1 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: 1 De Stille Ommegang te Alkmaar, I ^dwerd de teru*wc* naar hu« aan- ëj 104 -S Maaadag 3 Mei 1936. postgiro i<M86X 3Oe Jaargaag In de Abonnomenteprlisi ter «warnar voor Alkmaar 3 T l X— Voor buiten Alkmaar v f 2 85 Met Oeflluatreerd Zondagablad 0 60 f hooger. |mn alle abonné’s wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot Jtevertentieprijei Van 1—5 regels 1.25: elke regel meer f 0.25; ïedaa per regel f 0 75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| voa uitbetaling per plaatsing f 0.60. een bedrag van f 5OO,—, f 400,—, f 200,—, f 1OO,—, f 60,—, f 35,—, f 15< POSTGIRO 104863. 2 4 door van ADMINISTRATIE No, 43» REDACTIE No. 333 i St. Dominicuskerk. Pater Van Uóórnik, -Wa^l, - -t-Driehuis, Zoo is het, gebewd tot den overgang der ,i ui n*i», j«Mn iM.fc, u». uw. u. Sacrament de reliek in plechtigen ommegang door de NOORD HOLLANDSCH DAGBLAD „ONS BLAD” Het bestuur van den Stillen Omme gang verdient allen lof voor de regeling van de plechtigheden. De stoet werd op* gesteld in de Koorstraat en ging langs Kerkplein, Paternosterstraat, Paarden markt, Koningsweg, Doelenstraat, Hoog straat, Langestraat, Steenenbrug, Kraan- buurt, Kapelsteeg, Laat, Koorstraat, ver volgens om de Groote Kerk weer naar de Langestraat, waarmede dte Ommegang geëindigd was, De volgende intenties waren verzocht: op de Paardenmarkt voor de bekee- ring der joden e mohammedanen; op de Steenenbrug voor de standvas tigheid der Katholieken in Mexico; bij de Kapelkerk voor de bekeering van onze dwalende broeders in Neder land; bij de Groote Kerk voor eerherstel roor de heiligschennissen, de versma- dingen en de oneerbiedigheden, Christus In Zijn H. Sacrament aangedaan. in de kerk voor degenen, die hun Paaschplicht verzuimden, alsmede voor ie jeugd van het Dekenaat Alkmaar. Na afloop van den Ommegang werd de stoet in drieën gesplitst en gingen de deelnemers naar de hun aangewezen kerk, waar een H. Mis werd opgedragen, een predikatie gehouden en de pelgrims communiceerden. het op zjjn iriestera met -j, maar hoe een paar druppels vui het Allerheiligste on opgemerkt bleven. Hij schetst het ingrijpen vna God, om het mirakel aan de inwoners van 'Ikmaar bekend te maken. Van toen af aan begon de vereering van do wonderbare reliek, het stuk van de kazui fel. waai op de bh cd vlekken gevonden wa ren. De Bêschop van Utrecht, onder wiens rechtsmacht Alkmaar behoorde, Zweder van Kuilenburg, ei kende de echtheid van het mirakel, er stond teo, dat niet alleen de re liek zou vereerd worden, maar dat ook jaar lijks op den Meidag een plechtige proceseie met de reliek zoi de gehouden worden. En 1 van die gunst helmen de Alkmaarders go I ™as van Aquine en dat nu nog in de gansche bruik gemaakt eerst ir hun kerk. Maar in u“'1’ v het jaar 1501 is do processie uitgestrekt tot i do straten der stad, terwijl de magistraat de r burgers en luitenlui tot deelname opriep. r L - stai in het. jaar 1572, dat het H. en c sta 1 werden gedragen torwjjl de geestelijk heid van de kerken tn de monniken van de <onvent-ui het voorbeeld gaven van veree- ring. Hebt ge eraan gedacht toen gij heden morgen uw stillen omgang deedt ter herden king van deze aloude Alkmaarsche gewoon te, dat in die laatste plechtige processie ook meegetrokken zjjn de martelaren van Alk maar? Pastoor Eylard van Waterland heeft toen zeker zjjn recht uitgeoefend, om het H. Sacrament te dragen, en hem ter zijde zie ik David Leendertsz. gaan. De Franciscanen, wier gardiaan kort daarop te Enkhuizen dat mooie getuigenis gaf aangaande de Eucha ristie, hetwelk de meeste aanleiding werd tot hun marteldood, hebben gewis de vrome ge woonte van hun klooster onderhouden, en zjjn meegegaan in den stoet. Ge weet, hoe uw stadgenoot, Pater Lampen, en de voor malige kapelaan van deze kerk, Hosman, geijverd hebben, om alle mogelijke gegevens over deze martelaren te verzamelen en hoe er reeds geruchten gaan, dat het proces hun ner heiligverklaring te Rome zal worden aanhangig gemaakt: zou het niet wenschelijk zijn, dat de stille omgaanders, wanneer ze Kerk gebruik wordt. Zouden we nu niet al die wonderen in ver band mogen brengen met deze opleving van de devotie tot het H. Sacrament? Het ligt duidelijk in de plannen der Voorzienigheid, dat de eerbied voor bet H. Sacrament moet vergroot worden. Dat verwondert U mis schien. Maar vergeet niet, dat de opvoeding van eeq volk tot de praktische beleving van het Christendom een werk is van langen adem veel meer nog dan de opvoeding van individuen. En hoeveel zorg en moeite die laaste opvoeding al vereisent, met hoeveel vallen en ópstaan die reeds gepaard gaat, weet een ieder van ons, die er zich ernstig op toelegt, om de waarheden van het Christen dom, die "hij gelooft, ook toe te passen in de praktijk van zijn leven. Er wordt immer» naar waarheid gezegd, dat onze opvoeding duurt tot aan onzen laatsten snik. En zoudt ge dan denken, dat van een heel volk van bijgeloovige heidenen, als onze Ger maanse he voorvaderen bij al hun goeden aan leg toch waren, zoo maar ineens een volk van volop-chrfatenen remaakt kon worden? En laat ik nu maar vierkant zeggen, wat ik be doel: hun bijgeloovige praktijken hebben do bekeerde Germanen volstrekt niet ineens op gegeven. Maar ze zijn de heilige zaken van het Christendom gaan gebruiken voor hun bijgeloovige praktijken. En onder die heilige «aken was het Allerheiligste niet nitgeeloten. Ik zal U niet doen gruwen, door détails daar- I Allen waren zeer voldaan over den 1 tocht en willen als propagandisten gaar ne het volgend jaar in nog grooter getale wederkeeren. over te vertellen, het zij genoeg erop te wjj- zen, dat de concilies van die eeuwen telkens weer stelling tegenover misbruik van het H. Sacrament moeten nemen. Dan begrijpen we meteen, waarom het volk in die dagen niet, zooals thans, kon bpgeroepen worden tot een veelvuldig gebruik van het H. Sacra ment, inaar dit integendeel vpor het volk om- wikkeld hleef met den aureool van geheim zinnigheid. Intusschen echter groeide de Kerk onzer voorvaderen aan innerlijke kracht: de tijd naderde, dat de devotie voor het Allerheilig ste vast gevestigd zoude worden in de levens praktijk van het volk. En strookt deze beschouwing nu niet schit terend met de omstandigheden van het mira kel, dat we vandaag herdenken? Een jonge man, die zóó weinig eerbied heeft voor het H. Sacrament, dat hij tot bedienaar ervan zich Iaat wijden louter, om een bestaan te vinden in de behandeling van het Allerheiligste. Een priester dan, die zóó slordig is in de behande ling van het H. Bloed, dat hij Het uitstort op zijn Miskleod, en dat nog wel den eersten keer, dat hij aan het altaar stond. Gelukkig daarnaast de eerbiedwaardige pastoor van Alkmaar, die tracht te herstellen, wat er be dorven is. Het wonder van de kleur-verandó- ring, en daarnaast de zoo duidelijk aangege ven wil van God, dat het mirakel niet ver borgen bljjve, maar aan het bede volk bekend het feit van het mirakel en van de etht- worde als een vermaning, om het Heilige hei lig te behandelen. Deze gebeurtenissen hebben blijkbaar hun doel bereikt. Ook in Alkmaar nam de eerbied voor het H. Sacrament toe. en iedqre nieuwe viering van den eersten Mei bevestigde de bevolking weer in haar eerbiedigen huiver. En de uitwerking van al de Sacramentsmira- kelen, waarvan ik er zoo juist eenige noemde, was, dat door de feestviering en mirakelen, die elkaar onderling steunden, het gdoovigo volk in zijn eerbied bevestigd werd en voor uitgebracht. De ijver van de Katholieken voor de eer van het H. Sacrament kon slechts vergroot worden door de loochening van de Protes tanten, en door den heldenmoed, waarmede o.a. de Alkmaarsche martelaren hun leven voor het H. Geheim gaven. Intusschen had onze landgenoot, Thomas van Kempen, in liet vierde boek van de Na volging van Christus de geesten voorbereid op een heilige gemeenzaamheid met het Al lerheiligste, welke nu mogelijk gew’Orden was, omdat de gemeenzaamheid den heiligen schroom niet meer zou verdrijven. Toen kwam op de helft van de zestiende eeuw ’et Concilie van Trente, en sprak tot de Germaan sche volkeren het bevrijdende woord, dat den toegang tot Jezus in het H. Sacrament open de: de heilige Synode sprak als haar wensch uit, dat het gebruik, dat onder de Christenen bestaan had, voordat onze Germaansche voor vaderen in de Kerk werden opgenomen, zou hersteld worden, en dat de geloovigen de H. Communie zouden ontvangen, zoo dikwijls mogelijk. Dat woord heeft weerklank gevonden in de katholieke wereld: door degenen, die de Conciliebesluiten in de praktijk van het ker kelijk leven overbrachten, de Jezuiten voor op, werd de meer veelvuldige H. Communie gepropageerd, en terwijl vóór het Concilie ook de ijverige christenen zich bepaalden tot zeer zeldzame Communiën» wordt weldra de maandelijksche en Je wekelijksche Commu nie gewoon. Ziet ge het verband? Een nog niet geheel gekerstend volk is voor die gemeenzaamheid nog niet rijp, het wordt opgevoed door de mi rakelen en het uiterlijk feestvertoon. En wan neer daardoor de eerbied diep genoeg gewor teld is, dan begint het toegelateh te worden tot die zoete gemeenzaamheid met het menseh geworden Woord, tot een meer veel vuldig gebruik van het „Hemelbrood, dat alle geneuchten in Zich bevat.” Die ontwikkeling is voortgegaan in de Kerk, die ook in dit levensproces het bewijs geeft van te zijn het levensde mystieke Lichaam van Christus, dat groeit naar de mate van den volwassen leeftijd van Christus. Want terwijl de vereering van de Eucharistie stee:Is toenam, terwijl bijv, de Sacramentloven toe namen in aantal, terwijl er aparte Congrega ties gesticht werden ter vereering van het H. Sacrament, terwijl, zooals hier in Alk maar oude devoties in nieuwen luister wer den hersteld, terwijl internationale congres sen werden georganiseerd ter verheerlijking van het H. Geheim, en door dit alles gezorgd werd, dat de eerbied niet verminderde, vaar digde Pius X, dien we er als een vader om liefhebben, zijn beroemde decreten uit, waar in volwassenen en kinderen de laatste be letselen, die hen terughielden van de eer biedige gemeenzaamheid met den God- mensch, hun besten Vriend en Trooster op aarde, werden weggenomen, en allen wer den uitgenoodigd tot dagelijksche deelname aan het Liefdemaal. En dat de Kerk rijp was voor die decreten, dat toont niet alleen de gretigheid, waarmee zij werden ontvangen, maar dat toont evenzeer de alom zich uitende eerbiedige en dankbare liefde voor Christus fcj het H. Sacrament, waarvan ook gij heden zoo stichtend bewijs gegeven hebt Mocht ik dan daar juist niet zeggen, dat wjj tn onzen tnd volop voor ons godsdienstig leven de vruchten plukken van de liefderij ke bedoelinngen, die God met de SacramenU- mirakelen had? Ik heb er nu maar kort kunnen spreken, maar ik hoop toch, dat ik begint de waardige i toenmalige Hagc- veldsche v u - doorwrochte studio in de „Bjjdra; de^Geschiedeenls van het Bisdom van 1896. Laten we op dezen gedenkdag beginnen met een eeresaluut te brengen aan de nage dachtenis van dezen braven man, die te mid den van zijn overdrukke ambtsbezigheden door zijn groote liefde voor zijn vaderstad en door zijn ijver voor de eer van het H. Sacra ment tjjd en luet wist te vinden, om uit ge drukte en ongedrikte berichten de geschie denis van het Mirakel van Alkmaar en van de reliek samen te stollen, de werkelijkheid van het feit en de authenticiteit van de re liek aa te toonen. De sudie van mijnheer Rijkenberg betee- kent een herleving van de Alkmaarsche de votie. Zooals de studie van Mgr. Graaf en van Pater Kronenburg de voorwaarden schiep, faarnoder de devotie van O. L. V. ter Nood in Heiloo kon wederopbloeien, zooals de spa de van Dr. Holwerda in Egmond de soliede ring van dij Apostel van Kennemerland kon women herbouwd, zoo heeft het moeizame werk van Rijkenberg het mogelijk gemaakt, dat het edelgesteente in de kroon van <!-» stedenmaagd van deze blioenende metro poli nieuwen glans kreeg door de oplevendo devotie van katholiek Alkmaar voor het Sa crament van Mirakel. Verder ging de gewijde spreker de histo rische feiten na, hoe Folkert onwaardig zjjn eerste H. Mis celebreerde, hoe hij het H. Bloed nie nuttigde, maar stortte kazuifel, hoe de aesistoerende pri< allen erbied het gestorte nuttigden, ec-i paar druppels vui het All< De Weieerw. f evenals de Weieerw. Pater I van bet Missiehuis te Vef'séh- droeg in de St. Dominicuskerk het H. Misoffer op. Een jongenskoor luisterde de plech tigheid op, door enkele zangnummers ten gehoore te brengen. Pater van Doornik hield na het Evan gelie een predikatie over Christus' Ko ningschap. ZijnEerw. herinnerde er aan hoe hij voor 6 weken de aanwezigen toe gesproken had in Amsterdam en hen nu weer hier aantrof. Noord-Holland aan trotsch zijn op Alkmaar. De gewijde spreker wees op de groot heid van Christus, Die voor ons geleden heeft en hier in de Kerk nu tegenwoordig is in het H. Sacrament des Altaars. Christus moet als Koning geëerd wor den en de mannen en jongelingen zijn hier aanwezig om Christus hulde te brengen. Onder de H. Mis naderden allen tot de H. Tafel, waarmede de plechtigheid be ëindigd was. In de geheel gevulde St Josephkerk werd de gezongen H. Mis tot intentie der deelnemers aan den omgang opge dragen door den Zeereerw. Pater For tuin 0.F-M., van Nieuwe Niedorp. Op zeer verdienstelijke wijze werd onder di rectie van den heer Jac N. Al de drie stemmige Mis van Perosie uitgevoerd, terwijl de plechtigheid aangevuld werd door meerdere gezangen, waaronder ze ker het „Jesu Dulcis", de devote stem ming zeer verhoogde. Na het Evangelie betrad de celebrant den kansel, om een uiteenzetting van ons geloven te geven. De daad van den omgang was gesteld als uiterlijk teeken, van ons innig diep gelooven aan het Hoogheilig Altaargeheim. Z.Eerw. wekte op, om dat gelooven steeds in grooter daden om te zetten en om zich inniger nog te wijden aan den dienst des Heeren, om door het gelooven en dit omzet ten in daden, eens een zalige eeuwig heid te bereiken. De kerk was voor het grootste gedeel te door wielrijders bezet, die trots de ongunstige weersgesteldheid in zoo groote getale waren opgekomen. Een eeresaluut verdient de Amsterdamsche Rijwielclub .,Sub Tutela Matris”, die den verren afstand, tegen den feilen wind in, zoo schitterend volbracht en met zoo velen opkwam. Ware de wind gunstiger geweest, ze ker ware hun a-ntal nog verdubbeld. Het gaat met hun als met den geheelen omgang steeds Crescendo. We zien een gestadigen aanwas ieder jaar. De Am sterdammers en allen in 't algemeen zijn zeer tevreden over den Alkmaarschen omgang, als zijnde stemmig en devoot. Na den inwendigen mensch versterkt te hebben, werd door hen een bezoek gebracht aan de St. Laurentiuskerk en door vriendelijke welwillendheid van Kapelaan Helmer werd hun de gelegen heid geboden de relikwie te vereeren. Via Heiloo, waar een bezoek gebracht werd aan O. L, Vrouw ter Nood en eenige mooie oefeningen werden gehou-* St. Laurentiuskerk srerd het H. Misoffer opgedragen Jen Weieerw. Pater De Waal, Set Missiehuis te Velsen-Driehuis. Bij het begin der H. Mis werd de feest- jang op het Mirakel aangeheven. Na het Evangelie betrad de celebrant jen kansel tot het houden zijner predi katie. ZijnEerw. had tot tekst gekozen: «En zal komen te oordeelen levenden tn dooden, Hij, wiens rijk geen einde lal nemen.'* De gewijde spreker stelde op uitne mende wijze Christus* Koningschap uit ten. Christus’ Rijk heeft steeds bestaan en zal eeuwig voortduren. Christus heelt Eijn Rijk niet verkregen door erfelijk heid, macht of opvolging. Hij heeft het fan eeuwigheid. ZijnEerw. vond hierbij felegenheid te wijzen op de vorsten, die de steenen brug jiaeseeren, waar de pastoor en de kapelaan gemarteld zijn, en de Paar denmarkt, waar de Franciscanen hun kloos ter hadden, een gebed-stortten voor het wel slagen van die pogingen. Zou het immers Gods eer in Alkmaar niet xeer verhoogen, wanneer er van uw medeburgers op het al taar geplaatst werden? En moogt ge xelf, of kunt ge xelf onverschillig xijn voor do nieuwe eer, die daardoor aan uw stad zou te beurt vallen? Verder ging de gewjjde spr. na, hoe ook na de reformatie de vereering van het Mirakel niet vergeten werd. Maar hoe uiterllj’ke praal achterwege moest bljj'ven. Gelukkig werd de reliek gered, en voortdurend bewaard in de kerk van St. Laurentius, eerst in het Diggo- Jaarsstoegje. totdat deze «talige tempel do plaats van het schuilkerkje innam. Toch moet geconstateerd worden, dat een merkbare verslapping in de devotie was in getreden, en dat de studie van Meneer Rij kenberg krachtig heeft bijgedragen tot de wederopleving. Immers in het jaar na de ver schijning van zijn artikel heeft de kerkelijke overheid rich officiéél met de zaak bemoeid. De toenmalige Haarlemsche bisection, Mgr. Bottemanne, een geboren Alkmaarder, die met bijzondere aandacht de studie, die aa.i hem was opgedragen, bad gelezen, toonde zich door de aangehaalde argumenten in die mate overtuigd van de historische waarheid van 1 held van de reliek, dat Hij in 1897, op authen- tleke wijze die feiten bevestigde. Het moet voor alle oprechte Alkmaarders, en voor den bescheiden Rijkenberg niet het minst een ontroerend oogenbiik geweest zijn, toén op 2 Mei van het jaar 1897 deze offici- fiele goedkeuring vanaf deu preekstoel door Deken Ruscheblatt werd voorgelezen. En Rijkenberg vertelt, dat bjj de openbare feest viering op 20 Juni, welke voorgezeten werd door den Haarlemschen Bisschop zelf, niet minder dan twee duizend menschen aanwe zig waren. Ook kwam in die dagen de eerste proces sie van buiten: de Oudorpers gingen voorop, om dit oude gebruik te herstellen. Eu verder is het met deze devotie gegaan, ah met alle oude devoties in Kennemeriand, gegroeid uit de volksziel en geworden tot ’n machtige manifestatie van rotsvast geloof. Zoo is ook de stille omgang, dien gü in den vroegen morgen van dezen dag gehouden hebt, een verblijdend teeken van bet frissche Roomsche leven in Kennemerland en vol van beloften voor de toekomst van Noord-Hol land en zjjn bloeiende metropool. Nu zou ik gaarne met U de vraag bespre ken, aldus vervolgde de gewijde spr. zjjn rede, wat beteekent het mirakel van Alk maar voor de godsdienstige levenspraktijk, en ik wil U aantoonen, dat de herinnering van het mirakel ons moet stemmen tot dank baarheid, omdat wjj in onzen tjjd volop voor ons godsdienstig leven de vruchten plukken van de liefderijke bedoelingen, die God mot de Sacramentsmirakelen had. Maar om dat te kunnen doen, moet het mirakel van Alkmaar geplaatst worden In het kader van zjjn tjjd- En nu ging spreker na de vele wonderen die in de dertiende en veertiende eeuw herhaaldeljjk met het H. Sacrament gebeurd zjjn en hij herinnerde o.a. aan het Sacra ment van der Nieuwywervaert te Breda, aan de Wonderhostie van het Augustjjnenkloos- ter te Middelburg, aan Hasselt, Solwert, Stip hout, en meer in onze buurt urn Amsterdam en Bergen. Dit was geen toeval, want in dienzelfden tjjd nam de devotie tot het H. Sacrament een hooge vlucht. Verder ging de gewijde redenaar na, de instelling van den Sacra mentsdag door Paus Urban us IV, eertjjtls bisschop van Luik, waar de heilige abdis Ju liana van Cornillon met grooten ijver werkte voor de uitbreiding der devotie van het H. Sacrament en het ontstaan van het H. Sacra- menboffer, dat gedicht is door den H. Tbo- van hun troon ontzet waren en hoe an dere machthebbers aan het bewind wa ren gekomen, zooals b.v. in Rusland, waar men niet schroomde, een stand beeld voor satan op te richten en waar een rechtbank het hemeltergende von nis uitsprak, Jezus Christus bij verstek ter dood te veroordeelen. pater De Waal deed dan uit komen, dat Christus Zijn Rijk in stand houdt door Zijn Goddelijke liefde, waar aan een elk deelachtig kan worden. De predikatie, die op allen veel in druk maakte, werd beëindigd met een beroep te doen op de deelnemers, om ook in de toekomst voor de bijzondere intenties van den ommegang te bidden. Daarna werd het H. Misoffer voortge- Gezamenlijk werden gezongen „Paree Domine en „Knielt, christ'nen neer', terwijl de heer J. v. d. Aakster eenige soli zong, waaronder het mooie „Ave Maria” van Hubert Cuypers, en de heer G. Kiebert door schoon orgelspel de ge loovigen stichtte. Vermelden wij nog, dat bijna allen tot de Tafel des Heeren naderden, om 's He mels bijstand nog eens in het bijzonder af te smeeken. DE NAMIDDAG-VERGADERING. Om drie uur had do groote aangekondigde middag vergadering plaats in de St. Lauren tiuskerk, welke geheel met geloovigen wae gevuld. Vóór in de kerk prijkten de vele vaandels der verschillende vereenigingen. Rede prof. Nolet. Even over drieën, nadat het zangkoor een nummertje ten gehoore had gebracht, be steeg de ZeerEerw. Hooggel. Heer W. Nolet, professor aan het Groot-Scminarie te War- nïond, den kansel, tot het urtspreken van zjjn rede: „Mirakel en Levenspraktijk.” „Sinds vele jaren en bij vele Nederlanders, aldus de gewjjde redenaar, staat Alkmaar slechts bekend in bet aureool der victorie van den 8sten October 1573. Doch hooger en ook veel reiner glans straalt er van de oude kroon, die do slapen dezer koninklijke stede- maagd siert. Want in dién diadeem staat een edelgesteente, een echt, groot edelgesteente, langen tijd fonkelend in ‘velerlei kleuren, gezet door den goddeljjken Kunstenaar zelf. En daarom blijft het wonderbaar in quïö oogen, ook al hebben wilde etQr&ien den oor- epronkelijkeu luistér vah dat kleinood ver- anfeterd.” Met deze woorden 1 toon van Alkmaar, de leeraar E. H. Rijkenberg, zijn gen voor Haarlem” In den nacht van Zaterdag op Zondag j.l. is te Alkmaar de Stille Ommegang ter eere van het Miraculeus Bloed ge houden. Zaterdagavond was het feest reeds op plechtige wijze gevierd in de dekenale kerk, toegewijd aan den H. Laurentius den patroon van de stad met een lof, waaronder een machtig-grootsche processie door de kerk trok en een feestpredikatie werd gehouden. Alkmaar's Katholieke Raadsleden lie pen in den plechtigen stoet mede. De deelname aan den Ommegang was minder groot dan vorig jaar, waarschijn lijk tengevolge van het koude, ruwe weer, doch het aantal deelnemers mag toch nog veilig op 2400 geschat worden. Het is wederom een indrukwekkende manifestatie geworden. In zichzelf gekeerd en in stilte biddend zonder eenig uiterlijk vertoon, trok de stoet door Alkmaar's straten; men hoor de slechts den eentonigen tred van de vele honderden pelgrims, die uit alle oorden van Noord-Holland naar het be voorrechte Alkmaar getrokken waren, per autobus, per fiets of te voet ,om daar in de nachtelijke stilte Christus /in Zijn Allerheiligst Altaarsacrament te i komen vereeren en aanbidden en ten- I slotte deel te nemen aan het Goddelijk Liefdemaal. Het was een treffende uiting van rtrcol Roomsch gelooveQ gn vaa Koomsch 1c- Y£2. Ontbloot van allen uiterlijken schijn trok de lange stoet voorwaarts. Men stichtte elkaar door innig-devoot gebed, dat den Goddelijken Zaligmaker wel bij- I zonder aangenaam geweest moet zijn en ontegenzeggelijk rijke genaden en vruch ten voor de deelnemers en al degenen, die zij in hun intentie gedachten, zal af werpen. In enkele woningen langs den weg, welken de Ommegangers volgden, had men voor het raam een H, Hartbeeld geplaatst, omgeven door bloemen en (of) Kaarsen of electrisch licht. Roomsch Noord-Holland heeft Chris tus' Koningschap de algemeene in tentie van den Ommegang op waar dige wijze eerebetoon gebracht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1