OSOi êOaë!
“d. 1. SE ‘“X
ELCK WAT WILS
■UB»
«-O.,» 0.
zeide hij,
hij gevoelde zich gedrukt.
gisteren-avond ziek gehouden, om dadelijk
onderstreept wil hebben, sobere woning harer ouders, 's avonds
werk, dat hem nooit misluktlangzaam
van
waarvoor
seltje kan bezigen staart de bruine
zij
had Bertha zeker wel scherp ingeprent,
’eren.”
-
de
was geen ovei
tegendeel, de door
en 1
die zich door slinksche wegen van huis
houdster tot barones heeft doen verheffen,
en
over dien war-
vierenzeventig avonden achter elkaar aan
het slot van het derde bedrijf op het too-
neel lieten dragen. Keung in sneeuwwitte
kleertjes gestoken, lagen zij in de stevige
armen der soubrette, die driest mat baar
tot aan het souffleurshokje marcheerde
'~.i dan het beroemde lied „van de twee
lingen" uitgalmde.
Bij het refrein
Een
na een
bij te-
Het kwam hem echter voor, ateof zij
ma tii>"agity namtw, dsebem mtaood<-
tegen-
Tar blik
-schuw en angstig 't oog der barones,
yx - s - a
zou nemen of vreesde zij juist haar het
zijn, want zij werd bedaarder, toen de
wv 41 w XOJ U 111 VU W ACLU IvxJd
die hier komt, afwijzen. Ik verkies het
zoo, leg
Hulda
i poat 1
geld, als het op de buitenplaats be-
boel schijnen.
Nogmaals klinkt de tooneelschel. o
Uit alle, deuren en toegangen komt een taak 'te vervullen. Hare kroeakopjea wa-
wijzen, had haar ia het gezicht gevleid,
dat zij mannenharten brak en wreed tegen
haar bewonderaars was dat zij niet eens
veroorloofde, dat deze haar bewonderden.
Had Van Kolb op den heer Van Hal-
:en gezinspeeld Had Van Halten hem
tot vertrouwde, tot bemiddelaar gekozen?
2n terwijl zij daar zoo eenzaam voort
schreed, moest zij steeds aan die vragen
denken, en uit het binnenste van haar r
hart klonk hetNeen, dat heeft hij nietknikte slechts met het hoofd, als om de
eunnen doen 1 bevelen der barones er in te prenten en
Maar wat is dat In den maneschijn ze nauwkeurig en snel uit te voeren. Het
treed er uit.... het is Van Halten.
hem alsof O t!!E
TOONEELKINDEREN.
(Naar het Duitsch van Julius Freund.)
Er wordt voor de derde maal gebeld.
Buiten, voor het gordijn, geeft de ka-
wordt in de haast nog een p— --
teerd, een triller geprobeerd, daar een
regisseur zijn bevelen uit, valluiken'gaan gezien, die met reuzen beginnen en met
open en dicht, aan krakende touwen wor- dwergen eindigen Welnu, Elsa en Leen-
~van deelneming met
elsSh^psjuffrouw Ge-
lagrip
geweest, hoe haar tegenpartij van i
wat zij deed, onderricht werd verschei
den malen had zij van woonplaats ver
wisseld, om eene bespieding te ontgaan,
welke van de kleinste omstandigheid partij
trok, om haar te belasteren.... nu was Ik «a> mij gelukkig achten, als ik
'het raadsel opgelostHulda Bitter cor
respondeerde achter haar om met den
„De eene brief,” antwoordde de baro
nes droogjes, „moet aangeteekend worden
en het geld gestort.... en gij moogt vol
strekt met uitgaan.
„Genadige vrouw
„Gij moogt volstrekt niet,” ging Gerar-
dine voort, zonder op de tegenwerping
1' 1-I er geen ver-
van, dus ga ik zelve. Overigens
dwingt mij niets mijn afgezonderd leven
voort te 'zetten, ik wil de badgasten wel
eens op de wandeling ontmoeten.”
Hulda nam de doeken van haar gelaat.
„Bezoek de wandelplaats, genadige
vrouw,” antwoordde zij, „daar heeft u
wellicht gelijk aan, maar ik mag met toe
staan, dat gij u aan het postloket door
knechts en boeren laat verdringen, alsof
u geen bediening had, neen, dat ware al
te erg.”
Gerardine’s gelaat werd hoe langer hoe
donkerder. „Gij zult het toch moeten
toestaan, juffrouw Bitter,” antwoordde
zij op een kouden, afgemeten, scherpen
toon. „Gij moet uw doek weder omdoen
en in de kamer blijven, ik zou anders
werkelijk moeten gelooven, dat gij uw
tandpijn hebt overdreven of,... wer
kelijk geen pijn hebt gehad.”
„Genadige vrouw.
„Juffrouw Bitter, gij weet wat ik wil,
verschoon mij van uwe overgevoeligheid.
Dat afrukken van dien doek bevalt mij
volstrekt niet óf gij hebt hem in het ge
heel niet noodig gehad, óf gij handelt
onverstandig."
„Als gij de beste bedoelingen miskent,
genadige vrouw
„Ik misken niets, alleen kritiseer ik,
wat ik op 't oogenblik zie. Aan het ont
bijt hebt, gij bijna mets gebruikt en ge
daan alsof gij een onuitstaanbare pijn leed,
gij doet dus het best, oogenblikkelijk
weder naar bed te gaan."
Terwijl de barones sprak, had zij zich
tot uitgaan gereed gemaakt. Zij zag hoe
de onrust van juffrouw Bitter met iedere
seconde heviger werd het kwam haar
voor, dat zij iets bedacht, om toch haar
zin te krijgen en het vermoeden kwam
bij haar op, dat Hulda vreesde, dat zij aan
het postkantoor iets kon ontdekken, wat
haar gezelschapsjuffrouw in verlegenheid
kon brengen zij dacht er dus dadelijk
aan, te beletten, dat Hulda een boodschap
naar het postkantoor zond, vóórdat ztj
er kon wezen.
„Doe mij het genoegen en leg u te béd,
vóórdat ik heenga,” hernam zij, „kom,
doe mij dit genoegen, ik blijf maar een
oogenblik weg, intusschen kan Bertha uit
de apotheek een pijnstillend middel ha
len, de huisjuffrouw kan zoolang ieder,
J’ l.t
u dus te bed, vóór ik ga."
begon te vermoeden, dat zij
door tegenspraak de verdenking van de
barones nog versterken en hare opge
wondenheid nog meer zou prikkelen. Zij
gaf toe. Aan de huisjuffrouw gaf de baro
nes gestrenge orde niemand toe te laten,
zond Bertha naar de apotheek en liep
zelve haastig naar het postkantoor.
Aan het loket was volstrekt geen ge
drang. Toen de barones haar brieven had
bezorgd, zeide zij aan den postbeambte,
dat zij wenschte, dat in het vervolg de
voor haar bestemde brieven noch aan
juffrouw Bitter, hare gezelschapsjuffrouw,
noch aan hare kamenier werden afgegeven
maar haar persoonlijk ter hand gesteld. De
beambte boog.. „Is mejuffrouw Hulda
Bitter,” vroeg hij, „uwe gezelschaps
juffrouw, genadige vrouw
De barones gaf een bevestigend ant
woord.
„Dat is een zonderlinge tegenspraak,"
hervatte de ambtenaar met een eigenaar
dig lachje. „Juffrouw Bitter heeft gis
teren-avond nog, toen zij hier een spoed-
brief bezorgde, uitdrukkelijk bevolen,
dat de brievenbesteller noch aan de huis
juffrouw, noch aan de kamenier de voor
u bestemde brieven mocht afgeven, maar
alleen aan haar en gebeurde het, dat hij
zeide, dat de couverts zeker reeds gekreu- hij de aan haar geadresseerde brieven
licht niet had bemerkt, daar zij wel ver-
Van Haitta een antwoord kon geven.
In een donkeren, met allerlei stoffige
requisieten gevulden hoek achter de
laatste coulisse zitten op een
twee kleine meisjes, de „kinderen1
(anger met haar onder één dak te verwijlen den schouwburg.
d' diepe verachting herbergen, die
woord.toevoegen. .Prikkelde zi; de ge- m„ inb£zemt
„Genadige vrouw,” antwoordde Van rokjes, rose vleugels, en in de kroezende volkomen natuurlijk, als van zelf sprekend
üaot ik iets vreeselijks heb gezegd l”
Hulda trachtte hare bedaardheid te „Mag ik vragen, aan wien de brief was
herwinnen. „Genadige vrouw,” stotterde geadresseerd klonk het bevend van
Hen, dat u, Gerardine’s hppen, uit wier gelaat ai het
it, thans er bloed was geweken.
Z- -Aan den heer graaf Van Hoek op
badgasten wandelen en u zullen ontmoe- Hockstein.”
De graaf Van Hock was een van de
btoadverwatma wa baron Mm Titer
van dien aard, dat ik de juffrouw kan aan
klagen. Zij moet nog heden onvoorwaar-
delijk mijn huis verlaten ik vrees ech- lieden, ruischen de tonen van het orkest aller zielenvangers maas voor maas van
□IJ net openen van oneven octrapt, nj te^L 5“ on?1?8.op ïtaaP,de *i voet’ t*n ware heksensabbath. het net, waarin hij zijn kleine slachtoffers
kon niet weten, wat Hulda aan den graaf z °P het vri?”del|)kst ingekleed, met in een donkeren, met allerlei stoffige zou vangen.
voeligheid van Hulda, dan kon deze haar
nog meer schaden. Te gaarne gelooven
onze brave medemenschen het slechtste. "T™’
Als Hulda vertelde die ijdele kokette, ml> hard en °“'“htvaardig zou voorko-
1 - men, dit zou echter alleen het geval kun-
nou aster tot oaroncs neen uoen ve»«.cu, *?’n’ 200 I’ hogelijk,
is de oorzaak van den dood van haar
man, zij heeft hem weten te verleiden
een testament te haren gunste te maken,
heeft een proces met haar stiefdochters
en zou nu ook gaarne haar gezelschaps
juffrouw tiranniseeren en in verdenking
brengen.... en wie zou dan partij voor
de belasterde kiezen?
De barones was op een bank in den
te huis wachtte, in het geheel niet meer
te zien.
De wandelplaats werd allengs
toen zij weder tot bewustztfd kwam
om dezen tijd rustten de kurgasten van
het bad uit of wachtten aan het strand
op het signaal om aan tafel te gaan.
Op dit stille plaatsje in het groen ge
voelde Gerardine zich
zü niet te vreezen, ---
Zijn zijn gekleed in het traditioneele netten verstrikt. Al het onkinderlijke,
costuum van engeltjes rose tricots, rose onnatuurlijke van haar leven, scheen haar'
meer scnaaen. ie gaarne geioovcn ww’; -j -r--w>»vbu«u
brave medemenschen het slechtste. een kleine zilveren ster. toe zij stelden veel meer belang in ge-
Droomerig, bijna bezorgd wanneer schilderde tuinen en bceschen dan in
men dit woord voor zulk een jong schep- natuurlijke wanneer men haar vroeg
«.v v^a aaww. aaa ww.a**.B v«- „Kinderen, wat wil je worden T'dan a»t-
keert, dan zijt gij het voor n-zelve en de ^Isa voor zich uit, en bijt ternauwernood woordden zij met stralende oogen, als
- 1t_ t1 «rt rlzsvn z4«avs Isaas» •SRs as
te onderzoeken kan er echter geen dwa- lachende vriendin haar voorhoudt. Op den het was haar onbegrijpelijk, hoe men near
jes u niet weerhouden, doortastend te breede verschil van karakter der beide ander geluk, een geluk zonder applawb
k«wegt^nhMft tilwachJtn me“ies J h“ “h’***5 Md*n' iwetlen bloemen gelooven kon.
geweten heeft, zal zij zich wel wachten kend vln Mfd ^huchter en bedeesd— Koortsachtig zagen zij sedert lang het
graaf Van Hoek, daarom had zij zich Van Halten naast haar zou-plaats nemen requisieten aan. en t
gisteren-avond ziek gehouden, om dadelijk „Mijnheer Van Holten,” vervolgde zij. zitplaats achter de eerste coulisse pro-
van den brief van den advokaat en van verzoek u mij een goeden raad te ge- beert de electro-technicus zijn licht
den indruk, dien deze gemaakt had, aan ven, echter moet ik u eerst opmerkzaam jlet a]|e]ej kleuren
de vijanden der barones bericht te geven, maken, dat ik u mededeeling moet doen
Nu twijfelde Gerardine ook niet meer, dat van de omstandigheden, welke mij in
Hulda des nachts haar brieven geopend en dezen pijnlijken toestand hebben ge-
later weder dicht gemaakt had. bracht en dat mijn voornemen u wellicht
jB— I?J?_
doofd doen nederzinken, wanneer wij ons rechtvaardig zal voorkomen. Eigenlijk op den voorgrond verzamelen zich de het champignon-ballet uit de kelken
geheel onmachtig gevoelen, tegen zulke moest ik mij tot den heer Van Kolb wen- solisten, meer naar achter de leden van van dansende bloemen straalden hare
wapenen te strijden dan is het leven ons den,^ daar hij hier politietoezicht oefent, het koor lachend en snaterend huppelt oogen als prachtige kikkers sprongen zij
pas^ gerepe- ten zij in den flesschendans als aange-
schoten champagneflesschen keurig
„Zoo veel te hooger waardeer ik het iaPj>n gladgestreken de primadonna vaW bordpapier vervaardigd bepaald
Zoo verliepen de eerste jaren harer
air van gewicht wijst de bas de jeugd in een zonderling, twe< siachtig
w - - - - n i i i i.3 jkof—
,en heden ontdekte ik, dat mijn hij duidelijk,
u
De angstige verwarring en spanning van
Bertha was ter opvallend, dan dat men die
niet zou bemerken toch ontbrak haar
den moed, haar gedachten onder woorden
te brengen en ontkende zij het ten sterkste
dat zij een bepaald doel met hare op
merking had gehad. De barones drong er
dan ook met verder op aan het was toch acht re slaan, „Bertha* heeft
ook mogelijk, dat Bertha alleen gevreesd stand van,
had, de brieven bij het opruimen der J~
kamer te besmetten.
Toen Gerardine te bed lag, hield de
gedachte haar evenwel bezig, dat Bertha
haar toch wellicht iets had verzwegen,
en zooals dikwerf het geval is, vervolgde
haar in den droom de gedachte waar
mede zij^was ingeslapen. Het was haar,
alsof iemand door de kamer sloop, voort-
zichtig, haar brief openbrak en tas, zij
greep de persoon van achteren aan, maar
deze beet haar in den arm en Gerardine
staarde in de water blauwe oogen van
Hulda, wier trekken door vreeselijken
haat verwrongen waren. Zij stiet een kreet
uitHulda vluchttewas het een
droom of werkelijkheid.... zij hoorde
zachte, snelle schreden in de kamer naast
haar juffrouw Bitter sliep.
Gerardine wreef zich de oogen. Zij was
wakker, er viel met aan te twijfelen, zij
had werkelijk de voetstappen gehoord.
Reeds wilde zij opstaan, om zich te over
tuigen, toen zij zich herinnerde, dit de
juffrouw tandpijn had. Zij lachte nu over
tem nog haar schrik. Hulda had zeker een glas
water of iets anders gehaald ja, dat was
het zeker geweesthet was toch al te
belachelijk, iemand op een vermoeden
alleen reeds van iets slechts te verdenken.
Zeker zou Hulda wakker zijn en het boo
ten, als de barones haar bed verliet. Welke
reden zóu zij moeten opgeven, dat zij in
het midden van den nacht haar kamer
onderzocht.
Den volgenden morgen gevoelde de
barones zich zenuwachtig en vermoeid,
de gewone gevolgen, als ons lichaam de
noodige nachtrust heeft gemist. Toen zij
in de huiskamer trad, viel haar eersten
blik op de brieven, welke zij den vorigen
avond had geschreven het kwam haar
voor, dat de couverts aan de zijde van
het cachet gekreukeld waren, en men ze
had trachten glad te strijken. Zij had de
ouderwetsche gewoonte, haar brieven met
lak te sluiten. De af druk van het wapen
was nog wel scherp en duidelijk, maar
het lak lag er dikker op dan dat zij dit
gewoonlijk deed een en ander maakte
op haar den indruk, alsof er iets met de
brieven gebeurd was.
Juist toen Gerardine de brieven nog
eens nauwkeurig, ja, zelfs wantrouwend
onderzocht, trad juffrouw Bitter de ka
mer binnen. Haar hoofd was geheel in
doeken gewikkeld, haar hoogroode kleur
kon een gevolg van de tandpijn zijn.
„Wat zeide Hulda, oogenschijblijk
verbaasd, „de genadige vrouw heeft van
morgen reeds brieven geschreven? wil
ik ze naar de post zenden
De barones schudde ontkennend met
het hoofd. Haar blik vestigde zich on
zulke zwak- Verzoekend op de gezelschapsjuffrouw
11 b „Gisteren-avond heb ik de brieven ge
dreven,” zeide zij, „ik vind, dat zij vuil
geworden en gekreukeld.”
«ha was met het ontbijtgoed binnen
gekomen. Het meisje kreeg een kleur en
beefde zoo heftig, dat de kopjes op het
blad rammelden.
„Gij hebt zeker iets op de brieven ge
zet,” zeide Hulda knorrend tot Bertha.
„Als gij de tafel afneemt, moet gij voor
zichtiger lijn." w
Bertha gaf geen antwoord, iedere tq
spraak was haar streng verboden, haar
zocht schuw en angstig 't oog der bare
Dacht zij dat deze haar in bescherming
1 2---
meest? Het laatste scheen het geval te
zijn, want zij werd bedaarder, toen de
barones op haar verzoek van den vorigen
avond niet zinspeelde, hetgeen ook wel
liet veronderstellen, dat zij de brieven
niet in de hand had gehad, integendeel u toevallig alleen te huis trof, dan moest
zeide, dat de couverts zeker reeds gekreu- hij de aan haar geadresseerde brieven
keld waren geweest, en zij dit bij het lamp- terughouden."
licht niet had bemerkt, daar zij wel ver- „Heeft juffrouw Bitter gisteren-avond
trouwde, dat Bertha bij het afnemen niet hier een brief bezorgd T” vroeg de barones,
voorzichtig was geweest. nauwelijks haar ooren vertrouwende.
Na het ontbijt zeide Gerardine „Ik „Daarin pilt gij zeker vergissen, bet
zal zelve de brieven op de post brengen,” zal des middags geweest zijn.”
en nu ontging het haar met, dat Hulda De postbeambte sloeg een boek op.
verschrikt in elkander kromp-en hare ver- „Vertrek van spoedbrieven," las hij, „per-
warring bijna niet kon verbergen. soonhjk gebracht door mejuffrouw Bitter
„Vindt ge dat vreemd of minder pas- des avonds ten acht ure, bij het sluiten
send F’ vroeg Gerardine spottend, met van de poet. Mejuffrouw Bitter depo
een vlammenden blik. „Gtj verschrikt zoo neerde geld, ate het op de buitenplaats be-
vreeselijk en staart mij zoo verbaasd^aan, stellen van dan bnef iets meer mocht
koeten.”
„Mag ik
Er zijn opwindingen, die ons bijna ver- vreemd, of misschien wel wreed en on- bonte menigte het tooneel overstroomen ren verscholen in de paddestoelen van
geheel onmachtig gevoelen, tegen zulke moest ik mij tot den heer Van Kolb wen- solisten, meer naar achter de leden van
ee’n last en wordt” ónzeriei met bitter^ In den persoon van dien heer kan ik
heid gevuld. Welke straf was streng ge- echter geen vertrouwen stellen en zou het
noeg, de laaghartige vaïschheid van Bitter m*) dus zeer moeilijk vallen, met hem te
te tuchtigen, het verraad te wreken, dat spreken,
men zoo snood aan Gerardine pleegde? - .- - - - -
En welke voldoening gaf het de barones, vertrouwen, dat gij in mij stelt, genadige onderzoekt ot de legerstede, waarop zij
zoo het veile werktuig harer vijanden vrouw." moet rusten, wel zacht genoeg is en
werd gestraft, terwijl deze zelven onaan- ~Ik bentin een onaangenaam proces met een air van gewicht wijst de bas de jeugd in een t
gevochten bleven. Zou zij Hulda met gewikkeld,”^begon de barones^ vastbe- soufleusse jog eenige plaatsen aan, die leven overdag in de stiïie, sombere en
haar beschuldigen van verraad en schen- gezelschapsjuffrouw heimelijk mijn brie- ]eder doet zijn best om^in het voorbii-
klacht van de sluwe bedriegster.
Gerardine had geen bewijs, dat Hulda
verraad had gepleegd. Zij had haar niet
bij het openen van brieven betrapt, zij
den friezen en schutdoeken opgehaald tje werden tot dwergen gepromoveerd I
ren neergelaten, hier wordt een tempel Zij werden met meer op het tooneel ge-
dienst kan zijn.” getimmerd, daar een boom vastgezet dragen, maar betraden het zelve en wier-
De barones wees op de bank, opdat hijgend sleepen tooneelknechts allerlei pen haar beentje» flink in de lucht, om
van zijn verheven onder het marcheeren behoorlijk in de
pas te kunnen blijven. Ongeveer te ge
lijker tijd werden zij als leerlingen in de
balletschool van den schouwburg op
genomen, en nu duurde het niet lang meer
of zij kregen gewichtiger en moeilijker
juffrouw verplicht, haar eerst scherper jn den appel, dien haar blonde,, vroolijk uit één mond „Tooneelspeelster”
ling bestaan, dan mag de vrees röor praat- eersten blik bemerkt men het hemels- een ander doel streven, hoé men aan een
i u _u .- --karakter der beide ander geluk, een geluk zonder applaus,
u n me“ies het eene ern3tlR en naden' i^eelen en bloemen gelooven kon.
wacnten kend vln Mrd ^huchter en bedeesd— Koortsachtig zagen zij sedert tang het
«gissing is in dit geval on- za! eenm“* een «waren strijd met zich oogenblik tegemoet, waarop het haar ver-
antwoordde de barones, „Het ze*ve en de wereld te strijden hebben, gund zou zijn, de gelederen van het koor
gezonken en had zich geheel aan haar ge- u bewezen waarheid, dat mijn ge- «r «1 de kunst en het leven ernstig op- te verlaten en zelfstandig op te treden. Dit
A O dat 231 zelschapsjuHrouw met mijn vijanden cof- vatten, terwijl de andere waarschijnlijk oogenblik is nu gekomen het oogen-
beloofd had, spoedig terug te respondeert. Dit is voor mij een over- nooit een diepe smart over verloren ide- blik, welks vevaarliike beteekenis de
tuigend bewijs van laaghartig verraad alen gevoelen en misschien lachend naar beide kleinen die vreedTum naast el-
aSw^^b«ch“ het eC?tCT °“,ktnnen,Xr ik hd“f een irond huPP'len k’nt h« kX ÏT’ouïe pTu^rin. n^ vó-
j~^zittb^S“'areZrij h“e»^^ "ndd°“ de«er beide levenswegen met, ,trekt nS beseffen, VoSenbUklt de
maar weet dat zij zullen uiteenloo- beide intieme vriendinnen voor de eer-
Len:Jdi,.?l_beide,vn“dlnneit’es *lkaar ste maal tegenover elkaar stelt haar tot
concurrenten maakt.
En dit oogenblik heeft nog tin diepere
beteekenis. Door de plotselinge ziekte
van een der actrices, die in het laatste
t verzen moest
reciteeren, is deze rol opengevallén
men komediaift een groote som.
j - K.,-- -,- --- En nu zitten de beide kinderen daar
rast de dame te zien, die zich anders zoo watzooals hij wist, zelve vroeger in eene vriendinnen zijn, sedert hare geboorte achter in dien stoffigen hoek te wachten
dat alles door rinkelen de electrische v
bellen, klinken de stemmen der werk- maar zeker knoopte deze behendigste
klagen. Zij moet nog heden
ter, dat zij een ontslag op staanden voet, een ware heksensabbath.
zal aannemen. Daar zij al mijn geheimen
mij te schaden. Daartegenover echter
«He Gerardine het heftigst
voted. Bespottelijk ijdel,
vijftte jaar, trotsch en
schuld-_,
Van Galen, als een echte tafelschuimer
aan die verbintenis al het mogelijke blos bedekte haar gelaat, zij maakte
beweging om hem aan te spreken.
Vlug liep hij op haar toe. „Genadige
vrouw,” zeide hij, „er is u toch niets
'mijmaar
„Gij verwondert u, dat ik hier zit,”
icm iu uc me, „en het verbaast
uwe beleefdheid niet als gewoon-
gehaald en naar het diaconessenges'
te Schoonoord gebracht Het rijden zuh
ge wel kunnen verdragen,” ging zjj tot
den zieke gewend voort, ^tn daar vindt
gij een goede verpleging. Ate zij nog geen
bericht van mij hebben ontvangen, dan
eerswolgenden post een som gelde zal laat. -Maar wüt u niet liever uw brieven
a t ---1-. «wawMi *0*1 rvwfteihhlr
JVCI1UV VZU VMM -D---- r,
onderhoud voor den eer- voort, ateof zij zich-zelve
gesproken.
„Waarom V vroeg de barones ver-
Ük"dacht.... ik veronderstelde dat
„Gekheid, er komt immers nooit iemand zij. „Zeker moet het’mü
huisvrouw al te nieuwsgierig isT” aan denkt, in den morgen, terwijl al de
„NeenL 1
^Spreek flmk op, wat heb je op je hart, ten.’zaive om naar het poetkantoor te
-«- --
den schouwburg vergroeid, tot de regisseur haar roept, die baar ia de
i pauze na het eerste bedrijf de rol zal
van den tweeden regisseur, Leentje is de overhooren, om daarna een beslissing te
eenige dochter van den requisiteur. nemen.
Leentje eet met smaak haar appel op,
GFordt uervoted.; de beroemde klucht „De tweelingen” het aanstaand examen en aeiMiet daarbij
het geschuifel en gebabbel van het pu- de luiers ontgroeid en dus voor hare met
bliek, en als op een tooverslag verandert zooveel succes vervulden rollen te a
het tooneel eensklaps van voorkomen. oud geworden het was derhalve «aak,
Tot nu toe in schemering gehuld, nu een nieuwen, passenden werkkring
van u te kwet- wordt het thans eensklaps helder ver- te vinden.
Dikwerf was het de barones een raadsel “n- He<len echter is mij iets oveskomen, licht met luide, schelle stem niet Wie heeft wel niet eens in een stuk i
gever laat betreuren. Dwaal ik, als ik de
hoop
heid,
spoedig en voor altijd zullen verliezen.
De kleine blonde laat eindelijk haar
u haar bovendien een getuigschrift geeft, appel rusten. „Ken jij het?”
lige zaak als reden Met groote, verbaasde oogen ziet de vdn ucr atlrlve3, ule
t aan „Natuurlijk ken ik hettafreel als bronnimf eenige
En wat best ook 1 Woord voor woord L
kln »i een lichte siddering niet ijlings hebben de requisiteur en de tweede
^en je soms bang „jn kind zegerijk uit het krijt ld
“Jf'treden, omdat aan het vervullen dier rol
Uk in het geheel niet r een speelgeld van één gulden per avond
jOch, wat ben jij toch gelpkkig f” verbonden is. Br bestaat alle kana dat het
Daarop verdiept de eene zich in hare «tuk nog 200 maal gegeven zal worden
haar appel verder oppeuzelen.
Etea en Leentje de beide intieme
Uk ben in een onaangenaam proces met een
werd gestraft, terwijl deze zelven
smaad en schande uit haar dienst jagen, raden,
Zien had, te helpen slechts het diepste
medelijden had zij met de ongelukkige,
wie de baddirecteur iedere ondersteuning
onwaardig had gekeurd haar zorg ging
echter verder dan zich alleen tot deelne
ming te bepalen.
Eenige uren geleden hadden de arme
lieden gewanhoopt en nu was er goud in
overvloed. De oude man kon geen woord
vinden, om zijn dank uit te spreken, hij
bevelen der barones er in te prenten
bemerkt zij vóór zich eene hut, een man met tranen gevulde oog hield hij neder-
Jreed er uit.het is Van Halten. geslagen, hij gevoelde zich gedrukt.
Juist had zij nog tijd genoeg, zich ach- daar hij de dame met wist te zeggen, wat
‘ter den ingang van een schuur te verber- hij gevoelde en nu vreesde door haar voor
gen, vóórdat hij haar kon bemerken of onbeschaafd en zonder gevoel te worden
herkennen. Zij wachtte, tot zijn gestalte gehouden, noen hij eindelijk zijn oogen
in de duisternis was verdwenen; toen dreef opsloeg en eenige woorden van dank
nieuwsgierigheid haar, den weg te ver- wilde stamelen, was zij verdwenen. Hij
volgen en de hut te beschouwen, welke was weder alleen met de zieke, die zacht
hij had bezocht. was ingesluimerd, wier bieeke, vermagerde
Een arme vrouw met een mand aan door smart verwrongen trekken door een
den arm trad er uit. gelukkig lachje verhelderd werden.
Wonen hier ook badgasten?” vroeg De barones was blijde, dat zij onbe-
zij, de vrouw aansprekende. merkt had kunnen vertrekken, zonder
„Ja en neen, net zooals gij het nemen dat men haar naam had gevraagd of
wilt,” antwoordde de vrouw en droogde zonder dat men haar had willen volgen,
zich met haar voorschoot de betraande Het bewustzijn een goed werk te
oogen af. Er woont een arm meisje bij hebben verricht was haar heden dubbel
ons, daar het verblijf in het badhuis voor aangenaam. Onwillekeurig dacht zij aan
haar te duur is. Sedert acht dagen is zij Van Halten, wat deze er wel van zou
zieker geworden, de geneesheer beveelt zeggen, als hij zijn beschermelinge weder
versterkende middelen, maar waar zal bezocht en vernam, dat bu.ten h<
de arme meid het van betalen haar kost- iemand van de badgasten de verlatene
geld heeft zij vooruit betaald en nu bezit wilde beschermen.
zij nog maar een stuiver of wat, om naar Gerardine was er van overtuigd, dat
haar huis terug te keeren, wij zijn zelf Van Halten, al deed hij er ook onderzoek
arm en kunnen haar niets geven, terwijl naar, de naam der weldoenster niet zou
mijnheer de baddirecteur iedere onder- te weten komen. Van het bestuur van
steuning heeft geweigerd, omdat ziihet Diakonessenhuis kon zij stilzwijgend-
ja, omdat zij geen getuigschrift of zoo heid eischen bovendien was de direc-
iets heeft. Een half uurtje geleden is er trice haar persoonlijk bekend, daar zij op
vertellen hij heeft de zieke getroost
ons een j,
ja, mevrouw, zoo helpt
weer, als wij menschi
meer zien.”
„Mag
vroeg de barones.
„Ga maar binnen, genadige
mijn man is thuis. Ik zal mij haa
werk te gaan. Als de juffrou#
ver l
u tot strengere maatregelen te dwingen.
- 7 „Eene vergissing is in dit geval
wandeldreef bij het postkantoor neder- tnogelijk,”
dachten
Hulda I
zullen komen, zij sloeg er ook
op, dat de voorbijwandelende badgasten Zlj zal hït echtCT ontkennen,
haaf TH PI fwco tortor hpsrnnnwnpn i
bleef zij urenlang zitten. Liefst ware zij heeft geschreven. Ik ben bereid, haar een
in het geheel met weder naar haar woning schadeloosstelling in geld te geven, als
teruggekeerd, gaarne had zij de vlucht nj dadelijk mijn dienst wil verlaten en van
genomen, om de vateche vrouw, die haar |her vertrekken.”
r „Meer kan zij niet van u vergen, zoo
u haar bovendien een gctóigzcb'
verlaten, waarin een onverschillige zaak
van haar plotseling ontslag wordt aan- bruine haar
gegeven.” -
„Ik schrijf geen valsch getuigschrift,”
gaf Gerardine beslist ten antwoordt.
„Dan wordt het geval lastiger. Gij zijt
juf
frouw wset, dat u haar niets kunt be-
voot, ate geschiedde er een wonder, en
c_ J 1
ontroering,
digd* lachte zij, toen zij bemerkte, dat in de tegenwoordigheid van hare meesteres
daarin nog verscheidene goudstukken steeds angstig en gejaagd was. Dit scheen
waren. „Neem al dit goud,” zeide zfi tot heden in bijzonder hooge mate het geval
den visscher. „Morgen vroeg wordt de te zijn de barones bemerkte dat Ber-
zieke met een gemakkelijk rijtuig af- tha’s handen beefden, toen zij het schnjf-
_t u._ AWMS/Jerksn nrooKAVcr,
.Wat scheelt jë vroeg Gerardine, die
nelde, „je beeft ateof je doodelijk
voor mij waart.”
□«,^4 --- --Trouw"
zegt gij aan de directrice, dat zü met den Bertha en bedekte haar purperrood ge-
eerstvolgenden post een som gelds zal tat. „Maar wilt u met bever uw bneven
ontvangen, voldoende om de kosten van wegstuiten jpng zq na een oogenbhk
'verpleging en onderhoud voor den eer- voort, ateof zij zich-zelve moed had in-
sten tijd te bestrijden. Hier hebt gij nog
•teen goudstuk voor uw moeite.”
Zelden of liever nooit had de man zoo- wonderd.
veel goud zijn eigendom mogen noemen -Ik dacht....
en al dat geld gaf die vreemde dame zoo bet beter was.
gemakkelijk weg, ateof het een paar stui- „Gvauou,
vers waren, ja beloofde nog meer te geven. onJ* kamers, of denkt gij dat onze die «iden met op straat
Klaarblijkelijk deed de dame bet niet
om er voordeel uit te trekken of naam te
maken, maar alleen om een ongelukkig ---
echepsel, dat zij vroeger gekend nod> g»- Spreek toch, mqn ksod.
steuning heeft geweigerd,
ia, omdat zij geen getuigschrift
een heer gekomen, dien wij alles moesten haar doorreis door waar zij den
1' t en nacht was overgebleven, de inrichting
goudstuk voor haar gegeven. Ach had bezocht. Overal waar zij vertoefde,
rouw, zoo helpt de heve God al- handelde de barones op gelijke wijze.
ten geen uitkomst Haar naam prijkte nooit op de lijsten van
giften voor weldadige doeleinden en slechts
ik de zieke eens bezoeken?" zelden gaf zij een directe aalmoes. Bede
laars wees zij van haar deur, maar daar,
vrouw, waar zij wist dat door een gave werkelij-
mij haasten wat ken nood werd verzacht, daar wist haar
vleesch voor soep en ook een weinig wijn rechterhand niet, wat de linker deed, daar
te Itoopen.” telde zij de goudstukken niet, die zij uit
Gerardine trad in de hutmen bracht haar beurs nam.
haar voor een zeer armoedig, maar toch De goeden dunk, dien zij van Van
uiterst zindelijk bed, waarop de zieke lag. Halten had opgevat, werd aanmerkelijk
Zij had een gevoel ateof zij gedrongen versterkt, toen zij vernam, dat hij evenals
werd deel te nemen aan het goede werk, zij handelde.
door Van Halten begonnen, opdat God Toen de barones thuis kwam, had juf-
ook voor haar barmhartigheid hebbe. Het frouw Bitter haar hoofd in doeken ge-
--jrwinning op haar-zelve, in- wikkeld en scheen hevige pijn te lijden.
door Van Kolb ate gierig Gerardinewilde den geneesheer laten
hardvochtig beschreven vrouw was roepen, Hulda wilde er echter niets van
gewoon wél te dqen, maar in het verbor- weten, daar zij beweerde, dat de docter
gene menige arme wist, dat zij de goede den tand zou willen trekken, waarvoor
engel was, die door woord en daad onder- zij doodelijk bang was.
steunde. Van haar jeugd af aan was zij het Een zweem van verachting was qp het
gewoon geweest, zieken op te passen gelaat der barones zichtbaar en verminder-
haar ouders, haar zusters, allen hadden de de uitdrukkir- J**'
een langdurig ziekbed gehad, vóórdat het leed harer gt
God hen tot zich riep. rardine had geen w
Dadelijk bemerkte de barones, dat de heid en nog minder van het'grrirelujfan
geneesheer zich de moeite niet had ge- wilskracht, die zulke zwakheid duidelijk*
geven, het lijden der zieke, zooveel in verried. Zij zond de juffrouw naar bed
zijn vermogen was te verlichten, hij had en schreef zelve nog eerst de brieven aan
niet eens de visschersvrouw aangewezen haar advocaat en het Diakonessenge-
hoe zij het verband om den gekwetsten sticht, vóórdat zij haar kamenier riep,
voet moest leggen. De barones knipte het oen haar bij het ontkleeden behulpzaam
naamcijfer uit haar fijn linnen zakdoek, te zijn.
en gebruikte die voor compres, in plaats Bertha, zoo heette de kamenier, was eerst
van het grove linnen, dat de zieke pijn sedert korten tijd in dienst der barones en
deed. Het bed schudde zii op, zoodat de was door juffrouw Bitter gehuurd ge-
lijderes gemakkelijk kon liggen. De oude worden. Hulda had haar echter zeker wel
visscher staarde verwonderd op de voor- gezegd, dat de genadige vrouw zeer ge-
name, elegante dame, die ate een geleerde streng op het punt van gehoorzaamheid,
pleegzuster wist te helpen het kwam hem nauwkeurigheid en netheid was, en zij
voor, als geschiedde er een wonder, en had Bertha zeker wel scherp ingeprent,
de zieke weende van dankbaarheid en dat de barones sled.ts het hoogst noodige
ontroering. met haar besprak, zich steeds ernstig en
De barones trók «haar beurs en bevre- terughoudend gedroeg vandkar dat zij
daarin” nog "verscheidde gou’dstukkd steeds angstig en gejaagd was. Dit scheen
j j;, B z geval
Morgen vroeg wórdt de te zijn de barones bemerkte dat Ber-
[Sticht gereedschap wegborg.
„Wat scheelt je vroeg Gerardine, die
zich buitengewoon aangenaam gestemd
gevoe,J- T* -*—
bang
ÓNi
ich gerust, daar had volkomen ia uw recht, maar als de
.dat Hulda haar met frouw weet, dat haar niets kunt
haar indringende vertrouwelijkheid zou wijjea, zal zij een slecht getuigschrift
storen* weigeren.”
Het zand op den weg knarste, de J)at mag zü, ate zü maar vertrekt. Maar
fonche tred van een mannehjken voet- weigeren zal te vertrekken
stap klonk haar m de ooren en plotseling Kaarom heb ik hulp noodig.” - ----
ontmoetten Gerardine’s blikken dien van drift, waarmede de barones die de andefe met en twee hond«rd gulden is voor een ar-
laatste woorden sprak, maakte op van
Klaarblijkel^k^was^yan Jialten vy- Halten een pijnlijken indruk. De dame
angstig aan den bhk der nieuwsgierigen afhankelijke betrekking geweest, zij kon nauw met den schouwburg vergroeid.
en m de diepste een- weten, wat zij-zetve zou gedaan heb- Etea behoort tot het talrijke huisgezin
ben, rndien men. haar m eene dergeiijke van den tweeden regisseur. Leentieis de
eenige dochter van den requisiteur.
De beide kinderen begonnen haar too-
neelloopbaan hiermede, dat zij zich m denkt aan allerlei dingen, alleen niet aan
hadden ver- de haar aan te spreken, net was 11.'
ondanks zijn haar oogen hem riepen, welke zij voor den liiiffl
trotsch en begraven onder eersten keer na hunne ontmoeting niet MH
schulden, was hij, ook na het huwelijk van nedersloeg.
Van Galen, als een echte tafelschuimer Hij weifelde. Was het verbeelding
in zijn huis gebleven, ofschoon hij van te- Maar neen, zij stond op, een donkerrood»
voren aan die verbintenis al het mogelijke blos bedekte haar gelaat, zij maakte een
in den weg had gelegd. Hij had een zoon,
dien hij voor Antonia van Galen had
bestemd. Het testament van den baron
had hem echter een streep door de reke- overkomen.vergeef mij
ning gehaald, maar zooals hij vroeger „Gij verwondert u,
al zijn geestigheid had ingespannen, om viel zij hem m de rede,
kleine boosaardigheden tegen Gerardine u, dat 'k i
lucht te geven, zoo was hij net ook nu ge- lijk stroef afwijs? Mijnheer Van Halten,”
weest, die de dochters van Van Galen had ging zij voort, zonder hem aan het woord
aangezet, zonder eenig aanzien des per- te laten komen, „ik had gewichtige oor-
soons op de laaghartigste wijze zich recht zaken, in een zoo strenge afzondering
te verschaffen. te leven, zelfs op gevaar af i
-- ----- niet „*M4 4.UB 4
alles dat mi; het gebrek aan een goeden raad- meer fluisterende als tevoren deelt de grand spectacle de grappige optochten
«rpv*r laat h*tr*itr*n Tjwaal tir ala.slr Aot. T. r
koester, dat gij, ondanks mijn koel-
mij uwe hulp niet zult weigeren
„Beschik over mij, genadige vrouw.
u van