VOOR DE HUISKAMER De Adder van Milaan - ft1 ZESDE JAARGANG RN NUMMER M 1 J „Mijn hart zegt mq dat ik met ham had wijl teü och omwaadde om naar „Dat sou ham maar gehinderd hebben.’ „Denkt gij dat hij paarden vinden xta 1” mageren troost voor dezen slechten zulke ónmogelijke dingen zal wagen sta ordelijk tezamen geschikte bundels, ge- Chauffeur „’t Spijt mij mijnheer, letters onder teek end aan den marskramer, dien zij niet weg kon waa „Wie dat zegt!” antwoordde de man. gen." Hat was verzegeld en beschreven „Maar er moest iets gedaan worden staf over anderen te zwaaien, moest hij houden. „Denk eraan, edele heer, dat wq van- „Ab onze goede vnend met paarden te te keeren. hadden Tomaso en Conrad ~Er b geen keus, tenzij wij er ons lever Aanvankelijk de nen kwam de sombere stilte verbreken. woordend op de vraag, of we haar „erg zeer” deden. Maar toen 't onderzoek af voort te en opende toen het pakket. geloopen was, lag ze stilletjes voor zich niet hielp Want hij was mijn man, je ter' heen et snikken van napijn. Toma- :enstreek bekwaamheid der parfesten en dat dw «If huilden, ais inte rnet ging, gelijk se dat spijt me j maal geen gedachte* on- van TE STERK HERINNERD „Hoor je nog wel eens iets van het geld, dat |i| je hospes hebt geleend t" „Och man, den heelen dag, die kerel heeft er een gramophoon van gekocht. „Goed, antwoordde de vriend wijten wij uw koffer dan maar openmaken V „Ja,” hernam de professor „Waar ia uw kaffer F* „Wel. lieve hemel, nu heb ik hem thuw galaten. nusachien een hartversterking, een fieseb- je goede cognac of zoo T Ginds ie een dame flauw gevallen.” Twee, drie passagiers maakten hun VERSTROOIDE PROFESSOR. Een geleerde, maar zeer verstrooide DE SNORKER. Dokter „Waarom slaapt u met meer EPISODE IN DEN TREIN. *t Gebeurde ui een eerste klas spoor- gekomen was. Overige beteekenende beieedigu De schuins loopende id, vu 't absoluut voor interne ge schaald en ver slechte één nier er was „latente” tuber- kerde,"dat ',jt lag als een prinses” het baatte met er was altijd wat bij haar <e doen en natuurlijk daarna ook wat te bebebbelen of grapjes over te maken.. En ook wij „co’l” op de chirurgische „Het was bijzonder moedig”, antwoord en! waren bijna geslaagd. Een- n de stad hadden wij wonderen kunnen verrichten.” „Visconti eveneens” merkte Conrad jop. „Gij zqt nog te jong, ia te zien, dat zoo’n gekke hem uit de hand. De schrijver had geen 't hoofd. Daarna staarde hq wederom op vlucht behoefden, moeite gedaan zijn handschrift te veren- hst met bloed bevlekte perkament, det deren, hetzelfde handschrift ata op *t per-, hij in de hand verfrommeld had. „En dit T drt T waar heeft hij dit van- men doorzoeken. Het wil niemand zien - niemand begrijpt gij Ik heb t u reeds gezegd, en wem voor zichtig, Giannotto, dat gij met te vaak in met verwilderde oogen rond. Hier hielden zij en 't was niet zeer ge- zigheid. mijn* nabijheid komtEen groote zwarte schrijflessenaar, met makkelijk voor hen graaf Conrad ver- De geheimschrijver verbleekte, doch veel laden voorzien, étend in een boek borgen, totdat hij weer sterk genoeg zou vroeg de graaf zijn krullen om zijn vingen weer moest zij hem verootmoedigd en vertrek, geslagen verlaten. „Ga heen snauwde Visconti haar ver woed toe, zoodat zij met langer dorst blij ven om hem vragen te stellen of te tarten. pret eh dan begon een meuw vertelhnk disch vertellinkje." Deze laatste waren alleen voor de ope- ratae-ochtenden, of ab er een nieuwe pa tent kwam, die over een paar dagen der 't mes moest en nu lag te huilen anpt. Dan begon ze te troosten en U moedigen „Kijk eens, zoo goed als allemaal, die EERVOLLE STAAT VAN DIENST. Oude heer (tot zijn nieuwen chauffeur) k kan dus aan uw vroegeren patroon eem- ge inlichtingen omtrent uw karakter en De hoofdverpleegster had t wel goed *’t een stuk steen, db maa....** (Geld.) San hét hek tu graaf Conrad's villa lig- zip verbleekt gelaat. uitsluitsel zou kunnen leiden en er heden van geen nut kan zijn." 1 -Du» h*> 1 D*11* Scala leeft nog I" met Vittore op uitgegaan om terug te __77 met Visconti'* saam. De hertog rukte *t riep hij en sloeg in zijn woede zichzelf voor keeren met de paarden, welke zij voor hun gaf Tomaso terug, „want dit wanhopende graaf Conrad von Schulemborg en schrijver van deze perkamenten overie- weg ab zq gekomen waren doch de beangstigd had ab veren.” Met een stille buiging verliet Gumnotto het vertrek, waarop Visconti langzaam Lampen Het begint donker te worden. bet zegel van het pakket verbrak. Zich vijf dagen sinds zijne bevnjding. Dank waren zijn blonde krullen even zorgvul- nacht dat ik met primer Valentine de --j- _7_Visconti snapte meer gestoord worden. Zsch met een dokter in te roepen, va hij te spoediger weest in ’t paleis van Milaan. ons an scheidde om. Ab ik nog aan haar vluchogen blik om zich heen nederzettend, genezen, want de aanwending van natuur- -- bekeek hü wederom het schrift en het middelen en het nemen van slechts t hoog hü wederom, waarop Tonuno pfotaaiing gen haar afschuwtMk basten zegel en opende toen het pakket. I-“7--*“* •-7 Mat aan rsabeod gehad kwam aan per- dom sip eigen sterk gestel waar ap' de hebben zich numrhiin nasar wee br moet- vüta om er langzaam van booger om te wacht, edele heer." „Heeft hij den graaf gevonden T” „Neen, edele heer, noch den graaf, noch schrift. Visconti doorzocht ze haastig tot- een oppervlakkigheid, een soort vergetel- len eemg spoor dat tot zijn ontdekking kan dat hij een document vond voorzien met heid van beleedigmgen, welke geenszins De oppervlakkige wijze waarop de bracht te worden T’ lachte de graaf. --- --- „Gij neemt't luchthartig op, edele heer, tan. Het was altijd zoo met hoeveel nen weer in de plooien, terwijl lange zuch- stil en bleef zwijgen. Tomaso hield de en gij schijnt niet meer zoo fel op wraak richt. welk een dood Visconti u veroordeeld had I „Francisco blijft lang uit reide Coa- Gij hebt veel te wreken zqt gij met van rad eindelijk. Gekleed in een grof keren plan naar Milaan terug te keeren om u- boerenwambute, zag hij er toch nog beter zelf recht te verschaffen Of wilt gij weg- B---UZ - - 1. - De glimlach verbleekte op Conrad's HOOFDSTUK VIII. rad eindelijk. Gekleed in een graf keren plan naar Milaan terug te keeren om u- Ttr tnll* van tan damtsttschank. boerenwambuis, zag hij er toch nog beter zelf recht te verschaffen T Of wilt gij weg- Met een bezielende uitdrukking op bet uit dan Francisco in zijn gehavende klee- reizen en er niet meer aan denken T" Met het half geopende pakket en het gelaat ut Tomaao Ligozzi in een hoek der ren. Hij was zeer knap van uiteriijk, met De glimlach verbleekte op Conrad's perkament keerde hij weer in zijn eigen bouwvallige hut te luisteren naar wat een vraohjke uitdrukking, hetgeen iets gelaat. Met flikkerende oogen nep hü uit s kamer terug, waar het donker en sul waa. graaf Conrad hem tegen dc bouten tafel zeldzaams was bü de Italianen van Lom- „Neen, ik ben niet van plan het te verge- Geen enkel geluid van buiten of van bin- aangekund ut te vertellen. Het va nu bardije. Hoewel op vluchten voorbereid, tea I Ik Herinner mij maar ai te goed disc nen kwam de sombere stilte verbreken. r-’“ -*-7*- -“'**“7 **--*- - - --- - *- - - Hü was wederom alken en zou nu met zü de onmogelijkheid de hulp van een dig gekapt ab ware hij nog aanwezig ge- paieutrappen afsloóp.* - - - --1 A»*9-A, „e 1— n* - - - - - - - - - e>-S— ma«a- „Francisco blijft hed lang eéT, zesde gelaat deafc 1 Wederomwerdzü gedwön- --1 voort te nood*t Toed,el hadden hem, geholpen min of meer verwijtend teruggaf: JRt zetten, en ik weggevoerd naar mün eigen been gebracht. Er waa mets meer te zien lijkheden voorgedaan. Paarden moeten van het ingevallen gelaat en de uitgeteerde hier of daar vandaan komen ab wij van gedaante, welke Francisco op zijn schou- nacht nog willen vluchten. Ieder uur dal der in veiligheid had gedragen. vrij langer hier blijven brengt ons meer ia Op den morgen na de vlucht uit de vil- gevaar." Zij boorde hem stilzwijgend aan. ter- kament op den grond vallen. Het was la hadden de drie vrienden de hut veria- zijn dicht beschreven en hier en daar met ten, omdat zijn wisten dat zij daar verder moeten méégaan, Tomaso wij hadden hamer terug te gaan. Op hetzelfde oogen- vreemde, roodachtig bruine vlekken be- met meer veilig zouden zijn. Na zorgvul- alk vier bü elkaar moeten blijven." blik trad Giannotto sprekend naar hem zoedeld. Visconti sprong van schrik weer dig alk sporen van hun verblijf uitge- toe. Hij was onopgemerkt binnen geko- overeind en raapte het met een gesmoor- wischt te hebben, begaven zij zich naar klonk het terug. Tomaao voegde er naet bij men en naderde zijn meester met een eer- den vloek op. Het was met verzen be- een kreupelboech in de nabijheid waar wat hij misschien had kunnen doen, dat biedige houding. Voor hij echter uitge- schreven. Hier en daar kon men nog een Francisco op zijn eenzame ontdekking»- Francisco niet erg zeker was van Conrad, sproken was beet Visconti hem toe „Ik regel kzen. k tochten een diepe grot gevonden had on- Hij had Tomaao bü zijn vertrek be- „Misschien zoudt gij den sluier met der een aarden wal verborgen, terwijl volen te zorgen dat er geen gewaagde De woorden troffen hem en hij keek ukken en groen over den ingang hingen, dingen gebeurden gedurende zijne afwt- De geheimschrijver verbleekte, doch veel laden voorzien, ftond in een hoek borgen, totdat hij verloor zijn bedaardheid met. Hij had de van het vertrek. Visconti ging er naar toe, wezen om verder te reizen. Zij vonden windend. we hopen dat hij niet ondervinding opgedaan dat men door het perkament in de bevende hand, immer een mageren troost voor dezen slechten zulke ónmogelijke dingen zal wagen ah vrees te toonen Visconti nog woedender om zich heen kijkend, en opende de eene ruil van verblijf in het feit, dat zij alhier die aanval, twee dagen geleden, op den maakte. „Ik wilde alleen maar zeggen, la na de andere, totdat hij eindelij k gevon- Albenc’s soldaten konden hooren schreeu- muur van Milaan.' De heiligen zijn ons dat Albenc de Salluzo op verdere orden den had wat hij zocht. Het lag in een der wen. genadig I ik dacht dat we erbij waren 1 Francisco was teleurgesteld in zijn meu- Dat was een prachtige vlucht, in t don- merkt met Giannotto’s duidelijk hand- wen bondgenoot. Graaf Conrad loonde ker met Visconti's soldaten op onze hie- eemg spoor dat tot zijn ontdekking kan dat hij een document vond voorzien met heid van beleedigmgen, welke geenszins De oppervlakkige wijze waarop de iaden tenzij dit perkament eemge uit- de zegelen van Verona een tartend kar- strookten met zijn eigen, ernstige doel- graaf Frandsco’s handelingen beoordeel- lagging geeft." tel met een goede hand geschreven en met einden. Tomaso was zijn grootste steun, de, deed Tomaso onaangenaam aan. „Nog een f” nep Visconti uit, waarop groote letten onderteek end „Mastino Op eerlijke of oneerlijke wijze wtnachte Giannotto het hem met gebogen hoofd Della Scala”. Toen draaide hij het bui- hij paarden te verkrijgep om naar Ferrara de hü, „en r en neergeslagen oogen overhandigde, son- tenste blad van het pakket om en legde te rijden zoodra Conrad zich weer in den maal binnen der dat zijn meester den glimlach kon zien de twee perkamenten naast elkaar. Het zadel kon houden. Tot dusver had hij dii dis hem op de hppen speelde. was hetzelfde schrift. Visconti bleef hij- noch door beleid, noch door riuwheu „Dit werd door een van Albenc’s man- gend tegen den zwarten lessenaar aan- kunnen verknjgen. Doch eindelijk was vluchtig op. schappen hier gsbracht hij vond hst bui- leunen met een duivelsche uitdrukking op hij op een zeker spoor gekomen dat tot so, om 1 donkeren nacht verdronken bewijs van Vis- te ergeren. tevens onze goede vriend met paarden te nep hij uit, „Giannotto aangetnoedigd om thans naar de hut terug rugkomt gaf Conrad terug. te keeren, hadden Tomaao en Conrad ,£t is geen keus, tenzij wij er om lever Wederom moest hij luisteren. Daar wa- zich een uur voor zonsondergang daar- aan trillen wagen. Ata Francisco geen tot Valentine wendende vroeg hij „Blijft ren ze weer, die zuchten, die stemmen en heen begeven om op de anderen te wech- paarden kan krijgen, moeten wij te voel gÜ soms vrachten om te zien of het een plotseling het geluid van ijlende voeten die ten. gaan,” antwoordde Tomaao met beAiw» boodschap van uw Conrad bevatt Wees gezwind wegvluchtten.... Met een gil Aanvankelijk de ooren scherpend stem. maar met bang dat dit het geval ta. En van angst vloog Visconti de trappen op naar ieder gehnd, gevoelde zij zich na „Ik ben 't geheel met u —m Tk loop vóór de nacht aanbreekt, zult gij zijn hoofd met knjschende stem om lampen schreeu- verloop van tijd onwillekeurig meer op liever tor ik er bij neerval ia welke rich- aanschouwea”, voegde hü er driftig bij. wend. 1 T De bedreiging deed haar sidderen en zij Met al zün macht duwde hij de zware heel met zijn verhalen boeide, wendde zich om ten einde hem te ve^g- deur open achter hem vielen de gordij- mets-doen maakte Prsttdeco krsekzin- Tweemaal reeds warsn Albcnc's man- nig." schappen de buurt sinds den dageraad bo- Conrad glimlachte en schoof het ge- kament, dat Valentme hem gegeven had ..En dit T dit T waar heeft hij dit van- men doorzoeken. Het was nu middag, spiek op Mts anders mot „Wie denkt gij met „Delia Scala leeft." Het zegel was de daas gehaald T Het perkament dat ik dien Twee soldaten waren zelfs zoo dicht bij dat deze Francisco eigenlijk n t Hij toont Ladder der Scahgen. Visconti betastte het dag gelezen heb op den weg naar.ik geweest, dat zij hadden kunnen verstaan te veel haat voor Visconti om maar een stilzwijgend Zich plotseling herinnerend dacht dat ik het in Brescia had taten hg- wat zij zeiden. Zij hadden *t over het per- gewoon dienaar geweest te zijn aan het dat hq met alleen waa, dat Valentine hem gen m dat De woorden bestierven kament dat den dag tevoren Visconti’s Hof van Deila Scala." met sm soort van minachtenden glim- hem op de lippen en in de plotselinge op- blinde woede had verwekt. Er was kans „Hij diende den pnm persoonlijk en lach stond waar te nemen en dat Gian- welling van een gevoel dat erger was dan dat zü nu voor een poos niet zouden te- verloor zijn heer en alles wat hü bezat ia aotto, niettegenstaande zijn gebogen hou- woede, stopte hq hst tuaschen de andere rugkeeren. Want zq konden hun zoeken de plundering van Verona het ta dus met ding met gretige blikken stond te wachten, in de ta en draaide den sleutel tweemaal toch met tot één enkel pnnt beperken, te verwonderen, dat hij soowei Della Sca- wist Visconti zich te bedwingen. Om den om. Daarom hadden zq vóór *t vertrek van la als sichzelf wenscht te wreken.” De avond begon te vallen. In die som- Francisco vastgesteld dat zij elkaar na „Ik denk dat hij vm beteren «twwl en vóór alles zichzelf m bedwang weten te bare kamer vertoonde het daglichj zich zoneondergang weer zouden aantreffen geboorte is dan hij wei doet voorkomen”, houden. laat en scheidde het weer vroeg. Met'schu- in de hut waar zij aanvankelijk een onder- oordeelde Conrad. .Als de tijd daar ta zal „Giannotto", zesde hq, en de geheim- we blikken keek Visconti naar de donkere komen gevonden hadden, omdat paarden ik mij met ondankbaar toonen.” Hij zette schrijver schrok op alsof een zweep hem tnuurkleeden. Hij spande de ooren in om niet door het dikke kreupelhout bij de zich op de tafel neer, bengelde met zijn had aangeraakt,jsorg er voor dat Salluzzo te luisteren, want de lucht scheen vol grot konden heendringen en de ruimte beenen, keek met miaacfatu^ road en ieder hoekje van Milaan en van geheel stemmen stemmen die ver verwijderd om de hut meer vrijheid van beweging scheen slaap te hebben. Lombardijs doorzoekt. Hü zal Hoed noch schenen te smerken en sommige dichtbij aanbood. Na een vermocieadea dag en „Denk eraan, edele heer, dat wü van- geld sparen. Dood of levend moet hq mij die schenen te dreigen, zoodat hq de ooren nadat de soldaten ten tweeden male waren avond vertrekken", vermaande Tomaso, den toestopte. Zq stierven even geheimzinnig komen zoeken, hetgeen hen min of meer die zich over zijn ocverschühgheid begon j ---77^7' een f-- stilte wss nog schrikwekkender. conti's beete vervolging, doch „Giannotto," - - - Op dat oogenblik wisten we 't met al- „*s Jo« maar begrepen het ook. Dat was het daar had einde van alle overwegingen van -For- op gel intje wel „Want hq was mijn man, je grootpa.’ tier staan razen En eigenlijk is der gelijk» filosofie ook straten en datums ten be- a., die mt 't doktersturntje of in de rijke de beste en gelukkigst makende, die zich suipen Êr kwam een dag, dat „Fortuintje” missen, ais een machine het voelt, wan- nooit voor en ’t was aan 't gasthuis in geen De kerel was te naar en te suf om goed en maar „Fortuintje” 't slachtoffer er van te naar en te suf om kwaad te doengeworden2e waa nog met eens f Aanvankelijk lachten we .jenu's" bewusteloos, toen merkte de zuster ÏJ ppis en -t nets te doen hadden, graag een slippertje maar Mts van vrouwelijke scherpzinnig- en werd kunstmatige ademhaling toegt- naar boven, treuzelden er wat rond, of heid begrijpt om dergelijke zwartgal- past, alles gedaan wat mogelijk was, maar gingen, tegen een der ramen leunende ligheid Zou „Fortuintje7’ dan zoo voor te vergeeft. Voor de operatie beginnen verzekerde de professor wat na zoeken in Tilmann een studie- hem zijn, als *t soo’n nietsnut was T En kou, was „Fortuintje” gestorven. Hst volgende jaar kween hü wztr bü boek maar eigenlijk alleen om naar de wijze dan, waarop zq altijd over haar Verduyn zou tegen elven komen hno- vnend iogeeren. Pm wm laj m btM „Fortuintje’s” Moaofietjes en medische man praatte T Maar wat later wisten wij ren, boe 't afgeloopen wm. W» wen t j^boede fier den sleutel van riüjbnf- cauaenetjes te luisteren. En als ik nu met het ook. Er was een nieuwe patiénte op er allen over eens, dat Webbe de man Nu heb ik hem - een stelen gezicht tegen m'n patiënten de zaal gekomen, die „Fortuintje en haar waa, die het hem zeggen moest. 'J’ebbe "JT zit te liegen, hun verbetering voorspiegA man kende, want ze hadden vroeger in ei- was knap, Webbe was kalm, Webbe was lend, waaraan ik zelf met pf - nu allerhandigst met allerlei drogrede- 1-- patiënten gerust te stellen vaak zoo zeker,*doordien ik voor een goed deel profiteerd heb van Fortuintje’s menschkundige” lessen. ,co’s” veroverd. Ze was op een avond bin- t— beenbreuk een spiraalfiasuur van een scheenbeen verkregen op haast onbe grijpelijke wijze bij een val van enkele dag operatie ge- ieel stil op <ta zaal digste, vli toen had de nieuwe pstiént liggen huis.... later met baar buurvrouw, en deze later rien met met de echijn- uur QOQrorcu gengr tornen, wuac nij ’heI zqn koffer openen, maar had de sleutel dadelijk waarschuwde zij vergeten. Een smid moest het slot openbreken. „Dat zal me toch nooit meer gebeuren," verhalen van menschen. die precies bet- thad hadden als „Fortuintje” en geopereerd en allemaal beter bekwaamheid vragen t" geworden waren.... Fortuintje’s oaS» QZ- r, wvvm m buurvrouw kon nóg beter jokkenja, maar beide laatste patroons zijn In mijn 't aah tafel aan de zij wist ook van zoo n geval en ook pope gestorven f’ andere zusters en dan was 't den volgende reerd en óók beter, maar 1*1 wijl onze dag weer een komen en gaan naar „For- menschen allemaal nog leefden, waa de tuintje’*" bed en ieder had ouder p- door haar bedoelde toch gestorven.... te t*- troonte weer aan te merken op de kussens het was een vlettersman en hij woonde met goed lag De hoofdverple storting, op de zich ombuigt in lijn bij ’t onderzoek toch het ze on* dagingen- lijdzaam begaan, telkeita neen ant- niets had te zeggen dan dat „Fortuintje al dood was. c„Hij was toch xoo’n lieve man, je groot- En aldoor had de kerel maar mee staan pa, en toen dit bij den plagenden knaap knikken van „ja dokter” en „zeker dok- - tn.-» -«•<- «mam a> gQ toen hij nu MntnA&l wilt en ook viouw flauw kunnen xien vaiicn soo- grootpa.” begreep, toen had hq mets anders dan dar dst ik oaprett* word." zelf zoo’n engel was. Het was een stuk „Fortuintje" er op wa* gelegd, steen, die man. Het is waar, al* het „be- zaalzuster haar bed af halen hij zitten praten, tot de tijd verstreken heen goeden dag onder 't voorgeven, was....maar ja kon nooit aan hem mer- c* "J**‘ ken, dat hij blij was als hij kwam en be- was 1 droef d, als hij weer weg moesten nog T nooit had hij eens wat voor „Fortuintje n meegebrachtniet de geringste kleinig heid zelfs. Dat „Fortuintje" een slecht terug of dat hij dronk, nee, dat geloofde ze ook komt ONDER BUREN ..Maar man, wie segt je dat ik een è^èta^Jans*» itTForttnntje7*” hoofd hèèlemLI’in ïjmüidên' en toén hq op slijpplank noodig hebt" vroeg de dame «en donkeren nacht verdronkenaan den marskramer, dien zq niet weg kon dc eerste, die maar hij had tot zoo lang nooit meer last krijgen hwr liggen, vreten van mee te praten en h<( m<rkte „Fortuintje” had een engel van zijn meren phad. Zoodra den vol- 777. 7 ze zijn er toch allemaal dyxgtkomen. ¥JUJ e<n njant >Ueen omdat „Fortuintje” genden morgen t rolwagentje kwam en „Dg, zegt de dame van hier nat-», want En daarna vertelde ze zelf zoo’n engel was Het was een stuk ..Fortuintje’ er op wa* gelegd, begon de d teruggeven. betoogend, onopgesmukt-tauk weer van ,tMn dw haar bed af te halen - „For- 0 er een nieuw voorbeeld uit haar oneindigen .uka..» ka tumria’’ inmiddels heel ernstia overal zc*' ze voorraad verdichte operatiegeschiedems- jcs. De zuster liep zich dan te verkneuteren van t in de conversatiézaal zal volgenden dag, steevast, kwamen er altijd suis hier wat te vragen hadden, en of ’r tumtje’s halen omtrent genezingen door operatién en nooit één ongeluk.... en dan noemde SC naman eo wijst soon (wervjoea van otwyimaic- daftn kochtan was se ook werkelijk en dat 't wel teek» ab had se in heel daarmede waa se dan soo blij ab een kind. naar udsken bijhouden van operates en hun een afloop. Al* ze dan lag te vertellen, kalm pjes weg, vol aardige f---k leng* de spanrun den, leefden ze a ware gebeurtenissen, vergaten tijd, en schrikten eigenlijk op, al* het rol wagentje met de geopereerde weer terug- towdt 1 wat gaat dat toch puw.. een blik slaande op de klok, bleek „gauwe" toch allicht een uur p- groote,- ■dte hebben, en ze begrepen met, haar man.. „Die juffrouw Verduyn ook met haar eens met op haar gelet werd, lag ze stil wa* aangedaan -._»é Irïikm w ff kien dc tranen in culose se weest -- - al* de zuster 't dan geworden - de hoogleeraar voor de ZMk- de „romancière" en kwam merkte en toch volhield te vragen, wit er ten der urinewegen werd et bij gehaald, woord meer dan al- was, na tallooze malen ’t antwoord ont- en die kon aantoonen, dat slechts één mer 77T_,Ttt. 7_v*e aangedaan en beiden waren met mé nu, zustér, heusch niets.." den hoogleeraar in de chirurgie van mee - mng, dat alléén een operatie juffrouw hij zat Verduyn” zou kunnen helpenToen geen besloot, omdat haar man ’t goedvond, ook __w“j „Fortuintje,” dat ze zich zou laten ope- met open venster T" had alle* wat haar hart reeren. En ze was erg dankbaar jegens met goed waar ze begeerde, terwijl mj heel oen aag sjou- naar man, uie 1 gvcu wnu, zfflh telkens en teen moest en avonds, thuis komende, zooveel langer m ’t gasthuis zou blijven jd, begon de steen, me man. net is waar, ais net ~a zoekdag” wss, kwam hq trouw, en bleef tuintje” zei inmiddels heel ynstig overal dat zq zich haasten moest want anders PRETTIG MISVERSTAND. was ze met klaar, als „Fortuintje” terug „Ik heb hMr drie weken gnep gshsd. kwamEn toen „Fortuintje” weggere- klaagde de oude heer. Je weet hoe dat eer den werd nog knikte ze overal heen zwakt. Nauwelijks kon ik het ^ss wijn, toen kkmk het van alle kanten dat de dokter mfi ter versterking vocr- -To< Mrikjes hoor.... tot strikjes, den moed brengen, zoo beefde ik. Help mij even, vroeg ik aan mijn neef, die op bezoek tras.” j „Gaarne,” zei deze, nam bet glas wenadw hart teek te „Prosit" en dronk het teeg. en zij -■ -- - - 1 Dikke rentenier „De buren hebben it goed waar ze begeerde, terwijl hij heel den dag sjou- haar man. die ’t goed vond, dat m wéér bewaar gemaakt.” L. _a^ „L.I.-*-**.. a»**ar**l 1w«***w M-ewOneeiw WOU rslnvMvs 1 boel vond Doch nauwelijks was tot d« operatie de tui er IDf Süülëing er W*iWj «w vtoMvattoM w esMsnwwa v» rn -- ------ -- -- naderhand toch wel, dat hun maar wat op Ze lag hier nu al too goed als een maand, ten en de patiënten en ook wij, semi s, de mouw was gespeld - tot sexeif pret Haar man had geen leven meer.... lede- --- kreeg in eigen vergissingen en knderer ren keer, als hij kwam, was hij magerder zelfde gel pret eh dan begon ze in eene maar aan gewordenen zijn goed zag er uit om allemaal --_kje, maar nu geen „me- van te huilen«worden Dan troostte dc zuster, zooveel ze kon en avonds vertelde zc stille pret én middags aan tafel of conversatietaal zat ieder mee te meten van ‘t navertellen alleen. En 1. nciu ACiis. „runuinijc vi wUm*/*w -- ;ustcn van een andere zw*“- jeven bij hem had, dat hij haar afsnauwde, We rullen erg stil wezen, ate je teruff hier wat hadden, en of r of hl| nee |eloofd< M komt.... ‘P*1 !>r*k hap?fd*u U fintMaar dat wa* geen deugd van „Foetumtje" is niet op de zaal terug- bij t bed van juffrouw Verduyn, lag haar wal no* te zeurig en te suf gekomen. Er was niets, dat zulks had doen hoofd niet goed, of waren de kussens met om M drinkenhij wa* levend doodvermoedén„Fortuintje*" hart teek luchtig opgeschud, of de dekens met net- wa een en zou er net zoo volkomen normaal en dood door chloro- je* ingestopt, en of ze nu zelf al verte- weuug van voelen, zoo hij Fortuintje moest form-narcose bij operatie komt haast neer een andere stoker de vuren stooktjaren gehoord, voor zoover we wistenpfofe^oz, gmg de vacantx bij een vriend -a ^^m^^’t^tach^M^ doorbrragen. Daar aangekomen, wilde hq ifdeeling maakten, al* we beneden ,n» mannen zijn ezels, en met één, die aan de en weri past, alle* gedaan wat moplijk was, maar boven, treuzelden er wat rond, of heid begrijpt om dergelijke zwi tegen een der ramen leunende ligheid Zou „Fortuintje" wat na zoeken in Tilmann een studie- hem zijn, als ‘t zoo’n nietsnut wa* En kon, was „Fortuintje” gestorven. Hst volgende jaer kwam hü wm» bq waarop zij altijd over haar Verduyn zou ^*1*. w. Maar wat later ineten wij ren. boe ’t afgeloopen wee. w e waren t j,jj"toonde fier den sleutel stelen gezicht tegen m’n patiënten de zaal pkomen, die „Fortuintje en haat was, die het hem zeggen moest. Webbe een menschenkenner, Webbe had ge voel Webbe was assistent en de han- lupte kerel van heel *t Gast- Webbe was een ideaal dokter ja, Webbe was de éémge, die het zeggen En Webbe beeft 't ten slotte ook psegd- Hij begon, dat 't met „Fortuintje ik bedoel juffrouw Verduyn uw vrouw Hoe wpvaarwas, dat" zêmetmeer beter weg compartiment. De remgers zaten te tL 7. w toen den volgenden morgen „Fortuintje” tuintje" was een kerksch vrouwtje ge- open werd gegooid en een bleeke meneer weer Iw_7 .L__7 1 A treedjes hoog in een kelderwoning, waar- op te zeggen, van Elliot Boswel, die zij gen der menechenen dat we berus- Overipns nergens elders dat het zoo goed ate 't eemge boek was, over ons beschikt wordt.... ingen. dat zij bezat wm ’t veel minder gezel- r: scheur in ’t boen hg en vroolijk dan gewoonlük. „Fortuin- knikte mee yan „ja dokter' t een prop in zijn keel, toen hij *t ftesch met de woorden „Dit te, voor zoo- het was ver ik weet, de beste cognac, die er bestaat. Jd t,-B- w—wwrniet meer „Dank zeft de ander, zet de flesch deden haar dan ook ongetwijfeld heftig haar kleinzoon en tegen al diens beschul- beter worden kón, omdat omdat aan den mond en neemt een stevige teug. Toen, de drink teruggevend, zei hij met een beminnelijk glimlachje „Dat doet goed. Ja, 'k heb nooit van mijn Icvm man kende, want ze hadden vroeger in el- :loof, als ik kaars buurt gewoond. i drogrede- Er wm denzelfden i’ nen er om heen pratend er in slaag mijn weest dus bleef het heel *1 patiënten gerust te stellen vaak zoo en t noodig voor hun herstel dan komt dat fluisteren met haar buurvrouw, en deze j -j Uter „jjj buurvrouw, en deze later t it- met haar buurvrouw, en die weer met de hare, en eer het avond wm, wist de halve Hij begon, dst ’t Al dadelijk had ze de harten van ons zaal het en begreep de rest het J- ,co's" veroverd. Ze was op een avond bin- „Fortuintje” wm een engel en haar met ging, zooata ’t wel gehoopt wm. nengebracht met een merkwaardig soort man een lammeling. gwi w«, «C JUVl uwwa wiv. r ii1 gg 1 w mavww ww - Dat gaf een beklemming van ttilte, en zou worden.Dat de Hemel „For- dutten of te lesen, toen pèotsekng de deur begon te vertellen en oude versjes weest andere wegen heeft dan de we- v^eg „Heeft een van de heeren bij zij op den rand van een kist terecht haast allemaal uit haar hoofd kende, om- ten moeten in wat door Hoogere Macht dat zij bezat’— wm 't veel minder gezel- Verduyn stond hem Mn te kijken, j, „Fortuin- knikte mee van .ja dokter" en „zeker wm Mn de voorzijde makkelijk te voelen, tjê," kinderlijk zieltje, dat noch wist, noch dokter” Webbe begon te stotteren m °P*n ^en man nu«r niet, tengevolge van groote bloed- begreep, zei versjes op, tot zij kwam Mn er zat r 1 u'' 1 1 1 - plek, waar de voorzijde ’t verhaal van grootmoeder, die de ge- eindelijk zei, dat „Fortuintje" - de zijkanten, Wij .^emi’t” dachtenis van haar man verdedigde tegen nu geen juffrouw Verduyn 1 over haar man* achteloosheid toen móést hst hoogs woord er wel nét id te zeggen dan ,Hij wm toch zoo’n lieve man, je groot- „Ik ben ‘t geheel met u ecm. Ik loop hun gemak, terwijl de graaf Tomaso ge- ting dan ook, dan naar Milaan terugge- 772 bracht te worden F* lachte de graaf Eindelijk zweeg Conrad met een zucht „Gij neemt 't luchthartig op, edele heer, moed zq ook naar hem «oekwam, altijd ten schenen te ritselen m het duistere blikken onafgewend op de open deur ge- tas eemge dagen geleden. Denk Sinds dsen wm er mee begonnen *h weet ik niet, maar den volpnden dag leen, Zd “"""Tr-.- wat zooVmMBa ker- „juffrouw Verduyn al omge- einde ooeratiën dooP‘ -Fortuintje als een engel. Om- tuint, k.1* ~ntr.ni «Mmaesn door ooeratiën da( Bun haar geen bloemen bracht, brachten wij te voor haar mee, en gapten f --had...." „ebbe heeft op zqn kamer een kwar- 1 z „De lammeling de bond 't ver- j ie met wajrd.... Over drie zoo’n overvloed van bewqstnate- dagen kochten wm se ook werkelijk en bedenken teat.... maanden trouwt hij een ander....je zult 7„ 7J-Z Er kwam een dag, dat „Fortuintje” zien.God geef, dat t er dan een van teven mets anders gedaan dan sta- Of iemand had bij ongeluk vergeten zelf geopereerd moest worden. Haar been ’t kanalje is. operattas en hun cm peer of andere vrucht op te eten en knapte op, maar toch ging se achteruit. Webbe s voorspelling vervuld. Nog te vertellen, kalm- bracht die dan omdat „’t ding anders Klagen deed ze met.... ja, ze had wel gten half jaar later of Verduyn is her- fantsei» week al- toch maar bedierf. „En, merkwaardig, zóó wat pijn in haar zij, maar dat zou zeker trouwd. Webbe’* wensch 1* óók vervuld, dc medeverpteeg- weinig wist „Fortuintje” van de charme, nog van ’t vallen zijn.... Eerst dat ook De tweede vrouw is er een van het kanalje. nee met dc Bchijn- die vin haar uitging, dat ze maar niet geloofd, maar toen nu en ian koorts op- .JSrger an een beest, zeggen de bt>- en begrijpen kon, waarom ieder toch zoo trad, die allengs meer 't karakter van ren.” graag vriendelijk voor haar wm en bij- „hectische koorts” aannam, toen de urine Webbeeemge verdriet is, det Verduvn gevolg zij zelf steeds aanspoorde om ,,’t, etterhehaampje* blééf bevatten en spon- er zich zoo weinig van aantrekt, dit die aan sen ander te geven.” Altijd dacht ze taan haematurie optrad, werd allengs al- tweed*zoo je.. ”"*Was ’t nu al gebeurd!.... mensch, min van zich zelf en hoog van een an- les duidelijk „Fortuintje" had mertuber- T 1 mééerh wet ssit dit toch eauwder.... Altijd tevreden, altijd vriende- culoee. En nadat er tuberkelbacillen in de mgezien M.ir xn blik akande op de Hok, bleek lijk, altijd welgemoed, een met één urine waren aangetoom* dat gauwe” toch allicht een uur ge- groote, diep-ontroerende vereenng voor zeker. De hoogleeraar duurd te hebben, en ze begrepen met, haar man.... Die man was haar illes. neeskunde werd er bij waar de tijd gebleven was Voor hem alleen leefde ze. Wanneer er klaarde, dat denkelijk „Die juffrouw Verduyn ook met haar eens niet op haar gelet werd, lag ze stil wa, aangedaan vertgUen.krek een roman." voor zich te kijken, welden de tranen in culoee gewemt en door den val ^spsr» Doch zoodra de geopereerde binnen- haar oogen op en 1 kwam, zweeg •r heel den dag geen woorü i...--- --- - teen een uiting van beklag, ate „de stum- vangen te hebben dat er niets wm.. per” zoo’n last had van de „chloreforrem" „Geloof i«c bu, of kreunde van pijn. Dan wm ze zwijgza- Dan kwam ’t er ten slotte uit mer dan dé meest zwijgzaamste. Werd een „Zij tobde over haar man.... volgenden dag aangedrongen op 't vervolg er nu zoo moederzalig alleen van *t verhaal, dat ineens zoo onderbroken mensch, die voor hem zorgde wm geworden, dan wm vertetetertje heel- lag hier nu maar, maal in de war, wist r— J 1 gebleven was, vergiste --- --- -- - - ieder had plezier, want al liepen ze allemaal een leegen. ongezelligen boel vond.... Doch nauwelijks wm tot de er in, zoolang er verteld werd, ze beseften Wanneer of zi) nu tochjreg zou mogen T besloten of ineens wisten allen t—TJTT uniiu iw.aa wwag ewenw awwww - W sw - - - de mouw was gespeld tot ze«etf pret Haar man had geen leven meer.... lede-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 8