanscbe 125 millioen gulden. Al leen in deze twee landen orachten do Pro testanten voor hun Zending dus veel meer op dau de Katholieken over heel de werekL Is dit nit beschamend voor ons, Katholieken, eu moet dit niet aan»j>oren tot grooteren qver voor onze Missies?” Gten wonder dat Z. H. de Paus on» on langs nog eens terdege heeft aangespoord. Father LEFEBER, Directeur. N. B. Men kan zich hier ook aanmelden voor Missie-Broeder en Mi»s>e-Zuster van de 8t. Josejih-Congregatie. Zij staan de Pries ters op de Missie bjj. gegevear* brokkelde zqn vertrouwen in Jesus langzamerhand weg Jesus ectiter wist cat de gierigaard Hem zou overleveren, maar bleef hem als vriend behandelen. Als Judas zien zal. <iat van Jesus nicte meer te verhopen b, dat de Meester en zjjn leerlingen in 't gevang van den Hoogen Raad zuilen geraken, dan zal hjj ontred lord staan voor de mogelijke gevolgen van het avontuur. In stede van ter sluiks weg te bee- neu, zonder opspraak, terug naar zyn teen achtige bergen van Kerioth, zal bjj io-»r «en laagheid uit den neteligen toestand Kruipen. Hjj zal een handvol tienüngen verdienen met PAASCH-ZONDAG. Epistel uit den eersten brief van den B. apostel Paulus aan de KorintWrs; Broeders, zuivert u vu bet oude zuur deeg, opdat gjj een nieuw beslag moogt zjjn, gelijk gq nu ongezuurd zjjL Wut ons Faaschlam Christus is geslacht. Laten wjj dan feest houden; niel met bet oude zuur deeg, noch met bet zuurdeeg van booebeid en ondeugd; maar met ongezuurde brooden vu oprechtheid en waarheid. Evangelie volgens den H. Marcus; XVI, 1—7. In dien tijde, kochten Maria Magdalena en Maria de moeder vu Jacobus, en Salome •pecerjjen om Jesus te komen zalven. En zeer vroeg, op den eersten dag der week, de son reeds opgegaan rjjnde, kwamen zjj au bet graf. Zjj zeiden du tot elkander: Wie zal ons den steen vu den ingang des grafs afwentelen? wut hjj was zeer groot. En op- ziende, zagen zjj. dat de steen afgewenteld was; en in het grif tredende, zagen zij au do rechterzijde zitten e.nen jongeling, om- hugen met een wit kleed; en zjj werden ver baaed Hjj telde tot haar; Verschrikt niet; gjj zoekt Jreus vau Nazareth, die gekruist is bjj b verrezen, hjj te bier niet, ziet de plaats, daar zj) Hem gelegd hebben. Maar lui zegt aan Zjjne leerlingen, en au Petrus, dat Hjj u reeds vooruit gaat naar Galilea. Daar zult gjj Hem zien, gelijk Hjj u gezegd heeft. PAA8CH-MAANDAG. Epistel uit de Pandelingen der apostelen; X, 3713. ïn die dagen, stond Petrus in het midden des volks, en zeide: Munen broeders! gjj weet, hetgeen er na den doop, dien Jounes predikte, in Galilea begonnen, en geheel Ju dea door geschied te; hoe God Jesus vu Nazareth beeft gezalfd met den heiligen Geest en met kracht; en Hjj al het land al weldoende doorging en allen genas die vu den duivel bezeten weren, wjjl God met Hem was. En wjj zjjn getuigen vu al. wat Hjj In bet lud der Joden, en te J«*rusalem gedaan beeft dier zjj au bet kruishout pe- bugrn en gedood hebben. Dien beeft God ten derden dage opgewekt, en Hem laten verschijnen, met au al bet volk, maar au getuigen die God voorbeschikt bad, na- Jk aan ons, die met Hem gegeten en ge dronken hebben, nadat Hjj vu den dood ve» rezen was. En Hjj heeft ons bevolen au het volk te prediken en te getuigen, da) Hjj door God tot rechter vu levenden en doo- den gesteld ia. Vu Hem getuigen alle Pro feten, dat allen, die in Hem gelooven, door Zijnen naam vergeving der zonden bekomen Evangelie volgens den P. Lucas;. ]LX1V, 13—33. t In dien tijde, op dien zelfden dag gingen twee leerlingen van Jesus naar een dorp, mrt name Emmaus, dat zestig stadiën van Jerusalem lag. En zjj spraken tot elkander vu al hetgeen daar geschied was. En bet geschiedde, terwjjl zjj te urnen spraken en onderhudelden, dat Jesus zelf daar kwam, en met ben ging; maar hunne oogen werden gehouden, opdat zjj Hem niet zouden her kennen En Hjj zeide tot ben: Welke zqn Je reden, dat gjj al wudelende met elkander verhandelt, en zqt zoo bedrukt? En de eene, genaamd Cleophas. utwoordde, en zeide: Zjjt Gr alleen een vreemdeling in Jerusalem, en wee1 Gjj niet, wat daar in deze dagen ge schie' is? En Hjj zeide hun: Wat dan? En zij zeiden: Van Jesus van Nazareth, zjjnJe een Profeet, machtig in werken en in woor den voor Q<mL en. voor al bet volk; en hoe onze overprieeters en oversten Hem hebban overgeleverd, om-ter dood te veroordelen, en gekruist. Du wjj hoopten, dat Hq Israel zoude verlossen; en met dit alles te hel he den reeds de derde dag. dat deze dingen geschied zjjn. Maar ook hebben eenige vu Arnhemsche oudheden, (1) In W. 0 Lame, Previlegie en Hut- vest Boeck vaii K ennemertandt, blz. 596; Dr. P. J. Boekenoogen te Leiden was zoo vriendelijk mijn aandacht op deze plaste te vestigen. (2) Dymeelaer, Amsterdam. IVde Amsterdam 1665, blz. 213. Handelingen vu de provisioneels muni- dpaliteit der stad Amsterdam. In bet bezit van den beer P. Smidt vu Gelder te Heemstede: het Koninklijk Oudheidkundig GentxXeohap te Amsterdam bezorgde hiervan reproducties. Ook te Utrecht kou men nog voor 25 Jtar des Zaterdags voor Palmpaschen op de Bezembrug een oud boeren vrouwtje zien ritten met een kruiwagen vol palmpaschen. I) Alle in het bezit vu Dz. G. J. Boeken- oogen te Leiden: alleen de oudste is ook in bet Prentenkabinet te Amsterdam Ze sqn: 1. De groote hmrtsnrde a. No. 27. Te Amaterdü. by de Erlgen. van de Wed. C. Stichter, Boek verk «vper» op X Rok ia, in «ie Oude Berg Calvarié?’ Gedrukt vóór 1796 b. No. 27. idem, doch na Boekverkopers: „in de Wsrunxvwtrsat, ectaiin over de oude Kerksteeg, in de Oude Berg Cakvarié, in N. 159." Gedrukt tuxechen 1799 en 1812 c. No. 188. „By J. Nomu, Boekdrukker te Z. Boemel.” Geljjk aan de vorige; gedrukt na 1817, waar itch yp) ijk omstreeks 1820. 2. De kleine acht houteneden a No. 108. Zelfde adres en tjjd als la b. No. 218. Zelfde adres en tjjd als le. U) Zie aft>. XI. was; en in het gnf tredende, zagen zjj hugen met een wit kleed; en zij werden zeide tot haar. Verschrikt niet; eten en kloeren i<Ja giften, maar zijn hart zelf wa» koud, hjj trok zich de amen niet au. Zóó werd hjj hardvochtig gelijk alle aar<te, onbekwaam zelf» om do vrijgevigheid bjj anderen hoog te schatten, al» zjj niH om gezet werd in blinkend»1 tienMngen die in zjjn beurs rammelden Eens dat Maria, lazarus’ zuster, Jeeus' voeten zalfde met een poi»d kostbaar reukwerk, beknibbelde Julte die grootmoedigheid, uit geveinsde liefde voor de annen: „Waarom «fit reukwerk niet voor driehonderd tienlingen verkocht en tan de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 10