Bureau: HOF 6. ALKMAAR. - Telefoon:
'f
4
-:o:-
<o;
I
Vin i
per regel f
BUITENLAND.
Abonnementsprijs)
■mt KWtnMT voor Alkmaar
foor buiten Alkmaar I 1M
Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f booger.
FEUILLETON.
OM DE EER DER FAMILIE.
AUGUSTINUS JOSEPHUS
CALLIER
UIT DE PERS.
De fout van Dr. de Visser.
Awrertentièpri ja
Jregeh-f 1.25; elke regel meer f0.25; Veelal
:gel f 0-75; Rubriek „Vraag en aanbod" b| vo»
I uitbetaling per plaatsing f 0.60.
400,—. f 200,—, f 1OO,—f 60,—, f 35,—, f 15^
TERUG NAAR DE
COALITIE?
POSTGIRO 1MNX
No 80
igelatid,
:he lan-
fout van dr. De Visser.
ADMINISTRATIE N«. 43»
REDACTIE No. «3»
zult
""ie
iet
bode'*
ven,
om
he
in een tot aan den hals gesloten stem
mig costuum, afhangende tot ruim over
de knieën, terwijl de bovenarmen ten
minste tot den elleboog zijn bedekt.
bespreking*
ling der Fr
staan, te worden afgesloten. En wel op basis
van een jaarlijksche totaal-betaling van 25
2. Wij schrijven voor, dat ook de meis
jes der R. K. Scholen steeds voegzaam
en zedig gekleed Zullen zijn en verorde
nen, dat de meisjes boven de 10 jaren,
niet in de school zullen verschijnen dan
met lange niet-doorschijnende kousen en
in een costuum afhangende tot over de
knieën, gesloten tot aan den hals en de
bovenarmen tenminste tot den elleboog
bedekkend.
DE SCHULDBESPR EKING EN.
Do „Matin’’ bevestigt een bericht, dat de
jen te Washington over de rege-
'ransche oorlogsscbuM op het punt
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
„ONè BLAD”
1. Zeer streng eischen Wij daarom dat,
de onderwijzeressen aan onze katholie
ke scholen zich houden aan de kleeding
door Ons boven als passend a^ngegeven
en dat zij daarom gekleed zullen gaan
adelbrief, geen woekerwinsten, noch var'a-
ten bruid, noch echtscheiding.
„Welkom, mijnheer de graaf. Zfj reikte
hem de stevige, door den arbeid verharde
hand waaraan nog een weinig meel kkefde.
Hoe echoon en gelukkig ziet hij er op dit
oogenblik uit, dacht zy; zy voelde den kr.uh-
tigen handdruk even vertrouwelyk en kame
raadschappelijk als vroeger, toen zij nog zijn
speelgenoote wae. Een donkere blos st<s.‘g
naar de wangen. „Jette Jette”, riep zij
schielijk en het keukenmeisje kwam op dezen
roep aangestormd.
Cieka draaido den sjeutel in het slot van
de pronkkamer. „Wees zoo goed en treedt
binnen”, en „hier Jette is het meel voor de
vleeechbolletjes en de sleutel van de melk-
kast. Maar wees voorzichtig, want de katten
sluipen er graag biirtien. ïk kom terstond”,
sprak zij haastig. Zy zocht een sleutel uit
den grooten bos aan bare zijde en overhan
digde hem aan het meieio. De punt van harm
met een sterke pantoffel bekleed m voet
schoof onder het spreken de strooien n.at
voor de deur recht, die wat scheef had gele
gen, haar critiech oog zag nu eenmaal .allee.
En nu zjj daar zoo naast den graaf stond,
die maar een weinig grooter was dan zij,
moest Lindis bij zich zei ven denken: werke
lijk een goede kameraad, met een eerlijk,
trouw hart
Door Jette gewaarschuwd, vertoonde zich
nu ook Frans, in jachtkiel en rijlaarzen, ge*
60. i
„Neen.” Lindie schudde blozend haar
hoofd je. „Maar het blijft onverklaarbaar, dat
ge juist nu, op het oogenblik dat do wolken
aan den horizont wegtrekken, dat do toe
komst vriendelijk lacht, dat graaf Lea’s
komst aanstaande is, dio den dwang zal op
heffen waaronder wij allen zuchten, de schit
terende zalen verlaten en den grond bebou
wen wilt.”
„Best mogelyk. Ik heb nu eenmaal groo’en
lust voor den landbouw.”
,,Gy?” Lindis’ oogen werden steeds groo-”
ter.
„De Gutheims zijn by wy’ze spaarzaam» rid,
eenvoudige levenswijze en bescheid m aan
spraken welgestelde menschen geworden,
wellicht dat dit my voor myno familie ook
nog eens gelukt.”
„Gij beweegt u in andere sferen, uwe krin
gen zijn zoo oneindig ver af van die eenvou
dige burgerlijken. Gy misleidt u zelven, graaf
Hallwey, op een schromelijke wijze, gij i—i’
u niet wel gevoelen in die stille, landelijk'
vertrekken, waar nog de koekoeksklok be
uur verkondigt, en de heer des huizes te mid
den van het dienstpersoneel het morgen- en
avondgebed verricht. Er heersobten hier
godsvrucht en vrome zeden zij het dan ook
BISSCHOP VAN HAARLEM.
Aan de hem toevertrouwde Geloovigen
Zaligheid in den Heer,
Reeds in 1914 werd door Ons in de
diocesane Synode bepaald: „Vrouwen
en meisjes mogen in de kerken niet dan
zedig gekleed verschijnen, vooral
wanneer zij tot de H. H. Sacramen
ten naderen, anders moeten zij van
het ontvangen der H.H. Sacramenten,
Wij lezen in „De Tijd.”:
In de rede van dr. de Visser ter alge-
rneene vergadering van de Christ.-Hist.
Unie zijn er twee uitlatingen, welke de
bijzondere aandacht verdienen.
De Christ.-Historischen hebben al
dus de oud-minister onder leiding
van Lohman zich in 1920 eenparig ver
zet tegen het herstel (lees: de bestendi
ging) der Nederlandsche legatie bij het
Vaticaan. Doch niet omdat het een ge
wetenszaak gold. Dan had men trouwens
moeten afkeuren, dat het ministerie-
Cort van der Linden een opdracht aan
dr. Nolens gaf, om te aboucheeren metr
het Vaticaan.en het voorstel van een
tijdelijk gezantschap moeten verwerpen.
Want met het geweten mag men nooit
marchandeeren.
De tweede uitlating is niet minder be
langrijk: De heer Lohman heeft de ge-
zantschapsquaestie nooit als een gewe
tenszaak beschouwd. Hij achtte zelfs
lyk hjj zoo juist van het paard was gestegen.
Beiden begroetten elkander hartelyk, zy wa
ren immers vrienden uit de jeugd. ïandis’ blik
dwaalde onder bet gesprek der vrienden rond
in het gezellige, koele vertrek, wearin weldra
graaf Egon’s geluk ontluiken zou; zeer zetter,
een groot, machtig geluk, dat do stevig ge
voede, eenvoudige wanden voor de ga.iscue
wereld verbergen moest. Zeker stonden hier
zachte kussenetoelen en bonte tapijten be
dekten de grove deelen van den vloer, die
thans in een smetteloos wit glinsterdo.
En ’s avonds, zoo meende Lindis, zou
Eugenie in het berkenvenstor zitten, wach
tende op den vurig geliefden man, wanneer
zijn terugkeerend paard aan den verren hori
zont opdoemde, waar hij bij de maaiers op
het veld was geweest In hare verbe-.dding
zag zjj reeds de tafel gedekt, dib bet jonge
paar wachtte. Ach, Lindis wierp een droe-
vigen blik door hot venster naar buiten
bet wae hier toch wonderschoon. Ginds dat
heerlijke park met het IJslandsche en Duit-
ache mos en de rankende wolfsklauw waarin
zich onder het loopen de voet verwarde; dui
zenden bijen gonsden uit de bloemen van net
bruine heidekruid, een blauwe damp trilde in
de middaglucht. Gutbeim's Piuto joeg aan
den boschrapd een af ged waalden heide-
leeuwerik op en een boechboen, dat lag te
baden.
(Wordt vervolg
Schijn bedriegt.
En wilde men uit de uiterlijkheden,
welke er op den jongsten partijdag der
Christelijk-Historische Unie vielen waar
te nemen, de algemeene politieke men
taliteit van onze vroegere coalitie-broe-
ders bepalen, dan kwam men bedrogen
uit.
Het leek alles zoo mooi: Dr. de Visser
hield een rede, waarin hij de Christelijk-
Historische bezwaren tegen het gezant
schap breed uitmeette, Snoeck Hen-
ckemans kreeg voor heel de Kamer
fractie bloemen, en nog eens bloe
men, en er werd geen motie noodig
geacht om de vergadering al dan niet
haar instemming met de houding c}er Ka
merfractie te doen uitspreken.
Echter:
De rede van Dr. de Visser kwam
eigenlijk hierop neer, dat de groote voor
ganger, De Savornin Lohman, in dit ge-
zal (nu men van links de coalitie wilde
laten springen) wellicht vóór het ge
zantschap gestemd zou hebben,
na deze uitspraak kregen de bloemen
aan Snoeck Henckemans natuurlijk een
ietwat andere beteekenis („De Maas-
sereekt geestig van bloemengar-
wMike (Henen moesten „om het
desavoeu te maskeeren”),
en de veronderstelling ligt voor de
hand, dat men door zich tegen een
motie te verklaren het meeningsver-
schil in de partij juist heeft willen
camoufleeren.
Inderdaad, wie eenig politiek onder
scheidingsvermogen bezit, zal in den
jongsten partijdag der Unie heel iets an
ders zien dan wat de schijn zou kunnen
suggereeren:
hier is eigenlijk een fout erkend, hier
is eenige spijt over het gebeurde tot
uiting gekomen.
Iets, dat wij misschien beschouwen -
mogen als een eerste stapje.... terug stoffen, door uitsnijdingen lager dan de
naar de coalitie. 1
Vooral als we, in verband met het op i den elleboog niet bedekken of
den partijdag gesprokene en gebeurde,
de jongste rede van den Christelijk-His-
torischen heer De Vos van f
in de Eerste Kamer nagaan: in deze
rede werd de verbreking der coalitie
openlijk betreurd en duidelijk werd daar
in te verstaan gegeven, dat men terug
moest naar de coalitie.
Neen, het staat er gezien de ver
schijnselen in de Unie met de coalitie
nog zoo kwaad niet voor.
Ondanks hoeveel bedriegelijken schijn
ook.
lijke zinnelijkheid. Daarom mag de R. K.
School vooral in dezen tijd niet onver
schillig blijven tegenover het al of niet
voegzame der kleeding, waarin de kin
deren, zoo jongens als meisjes en de
onderwijzeressen ter'schole komen.
De R. K. School behoort hare leerlin
gen veeleer te doen verstaan, dat de
Christelijke eerbaarheid en voegzaam
heid, behalve misschien bij zeer jeugdige
kinderen, niet volkomen betracht wor
den, indien niet het geheele lichaam, met
uitzondering van hoofd, handen en bo
vendeel van den hals, volkomen be
kleed of bedekt is.
millioen dollar gedurende de eerete vyf jaar,
inplaats van de totdusver jaarlijks betawhlo
20 millioen voor interest op de handelsschuld
Feitelijk treedt er dus een moratorium in
werking.
Péret waeht op de afsluiting dezer regeling
met de bepaling van den datum voor zyn
vertrek naar Londen.
DE ONDERHANDELINGEN MET KRIM.
Te Parys zyn aangekomen de Spaanscha
gedelegeerden, die zullen deelnemen aan do
voorbesprekingen -voor de vredesonderhan
delingen met Abd-el-Krim.
Deze voorconferentie duurt van 12 April
tot 15 April. Frankrijk zou geen territoria!»
veranderingen, doch alleen waarborging van
de tegenwoordige grenzen eischen. Volgens
de bladen zullen de Riffi-stammen zeker»
zelfstandigheid krygen, terwyl aan Abd-el-
kriin de titel van heerscher zou worden toe
gestaan.
Tusschen Frankryk en Spanje schijnt
trent een en ander overeenstemming te
staan.
INTERNATIONALE MARITIEME
CONFERENTIE.
Zaterdagochtend is de diplomatieke ma
ritieme conferentie in plechtige zitting bijeen
gekomen. De conventie in zake zekere rege
len betreffende de immuniteit van schepen
werd onderteekend door Duitschland, België,
Brazilië, Denemarken, Spanje, Estland,
Frankryk, Engeland, Italië, Mexico, Noor
wegen, Nederland, Polen, Roemenië, Joego
slavië en Zweden. Enkele gedelegeerden tee-
kenden ad referendum. De gedelegeerden
konden, ten gevolge van onvoldoende con
tact met Tokio, de conventie niet ondertee-
kenen, doch zullen dat waarschijnlijk later
doen.
Vervolgens werd voorlezing gedaan van
de amendementen op de reeds geteekende
conventie betreffende de privileges en hypo
theken, wat de onderteekening met zich me
debracht van de landen, die op de conferentie
van 1922 aanwezig waren, nl. van Engeland,
Italië, Duitschland en de Scandinavische lan
den.
NA DEN AANSLAG OP MUSSOLINI.
Een reeks van ooggetuigen van den aan
slag op Mussolini heeft, volgens de „Voss.
Zejtung”, verklaard, dat de dnce zyn red
ding eigenlyk te danken had aan een groep
Roemeensche studenten van de universitcit
van Rome. Deze jongelui hieven n.l., toen
Mussolini het paleis verliet in het Italiaan-
sche het fascistenlied aan. Mussolini keerde
het hoofd in hun richting en juist op dat
moment schoot miss Gibson haar revolver
af, waarvan de kogel door het plotseling
hoofdgebaar van den duce het doel miste.
Miss Gibson is ontoerekenbaar verklaard
en zal niet vervolgd worden.
Do Engelsche koning heeft aan den Lfrit-
seben ambassadeur te Rome het volgen tele
gram gezonden: „Verzoeke den Italiaanschon
premier myn oprechte vreugde over te bren
gen voor zijn gelukkige redding en myn leed
wezen te betuigen over het feit, dat de da-
deres een Britecbe onderdaan is.”
Uit Rome wordt gemeld, dat in verschillen
de kerken zoowel in Rome als elders in Italië
j hot „Te Duem” werd gezongen uit lans baar
heid voor den gunstigen afloop van den ge-
pleegden aanslag op Mussolini.
DE OPSTAND TE SALONIKI.
Het Grieksche ministerie van Oorlog pu
bliceert een communiqué, volgen» he: welk
de officieren Carakoefas, Nakirdjis en Dja-
vaes eenige.secties van het garnizoen te Sa-
loniki hebben te muiten. Deze
secties hebben zich buiten de stad by Aliitiui
geconcentreerd. De kleine muitery is te wij
ten aan materieele eischen, die bekend zullen
worden gemaakt. Er is «nel een djvisie ge
zonden, die de muiters heeft geïsoleerd. Deze
lieden verklaren, dat de beweging niet legen
de regeering gericht was, maar tegen de
commandant van t^un corps.
al in oudsvaderlyken trant in dit huis, vaar
de kinderen eerbiedig vasthouden aan de,
door dc ouders ingevoerde huisorde.”
„En zou ik en mijn echtgenoote, die later
met my in mijn huis heerschen zal, met een
weinig goeden wil, de instellingen der Gut-
heims niet kunnen handhaven?”
„Eugenie?” De naam ontsnapte onwille
keurig aan hare lippen en riep *en lichten
blos op zijn voorhoofd, dio langzaam tot aan
de slapen steeg. Eugenie als huisvrouw in de
pachthoeve, het was belachelijk. Zou gravin
Hallwey het groote dot alleen bewonen, tot
dat hij een flinke landbouwer wa» ge vorden.
Eugenie zou hem zeker in het weinig com
fortabel» huisje niet volgen, dat novendien
weinig ruimte aanbood en het engste samen
loven noodzakelyk maait. De koninklijke
pauw van Eugenio echter in het onaanzien
lijke gebouw op te sluiten, waar hij het trot-
sche gevederte niet kon uitspreiden, dat ging
onmogelijk.
„Ge stelt u de ontberingen wel vrat te
groot voor”, nam Egon weder het woord. „Ik
wil niets anders zyn dan een eenvoudig lair-
german, wil het brood van HaUwey's luxlem
eten en mijn eigen kool verbouwen evenals
de boeren daar ginds in het dorp. Er ligt een
halfvergeten kinderdroom in myn har», die
mij een stuk kerngezond huiselijk leven voor
de oogen toovert, dat adem» kracht en wil
len verwerven en voor de ganache wereld
behouden, opdat er geen afgunstig op
valt en het mij misgunt. Zooveel verandert
er in den loop der jaren, hoe dwaas wij one
ook verzetten tegen God’s hand, die het an
ders beschikt dan wij het op onze kortzich
tige wyze zouden doen. Door onze machtc-
looze pogingen verwarren wy zelf de dra
den en bemorijijken ons den weg, lie tot de
zaligheid voert Er was eens een tyd, dat ik
onder de sterren zocht, om de scho m»ten
voor my naar beneden te halen, maar ik 1 e-
dacht niet, dat sterren zonder glans nu een
maal niets beteekenen. dat zij de jmlijsting
behoeven om niet in het duister v.ui het
heelal te verdwijnen. Bittere teleurstellingen
zijn het einde van allo hoop, die ons staande
heeft gehouden.”
Merkwaardig, maar graaf Egon zag er vol
strekt zoo hopeloos niet uit.
De pachthoeve was bereikt, en Lindie
steeg nu met den graaf de breed» stcenen
treden naar het terras op.
Van uit de keuken verspreidde zich door
de gang van het huis de geur van het bijna
gereed zynde middageten.
Francisca Gutkeim kwam de witgeschuur
de trap afgesneld. Zij droeg een schotel met
fijn tarwemeel in den arm, de sleutelbos aan
hare zijde kletterde en rammelde by den
haastigen loop. Zij lachte vrooljjk, toen zy
het jonge graaflijke paar ontwaarde, dat zoo
juist den drempel overschreed.
Hoe vreedzaam kwam het daar aan, als
bestond er niets storends tusschen hen, geen
3. Ook de jongens zullen ter schole
komen in gesloten costuum, met kousen
en de bovenbeenen tot over de knieën
bedekt.
Wij spreken Ons vast vertrouwen uit,
dat Onze Eerw. Geestelijken niet zullen
nalaten bij eenige overtreding de ou
der s te vermanen, dat aan deze bepa
lingen strikt de hand zal gehouden wor
den, en Wij dragen den Schoolbesturen
op. desnoods door wegzending, de trou
we naleving dezer voorschriften te ver-
zekeren, waarop Onze Bisschoppelijke
Inspecteurs, en verder iedere Priester
die op de resp. Scholen catechismus
onderricht geeft, streng toezicht hebben
te houden.
Tenslotte doen Wij bij deze een ern
stig beroep op alle katholieke mannen,
Vaders en Echtgenooten, dat zij niet
zwijgend toezien, wanneer hunne doch
ters of vrouwen de zedigheid in klee-
doen blijken, spreken en vermanen om
ding kwetsen, maar van hunne afkeuring
niet alleen in de kerk, maar ook
daarbuiten te toonen, dat zij zijn:
katholieke meisjes en vrouwyen en
daarom niet mogen navolgen een meer
en meer veldwinnende heidensche
mode.
En zal dit Ons schrijven telken jare
op Beloken Paschen, onder alle H.H. i
Missen van den kansel worden afge-
kondigd.
Gedaan te Haarlem, den 15 Maart '26.
f AUGUSTINUS JOSEPHUS,
Bisschop van Haarlem.
omstandigheden mogelijk, waarin hij
voor het herstel (lees: het behoud) der
legatie zou kunnen zijn. Ik (dr. De Vis
ser) kan mij een Lohman voorstellen,
die na de redevoering van den heer Mar
chant, die eigenlijk hierop neerkwam:
„Ik ben wèl vóór het gezantschap, maar
om de coalitie en het kabrneWColijn te
breken, stem ik tegen”, h arts to c ti
tel ijk zou zijn opgestoven en zou heb
ben uitgeroepen: „Ik ben tegen het ge
zantschap, maar nu het er links om te
doen is, den boel in de war te sturen,
stem jk er vóór”. Wie weet, hoe mi
nisterieel Lohman was en hoezeer hij
prijs stelde op de samenwerking rechts,
zal dat alleszins mogelijk achten.”
Wij willen op beide uitlatingen nog
eens de aandacht vestigen, niet omdat
wij van dr. De Visser iets anders had
den verwacht, doch omdat in dat ver
band een zeer ernstige vraag rijst, welke
toch niet onbeantwoord kan blijven.
Dr. De Visser is voorzitter van de
Christ.-Hist. Tweede Kamerfractie.
Als zoodanig werd hij als opvolger
van den heer Lohman tot leider der
christ.-hist. politiek gepromoveerd.
Waarom zoo vragen wij is dr.
De Visser op 11 November weggeble
ven? Waarom was de opvolger van
Lohman niet in de Tweede Kamer aan
wezig om daar, op dat oogenblik,
na de verklaring van mr. Marchapt, de
woorden te spreken, die Lohman met
hartstocht zou hebben geuit? Waarom
heeft dr. De Visser op het kritieke mo
ment zijn post verlaten, om op het Bin
nenhof rond te kuieren, terwijl men bin
nen in de Kamer zijn leiding noodig had?
Deze vragen lijken ons voor de toe
komst van belang.
Want al denken wij nu niet in de
allereerste plaats aan het feit, dat dr.
De Visser, die zóó weinig moed toonde
op een zeer belangrijk oogenblik, niet
de eerstgeroepene is, om over anderer
politieke fouten te praten, toch voelt
een ieder wel, dat herstel van de recht-
sche samenwerking moeilijk, zoo niet
onmogelijk, zal zijn, wanneer de oifici-
eele leider der christ.-hist. politiek in de
Tweede Kamer op kritieke momenten
aan zijn fractie geen leiding durft geven,
den strijd om eigen inzicht te doen ze
gevieren, ontytijkt, bukt voor de meer
derheid der anti-papistische drijvers en
de leiding overgeeft aan iemand, die
t »g e n de overtuiging van den voorzit
ter der fractie-ingaat.
Dat is geen staatsmanswerk, den op
volger van Lohman waardig.
De rede van dr. De Visser was belang
rijk. Doch zij komt maanden te laat. De
hierboven geciteerde verklaring diende
in de Tweede Kamer op 11 November
te zijn afgelegd.
Dat zij toen achterwege ble^f, is: de
rt - j - i i
ipn *]|e abortnó'8 wordt op aanvrage gratia een pólis verstrekt wolke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 600,
in de eerste plaats van de H. Communie,
worden geweerd."
Door deze bepaling, het spreekt van-
I zelf, werd geen vrijbrief gegeven, om
l buiten de kerk of buiten het ontvangen
der Sacramenten onzedig gekleed te zijn,
maar alleen gewaarschuwd, dat Wij de
genen, die niet meer luisteren naar de
voorschriften van onzen H. Godsdienst,
althans daar, waar Wij dwingend kunnen
optreden, zullen beletten ergernis te
geven.
Evenzeer spreekt het vanzelf, dat
voor het h u w e 1 ij k geen uitzondering
kan gemaakt woraen. Ook het huwelijk
is een Sacrament en wel een Sacrament
der levenden, dat in staat van genade,
zeker met uitsluiting van alle ergernis,
moet ontvangen worden, en wel te meer
omdat bij dit Sacrament steeds het ge
vaar dreigt, dat eer aan wereldsche dan
aan geestelijke zaken zal gedacht wor
den. Waar dus voor het huwelijk een
uitzondering gemaakt wordt, geschiedt
dit zeer ten onrechte.
Wij waarschuwen dus bij dezen, dat
geen Geestelijke tot een Sacrament
ook niet tot het ontvangen van het Sa
crament des huwelijks een vrouw of
meisje mag toelaten, wanneer zij niet
alleszins zedig is gekleed,
en dat hij gehouden is, ook bij huwelijks
plechtigheden, de bruidsmeisjes en bloed
en aanverwanten uit de kerk verwijderd
te houden, wanneer zij zich in deze niet
aan de wetten der H. Kerk onderwerpen
willen.
Wanneer men Ons vraagt, wat moet
verstaan worden onder de woorden
„zedig geklee d', dan meenen
Wij ten deze geen betere omschrijving
te kunnen geven, dan die welke is op
genomen in het reglement der wereld
lijke Derde Orde van den H. Franciscus:
De vrouwelijke leden moeten irf hare
kleeding ten allen tijde zorgvuldig ver
mijden: a. ontblootingen of daarmede ge-
lijk te stellen gebruik van doorschijnende
stoffen,z door uitsnijdingen lager dan de
hals; b. mouwen, die den bovenarm tot
f laten
doorschijnen; c. doorschijnende vleesch-
kleurige voering of vleeschkleurig be-
Steenwijk legsel op plaatsen, die bedekt behooren
te blijven; d. rokken, die op welke wijze
ook de zedigheid kwetsen.
Het is ook de plicht der R. K. School
naar best vermogen de kinderopvoeding
te beveiligen tegen een ontzenuwende
weelde, tegen alle wuftheid en gevaar-
POSTGIRO 104863,