VOOR DE HUISKAMER a De Adder van Milaan 1 5 Wmmer n ZESDE JAARGANG 1936 teken ELCK WAT WILS S bewuste sonatine spelen, vlot, zonder fou- bergrivier had bereikt, trok hij langs den cropool voor schatten bevat, valt thans nog 'en en met inachtneming van de teekens. rechteroever in zuidwestelijke richting, niet te zeggen Zij dateert m elk geval, -~=r*-te- wordi genoenw Wai dtzt prachtige m- stand te komen tegen zijn eentonige ge- „Ik ben Conrad von Schulenborg.' Is men de plaats Sanghin gepasseerd. De zon was brandend heet de straten der af, streelde ze en liet ze met een zucht Voor wat, hoort wat Bij het hooren van deze woorden en „O ja, heel goed 1 Té goed 1’ antwoord de zwaarte, welke hi) torsen moest, ge- eveneens ma's en sonatines met „Dat pleit met voor uw systeem, moe- De page waarschuwde haar echter, DE VERBORGEN „Hebben ie vriendinnen hem met be- Mongoolsche Spinx „Beschouw het als een teeken van g»- lokken. Hij zag haar scherp aan, hield zijn niet meer dan een beuzeling 1 Geef hem onthutst door het ongewone bezoek. „Om den drommel met,” antwoordde voren gebogen. Zij luisterde. Eindelijk schilderingen, die Ziende, dat zij zijn aandacht getrokken „Ik kreeg die van mijn verloofde ik reis „Ik wil het hebben 1" riep Tisio ge in de war door dit vereerende verzoek. zandwoestenij en op de landkaarten vindt is ook een op eenzame plaatsen op den en de muren van genoot onbeperkte vrijheid. En toch wa- „Mijn heer wenscht u te spreken", In verschillende bergspelonken heeft trouwen in hem. Wij kunnen in geen ge- welke, met hobbelige keien en hooge hui- dank te stamelen doch Franasco hield boqmen buiten de stad keek, want daar- „Meer dan dat," antwoordde zij koel, .twee herkenden hem 1" zich niet buiten de poorten begaf. Hij me)onkvrouw, gij behoeft niét te vreezen keek met doffe oogen en een wezenloozen het is een eer.” ‘k bitteren glimlach „Ik zal trachten hun glimlach om zich heen, terwijl de teugels wordt. Geloof mij, het is beter". Tisio’s gelaat begon te betrekken- „Haast u wat, haast u wat,” vermaande buitensporige gebeuren m hun huis. In een zwak oogenblik hadden Marie- qe’s ouders er in toegestemd, de boven achterkamer te verhuren aan een ouden „Wie ben je F’ vroeg de boer. „Ik ben de satan 1” bromde de boerin. „Zoo, nu geef me dan maar een poot, DE KUNSTMINNENDE HUIS BEWAARDER Tijdens de afwezigheid van den baron ongetwijfeld onder bespieding. Het was echter mets voor Francisco om zelf veilig- MISLUKTE SPOKERIJ. Een landbouwer bleef dikwijls tot groo- NIET WAAR. „Maar dat is toch zeker, zei Jones, JACHTAVONTUUR. „Wat ts dat voor een soort wild, dat ik 4) zien De vreemdeling was vol bewondering en bleef speciaal voor een schilderij lan gen tijd staan „Zeker een oude meester.'’ „Neen,” zei de huisbewaarder*. 't de oude mevrouw.” ver- rwijl keek Tisio verder niet naar haar om, wan» en zeldzaam bewerkte gouden GEEN BOEKEN NOODIG. „Liefste," riep hij uit, toen hij een dne- over „De wonderen der Na- HET GOUDMIJNTJE. lanetje ëon pianospelen. Onzin von- en de buren. Opschi □mille Omstandigheden verklaarden de /ader en de moeder van het veel besproken eind. En zil hadden gelijk De omstan tn het kind kreeg. Haar voor de muziek kloosters. De laatste halte, welke de expeditie de ge- ping is.” „Hm merkte zijn vrouw op. „Een vrouw hoeft geen boeken te lezen om dat lijks zijn koorts V doodsbleeke gedaal zig was, nep hij i kan ik eigenlijk ti Vreeselijk, zoo machtYl moeten hier vandaan, i ik mijn hart te plette» t< Graziosa drukte de lippen op haar beroofden arm en zag hen na, terwijl de over ’t gelaat vloeiden, den- r aan Ambrogio, haar verloofden Scala daar goed bekend en stelde men ver- Hij reed door de lange, nauwe straten, naast het paard van Tisio staan. schilder, die haar den armband geschon- L„. Hij zag haar lang en belangstellend ken had. Wat zou hij wel zeggen I val hier blijven!" Op Conrad "wijzend zen> naar de Westpoort voerden. Door aan haar roode japonnetje, haar gou- *.,.i slachtoffer hem ontkomen is, zijn wij leden en zijn broeders een paar maanden Een paar gewapende dienstknechten, ten te maken, toen de page naar haar toe het wel eens met uw vrijheid kunnen be- Lerscheiding is. Wij zullen in rijke livrei, reden achter hem aan, ,ter- kwam rijden en haar gebiedend, doch koopen." :wijt was, en toen de zijn. Er waren er zelfs, die medelijden met met u te spreken.' kte, waar hij mede be- hem hadden. Xn toorn uit t „Wat loos uw dochtertje dan eens I om het stukje waaraan zij nu bezig is, en onbekende monumenten ontdekt. voor mij te spelen Over het algemeen stelt men zich Mon- uit Azië naar Europa stroomden. Voorloo- Het was nu niet moeilijk Vittore te ha- naar buiten te zien en riep toen hartstoch- zien van iets schoons beroerde immer zijn ---.ij- —l.JL .-l -- achterblijven. Met hun drieën droegen zij niet meer bedwingen, om naar Ferrara Conrad, die te uitgeput was om vragen te rijden 1" te stellen, naar de hut en legden hem neer op het ruwe leger van heistruiken, waar van nog slechts kort geledep een zijner vazallen verdreven was. Een armoedige schuilplaats, maar een j heid, waarvoor hij gaarne alle gevaarlijke idiote uitdrukking op het gelaat pracht van zijn rijke woning in ruil gaf. ONZE KINDEREN. „O, kind, nu heb ik hen jaar lai. om je zoo goed mogelijk i en nog ben je brutaal en on. BEDENKELIJKE WENSCH. „Mijn vrouw lachte zich haast dood om uw grappige verhalen. Ik hoop dat u nog i eens komt oploopen en dan wat een letter, die aan de Romeinsche letter A langer blijft." IN WELKE RICHTING? „Mane kun ie tafeldienen „Zeker mevrouw, :n elke richting." „Wat bedoel je in elke richting „Ja mevrouw, zoo, dat de gasten wel, en rara gaan en Visconti overvallen, zoolang z,)n vader, zonder dat Visconti er de hij nog onbewust is dat ik dat iemand schande van verheeld had, op klaar lich- is I - kan ophitsen.... Als hij er nu maar niet boos om is Zij hechtte niet veel geloof aan de woor- en daarbij hoe zijn broeders in 't geheim midden van den zwegen. zou zij naar 't paleis durven gaan. We- „Gij zijt zeer schoon,” bracht Tisio er derom begonnen hare tranen te vloeien eindelijk uit. „Hoe heet gij Wiens doch- Verdrietig raapte zij de versmade leliën op. In de verte kon zij Tisio nog zmh., geheel geen beteekenis. Zijn oogen wak- - het leven herwonnen had. Hij trachtte zijn kerden wat aan, toen hij naar de groene vader is Agnolo Vistarmni, de schilder.' Tisio’s oogen werden weer vaag. Thans vreemde en treurige geval. Jta amki wereld buiten Milaan leek hem een para- „Komen zu daar vandaan?’ wëzenda mün hart !w. UiiuuatMwitMMteu^'SOMde vermaningen, stapte Manetje mee met het en de kaarten ons tot nu toe hebben ge- machtige Mongolenrijk uitstrekte. -__1 1- 1-11—1 suggereerd. Overalt vruchtbare lachende Hij vertoonde zich veel meer in de Visconti doen straten van Milaan dan zijn broeder, die grooter. „Hij neemt mij misschien voor weer verder, l te staan Wij men zelden zag, doch van wiens geweten- iemand anders, mijnheer," zeide zij ik toeriep „Ge zult er niets bij verliezen 1' ■ant tevergeefs sla looze macht Tisio levend getuigde. Hij heb zelfs den hertog nog nooit gezien." Geheel verdiept in zijn nieuw speelgoed. rgen de muren van genoot onbeperkte vrijheid. En toch wa- „Mijn heer wenscht u te spreken", T:~----- - Milaan. Ik moet naar Ferrara toe, naar ren zijn gewapende volgelingen eer be- herhaalde de page. „Hij is-niet de hertog, juweelen Della Scala's verwanten." wakers dan bedienden zij hadden de maar de hertog wenscht, dat zijn broeder sieraden, waren het zwakke punt van „En zullen die u helpen?" vroeg To- opdracht, er voor te zorgen, dat Tisio in zulke zaken gehoorzaamd.wordt. Kom zijn verstoorde geest. maso bevende. <a Francisco antwoordde ditmaal met een 1 'bitteren glimlach „Ik zal trachten hun glimlach om zich heen, terwijl de teugels Hij wendde den teugel en, bevreesd tranen haar hulp te verkrijgen. Eenmaal stond Della los op den nek van zijn paard rustten, om te weigeren, kwa-n het meisje verlegen kende om met gretige oogen werd Graziosa’s hart met medelijden ver is 't u niet waard verder te leven door het hek naar buiten te kijken, en vuld. Stilzwijgend en met tranen ia de „Ja, ik wil blijven leven, met alleen om dan geduldig weer naar het sombere pa- oogen gaf zij hem de bloemen, welke hij ging nog meer wijn te drinken gevend, mijzelf te wreken, maar ook een vrouw, lichtte hij Conrad op zijn schouder en liep antwoordde Conrad. zoo snel als zijne krachten het toelieten - val hier blijven!" Op Conrad wijzend zen, naar de Westpoort voerden. Door aan haar roode japonnetje, haar gou- „Als Ambrogio maar hier geweest was z.;de hij „Zoodra Visconti merkt, dat deze poort heen was zijn vader kort ge- den haardos en de witte en groene leliën snikt» zij. „Hij zou zelfs den hertog niet «.,.1 slachtoffer hem ontkomen is, zijn wij leden en zijn broeders een paar maanden in haar hand. Hij sprak echter niet, zoo- toegestaan hebben mij mijn armband te Li:r niet meer veilig. Wij zullen naar Fer- vroeger, hun dood tegemoet gereden; dat zij eindelijk het hoofd ophief en hem ontnemen. Maar wat kon ik er tegen doen? WAAROM HET NIET ERG WAS. Pas getrouwd vrouwtje „Ik heb ie met eén ding bedrogen, Philip, ik ben ouder - - - - V Philip „Lieve kind, dat i« ^eelemaal uida- - «k dij» toe en nu en dan scheen zijn ziel in op- naar wat buiten de poort gelegen wa». „Neen, edele heer, zij komen uit de* vangenschap. *t Was op zulke oogenblik- tuin van een vriend. Mijn vader wenscht ken, dat hij een hartstochtelijk verlangen ze te schilderen." voelde naar de groene velden en de boo- Zonder op haar antwoord te letten, men, welke hij nooit anders dan vanuit begon Tisio idioot te lachen, waarop zij „Conrad von Schulenborg I" herhaalde de straat had aanschouwd. schuchter vroeg „Mag ik nu weggaan hij bmnenge- Franasco, „Visconti’s vertrouwde vriend? De straat was leeg het was ongeveer Mag ik gaan, edele heer „Een vertrouwd vriend, dien hij in zijn twaalf uur, Tisio’s lievelingsuur, want een prachtige neiaere maat zij setukts zka m naar »i. Zij teerde zoeaei uc lou, volgens de verklaringen van Kozlow un een verwijderde periode der geschiedenis. - - er aan In haar Zondagsche jurk, met nieuwe re schacht, dan weer verbreedt het zich oc. dat mets zoo zeer den nadenkende^ - - -_..r mensch de vergankelijkheid aller dingen aan welks voet zich eens bet Totdat Manetje s vader de stoute schoe nen aantrok en mevrouw van de Villa bij stuwt hare wateren in Noordelijke rich- r n- Heeft mijn dochtertje niet goed ge- vier verandert. Tusschen de bezette oe vers met een dichte laag net stroomt zij langzaam, doch rusfg en gelaten verder Langs beide kanten bloeien waterlelies zoo, dat ze met terugkomen. „Tè goed?’ wier witte bloemen bij menige wending „Och, zie je, ik ben een oude vrouw de watervlakte m een met sneeuw bedek- joen zijn zwak leven- je moet er mij maar met om uitlachen 1 te vlakte schijnt te doen veranderen Gra- oezit, zijn piano, aan zijn eenige leerlinge, zoo oud wasfcls uw dochtertje. Zij speelde dieren, de reusachtige Ciolum- Meleke, dan ik je vertelde.” Manetje, had nagelaten. dezelfde sonatine, even slecht en slordig schildpadden eveneens uit graniet ge- Na zijn dood knoeide zij op eigen boutje en hakkelend als Manetje het op dien houwen en met onbekende hieroglyphen met erg. Ik heb gemerkt, da voort. Hij had haar bezworen haar gam- middag deed. En daarom.... Maar het versierd en Dorische ornamenten. Zijn schat tweemaal zooveel beu mat en sonatine» met opte^^feren aan viel me zoo tegen, toen zij kwam Haar het de overblijfselen van een groote stad i had durven hopen I' haar geliefkoosde moppen en, goed kind spelen herinnerde mij volstrekt met meer Of van een landstreek of van een land als zij was, hakkelde zij af en toe die ver i- velende dingen door, waarop hij zoo mal met meer komen 1 Nog welbedankt voor deloos lange rijen steenen, die met loomng voor haar deugd met hartstocht de nieuwste straatdeun uit de oude ram melkast los te timmeren Zij was bezig aan het vermoorden van een sonatine toen haar vader als door een veer bewogen vanachter zijn toonbank hij was krui- denier van het dorp I opsprong, om SCHATTEN VAN MONGOLIË met een onderdanige buiging Mevrouw Een voor-historisch gebied, van de Villa te begroeten, die hem de eer r,'.r aandeed, zijn drempel te overschrijden. China, heeft onlangs zoo lezen we zoekers openen. Een zonderling grarueten wonderd vroeg hij teeder. Mevrouw van de Villa was een rijke, oude in De Morgen van den Russischen on- standbeeld eener I'1_.:„ 2r. dame, voor wie ai de dorpelingen diep derzoekingsreiziger Kozlow een brief ont- verheft zich langzaam de overblijfselen der vangen uit de Zuidelijke hellingen van otide straat, alsof zij de geleerde onder- „Waarmee kan ik mevrouw van dienst het Khangai-gebergte, het brongebied zoekers spottend uitlachte.Een eigen- ajn? vroeg Manetje’s vader, eenigszins der rivier Ongijb-Gol, waarin nooit een aardig gebergte, dat letterlijk vertaald -• Europeaan is doorgedrongen. Hieruit pu- „geschriften van het warme gesteente” tun is gelooven Hij kreeg geen antwoord. Zijn deluge bliceert hij eemge zeer interessante be- genoemd wordt is voor onderzoekers een „Z— klant stond roerloos, haar hoofd wat naar schouwingen in de Weensche Reichspost. zeer dankbaar arbeidsterrein. Zijn rot- Johnson. „Ik zie jou b.v. eiken dag. voren gebogen. Zij luisterde. Eindelijk E_‘TL zuchtte zijj en vroeg Wie speelt daar bet en Mongolië vertrokken tot opsporing oude inschriften bet fier Nogmaals luisterde Mevrouw, en nog maals zuchtte zij, daarop sprak zij min zaam i vragend en bevreesd aanzag. De page keek glimlachend toe, terwijl blijven leven, die de d’Estes tegen hem ten da8> z*)ne moeder naast hem gezeten, de gewapende volgelingen onverschillig den van den page „„hziin broeders in ’t geheim midden van den zweven. na» *t „alma d, Êen'uur of twee later, terwijl Vittore en nachtallen naar Brescia, waarvan nooit Tomaso sliepen, zat Francisco naast zijn iemand teruggekeerd was. leger, toen Conrad uit zijn sluimerang De poort had echter voor Ti»o m het ter zijt gij ontwaakte en besefte, dat hij wederom geheel geen beteekenis. Zijn oogen wak- „Graziosa Vistarmni, edele heer. Mijn druk bezig met zijn nieuwen schat. Door haar tranen heen glimlachte zij over het dank te stamelen doch Franasco hield boqmen buiten de stad keek, want daar- Tisio’s oogen werden weer vaag. Thans vreemde en treurige geval. „Het mnaki hem tegen met„Gij zijt niet uit Italië, om wai bij dezen kant opgereden. De sloeg hij de blikken op de leliën metden armen heer gelukkig, doch *t breek! uiermar wereld buizen Milaan leek hem een para- „Komen zu daar vaudaank" vnizenda naën hart heetMnoeteomeriieBM»wwoee<ie leis terug te keeren. Aan beide zijden gretig van haar aannam. Voor zij echter van den massieven ingang stonden lage de hand kón terugtrekken, hield hij deze Franasco zag hem scherp aan met grijssteenen huisjes om vierkante pleintjes met een uitroep van kinderlijke bewon- naar de deur tn den bemosten muur. Het „Eene vrouw Uw drijfveer is dezelfde heen, waartoe diep ingezette deuren in dering vast en raakte een fijn bewerkte was een vreeselijke tocht doch eindelijk als de mijne. Ik wil ook blijven leven om dikke muren toegang gaven. gouden armband aan, welke zij droeg, bereikte hij den uitgang in veiligheid en een vrouw te wreken." Toen Tisio zich omwendde, zag hij een „Dat wil ik ook hebben 1" riep hij met legde zijn last neder. Toen ging hij bui- Toen de andere hem vragend aanzag, meisje in een rood kleedje naar buiten lachende vreugde uit. Doch het meisje ten rondzien, of er geen gevaar dreigde, vervolgde Francisco „Ik ben van Verona komen. Zij had een bos leliën in de eene troks snel haar arm terug en maakte zich en sleepte, door de schemering begun- en dat zal u wei veel zeggen. Ik behoor hand en in de andere een mandje, een bereid om weg te gaan, toen Tisii stigd, den man naar buiten. Conrad was tot het hof van Della Scala en redde met teeken, dat zij boodschappen ging doen, toornd uitriep „De armband f” i gered I De koele lucht, die van het water groote moeite mijn leven, toen de stad Er was in de geheele stille, zonnige straat de page haar met hardheid aanduidde, kwam aanwaaien en nog een paar slok- geplunderd werd. Gij begrijpt dus dat niemand anders te zien dan het meisje niet heen te gaan. ken wijn, waann Francisco wat brood- daarom en wegens andere redenen mijn en de kleine cavalcade. Tisio’s oogen be- Verlegen en verdrietig zeide zij met tra- e kruimels gedaan had, welke hij in zijn haat voor Visconti even groot en grooter zielden zich en hij glimlachte. Gelijk alle nee in de oogen. „Dat kan ik hem niet tasch gevonden had, gaven den armen moet zijn dan de uwe.” Visconti’s lag er een soort Van poëtisch geven. Ik smeek u, edele heer, laat mij man weer kracht om verder te gaan. Opstaande liep hij naar de deur, om gevoel in zijn krankzinnigheid, want het gaan." Het was nu niet moeilijk Vittore te ha- naar buiten te zien en riep toen hartstoch- zien van iets schoons beroerde immer zijn De page waarschuwde haar echter, len en ook Tomaso, die met alleen wilde telijk uit „O, ik kan mijn ongeduld bijna zieke hersenen. geen moeilijkheden te maken. Er bestond Toen het meisje de ruiters bemerkte, slechts één enkele wet voor de burgert bleef zij verschrikt stilstaan, als wilde van Milaan de tirannie der Visconti». unncncTJiv vit z*> weer binnengaan, de hand op den Gelukkig de persoon, die dit alleen maar Huurusi uk. deurknop, haar roode kleedje in schitte- ondervond door een willekeurige gril van „Graziosa’s Armband." rende tegenstelling met den grijzen muur. Tisio. Gezeten op een wit paard, reed Tisio Tisio merkte aanstonds het kleurenef- plaats van veilig- Visconti, een mager jongmensch met een fect op en het zonlicht op haar gouden luk", voerde de page aan. .»Hij vraagt t en een lokken. Hij zag haar scherp aan. hield zijn niet meer dan een beuzeling Geef hem vagen blik in de oogen, langzaam door de paard in, wendde zich tot zijn page, die den armband maar. Morgen is hij ’tweer „Wie is hij vroeg Tomaso met ver- straten van Milaan. De oudste Visconti hem, spion en dienaar tegelijkertijd, un- vergeten en zal ik u dien teruggeven als legen nieuwsgierigheid. was inderdaad halfgek, waaraan hij waar- mer vergezelde, en zeide met kinderlijke gij er aan het paleis om komt vragen. Voor de eerste maal sinds zij Franasco schijnlijk zijn leven moest danken, daar opgewondenheid „Ik zou gaarne even Maar geef het hem nu, voor hij boos kenden, zagen zij hem zonder bitterheid Gian Galeazzo hem wegens zijn verstoor- met haar spreken." lachen. „Een van Visconti’s slachtoffers de brem met genoeg vreesde om hem alles zeide hij. „Het is een soort van voldoening, te ontnemen, behalve zijn geboorterecht had, wendde het meisje zich verschrikt er nu twee gered te hebben. Ik weet niets het oppergezag, in Milaan. en verlegen om, ten einde zich uit de voe- de page met ongeduld, .tendérs zoudt gij van hem af, hoeWel ik duidelijk zie, dat hij een man van on| hem zoo goed mi ons misschien varldienst wezen, Tomaso.1 Opeens veranaerde ;elijk verzorgen. Hij kan wijl het volk langs den weg onderdanig met een geruststellenden glimlach op de dienst wezen, Tomaso.” en eerbiedig neerboog, alleen omdat hij lippen tegenhield. „Het is prins Tisio kan het niet weggevenfluisterde zij. gijn stemming de broeder van den hertog wa», want Tisio Visconti, edele dame, gij behoeft niets Eerst den knaapl aanziend, die nauwe- zelf had geen kracht om goed of kwaad te te vreezen. Hij wenscht alleen maar even biedend en met uitge»trekte hand. Mach- t- rriirt Pr wqrpn pr z»llirltevs t» tdOOS SChfClCnd HlUlktt OfhSdf Bij het hooren van den gevreesdea 'armband los, welke de page met vlugge naam werd de angst van het meisje nog handen aan zijn heer gaf. Toen reden zij terwijl de page haar lachende «nilr hii verlieeen j" Radeloos van angst wierp Franasco de blikken om zich heen. Hij was een goed eind weg van de j>lek, komen was en mettegenscaau^ ''onrad*'. „Een vertrouwd vriend, dien hij in zijn twaalf uur, Tisio’s lievelingsuur, want Hij boog zich uit den zadel neer, nam staat van verhongering en vern.agenng eigen villa het opsluiten om van honger dan waren er weinig menschen op de been, een harer blonde krullen van haar achou- was hij toch groot en zwaar. Hem hier te om te komen of vergiftigd te worden 1” laten om Tomaso te gaan roepen zou te Het zweet parelde op zijn voorhoofd en flikkerden op de pieken der schildwachten, weer vallen. gevaarlijk wezen, want de plaats stond hij hijgde naar adem. die op de muren heen en weer liepen. Met „Geef mij die bloemen," zeide hij op de Francisco trachtte hem te kalmeeren verlangende oogen staarde Tisio, zonder leliën wijzend, „al de bloemen die ik ken met „Denk er met meer aan. Eerst be-op iets anders te letten, naar het kalme, groeien in Gian’s tuin Gian is de hertog heid te zoeken en den armen man achter ter worden." Hij had hetzelfde gezegd schoone, goud-groene natuurschoon. De van Milaan." te laten, hoewel hij wegens de ontzetten- aan Tomaso. „Beter worden om te helpen schildwacht sloeg geen acht op hem de wereld van Visconti te bevrijden. Hij hij deed 't zoo vaak, naar de poort rijden, vooral den toon, waarop hij ze uitsptak, makkelijk ten prooi zou kunnen vallen zou u als een hond hebben laten sterven, daar stilhouden, aan vervolgers of in een hinderlaag ge raken. Hem met woorden van aanmoedi- overdrijven I Maar toch.Wij moeten maakte op nog onbekenden bodem was zijn zonder twijfel afkbmstig van een cul- te ergernis van zijn echtgenoote in de her- Les laten geven is nog beter Door dien onderzoekingsreiziger» zetten van: daar uil tempels Hindert met. Dat pianospelen van kind wordt een goudmijntje voor ons die zi; te voren met verheven onverschil- het Land verder binnen Nu eens is het dal. igheid had genegeerd waardoor de rivier zich kronkelt, nauwer De groote dag brak aan en niet veel meer dan een dreigende,donke- En de onderzoekingsreiziger voegt bewettde de strikken aan naar staartjes, met haar mu- tot wijde met bosch bedekte vlakten Net r ziek boek onder den arm en haar ooren tui- gen» een spoor van een woestijn, ot van zoozeer inprent ab deze doodf wad, op rend van de ouderlijke raadgevingen en het troostelooze Mongolië dat de atlassen Jen berg. *aasPrak^Ük *oot het dienstbodenmeisje, dat haar kwam halen suggereerd. Overalt vruchtbare lachende „En vroegen bun ouders toen zij onder .anderijen en kudden die den rijkdom hun dak was teruggekeerd van de streek uitmaken. Langs de bed- „Best gegaan Ik heb geen enkeie tout ding der Tola zijn aan beide zijden we tobberd van een muziekonderwijzer, die gehad.’ zijn hakkebord van een piano had meege bracht. Al heel gauw kon de man de volle huur niet meer betalen. Zij zagen er tegen 't geheel met geschikt vrouwengestalten, die op hun armen huis- te voorschijn. zeek verwonderd, maar bedacht dat een het voordeel, dat de leden der expeditie ICS - s S -ë- - -S— s _jj Hij deed manmoedig zijn best. En al- doorzoeken en veel ethnologisch en artis- groote doode stad, die door de^nfanders antwoordde de boer' Jkbenmet een van «eer viel het mee. Manetje pruilde eerst, tiek konden verzamelen. Toen de onder- het ,<raf der dertien Sain-Noi-koningen” je zusters getrouwd." gemaakt En ik heb koekies en limonade gen aangelegd, waarover een druk verkeer van voetgangers en karavanen „Wanneer moet je terugkomen?” Dit bloeiend maatschappij-leven speelt het de huisbewaarder de portrettengalerij „Dat heeft mevrouw niet gezegd.” zich af in een gebied van eerbiedwaardige - - Men wachtte. Men wachtte nog langer, monumenten en nog onbekende overblijf- op, den stumperd op de straat te zetten en Men ondervroeg to: vervelens toe het selen eener grootsche, vergane bescha- aanvaardden met een schouderophalend goedige kind, dat geduldig telkens op- ving. n,oct doeo ®eter ‘et* dan 0 nieuw vers'ag van haar wedervaren deed. Is men de plaats Sanghin gepasseerd, aanbod, om het ontbrekende aan te vullen En men wachtte maar altijd opnieuw weer dan betreedt men het eigenlijke voorhis- door bun dochtertje in de geheimen der af. tonsche gebied oonkunst in te wijden. Het land protes- Totdat Manetje s vader de stoute schoe- De Tola wendt eensklaps haar loop en teerde. Tevergeefs I Haar ouders waren iZ-Zi, met af te brengen van hun vast prinape een ontmoeting op straat staande hield ting verder. Het geheele aanzien der voor wat, hoort wat. r(HTO-, duviuwij» En zoo leerde Manetje pianospelen speeld, mevrouw vroeg hi; Het viel mee. Zij was vlug van begrip en „Z had een goed gehoor en de oud» man had de de oude da'me. bij zijn eeuwigdurend lesgeven takt en ge duld opgedaan. Hij begon van het kind te .houden en I tje was uitgedoofd, bleek, dat hij zijn eemg ig heb mijn eetug kind verloren, toen zij meren standbeelden van menschen Manetje, had nagelaten. aan dat--van mijn Ellie INeen, zij moet Hier bij deze monumenten ziet men ein- - - - -- --w- t ««O verzot was geweest, om daarna als be- uw welwillendheid tusscucnruimte van enkele meters vol- probeerd Diep terneergeslagen zaten Manetje’s komen evenwijdig loopen. Geven zij mi»- voeden ouders des avonds bijeen. Het duur ge- schien de richting aan van een weg, die hoorzaani.” kocht goudmijntje was een ledige schacht thans verdwenen is Die rijen steenen op een vnjen middag vol ernst gebleken. H Ct. moeten ergens heen voeren. Zij strekten der." Zich uit over een afstand van verscheidene AFGEKOELD. kilometers en verdwijnen dan in znidoos- Hij nam haar hand in de zijne en keek telijke richting in de bergen. De expeditie trots naar den verlovingsring, dien hij iieett hun oorsprong nog met nagegaan drie dagen geleden aan baar vinger had Waarschijnlijk zal zich eerlang nog een geschoven. Pater Lobby, de bekende Apostel van geheel onbekende wereld voor de onder- Mevrouw van de Villa was een rijke, oude m De Morgen van den Russischen on- standbeeld f-- ontzag koesterden. aan den ouden jachtopziener. „Ik heb er juist naar gevraagd, meneer. het Kan-gai-gebergte Hij heet Smit. derzoek van een gebied, dat nog rijker is aan oude steenen njonumenten. Deze haar nog maar eens extra laten studeeren I Oerga, de hoofdstad van Mongolië. De tureel zeer hoogstaand volk. Ruines van berg zitten. Deze besloot derhalve door. Les laten geven is nog beter' Door dien onderzoekingsreiziger» zetten van: daar uit. tempels en steenen graven komen daar schrik hem op den goeden weg te brengen. Ult zo° duur hun tocht te paard voort, terwijl de vele veelvuldig voor. Eveneens zijn daar vele Op zekeren avond kleedde zij zich op rv— i— bagage op inlandsche ossenkarren groo- granieten standbeelden, opgericht voor phantastische wijze en wachtte haar echt te. zware tweeradenge wagen» werd overledenen en stellen meestal robuste genoot op. Toen deze op weg naar huis De meneer uit de stad kwam. Manetje s meegenomen. Dit primitieve verkeer»- krijgslieden voor, of slanke, graaeuze was, kwam zij eensklaps achter een boom vader legde hem uit, dat het hem vooral te middel n„ m ’- 1 --- j ioen wa» om dat ééne stukje. De meneer om snelheidsrecords te slaan, maar had dieren dragen. Tenslotte bevindt zich op een hoogte op hun gemak het onbekende land konden van 7000 Meter boven den zeespiegel een Een jaar geleden was Kozlow naar Thi- sige hellingenrijkdom zijn ware musea vap „Mijn dochtertje, mevrouw 1" klonk van historische overblijfselen. Sindsdien aantoonen, dat hier geen ongeoefende aan had men niets meer van of over hem ver- het werk is geweest, maar die bewijzen tal boeken over „Ds wonderen der Na nomen. Thans zijn, zooals gezegd, de dat ze het resultaat zijn van jarenlangen tuur" had gelezen, „liefste, wat is dit toch eerste berichten over hem binnengeko- kunstenaarsarbeid. De geschriften, ge- ’n schitterend werk I De natuur is won- men, die-mel^en, dat hij zijn taak nog niet beiteld op 't harde gesteente, konden nog derlijk I Onbegrijpelijk schoon 1 Al» ik „Ik kom u zeggen, dat ik een maand op met volledig succes ziet bekroond, doch met ontcijferd worden. Op den dag dat zulke boeken lees, day zie ik pas duidelijk reu ga. Het huis wordt gesloten. U be- op den goeden weg daartoe is. Hij heeft zulks mogelijk is gebleken, zal waarschijn- hoe klein en nietig de Z-g. heer der schep- aoeft den jongen dus voorloopig met te nJ. vele ethnologische sporen, wier be- lijk een helder licht vallen over c. sturen. Als ik terug benmagmag staan men tot nu toe zelfs niet vermoedde, schiedetus van een oud land en volk, mis bij tni) komen, alsmede talrijke archelogische vondsten schien van de volkeren die, ten tijde van --- het verval van het Romeinsche Rijk van- te ontdekken I” Over het algemeen stelt men zich Mon- uit Azië naar Europa stroomden. Voorloo- „Mevrouw,” bracht de man uit, geheel golië voor als een onmetelijke onbewoonde pig echter zwijgen zij nog. Merkwaardig m de war door dit vereerende verzoek. t ------- r p. Hh vergat om de deur voor zijn be- men het land steeds aangeduid met den bergwand veelvuldig voorkomende af- gunstigster open te doen houden door de melancholischen naam, woestijn Cobi. beelding een linkerhand met daaronder dikwijls naast, waarmede hij zijn vrouw het won- Kozlow nu heeft die gebieden bezocht, ecu i*w»r, derlijke nieuws ging vertellen welke op de* meeste atlassen met witte herinnert. En des avonds, toen Manetje sliep, be- vlekken worden aangeduid en die tot nog In verschillende bergspelonken heeft redeneerde zij Er zit dus meer in het toe onbekend waren. En wat vond hij de expeditie groote en kleine graven aan- kind, dan wij dachten I Natuurlijk krijgt daar Hij vond er bloeiende steden, zoo- getroffen, waarvan er eenige waren ge- geschoten heb," vraagt de Zondagsjager zij er wat voor I Voor wat, hoort wat. als b.v. het handelsbestuurs- en gods- opend. Misschien moet zij er wel geregeld naar dienstcentrum Muchig-Goen, Goen, een Het voorloopig doel der expeditie op toe. Dzt wordt wat. De oude mevrouw is groot zoetwatermeer Shanghui-Dalia, de zuiderhelling van U. II-.. rijk en moederziel alleen. Al» zij eens idee talrijke Boeddhistische heiligdommen en waar de lente wordt afgewacht, is het on- laten oplciden Neen, nu met dadelijk zoo

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 7