1
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
1
De Stille Ommegang te Alkmaar, I ^dwerd de teru*wc* naar hu« aan-
ëj
104
-S
Maaadag 3 Mei 1936. postgiro i<M86X 3Oe Jaargaag
In de
Abonnomenteprlisi
ter «warnar voor Alkmaar 3 T l X—
Voor buiten Alkmaar v f 2 85
Met Oeflluatreerd Zondagablad 0 60 f hooger.
|mn alle abonné’s wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot
Jtevertentieprijei
Van 1—5 regels 1.25: elke regel meer f 0.25; ïedaa
per regel f 0 75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| voa
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
een bedrag van f 5OO,—, f 400,—, f 200,—, f 1OO,—, f 60,—, f 35,—, f 15<
POSTGIRO 104863.
2
4
door
van
ADMINISTRATIE No, 43»
REDACTIE No. 333
i
St. Dominicuskerk.
Pater Van Uóórnik,
-Wa^l,
- -t-Driehuis,
Zoo is het, gebewd tot den overgang der
,i ui n*i», j«Mn iM.fc, u». uw. u. Sacrament
de reliek in plechtigen ommegang door de
NOORD HOLLANDSCH DAGBLAD
„ONS BLAD”
Het bestuur van den Stillen Omme
gang verdient allen lof voor de regeling
van de plechtigheden. De stoet werd op*
gesteld in de Koorstraat en ging langs
Kerkplein, Paternosterstraat, Paarden
markt, Koningsweg, Doelenstraat, Hoog
straat, Langestraat, Steenenbrug, Kraan-
buurt, Kapelsteeg, Laat, Koorstraat, ver
volgens om de Groote Kerk weer naar
de Langestraat, waarmede dte Ommegang
geëindigd was,
De volgende intenties waren verzocht:
op de Paardenmarkt voor de bekee-
ring der joden e mohammedanen;
op de Steenenbrug voor de standvas
tigheid der Katholieken in Mexico;
bij de Kapelkerk voor de bekeering
van onze dwalende broeders in Neder
land;
bij de Groote Kerk voor eerherstel
roor de heiligschennissen, de versma-
dingen en de oneerbiedigheden, Christus
In Zijn H. Sacrament aangedaan.
in de kerk voor degenen, die hun
Paaschplicht verzuimden, alsmede voor
ie jeugd van het Dekenaat Alkmaar.
Na afloop van den Ommegang werd
de stoet in drieën gesplitst en gingen de
deelnemers naar de hun aangewezen
kerk, waar een H. Mis werd opgedragen,
een predikatie gehouden en de pelgrims
communiceerden.
het
op zjjn
iriestera met
-j, maar hoe
een paar druppels vui het Allerheiligste on
opgemerkt bleven. Hij schetst het ingrijpen
vna God, om het mirakel aan de inwoners
van 'Ikmaar bekend te maken.
Van toen af aan begon de vereering van
do wonderbare reliek, het stuk van de kazui
fel. waai op de bh cd vlekken gevonden wa
ren. De Bêschop van Utrecht, onder wiens
rechtsmacht Alkmaar behoorde, Zweder van
Kuilenburg, ei kende de echtheid van het
mirakel, er stond teo, dat niet alleen de re
liek zou vereerd worden, maar dat ook jaar
lijks op den Meidag een plechtige proceseie
met de reliek zoi de gehouden worden. En
1 van die gunst helmen de Alkmaarders go I ™as van Aquine en dat nu nog in de gansche
bruik gemaakt eerst ir hun kerk. Maar in u“'1’ v
het jaar 1501 is do processie uitgestrekt tot i
do straten der stad, terwijl de magistraat de r
burgers en luitenlui tot deelname opriep.
r L -
stai in het. jaar 1572, dat het H.
en c
sta 1 werden gedragen torwjjl de geestelijk
heid van de kerken tn de monniken van de
<onvent-ui het voorbeeld gaven van veree-
ring. Hebt ge eraan gedacht toen gij heden
morgen uw stillen omgang deedt ter herden
king van deze aloude Alkmaarsche gewoon
te, dat in die laatste plechtige processie ook
meegetrokken zjjn de martelaren van Alk
maar? Pastoor Eylard van Waterland heeft
toen zeker zjjn recht uitgeoefend, om het H.
Sacrament te dragen, en hem ter zijde zie
ik David Leendertsz. gaan. De Franciscanen,
wier gardiaan kort daarop te Enkhuizen dat
mooie getuigenis gaf aangaande de Eucha
ristie, hetwelk de meeste aanleiding werd tot
hun marteldood, hebben gewis de vrome ge
woonte van hun klooster onderhouden, en
zjjn meegegaan in den stoet. Ge weet, hoe
uw stadgenoot, Pater Lampen, en de voor
malige kapelaan van deze kerk, Hosman,
geijverd hebben, om alle mogelijke gegevens
over deze martelaren te verzamelen en hoe
er reeds geruchten gaan, dat het proces hun
ner heiligverklaring te Rome zal worden
aanhangig gemaakt: zou het niet wenschelijk
zijn, dat de stille omgaanders, wanneer ze
Kerk gebruik wordt.
Zouden we nu niet al die wonderen in ver
band mogen brengen met deze opleving van
de devotie tot het H. Sacrament? Het ligt
duidelijk in de plannen der Voorzienigheid,
dat de eerbied voor bet H. Sacrament moet
vergroot worden. Dat verwondert U mis
schien. Maar vergeet niet, dat de opvoeding
van eeq volk tot de praktische beleving van
het Christendom een werk is van langen
adem veel meer nog dan de opvoeding van
individuen. En hoeveel zorg en moeite die
laaste opvoeding al vereisent, met hoeveel
vallen en ópstaan die reeds gepaard gaat,
weet een ieder van ons, die er zich ernstig op
toelegt, om de waarheden van het Christen
dom, die "hij gelooft, ook toe te passen in de
praktijk van zijn leven. Er wordt immer»
naar waarheid gezegd, dat onze opvoeding
duurt tot aan onzen laatsten snik.
En zoudt ge dan denken, dat van een heel
volk van bijgeloovige heidenen, als onze Ger
maanse he voorvaderen bij al hun goeden aan
leg toch waren, zoo maar ineens een volk van
volop-chrfatenen remaakt kon worden? En
laat ik nu maar vierkant zeggen, wat ik be
doel: hun bijgeloovige praktijken hebben do
bekeerde Germanen volstrekt niet ineens op
gegeven. Maar ze zijn de heilige zaken van
het Christendom gaan gebruiken voor hun
bijgeloovige praktijken. En onder die heilige
«aken was het Allerheiligste niet nitgeeloten.
Ik zal U niet doen gruwen, door détails daar-
I Allen waren zeer voldaan over den
1 tocht en willen als propagandisten gaar
ne het volgend jaar in nog grooter getale
wederkeeren.
over te vertellen, het zij genoeg erop te wjj-
zen, dat de concilies van die eeuwen telkens
weer stelling tegenover misbruik van het
H. Sacrament moeten nemen. Dan begrijpen
we meteen, waarom het volk in die dagen
niet, zooals thans, kon bpgeroepen worden
tot een veelvuldig gebruik van het H. Sacra
ment, inaar dit integendeel vpor het volk om-
wikkeld hleef met den aureool van geheim
zinnigheid.
Intusschen echter groeide de Kerk onzer
voorvaderen aan innerlijke kracht: de tijd
naderde, dat de devotie voor het Allerheilig
ste vast gevestigd zoude worden in de levens
praktijk van het volk.
En strookt deze beschouwing nu niet schit
terend met de omstandigheden van het mira
kel, dat we vandaag herdenken? Een jonge
man, die zóó weinig eerbied heeft voor het H.
Sacrament, dat hij tot bedienaar ervan zich
Iaat wijden louter, om een bestaan te vinden
in de behandeling van het Allerheiligste. Een
priester dan, die zóó slordig is in de behande
ling van het H. Bloed, dat hij Het uitstort op
zijn Miskleod, en dat nog wel den eersten
keer, dat hij aan het altaar stond. Gelukkig
daarnaast de eerbiedwaardige pastoor van
Alkmaar, die tracht te herstellen, wat er be
dorven is. Het wonder van de kleur-verandó-
ring, en daarnaast de zoo duidelijk aangege
ven wil van God, dat het mirakel niet ver
borgen bljjve, maar aan het bede volk bekend
het feit van het mirakel en van de etht- worde als een vermaning, om het Heilige hei
lig te behandelen.
Deze gebeurtenissen hebben blijkbaar hun
doel bereikt. Ook in Alkmaar nam de eerbied
voor het H. Sacrament toe. en iedqre nieuwe
viering van den eersten Mei bevestigde de
bevolking weer in haar eerbiedigen huiver.
En de uitwerking van al de Sacramentsmira-
kelen, waarvan ik er zoo juist eenige noemde,
was, dat door de feestviering en mirakelen,
die elkaar onderling steunden, het gdoovigo
volk in zijn eerbied bevestigd werd en voor
uitgebracht.
De ijver van de Katholieken voor de eer
van het H. Sacrament kon slechts vergroot
worden door de loochening van de Protes
tanten, en door den heldenmoed, waarmede
o.a. de Alkmaarsche martelaren hun leven
voor het H. Geheim gaven.
Intusschen had onze landgenoot, Thomas
van Kempen, in liet vierde boek van de Na
volging van Christus de geesten voorbereid
op een heilige gemeenzaamheid met het Al
lerheiligste, welke nu mogelijk gew’Orden
was, omdat de gemeenzaamheid den heiligen
schroom niet meer zou verdrijven. Toen
kwam op de helft van de zestiende eeuw ’et
Concilie van Trente, en sprak tot de Germaan
sche volkeren het bevrijdende woord, dat den
toegang tot Jezus in het H. Sacrament open
de: de heilige Synode sprak als haar wensch
uit, dat het gebruik, dat onder de Christenen
bestaan had, voordat onze Germaansche voor
vaderen in de Kerk werden opgenomen, zou
hersteld worden, en dat de geloovigen de H.
Communie zouden ontvangen, zoo dikwijls
mogelijk.
Dat woord heeft weerklank gevonden in de
katholieke wereld: door degenen, die de
Conciliebesluiten in de praktijk van het ker
kelijk leven overbrachten, de Jezuiten voor
op, werd de meer veelvuldige H. Communie
gepropageerd, en terwijl vóór het Concilie
ook de ijverige christenen zich bepaalden tot
zeer zeldzame Communiën» wordt weldra de
maandelijksche en Je wekelijksche Commu
nie gewoon.
Ziet ge het verband? Een nog niet geheel
gekerstend volk is voor die gemeenzaamheid
nog niet rijp, het wordt opgevoed door de mi
rakelen en het uiterlijk feestvertoon. En wan
neer daardoor de eerbied diep genoeg gewor
teld is, dan begint het toegelateh te worden
tot die zoete gemeenzaamheid met het
menseh geworden Woord, tot een meer veel
vuldig gebruik van het „Hemelbrood, dat alle
geneuchten in Zich bevat.”
Die ontwikkeling is voortgegaan in de Kerk,
die ook in dit levensproces het bewijs geeft
van te zijn het levensde mystieke Lichaam
van Christus, dat groeit naar de mate van
den volwassen leeftijd van Christus. Want
terwijl de vereering van de Eucharistie stee:Is
toenam, terwijl bijv, de Sacramentloven toe
namen in aantal, terwijl er aparte Congrega
ties gesticht werden ter vereering van het
H. Sacrament, terwijl, zooals hier in Alk
maar oude devoties in nieuwen luister wer
den hersteld, terwijl internationale congres
sen werden georganiseerd ter verheerlijking
van het H. Geheim, en door dit alles gezorgd
werd, dat de eerbied niet verminderde, vaar
digde Pius X, dien we er als een vader om
liefhebben, zijn beroemde decreten uit, waar
in volwassenen en kinderen de laatste be
letselen, die hen terughielden van de eer
biedige gemeenzaamheid met den God-
mensch, hun besten Vriend en Trooster op
aarde, werden weggenomen, en allen wer
den uitgenoodigd tot dagelijksche deelname
aan het Liefdemaal. En dat de Kerk rijp was
voor die decreten, dat toont niet alleen de
gretigheid, waarmee zij werden ontvangen,
maar dat toont evenzeer de alom zich uitende
eerbiedige en dankbare liefde voor Christus
fcj het H. Sacrament, waarvan ook gij heden
zoo stichtend bewijs gegeven hebt
Mocht ik dan daar juist niet zeggen, dat
wjj tn onzen tnd volop voor ons godsdienstig
leven de vruchten plukken van de liefderij
ke bedoelinngen, die God met de SacramenU-
mirakelen had? Ik heb er nu maar kort
kunnen spreken, maar ik hoop toch, dat ik
begint de waardige
i toenmalige Hagc-
veldsche v u -
doorwrochte studio in de „Bjjdra;
de^Geschiedeenls van het Bisdom
van 1896.
Laten we op dezen gedenkdag beginnen
met een eeresaluut te brengen aan de nage
dachtenis van dezen braven man, die te mid
den van zijn overdrukke ambtsbezigheden
door zijn groote liefde voor zijn vaderstad en
door zijn ijver voor de eer van het H. Sacra
ment tjjd en luet wist te vinden, om uit ge
drukte en ongedrikte berichten de geschie
denis van het Mirakel van Alkmaar en van
de reliek samen te stollen, de werkelijkheid
van het feit en de authenticiteit van de re
liek aa te toonen.
De sudie van mijnheer Rijkenberg betee-
kent een herleving van de Alkmaarsche de
votie.
Zooals de studie van Mgr. Graaf en van
Pater Kronenburg de voorwaarden schiep,
faarnoder de devotie van O. L. V. ter Nood
in Heiloo kon wederopbloeien, zooals de spa
de van Dr. Holwerda in Egmond de soliede
ring van dij Apostel van Kennemerland kon
women herbouwd, zoo heeft het moeizame
werk van Rijkenberg het mogelijk gemaakt,
dat het edelgesteente in de kroon van <!-»
stedenmaagd van deze blioenende metro
poli nieuwen glans kreeg door de oplevendo
devotie van katholiek Alkmaar voor het Sa
crament van Mirakel.
Verder ging de gewijde spreker de histo
rische feiten na, hoe Folkert onwaardig zjjn
eerste H. Mis celebreerde, hoe hij het H.
Bloed nie nuttigde, maar stortte
kazuifel, hoe de aesistoerende pri<
allen erbied het gestorte nuttigden,
ec-i paar druppels vui het All<
De Weieerw. f
evenals de Weieerw. Pater I
van bet Missiehuis te Vef'séh-
droeg in de St. Dominicuskerk het H.
Misoffer op.
Een jongenskoor luisterde de plech
tigheid op, door enkele zangnummers ten
gehoore te brengen.
Pater van Doornik hield na het Evan
gelie een predikatie over Christus' Ko
ningschap. ZijnEerw. herinnerde er aan
hoe hij voor 6 weken de aanwezigen toe
gesproken had in Amsterdam en hen nu
weer hier aantrof. Noord-Holland aan
trotsch zijn op Alkmaar.
De gewijde spreker wees op de groot
heid van Christus, Die voor ons geleden
heeft en hier in de Kerk nu tegenwoordig
is in het H. Sacrament des Altaars.
Christus moet als Koning geëerd wor
den en de mannen en jongelingen zijn
hier aanwezig om Christus hulde te
brengen.
Onder de H. Mis naderden allen tot de
H. Tafel, waarmede de plechtigheid be
ëindigd was.
In de geheel gevulde
St Josephkerk
werd de gezongen H. Mis tot intentie
der deelnemers aan den omgang opge
dragen door den Zeereerw. Pater For
tuin 0.F-M., van Nieuwe Niedorp. Op
zeer verdienstelijke wijze werd onder di
rectie van den heer Jac N. Al de drie
stemmige Mis van Perosie uitgevoerd,
terwijl de plechtigheid aangevuld werd
door meerdere gezangen, waaronder ze
ker het „Jesu Dulcis", de devote stem
ming zeer verhoogde.
Na het Evangelie betrad de celebrant
den kansel, om een uiteenzetting van
ons geloven te geven. De daad van den
omgang was gesteld als uiterlijk teeken,
van ons innig diep gelooven aan het
Hoogheilig Altaargeheim. Z.Eerw. wekte
op, om dat gelooven steeds in grooter
daden om te zetten en om zich inniger
nog te wijden aan den dienst des Heeren,
om door het gelooven en dit omzet
ten in daden, eens een zalige eeuwig
heid te bereiken.
De kerk was voor het grootste gedeel
te door wielrijders bezet, die trots de
ongunstige weersgesteldheid in zoo
groote getale waren opgekomen. Een
eeresaluut verdient de Amsterdamsche
Rijwielclub .,Sub Tutela Matris”, die den
verren afstand, tegen den feilen wind
in, zoo schitterend volbracht en met zoo
velen opkwam.
Ware de wind gunstiger geweest, ze
ker ware hun a-ntal nog verdubbeld.
Het gaat met hun als met den geheelen
omgang steeds Crescendo. We zien een
gestadigen aanwas ieder jaar. De Am
sterdammers en allen in 't algemeen zijn
zeer tevreden over den Alkmaarschen
omgang, als zijnde stemmig en devoot.
Na den inwendigen mensch versterkt
te hebben, werd door hen een bezoek
gebracht aan de St. Laurentiuskerk en
door vriendelijke welwillendheid van
Kapelaan Helmer werd hun de gelegen
heid geboden de relikwie te vereeren.
Via Heiloo, waar een bezoek gebracht
werd aan O. L, Vrouw ter Nood en
eenige mooie oefeningen werden gehou-*
St. Laurentiuskerk
srerd het H. Misoffer opgedragen
Jen Weieerw. Pater De Waal,
Set Missiehuis te Velsen-Driehuis.
Bij het begin der H. Mis werd de feest-
jang op het Mirakel aangeheven.
Na het Evangelie betrad de celebrant
jen kansel tot het houden zijner predi
katie. ZijnEerw. had tot tekst gekozen:
«En zal komen te oordeelen levenden
tn dooden, Hij, wiens rijk geen einde
lal nemen.'*
De gewijde spreker stelde op uitne
mende wijze Christus* Koningschap uit
ten. Christus’ Rijk heeft steeds bestaan
en zal eeuwig voortduren. Christus heelt
Eijn Rijk niet verkregen door erfelijk
heid, macht of opvolging. Hij heeft het
fan eeuwigheid. ZijnEerw. vond hierbij
felegenheid te wijzen op de vorsten, die
de steenen brug jiaeseeren, waar de pastoor
en de kapelaan gemarteld zijn, en de Paar
denmarkt, waar de Franciscanen hun kloos
ter hadden, een gebed-stortten voor het wel
slagen van die pogingen. Zou het immers
Gods eer in Alkmaar niet xeer verhoogen,
wanneer er van uw medeburgers op het al
taar geplaatst werden? En moogt ge xelf,
of kunt ge xelf onverschillig xijn voor do
nieuwe eer, die daardoor aan uw stad zou
te beurt vallen?
Verder ging de gewjjde spr. na, hoe ook na
de reformatie de vereering van het Mirakel
niet vergeten werd. Maar hoe uiterllj’ke praal
achterwege moest bljj'ven. Gelukkig werd de
reliek gered, en voortdurend bewaard in de
kerk van St. Laurentius, eerst in het Diggo-
Jaarsstoegje. totdat deze «talige tempel do
plaats van het schuilkerkje innam.
Toch moet geconstateerd worden, dat een
merkbare verslapping in de devotie was in
getreden, en dat de studie van Meneer Rij
kenberg krachtig heeft bijgedragen tot de
wederopleving. Immers in het jaar na de ver
schijning van zijn artikel heeft de kerkelijke
overheid rich officiéél met de zaak bemoeid.
De toenmalige Haarlemsche bisection, Mgr.
Bottemanne, een geboren Alkmaarder, die
met bijzondere aandacht de studie, die aa.i
hem was opgedragen, bad gelezen, toonde
zich door de aangehaalde argumenten in die
mate overtuigd van de historische waarheid
van 1
held van de reliek, dat Hij in 1897, op authen-
tleke wijze die feiten bevestigde.
Het moet voor alle oprechte Alkmaarders,
en voor den bescheiden Rijkenberg niet het
minst een ontroerend oogenbiik geweest zijn,
toén op 2 Mei van het jaar 1897 deze offici-
fiele goedkeuring vanaf deu preekstoel door
Deken Ruscheblatt werd voorgelezen. En
Rijkenberg vertelt, dat bjj de openbare feest
viering op 20 Juni, welke voorgezeten werd
door den Haarlemschen Bisschop zelf, niet
minder dan twee duizend menschen aanwe
zig waren.
Ook kwam in die dagen de eerste proces
sie van buiten: de Oudorpers gingen voorop,
om dit oude gebruik te herstellen.
Eu verder is het met deze devotie gegaan,
ah met alle oude devoties in Kennemeriand,
gegroeid uit de volksziel en geworden tot ’n
machtige manifestatie van rotsvast geloof.
Zoo is ook de stille omgang, dien gü in den
vroegen morgen van dezen dag gehouden
hebt, een verblijdend teeken van bet frissche
Roomsche leven in Kennemerland en vol van
beloften voor de toekomst van Noord-Hol
land en zjjn bloeiende metropool.
Nu zou ik gaarne met U de vraag bespre
ken, aldus vervolgde de gewijde spr. zjjn
rede, wat beteekent het mirakel van Alk
maar voor de godsdienstige levenspraktijk,
en ik wil U aantoonen, dat de herinnering
van het mirakel ons moet stemmen tot dank
baarheid, omdat wjj in onzen tjjd volop voor
ons godsdienstig leven de vruchten plukken
van de liefderijke bedoelingen, die God mot
de Sacramentsmirakelen had.
Maar om dat te kunnen doen, moet het
mirakel van Alkmaar geplaatst worden In
het kader van zjjn tjjd-
En nu ging spreker na de vele wonderen
die in de dertiende en veertiende eeuw
herhaaldeljjk met het H. Sacrament gebeurd
zjjn en hij herinnerde o.a. aan het Sacra
ment van der Nieuwywervaert te Breda, aan
de Wonderhostie van het Augustjjnenkloos-
ter te Middelburg, aan Hasselt, Solwert, Stip
hout, en meer in onze buurt urn Amsterdam
en Bergen.
Dit was geen toeval, want in dienzelfden
tjjd nam de devotie tot het H. Sacrament
een hooge vlucht. Verder ging de gewijde
redenaar na, de instelling van den Sacra
mentsdag door Paus Urban us IV, eertjjtls
bisschop van Luik, waar de heilige abdis Ju
liana van Cornillon met grooten ijver werkte
voor de uitbreiding der devotie van het H.
Sacrament en het ontstaan van het H. Sacra-
menboffer, dat gedicht is door den H. Tbo-
van hun troon ontzet waren en hoe an
dere machthebbers aan het bewind wa
ren gekomen, zooals b.v. in Rusland,
waar men niet schroomde, een stand
beeld voor satan op te richten en waar
een rechtbank het hemeltergende von
nis uitsprak, Jezus Christus bij verstek
ter dood te veroordeelen.
pater De Waal deed dan uit
komen, dat Christus Zijn Rijk in stand
houdt door Zijn Goddelijke liefde, waar
aan een elk deelachtig kan worden.
De predikatie, die op allen veel in
druk maakte, werd beëindigd met een
beroep te doen op de deelnemers, om
ook in de toekomst voor de bijzondere
intenties van den ommegang te bidden.
Daarna werd het H. Misoffer voortge-
Gezamenlijk werden gezongen „Paree
Domine en „Knielt, christ'nen neer',
terwijl de heer J. v. d. Aakster eenige
soli zong, waaronder het mooie „Ave
Maria” van Hubert Cuypers, en de heer
G. Kiebert door schoon orgelspel de ge
loovigen stichtte.
Vermelden wij nog, dat bijna allen tot
de Tafel des Heeren naderden, om 's He
mels bijstand nog eens in het bijzonder
af te smeeken.
DE NAMIDDAG-VERGADERING.
Om drie uur had do groote aangekondigde
middag vergadering plaats in de St. Lauren
tiuskerk, welke geheel met geloovigen wae
gevuld.
Vóór in de kerk prijkten de vele vaandels
der verschillende vereenigingen.
Rede prof. Nolet.
Even over drieën, nadat het zangkoor een
nummertje ten gehoore had gebracht, be
steeg de ZeerEerw. Hooggel. Heer W. Nolet,
professor aan het Groot-Scminarie te War-
nïond, den kansel, tot het urtspreken van
zjjn rede:
„Mirakel en Levenspraktijk.”
„Sinds vele jaren en bij vele Nederlanders,
aldus de gewjjde redenaar, staat Alkmaar
slechts bekend in bet aureool der victorie
van den 8sten October 1573. Doch hooger en
ook veel reiner glans straalt er van de oude
kroon, die do slapen dezer koninklijke stede-
maagd siert. Want in dién diadeem staat een
edelgesteente, een echt, groot edelgesteente,
langen tijd fonkelend in ‘velerlei kleuren,
gezet door den goddeljjken Kunstenaar
zelf. En daarom blijft het wonderbaar in quïö
oogen, ook al hebben wilde etQr&ien den oor-
epronkelijkeu luistér vah dat kleinood ver-
anfeterd.”
Met deze woorden 1
toon van Alkmaar, de
leeraar E. H. Rijkenberg, zijn
gen voor
Haarlem”
In den nacht van Zaterdag op Zondag
j.l. is te Alkmaar de Stille Ommegang
ter eere van het Miraculeus Bloed ge
houden.
Zaterdagavond was het feest reeds op
plechtige wijze gevierd in de dekenale
kerk, toegewijd aan den H. Laurentius
den patroon van de stad met een
lof, waaronder een machtig-grootsche
processie door de kerk trok en een
feestpredikatie werd gehouden.
Alkmaar's Katholieke Raadsleden lie
pen in den plechtigen stoet mede.
De deelname aan den Ommegang was
minder groot dan vorig jaar, waarschijn
lijk tengevolge van het koude, ruwe
weer, doch het aantal deelnemers mag
toch nog veilig op 2400 geschat worden.
Het is wederom een indrukwekkende
manifestatie geworden.
In zichzelf gekeerd en in stilte biddend
zonder eenig uiterlijk vertoon, trok de
stoet door Alkmaar's straten; men hoor
de slechts den eentonigen tred van de
vele honderden pelgrims, die uit alle
oorden van Noord-Holland naar het be
voorrechte Alkmaar getrokken waren,
per autobus, per fiets of te voet
,om daar in de nachtelijke stilte Christus
/in Zijn Allerheiligst Altaarsacrament te
i komen vereeren en aanbidden en ten-
I slotte deel te nemen aan het Goddelijk
Liefdemaal.
Het was een treffende uiting van rtrcol
Roomsch gelooveQ gn vaa Koomsch 1c-
Y£2.
Ontbloot van allen uiterlijken schijn
trok de lange stoet voorwaarts. Men
stichtte elkaar door innig-devoot gebed,
dat den Goddelijken Zaligmaker wel bij- I
zonder aangenaam geweest moet zijn en
ontegenzeggelijk rijke genaden en vruch
ten voor de deelnemers en al degenen,
die zij in hun intentie gedachten, zal af
werpen.
In enkele woningen langs den weg,
welken de Ommegangers volgden, had
men voor het raam een H, Hartbeeld
geplaatst, omgeven door bloemen en (of)
Kaarsen of electrisch licht.
Roomsch Noord-Holland heeft Chris
tus' Koningschap de algemeene in
tentie van den Ommegang op waar
dige wijze eerebetoon gebracht.