J
T
3
Ne SO
Vrijdag 14 Mel 1426
r
Tafereelon uit het
Evangelies
BRIEVEN UIT ITALIë.
e—t^^B^swessm^mi
EPISTEL EN EVANÖGLIE.
Treurig en diep verval
Onze gezondheid.
ROOSTER DER RETRAITEN
voor vrouwen in „De Thabor” te Rotterdam.
.0]
t
D
dor
het
Wat dan ala ge den Menschenzoon ziet op-
la het ,die leven
niete daartoe by.
HET VOLK, DAT IN DUISTERNIS ZAT.
VI.
chiRenda
t Kebt'il
aim met
geheel niet
sport-
vaan-
I
wereld
het
niets
baat
Poeldijk en
I, P. v. d. H. 0.
Vandaag bat/den wy bezoek van Prof.
Cosimo uit Turyn, die ons onder meer and .re
merkwaardige dingen vertelde van den ao<>n
van een bekend uitgever aldaar met name
Frassati. Deze jongeman ia eenige maanden
geleden geetorven en zijn begrafenis geie<*k
een triomftocht. Ik zou ze het beat kunnen
vergelijken met de begrafenis van Sint Fran-
eiscus, zei de professor, baar waren uit Ie
stad en omgeving honderden armen, blinden
en ouden van dagen bijeengekomen om hun
weldoener naar de laatete rustplaats te *-e-
geieiden. Zij zegenden het stoffelijk os erschot,
wilden het nog eenmaal zien eu bun ailer
vriend nog eens bedanken.
Deze jonge man, die slechte 21 jaar oud
werd, waa de zoon van een millionair. Zijn
vader was aan het geld tamelijk erg gehecht,
maar de zoon droeg het by groot»- sommen
uit het huis. Juist als by 8. Franeiacua. En
toch wiat niemand, dat hy zoo veel goed deed
zijn rechterhand wist niet wat de linker de» d
en omgekeerd. Hy bespaarde op al zyn uit
gaven en zoo kreeg hy dtn naam een gie
rigaard te zijn. De Vader ecb^r, die in het
verborgen Ufci, W>H Wel beter. Die wist,
Waarom de schatrijke jongeling derde kias
reisde. Dan kon hy met het bespaarde wt»er
een arme gelukkig maken. Zyn vader gaf
hem geen groote sommen, omdat hy begreep,
dat het geld naar de armen verhuisde. Doch
op zyn patroonsfeest kreeg de zoon van va
der en moeder twee, soms vyf duizend Liren
en deze gingen den weg van al bet andere.
Ja, er zyn nog wel Heiligen ook in onzo da
gen, waarin men veel hoort klagen, dat de
wereld slechts op geld aast. En dat is waar:
bet is een jagen naar geld en genot, waar
van bet einde nog niet te zien is. Wie veel
heeft, wil meer hebben; wie weinig beeft, wil
veel hebben. Hebben, dat is bet wachtwoord
van zeer velen.
Prof. Cosimo zeide terecht: De
moest weer terug kunnea gaan naar
franciscaansche ideaal, wat eigenlijk
anders is dan bet christendom. Wat
het den mensch, wanneer hy al schatten
zamelt, en dan zijn leven verliest? Gisteren
zag ik in Florence een lykstoet, waarin ver
scheiden wagens vol kransen en bloemen re-
_0 vrouw,
woord, ga been,
dochter ultge-
zrch binnen de perken eener gezonde -<
en d i zedige kleeding te houden.
Alkmaar, den len Mei 1926
DEKEN OOMS.
Ie niet gelooft in het bestaan van een
persoonleken God;
2e niet gelooft, dat Jezus inderdaad ooit
heeft geleefd. De voorstelling van Zyn per
soon is voortgevloeid uit een oude zonne
mythe;
3e. niet gelooft in hemel en bel als plaatsen
van eeuwige zaligheid en eeuwige rampzalig
heid.
Deze gevoelens druischen lijnrecht in tegen
de meest elementaire grondslagen van bet
Christendom* Ik wil vragen: Kan het erger?
Een atheist ep de kansels van de Kerk der
Vaderen, wier aloude beiydenis der 3 formu
lieren van «enigheid nimmer wettig is afge
schaft.
O, gewis, ik weet bet: dit geval is niet het
eenige. In deze provincie zijn er meer voor
beelden van.
Een predikant, die in de Herv. Kerk zyn
ambt aanvaardt, moet toch beloven dat hij
de belangen van het Godsrijk zal bevorderen
en een die van standplaats verwisselt, zal
vertrekken met een loffelijk getuigschrift als
een dienaar van Jezus Christus. Hoe is dat
alles nu met elkaar te rijmen? Hoe kan deze
leugen voortbestaan? Zeker, het is honderden
malen gevraagd.
Maar daarom kan ik toch niet nalaten er
eens hier de aandacht op te vestigen en ik
wilde in allen ernst eens vragen:
Is er dan onder onze Ned. Hervormde
Broeders en Zusters, die wy als medegeloo-
vigen hartelyk liefhebben, is er dan onder het
aantal predikanten in de Herv. Kerk, die de
Waarheid belijden, niemand, die ontgloeit,
die opvlamt, voor de eer van onzen God en
van den dierbaren Zaligmaker, die voor ons
geleden heeft aan bet kruis om ons te ver
lossen van zonde, haar schuld en haar macht
en ons te maken tot koningen en priesteren
Gods?
Iaat er zyn een weren van de wolven uit
dede schaapskooi van Christus! Laat bet ver
staan worden wat eens Paulus schreef aan
Titus van den ketterschen mensch: „Ver
werpt hem na de eersto en tweede verma
ning”. (Titus 3 10).
ZESDE ZONDAG NA PASCHEN.
Epistel uit den eersten brief tan den
B. apostel Petrus; IV, 7—11.
Welbeminden, weest voorzichtig, en waak
zaam door gebeden. Maar vooral zy uwe on
derlinge liefde tot elkander aanhoudend;
want de liefde bedekt vele zouden. Zyt
gastvrij jegens elkander, zonder ontevreden
heid. Een ieder bediene de genade, gelijk hy
die ontvangen heeft, met betrekking tot el
kander, als goede uitdeelen van Gods ve
lerhande genade. Indien iemand spreekt, hij
spreke als woorden Gods; indien iemand
dient, hy doet dit, als uit eene kracht, die
God verleent; opdat God in allee verheerlijkt
worde door Jesus Christtts onzen Heer.
Evangelie volgens den U. Joannes;
XV, 26, 27, XVI, 1—4.
In dien tyde zeide Jesus aan Zijne leer-
lingen: Als de Vertrooster zal gekomen zyn,
dien Ik u van den Vader zal zenden, die ae
Gewet der waarheid is, en van den Vader
voortkomt, die zal getuigenis van My ge
ven; en gij zult getuigenis geven, omdat gij
van bet begin af by M ij geweest zyt. Dit beb
Ik u gezegd, opdat gy u niet zoudet ergeren
Zy zullen u buiten de synagogen stoeten; ja,
bet uur komt, dat al, die u om het leven
brengt, zal meeneu Gode dienst te doen. En
dit zuilen* zy u aandoen, omdat zij noch den
Vader, noch Mij kennen. Doch Ik heb u dit
gezegd, opdat als bet uur zal gekomen zyn,
zij gedenken zult, dat Ik bet u gezegd beb
OFFICIEEL KERKBERICHT
van het „Noord-Hollandsch Dagblad”
De menseben dan twistten onder elkander
en zeiden: „Hoe kan deze ons zyn vleesch te
eten geven?”
Jesus dan zeide hun: „Voorwaar, voor
waar. Ik zeg u: Indien ge het vleesch van
den Menschenzoon niet eet en zyn bloed niet
drinkt, hebt ge geen leven in u zelven. Wi-
Mijn vleesch eet en Mijn bloed drinkt, heeft
veuwig leven, en Ik zal hem opwekken ten
jongst en dage. Want Mjjn vleesch is waarlijk
spüs en Myn bloed is waarlyk drank. Wlo
Myu vleesch eet en Myn bloed dirnkt, blyft
in Mu en Ik in hem. Evenals de levende Va-
Mü zond en Ik leef door den Vader, róó
ook wie Mij eet: ook hy zal door My leven.
DU is het brood, dat uit den hemel is neder
gedaald. Niet zooals uw vaderen het manna
gegeten hebben en gestorven zHn: wie dit
brood eet zal leven in eeuwigheid.”
Velen dan zijner leelingen, die het gehoord
hadden, zeiden: „Hard is deze taal: wie kan
«e aanhooren?"
Jssue nu wist uit zichzelven, dat zyn leer
lingen morden, en zeide hun: „Ergert u dit?
Wat da» als ge den Menschenzoon ziet op
klimmen waar Hy voorheen was? De geest
Is het ,die leven geeft; het vleesch brengt
niets daartoe by. De woorden, die Ik tot u
gesproken heb, zyn geest en leven. Maar
daar ztiu er ouder u, die niet gelooven. Daar-
tei gewicht van 700
afstak bit de vtjftna;
dingtnassa die de man gewoon is te dra
gen De tegenwoordige kfeeding van
vrouwen en meisje* kenmerkt ach maar
al te vaak door een alienneuwwst defi
cit aan kfeedingstof. Bedenkeitfk laag uit
gesneden liahxn mouwen niet aanwezig,
rokken uitermate geschild osn een paar
den.- Van talrijke vereenigingen en
clubs waren er afgevaardigden met
dels en vlaggen. In den lijkwagen rustte bet
Hjk van een jongen graaf, eerst 36 jaren oud,
die by een automobiel-wedsUyd in Napels het
leven had verloren. Wat een verschil t*is-
schen deze beide dooden! De een leefde by-
na alleen voor de armen en ongelukkigen,
de ander voor de sport. In De Via dellaSea-
la kwam ik een witten lykwagen teg. n,
waarin het ijjk van een kind naar het kerk
hof werd gevoerd.
Iedereen ontbloot het hoofdby het voor
bijgaan van een lijkstoet, welke in de volle
drukte der groote stad een predikatie is
voor hen ook, die nooit ter kerk gaan.
Op den terugweg naar huis maakte ik ge
bruik van een der primitieve voertuig»-n, wel
ke de verbinding vormen tusschen de tad
Florence en omliggende dorpen. Het zyn
kleine wagentjes bespannen met een mager
paard, dat meer slaag dan eten krygt. Ik zat
met vyf andere mannen op den bok en we
praatten wat over graaf Massetti, die tij
de wedrennen verongelukt was. De automo
bielen en stoomfietsen snorden voorby, het
stof sloeg telkens hoog op over onze hoof
den, zoodat we de zon zelfs niet konden on
derscheiden.
Toen vroeg er een: „Komt U uit Venetië?"
Ik schudde vin neen en antwoordde: „Baad
maar eens”. „Uit België?” zei een ander. Ik
ontkende weer, eraan toevoegend: „Een
beetje verder nog". „Uit China7’, raadde hy
en ik moest toch even lachen over de aard
rijkskundige k»’nnis van myn reisgenoot, die
van Holland alleen wist, dat de Duitsche Kei
zer er woonde. „En waarom gaat die n;et
terug naar Duitechland?” Ik vertelde, lat
Duitschiand nu een republiek was. Daar
van hadden ze nog niet gehoord; ze wilden
het nauwelijks gelooven. Of de kroonprins
ook niet in Holland woonde? Of het een
groot land was? Of het ook een groote zee
had? Hoelang de soldaten er in dienst moes
ten blyven? Of Holland ryk was? Op al die
vragen moest ik antwoorden en myn toe
hoorden waren vol belangstelling voor het
kleine land ver weg in het Noorden, dat zoo
lang in vrede leeft en in welvaart.
W. L
Waar bet heengaat met de Ned. Herv. Kerk
en waar het heen zal gaan met alle protestant
schc secten, omdat zy bet onfeilbaar leerge
zag verworpen hebben, is voor ons, Katholie
ken, duidelijk.
Daarom kunnen wy me^y-oeleu fflêt de
kiayb(£A vin rëfl dfep geloovig gemoed ever
het treurig bederf in eigen boezem.
Ds. J. A. de Vries, Geref. predikant te
Zaandam, schrijft in bet „Noord-Holl. Kerk
blad” een stukje over diep-treurige kerke-
lyke toestanden.
„Er is zoo schrijft hy reden tot diepe
droefheid bij bet vernemen van toestanden,
die zóó iu-treurig zijn, dat men zichzelven af-
viaagt: Is nu al het fyne good in de Ned.
Herv. Kerk verdonkerd; zyn eg dan geen ge
trouwen meer in den lande, die uitroepen,
ja, uitschreeuwen vanwege al deze onge
rechtigheden?
Zoo ook nu. My is bekend namen zal ik
nog maar niet noemen, daar anderen wel zul
len b»'grypen, wie ik bedoel mij is be
kend een predikant in de buurt van Alkmaar
die een beroep naar een andere gemeente,
niet ver van zyn tegenwoordige gelegen, aan
nam en dus weldra gaat vertrekken. Deze
predikant komt re eeriyk voor uit en steekt
dit gevoelen volstrekt niet onder stoelen of
banken, dat hy:
En zuchtende in zyn geest sprak hy: „A'at
begeert dit geslacht een treken? Voor waar, Ik
zeg u: aan <lit geslacht zal geen treken >*e-
geven worden.”
En Hy verliet hen «n ging weer in het
schip en voer weg naar de overzijde.
En zy hashlen vergeten brooden mede te
nemen, zoodat zy niet meer dan één bruo»i
hadden. En Hy vermaande hen zeggende:
„Ziet toe en wacht u voor bet zuurdeeg der
Farizeën en het zuurdeeg van Herodes!
Toen redeneerden zy onder elkander
zeiden: „Wy bobben geen brooden.”
En Jesus turnerkte dit en zeide tot hen;
„Wat redekavelt er over, dat ge geen
brooden hebt? Hebt ge nog gren verstand of
begrip? Is uw hart nog verblind? Gy hebt
oogen en ziet niet, en ooren en hoort niet?
En weet gij niet meer toen Ik de vyf broo
den brak voor do ^vijfduizend, hoeveel kor
ven vol brokken ge hebt opgezameld?
Zq zeiden tot Hem: „Twaalf.”
„En bij de zever brooden voor de vierdui
zend, hoeveel manden met brokken hebt ge
toen opgezameld?”
En zij zeiden tot Hem: „Zeven’.’
En iiy zeide bun: „Hoe dan begrypt gy
nog niet, dat Ik niet over brood sprak toen
Ik u zeide: Wacht u voor het zuurdeeg der
Farizei'n en het zuurdeeg van Herodes?”
Toen begrepen zy, dat Hij bun niet gez<*gd
had zich te wachten voor het zuurdeeg van
brood, maar voor de loer van de Farizeên» en
bet voorbeeld van Herodee.
De leerlingen bleven traag in het oegry-
pen.
Het volk bli'cf traag in bet bekeeren.
Fens, dat Hy weder tot de «chare vWnd
goed gevormde bcenen, of hetgee*» vee*
vtker voorkomt een paar zijden kousen
♦e faten zien, geeft in grove trekkerj
weer wat tegenwoordig als mode wordt
aangemerkt.
Dit geldt alleen niet voor de klee-
ding van de vrouw, maar evengoed voor
die van jonge meisjes en kinderen Ge
heel uit het oog wordt verloren, dat
de kleeding dient om een wannterege
ling binnen de grenzen der behaaglijk
heid mogelijk te maken- Zooals de de
finitie van Geigel luidt.
Voor efk individu is dit verschillend,
en het hangt op de eerste plaats af van
het klimaat waarin men zich bevindt.
Geeft nu de mode aan een kleeder-
dracfrt geschikt voor een zacht en mild
kfaraat, dan kan deze nooit een maat
staf vormen voor landen waar de weers
gesteldheid zoo wisselvallig mag ge
noemd worden als in het onze Uit hi^-
giënisch oogpunt beschouwd, mag de
mode dan ook nooit een kkedmg aan
■even» di® de regeling der behaaglijk
heid. welke het individu zelf in de
hand heeft door het gebruik van dun
ner ot dikker stoffen, volkomen uits<ha
kelt, namelijk daar, waar zij aangeeft
daj lichaam sdeelen onbedekt moetem
Wijven- De mode beeft echter de meeste
vrouwen met uitzondering van haar, die
tot de meer intelligente moeten gere
kend worden, volkomen onder haar sug
gestieven invloed gebra»'ht. Er zijn er
helaas m. al te verf, die Kever niet vol
gens de ejschen der hygiëne die liever
zitten te verklemen van de koude dan
op zioh het odium te faden niet volgens
de laatste eischen der mode gekleed te
zijn
Dat hieruit zoowel voor vrouwen als
kinderen funeste gevolgen moeten voort
vloeien, is eigenlijk van zelf sprekend.
Het is mijn vaste overtuiging, en de
huisartsen en kinderartsen zullen dit
volmondig moeten beamen- dat voor in
ge* ands en bJaasa*nd<M'nirwn, ziekten
van nier en merbekken. chronische aan
doeningen van lucht en ademhalingsor
ganen en niet bet minst rheumatsche
aandoeningen van spieren en gewrichten,
influenza, griep met al haar gevreesde
complicaties maar al te v«ak de tegen
woordige onvoldoende kleeding van
vr<u'*ien en kinderen moet woeden vtr I
antwoordelijk gesteld
Tooh zijn er nog velen die de opvat-
tingen huldigen dat door het
VMi hil». Hóötê arrtién en bee-
aën het lichaam wordt gehard- 'Mat is
echter harden? Het ia genoeg bekend
dat men verkoudheid meestal oploopt
door plaatselijke afkoehng. voorM vart
de tiekleede lichaamsdee+en.
De overgevoeligheid daarv»»>r ka,,
men afstompen door de huid geleidelijk
aan koud water Moot te stellen I>e
voornaamste et«<b is echter dat dit «vs-
tematis'h ges, biedt en daar kan hier in
ons Ifrillig en veranderlijk klimaat met de
kleeding zooals de tegenwoordige mo
de aangeeft, nooit sprake van zijn, daar
gelaten nog het feit, dat teder individu
op een hardingsp/o»es op va-»,
w ijze reageert, velen a- ui net
niet tegen bestand zijn en er in meer
dere gevatkn zelfs een absolute «witra-
indkatie voor bestaat.
in korte trekken meen ik hie.anede
te nebben aangetoond, dat de tegen
woordige kleeding van vrouwen en kin
deren zeer vaak niet aan de eischen der
hvgiene voldoet en dat rui eenige Laren
de statistieken der lijders aan tubët<iu-
lóse deze mtenmg wei zullen bevestigen
Deze laatste uitspraak van dr- Berg
mann aan wjesis ebtoog ik mij géhtef
aansluit zal misschien een betera
waarschuwing dan ahe andere zijn. ‘>m
1720 Mei Geh dames geg. «tand uit Den
Haag e.a. deeln. f 15 vergoeding, Eerw. lei
der F. Jezuiët.
2620 Mei Jonge dames geg. stand alt
Den Haag e. e. deeln. t 15, P. Jezuiët
710 Juni Gehuwden uit Loosduinen en
andere deeln. volt, f 6„5O, P. Capucyn.
2023 Juni Kantoor eu Magazyn dames uit
Den Haag, f 6.50, P. Jezuiët.
23—26 Juni Meisjes gewonen stand, volt.
f 6.50, P. Carmeliet
2b Juni1 Juli Geh. dames SL Rita-Ciub
Amsterdam e.a. deeln., 10.P. Capucyn
47 Juli Meisjes, f 6.50 P. Domimciatn.
710 Juli Jonge dames f 10.P. Francitv
caan.
1216 Juli Gehuwde leden der H Familie
Par. H. Maria Magd. Amsterdam, f 6„>O. P.
v. d. H H. Harten.
20—23 Juli Ungeh. leden d. Kath. Gar le
Den Haag e^. deeln. volt. 6.60, P. Redemp
torist.
2628 Juli Ongeh. leden Maria Congr. Par.
H. Maria Magd. Amsterdam, 6.50, P. Jezuiët.
25 Aug. Daruea Onderwijzeressen f 10. -
69 Aug. Dames Ziekenverpleegster! f 10
P. Dominicaan.
1114 Aug. Leden van de 8de Orde St.
Dominicus, f 10.P. Dominicaan.
1619 Aug. Patronaatsmeiajes uit Haar
lem. f 6.50, P. Augustijn.
2326 Aug. Jonge dames, f 10.P. Ca-
pucyn.
1—4 Sept Meisjes f 6.50, P. Franciscaan.
69 Sept. Ongeh. leden der Mariavere» n.
Loosduinen e.a. deeln. f 6.50 P. Dominicaan.
1316 Sept Geh. leden der Kath. Garle,
Den Haag e.a .deeln., f 6.50, P. v. <L H. U.
Harten.
2023 Sept Jonge dames, f 11
29 Sept.—2 Oct. Meisjes nit
andere deelneemsters, f 6.50,
Harten.
1216 Oct. Pauonnauatebjet uit Bever
wijk, f 6 60.
17— 20 Oct. Meisjes, 6JU P. CnnMütk
•0—28 jkuaOurietische Retfaiten voor
GhgeiruwJen, t 6.50, P. Augustijn.
25— 28 Ocl Gehuwden, f 6 50, P. Francis
caan
36 Nov. Jonge dames f 10.P. Cae-
meliet.
811 Nov. Meisjes, f 6.50, P Augustijn.
1518 Nov. Gehuwde dames f 10.— P.
v. d. H H Harten.
2225 Nor. Gehuwden, f 6.50, P. Domi
nicaan.
28 Nor.1 Dec. Meisjes, f 6.50, P. Jezuïet.
14 Dec. Open voor eventueel san te vra
gen retraiten.
710 Dec. Jonge dames, f 10.P. Au
gustijn.
12—15 Dec. Jonge dames f 16.P. Fran
ciscaan.
20—23 Dec. Meiejee, f 6.50, P. Cngucjjn.
27—30 Dec. Jonge dam»-s, f 10.
smet.
2—5 Jan. 1927 Meisjes f 6.5a
om beb Ik gezegd, dat niemand tot My kan
komen, indien het hem niet gegeven is vau
mijnen Vader."
Deswege trokken velen zyner leerlingen
zich terug en wandelden niet meer met Hem
om. Jesus dan zeide tot de twaalf: „Wilt
ook gy niet weggaan?”
Hem antwoordde Simon Petrus: „Heer,
naar wien zouden we heengaan? Woorden
van eeuwig leven hebt Ge. En wij hebben
voorgoed geloofd en erkend, dat Gy de heili
ge Gods yt.”
Jesus antwoordde bun: „Heb Ik niet u,
de twaalf. My uitverkoren? En éën uwer is
een duivel!”
En Hy stond op en vertrok van daar en
begaf zich naar het gebied van Ty/ua eu 31-
dou. En zie, een Kanadeeeche vrouw, van
dien kant gekomen, riep Hem toe: „Heb
medelijden met my, Heer, Zoon van David,
myu 4ochter wordt deerlyk gekweld door
den duivel!”
Doch Hy antwoordde: „Tot de verloren
schapen van het huis van Israël alleen ben Ik
gezonden.”
Zy echter kwam nader, wierp zich voor
Hem neer eu zeide: „Heer, help my.”
Maar Hy antwoordde: „H<*t is niet goed
het brood der kinderen te nemen en voor d
horelen te werpen.”
Doch zy zeide: „Ja wel, Heer, want ook
de hondjes eten van d« kruimels, die van de
tafel hunner meesters vallen.”
Toen antwoordde Jesus haar:
groot is uw geloof. Om dit
de booze geeet is van uw
gaan.”
En zy ging weg naar huls, en vond
Het is wel karakteristiek voor de mo
de van dezen tijd, óngeveêf orfiik-
Ir. D H. de Bssscihop van Haar
tem en doctor Beigmann uit Kleef (op
de jaarvergadering d^r R. K Ar.senven-
e^siigingl hebben gesenreven en se*pro
hen over de moderne vrouw enk teeaing.
Ofschoon dr. Bergmann rake dingen
heeft gezegd over oen morkelen kant
dezer kwestie, voegt hij er een beSchou-
.wing aan toe over de medieqhJÏvgiërii-
sche zijde ervan- Heit is niet ondienstig
dun*»t mij, otn enkele passage* dezer
rede onder de o»»gen mijner lezer* en
lezeressen te brengen.
Ik begin - aldus dr. Be
de verklariigj dat ik ’tin
eens ben met den Duitsdien hoogleer-
aar in de hygiëne, die onlangs in de
„Mündiener klinische Wochonschrift’’
den lof verkondigde van de bedendsag
sene vrouwenkteeding d.e met haar lut-
ani zoo gunstig
zwaardere klee-
meisjo liggende op het bed, terwijl de booze
geeet was uitgegaan.
En weer vertrekkend uit het gebied van
Tyrus, ging Hij over 8idon naar de zee van
Galilea, midden In de landstreek der Deka-
polb.
In die dagen, toen er weder veel volk was
en zy niet te eten hadden, riep Hy zijn leer
lingen by zich en zeide tot hen: ,Jk heb me
deljjdeii met de schare, want reeds drie dagen
zyn i|j by My en zy hebben niet te eten; en
zoo Ik hen zonder eten naar huis laat gaan,
zullen zy op den weg bezwyken, want som
migen komen van verre.”
Doch zijn leerlingen antwoord»len Hem
„Hoe zou men dezen hier met brood kunnen
verzadigen, in een woestyn?
En Hij vroeg hen: „Hoeveel brooden h» bt
gy?" Zy zeiden: „Zeven.”
En Hy beval het volk zich neder te zet
ten op den grond. Toen nam Hy de zeven
brooden, «tankte, brak en gaf aan zyn leer
lingen om te overleggen. En ze legden aan
het volk voor. Ook hadden zy enkele viech-
jes, en na ze geeegvnd te b«M>en, beval Hy
ook deze voor te loggSn. En zy aten en wi r-
den verzadigd; en als overschot zamelden zy
zeven mantien brokken op. Zy nu, die ge
geten hadden, waren ten getale van vierdui
zend mannen, behalve de vrouwen en kin
deren.
Toen ging Hy terstond met zyn leerlingen
In het schip en kwam in de streek van Dal
man ut ha.
En de Farizeën gingen uit en begonnen
met Hem te redetwisten, terwijl zy van Hem
een teeken uit den Hemel verlangden, om
Hem op de proef te stellen.
te spreken, waren er eenigen, die Hem v --
haaldtxi van opstandig»- Gaiileërs, wier bi-»ed
PUatue in den tempel met dat hunner offer
dieren vermengd had.
En Hy antwoordde en zeide hun: „Me-nt
ge, dat deze Gaiileërs, wyl bun zóó iets <>ver-
konun is. grootere zondaar» waren dan alle
andere Gaiueëre? Neen, zeg Ik u, maar indien
ge u niet bekeert, zult go allen even«.-ens
ontkomen. Of die achttien die door hot in
vallen van den toren in Siloë gedood zyn,
meent gy, <iat die w-huldiger waren dan al
de menschen, die te JemseJean wonen? Neen,
zeg Ik u, maar indien ge u niet bekeert, zult
ge allen eveneens omkomen."
Hy zeide verder dezo gelijkenis: „lem-itsi
had een vijgeboom, die in zyn wijngaard
stond, en hij kwam en zocht er vruchten aaa
Toen zeide hy tot den
reeds drie jaar kom ik
’m vru<’ht«-n zoeken en
geene; houw hem om: waartoe Hit
den grond uit? Doch hy antwoorhle
-r 1
mote. En als hij dan vrucht draagt.Maar
soo niet, dan houwt ge hem later otn."
en vond er geene.
wijngaardenier: Zie,
aan dezen vygenhpoi
vind er
hy nog
en zekie hem: Heer, laat hem nog dit jaar
staan, op»iat ik den grond ontpitte en t.
niet, dan houwt ge hem later otn."