a
loord - Hollandscli
Dagblad.
8
ff
I]
I
Mil
SM
II! t.
i
Tweede Blad.
0
Donderdag 10 juni ’28.
Een fragment van het middenschip (links)
der St Pancraskerk. De stukken tufsteen
zijn goed te zien.
I^EEFT TE CASTRICUM
EEN ROMEINSCH
KASTEEL GESTAAN?
b
0
5
0
4
5
0
Het stukje ruïne, dat In 1732 nog te zien was,
(nageteekend Uit Br. v. Nldek).
De grondslag van het kasteel Kronenburg en van de
Romelnsche fortificatie?
De kelders van Kronenburg; bij A het dikke brok muur.
De omgeving van Kronenburg.
è- '-I».:
Een aparte teekening van dat brokje bouwval geeft fig. IL
geweest
Oudh.
1780.
der rivieren, etc., in de
120 -122.
De bodem echter u voor zoover >k
weet nooit opzettelqk onderzocht. Eu toen
zal üi dezen historisciieu grond nog wel iet*
zyu op te delven omtrent de allervroegste
gmcliiedenis van Kennemerlaitd in 't alge
meen en van Castricum in bet bijzonder.
boerderij heelemaal geen zu» 'beeft. Zou bet
niet een stuk van de oude fundamenten kun.
nea zijn?
Het gewelf rechts is ook veel anders dan
de kelder van een gewone boerenhuizing.
De boerderij is heclemaal ietwat eigenaar,
dig gebouwd, zeer afwijkend van do gewone
hoeven in Kennemerland. Ze staat verder op
een verhoogd terrein, wat in deze streek net-
gens wordt aangetroffen. Ook is bet land om
de oude huizing niet vlak als het verderop
liggende weiland, maar .mollig*, heuvelach-
tig. In de nabijheid van de boerderij Kronen,
burg beeft men voor eenige jaren bij het ver
wijden eener sloot oud muurwerk bloot gelegd
Opvallend ook is het rechthoekig beloop
der slooten, als aan kasteelgrachten herinne
rend.
Op een oude kadastrale kaart zie afb.
komt nog een waterpartij voor reeds
vele jaren gedempt in de naaste omge
ving der hoeve. Kan 't niet een overblijfsel
zqn van de oude slotgracht?
Wellicht bevat het erf van Kronenburg
nog een rijkdom van aanwijzingen omtrent
het verre verleden van kasteel en Romeinschs
fortificatie.
8) . De Romeinen in ons land.
9) Zie ook een opstel in het Noord Hol-
laudsch Dagblad van 12 Mei 1922: De Oude
bt. Pancraskerk te Castricum.
Amsterdam. M. KKAkLE.lt.
1) Naamlijst der Kom en andere
Held. Hul f 13.
2) Van Cuyk. Bescherming van oudh. ge
vonden tn een tumulus op begraafplaats op
het eiland Texel, niet afb., Amsterdam
3) Heda, Hul f 13.
4) Heldring. Geld. Volksalm. 1845, bladz
80.
5) Over den loop der
jVrjje Fries. 8L 2, bladz.
0) Uiu voorgeslacht, deel II, blads 49.
7) Zegepralend Kennemerland, blads. 46.
Waar haalde men het tufsteenmaterinsl'
vandaan voor dezen bquw?
Kan het niet geweest zijn uit de „steen
groeve” van de Romeihehe sterkte, die over
vloed van bouwstof garVoor burcht en kerk?
En die „steengroeve” lag haast vlak bij;
op plm. een kwartier afstands.
Is ’t niet eigenaardig bovendien, dat de pa
troonheilige van deze kerk, St. Panera» (ook
St. Prancratius) 'n jongeling van Romeins eben
adel is? Lijkt 't niet, of de kerkelijke over
heid in 1219 redeneerde: Castricum is van
origine een Romeinsche legerplaats, de kerk
is gebouwd van Romeinsch materiaal, we zul
len het bedehuis een Romein tot beschenn-
patroon geven.
En gaan we nu even naar het historischs
terrein ten z.o. van het dorp, waar liet Ro
meinsche kasteel dan moet gestaan hebben,
later de middeleeuwsche burcht der Hoeren
van Castricum, en waar thans de boerderij
Kronenburg zich bevindt
De kelders van deze hoeve bevatten wel
licht de laatste overblijfsels van 't middel
eeuwsche kasteel, misschien zelfs van de Ro
meinsche versterking. Zoo steekt bijv, in den
kelder links zie de afb. een dik muur-
Op den naam van dit „out en edel dorp”
•{gaande is het vermoeden m. L niet onge-
gTOnd, dat Castricum van Romeinschen oor
sprong is.
Dat de Romeinen in deze streek geweest
er korter of langer hun verblijf hebben
gehad, staat onomstpotelijk vast.
Scherven van Romeinsch aardewerk 1) en
andere kleine voorwerpen zijn gevonden aan
den weg van Alkmaar naar St Pancras.
Op Texel zqn eveneens Romeinsche voor
werpen gevonden, o.a. penningen; ook twee
Romeinsche grafheuvels. De een heet Som-
Aieltjesberg 2) (Sommeltjes zjjn zeker soort
van geesten of spoken).
lok wordt melding gemaakt van een Ro
meiusoh opschrift, ingemuurd in de Abdij van
ttgmond. 3).
Bij Hypolytushoef (Wieringen) vónd men
pok scherven van Romeinsobe origine; verder
Jen „sommeltje kule” 4).
Sommigen veronderstellen, dat de eeuwen
oude weg langs de duinen in Kennemerland
van oorsprong een Romeinsche heirbaan naar
ff Noorden is. (Zie ook F. W. van Eeden: Bo-
■taiiisebe wandelingen.)
L Maar hebben de Romeinen hier een verster
king gebouwd?
u Ottema 5) wil, dat de naam Castricum her
innert aan Castrum Flevum; het Komeiiuche
gasteel, waarvan men niet weet, waar ‘t
ftond; naar welke versterking Olennius
yluchtte bij den opstand der Friezen in 28 n.
Chr. (waar Facitus van spreekt.)
Andere historieschrijvers verklaren den
naain Castricum als een verbastering van
CaMra in Kinheim, kasteel in. Kennemer
land.
Hofdijk 6) over den toestand in den tijd van
Karei den Órooten sprekende, zegt:
„Achter gintsch hoog opgaand hout rioor-
«delijker (dan het Huldtooneel bij Heemskerk)
denk ik mij de bouwvallen van het oude Cws-
jra (thans de hofstede Kronenburg; in de
jniddeleouwen weder een burcht onder Cas-
||ricum) door de Romeinen weleer in Kinheim
ppgehaald, maar wellicht reeds in Brunoo’s
/Brino's) dagen door diens Kaninefaten we-
jjer neergeworpen en thans een begroeide
puinhoop, waar de nachtuil nestelt ouder de
nooge kanteelen en de marder zqn hangen
kop door de lage welfselgaten steekt, er zijn
jrvof van klein wild in veiligheid brengende''.
Hebben Hofdijk en andere, oude schrijvers
(gelijk met hun veronderstelling van een Ro-
jneinsebe fortificatie?
Gastra beteekent in elk geval kasteel en
deae Romeinsche (latijnsche) benaming werd
niet meer gegeven aan een middel eeu wschs
burcht. De naam Castricum bestond reeds
vóór Hst Huis te Kastricbem op de grond
slagen van de Romeinsche sterkte werd
gebouwd.
Het kasteel uit de middeleeuwen is rjeds
lang verdwenen.
Bronhrius van Nidek 4) schrijft -er het vol
gende van:
„Het buis te Kastrichem of Castricm. als
sommigen schrijven, is door de oude Euelen
van deezen name (doch in welken jare heb
ik nergens gevonden) gesticht, staande Mel-
nard van Kastrikum reedt» voor den jare
1121 genoemt als de tienden zyner lauden
,aen de Monniken van Egmont betalende: by
^verloop vin tqt en 't verdorren dier edels
{•tamme is dit edele huis met de uanhorige
^leengoederen gekomen aan den tweeden
•lamme van Kronenburg, voortgesproten uit
Willem, den Bastaertzone van Graaf Willem
wan Holland, die in 't jaar 1345 in den strijt
ivoor Staveren in Vriesland sneuvelde: Door
langkheit van tijt, binnenlandsche beroerten
gn moetwilligheid der Spanjaarden in den
■are 1573, gesleten en verwoest, is hetzelve
ju zoodanigen stoet blijven leggen.”
Van dat kasteel bestaat geen afbeelding.
'Alleen komt bij Br. v. Nidek een plaatje voor
van den grondslag in heuvelachtig terrein met
een stukje ruine (1732) fig I.
Op de teekening afgaande, mag men m. L
aannemen, dat het muurwerk ia opgetrok
ken in z. g. tufsteen, ook duifsteen genoemd.
Zegt dat iets?
Dat zegt zeer veel. Want dan zou het mid
deleeuwsche kasteel geheel of gedeeltelijk
gebouwd zijn uit het materiaal, dat ter plaat
se nog in vollen overvloed aanwezig was vau
de Romeinsche sterkte, die in ruine er neer-
Dat geschiedde immers meermalen. Zoo
zegt J. W. de Jongh 8), „dat de vestingmu
ren, de muren der gebouwen en hun funda
menten eeuwen lang hebben dienst gedaan
als steengroeven, waaruit men den baksteen
en den natuursteen weghaalde om er eerst
burchten en kasteelen en later kerken en to
rens mee te bouwen. Zoo komt het voor, dat
men uren verwijderd van een oude Romein
sche legerplaats, vesting of kolonie in de mu
ren der dorpskerk eteenen vindt van een of
ander Romeinsch legioen of van een Romein-
schen steenbakker.”
En in Wetenswaardigheden uit <fs geseb.
van N. Holland; door V. Halinael, van Wijn
Plemper van Balen komt de volgende pas
sage voor: „Terwijl de kerk vau Valkenburg,
die ingelijks onder de oudste dezer landen ge
boekt staat, zoowel uit groots moppen al» uit
duifsteen (die daar ter plaatse uit de funda
menten van een Romeinsch gebouw bij ds
band was) wierd opgetrokken.”
Nog beden ten dage echter vindt men te
Castricum aanwijzingen, die zeer sterk het
vermoeden wekken, dat hier inderdaad een
Romeinsche versterking moet geweest zijn:
De Hervormde kerk is gedeeltelijk opge
trokken uit tufsteen, oorspronkelijk wellicht
geheel, zooals uit onze oude teekeningen van
1022 en 1732 m. i. zou zijn af te leiden. 9)
Aan de linkerzijde van den toren is en
•teen ingemetseld vermeldende* bet jaar van
ds stichting, 1219;
■We
-1'
i