r DE GEHEIMZINNIGE RAADGEVER -W „Du* dan zou die andere de perkamen- niemand beter dan ik.... Ik wil gaarne bekennen, edele vrouw, Niettegenstaande Visconti’s strenge be- open en onderwierp het huis aan zulk mij doorgedrongen „Conrad’s ontvluchting, booze ten zijn met iets anders bezig zijn buit beste vriend. uitstel I" riep Valentine lachje over zijn gelaat. uilen naar Athene brengen F diep neder, gaf haar het noodlottige perka- hing grootendeels van hen af. Albenc da roevers uit de bergen. Er „Verwijder uw heer”, zeide Valentine je weer beter.' binnentrad, trof hij daar tot zijn groote het noodzakelijk gevolg hebben, dat eerbiedwaardig hoofd en wreef met zijn onschuldige belasterde dus, want de grond brandde onder zijn wereld zich zooals ik gedragen heeft, de openbare meening naar het hoofd ge- ongevraagde goede raadgevingen te dan- biijven van Subliem, daar hij zeker ten worden, als ik de openhartige beken- oom mijn woord terug te geven. Uwe verbaasd eene beschaafde jonge da- P»g«> Visconti's geheimschrijver herkende. De doctor legde den brief ter zijde *n HOOFDSTUK IX Zij dorst Gian niet vragen waarom het binnen starend joeg zijn uiteriijk kon ik weten dat een beuzeling u zoo bui- Hij zag haar scherp aan, de armband in hebben, als hij het rustig gedoogen kon, oude beer zoo verbaasd veroordeeld werd.” 1 paleis van Visconti, zeide hij. „Het is Het was Valentine Visconti. Haar borst belachelijk. Zijt gij bevreesd beter, zoowel voor den hertog als voor hijgde van ingehouden ontroering en op- Conrad, dat gij op zulk een overdreven ingezetenen dezer stad veroorzaakt heeft, woorden. „Nu begrijp ik ook wat zij gisteren bij gierigheid van tante Betsy, det des* haar „Maar zoo verschrikkelijk rood is hij troostte de doctor HOOFDSTUK VUL Van het ziekenhuis begaf de doctor zich dadelijk naar het bureau van den neer. „Ik wensch niet langer te wachten f’ ,De hertog Vüconti t hij mij zich in zijn gemakkelijke stoel en begon te lezen „Hooggeachte heer doctor „Nu, vrat antwoordt hij F vroeg xij eindelijk. „O, het is schandelijk F riep Nelly in diepe wanhoop. „De brief is in zulk een spottenden toon geschreven, dat het schijnt alsof hij vermoedde, dat ik met mijn schuldbekentenis hem iets had wil- t er volstrekt niet aan, oom zijn woord terug te geven. Daar, lees zelf.” Tante Betsy nam den brief, terwijl Nelly weenend op de canapé viel. Plotseling werden beiden opgeschrikt tante uit haar lectuur, Nelly van de canapé. Men hoorde de luide, tierende stem van oom Wijnmoer. Betsy snelde naar zijn kamer, waar zij hem met de stads-courant in de hand vond staan. „Daar hebben we het nu al l brulde hij, terwijl hij het blad woedend in elkander tets toefluisterde, terwijl Visconti's ver goede blikkén zich geen oogenblik van heeft zijn gal doen overloopen. Dat be- Conrad gehoord had. richt kwam tevens op een zeer ongunstig van eergevoel ontbloot. Geenszins voor Tisio uit den weg tre dend, liep hij na een kort bevel aan zijn weggestuurd, manschappen de treden op, een kranige het overhandigen zoozeer vertoornd had. „Hij is bezeten De deur werd even kalm als geruisch- fluisterde zij zichzelf toe. Met een schimplach vroeg „I* ’t op uw aanraden dat Visconti”, gaf hij erbij „Ga heen en neem uw gek mee zorg dat gij mij niet meer onder de oogen komt waarop de arme page eerst zelf lijsten schedel. w Doctor Knekel hoopte Nelly nog voor duidelijk voorstel, geen meisje tot nu in het ziekenhuis bevond. Tot op het willige bocsa^rdigheid 1 „Met dit vernederend bewustzijn geef mij het recht zal geven, mij eeuwig te „Eén ding zou ik wei willen weten,” mogen noemen „Uw trouwe en liefhebbende DR. FRITS KNEKEL.” vertegenwoordigen een groote Het bestaan van staten en steden hing T” dikwerf van hunne diensten af, en zelfs der heen naar’de’gevreesde deur fluister- klein koortsje, gaf de oppasser de noodige bedriegen mijn oogen mij Hij las de zinsnede nog eens over. „Neen, daar staat het werkelijk zwart regels een geheimzinnig persoon, die door wel langzamerhand zin in mij krijgen.” Hij ging voor de schrijftafel zitten en ippica en wees met zijn dikke, vette op een artikel in de stads-courant luidde als volgt den wil gaf. „Het aardige stads-schandaal, door een „Onwillekeurig komt de gedachte bij naamloozen toezender van advertentie- zfl met zachte stem aan, terwijl zij de ca- „Dus dan zou die andere de perkamen- valcade zag verdwijnen en toen treurig ten geschreven hebben „Dat schijnt wel zoo,” antwoordde Al- beric. „Wij gingen nogmaals zoeken in Toen herinnerde zij zich opeens de te genwoordigheid van Albenc en wendde zich tot hem met„Hebt gij iets hier ge bracht voor den hertog „Nog een perkament, edele vrouw Doch ik vrees, dat de hertog zich thans niet in een stemming bevindt, om er dén „Gij werd er op uit gezonden om den schrijver daarvan te vinden, nietwaar of de persoon die ze neergelegd heeft. Zijt „wat doet gij hier gij geslaagdDe vage uitdrukking op zijn gelaat ver- waardoor gij U in uw open oogen zegden haar genoeg. Toenhf haar aanzag verdween onwillekeurig al haar spotlust. „Ga heen F beet hij haar roe, „en kom niet de rust van een ander verstoren Ga heen I Ik wensch alleen te zijn.” „Alleen met uwe gedachten, broeder F vroeg zij hem met zachte stem. „Wees voorzichtig,” antwoordde hij „gij kent mijn buien en gij loopt gevaar met er u aan bloot te stellen. Vergeet niet dat gij alleen maar zijt blijven leven om mijn doel te dienen F Tisio, die min of meer begreep 't zijn broeder bedoelde, was opgestaan, zoodat Visconti, hem ziend uitriep „En gij ook al hier Komt gij mij met uwe krankzin nigheid tarten Zijn oogen schoten vuur en zijne handen werkten krampachtig, zoodat Tisio versuft en verschrikt den armband liet vallen, welken de page aan stonds opraapte. „Wat hebt gij daar?" riep Visconti op geheel anderen toon uit, waarop de page hem op gebogen knie, sidderend van angst den armband aanbood. Visconti bekeek het een oogenblik en keerde zich toen met een kreet van woede, die den knaap tegen den muur deed aan kruipen, van hem af. Tisio met gekkenge- weld bij den schouder grijpend en hem als een hond heen en weer schuddend, gilde hij hem toe „Hoe komt deze arm band in mijn paleis Antwoord mij 1” Tisio kreunde, doch kon geen antwoord vinden, totdat Visconti hem met een vloek zoo hard van hem afwierp, dat hij op den grond gevallen zou zijn, als Valentine hem niet opgevangen had. Toen wendde hij zich met blinde woede tot den page, die bevend neerknielde. „Antwoord mij I Waar heeft die gek dit vandaan gehaald 1” en hij hield hem de bracelet voor oogen. Bij het zien van de gescheurde kanten over die lange witte vingers, rezen den knaap de haren ten berge. „Van een jong meisje, edele heer, die prins Tisio bij de Westpoort ontmoette „Heeft zij ’t hem gegeven brulde Visconti. „Gij zult er alle drie duur voor boeten aldus met mij te zijn komen spot ten „Mijn edele heer heeft ’t haar ontno men”, riep de page versteend van schrik uit. „Hij nam ’t haar zelf af en zij weende erom.” „Zij weende erom herhaalde Vis conti langzaam. Er ontstond een stilte en toen hij sprak was zijn stem kalmer. „Dan zal hij het met den dood bekoopen, omdat hij 't haar ontnomen heeft”, zeide hij met een woedenden blik op Tisio, die, in een stoel neergehurkt en tegen zijn zus ter aangedrukt, van angst en verdriet zat te kreunen. „Schaamt u Tracht te bedaren 1” riep Valentine uit. „Wat heeft Tisio nu weer gedaan 't Is niet de eerste maal dat hij een versiersel nam dat hem aanstond 1 Hebt gij niet bevolen dat hij alles moest hebben waar hij zin in heeft?” „Weest voorzichtig dat mijn afkeer niet grooter wordt dan mijn eerzucht F beet hij haar toe uw beider bestaan is geheel afhankelijk van mijn genoegenF Zich £gederom tot den page wendend, voegde De kapitein stond zacht te fluiten en opdat hij onderweg geen kou zou vatten, die geestige en toepasselijke advertenties toch werkelijk niet,1 en zoodra hij met den doctor was weg- uit de couranten te knippen en ze aan de zich en keerde weder naar zijn schrijftafel waarop de graaf ontkomen is. Doch na alléén gedaan hebben I” merkte hij met een grijnslach op. Doctor Knekel verbleekte. Dus was t_“. 7 Gian trad binnen en nam het zwijgend Doch ik heb de macht en ik behoud aan. 't Verfrommelde wambuis en de'ge- die -•- j. (Wordt vervolgd.) „Verduiveld F riep de leset uit, „dat spot t* zijn, dadelijk mat een dikke hear ts bijna een lijntje op mijn ziel getrokken F tooi begroeid worden. Als Nelly schoon Hij las verder schip heeft willen maken, dan had zij met den rooden neus van haar oom moeten „Wie de werkelijke schuldige is, weet beginnen. Sakkerloot 1 wat zal deze bij de openhartige bekentenis van zijn bloed eigen nicht opgekeken en zijn bourgogne- rood druivenneusje gestreeld hebben I Hm, len wijsmaken. Hij denkt polsen gescheurd. Met wijd open oogen naar H-,"’- Alberic schudde het hoofd met„Ik anderde aanstonds, toen hij haar zag. „Ik Valentine, evenals 't iedereen gedaan zou ten u zelf zou brengen ben even i Behalve de ingedrukte deur in den muur E de navolgende mede- zijn gekrenkte danigheid voor de vrouw van een doctor deeling. De boosaardige grappenmaker is Spoedig werd een i Leunende op den doctor, strompelde Su bliem van de trap en werd beneden in r_ _rr__„ het rijtuig geholpen. De zorgzame huis- niemand beter dan ik,” las de doctor van alle kanten zijn baard te beschou- juffrouw gaf haar huurder een hoofd- nog eens, „want, weet, doctor, dat ik wen. kussen en wikkelde hem in een deken, mij-zelve het genoegen heb verschaft Dr. med. Knekel lachte in zijn vuistje en verdiepte zich in wijsgeenge bespie gelingen over hetgeen een doctor zoo 11 van iemand kan maken, als hij maar 'n het toch uitgekomen Maar hoe zou zij zeker net zooals ik daareven mijn rooden ernstig gezicht zet en gepaste vragen doet, achter het geheim gekomen zijn Mis- baard, hm I hm 1” vigelante gehaald, schien heldert de brief het op. Bij dezen minder aangenamen gedach- tengang kon de doctor niet nalaten even „Wie de werkelijk schuldige is, weet op te staan en, naar den spiegel tredende, opgewekt dan kan zij zien, welk een koopje haat dolheid ons weder heeft bezorgd 1” „Had ik je geloofd, Nelly,” sprak Wijn voortliep, wetende dat zij haar armband nooit weer terug zou zien. Intusschen reed Tisio, die alleen maar de hutten vanwaar wij graaf Conradis oogen had voor zijn nreawen buit, naar Duitsche honden verdreven hadden, en 't paleis voort. De puntige gevels der hui- vonden toen dit op den drempel der groot- i--"’’T" weg, want de heete zon doopte de stad stuk perkament uit zijn borst Hij bleef echter niet lang daar staan, i weer naar weg door den damp. seld werden.” hebt mij willen beetnemen, juffrouw onze biezen pakken en maken, dat wij In het ziekenhuis kreeg Subliem een Nelly, zooals de leerlingen den meester, zoo spoedig mogelijk hier vandaan ho rigen kamer en eene ziekenoppasser. De doctor viel in zijn stoel terug en maar gij zult sidderen als ge bemerkt, men. De duivel speelt er mee 1 Roep Netty, Doctor Knekel, die hem zelf zou behan- liet de hand, waarin hij den biref hield, welke booze geesten gij delen, deed hem dadelijk te bed gaan, krachteloos langs zijn zijde zinken, „Mijn hebt.” schreef een recept, bezorgde hem een verstand staat er bij stil I” riep hij uit. „Of Nadat doctor Knekel zijn kamer van Visconti’s gehoorvertrek bin- het kleed op, dat voor de trap hing 1J -J -J bene bleef op den drempel staan, ver- den onbewaakten ingang der leege wacht- haar hoofd van vreugde duizelen haar baasd er de gewone menigte van hove- kamer, het perkament in de hand, on- moed kwam weer terug en hare oogen lingen, dienaars, gunstbedelaars en krijgs- beslist wat te doen. flikkerden. „De hertog moet dit perkament hebben, zeide zij, „en daar Alberic da Salluzo geen te gehoor wil vragen om 't hem te geven. Visconti moest hen goed betalen en aan de Giannotto „Het heeft Visconti op boog de kapitein der huurtroepen zich hunne bevelhebbers een zekere vrijheid vreemde wijze vertoornd, hoewel 't maar diep neder, gaf haar het noodlottige perka- niet onthouden, want zijn eigen macht een handvol gekken waren zwervende ment en ging nogmaals buigend heen, hing grootendeels van hen af. Albenc da roevers uit de bergen. Er waren er maar „Verwijder uw heer”, zeide Valentine Saluzzo veroorloofde zichzelf meer vrij- vier en zij trachtten over den muur van tot Tisio’s page. „Het zou den hertog mis heid dan iemand anders. Hij had een groo- Milaan heen te klimmen 1” Hij lachte schien misvallen hem hier te zien.” Doch ten naam, vooral wegens zijn beleid in minachtend. Tisio weigerde heen te gaan. Valentine <^en Porl°* en z*>n onstuimigheid in vre- „En zij waren er bijna bovenop, toen boog zich naar hem toe en streek zijn destijd. Begaafd met onverschrokken ze ontdekt werden Toen wij ze op de hand met teederheid verwijderde zich moed en volharding, ontzettend roof- hielen zaten, verdwenen ze- weer in den echter plotseling weer om met bitter leed zuchtig en gewetenloos wreed, behoorde donkeren nacht, zonder dat wij hebben uit te roepen „Wij zijn allemaal gek 1 hij tot geen enkel land en was hij geheel kunnen ontdekken, waar ze vandaan kwa- allemaal I Wat een ongelukkig geslacht I” men of waar ze gebleven zijn.” Bij 't zien van het perkament kfvam echter „Hoe dat zij, de hertog heeft zelfs mij hare vroegere stemming weer terug. Dus en daarom is het beter met Conrad leefde 1 Hij had haar zijne liefde van dit perkament te gezworen I Hij zou zeker terugkomen figuur in veel te rijke wapenrusting. Hij wachten, totdat deze aanval van bittere om haar te redden. Dan zou zij vrij kunnen trad zonder eenige plichtpleging de wacht- woede voorbij is.” Hiermede lichtte hij leven, vrij in 't paleis kunnen komen en kamer van Visconti’s gehoorvertrek bin- het kleed op, dat voor de trap hing en ver- gaan, vrij Milaan kunnen verlaten en de nen, doch er bevond zich niemand. Al- dween in de gang, Alberic achterlatend bij wereld ingaan I De gedachte alleen deed beric bleef op den drempel staan, ver- - - baasd er de gewone menigte van hove- kamer, het perkament in de hand, lingen, dienaars, gunstbedelaars en krijg*- beslist wat te doen. lieden niet aan. te treffen. Aan de overzijde r"’_’ was de gealoten deur van Visconti’s ka- Een paar bedienden kwamen merdoch zelfs hij dorst er niet onaan- hun poet terugsluipen, bevreesd weg te gehoor wil vragen om 't hem te geven, gediend aankloppen. Hij maakte zich be- blijven, totdat opeens Tisio langzaam xult gij 't hem door mij zien ter hand stel- reid weg te gaan om ergens hiervan uit- binnentrad, met een vagen glimlach op 1« Tisio De hertog wenscht niet gestoord leg te zoeken, toen een donkere gedaante, de lippen, gevolgd door zijn page, die te worden als hij vertoornd is", voegde zij welke hij in de schaduw van het groote hem nooit verliet. er met een zachten lach bij, „doch het is vertrek niet had opgemerkt, plotseling „Gij, edele heer riep Alberic uit. mijn plicht het hem te toonen”, en zij na opstond, en hij de kruiperige gestalte van „Zou ik hem durven vragen, den hertog derde de dreigend gesloten deur. Visconti’s «geheimschrijver herkende. dit perkament ter hand te stellen vroeg De page zag haar angstig gaan want hij „Wat is hier gebeurd vroeg Alberic. hij met een bouten glimlach Deze schudde echter ontkennend het moeten staan. Hij wist echter evengoed dat hij Tisio niet mocht verlaten. Met zachte vingers aankloppend riep Valentine, „Gian r. „Dit is dwaasheid, edele vrouw I” riep de page verschrikt uit. „Ik ben eveneens een Zij hem over haar schouder heen terug. „Waarom zou ik den hertog vreezen Een oogenblik later liet hij echter zijn Wederom riep zij, het fraaie hoofdje opstond en toen Tiaio op de been hielp, varen en j J--t-j- j J- *- de, diep buigend, met de pluimen van „Gian 1 Ik heb iets van gereden, zette zij alle deuren en vensters betrokken personen te zenden, terwijl ik terug. „Nu, nu mejuffrouw Nelly, de __j - >- -- •«- j er in verheugde, welke dwaze gezich- straf voor uwe hatelijkheid is al onderweg, een rook-zuiveringsproces, dat gedurende ten zij zouden trekken, als hun kleine zonder dat gij het zelf hebt gewild het den geheelen nacht niemand kon slapen geheimen evenzoo in het geheim gegee- was alleen om Subliem te redden. Gij frommelde. „Nu kunnen wij wel dadelijk door den damp. seld werden.” 1 aardsche gelukzaligheid geen hoogeren belovende jonge dame, die eens de erf- wensch koester dan uw hand te bezitten, genaame van een rijken oom moet wor- „NELLY WIJNMOER.” waaraan ik u zacht door het leven be- den, bedekken wij met den mantel der loof te geleiden. Christelijke liefde, en wisschen haar uit .Morgen stel ik mij voor, persoonlijk onze gedachten met een glas van den edel- Eep met groot* schreden de kamer op uw antwoord te halen en ik hoop, dat dit sten wijn....” Nelly las eigenlijk niets nieuws, want zij was zelve de „zeer vertrouwbare bron” geweest, waaruit de stads-courant had geput. In haar brief had zij wel is waar de redactie verzocht haar naam geheim te houden maar zij had een te goede mee ning van de mannen der dagbladpers, toen zij geloofde, dat deze haar naam niet Toen des anderen daags 's morgens voluit vermeldende, er ook geen toespe- kwam van Nelly. Doctor Knekel zette zelf het beste de gegevens heb ik - - *- - voor geleverd. Maar ik stoor mij er niet had, bracht zij de brieven en couranten ook niet wat het zeggen wil, dag schreef een recept, bezorgde hem een verstond staat er bij stil riep hij uit. „Of e bevelen, hoe hij behandeld moest wor den, en verbood ten strengste iemand bij den zieke toe te laten daarna vertrok hij. op wit. Dat zij mij dit nu werkelijk wil Toen hij de deur zachtjes achter zich wijs maken en juist mijneen, maar in het slot had getrokken, vloog er een dat is toch al te erg. Dat is werkelijk lachje over zijn gelaat. „O verbeelding, seat zijt gij toch een wonderlijke macht 1” mompelde hij. „Nauwelijks had ik hem wijs gemaakt, dat hij ziek was, of hij gevoelde zich ziek en gaf hij niet den indruk, dat het hem met dat spoedig sterven, otn uit zijn lijden te zijn, zoo heel ernstig was geweest. „Nu, geduld maar, je bent daar goed verzorgd en over een paar dagen maak ik om verschooning.”: to-K.,-. u -■ uoctor r.nesei noopte rieuy nog voor duidelijk voorstel, geen meisje tot vrouw uw beter weten in.... wudet ontkennen, het sterkere geslacht, aan wien onze lui de deur aan te treffen. Hij haastte zich nemen, dat in het oog der beschaafde dan zouden nog alle banbliksems, u door tenants, studentjes en trouwlustigen de dus, want de grond brandde onder zijn wereld zich zooals ik gedragen heeft, en de openbare meening naar het hoofd ge- ongevraagde goede raadgevingen te dan voeten. Hij verontschuldigde het weg- uw afschuw van mij moet nog grooter slingerd, mij niet kunnen bewegen, uw ken hebben, maarmen leze en zij blijven van Subliem, daar hij zeker ten worden, ab ik er de openhartige beken- oom mijn woord terug te geven. Uwe verbaasd Ieene beschaafde jonge da- gevolge van een heftige gemoedsbewe- tenis bijvoeg, dat zelfs de band dea hu- heldhaftige bekentenis en het teedere ge- me. Het is te hopen, dat de heeren in dit ging ernstig ziek was geworden en zich welijks mij met genezen zou van die moed- voel, dat u bewoog zoo te handelen, maakt buitengewoon geval galanterie voor recht nu in het ziekenhuis bevond. Tot op het willige boosaardigheid. u mij nog dierbaarder. zullen laten gelden of de gefopten van ooge nblik ‘kon men nog niet weten of „Met dit vernederend bewustzijn geef «Ik maak van deze gelegenheid gebruik, het zwakkere geslacht er evenzoo over de ziekte eene ernstige of minder gevaar- ik u, in zoo verre mijn oom zich tegenover u eene bekentenis te doen, die ik tot nu zullen denken, gelooven wij ernstig te lijke loop zou nekten. Hij behandelde u verbonden achtte, uw woord terug en toe verzuimde, namelijk, dat ik voor mijn mogen betwijfelen. De naam van de veel- zelf den zieke en zou den heer directeur neem afecheid van u ate dagelijks van zijn bevinding en het ver- „Uwe hoogachtende dienaresse loop der ziekte bericht geven. Hierop nam hij haastig afscheid. Toen hij buiten gekomen, naar Nelly rondzag, had deze zich verwijderd. r Nadat hij dezen en den volgenden dag en'neder. vergeefsche pogingen had gedaan haar „Eéu duig wu ik wei willen weien," te ontmoeten, begon hij het onaangename begon hij in zich-zelven te spreken. „Is vermoeden te krijgen, dat zij hem op- het haar aüeerf te doen om Subliem te zettelijk ontweek en besloot hij haar redden en zich voor hem op te offeren, schriftelijk ten huwelijk te vragen. Om of wil zij alleen van het schandaal partij hieraan dadelijk gevolg te geven, haastte trekken om mij van haar te doen afzien hij zich naar zijn woning. Daar vond hij in ieder geval is bet een Nauwe scheen, op zijn tofeleen brief liggen. De brief en dat hij goed aangekomen is, weet ik- er haar tante Betsy het brievenkastje geledigd ling op maken zouden trouwen* zü wist - -w U-.U L—.La t_ a. a.K_*u T j am aan. Neen, thans geef ik haar niet op in de kamer van haar broeder, Twee dag een naar nieuwtjes hongerig publiek zq bezit verstond en is geestig, juist iets brieven hield zij echter terug, waarvan te moeten tevreden stellen.” „Sedert eenigen tijd is de ontmaskering aangenaams in het huwelijk. Nelly zal een aan haar zelve, de andere aan Nelly geadresseerd was. „Van doctor Knekel T' zeide Nelly, nadenkendheid aan de groote klok ge- daardoor zoozeer de aangeboren nieuws- wilde dat ik *r ook aan hing t Terwijl mijnheer Wijnmoer van de joort glimlach die iedereen leerde in het die onbegeleid den drrinpel overschreed, onthutst zijt Kom Gian I Gij maakt u hen afwendden. Toen volgde er een vree- paleis van Visconti, zeide hij. „Het is Het was Valentine Visconti. Haar borst belachelijk. Zijt gij bevreesd voor graaf selijke stilte.... r 1 Om steun te hebben bleef Valentine mij, dat hij zich afgezonderd houdt, want gewondenheid. Alberic begreep aanstonds wijze verstoord bent door zijn ontsnap- tegen den muur aanleunen. Zij was dank- het bericht, dat graaf Conrad ontsnapt is dat zij over het ontsnappen van graaf Pen Br volgde een oogenblik van stilte, baar dat Tisio er levend afgekomen was. -T'*‘ J_ Toen trad zij een paar passen terug en Zij dorst Gian niet vragen waarom het Hem met een handbeweging aanduiden- zeide „De hertog komtwaarop de zien van den armband in Tisio’s bezit hem oogenblik, juist nadat tweemaal die per- de, dat hij wachten moest, w^pdde zij pzge doodsbleek werd, kamenten in het paleis gevonden werden.” zich tot haar broeder, die zonder de min- D* J-1- Hij bleef even wachten en vervolgde toen, ste uitdrukking op het gelaat op den grond loos geopend en Visconti stond het trio -J*n om den zat te staren. te zien. Zijn purper fluweelen wam- haar „I Tisio 1” zeide zij op vriendelijken toon, buis was gehavend, de fijne kant aan zijn hiermee kwam tergen polsen gescheurd. Met wijd open oogen „Tergen herhaalde Valentine „hoe dit perkament ter hand te steÜen vroeg De page zag haar angstig gaan want hij i aan den page, vreesde Visconti in zijn toorn tegenover te „Dat behdkft ge niet te vragen”, gaf Gian- p- notto terug„de hertog heeft iedereen hoofd, want hij begreep niet, wat Alberic laten weg sturen hij wil niemand zien.” bedoelde. Zonder op iemand acht te slaan Half lachend haalde Alberic de schou- zette Tisio zich, nog steeds met Graziosa’s ders op met„Hij is krankzinnig van woe- armband in de hand, m een der groote de over het ontsnappen van Graaf Conrad stoelen von Schulemborg. Is dat't Doch zijt gij ook buiten gesloten vroeg hij verbaasd, riep Alberic plotseling’ uit. want Giannotto was de allereenigste die moet mij ontbieden." onaangediend en ongevraagd kon komen F en gaan de eenigste, die op de hoogte aanmatigende houding varen en zwaai- dicht tegen de donkere deur aangedrukt die gedwee meeging toen zijn zuster hem was van Visconti’s geheimen. de, diep buigend, met de pluimen van „Gian I Ik heb iets van zeer groot be- Met een glimlach op de lippen, de zijn hoed over den grond voor eene dame lang voor u. Waarom toont gij dat gij zoo ten wierpen scherpe schaduwen over zijn ste hut waarop hij een lang, smal inhoud van te vernemen.” weg, want de heete zon doopte de stad stuk perkament uit zijn borst te voor- „Hebt gij den moed niet, het hem te in fel licht en donkere schaduwen, hier schijn haalde, waarop een ongelijkmatig geven vroeg Valentine met een lichte en daar verbroken van de levendige kleu- schrift. Hij gaf het aan Giannotto, die flikkering in de oogen. ren van een gordijn aan een onbeschut vroeg „Wat staat er op?” het haastig „Ik wil gaarne bekennen, edele vrouw, venster, of de glinsterende tinten van op- bekeek, steeds de blikken op Visconti's dat ik liever wacht tot ik ertoe gedwongen vliegende duiven tegen de gulden lucht, deur gericht, en toen las „Delia Scala wordt.” Toen zij bij den hoofdingang van 't leeft 1” „Geef t mij maar," zeide Valentine de paleis waren aangekómen, zagen zij een De kapitein stond zacht te fluiten en hand uitstrekkende, ,jk zal het aan mijn troep ruiters met luidruchtig paardenge- zeide „Nu moogt gij dat den hertog ter broeder geven”. Toen de kapitein bleef trappel het groote plein op galloppeeren hand stellen inplaats van mij.” aarzelen voegde zij erbij, „omdat gij er en voor de troep stilhouden. Tisio lichtte Het schrift aandachtig beschouwend, den moed niet toe hebt.” het hoofd op en zag hen met suffe blikken zeide Giannotto „Het is met mogelijk. Niettegenstaande Visconti’s strenge be- «an. 't Was een gedeelte van Visconti's dat Della Scala nog leeft. Dat is een streek velen om te beletreri dat Valentine iets huurtroepen, welke men immer binnen en van de Torrianizou te weten komen van de reden van zijn buiten het paleis kon aantreffen. Met een ruwen lach voerde Albenc aan woede, waren er toch geruchten tot haar Toen Tisio afsteeg, sprak de bevelheb- „Wat het ook zijn moge, ik zeg, dat gij nu doorgedrongen „Conrad’s ontvluchting, ber van de ruiters hem gemeenzaam toe, het genoegen zult hebben het den hertog de perkamenten met de bedreiging en de waarop de page hem zeide, „Mijn edele te laten zien 1” zinspeling dat Della Scala nog leefde, heer hoort u niet, kapitein zijn gedach- „Vertel hem liever over uw eigen falen, Alberic, die triomf en kwaadwilligheid ten zijn met iets anders bezig zijn buit beste vriend. Daarbij heeft de hertog ,in hare oogen las, gevoelde zich minder waarop de officier lachend een ge- u noodig voor verdere orders. Levend of dan ooit geneigd op Visconti te blijven zicht trok, een ongepaste vrijheid van dood, graaf Conrad moet gevonden wor- wachten. Toch bleef hij nog aarzelen, iemand, die wel weet, dat zijn diensten den I" want de hertog zou zijn woede tegen zijn van groote waarde zijn en, hoewel rij- „Zou 't soms zijn geest geweest zijn, zuster wel eens op hem kunnen luchten, kelijk betaald, zijn heer toch karig res- die de muren vannacht kwam bestormen „Dit duldt geen uitstel I” riep Valentine peet durft toonen. Want de huurtroepen vroeg Alberic niet geheel van ernst ont- uit. „Geef mij het perkament om 't aan den vertegenwoordigen een groote macht, bloot. hertog te geven, of klop anders zelf aan Met een angstigen blik over zijn schou- ten einde het hem ter hand te stellen." Doch met een ontkennend hoofdgebaar bespiege lingen uitgeput had, nam hij weder de moer luidde tot zijn nicht, terwijl hij zijn pen ter hand en schreef haastig de volgende woede inhield „toen je mij wijs hebt wil len maken, dat jij die vervloekte uitknip sels uit de couranten de wereld hebt m- „Hooggeachte juffrouw Nelly 1 geschopt, dan had ik je onterfd en mnn „Door uwe bekentenissen hebt ge mij deur uitgezet. Een oom kan toch maar met inderdaad ten hoogste verrast. Als u echter goedwillig toelaten, dat zijn nicht hem gelooft, daardoor ook maar een atoom bespot. Dus heb ik je doodeenvoudig nier „Of gij van de vele courantenuitknip- in mijn achting te zijn gedaald, dan ver- geloofd, omdat ik op mijn vingers kon seis niet met een of meer begunstigd zijt gist gij u ten hoogste en ik haast mij u dit narekenen, dat jij alleen maarde dol geworden, weet ik werkelijk niet, waarde te verzekeren. Die kleine, geestige satiren, vel hale hem I.die Subliem hebt wü- doctor,” vervolgde deze de lezing van den die gij met de redactieschaar van uw aan- len schsonwasschen. Ik waarschuwde je brief. „Hebt gij er insgelijks een gekregen, geboren humor uit de dagbladen knipte, echter, de zaak niet te ver te drijven, om- baard beleedigd vallen zoozeer in mijn smaak, dat ik mij dat andere lieden, die je dwaasheden mocht gevoelen, dan vraag ik u nederig dubbel gelukkig acht, u ook van deze niet zoo goed kennen ah ik, je zelfbe- gunstige zijde te hebben keren kennen, schuldiging als goede munt zouden aan- „Verduiveld 1” riep de medicus uit, Personen, die zich door zulke kleine her- nemen. Maar je hebt mijn waarschuwing terwijl hij naar zijn rooden baard greep, inneringen aan des menschen onvolmaakt- in den wind geslagen en je eigen hoofd „dat is een steek onder water F heid uit hun humeur laten brengen, kan gevolgd. Nu ben je een geheel eind op ik alleen maar beklagen, en het spijt mij streeknu kan je de geheele geschiede- „Het onvermijdelijk bekend worden oprecht, dat gij zoo geheel en al mijn baard nis gedrukt lezen,” besloot oom zijn bankdirecteur. Toen hij diens kabinet van mijn incognito,” hs hij verder, „moet hebt kunnen vergeten, ofschoon ik u dank- piulipf binnentrad, trof hij daar tot zijn groote het noodzakelijk gevolg hebben, dat een baar blijf voor de later gemaakte opmer- vinger verwondering Nelly, wie hij in de laatste ieder mij zal schuwen en als een gevoel- king, die mij toch het bewijs van uw goe- Dit lu dagen tevergeefs getracht had ergens te loo» spotster zal beschouwen. Mijn oom ontmoeten. heeft mij medegedeeld, welk vleiend aan- Nelly nam juist afscheid van den direc- joek gij mij waardig hebt gekeurd die mij op, dat gij met uw beminnelijke spot- uitknipsels in het leven geroepen, is een teur, en het scheen dat deze zich in eene onverdiende eer dwong mij reeds u met ternij een grooter doel voor oogen hadt nieuw stadium ingetreden. Uit een zeer zonderbare verwarring bevondachter mijn waar karakter bekend te maken, om de lijdende menschheid ter hulpe te vertrouwbare bron ontvingen wij op de jonge dame staande, schudde hij zijn al ware het niet mijn plicht geweest een komen. Dat ware eene uitstekende hoe- het oogenblik eerbiedwaardig hoofd en wreef met zijn onschuldige belasterde in ~.'^zzzzz J:Z''J - J--j-—-- ju-_ v— hand over zijn glimmenden, glad gepo- eer te herstellen. Gij, aki een beminde en ik zou mij geen betere durven wenschen geen beambte van de te dezer stede ge- ïjsten schedel. en gezochte doctor, kunt, zooals ik mij Maar zelfs als gij dit edel motief,tegen vestigde bank, het is zelfs geen lid van uw beter weten inwildet ontkennen, het sterkere geslacht, aan wien onze lui- De doctor viel in zijn stoel terug en ,^ie je nu, wat je begonnen hebt F raasde de oom voort. „Nu heb je jou on- van zijn, minst genomen, brooddronken ge- drag een onaangename stemming bij vele maakte zich gereed den brief te beant- toen zij den haren had geopend, en wekte hangen, daar hangt het nu en ik..ik bet onderwerp der meeste gesprekken. „Door een ongelukkige samenloop den directeur van den bank te doen had,” eigen brief gedachteloos ongeopend in groote klok sprak, liet zich de kleine klok verdenking op een fatsoenlijk, braaf dacht hij opeens, terwijl hij de reeds op- de hand hield. Met gespannen aandacht in den gang hooren en spoedig daarna jonkman gevallen, die daardoor vreeselijk genomen pen ter zijde legde en achter- beschouwde zij de gelaatstrekken van werd er aan de deur geklopt. Nelly kromp T gecompromitteerd is geworden en in over in zijn schrijftafel ging liggen. Jüj haar nicht, terwijl deze den brief las. van schrik in elkander, want rij dacht J ongelegenheid gebracht, zoodat de eigen- heeft hem hetzelfde sprookje verteld, De kleine rimpels op het anders zoo dat het doctor Knekel zotx wezen in lijke schuldige geen geweten zou moeten dat in den brief staat Daarom was de gladde voorhoofd van het levenslustige plaats echter van den gevreesde, trad ds F hebben, als hij het rustig gedoogen kon, oude heer zoo verbaasd en streek hij zich meisje trokken zich samen en de saam- bankdirecteur Ansbein de kamer binne» ÓO<X al«cmeen over zijn kale knikker, ah moest hij uit geknepen roeeUpjes verhoogden Betsy’s scb»”na* u*n door ««u jong* d»*ne tw- nis—sgiarighsfcl, Wordt Tssrulg-i wijs teruggekomen als ik ging, wacht op Gian,” zeide hij eenvoudig weg. hebben, angst en schrik aan. Doch weder- J-A-“‘t Valentine sidderde. „Waarom wacht gij °m dacht zij aan het feit, dat Conrad leefde m zijn hand vermorselend en begon we it er geen spoor te vinden van de wijze, op hem vroeg zij. Zij bood hem 't perkament aan met„Ik dA>m „Het is zooals ik u zeg gij tart I „Om hem dit te laten zien,” antwoordde achtte het mijn plicht u dit te geven.” mij, want gij weet dat gij mij dienen kunt, zooveel dagen vasten zal hij dat wel niet hij, haar glimlachend den armband too- r nend. Er hitomsn tranen in Valentine's oogen scheurde kant, evenals de bHk m zijn wijd-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 8