Bureau: HOF 6. ALKMAAR. - Telefoon: 'f 4 -:o:- <o; I Vin i per regel f BUITENLAND. Abonnementsprijs) ■mt KWtnMT voor Alkmaar foor buiten Alkmaar I 1M Met Geïllustreerd Zondagsblad 0 60 f booger. FEUILLETON. OM DE EER DER FAMILIE. AUGUSTINUS JOSEPHUS CALLIER UIT DE PERS. De fout van Dr. de Visser. Awrertentièpri ja Jregeh-f 1.25; elke regel meer f0.25; Veelal :gel f 0-75; Rubriek „Vraag en aanbod" b| vo» I uitbetaling per plaatsing f 0.60. 400,—. f 200,—, f 1OO,—f 60,—, f 35,—, f 15^ TERUG NAAR DE COALITIE? POSTGIRO 1MNX No 80 igelatid, :he lan- fout van dr. De Visser. ADMINISTRATIE N«. 43» REDACTIE No. «3» zult ""ie iet bode'* ven, om he in een tot aan den hals gesloten stem mig costuum, afhangende tot ruim over de knieën, terwijl de bovenarmen ten minste tot den elleboog zijn bedekt. bespreking* ling der Fr staan, te worden afgesloten. En wel op basis van een jaarlijksche totaal-betaling van 25 2. Wij schrijven voor, dat ook de meis jes der R. K. Scholen steeds voegzaam en zedig gekleed Zullen zijn en verorde nen, dat de meisjes boven de 10 jaren, niet in de school zullen verschijnen dan met lange niet-doorschijnende kousen en in een costuum afhangende tot over de knieën, gesloten tot aan den hals en de bovenarmen tenminste tot den elleboog bedekkend. DE SCHULDBESPR EKING EN. Do „Matin’’ bevestigt een bericht, dat de jen te Washington over de rege- 'ransche oorlogsscbuM op het punt NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD „ONè BLAD” 1. Zeer streng eischen Wij daarom dat, de onderwijzeressen aan onze katholie ke scholen zich houden aan de kleeding door Ons boven als passend a^ngegeven en dat zij daarom gekleed zullen gaan adelbrief, geen woekerwinsten, noch var'a- ten bruid, noch echtscheiding. „Welkom, mijnheer de graaf. Zfj reikte hem de stevige, door den arbeid verharde hand waaraan nog een weinig meel kkefde. Hoe echoon en gelukkig ziet hij er op dit oogenblik uit, dacht zy; zy voelde den kr.uh- tigen handdruk even vertrouwelyk en kame raadschappelijk als vroeger, toen zij nog zijn speelgenoote wae. Een donkere blos st<s.‘g naar de wangen. „Jette Jette”, riep zij schielijk en het keukenmeisje kwam op dezen roep aangestormd. Cieka draaido den sjeutel in het slot van de pronkkamer. „Wees zoo goed en treedt binnen”, en „hier Jette is het meel voor de vleeechbolletjes en de sleutel van de melk- kast. Maar wees voorzichtig, want de katten sluipen er graag biirtien. ïk kom terstond”, sprak zij haastig. Zy zocht een sleutel uit den grooten bos aan bare zijde en overhan digde hem aan het meieio. De punt van harm met een sterke pantoffel bekleed m voet schoof onder het spreken de strooien n.at voor de deur recht, die wat scheef had gele gen, haar critiech oog zag nu eenmaal .allee. En nu zjj daar zoo naast den graaf stond, die maar een weinig grooter was dan zij, moest Lindis bij zich zei ven denken: werke lijk een goede kameraad, met een eerlijk, trouw hart Door Jette gewaarschuwd, vertoonde zich nu ook Frans, in jachtkiel en rijlaarzen, ge* 60. i „Neen.” Lindie schudde blozend haar hoofd je. „Maar het blijft onverklaarbaar, dat ge juist nu, op het oogenblik dat do wolken aan den horizont wegtrekken, dat do toe komst vriendelijk lacht, dat graaf Lea’s komst aanstaande is, dio den dwang zal op heffen waaronder wij allen zuchten, de schit terende zalen verlaten en den grond bebou wen wilt.” „Best mogelyk. Ik heb nu eenmaal groo’en lust voor den landbouw.” ,,Gy?” Lindis’ oogen werden steeds groo-” ter. „De Gutheims zijn by wy’ze spaarzaam» rid, eenvoudige levenswijze en bescheid m aan spraken welgestelde menschen geworden, wellicht dat dit my voor myno familie ook nog eens gelukt.” „Gij beweegt u in andere sferen, uwe krin gen zijn zoo oneindig ver af van die eenvou dige burgerlijken. Gy misleidt u zelven, graaf Hallwey, op een schromelijke wijze, gij i—i’ u niet wel gevoelen in die stille, landelijk' vertrekken, waar nog de koekoeksklok be uur verkondigt, en de heer des huizes te mid den van het dienstpersoneel het morgen- en avondgebed verricht. Er heersobten hier godsvrucht en vrome zeden zij het dan ook BISSCHOP VAN HAARLEM. Aan de hem toevertrouwde Geloovigen Zaligheid in den Heer, Reeds in 1914 werd door Ons in de diocesane Synode bepaald: „Vrouwen en meisjes mogen in de kerken niet dan zedig gekleed verschijnen, vooral wanneer zij tot de H. H. Sacramen ten naderen, anders moeten zij van het ontvangen der H.H. Sacramenten, Wij lezen in „De Tijd.”: In de rede van dr. de Visser ter alge- rneene vergadering van de Christ.-Hist. Unie zijn er twee uitlatingen, welke de bijzondere aandacht verdienen. De Christ.-Historischen hebben al dus de oud-minister onder leiding van Lohman zich in 1920 eenparig ver zet tegen het herstel (lees: de bestendi ging) der Nederlandsche legatie bij het Vaticaan. Doch niet omdat het een ge wetenszaak gold. Dan had men trouwens moeten afkeuren, dat het ministerie- Cort van der Linden een opdracht aan dr. Nolens gaf, om te aboucheeren metr het Vaticaan.en het voorstel van een tijdelijk gezantschap moeten verwerpen. Want met het geweten mag men nooit marchandeeren. De tweede uitlating is niet minder be langrijk: De heer Lohman heeft de ge- zantschapsquaestie nooit als een gewe tenszaak beschouwd. Hij achtte zelfs lyk hjj zoo juist van het paard was gestegen. Beiden begroetten elkander hartelyk, zy wa ren immers vrienden uit de jeugd. ïandis’ blik dwaalde onder bet gesprek der vrienden rond in het gezellige, koele vertrek, wearin weldra graaf Egon’s geluk ontluiken zou; zeer zetter, een groot, machtig geluk, dat do stevig ge voede, eenvoudige wanden voor de ga.iscue wereld verbergen moest. Zeker stonden hier zachte kussenetoelen en bonte tapijten be dekten de grove deelen van den vloer, die thans in een smetteloos wit glinsterdo. En ’s avonds, zoo meende Lindis, zou Eugenie in het berkenvenstor zitten, wach tende op den vurig geliefden man, wanneer zijn terugkeerend paard aan den verren hori zont opdoemde, waar hij bij de maaiers op het veld was geweest In hare verbe-.dding zag zjj reeds de tafel gedekt, dib bet jonge paar wachtte. Ach, Lindis wierp een droe- vigen blik door hot venster naar buiten bet wae hier toch wonderschoon. Ginds dat heerlijke park met het IJslandsche en Duit- ache mos en de rankende wolfsklauw waarin zich onder het loopen de voet verwarde; dui zenden bijen gonsden uit de bloemen van net bruine heidekruid, een blauwe damp trilde in de middaglucht. Gutbeim's Piuto joeg aan den boschrapd een af ged waalden heide- leeuwerik op en een boechboen, dat lag te baden. (Wordt vervolg Schijn bedriegt. En wilde men uit de uiterlijkheden, welke er op den jongsten partijdag der Christelijk-Historische Unie vielen waar te nemen, de algemeene politieke men taliteit van onze vroegere coalitie-broe- ders bepalen, dan kwam men bedrogen uit. Het leek alles zoo mooi: Dr. de Visser hield een rede, waarin hij de Christelijk- Historische bezwaren tegen het gezant schap breed uitmeette, Snoeck Hen- ckemans kreeg voor heel de Kamer fractie bloemen, en nog eens bloe men, en er werd geen motie noodig geacht om de vergadering al dan niet haar instemming met de houding c}er Ka merfractie te doen uitspreken. Echter: De rede van Dr. de Visser kwam eigenlijk hierop neer, dat de groote voor ganger, De Savornin Lohman, in dit ge- zal (nu men van links de coalitie wilde laten springen) wellicht vóór het ge zantschap gestemd zou hebben, na deze uitspraak kregen de bloemen aan Snoeck Henckemans natuurlijk een ietwat andere beteekenis („De Maas- sereekt geestig van bloemengar- wMike (Henen moesten „om het desavoeu te maskeeren”), en de veronderstelling ligt voor de hand, dat men door zich tegen een motie te verklaren het meeningsver- schil in de partij juist heeft willen camoufleeren. Inderdaad, wie eenig politiek onder scheidingsvermogen bezit, zal in den jongsten partijdag der Unie heel iets an ders zien dan wat de schijn zou kunnen suggereeren: hier is eigenlijk een fout erkend, hier is eenige spijt over het gebeurde tot uiting gekomen. Iets, dat wij misschien beschouwen - mogen als een eerste stapje.... terug stoffen, door uitsnijdingen lager dan de naar de coalitie. 1 Vooral als we, in verband met het op i den elleboog niet bedekken of den partijdag gesprokene en gebeurde, de jongste rede van den Christelijk-His- torischen heer De Vos van f in de Eerste Kamer nagaan: in deze rede werd de verbreking der coalitie openlijk betreurd en duidelijk werd daar in te verstaan gegeven, dat men terug moest naar de coalitie. Neen, het staat er gezien de ver schijnselen in de Unie met de coalitie nog zoo kwaad niet voor. Ondanks hoeveel bedriegelijken schijn ook. lijke zinnelijkheid. Daarom mag de R. K. School vooral in dezen tijd niet onver schillig blijven tegenover het al of niet voegzame der kleeding, waarin de kin deren, zoo jongens als meisjes en de onderwijzeressen ter'schole komen. De R. K. School behoort hare leerlin gen veeleer te doen verstaan, dat de Christelijke eerbaarheid en voegzaam heid, behalve misschien bij zeer jeugdige kinderen, niet volkomen betracht wor den, indien niet het geheele lichaam, met uitzondering van hoofd, handen en bo vendeel van den hals, volkomen be kleed of bedekt is. millioen dollar gedurende de eerete vyf jaar, inplaats van de totdusver jaarlijks betawhlo 20 millioen voor interest op de handelsschuld Feitelijk treedt er dus een moratorium in werking. Péret waeht op de afsluiting dezer regeling met de bepaling van den datum voor zyn vertrek naar Londen. DE ONDERHANDELINGEN MET KRIM. Te Parys zyn aangekomen de Spaanscha gedelegeerden, die zullen deelnemen aan do voorbesprekingen -voor de vredesonderhan delingen met Abd-el-Krim. Deze voorconferentie duurt van 12 April tot 15 April. Frankrijk zou geen territoria!» veranderingen, doch alleen waarborging van de tegenwoordige grenzen eischen. Volgens de bladen zullen de Riffi-stammen zeker» zelfstandigheid krygen, terwyl aan Abd-el- kriin de titel van heerscher zou worden toe gestaan. Tusschen Frankryk en Spanje schijnt trent een en ander overeenstemming te staan. INTERNATIONALE MARITIEME CONFERENTIE. Zaterdagochtend is de diplomatieke ma ritieme conferentie in plechtige zitting bijeen gekomen. De conventie in zake zekere rege len betreffende de immuniteit van schepen werd onderteekend door Duitschland, België, Brazilië, Denemarken, Spanje, Estland, Frankryk, Engeland, Italië, Mexico, Noor wegen, Nederland, Polen, Roemenië, Joego slavië en Zweden. Enkele gedelegeerden tee- kenden ad referendum. De gedelegeerden konden, ten gevolge van onvoldoende con tact met Tokio, de conventie niet ondertee- kenen, doch zullen dat waarschijnlijk later doen. Vervolgens werd voorlezing gedaan van de amendementen op de reeds geteekende conventie betreffende de privileges en hypo theken, wat de onderteekening met zich me debracht van de landen, die op de conferentie van 1922 aanwezig waren, nl. van Engeland, Italië, Duitschland en de Scandinavische lan den. NA DEN AANSLAG OP MUSSOLINI. Een reeks van ooggetuigen van den aan slag op Mussolini heeft, volgens de „Voss. Zejtung”, verklaard, dat de dnce zyn red ding eigenlyk te danken had aan een groep Roemeensche studenten van de universitcit van Rome. Deze jongelui hieven n.l., toen Mussolini het paleis verliet in het Italiaan- sche het fascistenlied aan. Mussolini keerde het hoofd in hun richting en juist op dat moment schoot miss Gibson haar revolver af, waarvan de kogel door het plotseling hoofdgebaar van den duce het doel miste. Miss Gibson is ontoerekenbaar verklaard en zal niet vervolgd worden. Do Engelsche koning heeft aan den Lfrit- seben ambassadeur te Rome het volgen tele gram gezonden: „Verzoeke den Italiaanschon premier myn oprechte vreugde over te bren gen voor zijn gelukkige redding en myn leed wezen te betuigen over het feit, dat de da- deres een Britecbe onderdaan is.” Uit Rome wordt gemeld, dat in verschillen de kerken zoowel in Rome als elders in Italië j hot „Te Duem” werd gezongen uit lans baar heid voor den gunstigen afloop van den ge- pleegden aanslag op Mussolini. DE OPSTAND TE SALONIKI. Het Grieksche ministerie van Oorlog pu bliceert een communiqué, volgen» he: welk de officieren Carakoefas, Nakirdjis en Dja- vaes eenige.secties van het garnizoen te Sa- loniki hebben te muiten. Deze secties hebben zich buiten de stad by Aliitiui geconcentreerd. De kleine muitery is te wij ten aan materieele eischen, die bekend zullen worden gemaakt. Er is «nel een djvisie ge zonden, die de muiters heeft geïsoleerd. Deze lieden verklaren, dat de beweging niet legen de regeering gericht was, maar tegen de commandant van t^un corps. al in oudsvaderlyken trant in dit huis, vaar de kinderen eerbiedig vasthouden aan de, door dc ouders ingevoerde huisorde.” „En zou ik en mijn echtgenoote, die later met my in mijn huis heerschen zal, met een weinig goeden wil, de instellingen der Gut- heims niet kunnen handhaven?” „Eugenie?” De naam ontsnapte onwille keurig aan hare lippen en riep *en lichten blos op zijn voorhoofd, dio langzaam tot aan de slapen steeg. Eugenie als huisvrouw in de pachthoeve, het was belachelijk. Zou gravin Hallwey het groote dot alleen bewonen, tot dat hij een flinke landbouwer wa» ge vorden. Eugenie zou hem zeker in het weinig com fortabel» huisje niet volgen, dat novendien weinig ruimte aanbood en het engste samen loven noodzakelyk maait. De koninklijke pauw van Eugenio echter in het onaanzien lijke gebouw op te sluiten, waar hij het trot- sche gevederte niet kon uitspreiden, dat ging onmogelijk. „Ge stelt u de ontberingen wel vrat te groot voor”, nam Egon weder het woord. „Ik wil niets anders zyn dan een eenvoudig lair- german, wil het brood van HaUwey's luxlem eten en mijn eigen kool verbouwen evenals de boeren daar ginds in het dorp. Er ligt een halfvergeten kinderdroom in myn har», die mij een stuk kerngezond huiselijk leven voor de oogen toovert, dat adem» kracht en wil len verwerven en voor de ganache wereld behouden, opdat er geen afgunstig op valt en het mij misgunt. Zooveel verandert er in den loop der jaren, hoe dwaas wij one ook verzetten tegen God’s hand, die het an ders beschikt dan wij het op onze kortzich tige wyze zouden doen. Door onze machtc- looze pogingen verwarren wy zelf de dra den en bemorijijken ons den weg, lie tot de zaligheid voert Er was eens een tyd, dat ik onder de sterren zocht, om de scho m»ten voor my naar beneden te halen, maar ik 1 e- dacht niet, dat sterren zonder glans nu een maal niets beteekenen. dat zij de jmlijsting behoeven om niet in het duister v.ui het heelal te verdwijnen. Bittere teleurstellingen zijn het einde van allo hoop, die ons staande heeft gehouden.” Merkwaardig, maar graaf Egon zag er vol strekt zoo hopeloos niet uit. De pachthoeve was bereikt, en Lindie steeg nu met den graaf de breed» stcenen treden naar het terras op. Van uit de keuken verspreidde zich door de gang van het huis de geur van het bijna gereed zynde middageten. Francisca Gutkeim kwam de witgeschuur de trap afgesneld. Zij droeg een schotel met fijn tarwemeel in den arm, de sleutelbos aan hare zijde kletterde en rammelde by den haastigen loop. Zij lachte vrooljjk, toen zy het jonge graaflijke paar ontwaarde, dat zoo juist den drempel overschreed. Hoe vreedzaam kwam het daar aan, als bestond er niets storends tusschen hen, geen 3. Ook de jongens zullen ter schole komen in gesloten costuum, met kousen en de bovenbeenen tot over de knieën bedekt. Wij spreken Ons vast vertrouwen uit, dat Onze Eerw. Geestelijken niet zullen nalaten bij eenige overtreding de ou der s te vermanen, dat aan deze bepa lingen strikt de hand zal gehouden wor den, en Wij dragen den Schoolbesturen op. desnoods door wegzending, de trou we naleving dezer voorschriften te ver- zekeren, waarop Onze Bisschoppelijke Inspecteurs, en verder iedere Priester die op de resp. Scholen catechismus onderricht geeft, streng toezicht hebben te houden. Tenslotte doen Wij bij deze een ern stig beroep op alle katholieke mannen, Vaders en Echtgenooten, dat zij niet zwijgend toezien, wanneer hunne doch ters of vrouwen de zedigheid in klee- doen blijken, spreken en vermanen om ding kwetsen, maar van hunne afkeuring niet alleen in de kerk, maar ook daarbuiten te toonen, dat zij zijn: katholieke meisjes en vrouwyen en daarom niet mogen navolgen een meer en meer veldwinnende heidensche mode. En zal dit Ons schrijven telken jare op Beloken Paschen, onder alle H.H. i Missen van den kansel worden afge- kondigd. Gedaan te Haarlem, den 15 Maart '26. f AUGUSTINUS JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. omstandigheden mogelijk, waarin hij voor het herstel (lees: het behoud) der legatie zou kunnen zijn. Ik (dr. De Vis ser) kan mij een Lohman voorstellen, die na de redevoering van den heer Mar chant, die eigenlijk hierop neerkwam: „Ik ben wèl vóór het gezantschap, maar om de coalitie en het kabrneWColijn te breken, stem ik tegen”, h arts to c ti tel ijk zou zijn opgestoven en zou heb ben uitgeroepen: „Ik ben tegen het ge zantschap, maar nu het er links om te doen is, den boel in de war te sturen, stem jk er vóór”. Wie weet, hoe mi nisterieel Lohman was en hoezeer hij prijs stelde op de samenwerking rechts, zal dat alleszins mogelijk achten.” Wij willen op beide uitlatingen nog eens de aandacht vestigen, niet omdat wij van dr. De Visser iets anders had den verwacht, doch omdat in dat ver band een zeer ernstige vraag rijst, welke toch niet onbeantwoord kan blijven. Dr. De Visser is voorzitter van de Christ.-Hist. Tweede Kamerfractie. Als zoodanig werd hij als opvolger van den heer Lohman tot leider der christ.-hist. politiek gepromoveerd. Waarom zoo vragen wij is dr. De Visser op 11 November weggeble ven? Waarom was de opvolger van Lohman niet in de Tweede Kamer aan wezig om daar, op dat oogenblik, na de verklaring van mr. Marchapt, de woorden te spreken, die Lohman met hartstocht zou hebben geuit? Waarom heeft dr. De Visser op het kritieke mo ment zijn post verlaten, om op het Bin nenhof rond te kuieren, terwijl men bin nen in de Kamer zijn leiding noodig had? Deze vragen lijken ons voor de toe komst van belang. Want al denken wij nu niet in de allereerste plaats aan het feit, dat dr. De Visser, die zóó weinig moed toonde op een zeer belangrijk oogenblik, niet de eerstgeroepene is, om over anderer politieke fouten te praten, toch voelt een ieder wel, dat herstel van de recht- sche samenwerking moeilijk, zoo niet onmogelijk, zal zijn, wanneer de oifici- eele leider der christ.-hist. politiek in de Tweede Kamer op kritieke momenten aan zijn fractie geen leiding durft geven, den strijd om eigen inzicht te doen ze gevieren, ontytijkt, bukt voor de meer derheid der anti-papistische drijvers en de leiding overgeeft aan iemand, die t »g e n de overtuiging van den voorzit ter der fractie-ingaat. Dat is geen staatsmanswerk, den op volger van Lohman waardig. De rede van dr. De Visser was belang rijk. Doch zij komt maanden te laat. De hierboven geciteerde verklaring diende in de Tweede Kamer op 11 November te zijn afgelegd. Dat zij toen achterwege ble^f, is: de rt - j - i i ipn *]|e abortnó'8 wordt op aanvrage gratia een pólis verstrekt wolke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 600, in de eerste plaats van de H. Communie, worden geweerd." Door deze bepaling, het spreekt van- I zelf, werd geen vrijbrief gegeven, om l buiten de kerk of buiten het ontvangen der Sacramenten onzedig gekleed te zijn, maar alleen gewaarschuwd, dat Wij de genen, die niet meer luisteren naar de voorschriften van onzen H. Godsdienst, althans daar, waar Wij dwingend kunnen optreden, zullen beletten ergernis te geven. Evenzeer spreekt het vanzelf, dat voor het h u w e 1 ij k geen uitzondering kan gemaakt woraen. Ook het huwelijk is een Sacrament en wel een Sacrament der levenden, dat in staat van genade, zeker met uitsluiting van alle ergernis, moet ontvangen worden, en wel te meer omdat bij dit Sacrament steeds het ge vaar dreigt, dat eer aan wereldsche dan aan geestelijke zaken zal gedacht wor den. Waar dus voor het huwelijk een uitzondering gemaakt wordt, geschiedt dit zeer ten onrechte. Wij waarschuwen dus bij dezen, dat geen Geestelijke tot een Sacrament ook niet tot het ontvangen van het Sa crament des huwelijks een vrouw of meisje mag toelaten, wanneer zij niet alleszins zedig is gekleed, en dat hij gehouden is, ook bij huwelijks plechtigheden, de bruidsmeisjes en bloed en aanverwanten uit de kerk verwijderd te houden, wanneer zij zich in deze niet aan de wetten der H. Kerk onderwerpen willen. Wanneer men Ons vraagt, wat moet verstaan worden onder de woorden „zedig geklee d', dan meenen Wij ten deze geen betere omschrijving te kunnen geven, dan die welke is op genomen in het reglement der wereld lijke Derde Orde van den H. Franciscus: De vrouwelijke leden moeten irf hare kleeding ten allen tijde zorgvuldig ver mijden: a. ontblootingen of daarmede ge- lijk te stellen gebruik van doorschijnende stoffen,z door uitsnijdingen lager dan de hals; b. mouwen, die den bovenarm tot f laten doorschijnen; c. doorschijnende vleesch- kleurige voering of vleeschkleurig be- Steenwijk legsel op plaatsen, die bedekt behooren te blijven; d. rokken, die op welke wijze ook de zedigheid kwetsen. Het is ook de plicht der R. K. School naar best vermogen de kinderopvoeding te beveiligen tegen een ontzenuwende weelde, tegen alle wuftheid en gevaar- POSTGIRO 104863,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1