2) - G.zn™ «tataren „Waarom komt gij bij mij De zaal was leeg maar toch liep Vis- wat zijn roode neus betreft, „Neen, ik wilde je zeggen,” antwoordde reeds aan den doctor had beloofd, was Jawel, maar mijn hemel, wat over was „Hij veroorloofde zich gisteren de verbroken was, Waarom hebt gij getracht Milaan te I Met flikkerende oogen nep zij uit „Ik dat ondraaglijk is geworden. En ik zal Glimlachend gaf Visconti terug „Zus van HOOFDSTUK VI. Valentine, die eveneens eene Visconti on- Zij was rechtop en met opgeheven en vuiler dan zijn voorganger was. Had- tante van snuif Jioudt.' „Wat gebeurt er met dwazen, die Vis- Het was een soort van steenen cachot, denng was koepelvormig en ontzettend en bedaard. Wordt vervolgd.) hoog, zoodat men nauwelijks het fraaie uitgebeitelde hout kon zien, waarvan gou den ketenen afhingen met juweelen lam pen. De hooge, smalle vensters omsloten prachtig gekleurde glazen, heiligen voor stellende Van boven tot onder waren de Hij zette zich op een diepe vensterbank neder en wachtte. Kort daarop, als in antwoord op een De blikken gericht op het venster, waar Visconti gezeten was, die haar be- Zij was gekleed in een gewaad van rood ros van mijn nicht is reeds beschikt," was het droge antwoord. de canapé te gaan snuffelen...." „Hé, tante, dat kon ik niet helpen,1 Men deelde hem mede, dat de directeur uit was, maar ieder oogenblik terug werd 1 te be merken, dat zij allengs in gehalte en ook HOOFDSTUK IV. Den volgenden morgen had er tusgchen heeft i ver- „O, u vroolijk lachend uit. hem in een zakje moet steken, zooals vroe- „Maar gij hebt zijn vrouw, edele heer.” te en vertrouwbaarheid, en ik bewaak „Ja Isotta d’Este 1” zeide Visconti de deur. Ontsnappen is met mogelijk.” met schitterende oogen. Hij bleef stil- „Des te minder, daar gij er met uw Della Scala gegraveerd stond en dien zij genoot zal geen Duitsche dwaas zijn. Meteen scherpen blik links en rechts aan den derden vinger droeg haar trouw- doch de hertog van Orleans. 1 l’TTaJ ft-1- --I11 I1_a_ t_ - naar een kamer ter overzijde een klei- haar hand op en dacht„Zou zij dit stil- was, trad met woedenden blik naderbij door haar geslacht, de hoog- ne ruimte, dat dof verlicht en met kleeden zwijgend toestaan Een oogenblik scheen zij zich te willen gaan, dat uw eerzucht zou „Was dat alles, wat ge me te vertellen armen driftig op en neder. Betsy had een had 1” vroeg Betsy droogjes. «A.rAAAM /4a Ua.'a..AmR..a z>a1a/4<»/4 .’1!IJ- 1- ff „Met alle liefde, engel van een tante. vroeg Voor u ga ik door water en vuur.” „Dat verlang ik nu juist nietgij be hoeft alleen maar naar de post te gaan,” antwoordde tante aarzelend. „Er moet een schrijftafel trok. Hij greep naar een der schatten uit het paleis van Mastino della Scala I” Met schitterende oogen leunde hij «over de tafel heen naar Giannotto met omdat hij eemge waarde hechtte aan wat deze er over dacht zijn secretaris •elde met meer dan de stoel, waarop hij zat. want hij had he.r> alleen maar genomen om zijn handigheid als schrijver Doch Visconti, gevoelde oehoefte aan zijn triomf lucht te geven Giannotto schrok voor deze hartstoch telijke vreugde terug „Ik haatte dien man, Giannotto! Ik wil de, dat hij was blijven leven, om mijn haat te voeden. Hij is de eemgste man dien ik oost gehaat heb, omdat hij de eemgste is, dien ik ooit gevreesd heb, de eemgste, die mij dorst minachten Maar hij is ge vallen, hij is dood zijn vrouw is in mijn macht en door zijn ondergang heeft hij mij hooger verheven, dan ik ooit heb durven hopen. In zijn groote vervoering pakte hij Giannotto bij den arm en trok hem naar het venster toe, om hem te toonen, wat er op liet voorplein gaande was. Soldaten en dienstknechten waren bezig standbeel den, gouden- en zilveren schotels, rijke Heeden, glas, porcelein en wapenen uit de karren en vanaf muilezels weg te dragen, binnen de nauwe ingangen, welke toe gang gaven tot het sombere paleis. Een major-domo, geheel in 't zwart gekleed, stond er toezicht op te houden en gaf met schelle stem bevelen. Een kleine troep edellieden, welke van genoeg belang ge schat waren, om gespaard te blijven, ston den met grimmig stilzwijgen toe te zien naar het ontladen van de schatten, die uit hunne paleizen kwamen, terwijl de groote poorten zoo wijd mogelijk open stonden om een stroom van soldaten toe te laten. Sommigen dreven gevangen voor zich bij mij te vriendje V’ een addertje onder het gras lag. „Daarom ontvang ik mijn Eindhover uit de eerste hand, poste t de letters P. C. B. Tot nu toe heb ik het pakje zei gehaald nu fcan ik helaas, J--'-- J.-- -L --- .-U l.-- O- reeds sedert langen tijd iets „Wat, tante, hebt gij een geheim „Nu ja, gij herinnert ut voortvluchtige directeuren in de wijl gij mij gedurende mijn ziekte bladen staan. Gewoonlijk zijn het dan pleegde, ook van die jeugdige, hoopvolle jongelie den, die als directeur of kassier met de kas op den loop gaan. Neen, neen, mijn nicht mag ik niet toevertrouwen aan een man, die zoo’n verleidelijke betrekking bezit.” „Mijnheer Wijnmoer riep Subliem opstaande, terwijl een licht rood zijn ge laat bedekte, „gij wordt beleedigend, zonder dat uw beweren daardoor aan overtuiging gewonnen heeft integen deel, juist het bezit van een jonge dame, die eenmaal een aanzienlij kk vermogen te wachten heeft, zou het zekerst middel zijn, mij te beletten de kas te schaken.” „Vriendje, je wordt brutaal,” riep de spoedig opgewonden rentenier, met een donkerrood gelaat, terwijl zijn slaapade ren opzwollen en hij met een veelbeteeke- nende beweging van zijn hand naar de deur wees. „Pardon, uw vriendje ben ik volstrekt met,” antwoordde Subliem. „Mij ook goed, maar ga nu heen 1” donderde mijnheer Wijnmoer. De jeugdige aspirant-bankdirecteur gaf aan de uitnoodiging gevolg, door met een diepe buiging de kamer te verlaten. een klein boek, dat op hare conn. Gians ongelukkige zuster, welke hij bespieden moest, en toen aan den Duitschen graaf, die vijf dagen geleden het paleis verlaten had Zij kon met ontsnappen aan 't bestaan dat zij gedwongen was te lijden 1 Conrad bood, haar uitkomst aan en zij was be reid die aan te nemen vijf dagen ge leden 1 Ja graaf Conrad is dood, en nu za! zij met den hertog van Orleans in 't huwelijk treden de Duitscher was gek en hij heeft geen beter lot verdiend dan dat van een gek I Ik denk niet dat zij er haar hart over zal breken als zij een anderen uitweg kan vinden. Hij keerde tot zijne papieren terug, nu en dan naar de deur kijkend als om be reid te wezen voor het immer geruisch- looze binnentreden van den hertog. „Dan zal ik wachten," zeide mijnheer Wijnmoer, en liet zich naar de spreek- en kamer naast het kantoor geleiden, waar vragen^pn daar Met voldoening zag hij echter haar zal de hulp aanroepen van den hertog en van Orleans zelf I" Een bruidegom, die ik voor honderd duizend florijnen heb gekocht I” schimp- houdertjé.” „Dat wil zeggen, dat ik het voorloopig ben,” zeide Subliem door de crediet- bank, waarbij ik ben aangesteld, wordt niet gaarne voor haar nicht 1” zeide Betsy, echter binnenkort eene filiaalbank in „Maar terwijl ik met uw oom spreek, het nabijgelegen.... opgericht, en daar zoudt gij mij ook een genoegen kunnen ik het vertrouwen van mijn chef.mtijnheer doen,” voegde zij er bjj, terstond gebruik Ansbein, bezit, zal hij mij bij de eerste makende van de dankbare stemming van algemeene vergadering van aandeelhou- het meisje. ders tot directeur der filiale voorstellen.” „Maar hoe oud ben je wel?” mijnheer Wijnmoer met een smadelijk lachje. „Acht en twintig jaar.” Tante Betsy wilde haar broeder zelf omdraaiende, vóór haar staan en riep er bij, de advertentie mft de envelop in zijn zak stekende, „het zal mij toch benieuwen of men de onbeschaamdheid zal hebben, zijn aangekomen en daar ik geen korrel- liedje van, dat je neus ia Mn wijngaard tje meer heb, wilde ik u vriendelijk ver- is gegroeid; dat de menschen je uit lachen, kan je hen toch niet kwalijk ne- van het postkantoor men dat is esns een goed lesje voor „Nu, wat moet jij hebben?” verworven en is algemeen geacht. Gij Nelly was overgelukkig zij viel haar „Niets,” antwoordde Betsy, die ter- zoo’n vlegel van ’n jongen tot directeur echter, vriendje, zijt een eenvoudig boek- tante om den hals, kuste haar en had geen stond begreep, dat, als zij in de stemming woorden genoeg, om hare dankbaarheid waarin haar broeder op het oogenblik uit te drukken. „Och wat doet een liefhebbende tante zij in zijn macht en het zou hem een groo- aanstonds op, als verwachtte zij hem, en slap in de zijne het, slechts door een on- modder sleuren en in lompen gekleecf te voldoening geweest zijn, als hij had maakte een diepe nijging. merkbare trilling verradend dat zij wist, neerhurken aan de poort van uw paleis.” kunnen gevoelen, dat haar dood ook in Gian Maria sloot de deur achter zich dat de nng haar ontnomen was. „Maar gij hebt geen keuze,” weerlegde zijn macht stond. Doch zijn eerzucht was - nog grooter dan zijn trots of zijn haat. gij mij met de hand uwer nicht gelukkig vrouwelijke scherpzinnigheid wilt maken,” zeide Subliem. zwakheid weten partij te trekken, toen 11. U' 2lï „Het spijt mij wel, maar over de hand zij haar liefde voor Subliem bekende... gedachte verschrikt. Dit zeggende sloop halen, onontkurkt in°den koelen schoot m mm m «e» «>aa a Vx aa aVx ff M m a m a a«o v iiaILa 1— - 1-- - 1- t>t- - I 1 1 - lis wx zoeken...." „De snuif voor u te gaan halen,” vulde Nelly schuchter aan. je, dan moet je maar niet zoo veel drin- .Anders niets,” bevestigde tante Bet- ken.” sy, nichtjelief over de wang strijkende. „Ja, maar...." zeide Nelly wijfelend, Betsy haar broeder „zal de postbeambte met denken, dat ik les kwam lezen, sprak zijn kwaad gewe- zelf een snuifje neem?" - Z- „O, gansje,” lachte tante, „hoe kan de gebruik van spiritualiën aangaat, en bleef man weten wat er in het pakket is dit mijn kunstverzameling verrijken 1 bijna op den grond neer. Jammer, dat hij hier niet is, om ’t aan te „Hoe sterk is de wacht?” vroeg Vis- moeten zien riep Visconti uit het raam conti. terug-tredend, gevolgd door den kruipen- Ik zou mij nog maar eens bedenken, want gij hebt kans'als Komn- HOOFDSTUK IV. gin van Frankrijk gekroond te worden. Valentino. En zoudt gij mij dan niet dankbaar wezen, Visconti ging «ven snel als hij gekomen dat ik u voor den Duitschen graaf gered kunncn'trachten hett paleis te ontvluchten. „Zij moet tot vernedering gebracht waa weer naar het paleis terug, thana naar heb?” Ik laat haar overal bespieden. Doch ik worden," mompelde hij „zij moet op de de feestzaal ter overzijde. Onhoorbaar Zal er 1..—.W - een oogje op haar houdt 1” voegde hij er smeeken. ^fchenJe bij. De voorhang ritselde en dv.enhn. neem," fluisterde x „Roode neuzen worden spoedig r Het was toch eigenlijk recht blijvend blank door Menyl etc.”, las zijn de chef lieden van gewicht ontving. Het ondeugend van je, zoo nieuwsgierig* te zuster. Dadelijk willen wij hierbij voegen, duurde niet lang, tot de directeur terug zijn, Nelly, en onder het bekleedsel van dat doctor Knekel op het adres van het kwam. Deze was reeds een man op jaren, A~ bripfje zich vergist had in de voornamen wiens net, zelfs elegant toilet zonderling der broeders, hetgeen gemakkelijk kon afstak bij den ouden gedeukten hoed, dien betuigde Nelly, „maar nu zal ik u eindelijk geschieden, daar de een Frits en de andere hij beleefd groetend afnam. eens zeggen...." Frans heette. Zijn zwak voor „oude hoeden" was door „Beproef maar niet je te verontschul- Betsy barstte in een luid gelach los. de geheele stad bekend en iedereen lachte digen, je bent er nu eenmaal achter vel papier uit en hield het met een van ken, met die bedaardheid, welke den man woede bevende hand voor Betsy's oog. van zaken kenschetst, naar den directeur toch, dat, ter- Het was een gevouwen kwarto vel post- van de bank, mijnheer Ansbein, kon vra- ver- papier. Juist in het midden was netjes eene gen. gij ontdekt hebt, dat ik.advertentie opgeplakt; vier lijntjes, met bedoelt de snuif 1” riep Nelly blauw potlood getrokken, en daarom heen weder vier lijntjes met rood pot- verwacht. „St 1 Stil 1” riep tante, angstig om zich lood, vormden er een sierlijk randje om heen ziende, of er ook iemand ‘stond te heen, luisteren, „als mijn broeder dat eens hoorde DE GEHEIMZINNIGE unte «n wcht «en vertrouwelijk gesprek '’tnC.IWlAIHIllOE piijtj. Subliem had zijn aangebedene in RAADGEVER een hartverscheurend briefje de ongeluk kige, mislukte afloop van zijn bezoek bij mijnheer Wijnmoer medegedeeld oom- De jonkman gevoelde, dat de moed hem lief zelf had er echter geen woord met begon te ontzinken en alleen de gedachte haar over gesproken. Hij was als altijd aan Nelly gaf hem weer kracht. Hij be- vastbesloten, zijn eigen wil te doen kende aan mijnheer Wijnmoer het tee- al het overige was hem totaal onverschil- dere gevoel, dat hij voor zijn nicht koes- lig dat kon Nelly met haar zelve eens terde, en voegde er bij, dat zijn liefde werd worden hij vond den man goed en daar- beantwoord en hij het met Nelly volko- mede basta 1 In haar angst en verdriet men eens was. had zij tante in haar vertrouwen geno- Mijnheer luisterde met evenveel aan- men en haar den waren toestand van haar bijna. Hoewel hij nooit rechtstreeks „cadaver*' dacht, alsof de geheele zaak hem volstrekt minnend hartje geopenbaard. „Dan moest iemand een telephonis- was, kon hij toch een stevig glas gebrui- niet aanging. Tanta Betsy, 't moet gezegd worden, tische neus hebben, en bovendien, die ken maar hij wist dat zij gelijk had, „Wat heb ik er eigenlijk mee te ma- was wel een weinig egoïstisch en nam nooit menschen aan het postlantoor hebb«i geen als zij hem op de vernietiging van zijn ken vroeg hij na een lange pauze, iets in overweging, zonder het gewicht tijd ieder pakje te beruiken. Maar daar gezondheid opmerkzaam maakte, en hoe „Waarom komt gij bij mij van haar eigen belang mede in de schaal wordt gescheld zou het doctor Knekel weinig hij ook de man was om zich aan „Omdat ik u gaarne wilde vragen, of te leggen. Nelly wist dit en had met echt zijn? Gij kunt hem ieder oogenblik zien vrouwenpraatjes te storen, zoo wist zij gij mij met de hand uwer nicht gelukkig vrouwelijke scherpzinnigheid van die verschijnen.” het toch door te zetten, dat menige flesch x. j- 1 „Ik ga al, tante nep Nelly, door die welke hij uit den rijkgevulden kelder liet Gisteren nog was tante Betsy volko- zij naar haar kamer, maakte haastig haar der moederaarde terugwandelde. Daarom men overtuigd geweest, dat doctor Kne- toilet en snelde voort, zonder te vermoe- was hij, wat zijn roode neus betreft, Dat beweerde doctor Knekel ook, kei de beste partij voor Nelly was en den, dat zij door een wetTtman was ver- tegenover zijn zuster geheel weerloos en het speet hem nu, dat hij haar de boos aardige advertentie had laten zierMt hij HOOFDSTUK V. hield evenwel een ander wapen in gereed- Toen tante Betsy de kamer baars broe- heid. „Daar ik zeker ben van de genegen- geschilderd, hoe hij er zich in had ver- ders binnentrad, liep deze, met gekruiste heid.... van de liefde uwer nicht,” heugd, die lieve tante altijd bij hem te i repliceerde Subliem, „zoo hield ik mij hebben en hoe gelukkig hij zou wezen oogenblik tevoren de brievenbus geledigd, gerechtigd dezen stap te doen, waarvan lederen avond zoo gezellig een partijtje hij moest dus zeker iets onaangenaams Wijnmoer barsch, „dat je kennis moet hst wel of wee van twee menschenlevens met haar te mogen schakentoen was over de post hebben ontvangen, want trachten te maken met een anderen «chaak- naast de speler, want die.... de duivel mag hem van een bank^e maken.” Doóf voor iedere redeneering van zijn verkeerde, over de zaak sprak, zij de be- zuster, die hoog en heilig verzekerde,^ dat langen der jongelui meer schade zou Subliem tot zulk een laaghartige wraak- doen dan voordeel. zucht niet in staat was, greep de rentenier „Ik kom strakjes wel eens terug, als ik hoed en stok en liep de deur uit, om zich je dan meer gelegen kom,” dit zeggende regelrecht naar het kantoor van de voor wilde zij zich verwijderen. schotbank t« begeven, waar de onge- Blijf hier 1" snauwde mijnheer Wijn- lukkige jonkman in betrekking was. moer, terwijl hij met zijn hand haar een stoel aauwees. „Je komt juist van pas 1” „Waf wil je dan van mij „Daar, lees eens 1” hijgde mijnheer Onderweg had mijnheer Wijnmoer zich Wijnmoer, terwijl hij zijn zuster naar zijn in zooverre hersteld, dat hij op het groote u -*-r kantoor, waar wel een dozijn jongelui „Hm! Als ik hoor, dat zij zulke piep- postpakket voor mij zijn aangekomenopengebroken enveloppen, nam er een aan de dubbele lessenaars zaten te wer- jonge menschen tot directeur van ban- gij kent toch mijn klein geheimpje ken maken, dan verwondert het mij vol strekt niet meer, dat er zooveel signalemen ten van maar....” had zij zich voorgenomen hem te begun- jaagd. „Wel, als gij het dus reeds wist,” viel stigen. Toen Nelly echter, een klein nood de rentenier hem in de rede, „dan hadt leugentje gebruikende, haar nu verhaalde, gij u deze weigering kunnen besparen.” hoe fraai Subliem hun toekomst had af- Frans heette. Betsy barstte in een luid gelach los. „Daar heb je nu eens loon naar wer- er om. Hij bezat ten minste een dozijn gekomen, dat ik wel eens een snuifje ken 1” spotte zij. „Dat je zoo’n mooie van die prachtexemplaren, die afwisselend fluisterde tante vertrouwelijk, neus hebt, is je eigen schuld. Dat komt aan de beurt kwamen. Wanneer een hem terwijl zij het jonge meisje vleiend in de van jou onleschbaren dorst, daar hebben te rossig en te vettig scheen, nam hij een blozende wang kneep, „zie je, lieve Nelly wij al lang en brigd genoeg over gespro- ander oudje en droeg dit dan weder zoo mijn kleine benoodigheid snuif kan ik niet ken. lederen dag wordt je neus fraaier en lang totdat het, zoo mogelijk, nog slechter hier in de stad koopen, want het duurde het zal niet lang meer duren, of je kan er en vuiler dan zijn voorganger was. Had- dan geen dag, of iedereen wist, dat uw niet meer mede op straat komen, tenzij je den al de hoeden zoo op de beurt af dienst unte van snuif houdt.” hem in een zakje moet steken, zooals vroe- gedaan, dan nam de directeur der bank Nelly knikte <erktuigelijk, want plot- ger die man rondliep. Het is nu al een weder No. I, en deze scheen hem dan seling begon zij te vermoeden, dat er schandaal, zoo’n karbonkel van een neus bijna fonkelnieuw te zijn. In dezen cirkelgang werd in zijn oog de brulde mijn- eene hoed na de andere beter en nieuwer en restante, onder heer Wijnmoer, „dat mijn neus bevroren hij scheen het in het geheel niet I toe heb ik het is geweest -“1ƒ2* - „Bevroren, jawel, in het hartje van den over zijn ooren zonken, niet, daar ik nog te zwak ben. Er moet zomermerkte tante Betsy droogjes :‘J voor mij aan. „De jongens op straat zingen er een noog, doen donker, met een boven inge zet venster, dat, hoewel volkomen buiten besgik, toch door een dik ijzeren hek be schut was. De muren waren mei ver kleurde kleeden behangen, welke als ver overde vlaggen, somber en slap neerhin gen. Een groote donkere kist stond tegen muren versierd met houtsnijwerk, man den muur en daarboven hing een lantaarn nen. vrouwen, heiligen, martelaren, die aangestoken werd als 't donker was bloemen en vogels, naief-blijde voorstel- geworden. lingen, prachtig uitgevoerd door de school In *t zwart gekleed, scheen Visconti van Piccolo Pisano, hier en daar verborgen daar bovenaan de treden staand, één achter zijden muurkleeden aan vergulde met de duisternis. Hij richtte zijn groote roeden. In het midden lag een Upijt van grijze oogen recht op de gevangene, die, zacht purper, bruin en goud, waaraan in een hoogen zwarten stoel gezeten, de twee mannen hun geheele leven gear- fijne handen op het verkleurde fluweel beid hadden. Op het tapijt stond een lan der armen, de voeten op een houten bank- ge, lage tafel van prachtig, donker noten- te liet rusten. hout, waaraan tweehonderd gasten konden Schoon en edel van gelaat droegen plaats nemen. Er stonden stoelen van Visconti had echter zijne schreden el- hare trekken den stempel van lijden purper fluweel in de hoeken. Het zen ders heengewend. Eenvoudig gekleed hare oogen waren rood van gestorte tranen licht, dat door de geklaarde vensters kwam liep hij bijna onopgemerkt door anderen Haar zacht goud-gele haar was onder een binnenstroomen, glinsterde op een ivoren, een binnenplein over naar een donkeren, witten sluier verborgen. De oogen neer- met juweelen ingelegde voetenbank. hoek, waar hij door een geheime deur geslagen op het sombere paleis weer binnentrad. Het knieën rustte, duidde zij zelfs niet door conti zacht en omzichtig, als voelde hij geheele gebouw was donker en geheim- de minste trilling van haar hand aan, dat dat verborgen oogen hem bespiedden, zmnig. Iedereen liep er op de teenen, zij van Visconti’s tegenwoordigheid be- angstvallig rondkijkend, als waren zij wust was. bang voor hun eigen schaduw. Als Vis- Inwendig woedend, wachtte hij, tever- conu dezen angst zag, glimlachte hij, geef» naar woorden zoekend om deze onuitgesproken bevel, scheidden de gor- want hij vond het heerlijk gevreesd te stilte te verbreken. Eindelijk trad hij lang- dijnen zich aan ’t verste eind der zaal en worden, menschenlevens in zijn hand te zaam het vertrek binnen, de oogen nog trad eene dame binnen. Het was Valentine voelen trillen, ermede te spelen. De deur steeds op haar gericht. Zij sloeg echter de Visconti, de zuster van den hertog. gaf toegang tot een lange steenen gang, hare niet op en bleef doodstil zitten. Met verlicht door ruitvormige opemngen in onhoorbaren tred liep hij het vertrek en bruin met goud geborduurd, het den muur. Het was er kil en vochtig en door, lichtte de kleeden langs den muur sige haar hoog opgekapt onder een gouden hij trok zijn mantel dichter om zich heen, op en klopte met zijn dolk tegen de stee- net, hetgeen haar fraaie hoofd goed deed Een tweede deur opensluitend, ging hij nen, wat echter geheel onnoodig was want uitkomen. Zij had de helderbleeke tint, een steenen trap op, waar 't pik donker tedere poging tot ontvluchten zou krank- de wijde roode lippen en de volle gestalte was, uitkomende in een groot rond ver- zinnigheid geweest zijn, en Isotta d’Este van een blonde Italiaansche, hield Zich trek, met in ’t midden een dikke pilaar, was geen vrouw om zich aan krankzinnig statig rechtop en zou overal de aandacht welke de geweldige zoldering onder- heid over te geven. Toch was het hem eené getrokken hebben. Zij kon tien jaren steunde. Behalve een tafel en een zwart voldoening te zien dat zij zeker, dubbel jonger zijn dan haar broeder, doch uit, welke stevig tezamengeketend wa- houten stoel met hooge leuning, was het zeker gevangen zat. Hij onderzocht ieder even groot van gestalte als hij. 1 1 «A -AA- U.’- —L.1J rS-A 1 I t__A A t_ 1 U 1 - Het was een groote, indrukwekkende medelijden en liefde toonde I Wat is er hij was ver- op de scharnieren knarste, en het vanaf ruimte. De vier ingangen in lederen met hem gebeurd twee treden, de oogen over Isotta’s kerker muur een waren met donker purper- r”"-- j Mt» bleef stilzwijgend voor zich heenwaren. kleurige gordijnen afgesloten. De zol- conn in den weg staan I" vroeg hij kalm Ht\dacht aan Valentine Vis- Het was een soort van steenen cachot, dering was koepelvormig en ontzettend en bedaard. (Wordt vervolgd) afhangt.” tante opeens eene andere meening toe- opengebroken brieven lagen i 2. 1 „Wie het vermogen wil huwen, dat gedaan, en zeide zij, dat zij heilig over- couranten op de tafel. Misschien waren halen die Subliem smijt ik de deur ik mijn nichtje eens zal nalaten, moet eerst tuigd was, dat Nelly alleen met Subliem de effecten, waarin hij speculeerde, aan- uit, als hij het hart heeft hier ooit weder berde komen, begrijp je gelukkig kon worden. Dat oom haar hand merkelijk gedaald. een voet in huis te zetten. Heb je me goed Mijnheer Wijnmoer beefde van toorn, begrepen ^an dergelijke berekening heb ik erg genoeg, maar tante troostte haar zijn gelaatskleur ging van rood in blauw in de verste verte niet gedacht, mijnheer met de verzekering, dat zij ook. nog een over en van tijd tot tijd greep hij met hij je nu weer gedaan?” vroeg Betsy Wijnmoer. Is echter dit vermoeden een woordje had mede te spreken men moest een stuipachtige beweging naar zijn thans baasd. van de gronden, om mijn verzoek niet ook zoo maar opeens niet alle hoop op- ontzettend opgezwollen, paarsch-rooden J toe te staan, dan kan daarvan met veel geven. Misschien had Subliem de zaak neus. In het begin scheen hij de aanwe- vrijheid, de brutaliteit wil ik zeggen, mij meer grond tegen den doctor gebruik niet bij het rechte einde aangevat, moge- zigheid van zijne zuster niet te bemerken, de hand van Nelly te vragen^n daar worden gemaakt, want hij heeft het hart lijk was hij wel wat bedeesd geweest, of wellicht verwachtte hij, dat zij, ge- ik hem nul op het rekwest gaf/heeft de uwer nicht nog in het geheel niet geraad- want daarmede kreeg men bij oom niets troffen door de majesteit van zijn toorn, ellendeling zich door dien aanval op mijn pleegd.” gedaan slechts door een krachtig op- zich in damp oplossen en spoorloos ver- bevroren neus trachten te wreken. Maar „Dat ia geheel iets anders bij doctor treden kon men hem imponeeren. dwijnen zou. Eindelijk bleef hij, zich snel ik weet wel wat ik zal doen,” voegde hij Knekel dan bij u. Hij is arts en heeft n—-m- i-i-j— -„ir j—j—j. ..xx. u— j-.j-j-1>__?•- gedurende den korten tijd, dien hij hier eens over de zaak spreken,.... heden haar stampvoetend toe: woont, reeds eene belangrijke praktijk nog.... ja, nu maar dadelijk. Nelly was overgelukkig zij viel haar was wel een weinig egoïstisch en nam nooit menschen aan het postlantoor hebb«i geen als zij hem op de vernietiging van zijn van haar eigen belang mede in de schaal wordt gescheld zou het doctor Knekel weinig hij ook de man was om zich te hebben.” „Kan ik 't dan helpen,1 is geweest Hoe gevaarlijk het ook scheen, dat tante nu nog zoo eens de ten hem toch met geheel vrij, wat het vele -- -w-'V-r-- hij liever uit de nabijheid van zijne zuster „Als het maar niet ruikt snikte Nelly als zij dit thema begon te behandelen. ren anderen kwamen te paard naar bin- vertrek ongemeubeld. Dit was het ver- hoekje, ieder gaatje van het vertrek, af en nen galoppeeren, beladen met allerlei trek der buitenste wacht van den vleugel, toe een blik op haar werpend. soort van buit, werken van kunst, als in die voor gevangenis diende. Een man Zij scheen echter niet bewust, dat hare wegenlooc aankeek, vroeg Valentine, na den brand verzengd, banieren, wapen- stond tegen den pilaar aangeleund, de eenzaamheid verbroken was, behalve derbij tredend „Waarom laat gij mij be- rustingen, en nog veel meer. oogen op de trap gericht. Het kon nie- toen hij op een oogenblik langs haar heen spieden „Kijk, Giannotto 1 Della Scala’s schil- mand anders wezen dan de hertog, die liep en zij den sleep van haar kleed naar „Waarom hebt gij getracht Milaan te derijen, Della Scala’s juweelen Wat/zal aldus naar boven kwam, en hij boog tot zich toetrok, als ware een leproos in hare ontvluchten met graaf Conrad?” vroeg nabijheid gekomen. hij. „Het was dwaas van mij u niet vroe- De beweging beteekende met veel, ger te laten bespieden.” doch vertoornde hem zoozeer, dat haar 1" --L Twintig man m elk vertrek, edele leven voor een oogenblik in gevaar was. trachtte te ontkomen aan een bestaan, den Giannotto, die de opmerking maakte heer. Allen uitgezocht wegens hun groot- daar zijn haat hem bijna overmeesterde. Achter haar stoel staand, half beslo- nogmaals trachten weg te komen ten haar overhoop te steken, bemerkte met schitterende oogen. Hij bleef stil- „Des te minder, daar gij er met uw hij opeens den ring aan haar vinger. Aan- jelief, gij zijt veel te kostbaar. ïk zal je zwijgend tegen den muur aanleunen en eigen hoofd borg voor staat." Dit zeg- stonds veranderde de uitdrukking van niet laten gaan, want gij zijt mij veel te dacht aan een zekeren wintertocht, vijf gende opende hij een der vele deuren, zijn gelaat. Glimlachend liet hij de op- veel waard. Door uwe persoon tal ons jaren geleden. Helder en duidelijk zag hij welke toegang gaven tot het vertrek, en geheven hand weer zakken. Het was een geslacht aan het Koninklijke Huis wederom het massieve kasteel op de rot- trad te-midden der soldaten, die allen het ring meteen paarl, waarop het wapen van Frankrijk verbonden worden. Uw echt- sen boven Modena en op de stoep een stilzwijgen bewaarden. blond meisje, dat hem lachend nakeek I* toen hij naar Milaan terugreed, nadat zijn kijkend, liep Visconti langs hen heen ring. Glimlachend bukte hij zich, hief aanbod van vriendschap trotsch was af- - gewezen door haar geslacht, de hoog- ne ruimte, dat dof verlicht en met kleeden zwijgend toestaan en zeide „Ik weiger een huwelijk aan té hartige d’Estes. De gedachte daaraan langs den muur behangen was. Een oude Een oogenblik scheen zij zich te willen gaan, dat uw eerzucht zou dienen. Ik vertoornde hem zelfs nu nog en hij haatte vrouw zat, met haar rug naar de deur, verzetten, want zij hield de fijne vingeren weiger hulp te verkenen om uw troon te Isotta d’Estes, de vrouw van Della Scala, gekeerd, aan een borduurraam te werken krampachtig samengekromd, totdat zij bevestigen. Liever dan een prins van uw bijna nog meer dan haar man. Thans was doch stond bij Visconti’s binnentreden zich scheen te bedenken en haar hand keuze te huwen, zal ik uw naam door de t. L.» Iaaav* aam A A M O A1 c* «r Avar A/-> Vl 11Z» een llOHI AM oIavx 1 VS «V11MA l'A« a!azxI«*a z4 axzxv* aam mazax4z4aa aIaoaa^ am Jm 1.1 voldoening geweest zijn, als hij had maakte Gian Maria sloot de deur achter zich dat de nng haar ontnomen was. toe en vroeg aanstonds „Hoe maakt zij Zij legde de beroofde hand wederom hij met aangename stem. 't? Hoe gewent zij zich aan dit nieuwe op den fluweelen arm van den stoel ne- Mét toenemende woede wegens hare Isotta d’Este was een kostbaar pand, vertrek?" der, de oogen stijf op het boek gevestigd, machteloosheid, riep zij uit: „Ik weiger om te dienen tegen de haren, ingeval dezen De oogen gericht op een binnendeur, Even zwijgend als hij binnengekomen den hertog te trouwen ik weiger mij De oogen gericht op een binnendeur, zich zouden willen wreken over Della die met massief ijzeren bouten beslagen was, keerde hij weer terug, waar hij nog- naar het altaar te begeven." Scala. - was, antwoordde zij „Als ik bij haar ben maals naar haar othkeek, verbaasd over „Gij kunt erheen gedragen worden,” „Waar hebt gij haar opgesloten, edele zit zij, zonder opzien en zonder spreken, zulk een zelfbeheersching. voerde Visconti aan. heer vroeg Giannotto met sluikschen steeds in haar gebedenboek te lezen. Zij Zij was rechtop en met opgeheven Met saamgedrongen handen in wan- blik, waarop de hertog uit zijn overden- heeft nog geen woord gesproken sinds hoofd blijven zitten. hoop op en neder loopend, zeide zij „Ik kingen werd wakker geschud. zij in 't vertrek gebracht werd. Doch als T’ - ‘J „In den Westelijken Toren,” antwoord- zij alleen is, weent zij. Ik heb het door de borst wegens ingehouden snikken op i Jz 'hij met een glimlach. „lederen dag ga deur heen gehoord. Zif weent hartstoch- neder gaan, en de vaste lijn van haar Een oogenblik nog bleef hij staan, ter- te haar broeder. En hoe zoudt gij hem dat .J zou maar ver zijn hand deed schitteren. Toen sloeg standig zijn. De hertog van Orleans zal de deur weer dicht, de grendels werden een even goed echtgenoot wezen als graaf „Zij ziet eruit alsof zij ervan zal ster- teruggeschoven en hij was verdwenen. Conrad. niet mo7el*jk”" en hi? maakte zich.bereid ven,” vervolgde de oude vrouw. „Doch «til a a.aa„„AA .1. t»AM /AAMjAAaIam AA 1 A lx A AA AM ,Wees op uwe hoede, ik heb veel gevangenen bijgewoond, zult «w 1 ^ama A.al Iaaao «vAAef nraVsn kunnen trachten het paleis te ontvluchten. i uMi -rr Opeens barstte Valentine in tranen uit n ets bij verliezen, als gij ook nog knieën neerzinken om mij om genade te trad hij binnen en liet de gordijnen ach- met„Wat is ar van ham geworden? Het on haar houdt voegde hij er smeeken." ter zich toevallen. eemgste menschelijke wezen, dat mij ooit Toen opende hij de zwarte deur, die zij in 't vertrek gebracht werd. Doch als 1 „In den Westelijken Toren," antwoord- zij alleen is, weent zij. Ik heb het door de borst wegens ingehouden snikken op ik de kamer bezichtigen, waar zij gevangen «lijk en roept haar man, om haar te ko- mond Willen. zit om er mij van te verzekeren, dat het men redden.” geen droom is en om er mijne oogen en „Ik wilde dat ik hem hier met een prop wijl een flauwe zonnestraal den ring in vragen Kom, zusjelief, ik handen van te overtuigen, dat haar ker- in den mond tegen de deur kon aanzetten,” ker dubbel zeker is. Indien Isotta d’Este om haar te hooren,” zeide de hertog, mij thans zou ontsnappen, doch dit is --- niet mogelijk 1” en hij maakte zicmoemu vtu, u» vuu< „vU». het vertrek te verlaten, doch bleef aan de zoover ik kan oordeelen, edele heer, en deur staan met --- --- Giannotto. Prinses Valentine, zou wel eens gu haar geest nimmer breken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 7