4. _L i weder te verhezen. ongegrond is Het ergste geval moet ik Hall, ie slang van prachtige goud- rnaar één enkele e, slijmerige afgrond, roo kegelvormige slagtanden, te blik had in het eselijk buffel (Wordt vervolgd). heen te gaan. nat en sidderend aan mijne voeten, en zag slijk verborgen. als door den slag, openvloog. ;eten „In dat ben ik ook geslaagd 1” water. De zin gehad, was hij ite kind aan de voeten i tranen stonden hem met i af d. Zooals het in Indië hij zeven of acht mijlen HOOFDSTUK X. De tnrkeoixen AandicAoeiwit. den tuin met nieuws^-.-r docht. „Zij is overmoedig en dwaas. zij nu denken dat niemand haar ziet. Visconti haar overal laat bespieden V' Toen trad hu weer m de gang te»** de reusachtig amphibie. Daat lag in al zijn schubbige treld „Vijf jaren [en van i tot een Sterk als hij was. worstelde hij tever geefs, want hij was in de macht van iemand die nog sterker was dan hij Tevergeefs roepen en te schreeuwen hulp te krijgen zijn Alberic Os Safluzzo stouo op den drempel m een schitterende wapenrusting -I „t>! 1 dienst zijn dan die vonden dat alles nog was zooals zij het en stonden in verstoord wezen met veder,” zult hem Duitsche kleed dat voor de deur hing, achter hem. Als met betooverde blikken staarde Giannotto hem aan. ig half verborgen achter mir- testruiken. die in de verdroogde gracht groeiden en tegen den muur opklommen. Terwijl Gianotto daar stond te wachten, trad de gedaante met kap en mantel, Della Scala leeft Het bericht liep als een vuurtje door Milaan en boezemde zelfs de meest onverschilligen belang stelling in. Dus de geruchten waren waar Della Scala leefde Overal sprak men erover op de markt, op straat in de huizen Della Scala’s naani was op aller lippen. Doch in 't paleis van Visconti werd er met over gesproken. Stil en somber als immer fronste het kasteel over de prachtige tuinen, en alleen andere terug. Er kwam een spottend antwoord, op Conrad’s lippen, doch hij sprak het met „Ja, edele heer zij zijn van veel waarde voor ons. Het is reeds erg genoeg dat wij Alberic da Salluzo moesten ver liezen „Zij zullen er toch voor hani zeide Visconti, zich weer verwoei naar zich toetrekkend. „Wat doet gij, en helaas te iaat i De way woont rij F' vroeg hij kostbare buit - de i Tomaso, ab was hij bang zijn vader hun tijd met verspelt hield hem stevig vast nen 1 Terwijl Della - -jleden zacht voort, als krokodillen uit te roeien, weri t geweest van leed en levendiger. Veel werd voorgeslagen, maar gevlekte koningsduiker weinig dat een goed gevolg beloofde. Den de lucht en bespiedde, volgenden dag, na het ontbijt, liet ik mijn den snavel op de borst gedrukt, de vis- gast een galvanisch springtoestel zien, ebt schen onder hem. Daar schoot hij als een ik kortelings uit Engeland had ontvangen, beneden in het weger, maar om daarmede gevaarlijke boomstammen, .teerde met een ledigen snavel terug en die de scheepvaart belemmerden uit de leven zal vloog weg, tywijl hij een schuilen, scherp- --“J- 'L - hij stond klinkenden toon uitstiet, alsof hij zich- tnomfantelijk op, lachend, de hand op het zelf over' zijn vergeefsche poging wilde kleed dat voor de deur hing, achter hem. troosten. Eenige dagen later gat ik op den hoogen Muggers kunnen laten springen F’ -J-:.3-ul-- JL--JL.- Het kleed oplichtend bleet Visconu groote visschen, die zich nu en dan op de geen bezwaar nogmaals staan en zeide met een glim- o| lach die de geheele uitdrukking van zijn gelaat veranderde, „Hier ben ik ook in geslaagd I” en was geruischlooe door de nauwe deur verdwenen. antwoordde Ligozzi door een ellendeling, was, verraden, zoodat tn 't geheim door een bres in den binnendrongen en zich meester nu van I-J* -- den. gereed om op te stijgen’bleven als bijna met gelooven Da Salluzzo lag dood op den grond, terwijl een reusachtige gestalte zich ovei hem heen boog. Zij zagen niet meer dan dat Deze manschap pen hadden onder Alberic gevochten bij Verona zij kenden die gestalte zij hadden dit gelaat meer aanschouwd In den walmenden roortsgloed leek deze ge daante met vlammenschietende oogen zóó onnatuurlijk en reusachtig, dat de soldaten hun toortsen neerwierpen en elkaar in doodsangst verdrongen om weg te komen. „Mastino Della Scala t" schreeuwden zij. „Mastino Della Scala F en vlucht ten zoo snel zij konden in 't duister weg. Mei-feest zag ik 't volk m toe dat de plaats leeg was „Wie is hier F’ nep hij binnentredende uit „Breng uw toorts Francisco was hem echter te vlug al De deur sloeg toe vóór de soldaat het bevel gehoord had. In een oogenblik be- i in schijnsel dat door het venster viel, een zijne nabijheid, dat hij in den val geraakt voor een te monsteren. was. Hij wendde zich om ten einde te „Een ruin F riep hij verheugd uit ontkomen en wilde juist zijn soldaten roepen, toen een ijzeren hand hem bij de keel greep, in de flauwe schemering leek van Milaan vier sluwe levens twee wierp, ervan waren jong. Maar ik, de jongste Eenige dagen na mijn dorst mijn lot en 't hunne in mijn eigen making, zat ik thuis met mijn broeder te drinken, j.-_j r<- »»-<--- - ---<—- Ik ben de hertog besliste ik en daarin ben ik ook geslaagd DE MIGGLB. (Krokodil). r Eenige jaren geleden bracht ik den zo- van een Muggei mer door aan de oevers van de Rohan, een de nabijheid w riviertje in een der nootdwestelijke pro vinciën van Engelsch-Indië hier leerde ik naast hem. Tomaso riep hen opgewonden toe vanwaar hij bij de fiaarden stond te wachttn Nog verder naar binnen tredend boog Ligozzi zich neder tot Vittore die naast hem stond met „Heeft deze Francisco toe ge knepen oogen en een gereeden vriendelijken'glimlach F’ In het doffe lantaarnlicht scheen zijn gelaat een vreemde, opgewonden uit drukking te hebben. Vittore zag hem verbaasd aan en zeide „Hij heeft wel zulke oogen, maar ik heb 4uhcu ct luuu vwt muktn zeide Visconti, zich weer verwoed in zijn stoel terugwerpend de handen als een schroef om de knoppen heengeklemd „Hij kan niets doen, Giannotto. Hij kan de d'Estes met tegen mij opzetten te gen mij Neen Toen Della Scala be vel voerde over negen steden en zijn in komen gelijk stond met dat der Koningin van Frankrijk toen ontnam ik hem alles en moest hij vluchten. En nu is hij een bedelaar voegde hij er glimlachend bij ,,’t Is misschien nog zoo Iswaad met dat hij leeft om 't te beseffen. Het is een betere wraak dan wat ik voor hem had kunnen verzinnen. Della Scala vernederd tot den bedelstaf gunsteling aan ’t hof van zijn verwante om dien te komen ver velen met smeektngen en gebeden een voorwerp van minachtig voor die eerst onder hem stonden 1” Giannotto zeide niets hij kon Zich Mastino della Scala niet voorstellen als een bedelaar, aan welk hof dan ook Verblind door zijn haat vervolgde Visconte Jlaarbij is Carrara, de hertog toen 't paleis in brand stond. Herinnert door een gracht en door soldaten bewaakt, ge u dat nog F* Van de zilveren banier, die onbeweeglijk Ligozzi knikte. Zij hielden hun dolk in v*° den toren in de zomerhitte neerhing, gereedheid. Niemand bewoog zich. Graai daalde Gianotto’s blik naar de wacht Conrad had zijn schaakstukken weer in beneden. zijn wambuis verborgen. Het speet hem Er was een ingang in den toren vlak dat Francisco hem zoo verwoed was ko- bij het paleis, waar ook een wacht stond, men wegsleepen, voor hij tijd had gehad De2e “gang werd echter weinig ga den dolk van prinses Valentine te vinden bru_lkt ,en **r u*lf K~"— een dolk met een smaragd. Die zou nu dienst hebben kunnen doen. Buiten was een stilte ontstaan. De sol daten waren afgestegen, doch hun aan- voerder in den zadel blijven zitten De welke hij daar zag binnengaan weer haas paarden knarsten op hun bit, wierpen ag n“r buiten snel heenioopend langs de hoofden op en deden hun tuig rin- de schildwachten, die met opzet geen acht keien. Alberic' aanmatigende stem was schenen te slaan, om spoedig langs de duidelijk te verstaan toen hij zijn man- slingerende paden uit ’t gezicht te ver scheppen bevel gaf ben gevangen te gaan dwijnen. Het geschiedde alles zeer vlug nemen. de gedaante was even snel verdwenen als Plotseling hoorden zij een kreet. „Zij ^j ze had opgemerkt Een gewoon toe hebben de paarden gevonden zeide schouwer zou het met opgelet hebben. Francisco. Zij konden hooren dat Al- Giannotto’s oogen waren geschoold lentine Visconti. .-Zij moet ze voor een hoogen prijs heb- mg 't hem door j. Waar om bezocht zij den kerker van Isotta ite in achtar- ghmlachen. Hebt gij. Ligozzi in het oor, „Alberic da Sal- dEste’s kerker, de^West-toren. een sterk idioom F’ j luzzo. ’t Laatst hoorde ik die in Verona, massief gebouw, aan die kanten omringd Van de zilveren banier, die onbeweeglijk van den toren in de zomerhitte neerhing, dichters noemen „gelukkig” waren. Ik grepen en verzwolgen. Ofschoon wij wel Ofschoon Hall anders steeds vroolijk zag twee meisjes, de eene donker, de wisten, dat iedere hulp te laat kwam, na- en tot schertsen geneigd was, rookten andere blond. De donkere was met haar 'men wij evenwel onze geweren en snelden wij dezen avond onze sigaren in stilte, verloofde. Zij schenen gelukkiger dan al- naar de rivier. Daar was echter alles even Alleen als een plan werd geopperd om de Ie anderen, zij hadden elkaar hef. Onop- kalm, en de golven gleden zacht voort, als krokodillen uit te roeien, werd net gesprek gemerkt reed ik verder. De meibloesem ware hier nooit sprake stond dik en wit op de boomen. Ik be- dood. Een kleine, spiedde hen door de bloesems heen en zweefde hoog in zwoer „Ik wil even gelukkig zijn, hoe- wel ik Visconti ben ik wil om mijzelf schen -... pijl naar ke van Padua te onontbeerlijk voor de d'Es- tes. Zij kunnen zich zonder hem niet staande houden. Denkt gij dat Mastino hem tot zich zal overhalen Neen, Gian notto, ik vrees hem met Laat Della Scala maar blijven leven van alles be roofd met graaf Conrad als bond genoot l” „Dus zullen wij er hem maar aan geven, edele heer F’ waagde Giannotto het met effen stem te vragen, „’t Is met de moeite waard verder eenige beschouwing te schen ken aan iemand dien men met vreest.’ Zijn immer spiedènde oogen op Visconti gericht, zette hij zich aan de lage tafel neer en trok eenige papieren te voorschijn uit een platte tasch aan zijn zij. De her tog had hem niet geantwoord, had in derdaad zijne opmerking niet eens ge hoord, doch zïFin zijn stoel geleund te denken. Giannotto zag hem tersluiks aan en sidderde bij de gedachte wat er wel in Visconti’s brein kon omgaan Hij vroeg zichzelf ook af wat zijn meéfter wel mocht voor hebben met den armband, dien hij hem had zien verstoppen. De stilte begon drukkend te worden slippen van zijn scharlakenrood kleed met een glimlach tusschen de vingers from melend De geheimschrijver was in een betere stemming dan zijn meester, 't Feit dat Mastino della Scala leefde. Visconti ten spiit, en hem von Schulemborg, een ge heid slachtoffer, onder den neus had ont roofd, deed Gianotto genoegen, evenals alles wat Visconti vertoornde en zijn woe de zoozeer aanhitste, dat zijn secretaris het kon voelen Hij wist dat de hertog alleen was. Het korte gehoor dat hij verleend had was reeds lang verstreken. Visconti had geen vrienden. Zij, die hem noodig hadden, bezochten hem ’s morgens in de gehoor zaal. Voor de rest leefde hij alleen, even als de anderen van zijn ongelukkige ge dacht. Giannotto bleet buiten Visconti's deur staan. Hij joeg den glimlach van zijn ge laat, klopte zacht aan en trad stil en krui pend binnen Niettegenstaande het midden op den dag was, heerschte er volkomen duister nis in het vertrek, want Visconu hield met van zonlicht. Zelfs de nauwe spleten van ramen waren met donker purper be hangen De muren waren bedekt met gebeeld houwde paneelen. Behalve de stijve stoe len en een tafel was er maar een enkel meubel, een lange, lage kist die open.* stond, zilveren kroesen en vreemdsoortig gedraaide'ge kleurde glazen en flesschen vertoonend. Aan het verre eind van het vertrek waren twee deuren vlak naast elkaar. Tusschen deze twee deuren in ut Visconti tegen den muur in zijn stoel gehurkt met vreemde, wtjd-open oogen te staren. Toen Giannotto binnentrad bemerkte hij een armband in zijn hand, een sma- ragd groene slang van prachtige goud- smids kunst. „Een boodschapper van het gezant schap van Bologna is mij komen verzoeken of gij hem uw aandacht zoudt willen schenken, edele heer,” zgide hij, de deur achter zich sluitend. Visconti keek haastig op en be verbergde den armband met een gebaar van woede „Wat? Begint Bologna nu moeite te ge ven?” beet hij zijn secretaris toe. JJfi volgen alleen maar het voorbeeld van Pavia, edele heer,” gaf Giannotto met effen stem terug. „Zij wenschen uwe tusschenkomst in de strijdende partijen van hun staat.” „Mijn tusschenkomst Pa vu verzocht dit reeds, zooals gij zegt, en Bergam ook. Doch zijn die twee, die mijn hulp kwa men inroepen, thans baas in hun eigen steden De burgers van Bologna zijn dwaas,” antwoordde Visconti. Gunotto haalde de schouders op met, „Wat komt dat er voor u opaan, edele heer. Bologna is een rijke stad. Zoudt gij eraan willen denken Gianotto hield de oogen op den grond gericht. Gian Galeazzo liet de bracelet in zijn wambuis glijden en stond op met. „Ja. ik zal eraan denken. Doch voor 't oogenblik zijn er belangrijker zaken te beslissen, dan Bo logna tegen zichzelf op te zetten Gunnotto bleef wachten terwijl de hertog eerst heen en weer bleef loopen en toen plotseling het onderwerp aanroerde dat hem *t naast aan het hart lag n „Denkt gij dat Della Scala mij te slim zal zijn dat hij, als hij Ferrara zou kunnen bereiken, de d’Estes tegen mij te wapen zal roepen?” „Hij had twee uur op ons voor gaf Giannotto terug, „en er kan heel wat gebeuren op den weg naar Ferrara.” „Wie heeft die kerels laten ontsnap- 'pen Leven zij nog hulp te komen Toen hij binnen was en ik over zijn natte kleederen wilde schertsen, viel hij mij kort in de rede „Ik ben volstrekt tot geen scherts gs- stemd. Uw knecht ig verongelukt.” „Verdronken „Neen, door een vreeaelijke krokodil opgegeten.” Hij vertelde daarop, hoe hij op twee hard, zeker ten gevolge van de onverteer- mijlen afstands van mijn woning aan een n zoo gezwollen «as, ij de Üjn vaat, welke Indiërs, om het lijf te zijn dat Francisco hem slechts kort was inderdaad in de val geloopen Hall geleden niet alleen ernstige verwijten ge- verstikt knarste hij op de randen, meer daan, doch zelfs met den dood bedreigd wegens zijn dwaasheid dan wegens *t had. zou zijn waaghalzerij hen wederom gevaar waarin hij zich bevond. Hij wor- aan gevaar blootstellen. stelde om zijn dolk machtig te worden „Gij zult het zwarte paard rijden doch zijn handen werden vat (gehouden voegde Francisco hem op koelen toon toe „Omdat ik liever den ruin heb F* vroeg I Conrad lachend u» „Omdat ik het wenach gal de trachtte hij te om van buiten op stem bleef hem m de keel steken Lang- _t zaam doch zeker werd hij tegen den ver uit, want met een gebaar legde Francisco sten, muur aangedrukt door iemand met die zich luisterend had omgewend, hem bovenmenschehjke kracht. Nog een oogen- het zwijgen op. „Paarden zeide hij blik en de soldaten, verbaasd over ’t ver- ,^ij komen hierheen soldaten I” dwijnen van hun aanvoerder, stormden De anderen, die dicht bij Mkaar ston- de deur bannen Zij konden hun oogen gereed om op tc stijgen. blev*M iso H/wi versteend staan. Ja Francuco’s ooren hadden zich met vergist paardenge trappel dat van den weg aankwam. Het was niet mogelijk langs eemgen anderen weg met de paarden te ontkomen hoewel Conrad hen opgewonden tot oj>- stijgen en vluchten stond aan te drijven Franasco beet hem echter verwoed toe, „Moet ik u soms overhoop steken Deze paarden zijn mij meer waard dan mijn leven en mijn bezit. Waar zouden wij heenrijden *t Water in Neen, ga terug de hut in." Zich tot Ligozzi wendend ging hij voort, „Help mij de paarden vastbinden waar men ze niet kan zien misschien rijden ze alleen maar langs. Het geschiedde stil en vlug. Thans kon men de stemmen der soldaten en 't ge rinkel van hun wapenen duidelijk hooren „Kom, Ligozzi, zeide Francisco, ,mu gaan wij samen soldaatje spelen en zien hoe wij Visconti's manschappen kunnen verslaan. Wij hebben dat spelletje wel eens meer samen gespeeld.” Al spre kende trok hij zijn dolk uit zijn gordel en ging in de hut terug. Toen de deur ge sloten was keek Francisco in *t rond Conrad stond aan de tafel, zelfs op zulk een oogenblik, zijn ivoren en zilveren schaakstukken te verwonen, ze een voor een uit zijn wambuis te voorschijn ha- maar volgens de escadrons ruiters, die de lend. Vittore, die ze af en toe een be- poorten uitreden om de negen steden nog wonderenden blik schonk, stond in stille meer te gaan versterken steden, een- afwachtin^ te staren, terwijl Ligozzi en nisal Della Scala's, nu in het bezit van Tomaso zich aan beide kanten van hun Visconti kon men oordeelen welke be- aanvoerder opstelden. Tomaso zag bleek teekems dit bericht voor den hertog had. zijn lidteeken was duidelijk zichtbaar. Hij Geruischloos door de gangen heen- hijgde van opgewondenheid. Ligozzi's loopend, bleef Giannotto staan om in den blikken wendden niet van Francisco af. tuin te turen, want zijn scherpe blik had Een plotseling geluid van stemmen 'U1st iets opgevangen. Hij bleef achter buiten de hut was een teeken dat de sol- «en purper zijden gordijn staan wachten, daten daar waren. Een stem gebood E*n zet van bloemen lag beneden hem „Halt I” Voor zij er nog waren had Fran- uitgespreid, terwijl verderop een statig cisco het licht uitgedoofd, zoodat de sol- gedeelte van den paleistuin met witte daten in het donker stonden. terassen en cypressen scherp tegen den „Ik ken die stem fluisterde Fran- saffieren hemel afstak Rechts lag Isotta mij met zijn groote, lichtbruine oogan, met een blik vol onvergetelijke dankbaar heid aan. Later werd hij toch het offer tr toen zijn meester niet in was, om hem te redden. Deze feiten verhaal ik alleen, om aan te wtoonen dat de duivebche wraak, die ik voor het eerst den Indischen Krokodil, mij later aan die monsters verschafte, niet den zoogenaamden Mugger kennen. 2 1 Wel is waar, had ik reeds in Europa echter nog verhalen. opgezetten exemplaren gezien en de meest Juist toen de regentijd was vreeselijke en ongeloofelijke verhalen van kondigde mij mijn buurman, hun list en wreedheid in reisbeschrijvingen zijn bezoek aan en verzocht mij hem een gelezen, maar was toch altijd genr';J -*---- weest die vertellingen op één 11 n te plaat sen met die van den vogel Rock en de wilde boschmenschén, die zich stom hou- vroolijk, klein mannetje, met een sterke den om niet tot werken gedwongen te borst en stalen spieren, een volkomen kunnen worden. tweebeemg renpaard. Zooals het in Indie Op zekeren dag, toen ik de Rohan op- gebruikelijk is, kon hij zeven of acht mijlen roeide, zag ik iets, dat er uitzag als een per uur, naast het rijpaard loopende, af- halfverbrande boomstam, op een zand- leggen en dit zoo lang volhouden, dat de bank liggen. Ik roeide er dicht op aan en beste Engelsche hardlooper er verhatari bemerkte tot mijne groote verbazing een over zou geweest zijn. reusachtig amphibie. Tegen den avond bereikte Hall dan Daat lag in al zijn schubbige heerlijk- Zungalo, druipend van het water en met heid een werkelijk vóórwereldlijk dier, slijk overdekt, Dadelijk zag ik, dat ar en Giannotto werd onrustig. Hij was niet achttien voet lang, voor mij. Het monster iets was gebeurd en haastte mij, hem tar in zulk een stemming bevond. Eindelijk kwam de hertog weer tot de werkelijkheid terug met een declamee- rend „Wel, een God kan met meer zeg gen dan „Ik ben geslaagd geslaagd in alles wat ik ondernomen heb I” Dat kan ik ook zeggen. Ik ben geslaagd. Ik be schouwde het leven en heb genomen wat mij aanstond het liefste, het fraaiste wat er maar te vinden was. En de prijs daarvoor wel, anderen hebben dien betaald. Ik ben inderdaad geslaagd I Gianotto schrok van dezen uitval en antwoordde er met op. De hertog was echter geheel vergeten dat hij in de ka mer was en ging voort met jubelende stem uiting te geven aan zijne gedachten „Vijf jaren geleden reed ik buiten de poorten van Verona en daagde Della altemaal praatjes, wat men daarvan ver- echter een dienaar met een weigering en negenheid voor he'ra, dat ilT er zelfs met rend witte tanden en den witten tulband gleed over het troebele water, toen plotoe- ling de bediende de armen in de hoogte een gillende kreet uitatict en ver- 2122, 1 op en deed een'mondje open, neen, een gewonden, werd in het water getrokken en i mij roode, slijmerige afgrond, rondom bezet zag hoe de lange, zaagvormige staart van leven met kegelvormige slagtanden, uitstekend 'n Mugger door het water zweepte. Het ge- om te beseffen dat haar leven in mijn hand ingeriebt om menschen te vangen bij het lukte hem, zich van de üjn los te maken, berust daar ben ik ook in geslaagd I zien daarvan rilde ik reeds. De afgrond en met groote moeite klauterde hij weder Drie jaren geleden, slechts drie jaren, sluit zich weder met een luide klap, het tegen de steile oevers van de Nulla op. stond ik in deze zelfde kamer Toen monster schoot in het water, terwijl het Toen was alles doodstil. De tulband van scheidden vier levens mij van den troon mij een blik vol haat en verachting toe- den armen Sidhu dreef met den stroom -1- -voort, Hall liep hem na, met het gevoel jong. Maar ik, de jongste Eenige dagen na mija nieuwe kennis- van iemand, die op het punt van te ver- OM kseswMA tos «vieeea air olaaaaa «MA* StTOOlUlllll ZOt itt p hand nemen. „Ik zal Milaan regeeren. praten, toen plotseling eene Indische eindelijk gelukte het hem met een stok Ik ben de hertog besliste ik en vrouw weenend en klagend de Buiig oio den tulband op te visschen. Hij bracht daarin ben ik ook geslaagd T' binnenstormde. Zij trok zich de haren uit hem mede als eenige overblijfsel, dat hij Met wijd open oogen en een bezielde het hoofd, wierp zich op den grond onder van Sidhu- uitdrukking op het gelaat, bleef hij dron- de veranda, en sloeg het hoofd er tegen, In een lmr ken van trots zwijgen. alsof zij het wilde verpletteren. Een me- rig nieuws sjxiedig verspreid. De vrouw „Dit is zijn krankzinnigheid zijn nigte vrouwen vergezelde hair, schreeu- van Sidhu vernam dadelijk het eerzucht I dacht Giannotto, doch uit- wende en weenende als bezetenen. Wij dat haar man was overkomen geen woord. vroegen wat er gebeurd was. Een half do- en weenend kwam zij naar den Bungalo Op geheel anderen toon ging Viscon- zijn stemmen verklaarde, als om het luidst en legde haar jongsti ti met een zacht licht in de oogen voort schreeuwend, dat, terwijl de arme vrouw van mijn vriend. De „Wat andere dingen betreft verleden aan de rivier haar gdbd waschte, haar kind, in de oogen, toen hij haar trachtte te troos- -*■ de velden een knaapje van ongeveer een jaar oud, ten; dadelijk beloofde hij gpor haar sa bloemen plukken. Ik wist dat zij, wat de vlak naast haar door een Mugger was ge- haar kind te zullen zorgen. hsrtogin was een rona bevindt, eUendelingen haddetj houding blijft d xai was verdwe- C2 Scala nog bezig was meer tot bezinning te brengen. „Tomaso toortslicht scheen ’t hem nm ^^ij» begon hij. Doch -- Q^,n*sU••” h*ld; sUan’ ^«^'e hem het verhaal, dat Vb- Francisco huid hem aanstonds weer te- - ^r*” w was gen met „Wu meetrok naar de plaats, waar zij vandaan en zich binnen de muren van het paleis be- paard I Er is reeds te veel tijd nutteloos -- ------- C," zeide een valstrik van een verrader Della vol, ik om u Scala rende naar 't punt dat de piekenier - hem aanduidde *t eras onder een bran- „Ja. dat waar doch nu zijn wij dende trap, die aanstonds instortte Ik veer gelukkig nep Tomaso lachend uit bevond mij achter den hertog en kreeg „Maar waarom dexe baast vroeg een balk op mijn hoofd, wat mij op den „liThoiid dol van een ruin als strijdjüard Lugpczi. „waar brengt gij mij met zoo’n grond velde. Ik dacht dat’t met mij gedaan Ik kies rteyen, Franasco F Hij sprak op- tpoed been w“- Doch ik werd door eenige monniken luchthartigen toon en scheen vergeten de hut woi dreigende gedaanten Hij „Naar waar wtj vandaan gekomen zun gevonden, dm mij weer tot het leven - vader, want ik werd als bewaker achter- terugbrachten. Van Della Scala wisten gelaten Uw paard kan ons volgen en ai zij echter mets af hij zweeg stil, het gaande weg-zal ik u vertellen wat er ge- hoofd een oogenblik in de handen ver beurd is” bergend. Zonder verder iets re vragen, volgde „Hebt gij erg getreurd, vader F’ vroeg het pijnlijk stilzwijgen ver- Jiij was een edel vorst. Tomato. Ik moeite deed te luisteren naar wat hij zèïde. zijn vriendschap en toonde zich immer gene, begon met wat er het laatst gebeurd I--ua. - i-- hand was overkómen, riep Ligozzi woed uit. „Ik meende een lidteeken o gelaat te i net zoo donker stort hij zijn ziel aan mij uit Denkt hif, muil van een buiter omdat ik niets zeg, dat ik geen ooren heb, kodil zichtbaar weri r geen herinnering dat ik soms zou ver- jammerlijk gehuil uit en sprong uit het geroofd eenmaal had hij zelfs i geten „In dat ben ik ook geslaagd water. De Mugger zwom snel nauwelijks een buffel, die uit de rivier dronL. Wel tot nu toe hebt gij uw zin gehad, was hij nog een half el van zijn slachtoffer water te trekken bij dia affaire was hij Visconti verwijderd, toen ik mijn geweer opnam echter, volgens zeggen, er zelf het slechtst Licht de schouders ophalend begon hij en op het oog van het monster mikte, afgekomen. Daar het water in de Nuila te schrijven. Toen de bladen gereed Het schot knalde en de Mugger verdween niet diep genoeg waa om den buffel ta doen waren deed hij ze weer m zijn tasch om in de diepte, luchtbellen en een bloed- verdrinken bemerkte de Mngger spoedig, ze door den hertog te laten teekenen. Hij streep nalatende. Juno's zwarte kop kwam dat hij met een te sterken tegenstander te mopperde over zijn afwezigheid, dat hij te voorschijn, hij zwom snel naar mij toe doen had. Vreeselijk door de scherpe ho- wachten moest, doch dorst hem niet te ep kwam tot mijn groote vreugde onver- rens van den buffel gehavend, was hij volgen. Na een pooeje besloot hij echter Met aan land. Het arme dier vleide zich blijde toen hij kon vluchten en Zich in het gaarne met Visconti alleen, als deze zich sliep of deed het ten minste Voorkomen. Ik had wel eens willen weten of hij droom de en wat hij droomde. Wellicht droomde hij van de donkere dagen uit den vóór rijd, toen zijn vaderen ongestoord be- heerschers der wateren waren, of welke visschen hij voor zijn diner zou gebrui ken, of van de vele menschenkindercn, die hij sedert zijn prille jeugd ai verorberd had. Nu eens snurkte hij buitengewoon i_ l.' - bare en zwaar in zijn maag liggende ringen kleine Nulla (beek) was gekomen, die en armbanden van metaal, die de armen en echter door den regen t enkels versierden vap eene, voor zijn ont- dat hij haar te paard had moeten overzwem- bijt gebruikte Indische schoone dan jnen. Daarbij hield F;: —al weder lag hij zoo rustig en kalm, dat men Sidhu, evenals vele hem tot zulke wreede dingen niet in staat had gewonden en gebruikt wordt om zou hebben geacht. Klaarblijkelijk had water uit de diepe bronnen te putten, hij geen gewetenswroeging en waren het Hall kwam behouden aan de overzijde 2 praatjes, wat men daarvan ver- en begon toen Sidhu aan de lijn over te tweegevecht uit. Hij zond telde. Ik kreeg langzamerhand zooveel ge- halen. Het donkere hoofd met de schitte- 2“ voor ±:2 “2 1J-J-1 toen zwoer ik in mijn hart. .„Ik zal dien aan dacht, dat hij kon ontwaken en lust man zoo laag neertrappen, dat er voor hem gevoelen mij even op te peuzelen. Wij ling --- .--la gedachte zal bestaan, zullen zien. Ik plaste met de nemen in het hief, een enkele wensch, „een tweegevecht met water en de slaper ontwaakte. Hij stond dween. Hall, die de lijn om zijn arm had mii I” Ik ben geslaagd I” - Isotta d’Este keek lachend langs heen en ik zwoer eveneens „Zij zal 1< gered had. idisch dorp vooral is een treu- ongeluk, snikkend „Ik wil even gelukkig zijn, hoe- bemind worden Dat blonde meisje zal mij liefhebben zooals haar vriendinnetje haar verloofde liefheeft het 1 mij dit eveneens schenken I" En hij stond 2k>u zij nu denken dat niemand haar ziet, dacht was. zoo snel terugtrad, dat de deur. wor Visconti haar overal iaat bespieden F’ Al dien tijd_was zijn vader blijven - v«r- Idaten baasde, alsmede toen Ligozzi eindelijk unuur nederig ttten P*2“ het paleis, wat de hertog pas te weten hem tegenhouden of waarschuwen, hem im toen ner reeus te iaat was en sues loevoegcnuc, uaua, ia uiu u vlammen stond Ik moest hem het Ik ben Francisco di Coldra en immer bc- bericht overbrengen ik hoop i1 meer zoo tets te moeten doen I Het pa leis stond in lichte laaie, terwijl de her- implaren gezien en de meest ongeloofelijke verhalen leigd ge- bediende met een rijpaard tot op zekere plaats van den weg te gemoet te zenden. Deze bediende, Sidhu genaamd, was een 'vonden zeide schouwer zou het met opgelet hebben. berk uit den zadel sprong. Toen glom er <n deze gedaante was Va- toortslicht door de opening in den muur, 1 v een flauw schijnsel door *t half open dak - - en kwam er een hevige slag op de deur. ben omgekocht ging t her waar Francisco met zijn reuzen-lichaam het hoofd „een heei-hooge prijs tegenaan stond om bezocht zij den 1 Wie verbergt zich daar binnen F* nep d’Este En hij vol| een ruwe stem. „Open de deur F en A~~ -- wederom kwam er een slag, waarop Franasco, tonder dat iemand erop be- P«- togm er nog m was, en het krioelde van Francisco vervolgde thans hadden Vaconti's soldaten. Als krankzinnig ren- xijn woorden een doel „Gij vergist u de de pnns door de straten, wij in een eemgszms mijnheer denkt gij dat gij troepje achter hem aan. Het was u nog aan *t hof van den hertog van Ve- dat gu m deze nederige staan?" B Deze woorden schenen Lagocxi mm ot en wuivende pluimen. In het rookende op den oij de mouw van den arm, waarover hij als een krankzinnige om zich heen te heeft mij verteld” begon hij. Doch plaats leeg w den teugei oeengeslagen htald, terwijl slaan, bereikte hem het verhaal, dat Vw- Franasco huid hem aanstonds weer te- binnentreden. Vin?*kZ1,II2&„<rT>t>^ Wt ea J*" CM>t> ^“Seu persoon de aanvoerder was gen met „Wij moeten te paard I te binnen, Gilliamo F *ond m.eI gevangene Dit wis echter vw^ld^-” en”hij ttad’naar' btütiiTg^ dood tijlg zeide een valstrik van een verrader. Della vnlgd dryw- de anderen. Conrad vnn Sr hu- vtftore „Tomaso heeft vreeselijk om u Scala rende naar 't punt dat de piekenier I en borg stond de paarden in het doffe greep da Salluzzo, door ’t ademhalen getreurd, en ik ook. Atonn 1 L.—.J Lil 2— U was. Hij wendde zich om ten einde te rivier te verwijderen. Ik verklaarde hem het gebruik, toen hij plotseling uitnep „Daar hebben wij het 1 waarom zou den wij niet, in plaats van boomstronken oeverrand van de rivier en schbot op”de Ik'verklaarde hem, dat ik~er volstrekt J m zag. De vraag was echter oppervlakte van het water vertoonden, op welke wijze. Hoe meer wij het plan be- Mijn jachthond Juno apporteerde dan den spraken, hoe meer het ons beviel en uit geschoten visch uit het water. Eens was voerbaar scheen. Zoolang die monsters hij reeds over de helft der rivier gezwom- rijkelijk voedsel op één plaats vinden, ver men, toen op zes passen stroom-afwaarts laten zij die met, en spoedig vernamen wij, Zich aanstonds uit de betoovenng los het water plotseling heftig bewogen werd, dat de moordenaar van den armen Sidhu rukkend fluisterde Giannotto, ^.Waarom en tot mijn grooten schrik de kop en open in den omtrek van de Nulla wel bekend tngewoon grooten kro- was. Op onderscheidene tijden hsd hij rd. De hond stiet een geiten, schapen varkens en zelfs kinderen Ugozzi ben Zijn hart was veel te vol om Tomaso te spreken Het feit alleen dat het zijn brekend, zoon was. die tot hem sprak, vervulde ^222 hem met zulk een vreugde, dat hij geen ben hem alles verschuldigd Hij bood mij Toen Tomaso echter zooals alle jon- moedig en gul even sterk als zacht- J moedig en vóór alles een man van eer was, namelijk wat hem van Visconti’s Of hij hield zooveel van de hertogin en i ver- zij leeft nog in gevangenschap in Mi- ---op uw laan 1 Maar Della Scala Hier zuchtte aten, hoewel onduidelijk, daar hij diep en stond op als om de herinnering ts. Dat is nog een andez van al dit leed van zich af te schudden ding dat ik met Visconti te verrekenen „Om echter tot uw redding terug te ko- zal hebben F men vervolgde hij, „een zekere Fran- Tomaso bedekte echter de gebalde asco di Coldra, zegt gi; vuist met kussen en zeide „Nu kan ik ik hem ken Hoe ziet hij eruit hem vergeven, omdat gij niet in Verona I zijf otBgtkotncfi. „Het heeft met van Visconti algehangen cisco en den dat er_nog eenig levend wezen ont- komen I” gaf zijn vader terug. „Doch ga Tomaso, „met dik bruin haar en zware voort met uw verhaal, Tomaso Wie is oogleden. Ik vind dat hij een knap ge- deze Francisco, dien gq zoo dikwijls zicht heeft, ernstig ea treurig. Hij ziet er noetnt uitgppui uit, als door ziekte uitgeput. De Tomaso vertelde met gretige lucht- graaf denkt dat hii voornamer is dan hij nattigheid alles wat hij maar vertellen voordoet doch ik weet het met.” kon. Voor zijn verhaal ten einde was be- -'_2_' »etkten tij de open ruimte bij de hut en daante teekende zich af. „Als het 1•»-- w - - verlaten hadden De" paan veiligheid ea mets scheen „Francisco zal verheuj ruik een aanwinst als l zeide Tomaso met trots van trai „Ea au nu Francisco aanstonds terug- nep hij na een oogenblik uit. „Het lijkt r: z: rara F* vroeg LÏgoeu zult ontmoeten.” Ligozzi bleef een vreemdsoortig stil- en ik zal u wat voedsel geven, wij heb- zwijgen bewaren. Hij trad een weinig van ben^reeds gegeten.” de deur terug. Haastige voetstappen deden i r Toen neer en volgde Tomaso met liefderijke zag Ligozzi een hooge gestalte door 't blikken, terwijl deze de schamele hoornen donker nader treden, een kleinere man - -- 1^—1- t-L— - - - - I en op de _2_ dof licht i veel te lang uit. wat dan?” en hij zegt dat ïF Al spre kende liep hij met Tomaso naar de deur om in 't donker te zien. Wat kon Fran- graaf zoolang tegenhouden „Hij is groot en sterk,” antwoordde oogleden. Ik vind dat hij een knap ge zicht heeft, ernstig en treurig. Hij ziet er uitgjtput uit, als door ziekte uitgeput. De hii voornamer is dan hij - -1 ik weet het met.” Ligozzi bleef zwijgen alleen zijn ge- J *2L geval is, zooals gij zegt, Tomaso,” merkte hij ein delijk op, ,4s ieder oogenblik van uit stel gevaarlijk Uw vriend blijft lang uit Om zijn ongeduld eemgszins te ver luchten trad Tomaso naar buiten en leidde de paarden naar voren. „Ik geloof dat zij in aantocht zijn ZMK, rijden wij dgn dadelijk naar Per- een droom, vader,'dat gij Francisco hier rmit ontmoeten.” „Intusschen moet gij uitrusten, vader Ligozzi bleef een vreemdsoortig stil- geven. Wij heb- zwijgen bewaren. Hij trad een weinig van de deur terug. Haastige voetstappen deden „Ik ook beste jongen Hij zette zich zich hooren. het kraken van takken en echter op een der ruw-bouten kruljes *t geluid van neergetrapt gras. neer ea volgde Tomaso met liefderijke zag Ligozzi een hooge gestalte |1»« M. W W <4 lantaarn van den muur afhaalde, aanstak en op de tafel neerzette, vanwaar het een dof licht verspreidde. „Francisco blijft veel te lang uit,' zeide hij. „Als de sol daten hier weer eens kwamen zoeken op hun terugweg, wat dan „Dan komt er nog een gevecht en half-toe, dan wint Franasco natuurlijk weer—” verzekerde Vittore Ligozzi lachte en zeide, „Ik ben dezen Franasco heel warverschuldigd. Hij moet een moedige kerel zijn en hij heeft u goede zorgen allebei gered. Hij Verona, zegt gij?” hij u kent, hij kent uw naam. Hij is di Coldra Hij heeft u gekend en Della Scala ook!" Bij *t hooren van Della Scala's naam vulden Ligozzi’s oogen zich met tranen Met onzekere stem zeide hij. „Ik heb asco naast wiens statige gestalte alles Na een oogenblik van stilte riep hij vol vreugde uit, „mijn vader, uw idachte aan Della Scala laatste aflegde om ons te gaan zoeken komt van Verona? zegt gij 1* hem nooit zoo zien „Ja, vader, van Verona. Hij zegt dat hem dan toch gekend, oom i k.*; v—wh - a. gfioof het wel antwoordde Ligozzi met gebroken stem, .uk meen hem mij te herinneren aan het hof van Della Scala waarop Tomaso de vulden Ligozzi’s oogen zich met tranen, hut weer binnentrad, gevolgd door Fran- Met onzekere stem zeide hij. „Ik heb asco naast wiens statige gestalte alles en Della Scala ook goed gekend en zeer lid- iedereen in ’t met verzonk. „Vader 1” gehad Na een oogenblik van stilte riep hij vol vreugde uit, „mijn vader, ging hij voort. „Behalve onrust over uw die uit Verona gered werd en dien heelen lot beeft de gedachte aan Della Scala weg i mijn hart uitsluitend vervuld deze laatste Franasco trad met een onderdrukten droeve weken. Ik ben tegen alles in blij- uitroep terug. De vertoornde uitdrukking ven hopen dat hij ook ontvlucht is, even- op zijn gelaat verdween aanstonds. Met als ik doch er komt geen taal M tee- scherpen blik de gedaante in 't duister ken dat hij nog leeft.” beschouwend nep hij met schitterende „Dus gij hebt met gezien dat hij omge- oogen uit. „Ligozzi I Ligozzi leeft I” komen is r’ vroeg Tomaso zacht. .£en wonder, met waar?” kwam To- „Op dien vreesehjken nacht van den maso tusschenbeiden. .En nu blijft hij bij val van Verona verdedigde Della Scala ons hij is u dank verschuldigd, heer zelf de poorten hij vocht als een leeuw F Franoso evenals wij.” -„Hij werd echter AJ ^2 _2_ L die in zijn, dienst zwijgen, wat Tomaso eemgszins Vwconti’s sbh en eerbiedig naar voren trad en Franasco de hand ophief, als wilde hij j kwam toen bet reeds te laat was en alles snel toevoegende, „Geen dank, ik bid u in vlammen stond Ik moest hem het Ik ben Francisco di Coldra en immer be- "i hoop nooit reid hen te dienen, die Visconti haat.’ zi bleef met ontbloot hoofd als staan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 7