2)
-
G.zn™
«tataren
„Waarom komt gij bij mij
De zaal was leeg maar toch liep Vis-
wat zijn roode neus betreft,
„Neen, ik wilde je zeggen,” antwoordde
reeds aan den doctor had beloofd, was
Jawel, maar mijn hemel, wat
over
was
„Hij veroorloofde zich gisteren de
verbroken
was,
Waarom hebt gij getracht Milaan te
I
Met flikkerende oogen nep zij uit „Ik
dat ondraaglijk is geworden. En ik zal
Glimlachend gaf Visconti terug „Zus
van
HOOFDSTUK VI.
Valentine, die eveneens eene Visconti
on-
Zij was rechtop en met opgeheven
en vuiler dan zijn voorganger was. Had-
tante van snuif Jioudt.'
„Wat gebeurt er met dwazen, die Vis-
Het was een soort van steenen cachot, denng was koepelvormig en ontzettend en bedaard.
Wordt vervolgd.)
hoog, zoodat men nauwelijks het fraaie
uitgebeitelde hout kon zien, waarvan gou
den ketenen afhingen met juweelen lam
pen. De hooge, smalle vensters omsloten
prachtig gekleurde glazen, heiligen voor
stellende Van boven tot onder waren de
Hij zette zich op een diepe vensterbank
neder en wachtte.
Kort daarop, als in antwoord op een
De blikken gericht op het venster,
waar Visconti gezeten was, die haar be-
Zij was gekleed in een gewaad van rood
ros
van mijn nicht is reeds beschikt," was
het droge antwoord.
de canapé te gaan snuffelen...."
„Hé, tante, dat kon ik niet helpen,1
Men deelde hem mede, dat de directeur
uit was, maar ieder oogenblik terug werd
1 te be
merken, dat zij allengs in gehalte en ook
HOOFDSTUK IV.
Den volgenden morgen had er tusgchen
heeft
i ver-
„O, u
vroolijk lachend uit.
hem in een zakje moet steken, zooals vroe-
„Maar gij hebt zijn vrouw, edele heer.” te en vertrouwbaarheid, en ik bewaak
„Ja Isotta d’Este 1” zeide Visconti de deur. Ontsnappen is met mogelijk.”
met schitterende oogen. Hij bleef stil- „Des te minder, daar gij er met uw
Della Scala gegraveerd stond en dien zij genoot zal geen Duitsche dwaas zijn.
Meteen scherpen blik links en rechts aan den derden vinger droeg haar trouw- doch de hertog van Orleans.
1 l’TTaJ ft-1- --I11 I1_a_ t_ -
naar een kamer ter overzijde een klei- haar hand op en dacht„Zou zij dit stil- was, trad met woedenden blik naderbij
door haar geslacht, de hoog- ne ruimte, dat dof verlicht en met kleeden zwijgend toestaan
Een oogenblik scheen zij zich te willen gaan, dat uw eerzucht zou
„Was dat alles, wat ge me te vertellen
armen driftig op en neder. Betsy had een had 1” vroeg Betsy droogjes.
«A.rAAAM /4a Ua.'a..AmR..a z>a1a/4<»/4 .’1!IJ- 1- ff
„Met alle liefde, engel van een tante.
vroeg Voor u ga ik door water en vuur.”
„Dat verlang ik nu juist nietgij be
hoeft alleen maar naar de post te gaan,”
antwoordde tante aarzelend. „Er moet een schrijftafel trok. Hij greep naar een der
schatten uit het paleis van Mastino della
Scala I” Met schitterende oogen leunde
hij «over de tafel heen naar Giannotto
met omdat hij eemge waarde hechtte aan
wat deze er over dacht zijn secretaris
•elde met meer dan de stoel, waarop hij
zat. want hij had he.r> alleen maar genomen
om zijn handigheid als schrijver Doch
Visconti, gevoelde oehoefte aan zijn
triomf lucht te geven
Giannotto schrok voor deze hartstoch
telijke vreugde terug
„Ik haatte dien man, Giannotto! Ik wil
de, dat hij was blijven leven, om mijn haat
te voeden. Hij is de eemgste man dien ik
oost gehaat heb, omdat hij de eemgste
is, dien ik ooit gevreesd heb, de eemgste,
die mij dorst minachten Maar hij is ge
vallen, hij is dood zijn vrouw is in mijn
macht en door zijn ondergang heeft hij
mij hooger verheven, dan ik ooit heb
durven hopen.
In zijn groote vervoering pakte hij
Giannotto bij den arm en trok hem naar
het venster toe, om hem te toonen, wat
er op liet voorplein gaande was. Soldaten
en dienstknechten waren bezig standbeel
den, gouden- en zilveren schotels, rijke
Heeden, glas, porcelein en wapenen uit de
karren en vanaf muilezels weg te dragen,
binnen de nauwe ingangen, welke toe
gang gaven tot het sombere paleis. Een
major-domo, geheel in 't zwart gekleed,
stond er toezicht op te houden en gaf met
schelle stem bevelen. Een kleine troep
edellieden, welke van genoeg belang ge
schat waren, om gespaard te blijven, ston
den met grimmig stilzwijgen toe te zien
naar het ontladen van de schatten, die uit
hunne paleizen kwamen, terwijl de groote
poorten zoo wijd mogelijk open stonden
om een stroom van soldaten toe te laten.
Sommigen dreven gevangen voor zich
bij mij te
vriendje V’
een addertje onder het gras lag.
„Daarom ontvang ik mijn Eindhover
uit de eerste hand, poste t
de letters P. C. B. Tot nu toe heb ik het
pakje zei gehaald nu fcan ik helaas,
J--'-- J.-- -L --- .-U l.-- O-
reeds sedert langen tijd iets
„Wat, tante, hebt gij een geheim
„Nu ja, gij herinnert ut
voortvluchtige directeuren in de wijl gij mij gedurende mijn ziekte
bladen staan. Gewoonlijk zijn het dan pleegde,
ook van die jeugdige, hoopvolle jongelie
den, die als directeur of kassier met de
kas op den loop gaan. Neen, neen, mijn
nicht mag ik niet toevertrouwen aan een
man, die zoo’n verleidelijke betrekking
bezit.”
„Mijnheer Wijnmoer riep Subliem
opstaande, terwijl een licht rood zijn ge
laat bedekte, „gij wordt beleedigend,
zonder dat uw beweren daardoor aan
overtuiging gewonnen heeft integen
deel, juist het bezit van een jonge dame,
die eenmaal een aanzienlij kk vermogen te
wachten heeft, zou het zekerst middel
zijn, mij te beletten de kas te schaken.”
„Vriendje, je wordt brutaal,” riep de
spoedig opgewonden rentenier, met een
donkerrood gelaat, terwijl zijn slaapade
ren opzwollen en hij met een veelbeteeke-
nende beweging van zijn hand naar de
deur wees.
„Pardon, uw vriendje ben ik volstrekt
met,” antwoordde Subliem.
„Mij ook goed, maar ga nu heen 1”
donderde mijnheer Wijnmoer.
De jeugdige aspirant-bankdirecteur gaf
aan de uitnoodiging gevolg, door met een
diepe buiging de kamer te verlaten.
een klein boek, dat op hare
conn. Gians ongelukkige zuster, welke
hij bespieden moest, en toen aan den
Duitschen graaf, die vijf dagen geleden
het paleis verlaten had
Zij kon met ontsnappen aan 't bestaan
dat zij gedwongen was te lijden 1 Conrad
bood, haar uitkomst aan en zij was be
reid die aan te nemen vijf dagen ge
leden 1 Ja graaf Conrad is dood, en nu
za! zij met den hertog van Orleans in 't
huwelijk treden de Duitscher was
gek en hij heeft geen beter lot verdiend
dan dat van een gek I Ik denk niet dat zij
er haar hart over zal breken als zij een
anderen uitweg kan vinden.
Hij keerde tot zijne papieren terug, nu
en dan naar de deur kijkend als om be
reid te wezen voor het immer geruisch-
looze binnentreden van den hertog.
„Dan zal ik wachten," zeide mijnheer
Wijnmoer, en liet zich naar de spreek-
en kamer naast het kantoor geleiden, waar
vragen^pn daar
Met voldoening zag hij echter haar zal de hulp aanroepen van den hertog
en van Orleans zelf I"
Een bruidegom, die ik voor honderd
duizend florijnen heb gekocht I” schimp-
houdertjé.”
„Dat wil zeggen, dat ik het voorloopig
ben,” zeide Subliem door de crediet-
bank, waarbij ik ben aangesteld, wordt niet gaarne voor haar nicht 1” zeide Betsy,
echter binnenkort eene filiaalbank in „Maar terwijl ik met uw oom spreek,
het nabijgelegen.... opgericht, en daar zoudt gij mij ook een genoegen kunnen
ik het vertrouwen van mijn chef.mtijnheer doen,” voegde zij er bjj, terstond gebruik
Ansbein, bezit, zal hij mij bij de eerste makende van de dankbare stemming van
algemeene vergadering van aandeelhou- het meisje.
ders tot directeur der filiale voorstellen.”
„Maar hoe oud ben je wel?”
mijnheer Wijnmoer met een smadelijk
lachje.
„Acht en twintig jaar.”
Tante Betsy wilde haar broeder zelf omdraaiende, vóór haar staan en riep er bij, de advertentie mft de envelop in zijn
zak stekende, „het zal mij toch benieuwen
of men de onbeschaamdheid zal hebben,
zijn aangekomen en daar ik geen korrel- liedje van, dat je neus ia Mn wijngaard
tje meer heb, wilde ik u vriendelijk ver- is gegroeid; dat de menschen je uit
lachen, kan je hen toch niet kwalijk ne-
van het postkantoor men dat is esns een goed lesje voor
„Nu, wat moet jij hebben?”
verworven en is algemeen geacht. Gij Nelly was overgelukkig zij viel haar „Niets,” antwoordde Betsy, die ter- zoo’n vlegel van ’n jongen tot directeur
echter, vriendje, zijt een eenvoudig boek- tante om den hals, kuste haar en had geen stond begreep, dat, als zij in de stemming
woorden genoeg, om hare dankbaarheid waarin haar broeder op het oogenblik
uit te drukken.
„Och wat doet een liefhebbende tante
zij in zijn macht en het zou hem een groo- aanstonds op, als verwachtte zij hem, en slap in de zijne het, slechts door een on- modder sleuren en in lompen gekleecf
te voldoening geweest zijn, als hij had maakte een diepe nijging. merkbare trilling verradend dat zij wist, neerhurken aan de poort van uw paleis.”
kunnen gevoelen, dat haar dood ook in Gian Maria sloot de deur achter zich dat de nng haar ontnomen was. „Maar gij hebt geen keuze,” weerlegde
zijn macht stond. Doch zijn eerzucht was -
nog grooter dan zijn trots of zijn haat.
gij mij met de hand uwer nicht gelukkig vrouwelijke scherpzinnigheid
wilt maken,” zeide Subliem. zwakheid weten partij te trekken, toen 11. U' 2lï
„Het spijt mij wel, maar over de hand zij haar liefde voor Subliem bekende... gedachte verschrikt. Dit zeggende sloop halen, onontkurkt in°den koelen schoot
m mm m «e» «>aa a Vx aa aVx ff M m a m a a«o v iiaILa 1— - 1-- - 1- t>t- - I 1 1 - lis wx
zoeken...."
„De snuif voor u
te gaan halen,” vulde Nelly schuchter aan. je, dan moet je maar niet zoo veel drin-
.Anders niets,” bevestigde tante Bet- ken.”
sy, nichtjelief over de wang strijkende.
„Ja, maar...." zeide Nelly wijfelend, Betsy haar broeder
„zal de postbeambte met denken, dat ik les kwam lezen, sprak zijn kwaad gewe-
zelf een snuifje neem?" - Z-
„O, gansje,” lachte tante, „hoe kan de gebruik van spiritualiën aangaat, en bleef
man weten wat er in het pakket is
dit mijn kunstverzameling verrijken 1 bijna op den grond neer.
Jammer, dat hij hier niet is, om ’t aan te „Hoe sterk is de wacht?” vroeg Vis-
moeten zien riep Visconti uit het raam conti.
terug-tredend, gevolgd door den kruipen-
Ik zou mij nog maar eens
bedenken, want gij hebt kans'als Komn-
HOOFDSTUK IV. gin van Frankrijk gekroond te worden.
Valentino. En zoudt gij mij dan niet dankbaar wezen,
Visconti ging «ven snel als hij gekomen dat ik u voor den Duitschen graaf gered
kunncn'trachten hett paleis te ontvluchten. „Zij moet tot vernedering gebracht waa weer naar het paleis terug, thana naar heb?”
Ik laat haar overal bespieden. Doch ik worden," mompelde hij „zij moet op de de feestzaal ter overzijde. Onhoorbaar
Zal er 1..—.W -
een oogje op haar houdt 1” voegde hij er smeeken.
^fchenJe bij.
De voorhang ritselde en
dv.enhn.
neem," fluisterde
x
„Roode neuzen worden spoedig r
Het was toch eigenlijk recht blijvend blank door Menyl etc.”, las zijn de chef lieden van gewicht ontving. Het
ondeugend van je, zoo nieuwsgierig* te zuster. Dadelijk willen wij hierbij voegen, duurde niet lang, tot de directeur terug
zijn, Nelly, en onder het bekleedsel van dat doctor Knekel op het adres van het kwam. Deze was reeds een man op jaren,
A~ bripfje zich vergist had in de voornamen wiens net, zelfs elegant toilet zonderling
der broeders, hetgeen gemakkelijk kon afstak bij den ouden gedeukten hoed, dien
betuigde Nelly, „maar nu zal ik u eindelijk geschieden, daar de een Frits en de andere hij beleefd groetend afnam.
eens zeggen...." Frans heette. Zijn zwak voor „oude hoeden" was door
„Beproef maar niet je te verontschul- Betsy barstte in een luid gelach los. de geheele stad bekend en iedereen lachte
digen, je bent er nu eenmaal achter
vel papier uit en hield het met een van ken, met die bedaardheid, welke den man
woede bevende hand voor Betsy's oog. van zaken kenschetst, naar den directeur
toch, dat, ter- Het was een gevouwen kwarto vel post- van de bank, mijnheer Ansbein, kon vra-
ver- papier. Juist in het midden was netjes eene gen.
gij ontdekt hebt, dat ik.advertentie opgeplakt; vier lijntjes, met
bedoelt de snuif 1” riep Nelly blauw potlood getrokken, en daarom
heen weder vier lijntjes met rood pot- verwacht.
„St 1 Stil 1” riep tante, angstig om zich lood, vormden er een sierlijk randje om
heen ziende, of er ook iemand ‘stond te heen,
luisteren, „als mijn broeder dat eens
hoorde
DE GEHEIMZINNIGE unte «n wcht «en vertrouwelijk gesprek
'’tnC.IWlAIHIllOE piijtj. Subliem had zijn aangebedene in
RAADGEVER een hartverscheurend briefje de ongeluk
kige, mislukte afloop van zijn bezoek bij
mijnheer Wijnmoer medegedeeld oom-
De jonkman gevoelde, dat de moed hem lief zelf had er echter geen woord met
begon te ontzinken en alleen de gedachte haar over gesproken. Hij was als altijd
aan Nelly gaf hem weer kracht. Hij be- vastbesloten, zijn eigen wil te doen
kende aan mijnheer Wijnmoer het tee- al het overige was hem totaal onverschil-
dere gevoel, dat hij voor zijn nicht koes- lig dat kon Nelly met haar zelve eens
terde, en voegde er bij, dat zijn liefde werd worden hij vond den man goed en daar-
beantwoord en hij het met Nelly volko- mede basta 1 In haar angst en verdriet
men eens was. had zij tante in haar vertrouwen geno-
Mijnheer luisterde met evenveel aan- men en haar den waren toestand van haar bijna. Hoewel hij nooit rechtstreeks „cadaver*'
dacht, alsof de geheele zaak hem volstrekt minnend hartje geopenbaard. „Dan moest iemand een telephonis- was, kon hij toch een stevig glas gebrui-
niet aanging. Tanta Betsy, 't moet gezegd worden, tische neus hebben, en bovendien, die ken maar hij wist dat zij gelijk had,
„Wat heb ik er eigenlijk mee te ma- was wel een weinig egoïstisch en nam nooit menschen aan het postlantoor hebb«i geen als zij hem op de vernietiging van zijn
ken vroeg hij na een lange pauze, iets in overweging, zonder het gewicht tijd ieder pakje te beruiken. Maar daar gezondheid opmerkzaam maakte, en hoe
„Waarom komt gij bij mij van haar eigen belang mede in de schaal wordt gescheld zou het doctor Knekel weinig hij ook de man was om zich aan
„Omdat ik u gaarne wilde vragen, of te leggen. Nelly wist dit en had met echt zijn? Gij kunt hem ieder oogenblik zien vrouwenpraatjes te storen, zoo wist zij
gij mij met de hand uwer nicht gelukkig vrouwelijke scherpzinnigheid van die verschijnen.” het toch door te zetten, dat menige flesch
x. j- 1 „Ik ga al, tante nep Nelly, door die welke hij uit den rijkgevulden kelder liet
Gisteren nog was tante Betsy volko- zij naar haar kamer, maakte haastig haar der moederaarde terugwandelde. Daarom
men overtuigd geweest, dat doctor Kne- toilet en snelde voort, zonder te vermoe- was hij, wat zijn roode neus betreft,
Dat beweerde doctor Knekel ook, kei de beste partij voor Nelly was en den, dat zij door een wetTtman was ver- tegenover zijn zuster geheel weerloos en
het speet hem nu, dat hij haar de boos
aardige advertentie had laten zierMt hij
HOOFDSTUK V. hield evenwel een ander wapen in gereed-
Toen tante Betsy de kamer baars broe- heid.
„Daar ik zeker ben van de genegen- geschilderd, hoe hij er zich in had ver- ders binnentrad, liep deze, met gekruiste
heid.... van de liefde uwer nicht,” heugd, die lieve tante altijd bij hem te i
repliceerde Subliem, „zoo hield ik mij hebben en hoe gelukkig hij zou wezen oogenblik tevoren de brievenbus geledigd,
gerechtigd dezen stap te doen, waarvan lederen avond zoo gezellig een partijtje hij moest dus zeker iets onaangenaams Wijnmoer barsch, „dat je kennis moet
hst wel of wee van twee menschenlevens met haar te mogen schakentoen was over de post hebben ontvangen, want trachten te maken met een anderen «chaak-
naast de speler, want die.... de duivel mag hem
van een bank^e maken.”
Doóf voor iedere redeneering van zijn
verkeerde, over de zaak sprak, zij de be- zuster, die hoog en heilig verzekerde,^ dat
langen der jongelui meer schade zou Subliem tot zulk een laaghartige wraak-
doen dan voordeel. zucht niet in staat was, greep de rentenier
„Ik kom strakjes wel eens terug, als ik hoed en stok en liep de deur uit, om zich
je dan meer gelegen kom,” dit zeggende regelrecht naar het kantoor van de voor
wilde zij zich verwijderen. schotbank t« begeven, waar de onge-
Blijf hier 1" snauwde mijnheer Wijn- lukkige jonkman in betrekking was.
moer, terwijl hij met zijn hand haar een
stoel aauwees. „Je komt juist van pas 1”
„Waf wil je dan van mij
„Daar, lees eens 1” hijgde mijnheer Onderweg had mijnheer Wijnmoer zich
Wijnmoer, terwijl hij zijn zuster naar zijn in zooverre hersteld, dat hij op het groote
u -*-r kantoor, waar wel een dozijn jongelui
„Hm! Als ik hoor, dat zij zulke piep- postpakket voor mij zijn aangekomenopengebroken enveloppen, nam er een aan de dubbele lessenaars zaten te wer-
jonge menschen tot directeur van ban- gij kent toch mijn klein geheimpje
ken maken, dan verwondert het mij vol
strekt niet meer, dat er zooveel signalemen
ten van
maar....” had zij zich voorgenomen hem te begun- jaagd.
„Wel, als gij het dus reeds wist,” viel stigen. Toen Nelly echter, een klein nood
de rentenier hem in de rede, „dan hadt leugentje gebruikende, haar nu verhaalde,
gij u deze weigering kunnen besparen.” hoe fraai Subliem hun toekomst had af-
Frans heette.
Betsy barstte in een luid gelach los.
„Daar heb je nu eens loon naar wer- er om. Hij bezat ten minste een dozijn
gekomen, dat ik wel eens een snuifje ken 1” spotte zij. „Dat je zoo’n mooie van die prachtexemplaren, die afwisselend
fluisterde tante vertrouwelijk, neus hebt, is je eigen schuld. Dat komt aan de beurt kwamen. Wanneer een hem
terwijl zij het jonge meisje vleiend in de van jou onleschbaren dorst, daar hebben te rossig en te vettig scheen, nam hij een
blozende wang kneep, „zie je, lieve Nelly wij al lang en brigd genoeg over gespro- ander oudje en droeg dit dan weder zoo
mijn kleine benoodigheid snuif kan ik niet ken. lederen dag wordt je neus fraaier en lang totdat het, zoo mogelijk, nog slechter
hier in de stad koopen, want het duurde het zal niet lang meer duren, of je kan er en vuiler dan zijn voorganger was. Had-
dan geen dag, of iedereen wist, dat uw niet meer mede op straat komen, tenzij je den al de hoeden zoo op de beurt af dienst
unte van snuif houdt.” hem in een zakje moet steken, zooals vroe- gedaan, dan nam de directeur der bank
Nelly knikte <erktuigelijk, want plot- ger die man rondliep. Het is nu al een weder No. I, en deze scheen hem dan
seling begon zij te vermoeden, dat er schandaal, zoo’n karbonkel van een neus bijna fonkelnieuw te zijn.
In dezen cirkelgang werd in zijn oog de
brulde mijn- eene hoed na de andere beter en nieuwer en
restante, onder heer Wijnmoer, „dat mijn neus bevroren hij scheen het in het geheel niet
I toe heb ik het is geweest -“1ƒ2*
- „Bevroren, jawel, in het hartje van den over zijn ooren zonken,
niet, daar ik nog te zwak ben. Er moet zomermerkte tante Betsy droogjes
:‘J voor mij aan. „De jongens op straat zingen er een
noog, doen donker, met een boven inge
zet venster, dat, hoewel volkomen buiten
besgik, toch door een dik ijzeren hek be
schut was. De muren waren mei ver
kleurde kleeden behangen, welke als ver
overde vlaggen, somber en slap neerhin
gen. Een groote donkere kist stond tegen muren versierd met houtsnijwerk, man
den muur en daarboven hing een lantaarn nen. vrouwen, heiligen, martelaren,
die aangestoken werd als 't donker was bloemen en vogels, naief-blijde voorstel-
geworden. lingen, prachtig uitgevoerd door de school
In *t zwart gekleed, scheen Visconti van Piccolo Pisano, hier en daar verborgen
daar bovenaan de treden staand, één achter zijden muurkleeden aan vergulde
met de duisternis. Hij richtte zijn groote roeden. In het midden lag een Upijt van
grijze oogen recht op de gevangene, die, zacht purper, bruin en goud, waaraan
in een hoogen zwarten stoel gezeten, de twee mannen hun geheele leven gear-
fijne handen op het verkleurde fluweel beid hadden. Op het tapijt stond een lan
der armen, de voeten op een houten bank- ge, lage tafel van prachtig, donker noten-
te liet rusten. hout, waaraan tweehonderd gasten konden
Schoon en edel van gelaat droegen plaats nemen. Er stonden stoelen van
Visconti had echter zijne schreden el- hare trekken den stempel van lijden purper fluweel in de hoeken. Het zen
ders heengewend. Eenvoudig gekleed hare oogen waren rood van gestorte tranen licht, dat door de geklaarde vensters kwam
liep hij bijna onopgemerkt door anderen Haar zacht goud-gele haar was onder een binnenstroomen, glinsterde op een ivoren,
een binnenplein over naar een donkeren, witten sluier verborgen. De oogen neer- met juweelen ingelegde voetenbank.
hoek, waar hij door een geheime deur geslagen op
het sombere paleis weer binnentrad. Het knieën rustte, duidde zij zelfs niet door conti zacht en omzichtig, als voelde hij
geheele gebouw was donker en geheim- de minste trilling van haar hand aan, dat dat verborgen oogen hem bespiedden,
zmnig. Iedereen liep er op de teenen, zij van Visconti’s tegenwoordigheid be-
angstvallig rondkijkend, als waren zij wust was.
bang voor hun eigen schaduw. Als Vis- Inwendig woedend, wachtte hij, tever-
conu dezen angst zag, glimlachte hij, geef» naar woorden zoekend om deze onuitgesproken bevel, scheidden de gor-
want hij vond het heerlijk gevreesd te stilte te verbreken. Eindelijk trad hij lang- dijnen zich aan ’t verste eind der zaal en
worden, menschenlevens in zijn hand te zaam het vertrek binnen, de oogen nog trad eene dame binnen. Het was Valentine
voelen trillen, ermede te spelen. De deur steeds op haar gericht. Zij sloeg echter de Visconti, de zuster van den hertog.
gaf toegang tot een lange steenen gang, hare niet op en bleef doodstil zitten. Met
verlicht door ruitvormige opemngen in onhoorbaren tred liep hij het vertrek en bruin met goud geborduurd, het
den muur. Het was er kil en vochtig en door, lichtte de kleeden langs den muur sige haar hoog opgekapt onder een gouden
hij trok zijn mantel dichter om zich heen, op en klopte met zijn dolk tegen de stee- net, hetgeen haar fraaie hoofd goed deed
Een tweede deur opensluitend, ging hij nen, wat echter geheel onnoodig was want uitkomen. Zij had de helderbleeke tint,
een steenen trap op, waar 't pik donker tedere poging tot ontvluchten zou krank- de wijde roode lippen en de volle gestalte
was, uitkomende in een groot rond ver- zinnigheid geweest zijn, en Isotta d’Este van een blonde Italiaansche, hield Zich
trek, met in ’t midden een dikke pilaar, was geen vrouw om zich aan krankzinnig statig rechtop en zou overal de aandacht
welke de geweldige zoldering onder- heid over te geven. Toch was het hem eené getrokken hebben. Zij kon tien jaren
steunde. Behalve een tafel en een zwart voldoening te zien dat zij zeker, dubbel jonger zijn dan haar broeder, doch
uit, welke stevig tezamengeketend wa- houten stoel met hooge leuning, was het zeker gevangen zat. Hij onderzocht ieder even groot van gestalte als hij.
1 1 «A -AA- U.’- —L.1J rS-A 1 I t__A A t_ 1 U 1 -
Het was een groote, indrukwekkende medelijden en liefde toonde I Wat is er
hij was ver- op de scharnieren knarste, en het vanaf ruimte. De vier ingangen in lederen met hem gebeurd
twee treden, de oogen over Isotta’s kerker muur een waren met donker purper- r”"-- j
Mt» bleef stilzwijgend voor zich heenwaren. kleurige gordijnen afgesloten. De zol- conn in den weg staan I" vroeg hij kalm
Ht\dacht aan Valentine Vis- Het was een soort van steenen cachot, dering was koepelvormig en ontzettend en bedaard. (Wordt vervolgd)
afhangt.” tante opeens eene andere meening toe- opengebroken brieven lagen i 2. 1
„Wie het vermogen wil huwen, dat gedaan, en zeide zij, dat zij heilig over- couranten op de tafel. Misschien waren halen die Subliem smijt ik de deur
ik mijn nichtje eens zal nalaten, moet eerst tuigd was, dat Nelly alleen met Subliem de effecten, waarin hij speculeerde, aan- uit, als hij het hart heeft hier ooit weder
berde komen, begrijp je gelukkig kon worden. Dat oom haar hand merkelijk gedaald. een voet in huis te zetten. Heb je me goed
Mijnheer Wijnmoer beefde van toorn, begrepen
^an dergelijke berekening heb ik erg genoeg, maar tante troostte haar zijn gelaatskleur ging van rood in blauw
in de verste verte niet gedacht, mijnheer met de verzekering, dat zij ook. nog een over en van tijd tot tijd greep hij met hij je nu weer gedaan?” vroeg Betsy
Wijnmoer. Is echter dit vermoeden een woordje had mede te spreken men moest een stuipachtige beweging naar zijn thans baasd.
van de gronden, om mijn verzoek niet ook zoo maar opeens niet alle hoop op- ontzettend opgezwollen, paarsch-rooden J
toe te staan, dan kan daarvan met veel geven. Misschien had Subliem de zaak neus. In het begin scheen hij de aanwe- vrijheid, de brutaliteit wil ik zeggen, mij
meer grond tegen den doctor gebruik niet bij het rechte einde aangevat, moge- zigheid van zijne zuster niet te bemerken, de hand van Nelly te vragen^n daar
worden gemaakt, want hij heeft het hart lijk was hij wel wat bedeesd geweest, of wellicht verwachtte hij, dat zij, ge- ik hem nul op het rekwest gaf/heeft de
uwer nicht nog in het geheel niet geraad- want daarmede kreeg men bij oom niets troffen door de majesteit van zijn toorn, ellendeling zich door dien aanval op mijn
pleegd.” gedaan slechts door een krachtig op- zich in damp oplossen en spoorloos ver- bevroren neus trachten te wreken. Maar
„Dat ia geheel iets anders bij doctor treden kon men hem imponeeren. dwijnen zou. Eindelijk bleef hij, zich snel ik weet wel wat ik zal doen,” voegde hij
Knekel dan bij u. Hij is arts en heeft n—-m- i-i-j— -„ir j—j—j. ..xx. u— j-.j-j-1>__?•-
gedurende den korten tijd, dien hij hier eens over de zaak spreken,.... heden haar stampvoetend toe:
woont, reeds eene belangrijke praktijk nog.... ja, nu maar dadelijk.
Nelly was overgelukkig zij viel haar
was wel een weinig egoïstisch en nam nooit menschen aan het postlantoor hebb«i geen als zij hem op de vernietiging van zijn
van haar eigen belang mede in de schaal wordt gescheld zou het doctor Knekel weinig hij ook de man was om zich
te hebben.”
„Kan ik 't dan helpen,1
is geweest
Hoe gevaarlijk het ook scheen, dat tante
nu nog zoo eens de
ten hem toch met geheel vrij, wat het vele
-- -w-'V-r--
hij liever uit de nabijheid van zijne zuster
„Als het maar niet ruikt snikte Nelly als zij dit thema begon te behandelen.
ren anderen kwamen te paard naar bin- vertrek ongemeubeld. Dit was het ver- hoekje, ieder gaatje van het vertrek, af en
nen galoppeeren, beladen met allerlei trek der buitenste wacht van den vleugel, toe een blik op haar werpend.
soort van buit, werken van kunst, als in die voor gevangenis diende. Een man Zij scheen echter niet bewust, dat hare wegenlooc aankeek, vroeg Valentine, na
den brand verzengd, banieren, wapen- stond tegen den pilaar aangeleund, de eenzaamheid verbroken was, behalve derbij tredend „Waarom laat gij mij be-
rustingen, en nog veel meer. oogen op de trap gericht. Het kon nie- toen hij op een oogenblik langs haar heen spieden
„Kijk, Giannotto 1 Della Scala’s schil- mand anders wezen dan de hertog, die liep en zij den sleep van haar kleed naar „Waarom hebt gij getracht Milaan te
derijen, Della Scala’s juweelen Wat/zal aldus naar boven kwam, en hij boog tot zich toetrok, als ware een leproos in hare ontvluchten met graaf Conrad?” vroeg
nabijheid gekomen. hij. „Het was dwaas van mij u niet vroe-
De beweging beteekende met veel, ger te laten bespieden.”
doch vertoornde hem zoozeer, dat haar 1" --L
Twintig man m elk vertrek, edele leven voor een oogenblik in gevaar was. trachtte te ontkomen aan een bestaan,
den Giannotto, die de opmerking maakte heer. Allen uitgezocht wegens hun groot- daar zijn haat hem bijna overmeesterde.
Achter haar stoel staand, half beslo- nogmaals trachten weg te komen
ten haar overhoop te steken, bemerkte
met schitterende oogen. Hij bleef stil- „Des te minder, daar gij er met uw hij opeens den ring aan haar vinger. Aan- jelief, gij zijt veel te kostbaar. ïk zal je
zwijgend tegen den muur aanleunen en eigen hoofd borg voor staat." Dit zeg- stonds veranderde de uitdrukking van niet laten gaan, want gij zijt mij veel te
dacht aan een zekeren wintertocht, vijf gende opende hij een der vele deuren, zijn gelaat. Glimlachend liet hij de op- veel waard. Door uwe persoon tal ons
jaren geleden. Helder en duidelijk zag hij welke toegang gaven tot het vertrek, en geheven hand weer zakken. Het was een geslacht aan het Koninklijke Huis
wederom het massieve kasteel op de rot- trad te-midden der soldaten, die allen het ring meteen paarl, waarop het wapen van Frankrijk verbonden worden. Uw echt-
sen boven Modena en op de stoep een stilzwijgen bewaarden.
blond meisje, dat hem lachend nakeek I*
toen hij naar Milaan terugreed, nadat zijn kijkend, liep Visconti langs hen heen ring. Glimlachend bukte hij zich, hief
aanbod van vriendschap trotsch was af- -
gewezen door haar geslacht, de hoog- ne ruimte, dat dof verlicht en met kleeden zwijgend toestaan en zeide „Ik weiger een huwelijk aan té
hartige d’Estes. De gedachte daaraan langs den muur behangen was. Een oude Een oogenblik scheen zij zich te willen gaan, dat uw eerzucht zou dienen. Ik
vertoornde hem zelfs nu nog en hij haatte vrouw zat, met haar rug naar de deur, verzetten, want zij hield de fijne vingeren weiger hulp te verkenen om uw troon te
Isotta d’Estes, de vrouw van Della Scala, gekeerd, aan een borduurraam te werken krampachtig samengekromd, totdat zij bevestigen. Liever dan een prins van uw
bijna nog meer dan haar man. Thans was doch stond bij Visconti’s binnentreden zich scheen te bedenken en haar hand keuze te huwen, zal ik uw naam door de
t. L.» Iaaav* aam A A M O A1 c* «r Avar A/-> Vl 11Z» een llOHI AM oIavx 1 VS «V11MA l'A« a!azxI«*a z4 axzxv* aam mazax4z4aa aIaoaa^ am Jm 1.1
voldoening geweest zijn, als hij had maakte
Gian Maria sloot de deur achter zich dat de nng haar ontnomen was.
toe en vroeg aanstonds „Hoe maakt zij Zij legde de beroofde hand wederom hij met aangename stem.
't? Hoe gewent zij zich aan dit nieuwe op den fluweelen arm van den stoel ne- Mét toenemende woede wegens hare
Isotta d’Este was een kostbaar pand, vertrek?" der, de oogen stijf op het boek gevestigd, machteloosheid, riep zij uit: „Ik weiger
om te dienen tegen de haren, ingeval dezen De oogen gericht op een binnendeur, Even zwijgend als hij binnengekomen den hertog te trouwen ik weiger mij
De oogen gericht op een binnendeur,
zich zouden willen wreken over Della die met massief ijzeren bouten beslagen was, keerde hij weer terug, waar hij nog- naar het altaar te begeven."
Scala. - was, antwoordde zij „Als ik bij haar ben maals naar haar othkeek, verbaasd over „Gij kunt erheen gedragen worden,”
„Waar hebt gij haar opgesloten, edele zit zij, zonder opzien en zonder spreken, zulk een zelfbeheersching. voerde Visconti aan.
heer vroeg Giannotto met sluikschen steeds in haar gebedenboek te lezen. Zij Zij was rechtop en met opgeheven Met saamgedrongen handen in wan-
blik, waarop de hertog uit zijn overden- heeft nog geen woord gesproken sinds hoofd blijven zitten. hoop op en neder loopend, zeide zij „Ik
kingen werd wakker geschud. zij in 't vertrek gebracht werd. Doch als T’ - ‘J
„In den Westelijken Toren,” antwoord- zij alleen is, weent zij. Ik heb het door de borst wegens ingehouden snikken op i
Jz 'hij met een glimlach. „lederen dag ga deur heen gehoord. Zif weent hartstoch- neder gaan, en de vaste lijn van haar
Een oogenblik nog bleef hij staan, ter- te haar broeder. En hoe zoudt gij hem dat
.J zou maar ver
zijn hand deed schitteren. Toen sloeg standig zijn. De hertog van Orleans zal
de deur weer dicht, de grendels werden een even goed echtgenoot wezen als graaf
„Zij ziet eruit alsof zij ervan zal ster- teruggeschoven en hij was verdwenen. Conrad.
niet mo7el*jk”" en hi? maakte zich.bereid ven,” vervolgde de oude vrouw. „Doch
«til a a.aa„„AA .1. t»AM /AAMjAAaIam AA 1 A lx A AA AM
,Wees op uwe hoede, ik heb veel gevangenen bijgewoond, zult
«w 1 ^ama A.al Iaaao «vAAef nraVsn
kunnen trachten het paleis te ontvluchten.
i uMi -rr Opeens barstte Valentine in tranen uit
n ets bij verliezen, als gij ook nog knieën neerzinken om mij om genade te trad hij binnen en liet de gordijnen ach- met„Wat is ar van ham geworden? Het
on haar houdt voegde hij er smeeken." ter zich toevallen. eemgste menschelijke wezen, dat mij ooit
Toen opende hij de zwarte deur, die
zij in 't vertrek gebracht werd. Doch als 1
„In den Westelijken Toren," antwoord- zij alleen is, weent zij. Ik heb het door de borst wegens ingehouden snikken op
ik de kamer bezichtigen, waar zij gevangen «lijk en roept haar man, om haar te ko- mond Willen.
zit om er mij van te verzekeren, dat het men redden.”
geen droom is en om er mijne oogen en „Ik wilde dat ik hem hier met een prop wijl een flauwe zonnestraal den ring in vragen Kom, zusjelief, ik
handen van te overtuigen, dat haar ker- in den mond tegen de deur kon aanzetten,”
ker dubbel zeker is. Indien Isotta d’Este om haar te hooren,” zeide de hertog,
mij thans zou ontsnappen, doch dit is ---
niet mogelijk 1” en hij maakte zicmoemu vtu, u» vuu< „vU».
het vertrek te verlaten, doch bleef aan de zoover ik kan oordeelen, edele heer, en
deur staan met --- ---
Giannotto. Prinses Valentine, zou wel eens gu haar geest nimmer breken.