„Noord-Hollandsch Dagblad”
14
3 7.
I
L&
Palmpaschen
Taf'' celen uit het I
£.vangelie.
EPISTEL EN EVANGELIE.
1) Van Hasselt. Kronyk van Arnhem, u-
160.
Boek.
de
men
omtrent te mogen lopen singen met Palm of
HET VOLK DAT IN DUISTERNIS ZAT.
van
biz.
was
>t bui dikwyle
Een groote met een Klatervlag,
En dubble Haantjes, op het topje;
Gelyk ook met een Ei in 't dorpje.
Banket en Koek, dat zy wel mag.
De prent ia geteekend; J. Robyn. De klei
ne houtsnede, gesigneerd AR d. I. A. Robyn
aldus in
begon van
■een m alle.
gelijk de
leun en achrty/en,
ijjbei en de gtMcoie-
groobrtiiks
t en continu*
goed*
laatste jaar
even wordt
armen
Zoo
name
dere
stede, maar letten daar een rentmeester in.
van
lel jjk
wat
OFFICIEEL KEROERICHT
van het
ilde er enkel getuigen
daden en woorden. En g
1 geleerd te zjjn. Die umetea
ring mogeltjk
lie ons met kent en
jen, behoeven wii
zinnigheid
Hoorn
Zwaag
Grootebroek
W. Blokker-.
Wadway
Wee re
Ursem
Zwaagdjjk
N. Scharwoude
Alkmaar
Wognum
Obdam
Medemblik
Bovenkarspel
Broek erha ven
Waarland
Nibbixwoud
Lutjebroek
lijn Meester, die toch verloren ia, uit te >eve-
--“--p der machtigen van ijpi
afwenden en zjjn veeg lijf red-
den dag aan het graf geweest, en Zijn 11- 1
chaam niet vindende, kwamen zq. en zeiden,
dat zjj ook een* ve^vehijning van Engelen
•o 1588.
2) Aldaar, anno
8) Aldaar, anno 1588.
4) Van Hasselt
1803, blx. 282
Het volk van Galilea kon een behaaglijk,
gemak ketijk en kommerloos leven leiden.
De grond was vettig en vruchtbaar; de
meeste bewoners deden derhalve aan land
bouw.
GrooU* landerijen, ja heele dorpen met al
wat er om lag, boorden toe aan den te raik,
aan hovelingen en veldoversten, aan voor-
prieeterfamilies uit Jerusalem, aan an-
rqken. Die woonden zelf niet op de hof
sloot1, maar renen uaar een rruiuicvi'fl
die de boerderij eigenmachtig beredderd'. Hij
had slaven onder hem, wien hij bet dage-
1 jjkach brood moest uitdeden, loonarttciders
die hjj voor eenige dagen aanwierf; hjj tetude
uit of verkocht op crediet graan, olie en wijn,
en verkocht den oogst aan oftkoopers. Up tijd
en Mond legde hij zjjn boeken den landht er
voor, rekende met hem af, en had voor 't
overige van ‘t jaar weer de tuinden vrjj.
Want toezicht op zjjn reutnieost»<cnap
was er niet veel; de eigenaar liet de taken
aan hem over. Zelf op ’t land arbeiden deed
de rentmeester niet; hfj was doorgaans een
gen, of maaien of plukken. Taaiere en maai
ers waren nooit dezelfden. Zjj bleven onaf
hankelijk en braken zich den kop niet reet
zorgen voor morgen.
Heel dat landbouwer»volk was went uun,
doch op zijn Oosterech. De arbeid wo'd tij
dig gedaan, doch hij was licht, en na«n amper
het derde van de werkdagen in beslag.
Na don eersten regen, in November cf De
cember ploegden xjj den grond om met een
lichte punt ploeg of een handhaak Niet te
diep, want bij plaatsen lag maar een d> rno
laag aarde over de rotelaag; op jommige
plekken zelfs staken de n> tuk oppen boven
den grond uit. Zjj gaven xich do moeite n.et,
do doornen met wortel en al uit te roei -n,
doch kaftten ze enkel af en staken re In
brand.
Dan ging de zaaier over het »eid eu ncide
uit den echoot van zjjn opgesloofdrei tok.
Zwermen inuswehen vlogen rond hem en
snapten het vliegende zaad: de rog Hier
mochten hun aan het>l>eii, er vloog «a»1 ge
noeg
Do doornen zouden sneller en dichter
groeien dan het koren en hot hier en daar
beletten in de aren te komen. Maar wat gaf
dat? De oogst zóu nog schoon genoog zijn.
Einde Januari werden de boomen <'B
velaars gesnoeid: een Meht en genoeglijk t^-
verdrjjfl
verschilt in voorstelling niet veel van de
groote. Links onder een zeildoeken kraamp
je, xit een vrouw naast een groote tobbe
met palmpascben. Rechte staan eenige kin
deren, waarvan één met een palmpaaseh in
de hand. Het versje luidt hier:
Gepalmde Paaxoben» Stokeieraaden,
Met Vygen, Koek en Ei gelaalen,
Gekroond met een gebakken Haan,
Zyn kinderen ten vreugdeteken.
Dat, nu de Vasten is geweken,
Men ’t Keest van Paasch zal vieren raan.
Een stalletje met palmpaaAchjes aan een
beeneeuwden dorpsweg zien we nog in 1870
algeheeld in het jaarboekje Castalia, Am
sterdam, Gebr. Kraay, tegenover blx. 241.
Het prentje is naar een schilderij van Marie
ten Kate van omstreeks 1840. Bij t prentje
staat een gedicht, waarin o.a. voorkomt:
Daar zitten Gjj» en Pleuutje ook
Met bitter hongerige magen.
Daar zitten ze aan d'upen straat
Ten prooi aan d’ongena der vlagen.
Zjj schuilen onder X klapprend dak
Van X wrak eens regenscherm*) vol
scheuren.
En bién palmpaascbjes daar te koop
Belaên met kipjes, koek en kleuren.
HOUDT UW PASUHEN.
Gij zijt Katholiek; uw ouders heriben
u Katholiek opgevoed, uw kinderjaren
zijn begiansd geweest met hun liefde en
hun geloot- En zii heboen ’t u geleerd
en het u voorgedaan„Biecht tenmin
ste epns «pars uw zonden. En om
trent Paschen nadert tot de H Tafel”
Dat is, voor elkeen, de groote pLcnt
van elk jaar?
Christus had meer kunnen vragen
’t was toch voor ons, dat Hij het deed;
om ons van onze sciiuld te verlossen,
om ons met Zijn vieesdi te voeden!
Maar... Hii liet het over aan de Kerk
te bepalen, hoe dikwijls wii verplicht
zouden zijn die Genade-middelen te ge
bruiken ééns per jaar, bepaalde de
Kerk en omstreeks Paschen’ I)at is het
féést van Het Herleven; welnu, dan
moetén allen, gezuiverd door de Biecnt,
tot een Nieuw Leven ópstaan en daar
voor de noodige levenskracht opdoen
in de H. Commune Wie bet niet doet,
gezien hebben, die zeiden, dat Hjj leefde.
Eenigen van ons zjjn dan naar het graf ge
gaan. en hebben het zoo bevonden als de
vrouwen gezegd hadden; maar Hem hebben
zjj niet gevonden. Toen zeide Hjj bun: 0
gjj dwazen en tragen van hart, om te ge-
looven aan alles, wat de profeten gezegd
hebben! moest de Christus dit niet Ijjden.en
Zjjne heerlijkheid ingaan? En Hjj
d Moxes en al de profeten, en ver
klaarde hun, hetgeen van Hem in alle schrif
ten geschreven stond. Zjj naderden dan het
dorp, daa? zij henen gingen, en Hjj gedroeg
xieh, als wilde Hjj verder gaan. En zjj dwon
gen Hem. en xeiden: Bljjf bQ ons, want het
wordt avond, en de dag is reeds aan het af
gaan. En H|j ging met hen binnen. En bet
geschiedde, toen Hjjkmet ben aan tafel lag,
dat Hjj het brood nam. het zegende, brak, en
het hun gaf. Toen werden hunne oogen ge
opend en xjj kenden Hem. En Hjj verdween
uit hunne odgen. Zjj zeiden dan tot elkan
der: Was ons hart niet brandend in ons,
toen Hjj op den weg sprak, en ons de schrif
ten opende? En op hetzelfde uur stonden rjj
op, en keerden terug naar Jerusalem, en zjj
vonden vergaderd de elf, en degenen, die
bjj ben waren, die zeiden: Dat de Héét waar
lq*k verrezen, en aan 8imon verschenen was.
Ook verhaalden xjj, hetgeen op den weg ge
schied was. en boe zjj Hem in het breken des
broods gekend hadden.
zat daarom schuldig /ryn,
schuldig: de Paag<-hb»e<ht
me zijn verplichtend op st rat van dood
zonde
Wonder, dat de H. Kerk ors dat ge
bod moet opleggen. Een eerlijk mensch,
die schulden heeft, werkt en zwoegt
om zijn somlden te kunnen betalen.
Een mensen, die honger lijdt, heeft
geen rust voor hii verzadigd ts. En...
wii .allen hebben schuld, en nog wei
schuld tegenover God, wji Jtebben hon
ger, zielenhonger en vergaan van ,vte-
langt n en onmacht En zie Christus
heeft daarom gedacht, en hóeft ons h.f
middel aan de hand gedaan, om onze
schulden te vereffenen, om onze ziel
met voedsel te sterken: De Biec.,t ver
geeft ons af onze zonden; de H. com-
jnunie schenkt ons fnssche leven -kracht
En ware ’tnu nog moeilijk
Maar neen' ’k weet net wel: men
biecnt met gaarpe zijn zonden aan ten
ander! Maar wie niet trescaaamd was
liet te doen, moet ook niet verlegen
zijn het te bjechtep! En de Kerk maakt
die moeite zoo «vying mogelijkaan
eiken priester, ten
dien wji niet kdk
maar m volle rechtzinnigheid onne
schuld te belijden: hii zit daar als een
vader, met open armen, en zal ons lief-
bumelman, «He niet eens spitten kon. 'p zijn
gemak kon hjj het eigendom van zqn mecvtor
verkwisten, vaktebe schuldbrieven doen n-
deneekenen, te werk gaan als een twinge
land, de slaven en slavinnen laten hongerlij
den en zelfs afransefen, vroolqk eten tn ste
vig wjjn drinken. De beer zou toch niet ko
men.
Groote landbouwere womden zelf op hun
hofstede, doch hielden enkel toezicht over
het bedrijf. Zij gingen wel uit om arb-ddoi*
aan te werven, maar het eigenljjke werk, Ie t
inhalen van den oogt*, het donu hen en op
bergen, het uitbetalen van de looneu, Ih ten
zjj nog over aan een rentaieeeter. Ha il^n zij
grooto zonen, <lan zouden zij die als opzich
ten naar ver afgelegen akkers.
Geringe boertjes bewerkten zelf hun vel
den, met vrouw en kinderen. Hun eehuur wan
zoo ruim niet al* die hunner buren, mxnr xjj
waren even onafhankelijk en vrij van over
matige zorgen.
I>e loonarbeid»-™ )eef<l«-n wellicht rog
koinmcrloozer dan de landbouwers. Naar
werk zochten zjj niet, want xjj wisten wei
dat de Koereu hen niet missen komleii, ra
stonden heele dagen geduhiig droomoad, p
de aanwerver» te vrachten. Eiken avond wer
den zjj nitbetaald en waren weer vrjj: stond
de arbeid hun niet aan, dan bleven xq 's an
derendaags weg. Vaste daglponers voor r< el
het jaar waren er niet; hoogstens Heten xfl
xieh aanwerven voor Mn seizoen, voor pko-
ren, de vjjandeohap
eigen hoofd afwend
den.
Eén hunner was een duivel,...
Boeken menaeben waren het ge_
Wel waren zjj niet ongeletterd;
meeste Joden konden xjj I
en waren thuré In den Bj.'
denb van Israël. Maar schoolgeleerdheid had
den xjj niet noodty.
Jesus immers wil
maken *an zjjn c_
gen hoeven niet
enkel goede oogen en ooren hebben e>i op-
KDD
En oprecht waren die volksmenecbon, die
viaechers, die tollenaar.
Brabant de palmpaasch zoo'goed als gelieef
verdwenen is
Verder vond ik in de 17e eeuw van de
palmpescbeu geen melding gemaakt, docli
wel de medeoeeiing dat in ’t midden der
17de eeuw te Amsterdam de Palmxtmdag
vroolijk gevierd werd en men elkaar dan ge-.
schenken gaf, bestaande uit eieren, koeken
..Bet plach eertjjte een gewoonte te zijn
en wort by wjjlen noch onderhouden, daar
jaarljjks op Palm-Bondag yder Doelbeer
(overste der schutters), tot een erkentenis
van dankhaarbeydt, en schuldige plicht, een
schotel Kievits-eyrsn, een doxjjn olykoek-n
en een kan Rinse wjjn, t’buys gezonden
wordt” (i).
Van 1635 op 1769 is een heele sprong;
in dat jaar vertelt J. Ie Franck van Berkbey
one in zjjn Natuurlijke Historie van Holland,
III D. II 8t. blx. 1291:
„Verder heeft men voor de kinderen
paaechpalmen. of lange stokjes met palm
versierd, waaraan krentebrooden, appels,
baanotrikken, goude vlaggetje*, goudpapie
ren moemen enx. ge*token zqn. Men weet
ook de eieren Mauw, rood, groeu of geel £e-
verwd, en hard gekookt aan zulke stokjes
te steken.
Andermaal ontmoeten wjj de palmpaaach
in 1796, in het eerste jaar van de Bataafscbe
Republiek. De Franschen vonden bet toen
noodig te Amsterdam een Comité van Waak
zaamheid in te stellen, dat tot doel had „bet
mainteneeren der rust, orde en veiligheid in
de gemeente.” Vrjj uitvoerige proeee-verba-
len van de bijeenkomsten van dit Comité
zqn ons bewaard gebleven Zjj geven een
haast onafgebroken aaneenschakeling te le
zen van verhooren, waarbq de burgers over
de minste beuzelingen werden ondervraagd.
Zoo hield bot comité zich 39 Maart 1795 be
zig met een als corpys delicti ov*rgelegd
„oranjepapier vlagje van een zoogenaamde
palmpaas, hetwelk gehaalt is uit het huis
"Van een vrouw, woonende in de nieuwe
l>ooqetdw«u-wtraat in een ke'der, waarop re
solveert ie de vrouw te doen ontbieden.”
81 Maart. „Neeltje van Eesen zegt niet ge
weten te hebben dat het papier waarvan de
vlaggetjes gemaakt zjjn, oranje waa'daar de
Erve van Egmond, boekverkooper, op de
Reguliersbreestraat bet haar heeft verkocht
voor „rood", dat zjj slegts 5 of 0 palmpaas-
stokjes had verkogt en op de komst van den
bode Jan Gfjsberta a( bet overige op bet vuur
gsgwoit en verbrand beeft „waarover gede-
nbereert zjjnde. is gereeol veert haar met een
sterke reprimande te ontslaan.”
De oudste afbeelding die ik van een No-
derlandsche palmpaasch gevonden heb, is
afkomstig van den 18de eeuwseben scbilder-
teekenaar Jacobus Buys. Van de jaren 1771
1773 dagteekenen zjjn gekleurde teeke-
ningen van de twaalf maanden, elk door een
volksfeest voorgestold Op de plaat van
Maart tien wjj een koopvrouw met kruiwa
gen vol palmpaaschjes in een deftige
Stadsbuurt. Een kind met een palmpaascbje
in de hand beklimt de booge stoep van een
patricisch huis. De palmpaachen zqn van bet
Noordhollandsche type.
Twee kinder prenten houteneden,* zjjn ons
bewaard gebleven, waarop palmpaseben zjjn
afgebfo-ld. Het zjjn een groote houtsnede, en I
een kleine, op een prent bestaande uit acht
kleine houtsneden van verschillende volks
gebruiken. Van beide prenten hebben we
verschillende drukken, wsarvan de oudste
van omstreeks 1790 dagteekent en de jong
ste van omstreeks 1820. 1)
De groote houtsnede stelt een koopvrouw
voor zittende naast een tobbe waarin (Arn-
eterdamsebe; palmpaacben gestoken zqn II)
De verdere voorstelling tdjjkt uit een van de
daaronder afgedrukte coupletten:
Ziet, Vader kogt een klein Paltnpaasje
Voor *t dochtertje, dat hy bemint,
Hoe vrolyk is daar mee bet Kind!
Maar Mietjes Broêr kogt haar een
Baasje.
in vroeger tjjd.
In haar Folkloristische studie van Palm-
Zondaggebruiken in Nederland, wjjet Dr. C.
Catharina van de Graft er óp, dat in de 17e
eeuweche kronieken in den tjjd, dat geloofs
haat er ons Protestanach volk toebracht een
miskleed in stukken te tornen 1) of in bet
openbaar op de markt te verbranden, aan een
gilde te gelasten „haar fhiweelen ijjkkleed
waarop een rood kruis én een Mariabeeld
stond, niet meer te gebruiken, by verbeurte
van hetzelve” 2) en zelfs „het beeld van de
opstanding» des Heeren, bangemie op bet
ehoor in de Groote kerk, tot vermelding
ergernis weg te nemen” 8) ook herhaald,
bevelen werden aitgevaardigd tegen
men „afgodische eeremoni«nï; noemde
De 81. Janskronea, 8t MaartenBthten (al
dus ontleenen vrjj verder aai) genoemde ver
handeling):
Pinksterbloemen en 8t Nicoteasviering
werden verboden en de jeugdige overtreders
met de verbeurdverklaring van bun hoed ge
straft 4). Het zal echter op de meeste plaat
sen gegaan zqn gelyk te Arnhem, waar hoe
wel de Magistraat ,J»et zetten van de ochos
verboodt bjj arbitaire correctie en het bak
kenen van St. Nicolaasgoed bjj verbeurte
van hetzelve”, men toch hiermee doorging,
want „dat gebruik van der Pausgezinden
was ve«4 te genoeglyck om daarvan geene
navolgers te bljjven.”
Terwjjl nu deze verbodsbepalingen de
- Pinksterbloem herhaaldeiqk voorkomt, heb
ik slechts ééne plaats aangetroffen waar
over palmpaaseh gehandeld wordt, namelijk
in een keur van het dorp Uitgeeet, anno
1635 (1). Zjj luidt:
„sal oock by nieinant tot genen tyden,
ende bysonder omtrent Sint Jan, kroonen
van Groen ofte andereinte gemaeckt, »nde
opgehangen mogen werden, van geiycken
omtrent Sinte Maerten met gene lichten te
mogen lopen door bet Dorp ende laughs de i
wegen, oock niet op Palm-sondagh ef daer
omtrent te mogen lopen singen met Palm of
diergdycke groente (d. L groen) langhs de
wegen, van geiycken op Pingsteren of daer
omtrent geene Pingeterbloemen te mogen
omdragen, of da-*r 'neede mogen omgaen
ends ringen, op pene van see stuvere, te ver
beuren by een yder ’t zelve doende, ende
sullen de Ouden voor hare Kinderen beta-
I len.”
I Zouden dergeljjke bepalingen een verkla-
onze vrouwen ons ontsteld; zjj waren voor ring insluiten voor het feit dat in geheels
strdien, bjjv in de provincie Groningen, de
palmpaaseh niet meer voorkomt? Maar daar
tegenover staat dat ook in het katholieke N.-
VAN JESUS LEERLINGEN.
V.
Daar waren om Jesus eenige vrouwen, die
van booze geesten en ziekten verlost waren:
Maria, bjjgenaamd Magdalena, uit wis xpven
duivelen waren uitgegaan, en Joani-a, de
vrouw van Chusa den hofmeester van Hero
des, en Susanna en vele anderen, dis Hem
ten dienste waren met haar vermogen. Judas
dan droeg de beurs, kocht op reis mondkoet
aan voor Jesus en bet gezelschap, en ont
vreemdde nu en dan eenige tienüngen. De
gelegenheid maakte den dief en deed Je geld-
xucht ai
Jeans
koopeu voor de armen. Judas bestel te die
En genegen ook hun wonderbaar goeden
Meestér. Want xjj zouden vrijwillige getuigen
zjjn, en daartoe moesten zjj Hem trouw be
minnen.
der ijk heffen! En van al wrat hii hoort
mag hii nooit een woord ze«eiU Dat is
alle*! En ten koste van die vernedering
geeft God on$ zijnen vrede terug, en
yergeeft Hii ons wat wii schuldig zitn-
Houd uwen Paschen
en houd hem
Zal bet misschien het
niet zijn dat u nog kans gq
om uw Pasdien te houden?
8
4
2
1
1
1
1
1
r»
o
2
1
1
1
1
1
1
Het heeft lang geduurd voordat W. Blok
ker zich present meldde, maar nu doet bet 't
ineen» dubbel. Dat is nog eens werk. Waar
blijft O. Blokker? Dat kan nu toch zeker uiet
langer wegbljjven.
Het moest eigenlijk zoo worden, dat de
Meester op school maar aan de kinderen l>e-
hoefde te vrageite „In welke dorpen zqn er
Stichters van he" Missiehuis?”, om alle dor
pen tusschen Noord- en Zuider-Zee opge
noemd te krjjgen. Dat zsu toch een uitkomst
voor de Meesters en Juffrouwen zijn en....
voor mij ook.
Weet u wat ik deze week in de Maa»t>ode
las?
„De Engelache Protestanten hebben in het
algeloopen jaar 24 millioen gulden opge
bracht voor de Protestantsche Zending en
de Amenkaanscbe 125 millioen gulden. Al
leen in deze twee landen orachten do Pro
testanten voor hun Zending dus veel meer
op dau de Katholieken over heel de werekL
Is dit nit beschamend voor ons, Katholieken,
eu moet dit niet aan»j>oren tot grooteren
qver voor onze Missies?”
Gten wonder dat Z. H. de Paus on» on
langs nog eens terdege heeft aangespoord.
Father LEFEBER,
Directeur.
N. B. Men kan zich hier ook aanmelden
voor Missie-Broeder en Mi»s>e-Zuster van de
8t. Josejih-Congregatie. Zij staan de Pries
ters op de Missie bjj.
gegevear*
brokkelde zqn vertrouwen in Jesus
langzamerhand weg Jesus ectiter wist cat
de gierigaard Hem zou overleveren, maar
bleef hem als vriend behandelen.
Als Judas zien zal. <iat van Jesus nicte
meer te verhopen b, dat de Meester en zjjn
leerlingen in 't gevang van den Hoogen
Raad zuilen geraken, dan zal hjj ontred lord
staan voor de mogelijke gevolgen van het
avontuur. In stede van ter sluiks weg te bee-
neu, zonder opspraak, terug naar zyn teen
achtige bergen van Kerioth, zal bjj io-»r «en
laagheid uit den neteligen toestand Kruipen.
Hjj zal een handvol tienüngen verdienen met
PAASCH-ZONDAG.
Epistel uit den eersten brief van den
B. apostel Paulus aan de KorintWrs;
Broeders, zuivert u vu bet oude zuur
deeg, opdat gjj een nieuw beslag moogt zjjn,
gelijk gq nu ongezuurd zjjL Wut ons
Faaschlam Christus is geslacht. Laten wjj
dan feest houden; niel met bet oude zuur
deeg, noch met bet zuurdeeg van booebeid
en ondeugd; maar met ongezuurde brooden
vu oprechtheid en waarheid.
Evangelie volgens den H. Marcus;
XVI, 1—7.
In dien tijde, kochten Maria Magdalena en
Maria de moeder vu Jacobus, en Salome
•pecerjjen om Jesus te komen zalven. En
zeer vroeg, op den eersten dag der week, de
son reeds opgegaan rjjnde, kwamen zjj au
bet graf. Zjj zeiden du tot elkander: Wie
zal ons den steen vu den ingang des grafs
afwentelen? wut hjj was zeer groot. En op-
ziende, zagen zjj. dat de steen afgewenteld
was; en in het grif tredende, zagen zij au
do rechterzijde zitten e.nen jongeling, om-
hugen met een wit kleed; en zjj werden ver
baaed Hjj telde tot haar; Verschrikt niet;
gjj zoekt Jreus vau Nazareth, die gekruist is
bjj b verrezen, hjj te bier niet, ziet de
plaats, daar zj) Hem gelegd hebben. Maar
lui zegt aan Zjjne leerlingen, en au
Petrus, dat Hjj u reeds vooruit gaat naar
Galilea. Daar zult gjj Hem zien, gelijk Hjj u
gezegd heeft.
PAA8CH-MAANDAG.
Epistel uit de Pandelingen der
apostelen; X, 3713.
ïn die dagen, stond Petrus in het midden
des volks, en zeide: Munen broeders! gjj
weet, hetgeen er na den doop, dien Jounes
predikte, in Galilea begonnen, en geheel Ju
dea door geschied te; hoe God Jesus vu
Nazareth beeft gezalfd met den heiligen
Geest en met kracht; en Hjj al het land al
weldoende doorging en allen genas die vu
den duivel bezeten weren, wjjl God met
Hem was. En wjj zjjn getuigen vu al. wat
Hjj In bet lud der Joden, en te J«*rusalem
gedaan beeft dier zjj au bet kruishout pe-
bugrn en gedood hebben. Dien beeft God
ten derden dage opgewekt, en Hem laten
verschijnen, met au al bet volk, maar au
getuigen die God voorbeschikt bad, na-
Jk aan ons, die met Hem gegeten en ge
dronken hebben, nadat Hjj vu den dood ve»
rezen was. En Hjj heeft ons bevolen au het
volk te prediken en te getuigen, da) Hjj
door God tot rechter vu levenden en doo-
den gesteld ia. Vu Hem getuigen alle Pro
feten, dat allen, die in Hem gelooven, door
Zijnen naam vergeving der zonden bekomen
Evangelie volgens den P. Lucas;.
]LX1V, 13—33. t
In dien tijde, op dien zelfden dag gingen
twee leerlingen van Jesus naar een dorp,
mrt name Emmaus, dat zestig stadiën van
Jerusalem lag. En zjj spraken tot elkander
vu al hetgeen daar geschied was. En bet
geschiedde, terwjjl zjj te urnen spraken en
onderhudelden, dat Jesus zelf daar kwam,
en met ben ging; maar hunne oogen werden
gehouden, opdat zjj Hem niet zouden her
kennen En Hjj zeide tot ben: Welke zqn Je
reden, dat gjj al wudelende met elkander
verhandelt, en zqt zoo bedrukt? En de eene,
genaamd Cleophas. utwoordde, en zeide:
Zjjt Gr alleen een vreemdeling in Jerusalem,
en wee1 Gjj niet, wat daar in deze dagen ge
schie' is? En Hjj zeide hun: Wat dan? En
zij zeiden: Van Jesus van Nazareth, zjjnJe
een Profeet, machtig in werken en in woor
den voor Q<mL en. voor al bet volk; en hoe
onze overprieeters en oversten Hem hebban
overgeleverd, om-ter dood te veroordelen,
en gekruist. Du wjj hoopten, dat Hq Israel
zoude verlossen; en met dit alles te hel he
den reeds de derde dag. dat deze dingen
geschied zjjn. Maar ook hebben eenige vu
Arnhemsche oudheden,
(1) In W. 0 Lame, Previlegie en Hut-
vest Boeck vaii K ennemertandt, blz. 596;
Dr. P. J. Boekenoogen te Leiden was zoo
vriendelijk mijn aandacht op deze plaste te
vestigen.
(2) Dymeelaer, Amsterdam. IVde
Amsterdam 1665, blz. 213.
Handelingen vu de provisioneels muni-
dpaliteit der stad Amsterdam.
In bet bezit van den beer P. Smidt
vu Gelder te Heemstede: het Koninklijk
Oudheidkundig GentxXeohap te Amsterdam
bezorgde hiervan reproducties.
Ook te Utrecht kou men nog voor 25
Jtar des Zaterdags voor Palmpaschen op de
Bezembrug een oud boeren vrouwtje zien
ritten met een kruiwagen vol palmpaschen.
I) Alle in het bezit vu Dz. G. J. Boeken-
oogen te Leiden: alleen de oudste is ook in
bet Prentenkabinet te Amsterdam Ze sqn:
1. De groote hmrtsnrde a. No. 27. Te
Amaterdü. by de Erlgen. van de Wed. C.
Stichter, Boek verk «vper» op X Rok ia, in «ie
Oude Berg Calvarié?’ Gedrukt vóór 1796
b. No. 27. idem, doch na Boekverkopers:
„in de Wsrunxvwtrsat, ectaiin over de oude
Kerksteeg, in de Oude Berg Cakvarié, in N.
159." Gedrukt tuxechen 1799 en 1812 c.
No. 188. „By J. Nomu, Boekdrukker te Z.
Boemel.” Geljjk aan de vorige; gedrukt na
1817, waar itch yp) ijk omstreeks 1820.
2. De kleine acht houteneden a No.
108. Zelfde adres en tjjd als la b. No.
218. Zelfde adres en tjjd als le.
U) Zie aft>. XI.
was; en in het gnf tredende, zagen zjj
hugen met een wit kleed; en zij werden
zeide tot haar. Verschrikt niet;
eten en kloeren
i<Ja
giften, maar zijn hart zelf wa» koud, hjj trok
zich de amen niet au.
Zóó werd hjj hardvochtig gelijk alle
aar<te, onbekwaam zelf» om do vrijgevigheid
bjj anderen hoog te schatten, al» zjj niH om
gezet werd in blinkend»1 tienMngen die in zjjn
beurs rammelden Eens dat Maria, lazarus’
zuster, Jeeus' voeten zalfde met een poi»d
kostbaar reukwerk, beknibbelde Julte die
grootmoedigheid, uit geveinsde liefde voor de
annen: „Waarom «fit reukwerk niet voor
driehonderd tienlingen verkocht en tan de