„ONS BLAD" Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: N«. 177. H. SCHOOIHOVBI en In. 1 FEUILLETON. Een Offer. 'i r V0III611RICHTIIG LANGESTRAAT IOO - ALKMAAR f UIT DE PERS. Vermindering van bewapening. ■g, oud-minister van Abonnormnteprjj»» aA F*- ifoor buiten ABqsmt Vryda* 30 Juli 1O«O. postgiro 104863. BUITENLAND. A<wertentlepriJ«l Van 1—5 MrtdB-f 1.25: dkcregel meer f 0.25: RedaV I per regel f 0.75; Rubnek -Vraag en aambocF b« vqj uitbetaling per plaatsing f 0.60 f 400,—, f 200,—, f IOO,—, f 60,—, f 35,—, f isj! ADuaaar x i HM O flO f hoogcr. Ur rUr abonné*» wordt op aanvrage grati» een poli* VTRtrRkt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f SOO, BRIEVEN Ü1TFRAN 'IJK. De Nederlanusche Bedevaart te Lourdes. Fl POSTGIRO 104863. worden kend en f ,Docb naar uwe woorden, i (Wordt vervolgd^ Meubelen door one verwaar digd, worden op den duur faml ieatukken. verdringt “1 in aandachtige stil le H. Eucharistie voor- uitste er hem leid ;an, I 1 Isabella Haedenroth? Ehrenfried Klingenberg geen slecht komediant m „De Telegraaf” o.m. tiinder te radt heb- Ki hebt.’’ im mfl rd mij AVon gÜ gedaan erkeljjk gex dan ookde moeite «paren, Mercker geleidde haar naar een stoel. Htf xelf bleef hoog opgerichc naast de hooge schrijftafel van den heer Ehrenfried Klingen- Een gevolg van Cook’s redevoe ringen. Ten gevolge van de redevoeringen van Cook is het aantal mijnwerker*, die in War wickshire aan den arbeid zjjn, verminderd van 7700 tot 4700. De politie houdt toezicht, dat de werkwilligen niet in hun bewegingsvrij heid belemmerd worden. heer geld geleend op zijn zoogenaamd aan staand huwelijk, en ik ben de voogd der jon ge dame, waarvan hier bij dit huwelijk sprake fe. Het is dus zeker wel meer dan een geheim zinnige bedreiging, wanneer ik u zeg, dat ik de macht bezit, om aan uwe zaken met don heer Von Nordenholz door een enkel woord haar gouden bodem te ontnemen.” Isa maakte eetie beweging, alsof zij op springen en protesteereg wilde. Mercker keer de zich echter naar baar om en zijn tegelijk verwonderde en ernstige waarschuwende blik ketende haar weder ondanks haar wil aan haar plaats. Ehrenfried Klin| duimen weder in I' Dr. Bernhard Dernberp Duitschland, schrijft in het volgende: Eén' ding moet reeds thans gezegd wor den. Slaaft de Volkenbond er niet in de ontwapening tot stand te brengen, dan zal hü hoe nuttig ook in andere richting zijn hoofddoel gemist hebben, en niet lan ger in stand kunnen worden gehouden. Den ernst van dit feit kan men niet duidelijk un nadrukkelijk genoeg voor oogen houden. Want het is, zooals het Pauseljjk schrijven van Augustus 1917 zegt, „in de plaats van het ruwe geweld der wapenen moet de ge ordende weg van het Recht komen”. Ge looven de volken niet, dat zij kunnen afzien van hunne bewapening, dan gelooven zij ook zonder dat er reden is aan te nemen dat al- I dus geconstateerde genezingen niet inderdaad I aan Maria's inwerking wanen te danken, uit j bet oog verloren, kaa niet anders dan Lour des en de ware godsvrucht tot de H. Maagd ten goede komen: Niet alleen de geloovigen maar ook de ongeloovigen hebben steeds het Oog op dit genadeoord gevestigd. De laat- sten vooral zijn al te graag geneigd de be slissingen van dit geneeskundig bureau aan kritiek te onderwerpen. Zij mogen niet de minste aanleiding vinden hun partijdig oor deel gestaafd te zien, door al te lichtvaardige uitspraken. I Want vergeton wij het niet, Lourdes vindt niet alleen, zelfs niet hoofdzakelijk zijn be staansgrond in bet wobder der lichamelijke genezing. De bekeering der zondaren, het heil van den inwendigen mensch heeft Maria bjj haar verschijning aan Bernadette mede op den voorgrond gesteld. Dat wonderbare genezingen plaats vonden staat onherroepelijk vast. Maar dat deze nog verre worden overtroffen door de geestelijke gunsten, te Lourdes verworven, wordt door niemand ontkend. Ook Dr. Vallet is daarvan overtuigd en Lourdes mag dankbaar zijn dezen medicus, gesteund door tal van doctoren uit alle lan den, aan het hoofd te zien geplaatst van een bureau, dat het centrum vormt van het ge neeskundig leven in deze stad der mirakelen en de aandacht van geheel de wereld op zich heeft gevestigd. Zijn strenge eischen zijn een waarborg dat officieel miraculeus verklaarde genezingen dit ook inderdaad zijn, voor zoover bij de hul digen stand der wetenschap zjjn oordeel als maatgevend kan worden aangenomen. Een opwekking Lourdes te bezoeken, zich aan te sluiten als een volgend jaar, hoogst waarschijnlijk vergezeld door den Aartsbis schop van Utrecht, opnieuw de Ned. bede vaart uittrekt, is overbodig. Wij zjjn er van overtuigd dat het aantal pelgrims uit Nederland steeds zal blijven groeien, evenals dat uit andere landen. Maar allen die in deze dagen opnieuw de zegeningen van deze bevoorrechte plaats heb ben ondervonden, kunnen niet anders dan apostelen zich gevoelen in dienst van Maria’s heiligdom en het verlangen uiten zooveel mo gelijk hunne landgenooten te zien opgaan naar de wonderbare grot van Lourdes. Lourdes, 27 Juli 1926. Mr. P. v. S. AOMnOSTRATM Nou 4M REDACT® No. «3» IS! I» IB in de delicaatste toestanden van uw zaak?” „Men moet dingen, maken hebben, niet t T' zeker nooit in het hoofd komen, om mjj te be kommeren over uwe betrekkingen tot kapi tein VonNordenholz, wanneer ik daar niet een *"OPt persoonlijk belang bjj had. Gü hebt dien De ministerraad bevestigde daarna defini tief de opheffing der onderstaatssecretariaton. Het onderstaatssecretariaat voor de Bezette Gebieden zal bij het ministerie van Openbare Werken worden ondergebracht; dat voor Luchtvaart onder het ministerie van Han del. Voorts heeft de ministerraad een door den minister van Arbeid ingediend wetsontwerp bekrachtigd, waarin faciliteiten worden be paald met betrekking tot den aanvoer •'an graan. NOORD-HOLLANÜSCH DAGBLAD DE FRANSCHE FINANCiéN. De uiteenzetting van Poincaré. Poincaré deelde in zijn uiteenzetting in de financieele commissie der Fransche Kamer het volgende mede: Het bdrag van 2518 millioen francs, dat, volgens het rapport der experts, het totaal der supplementaire uitgaven over 1926 aan geeft, kan niet meer over zes maanden, doch moet over vijf maanden verdeeld worden. Deze supplementaire uitgaven omvatten de verhooging der salarissen van de ambtenaren ad 669 millioen, het tweede kwartaal der uit gaven voor Marokko en den Levant ad 300 millioen, de amortisatiebetaling aan de Ban- que de France ad 900 millioen en die in min dering, van de buitenlandsche schuld ad 400 millioen, tezameh 2300 millioen. Behalve dit bedrag, waarin zal voorzien door de opbrengst van inkomsten ten bedrage van 2258 millioen, zal gezorgd moeten worden voor een bedrag van 200 mil lioen ter storting in het aflossingsfonds. Dit bedrag zal worden verkregen door een bij zondere belasting op de overdracht van on roerende goederen of handelsvoorraden. Ia 1927 zullen In dit fonds, behalve deze 200 millioen (d. L 800 millioen voor het gebeele jaar) nog 1700 millioen worden gestort, en wel uit de opbrengst der successierechten, zoodat de totale storting 2500 millioen zal be dragen. Met betrekking tot de schatkist verklaarde Poincaré, dat er sinds enkele dagen een ver betering valt te constateeren in de noteering der bons de la Défense Nationale. Hy wees er op, dat de inning der belastingen over 1926 te Parjjs vrij goed vorderde. De totale opbrengst der financieele bron nen, welke de regeering in het leven wenscht te roepen, zal voor 1927 10.892 millioen be dragen. Poincaré verklaarde, dat hq, door tegelij- „is van een kertijd de directe en de indirecte belastingen r^.__ te verhoogen, niet bedoeld heeft, het vraag stuk van een theoretisch standpunt te be schouwen; slechts de noodzakelijkheid om over onmiddellijke inkomsten te beschikken heeft hem ertoe bpwqgen, voor een groot deel te steunen op een verhooging der indirecte belastingen. Vervolgens beantwoordde Poincaré ver schillende hem gestelde vragen; bij verklaar de, op elk voorstel te zullen ingaan, dat een aanmerkelijke verhooging der inkomsten te- weeg zou kunnen brengen. Uit den ministerraad. De Fransche ministerraad kwam gisteren bjjeen onder voorzitterschap van den presi dent der republiek, Doumergue. De beraad slagingen duurden eenige uren. Minister-pre sident Poincaré bracht verslag uit omtrent zijn besprekingen in de financieele commis sie, minister Briand over den buitenlandschen toestand. DE SCHULDENREGELING. De anti-Amerikaansche agitatie in Europa. Een kenmerkende uit lating van een Amerikaansch Se nator. Al laat de anti-Amerikaansche agitatie in Europa, die in de Engelscbe scbuiden-con- troverse met Amerika en de anti-vreemdelia- gendemonstraties in Frankrijk tot uitdruk king komt, de officieele V. S. voorloopig schijnbaar koud, niet te miskennen valt, iai de openbare mee.ning aan gene zijde varf ien oceaan geleidelijk er op begint te reageeren. Sommige bladen als bijv, de „New York Times” willen genezing voor deze epidemie van wrokgevoelens zoeken in meerdere toe schietelijkheid, speciaal jegens Frankrijk. Daartegenover is niet zonder symptomati sche beteekenis een uitlating van senator Johnson van California, die beweert dat „Eu ropa het slechts in één opzicht eens Is, aJ. in zijn haat tegen Amerika, dat bet als een paria onder de volken en als een „Shyiock” brandmerkt, die door allen veracht wordt. „De eenige grond daarvoor”, zegt Johuson, „is dat Amerika poogt, een deelf en dan nog maar een klein deel der verbintenissen te doen naleven, die door de Europeesche da ten jegens Amerika zjjn aangegaan.” Ondanks dezen haat zegt Johnson verder, is een deel der Amerikaansche burgerij slap genoeg, om te pleiten voor de opneming van den gehaten crediteur in bet Wereldgerechta- hof, dat door de hatende debiteurstaten wordt geleid. Ook al, wijl geen enkele groote natie in Europa Amerika’s reserves op het statuut van het Hof schijnt te willen aecepteeren, eischt Johnson de onverwijlde intrekking door Amerika van zjjn verzoek om toelating tot het Int. Hof. igenberg had de korte dikke beweging gebracht, en zijn eerwaardig vriendelijk hoofd was bijna geheel naar den rechter schouder overgezonken. Zijn lang, veelbewogen leven was rijk aan erva ring van den meest verschillenden aard, doch een toestand, die te vergelijken ware met dien waarin hij zich thans bevond, was hem toch nog nooit overkomen. Zooalz hij de zaak overzag, kon inderdaad een ondoordacht woord nier duizenden kosten, en was hij al onder gewone omstandigheden de man niet, om ondoordacht te bandelen en te sprek dan zou hij zeer zeker thane aan zulk e druk van zulk een overrompeling lieten zjjn kunsten hem toch in den steek. Hg richtte zich op en steunde op den rand van zjjn schrijftafel, terwjjl hij met eene zichtbare on zekerheid vroeg: „En wanneer ik u daar nu eens op antwoordde, neen, het is niet waar, zoudt gij daar dan mede voldaan zijn?” „Ik voor mijn persoon, ja, want ik bezit geen middelen om u tot de bekentenis der waarheid te dwingen. Doch ik vrees, dat ge alsdan zeer spoedig gedwongen zoudt worden, om een ander inzage te vergunnen van uwe boeken, zoowel de openbare als de geheime. „Een ander? En wie zou die ander dan wel zjjn, mjjn waarde heer?” „De procureur-generaal, die aangaande en* kele verkoopen van juweelen zonder twijfel wel eens een bijzondere weetgierigheid aan den dag kon leggen.” Niets wat meer grechikt was, om mijnheer Klingenberg zijn tegenwoordigheid van geest terug te‘'doen krijgen, dan zulk een bedrei ging. Nooit had hij vriendelijker geglimlacht daa op dit oogenblik. :en, een domheid zich wel het allerminst schuldig ma ken. „Het is zeer pijnlijk, om een meening fe zeggen over dingen, die mij volstrekt niet aangaan," zeide njj op zjjn zachteten. meedoo- gendsten toon. „Lwu nvv.v--- I hooggeachte heer, heeft het al den schijn, alsof de een of andere slechte of afgunstige persoon den kapitein bjj u heeft belasterd. En in dat geval zou ik u den beleefden raad willen geven, om aan dergelijke lasteringen geen gehoor te willen schenken. Mijnheer de Kapitein is een trotech mensch, een zeer trotsch mensch, dat moet waar zijn, maar hij ie ook een gentleman en een edelman van top tot teen. Wanneer ik een huwbare doch ter had en de kapitein Von Nordenholz zon mij de eer hebben willen bewijzen, om haar tot zijn vrouw te begeeren^ dan zou ik hem haar zonder bedenken hebben gegeven, zelfs wanneer ik een commandeerend generaal of vorst ware.” „Gij schjjnt u zijner toch eensklip kend te herinneren”, onderbrak Mere met kouden spot. „Doch, eerlijk bekend, is het mij a doen om te weten, wat gij gedaan zb ben, dan wel. wat gij werkelijk gedaa „WU u t T *- 7’ een geschiedenis te vertellen. Antwi eenvoudig met ja of neen. Is de kapil Nordenholz u twintig duizend mark schuüflg tegen een bewijs, waarin hij zich op zjjn eere- woord verbindt om kapitaal en interest terug te betalen op den dag na zijn huwelijk mot was zeer zeker iL maar onder den in- POLEN EN DE H. STOEL. Polen hecht de grootste waarde aan de betrekkingen met den II. Stoet In de eomndseoriale bijeenkomst der Pool- sche Kamer legde de Mla. van Baitenland- sche Zaken de verklaring af, dat Polen de grootste waarde hecht aan de betrekkingen met den H. Stoel, zooals het steeds gedaan heeft. Ook. thans zijn de betrekkingen uitete nde H. Vader”, aldus de minister, i onveranderijjke welwillendheid jegens Polen bezield.” HET ENGELSCHE MIJNCONFLICT. Een hervatting van den arbeid volgens de oude loonregeling? Naar verluidt, zal de executie commissie haar besluit tot aanvaarding der voorstellen van de bisschoppen handhaven, hetgeen neer komt op een hervatting van den arbeid vol gens de oude loonregeling, welke gedurende vier maanden van kracht zal blijven, waarna arbitrage zal volgen, wanneer er in dien tus- schentijd geen overeenstemming is bereikt. schrijftafel berg staan. Jijt wij ongestoord en gewaarborgd tegen ongeroepen luisteraars?” vroeg hij, en daar de juwelier dit dooreen gebaar bevestigde, ging hij voort: „Wij behoeven ons, geloof ik, niet met lange en nutteiooze inleidingen bezig te hou den, want de zaak is te pijnlijk, dan dat zij ook maar een overtollig woord zou kunnen verdragen. Gjj staat in handelsrelaties met den kapitein Von Nordenholz?” De waardige heer Klingenberg schudde zijn rils hoofd heen en weer. Jk herinner me da< niet precise. Men zou eerst in de boeken moeten nakijken, om het te kunnen zeggen. Doch bet zou wei kunnen wezen, dat de kapitein eens wat bjj mij ge kocht had. Ik heb in deze kringen een zeer vitgebreide clientèle.” „Neen, neen, mijn waarde heer, op deze wjjze zullen wjj bet nimmer met elkander eens worden. Ook zonder uwe boeken na te slaan, •uit ge me wel uit het geheugen zeggen kun- ^en’ °f mijnheer Nordenholz geld ge- De juwelier kneep de listige oogjes achter de blauwe brilleglazen te zamen en zette overigens het onschuldigste en onbevan- gendste gezicht ter wereld. „Dat is een duidelijke en ondubbelzinnige vraag, mijn wamxlo heer”, zeide hij uiterst be leefd, „en het betaamt mg, dat ik u daar dan ook een duidelijk en ondubbelzinnig antwoord op geef. En dat antwoord luidt, dat ik u tot mijn leedwezen geen inlichtingen kan geven omtrent mijn interne handelsaangelegenhe den.” „Ook niet wanneer dit geven van inlichtin gen in uw eigen belang dringend geboden, wanneer het het eenige middel ware, om voor zeer gevoelige verliezen te behoeden?” „Het belieft u zeker te schertsen. Al denk ik er ook in de verste verte niet aan om mjjn kleinen, bescheiden handel met uw grootsche, wereldberoemde zaak te vergelijken, zoo zal het mg wellicht vergund zjjn, om de alleron- derdanigste vraag tot u te richten, of gij in een dergelijk £eval dat wil zeggen alleen op geheimzinnige bedreigingen af genegen zoudt zijn een vreemde een blik te vergunnen in zlm vratr» iitkv wonb-9,> die niets met elkaar te let te zamen gooien,” wees Mercker hoogmoedig af. „Het zou mg zeer niet, dat langs andere wegen hun recht ge waarborgd kan worden. En meenen zjj ter handhaving van dit recht hunner veiligheid en vrijheid te moeten steunen op een eigen militaire macht, opgewassen tegen elke mo gelijkheid, dan gelooven zij ook niet, dat hun ten slotte een naar verhouding van krachten samenwerken met den Volken bond als uitvoerder, deze heilige bezittingen zal waarborgen. Nemen zij derhalve in deze geestesgesteldheid het ontwapeningsvraag- stuk ter hand, dan negeeren zij meteen de kern'van het Volkenbondsverdrag, dat in de plaats van de oude, zoo barbaarsche en verderfelijke methode, een nieuwe orde van hooge zedeljjke waarde, wil stellen. Daar mee is echter het vonnis zoowel over den Volkenbond als over de internationale ge dachte geveld: „Gewogen en te licht be vonden. eerste plaats, die dat ontroerende stempel van naastenliefde en opoffering op Lourdes drukken. Zg zijn het ook, die dit stadje der Pyreneeën, al te geneigd een wereldscben geest aan te nemen om de talrijke pelgrims misplaatste verstrooiing te bieden, het besef blijven bgbrengen, dat zij deelen moeten in het lijden en de ontbering van ben, hier ge komen om genezing voor zich zelf en anderen te vragen. Het zou inderdaad te betreuren zjjn, indien om practische redenen besloten moest wor den het zieker. *?J te verminderen. En toch is hiervan ernstig' sprake. Het comité met de leiding van Lourdes belast, overweegt name lijk iedere bedevaart overeenkomstig haar aantal deelnemers een zeker percentage zie ken toe te staan. Dit zou voor Holland hoog stens 200 bedragen. De reden? Gebrek aan plaatsruimte in de hospitalen voornamelijk, allen te samen hoogstens in staat een duizendtal te herber gen. - En velen vragen zich af, waarom geen nieuw hospitaal aan de bestaande toege voegd. Plaatsruimte is voldoende te vinden in het park, dat de grot omgeeft. Geldeljjke bezwaren zyn moeilijk aan te voeren. Het is alleen de conservatieve geest der Franschen, die men op menig gebied te Lour des bespeurt. Zeker, de blik van ben, die een halve eeuw geleden den terreinaanleg heb ben verzorgd, is ver vooruitziende geweest. De kerken zyn nu nog groot genoeg de breede scharen pelgrims te ontvangen. Maar itat den bouw betreft der hospitalen, en de inrichting der piscines, is men niet met zijn tyd meegegaan. Alles is juist nog als I 30 jaar en meer geleden. Wij hebben hier over langdurig van gedachten gewisseld met den tegenwoordigen president van het „Bu reau des Constatations” Dr. Vallet, den kun- I digen en yverigen opvolger van Dr. Mar chand, die zoo lange jaren de onvolprezen pleitbezorger is geweest in dienst van de I H. Maagd. Wy wezen hem op de noodzakelükh< uitbreiding te geven aan de bad-inrichting. die inderdaad niet meer aan de eischen van onzen tyd beantwoorden. De piscines zijn te klein en te onvoldoende talrijk om allen vol gens Maria’s verlangen, in het miraeuleuse water onder te dompelen. En dat niet alleen. Ook de hygiënische inrichting laat veel te wenschen over. De verfrisaching van het wa ter is uiterst spaarzaam en de cabines ver raden al te zeer, dat de gewenschte verbete ringen, lange jaren zijn uitgebleven. Ongetwijfeld stemmen wij in met Dr. Vallets overtuiging dat aan den ingang der pisci nes het woord ie aan de H. Maagd en de ge varen niet dienen geteld. Het zou van een gering geloofsvertrouwen getuigen hier aan te twyfelen. Maar ditJieemt niet weg dat de ten dienste staande natuurlijke middelen be smetting te voorkomen, niet mogen verzuimd alvorens op de bovennatuurlyke inwerking te vertrouwen. - Bovendien de beperkte plaatsruimte maakt het de gezonden, waarvan zoovelen gaarne de piscines betreden zouden, schier ónmo gelijk het verkwikkend bad te gebruiken. Waarom naast de bestaande geen nieuwe en afzonderlijke cabines voor hen gebouwd. Eveneens over de wonderbare genezingen spraken wy met Dr. Vallet. En den indruk door ons verkregen is deze, dat hy met de grootste gestrengheid te werk gaat. Wars van ieders overdreven enthou siasme, zich welbewust van zjjn verantwoor delijke taak, eischt hy de onbetwistbare ze kerheid dat een hem voorgelegde genezing niet aan de natuurlijke krachten kan worden j toegeschreveir. Hierop vooral is zjjn streven gericht de deskundige rapporten, de diagnose der ziek tegevallen voor het bezoek aan Lourdes zoo uitvoerig mogeljjk te zien vastgesteld, alvo rens een genezing officieel als bovennatuur- Ijjk te verklaren. Dece zorgvuldigheid In bet verleden wel eens, zjj het dan ook ter goeder trouw en De jaarljjkeche bedevaart naar Lourdes is wederom ten einde. De ongeveer 20Q0 pelgrims, waaronder een 300 zieken zjjn naar het Vaderland terug gekeerd met een bljjde en dankbare herinne ring aan de al te snel vervlogen dagen in Maria’s heiligdom. Getroost en gesterkt zyn de zieken door de bijzondere genade onder vonden. En al hebben geen wonderbare gene zingen den bedevaart gekenmerkt, allen dra den met zich mee de zekerheid, Jat ook dit maal wederom Maria’s steun zich op buiten gewone wjjze beeft geopenbaard. Niet alleen lichamelijke gunsten zjjn hen ten deel gevallen, het zjjn vooral de geeste lijke vruchten, die zich na een Lourdesreis doen gevoelen. Te vaak is de schoonheid bezongen van de H. Sacramentsprocessie, om deze in haar steeds treffende heerlijkheid opnieuw te be schrijven. Onvergeteljjk zjjn die oogenblikken, als langzaam de processie voorbijtrekt, gewyde gezangen weerklinken, de aanroepingen met luider stem worden aangeheven, en het Al- lerhegigste boven de hoofden der zieken, langs de Esplanade uitgestrekt, wordt gehe ven. Rondom de heiligdommen en op de ter rassen voor de Rozenkranskerk zich een dichte menigte te neergeknield als de J bjjtrekt Men moet de zieken hun banden zien strekken in smeekend gebed, hun blikken vol geloofsvertrouwen hebben aanschouwd, om te beseffen wat in die oogenblikken om gaat in hun geest Waar ook de herinnering zal bljjven voortleven aan de uren, doorge bracht te midden der Ijjdende mensehheid, aan de piscines en de grot. Wjj danken terug aan de uaohtelyke aan bidding, den gemeenschappelijk gebeden kruisweg, aan al die godsdienstige plechtig heden, die xich in onafgebroken reeks in de ze dagen hebben voltrokken. Wie zal de eeuwige bekoorlijkheid van Lourdes ontkennen? Hoe vaker men terug keert in het begenadigde oord, des te ster- ker wordt men er van doordrongen, dat daar een bron van hemelsche zegeningen steeds krachtiger vloeit Niet iedere pelgrim kan terugkeeren naar Lourdes, maar hjj die niet het verlangen be zit deze plek terug te zien, is een zeldzaam heid. Steeds groot er wordt de sfroom van pel grims uit alle oorden der wereld. Werd reeds in 1925 de 80.000 overschre den, het jaar 1926 zal nog van een veel grooter aantal mogen gewagen. Vooral het aantal zieken neemt in sterke mate toe. Wie den geest van Lourdes begrypt zal dit verheugend verschijnsel niet genoeg kunnen toejuichen. Zjj zjjn het immers in de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1