J T 3 Ne SO Vrijdag 14 Mel 1426 r Tafereelon uit het Evangelies BRIEVEN UIT ITALIë. e—t^^B^swessm^mi EPISTEL EN EVANÖGLIE. Treurig en diep verval Onze gezondheid. ROOSTER DER RETRAITEN voor vrouwen in „De Thabor” te Rotterdam. .0] t D dor het Wat dan ala ge den Menschenzoon ziet op- la het ,die leven niete daartoe by. HET VOLK, DAT IN DUISTERNIS ZAT. VI. chiRenda t Kebt'il aim met geheel niet sport- vaan- I wereld het niets baat Poeldijk en I, P. v. d. H. 0. Vandaag bat/den wy bezoek van Prof. Cosimo uit Turyn, die ons onder meer and .re merkwaardige dingen vertelde van den ao<>n van een bekend uitgever aldaar met name Frassati. Deze jongeman ia eenige maanden geleden geetorven en zijn begrafenis geie<*k een triomftocht. Ik zou ze het beat kunnen vergelijken met de begrafenis van Sint Fran- eiscus, zei de professor, baar waren uit Ie stad en omgeving honderden armen, blinden en ouden van dagen bijeengekomen om hun weldoener naar de laatete rustplaats te *-e- geieiden. Zij zegenden het stoffelijk os erschot, wilden het nog eenmaal zien eu bun ailer vriend nog eens bedanken. Deze jonge man, die slechte 21 jaar oud werd, waa de zoon van een millionair. Zijn vader was aan het geld tamelijk erg gehecht, maar de zoon droeg het by groot»- sommen uit het huis. Juist als by 8. Franeiacua. En toch wiat niemand, dat hy zoo veel goed deed zijn rechterhand wist niet wat de linker de» d en omgekeerd. Hy bespaarde op al zyn uit gaven en zoo kreeg hy dtn naam een gie rigaard te zijn. De Vader ecb^r, die in het verborgen Ufci, W>H Wel beter. Die wist, Waarom de schatrijke jongeling derde kias reisde. Dan kon hy met het bespaarde wt»er een arme gelukkig maken. Zyn vader gaf hem geen groote sommen, omdat hy begreep, dat het geld naar de armen verhuisde. Doch op zyn patroonsfeest kreeg de zoon van va der en moeder twee, soms vyf duizend Liren en deze gingen den weg van al bet andere. Ja, er zyn nog wel Heiligen ook in onzo da gen, waarin men veel hoort klagen, dat de wereld slechts op geld aast. En dat is waar: bet is een jagen naar geld en genot, waar van bet einde nog niet te zien is. Wie veel heeft, wil meer hebben; wie weinig beeft, wil veel hebben. Hebben, dat is bet wachtwoord van zeer velen. Prof. Cosimo zeide terecht: De moest weer terug kunnea gaan naar franciscaansche ideaal, wat eigenlijk anders is dan bet christendom. Wat het den mensch, wanneer hy al schatten zamelt, en dan zijn leven verliest? Gisteren zag ik in Florence een lykstoet, waarin ver scheiden wagens vol kransen en bloemen re- _0 vrouw, woord, ga been, dochter ultge- zrch binnen de perken eener gezonde -< en d i zedige kleeding te houden. Alkmaar, den len Mei 1926 DEKEN OOMS. Ie niet gelooft in het bestaan van een persoonleken God; 2e niet gelooft, dat Jezus inderdaad ooit heeft geleefd. De voorstelling van Zyn per soon is voortgevloeid uit een oude zonne mythe; 3e. niet gelooft in hemel en bel als plaatsen van eeuwige zaligheid en eeuwige rampzalig heid. Deze gevoelens druischen lijnrecht in tegen de meest elementaire grondslagen van bet Christendom* Ik wil vragen: Kan het erger? Een atheist ep de kansels van de Kerk der Vaderen, wier aloude beiydenis der 3 formu lieren van «enigheid nimmer wettig is afge schaft. O, gewis, ik weet bet: dit geval is niet het eenige. In deze provincie zijn er meer voor beelden van. Een predikant, die in de Herv. Kerk zyn ambt aanvaardt, moet toch beloven dat hij de belangen van het Godsrijk zal bevorderen en een die van standplaats verwisselt, zal vertrekken met een loffelijk getuigschrift als een dienaar van Jezus Christus. Hoe is dat alles nu met elkaar te rijmen? Hoe kan deze leugen voortbestaan? Zeker, het is honderden malen gevraagd. Maar daarom kan ik toch niet nalaten er eens hier de aandacht op te vestigen en ik wilde in allen ernst eens vragen: Is er dan onder onze Ned. Hervormde Broeders en Zusters, die wy als medegeloo- vigen hartelyk liefhebben, is er dan onder het aantal predikanten in de Herv. Kerk, die de Waarheid belijden, niemand, die ontgloeit, die opvlamt, voor de eer van onzen God en van den dierbaren Zaligmaker, die voor ons geleden heeft aan bet kruis om ons te ver lossen van zonde, haar schuld en haar macht en ons te maken tot koningen en priesteren Gods? Iaat er zyn een weren van de wolven uit dede schaapskooi van Christus! Laat bet ver staan worden wat eens Paulus schreef aan Titus van den ketterschen mensch: „Ver werpt hem na de eersto en tweede verma ning”. (Titus 3 10). ZESDE ZONDAG NA PASCHEN. Epistel uit den eersten brief tan den B. apostel Petrus; IV, 7—11. Welbeminden, weest voorzichtig, en waak zaam door gebeden. Maar vooral zy uwe on derlinge liefde tot elkander aanhoudend; want de liefde bedekt vele zouden. Zyt gastvrij jegens elkander, zonder ontevreden heid. Een ieder bediene de genade, gelijk hy die ontvangen heeft, met betrekking tot el kander, als goede uitdeelen van Gods ve lerhande genade. Indien iemand spreekt, hij spreke als woorden Gods; indien iemand dient, hy doet dit, als uit eene kracht, die God verleent; opdat God in allee verheerlijkt worde door Jesus Christtts onzen Heer. Evangelie volgens den U. Joannes; XV, 26, 27, XVI, 1—4. In dien tyde zeide Jesus aan Zijne leer- lingen: Als de Vertrooster zal gekomen zyn, dien Ik u van den Vader zal zenden, die ae Gewet der waarheid is, en van den Vader voortkomt, die zal getuigenis van My ge ven; en gij zult getuigenis geven, omdat gij van bet begin af by M ij geweest zyt. Dit beb Ik u gezegd, opdat gy u niet zoudet ergeren Zy zullen u buiten de synagogen stoeten; ja, bet uur komt, dat al, die u om het leven brengt, zal meeneu Gode dienst te doen. En dit zuilen* zy u aandoen, omdat zij noch den Vader, noch Mij kennen. Doch Ik heb u dit gezegd, opdat als bet uur zal gekomen zyn, zij gedenken zult, dat Ik bet u gezegd beb OFFICIEEL KERKBERICHT van het „Noord-Hollandsch Dagblad” De menseben dan twistten onder elkander en zeiden: „Hoe kan deze ons zyn vleesch te eten geven?” Jesus dan zeide hun: „Voorwaar, voor waar. Ik zeg u: Indien ge het vleesch van den Menschenzoon niet eet en zyn bloed niet drinkt, hebt ge geen leven in u zelven. Wi- Mijn vleesch eet en Mijn bloed drinkt, heeft veuwig leven, en Ik zal hem opwekken ten jongst en dage. Want Mjjn vleesch is waarlijk spüs en Myn bloed is waarlyk drank. Wlo Myu vleesch eet en Myn bloed dirnkt, blyft in Mu en Ik in hem. Evenals de levende Va- Mü zond en Ik leef door den Vader, róó ook wie Mij eet: ook hy zal door My leven. DU is het brood, dat uit den hemel is neder gedaald. Niet zooals uw vaderen het manna gegeten hebben en gestorven zHn: wie dit brood eet zal leven in eeuwigheid.” Velen dan zijner leelingen, die het gehoord hadden, zeiden: „Hard is deze taal: wie kan «e aanhooren?" Jssue nu wist uit zichzelven, dat zyn leer lingen morden, en zeide hun: „Ergert u dit? Wat da» als ge den Menschenzoon ziet op klimmen waar Hy voorheen was? De geest Is het ,die leven geeft; het vleesch brengt niets daartoe by. De woorden, die Ik tot u gesproken heb, zyn geest en leven. Maar daar ztiu er ouder u, die niet gelooven. Daar- tei gewicht van 700 afstak bit de vtjftna; dingtnassa die de man gewoon is te dra gen De tegenwoordige kfeeding van vrouwen en meisje* kenmerkt ach maar al te vaak door een alienneuwwst defi cit aan kfeedingstof. Bedenkeitfk laag uit gesneden liahxn mouwen niet aanwezig, rokken uitermate geschild osn een paar den.- Van talrijke vereenigingen en clubs waren er afgevaardigden met dels en vlaggen. In den lijkwagen rustte bet Hjk van een jongen graaf, eerst 36 jaren oud, die by een automobiel-wedsUyd in Napels het leven had verloren. Wat een verschil t*is- schen deze beide dooden! De een leefde by- na alleen voor de armen en ongelukkigen, de ander voor de sport. In De Via dellaSea- la kwam ik een witten lykwagen teg. n, waarin het ijjk van een kind naar het kerk hof werd gevoerd. Iedereen ontbloot het hoofdby het voor bijgaan van een lijkstoet, welke in de volle drukte der groote stad een predikatie is voor hen ook, die nooit ter kerk gaan. Op den terugweg naar huis maakte ik ge bruik van een der primitieve voertuig»-n, wel ke de verbinding vormen tusschen de tad Florence en omliggende dorpen. Het zyn kleine wagentjes bespannen met een mager paard, dat meer slaag dan eten krygt. Ik zat met vyf andere mannen op den bok en we praatten wat over graaf Massetti, die tij de wedrennen verongelukt was. De automo bielen en stoomfietsen snorden voorby, het stof sloeg telkens hoog op over onze hoof den, zoodat we de zon zelfs niet konden on derscheiden. Toen vroeg er een: „Komt U uit Venetië?" Ik schudde vin neen en antwoordde: „Baad maar eens”. „Uit België?” zei een ander. Ik ontkende weer, eraan toevoegend: „Een beetje verder nog". „Uit China7’, raadde hy en ik moest toch even lachen over de aard rijkskundige k»’nnis van myn reisgenoot, die van Holland alleen wist, dat de Duitsche Kei zer er woonde. „En waarom gaat die n;et terug naar Duitechland?” Ik vertelde, lat Duitschiand nu een republiek was. Daar van hadden ze nog niet gehoord; ze wilden het nauwelijks gelooven. Of de kroonprins ook niet in Holland woonde? Of het een groot land was? Of het ook een groote zee had? Hoelang de soldaten er in dienst moes ten blyven? Of Holland ryk was? Op al die vragen moest ik antwoorden en myn toe hoorden waren vol belangstelling voor het kleine land ver weg in het Noorden, dat zoo lang in vrede leeft en in welvaart. W. L Waar bet heengaat met de Ned. Herv. Kerk en waar het heen zal gaan met alle protestant schc secten, omdat zy bet onfeilbaar leerge zag verworpen hebben, is voor ons, Katholie ken, duidelijk. Daarom kunnen wy me^y-oeleu fflêt de kiayb(£A vin rëfl dfep geloovig gemoed ever het treurig bederf in eigen boezem. Ds. J. A. de Vries, Geref. predikant te Zaandam, schrijft in bet „Noord-Holl. Kerk blad” een stukje over diep-treurige kerke- lyke toestanden. „Er is zoo schrijft hy reden tot diepe droefheid bij bet vernemen van toestanden, die zóó iu-treurig zijn, dat men zichzelven af- viaagt: Is nu al het fyne good in de Ned. Herv. Kerk verdonkerd; zyn eg dan geen ge trouwen meer in den lande, die uitroepen, ja, uitschreeuwen vanwege al deze onge rechtigheden? Zoo ook nu. My is bekend namen zal ik nog maar niet noemen, daar anderen wel zul len b»'grypen, wie ik bedoel mij is be kend een predikant in de buurt van Alkmaar die een beroep naar een andere gemeente, niet ver van zyn tegenwoordige gelegen, aan nam en dus weldra gaat vertrekken. Deze predikant komt re eeriyk voor uit en steekt dit gevoelen volstrekt niet onder stoelen of banken, dat hy: En zuchtende in zyn geest sprak hy: „A'at begeert dit geslacht een treken? Voor waar, Ik zeg u: aan <lit geslacht zal geen treken >*e- geven worden.” En Hy verliet hen «n ging weer in het schip en voer weg naar de overzijde. En zy hashlen vergeten brooden mede te nemen, zoodat zy niet meer dan één bruo»i hadden. En Hy vermaande hen zeggende: „Ziet toe en wacht u voor bet zuurdeeg der Farizeën en het zuurdeeg van Herodes! Toen redeneerden zy onder elkander zeiden: „Wy bobben geen brooden.” En Jesus turnerkte dit en zeide tot hen; „Wat redekavelt er over, dat ge geen brooden hebt? Hebt ge nog gren verstand of begrip? Is uw hart nog verblind? Gy hebt oogen en ziet niet, en ooren en hoort niet? En weet gij niet meer toen Ik de vyf broo den brak voor do ^vijfduizend, hoeveel kor ven vol brokken ge hebt opgezameld? Zq zeiden tot Hem: „Twaalf.” „En bij de zever brooden voor de vierdui zend, hoeveel manden met brokken hebt ge toen opgezameld?” En zij zeiden tot Hem: „Zeven’.’ En iiy zeide bun: „Hoe dan begrypt gy nog niet, dat Ik niet over brood sprak toen Ik u zeide: Wacht u voor het zuurdeeg der Farizei'n en het zuurdeeg van Herodes?” Toen begrepen zy, dat Hij bun niet gez<*gd had zich te wachten voor het zuurdeeg van brood, maar voor de loer van de Farizeên» en bet voorbeeld van Herodee. De leerlingen bleven traag in het oegry- pen. Het volk bli'cf traag in bet bekeeren. Fens, dat Hy weder tot de «chare vWnd goed gevormde bcenen, of hetgee*» vee* vtker voorkomt een paar zijden kousen ♦e faten zien, geeft in grove trekkerj weer wat tegenwoordig als mode wordt aangemerkt. Dit geldt alleen niet voor de klee- ding van de vrouw, maar evengoed voor die van jonge meisjes en kinderen Ge heel uit het oog wordt verloren, dat de kleeding dient om een wannterege ling binnen de grenzen der behaaglijk heid mogelijk te maken- Zooals de de finitie van Geigel luidt. Voor efk individu is dit verschillend, en het hangt op de eerste plaats af van het klimaat waarin men zich bevindt. Geeft nu de mode aan een kleeder- dracfrt geschikt voor een zacht en mild kfaraat, dan kan deze nooit een maat staf vormen voor landen waar de weers gesteldheid zoo wisselvallig mag ge noemd worden als in het onze Uit hi^- giënisch oogpunt beschouwd, mag de mode dan ook nooit een kkedmg aan ■even» di® de regeling der behaaglijk heid. welke het individu zelf in de hand heeft door het gebruik van dun ner ot dikker stoffen, volkomen uits<ha kelt, namelijk daar, waar zij aangeeft daj lichaam sdeelen onbedekt moetem Wijven- De mode beeft echter de meeste vrouwen met uitzondering van haar, die tot de meer intelligente moeten gere kend worden, volkomen onder haar sug gestieven invloed gebra»'ht. Er zijn er helaas m. al te verf, die Kever niet vol gens de ejschen der hygiëne die liever zitten te verklemen van de koude dan op zioh het odium te faden niet volgens de laatste eischen der mode gekleed te zijn Dat hieruit zoowel voor vrouwen als kinderen funeste gevolgen moeten voort vloeien, is eigenlijk van zelf sprekend. Het is mijn vaste overtuiging, en de huisartsen en kinderartsen zullen dit volmondig moeten beamen- dat voor in ge* ands en bJaasa*nd<M'nirwn, ziekten van nier en merbekken. chronische aan doeningen van lucht en ademhalingsor ganen en niet bet minst rheumatsche aandoeningen van spieren en gewrichten, influenza, griep met al haar gevreesde complicaties maar al te v«ak de tegen woordige onvoldoende kleeding van vr<u'*ien en kinderen moet woeden vtr I antwoordelijk gesteld Tooh zijn er nog velen die de opvat- tingen huldigen dat door het VMi hil». Hóötê arrtién en bee- aën het lichaam wordt gehard- 'Mat is echter harden? Het ia genoeg bekend dat men verkoudheid meestal oploopt door plaatselijke afkoehng. voorM vart de tiekleede lichaamsdee+en. De overgevoeligheid daarv»»>r ka,, men afstompen door de huid geleidelijk aan koud water Moot te stellen I>e voornaamste et«<b is echter dat dit «vs- tematis'h ges, biedt en daar kan hier in ons Ifrillig en veranderlijk klimaat met de kleeding zooals de tegenwoordige mo de aangeeft, nooit sprake van zijn, daar gelaten nog het feit, dat teder individu op een hardingsp/o»es op va-», w ijze reageert, velen a- ui net niet tegen bestand zijn en er in meer dere gevatkn zelfs een absolute «witra- indkatie voor bestaat. in korte trekken meen ik hie.anede te nebben aangetoond, dat de tegen woordige kleeding van vrouwen en kin deren zeer vaak niet aan de eischen der hvgiene voldoet en dat rui eenige Laren de statistieken der lijders aan tubët<iu- lóse deze mtenmg wei zullen bevestigen Deze laatste uitspraak van dr- Berg mann aan wjesis ebtoog ik mij géhtef aansluit zal misschien een betera waarschuwing dan ahe andere zijn. ‘>m 1720 Mei Geh dames geg. «tand uit Den Haag e.a. deeln. f 15 vergoeding, Eerw. lei der F. Jezuiët. 2620 Mei Jonge dames geg. stand alt Den Haag e. e. deeln. t 15, P. Jezuiët 710 Juni Gehuwden uit Loosduinen en andere deeln. volt, f 6„5O, P. Capucyn. 2023 Juni Kantoor eu Magazyn dames uit Den Haag, f 6.50, P. Jezuiët. 23—26 Juni Meisjes gewonen stand, volt. f 6.50, P. Carmeliet 2b Juni1 Juli Geh. dames SL Rita-Ciub Amsterdam e.a. deeln., 10.P. Capucyn 47 Juli Meisjes, f 6.50 P. Domimciatn. 710 Juli Jonge dames f 10.P. Francitv caan. 1216 Juli Gehuwde leden der H Familie Par. H. Maria Magd. Amsterdam, f 6„>O. P. v. d. H H. Harten. 20—23 Juli Ungeh. leden d. Kath. Gar le Den Haag e^. deeln. volt. 6.60, P. Redemp torist. 2628 Juli Ongeh. leden Maria Congr. Par. H. Maria Magd. Amsterdam, 6.50, P. Jezuiët. 25 Aug. Daruea Onderwijzeressen f 10. - 69 Aug. Dames Ziekenverpleegster! f 10 P. Dominicaan. 1114 Aug. Leden van de 8de Orde St. Dominicus, f 10.P. Dominicaan. 1619 Aug. Patronaatsmeiajes uit Haar lem. f 6.50, P. Augustijn. 2326 Aug. Jonge dames, f 10.P. Ca- pucyn. 1—4 Sept Meisjes f 6.50, P. Franciscaan. 69 Sept. Ongeh. leden der Mariavere» n. Loosduinen e.a. deeln. f 6.50 P. Dominicaan. 1316 Sept Geh. leden der Kath. Garle, Den Haag e.a .deeln., f 6.50, P. v. <L H. U. Harten. 2023 Sept Jonge dames, f 11 29 Sept.—2 Oct. Meisjes nit andere deelneemsters, f 6.50, Harten. 1216 Oct. Pauonnauatebjet uit Bever wijk, f 6 60. 17— 20 Oct. Meisjes, 6JU P. CnnMütk •0—28 jkuaOurietische Retfaiten voor GhgeiruwJen, t 6.50, P. Augustijn. 25— 28 Ocl Gehuwden, f 6 50, P. Francis caan 36 Nov. Jonge dames f 10.P. Cae- meliet. 811 Nov. Meisjes, f 6.50, P Augustijn. 1518 Nov. Gehuwde dames f 10.— P. v. d. H H Harten. 2225 Nor. Gehuwden, f 6.50, P. Domi nicaan. 28 Nor.1 Dec. Meisjes, f 6.50, P. Jezuïet. 14 Dec. Open voor eventueel san te vra gen retraiten. 710 Dec. Jonge dames, f 10.P. Au gustijn. 12—15 Dec. Jonge dames f 16.P. Fran ciscaan. 20—23 Dec. Meiejee, f 6.50, P. Cngucjjn. 27—30 Dec. Jonge dam»-s, f 10. smet. 2—5 Jan. 1927 Meisjes f 6.5a om beb Ik gezegd, dat niemand tot My kan komen, indien het hem niet gegeven is vau mijnen Vader." Deswege trokken velen zyner leerlingen zich terug en wandelden niet meer met Hem om. Jesus dan zeide tot de twaalf: „Wilt ook gy niet weggaan?” Hem antwoordde Simon Petrus: „Heer, naar wien zouden we heengaan? Woorden van eeuwig leven hebt Ge. En wij hebben voorgoed geloofd en erkend, dat Gy de heili ge Gods yt.” Jesus antwoordde bun: „Heb Ik niet u, de twaalf. My uitverkoren? En éën uwer is een duivel!” En Hy stond op en vertrok van daar en begaf zich naar het gebied van Ty/ua eu 31- dou. En zie, een Kanadeeeche vrouw, van dien kant gekomen, riep Hem toe: „Heb medelijden met my, Heer, Zoon van David, myu 4ochter wordt deerlyk gekweld door den duivel!” Doch Hy antwoordde: „Tot de verloren schapen van het huis van Israël alleen ben Ik gezonden.” Zy echter kwam nader, wierp zich voor Hem neer eu zeide: „Heer, help my.” Maar Hy antwoordde: „H<*t is niet goed het brood der kinderen te nemen en voor d horelen te werpen.” Doch zy zeide: „Ja wel, Heer, want ook de hondjes eten van d« kruimels, die van de tafel hunner meesters vallen.” Toen antwoordde Jesus haar: groot is uw geloof. Om dit de booze geeet is van uw gaan.” En zy ging weg naar huls, en vond Het is wel karakteristiek voor de mo de van dezen tijd, óngeveêf orfiik- Ir. D H. de Bssscihop van Haar tem en doctor Beigmann uit Kleef (op de jaarvergadering d^r R. K Ar.senven- e^siigingl hebben gesenreven en se*pro hen over de moderne vrouw enk teeaing. Ofschoon dr. Bergmann rake dingen heeft gezegd over oen morkelen kant dezer kwestie, voegt hij er een beSchou- .wing aan toe over de medieqhJÏvgiërii- sche zijde ervan- Heit is niet ondienstig dun*»t mij, otn enkele passage* dezer rede onder de o»»gen mijner lezer* en lezeressen te brengen. Ik begin - aldus dr. Be de verklariigj dat ik ’tin eens ben met den Duitsdien hoogleer- aar in de hygiëne, die onlangs in de „Mündiener klinische Wochonschrift’’ den lof verkondigde van de bedendsag sene vrouwenkteeding d.e met haar lut- ani zoo gunstig zwaardere klee- meisjo liggende op het bed, terwijl de booze geeet was uitgegaan. En weer vertrekkend uit het gebied van Tyrus, ging Hij over 8idon naar de zee van Galilea, midden In de landstreek der Deka- polb. In die dagen, toen er weder veel volk was en zy niet te eten hadden, riep Hy zijn leer lingen by zich en zeide tot hen: ,Jk heb me deljjdeii met de schare, want reeds drie dagen zyn i|j by My en zy hebben niet te eten; en zoo Ik hen zonder eten naar huis laat gaan, zullen zy op den weg bezwyken, want som migen komen van verre.” Doch zijn leerlingen antwoord»len Hem „Hoe zou men dezen hier met brood kunnen verzadigen, in een woestyn? En Hij vroeg hen: „Hoeveel brooden h» bt gy?" Zy zeiden: „Zeven.” En Hy beval het volk zich neder te zet ten op den grond. Toen nam Hy de zeven brooden, «tankte, brak en gaf aan zyn leer lingen om te overleggen. En ze legden aan het volk voor. Ook hadden zy enkele viech- jes, en na ze geeegvnd te b«M>en, beval Hy ook deze voor te loggSn. En zy aten en wi r- den verzadigd; en als overschot zamelden zy zeven mantien brokken op. Zy nu, die ge geten hadden, waren ten getale van vierdui zend mannen, behalve de vrouwen en kin deren. Toen ging Hy terstond met zyn leerlingen In het schip en kwam in de streek van Dal man ut ha. En de Farizeën gingen uit en begonnen met Hem te redetwisten, terwijl zy van Hem een teeken uit den Hemel verlangden, om Hem op de proef te stellen. te spreken, waren er eenigen, die Hem v -- haaldtxi van opstandig»- Gaiileërs, wier bi-»ed PUatue in den tempel met dat hunner offer dieren vermengd had. En Hy antwoordde en zeide hun: „Me-nt ge, dat deze Gaiileërs, wyl bun zóó iets <>ver- konun is. grootere zondaar» waren dan alle andere Gaiueëre? Neen, zeg Ik u, maar indien ge u niet bekeert, zult go allen even«.-ens ontkomen. Of die achttien die door hot in vallen van den toren in Siloë gedood zyn, meent gy, <iat die w-huldiger waren dan al de menschen, die te JemseJean wonen? Neen, zeg Ik u, maar indien ge u niet bekeert, zult ge allen eveneens omkomen." Hy zeide verder dezo gelijkenis: „lem-itsi had een vijgeboom, die in zyn wijngaard stond, en hij kwam en zocht er vruchten aaa Toen zeide hy tot den reeds drie jaar kom ik ’m vru<’ht«-n zoeken en geene; houw hem om: waartoe Hit den grond uit? Doch hy antwoorhle -r 1 mote. En als hij dan vrucht draagt.Maar soo niet, dan houwt ge hem later otn." en vond er geene. wijngaardenier: Zie, aan dezen vygenhpoi vind er hy nog en zekie hem: Heer, laat hem nog dit jaar staan, op»iat ik den grond ontpitte en t. niet, dan houwt ge hem later otn."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 16