De Adder van Milaan iSsssi t NUMMER X ZESDE JAARGANG 19X T 1» VOOR DE HUISKAMER de na- beet de hoofd- ver- X lai zich af zijn *t te leeren als wij maar een schaak- :1 mij sinds „Ik dacht hetzelfde van u mijn zoon,’ 1 den knaap vroeg de rieten deur der hut open en vond den „Een geboren aanvoerder, vind ik w nu tn, rder uit de buurt raakten „Waar hebt gij deze prachtige paarden - - me geen antwoord?” snauwde hi) Saba kaki IN DE WITTEBROODSWEKEN. Hi schat, als we in het hotel komen» laten we niet den indruk maken van pasgehuwden. Prachtig kind. Draag jij den koffer dan. „Wat is een synoniem,” vroeg de leeraar „Dat is een woord, dat je gebruiken HOOFDSTUK DL Een doode die terug*»au. Met Vittore’s hand in de zijne tuurde in werkelijkheid zoo onverschillig te zijn. Ik ben echter van oordeel dat niets erop aankomt „Behalve ons nu in gereedheid te hou den om te vluchten viel Tomaso hem 6) - ik ga het halen F riep Conrad uit, oogen schitterend tafel_ afspringend. zesde Tomaso, de deur met uitgestrekte armen versperre cisco beloofd de Gastheer „Nu Kareltje zeg eens, hoe Kareltje „28 jaar.” Gastheer „Maar Karei, bij jonge da mes zegt men om ze genoegen te doen «mHm» Kareltje'„Dat heb ik al gedaan F EEN UITHANGBORD. Laat u niet bij mijn concurrenten be gaat het met planter hem daarop de volle overtuiging, dat hij batterij. Aan het tot aas dienende geitje was een boei gevestigd, om steeds aan de plaats te weten, waar het zich bevond. ging ik nu ic werk om den Mugger niet te storen gelukkig scheen hij die uitmuntend geschil diner te i einden der geleiddraden in handen had, lachte ik bij de gedachte dat de Mi zich op twee vademen diepte onder waande en er zeker niet aan dacht, dat n. Op t kantoor hoofdman naar i .oeg Francisco scherp. „Hij i i mogelijk heid hem tegen te houden, heer Fran- „Terug naarde villa Is hq gek ge- __1F Met wringende handen riep Tomaso DAT LIEVER NIET. „Och, hoe dank ik ie,” zei de heer tot Ziehier mijn bekro ning, neem m’n dochter tot vrouw." De jongeman keek even naar de jonge 1 dajjnj de oud* heer bij z’n lurven. „Hè, wat doet uF „Je d’r weer ingooien,” was ’t korte bescheid. 'in vlucht voortzettend, terug. .Natuurlijk.” „Wel dan is ’t ook met noodig dat we *t allebei doen F aangetekend, zich had opgehangen om dus zijn gerechte straf bij de menschen te ker met zes pond kruit en bevestig, de geleidende draden. Ti persoon in kwestie nog zoo oud, toch zul len ze U vertellen, dat er tooverij in ‘t spel was. Ik glimlachte dan ook, en dacht. regelmatig was. te lijden, zonder ie langs het bijna donker was konden zij toch nog -passen yQ. soldaten in de buurt vannacht,” man. Laat ons terugkeeren, Vittore. Zij hadden zich reeds omgewend, toen tz ïcxd van zijn neef nog stijver beetpakte met een half-gesmoord „Kijk •laats toe en vroeg met 'ie ie daar Ik ben een EEN SECURE. Ze moesten een opstel maken over Jatu Dat van Jantje begon aldus „Ons huisgezin bestaat uit drie per- gaan 1" „Het it vlak bij lachte Conrad, „Frandsco zal misschien pas over een pear uren terug zijn. Moet ik al dien tijd TOOVERIJ IN OEGANDA Father I. Kerkhotf vertelt tn de Anna len der St Joseph-Congregatie Kom spoedig, i sterven.” „Wi te zoeken, die hij wilde terug- Met ingehouden vreugdesnikken had de armen om den hals van zijn der geslagen, die hem met uitbundige ijdschap aan zijn bont drukte. „Men zeide dat gij dood waart, vader" NOOIT AF. zijn jongen redder, wiiien- «Het werk van een vrouw is nooit af,” ning, [loeiend «i als verontschuldiging, dat de maal- De j tijd een half uur over tijd eerst kon begin- dame in kwestie en nen. „Dat kon ik proeven, antwoordde hij, terwijl hij de groenteschaal van L—- schoof. HET GOUD EN HET HUWELIJK. Professor tot student in de scheikunde Zegt U mij eens in welke verbinding lost Student In het huwelijk. DUIDELIJK. Dame „Ach dokter, ik gevoel eenigen tijd zeer onwel, ik heb geen eetlust en als ik iets eet, smaakt het mij niet. En gaat het met mijn man ook. Van het i kan het niet komen, ik bereid het zelf. r.- de korst brood gekomen was, zeide HOE LANG REEDS DERTIG JAAR. Rechter „Uw ouderdom F Bedaagde juffer „Ik ben dertig jaar oud;” Rechter „Sinds wanneer fluisterde Vittore r. .'omaso bleef echter stil zwijgend tegen den boom aanleunen «F -- ----.jgenstaande het duister kon Vittore lig voor zijn smeek en toe „Maak u niet Tomaso zijn vriend weggaan in de rich- zien dat hij doodsbleek was en beefde. 1 was. „Kunt gij mij soms terechtwijzen F uit ’t vroeg de vreemdeling „ik kan u voor uw hulp betalen.” „Antwoord hem”, fluisterde Vittore met „Wij opgewondenheid, „hij ia een Florentijn, lsH f” one nwan HmM« Tomaso trad naar voren met„Het is eigen schuld dien vreemden fat te ver- namer dan hij zich votwdoet. Nu willen vr trouwen Nooit nog hadden de kna- de paarden hier laten, achter deee kjetaiij». pen hem zoo bewogen gezien, en zij dor- boom en naar den weg loopen cm rood «♦am Peen wcmrrl ¥A<T0am 7ïaHamHa im«i toorn zeide Frandsco eindelijk „Wij zui- -ui wegrijden.” Doch terwijl achtend aan. „De Franschman is nog niet vest ts uit een enkelen steen gesneden, hij Tomaso verzocht te paard te stijgen - - -•- >- en mtusschen zijn eigen zadelriem onder- geven als ik hem verloren had I” zocht, bleef hij nog even wachten, onbe- Tomaso met scherpen bh'k den w«g~ naar „Prinses Valentine zal 't u zeker ver- slist, wat te doen, waar Tomaso zich over beide kanten af Verboreen tundL de geven, eijele heer, als gij haar uit Milaan verheugde, want ’t deed hem leed den helmen aan den weg, konden 1 komt bevrijden," gaf Tomaso op korten lichtzinnigen graaf aan zijn lot over te gerien te worden, iedereen toon terug. „Waar zou haar geschenk laten. Hij waagde te zeggen „De dolk twam nauwkeurig gade slaan. Hoewel toe dienen als gii er weer door terugvalt in was ’t geschenk van een dame van VSconti’s handen 1” prinses Valentine. Hij kon ’t niet over Hn „Onzin Visconti Visconti l.... rijn hart verkrijgen dien achter te laten.” m dien naam heb ik nu lang genoeg moeten „Hij zal spoedig genoeg wenschen dat fleerde Tomaso „zij zijn verderop gé- aanhooren Ik wil het geschenk van mijne hij hem achtergelaten had merkte - geliefde terug hebben het strookt noch Franasco grimmig op. Aanstonds ver- „Met is een geval van leven of dood, met mijneer i r graaf Conrad”, gaf Tomaso met nauw als buit agnter te laten voor een of anderen moeten hem terughalen. Wij kunnen niet verholen toorn terug. „Ieder oogenbhk huursoldaat en 't schaakspel ook een wachten en het is te ge vaar lij' kunnen de soldaten weer hier terug ko- schaakspel dat de Keizer mij gegeven ter te laten, zoowel voor hemzelf als voor a» Hiapen mwtrouwend achter d» honwwn -heeft gij zult het prachtig vinden - *--- ivoor en zilver dat breng ik ook mee. Het zal menige vervelende uren, c. deze, opvroolijken. Hoe kon ik ze „Franasco kan ieder oogenblik hier -- en ais gij niet terug zijt, verliezen wij 8»> rranosco op vurevreoen toon, terend en Vittore hurkte met s „Ik ben u allen veel te veel schuldig om M. Daarbij heeft hij ons bevolen te «Houdt de oogen goed open,” maande hij neder. onbeweeglijk zij wachten hun aan „als d- u...„--- Bq deze woorden, trok Conrad de keeren, komen zij van den weg afGa er hebben, want de ruiter steeg af, kwam schien, gij zijt"nog maar een~knaap en weer hier terug om op ons te wachten. J^chte" stem'iT’ van nederige geboorte. Ik ben von Schu- Bmd ,de paarden sekuur vast en geef hun vriend.” lemborg en neem geen bevelen aan Zijn te drinken. Zij kosten mij heel wat ,,R»n Florentijn --1J over zijn verachte w«gde hij erbij op zijn verbonden arm met blijdschap. Tc wambuis, liep hij naar de deur, duwde wijzend. L Tomaso opzij en riep hem, onverschil- Wanhopend van spijt en ergernis zag nietté| ---J.. ongerust ik ben al lang terug voor de ting, waar de graaf heeni strenge Veronees weer hier is I Als ’t nog Zijn hooge gestalte - licht genoeg was zou ik tijd hebben u gezicht verdwenen. het spel te leeren voor hij terug is.” Toen zagen de twee knapen elkaar „A-rnronr^ Mm", fiuiurdt Vinnca mat „Ik wil geen les hebben van iemand, angstig aan en riep Vittore uit „Wij opgewondenheid, „hij is een Florentijn, toomloos ongeduld staarde hij het kastan- die zijn eigen plicht zoo weinig kent F hebben een vreeselijken dag gehad hij zal ons geen kwaad doen.” jelaantje af. Tomaso diep vertoornd terug. „Gij zijt niet te beklagen 'r gaf de Tomaso trad naar voren met t Jiet ia Kunt gij schaken vroeg Conrad Het «chter even ónmogelijk hem andere met bitterheid terug. „Frincisco iemand dien wij kennen of anders P Wendde rich met MW K1*"11’011 °P de ‘‘PP*11 Wuifde hij Tomaso wendde zich met verbazing Toraaso vriendelijk naarhemop.De Duitsche edelman scherts- Weg niet meer te zien en niet meer te zeide en begon met groote opwinding weg, die te zeker. f-- --- „Schaken?" herhaalde Tomaso, „neen, en nog wel op zulk een oogenblik I Ter- nog niets gevonden. Franasco bleef in vast edele heer Von Schulemborg was we derom op de tafel gaan zitten en bezig zijn fraaie hand te bekijken. Luchthartig het eene been over het andere heenslaand zei- pervlakte zichtbaar werden. Luid juichen- zak. Kort daarop echter werd Silasi, die „O, n de vischten de inboorlingen groote stuk- de rupie in 't geheel niet had aangeraakt, mortale. ken van de geschubde huid op, terwijl een ongesteld, en wel zoo ernstig, dat ik hem hunner ons onder vervaarlijk geschreeuw (zooals boven reeds vermeld is) juist vóór de met koper ingelegde yatagan van den z’n dood de laatste H. H. Sacramenten armen Sidhu bracht, voor ons een bewijs, kon toedienen’ Opmerkelijk was *t echter, dat wij zijn moordenaar gestraft hadden, dat Sabakaki de volgende dagen niet op Door den stroom werden spoedig de af- 't werk verscheen. Dit had tengevolge, grijselijke overblijfsels van den Mugger dat de hoofdman der plantage naar z’n hut aan ons oog onttrokken, en hadden wij, werd gezonden om de reden van zijn weg- of ander werktuig aan de klasse. De hand na nog eenige dergelijke aanslagen, de blijven uit te visschen. Bij de hut gekomen -J voldoening te vernemen, dat de veiligheid sommeerde de hoofdman Sabakaki luid- draaiende, merkte hij aan op de rivier zich aanmerkelijk had ver- keels om zich te vertoonen. Daar hij geen „Je riel dat deze auchise w—» - beterd. antwoord ontving, duwde de hoofdman wogen door een kruk.” kunt in de plaats van een ander, waarvan de rieten deur der hut open en vond den Hij begreep maar niet, waarom de heele met g°«d weet hoe dat geschreven wordt toovenaar neergehurkt ia een hoek zitten, klas becóa te lachen. antwoordde de leerling. staan kunnen komen. Maar t was mijn graaf beeft zeker gelijk hq is voel voor- sten geen woord zeggen. Ziedende van te zien.” „Dat zegt men F voerde Conrad min- nog nuttig te pas komen ook het ge- len zonder hem eens in Italië en er kan nog heel wat ge- Prinses Valentine zou ’t mij nooit ver beuren voor hij hier komt.” Tomaso stond op en ging ongerust naar buiten turen. „De zon is bijna onder” zeide hij „’t is tijd dat Franasco terug komt.” Uiet is vreeselijk vervelend F gaapte Conrad. „Was ik maar met hem meege gaan, dat zou minder vervelend geweest zijn das hier te blijven wachten." „Het is een geval van leven of dood, EEN KRUK. Een niet snugger docent verklaarde een aan het^ handvat brengende en dit rond- „Je ziet dat deze machine wordt be- „Neen kmd, dat is met onrechtvaardig. Ik heb door met ie te trouwen, een rqk weelde veroorloven, maar jij hebt een sr- DE OPLOSSING. Huurder (tot huisbaas) ,^oo kan het het water een hal ven meter hoog. Mijn Hppen verdrinken.” Huisbaas „Neen, zoo inger. Weet je wat je doet Huurder Huisbaas „Neem eenden.” „Goede hemel F riep Mtt „tot op dit oogenbli meer aan prinses Vi schaakspelen brengt ’t van te scheiden ik zwoer 't bij mijn :iin maag gi hadden, waardoor zij midden,in zf 1 kte romh ee semstraal konden zenden, die 1 stukken moest scheuren. Nu bracht ik de onheilbrehgende dra den met elkander in aanraking, en volg was schitterend. Wij gevoeld schok, alsof iets van den oeverrand rolde unuci ccn 4Wddl, UVl gviuiu rmuvi JMXti midden op de rivier een bolvormig, slij- vallig kerig water, waaruit zich een zwarte rook- m de wolk verhief. Het water golfde en schuim- blijd over z’n vondst, nam ze dadelijk op, de, terwijl bloedroode vlekken op de op- toonde ze aan Silasi, en stopte ze in z’n van nederige geboorte. in de rede. „Frandsco wenschte dat wij bij mantel heenslaand zijn terugkomst gereed zouden zijn om aanstonds in den zadel te springen.” „Ja, ^at weet ik. Qnze vriend schijnt gewend te zijn bevelen te geven,” merkte hq op. Hij was weer in een oppervlakkige bui vervallen. Tomaso antwoordde er niet op. Met hij zijn lederen wambuis. „Toch zou ’t vreemd staan ia zulk een Heeding schaak te spelen”, voerde hij aan met zijn hielen tegen de tafel schoppend. WeSerom een stilte, terwijl Tomaso - aog immer aan de deur stond, onverschil- hoewel ’t mij den heelen dag heeft ge- wijl ik deze drie losknoopte. De Ug voor Conrad's opmerkingen in de kost. En nu te paard zonder verder een i steeds toenemende schemering turend, enkel oogenblik te verzuimen. Waar is mige lagen op den grond te snurken. Zij laren niet I-t As» tï .Graaf Conrad stamelde Tomaso plotseling 1 - wwu mvuivu vaua uil schreeuwden ons na en joegen ons einde- „Wat gebeurde er toen F vroeg so beianpteiiend. „Ik ben zoo blij dat gij moed getoond hebt, Vittoee. Wat gebeurde lig voor Conrad's opmerkingen in de kost. En nu te paard zonder verder paarden. Toen vroeg Frandsco of ze za- „Vader I.... kent gij mij niet?" r zen met hem wilden doen en bood hun „Mijn zoon Tomaso r twee andere aan de hand leidend, geld aan doch zij lachten ons uit reiziger uit, vatte hem met bevend aing. schreeuwden ons na en joegen ons einde- den bij de schouders en i. geslaagd, lijk weg. Frandsco stond voor mii ter- de oogen. „Tomaso 1” juichte hij met I soldaten trillende stem. „Tomaso eindelijk L.” Zij hadden elkander ia maanden en i,---- - - - --- pScn op z’n minst in twee Conrad opeens graaf Conrad?” dachten dat wq weggegun waren, toen jaren niet.%e vader had gediend aan een ik heb ik er met „Graaf Conrad stamelde Tomaso plotseling zijn stem bleef van opge- verafgelegen hof, waar ’lot hem had gedacht 1 Het geschenk van half weenend van ergernis, ^raaf Con- wondenheid steken.... heengevoerd om roem en geld te verwer- 'alentine - sprekende over rad „Wat gebeurde «r toen F vroeg Torna- ven de zoon was in Florence gebleven, - t me opeens te „Wel, wat er met hem gebeurd F sobelangsteUend. „Ik ben zoo bQ dat gij waar hij van jongen toe man vm opge- binnen ik heb gezworen er mij nimmer vroeg Franasco scherp. moed getoond hebt, Vittore. Wat gebeurde grodd. Sinds Verona gevallen was, had wm te scheiden ik zwoer t bij mijn „Hij is naar de villa teruggegaan om er Tomaso over zijn vader getreurd den leven I En ik liet het in de villa achter I" iets te halen. Het was een ónmogelijk- JMj zagen ons. Drie soldaten kwamen kende dat hij was omgekomen dZ» had „Wat'hebt gij achtergelaten?" riep To- heid hem tegen te houden, heer Fran- op ons af er was een gevecht en Fran- van zijn kant rondgezworven om de twee maso verschrikt en ontdaan uit, „wat. en cisco hij ging heen doch nu oso» - waar „T_. „In de villa ik weet waar het is worden ik ga het halenriep Conrad uit, met L__. oogen schitterend van opwinding van de uit „Om een dolk te halen en een schaak- af boe weet ik nog niet. Hij it een reus 1 vader tafel afspringend. gedenk wat gij zegt edele heer I nen I" 1.1 Met een uil ■end. „Wij hebben Fran- dsco af. noch met mijne liefde dit zachtte hij echter en zeide toen „Wij Vittore de Mod - xccxa hem terughalen. Wij kunnen niet wachten en het is te gevaarlijk hem ach- d^'komt wn ruiter' aaimjdïn.”'TSw5 men." beeft gij zult het prachtig vinden bleven wachten om hem veilig voorbij te „Vergeef mij als ik u met mijn schijnba- 'J0* 7 breng ik ook mee. .7°®»*» dt toewerpend, tilde den rijden, zagen zij hem tot hun ontsttl- „vergeei mi) I«u mei mijn saujnoa Het mem„ vervelende uren, evenals b>l Vittore van het paard af met „Loop tenB -jjn rolrf[ houden en dadelijk «onyt.s.hilligheid erger, zeide:von deze, opvroolijken. Hoe kon ik ze daar een beetje rond7 Xa^ m^Tscb™^ bliTdTtaSe Schulemborg met een vnendelijken glim- zoolang laten staan F „Zal ik hem gaan halen, edele heer F richting turend. lach van de tafel afspringend, een vrien- „Franasco kan ieder oogenblik hier «Hij gauwer meekomen als ik zelf „Beweeg je niet," beval Tomaso Duw- delijkheid die hem immer vrienden won. zijn, en als gij niet terug zijt, verliezen wij 8*>” zeide Frandsco op ontevreden toon, terend en Vittore hurkte met stillen anget T'—oogen goed open," maande hij neder. Hoe onbeweeglijk zij ook bleven wachten hun aan „als de soldaten weer terug scheen tOch een of ander hen verraden te Dij iakc womiÓcix, trok vonrad de hennen, want o< wenkbrauwen op met „Bevolen I U mis- even heen om rond te kijken en komdan n„r jchuil, ïk ben ronSchu- Bind de paarden sekuur vast en geef hun ^nend.”'™ I sst fA rleinlrAn 7«« IrrNctAvs mt’i IvaaI tstM vs t op be- „stel ie dan toch een boodschapper in haast. „Silasi woont te nu toch niet zoo kinderachtig aan", her- huwelijk gedaan, dus ik kan me eenige t-A lö 1 M TTJ. AAA„ Ja aaJaa IV Iaaa ^»Aa1z4a «MAA* 1«a$W AA a AA. zal niet lang meer Teven, want zijn borst Honk het andermaal, „maar de god Nu- men drommel getrouwd en alle reden om dien het water zoo veel dichter is. opgezwollen.” antwoordde de man hij- dronken of krankzint gend en bijna uit één adem. Klaarblijke- man hem toe, en ging lijk was hier geen tijd te verliezen. Daar halend heen. Op t kantoor gekomen ver een bediening ons dagelijfcsch werk ts, draaide de hoofdman naar des negen ge- er oorlog kwam, zi :d gemaakt, haalde ik in een oogenblik de H. Oliën en woonte bet geval en vertelde dat hij ziek ah. een lafaard NIET NOODIG. i een kastelein, -et uit de straat schoten, door hunne beweging toonende, de me toen’t volgende geval. vreeselijk schouwspel Sabakaki had rich pp< man bola, je hebt je dat de Mugger de rivier afzriom. Zoo snel Eenige dagen geleden was hij na vol- verhangen aan een balk van z’n hut. Feit bier nog niet betaald ik slechts loopen kon, volgde ik den Mug- brachten arbeid op ’t kantoor van eed was, dat de toovenaar vernomen hebbend, ,.«™b* b^aa d fleP “e *nde*' ger sj dat ik 1 T een zeer steile plaats van den oever stil- bevond, die bij den planter aan 't zwetsen aangerekend, zich had welke hij De planter lachte hem ontgaan. bakaki op boogdravenden toon, dat hij oogenblikken hoorde ik echter de koelies den. De planter, hem beschaamd willen hoofd boven den oeverrand .yertoonde, ijzer brengen. En werkelijk tot struikelde hij en viel op den grond. Ik bazing nam Sabakaki dit stampvoette van teleurstelling gelukkig in de hand en likte het met - A-Jl— UaaaJAaaaIJIA •zijn hulp bracht ik de batterij weder in or- waren, liepen nu van schrik weg onder 't a. „Toovernaar, toovenaar HUWELIJK. HET VOORBEFI D De blanke was voor eenige oogenbhk- Professor tot student in de scheikunde De-nrofessor m de had jld geslagen, en Sabakaki, met Zegt U mij eens m welke verbinding lost ï0^ rokteen voSr Sh^ dro^E kend weft een indruk hij op KOU<j het snelst oo soorten rotssteen voor zich op den lesse- den planter gemaakt had, zette een hooge Student In het huwelijk. lg^n beSchru^u<^J ,tu* -«-« 1-4 ^iuucui in net nuweujz. denten Op een oogenbhk, dat hij zijn rug uitmuntend geschikt te vinden, om zijh kon dooden, zelfs zonder hem aan te ra- DUIDELIJK. gedraaid had, legde een der studenten een verteeren. Toen ik eindelijk de ken. „Je hegt, kerel,” riep de planter, die Dame „Ach dokter, ik gevoel mij sinds jfok ou“ ro88ebrood “ast de verschiHen- a nu duidehjk xag, dat de neger hem een eenigen tijd zeer onwel, ik heb geen eetlust de steensoorten. ugger „truc” had gespeeld. „Goed,hernam de en als ik iets eet, smaakt het mij niet. En professor begon: r den toovenaar tut de hoogte, geef me maar zoo gaat het met mijn man ook. Van het _.”P?l!tf!^voorbeeld y"1 zandsteen, dit waterspiegel van de Nulla vplkomen veilig eens een rupie. Ik zal het geldstuk ergens eten kan het niet komen, ik bereid het zelf. «ramet enz. Toen hij bij waande en er zeker niet aan dacht, dat op een boomtak plaatsen, en hij, die bet Kunt ge ons iets voorschrijven ter gene- üe “ors' brood gekomen was, zeidehi) die tweebeenige schepsels aan den oever, xal vinden, zoowel ah hij, die het den ring?’” ”En d,t’ «nqne heeren, is een voorbeeld die voor hem slechts een peulschilletje vinder zal zien wegnemen, zal sterven." Dokter „Neem een goede keukenmeid vln mo°ster»chtige onbeschaamdheid F waren, een zenuw tot in zijn maag gebracht Lachend gaf de planter hem daarop de hadden, waardoor zij middenin zijn door rupie, met de volle overtuiging, dat hij NERVEUS. AT."IJ ER VOOR VOELDE, zware schubben bedekte romjj een blik- hier met een bedrieger te doen had. Allen De nerveuze gast, wien een plaats wordt ^at .V*? schilderijen hem in gingen vervolgens huiswaarts, en de aangewezen naast de gastvrouw, terwijl Ik ^^u d? printer vergat spoedig de geheele zaak, vlak voor hem op tafel de gebraden gans om n schllderl> b,)na gehuild i- Sabakaki zijn waard evenwel gestand blij- staat„Moet ik zoo dicht bij de gans zit- neD~„ en hetge- vend, legde werkelijk de rupie ergens op ten?” 200 n “ngnjpende voontel- dden een een boomtak. Plotseling beseffend, dat zijn woorden Nu gebeurde het, dat op zekeren dag wel eens verkeerd opgevat zouden kunnen T.”Nou.’ hertn“*z ‘k met meer, onder een zwaar, dof geluid verhief rich Bartholomeus en z’n vriend Silasi toe- worden, voegt hij er aan toe „Ik-e-ik be- weet dalk *z onder stond, toen dien weg passeerden en de rupie doel natuurlijk de gebraden gans 1” het naar beneden viel gaten kreeg. Eerstgenoemde ver- idst, nam ze dadelijk op, DE BALANS. „Wel, hoe was je balans dit jaar T” „O, man houd op, gewoon een saldo ZW^aIa^** UIT DE SCHOOL. Onderwijzer „Piet, wat is hooger dan een Koning Piet„Een aas, meester.” speelt mijn geheugen mij vreemde parten.” voegde hij er met gesmoorde stem bij. Aldus sprekende duwde hij de takken hem verborgen hielden en trad i hun schuilplaats ontdekthij - --i bij hen, de teugels van zijn doch er waren niet anders dan onge- paard over den arm. Slank en wel- binnengluren, zoodat wij immer een blond uiterlijk en fijne trekken, droeg Ha wsaWAM ornVF HAAy^fl ,Gij behoeft mij niet te vreezen,” be- oglimlach doch toen de spel hadden. Gij hebt zeker wel oude ro- gaan, want Frandsco kou ieder oogen- met bewonderende oogen op de wèl-on- twee knapen naderbij traden bleef hij mantische verhalen gelezen, waarin rid- blik terug rijn en het zou nog veel erger derhoudem^oed-gevoede, sterke beesten, bleek en bevend zwijgen. ders met hunne edetvrouwen schaak spe- wezen, als hij geen van beiden vond. „Wij heBöen ze genomen antwoord- De haren van zijn voorhoofd terug- - - -1 hij in de hut terug, toen de Vittore trotsch. „Wij kwamen bij een schuddend trad Tomaso, gevolgd door hij paarden zacht hoorde naderen een soldatenkamp met een overvloed van Vittore nader en riep toen plotseling uit, zag hij Frandscoaanrij- paarden. Toen vroeg Frandsco of ze za- „Vader kent gij mij niet?" vóór hem op een sterk ken met hem wflden doen en bood hun „Mijn zoon!.... Tomaso riep de bevende han- zag hem diep in ijn gelaat straalde van voldoening. „Ziet gij wel, wij zijn goed f~ waren bezig met drinken en zingen som- niige lagen op oen grono te snurKen. Zij jaren niet gezien dachten dat wij weggegaan waren, toen jaren niet. Tie vader tad gediend „vrraai vonrao vua»« plotseling zijn stem bleef van opge- verafgelegen bof, weer ”t Je» h; half weenend van ergernis, „graaf Con- wondenheid steken....heengevoerd om roem en geld te verwer- rad „Wat gebeurde er toen F vroeg --J „Wel, wat is er met hem gebeurd F so belangstellend. „Ik ben zoo blij dat gij waar hij van jongen w mm nn»’ Frandsco scherp. moed getoond hebt, Vittore. Wat gebeurde groeid. Sinds Verona oevaUen was lud ”lïij is naar de vüri teruggegaan om «T" Tomaso over rijn vader getreurd, den- I’’ iets te halen. Het was een onmogelijk- „Zij zagen ons. Drie soldaten kwamen kende dat hij was omA^m^ deze had gij achtergelaten? nep To- heid hem tegen te houden, heer Fran- op ons af -- ikt en ontdaan uit, „wat. en dsco hij ging heen doch nu asco wou jongens „Wou één tegen drie F riep Tomaso vinden. uit. ,vHij gooide ze snel als de wind van zich Tomaso spel. Het schoot hem plotseling te bin- Hij wierp mij dit zwarte paard en sprong blij toen zelf in den zadel Ik hield de halters --- ten «troep van toorn steeg Fran- van de twee andere vast en wij ijlden weg. brak het eindelijk van zijn tippen „ik het zou dwaasheid zijn naar de vdri te riep hij uit. „Heb ik er niet in 't bijzonder den arm gewond maar Nj zegt dat ’t „Ik dacht hetzelfde van u naflri zoon.’ eessss igeloopen was spoètfig Toen zagen de twee knapen elkaar igstig aan en riep Vittore uit een i gaf Tomaso diep vertoornd terug. „Gij rijt niet te beklagen 'r gaf de Het was echter even ónmogelijk 1 boos te maken als hem tegen te houden, is niet vertoornd tegen u.” Met een glimlach op de lippen wuifde hij Vol van vrat hij te vertellen had lette Tomaso ’jyn^le »yh met verbazing Tomaso vriendelijz toe en verdween. Vittore echter nauwelijks op wat Tomaso te zeker. bereiken het gevaar recht tegemoet „Het was reeds twaalf uur en wij hadden naar voren. De vreemdeling had met een - - en nog wel op zulk een oogenblik I Ter- nog niets gevonden. Frandsco bleef in vast oog h wille van een schaakspel en ’t geschenk de buurt van de boerderijen hangen, stond vlak eener vrouw I Na een kort oogenblik van onuitspre- lukkige knollen in de stallen waar wij gevormd, van middelbaren leeftijd met kelijke woede kon Tomaso de verleiding gingen F---1- niet weerstaan hem achterna te hollen, verder uit de buurt raakten hij dejuj Zou een prachtige gelegenheid Doch Conrad was vlug ter been en niet „Waar hebt gij deze prachtige paarden ucoucn mij - --meer te zien. Tomaso dorst niet verder gevonden F viel Tomaso hem in de rede, gon hij met een glii mantische verhalen gelezen, waarin rid- blik terug rijn en het zou nog veel erger derhoudemjped-gevoede, sterke beesten, bïeêk ‘j geen van baden vond. „Wij heBBen ze genomen 1” antwoord- Z. len Zuchtend en afkeurend bekeek Nauwelijks was hij in de hut terug, toen de Vittore trotsch. „Wij kwamen bij een schuddend trad Tomaso, hij paarden zacht hoorde naderen een soldatenkamp mtt een overvloed van Vittore nader en riep toen oogenblik later -1--T--1- den met Vittore JLtg er eens, kerti, waarom geel je me VERSCHILLEND STANDPUNT geen antwoord?" snauwde hij Sabakaki ,^!eg eens lieve man, w dat ntet een toe» Deze laatste bleef zwijgen. „Sabakaki, beetje onrechtvaardig, dat ik zoo sparen waarom kom je ma op je werk bulder- moet, terwijl ji| ie geen enkel genot oat- Father, want Silasi ligt de de hoofdman vertoornd. „Ik ben Sa- zegt 'ie is Sirisi? Waar woont bakaki niet”. Honk ha eindelijk komen, dan hij En wat scheelt hem vroeg ik den slisten toon „Ik ben Nuwanja” fikschen stoot krijgen. In het water werkt Gindi, omstreeks 12 K.M. van hier. Hij nam de ander „ik ben Sabakah met, --de na- Jrrtz, -rr* trt zz._~1, T i lucht, hijgt zwaar en z’n lichaam is geheel en al wanja leeft in mij.” „Kerel, ie bent of wel spaarzaam te zijn.” *AA «A matei ..mIIa— «Mëte/WrT z4a /4a «VSOWl rlvw^eslrAve «if irwm Vviwnlfl” KaA* Ma Hrtrt/A- ERGER DAN OORLOG. Vrouw „En veronderstel nu eens oat dagelijfcsch werk is, draaide de hoo/dman naar dés negers ge- oorlog kwam, zou jij dan thuis blijven snblik de H. Oliën en woonte ba geval en vertelde dat hij ziek als een lafaard namen mijn broeder, Hall en ik plaats in Ons Heer, en na enkele minuten peddelde was Twee dagen daarna echter na dit Man „Niemand zal mij een lafaard een kleine boot en namen ha springtoe- ik reeds heuvel op en heuvel af. De tro- gebeurde kwam een andere neger bij ons noemen, als ik aan jouw zijde blijf,” de Nulla en de Rohan glorie «v?» deed ook terdege haar kracht naar Gindi te komen, omdat Bartholomeus czlen, zoodat ha nia ring duurde of stervende was. Father Vester, mijn kape- T zweet liep over m’n rug eerst in drup- laan, die van de zaak niets afwist, toog huisgezin. r - 72 “‘2 -J-, bediende den ster- r jden uur fietsen kwam ik aan den zoom van een vende en keerde zonder den minsten arg- daaraan de ‘geleidende draden. Twee woud, waarin tel van riviertjes stroomden, waan huiswaarts. Later vertelde hij ons sonen vader, moedi sterke touwen waden aan ha aas vastge- zoodat ik van de fiets stepte en de rest der echter aan tafel seat was voorgevallen. Op jongste van de drie.' maakt en aan een daarvan ma bindgaren reis te voet afmaakte. Een behagelijke mijn vraag voegde hij er bij, dat hij bij den ha koperdraad over de geheele lengte koelte woei me thans tegen. Na eemg zoe- zieken man symptomen had waargeno- FATAAL, bevestigd. De touwen waren ongeveer ken vond ik eindelijk de hut van den zieke men, welke juist dezelfde waren als ik bij Kareltje is met rijn oudste zuster op veertig illen ring, aan de uiteinden voor- Behoedzaam binnentredend bemerkte ik Sirisi geconstateerd had. Dit was een ver- visite het gesprek komt op den leeftijd zien van een rjj -— ma de geit onder den arm en ha opge- wiens ademhaling uiterst moeilijk en on- over de rupie bij den blanke als een loo- rolde touw in de hand, begaf zich aan den - renen kant da Nulla, terwijl mijn broeda te lijden, want l: ij kreunde geweldig. Zoo- pelingen begaf zich toen naar den blanken evenzoo toegerurt, rich aan den andaen dra hij mij echter ontwaarde, verhelderde j.1L- oeva begaf. Aan het touw, dat mijn broe- zijn gelaat. Eén oogslag verzekerde me, zwaar ziek lag en waarschijnlijk in ster- da droeg, was de leiddraad vabonden, dat dé man stervende was, ik bleef daarom bij hem; twee koelies ik hem de laatste Troostmiddelen onzer daarop de blanke naar Bartholomeus’hut, totdat hij den geest gegeven had. Ik moest licht de rupie had gevonden. Op diens be- nu nog te verlie: Bij ha springen van boomstammen had ik bemakt dat in een omtrek van twintig tot dertig ellen, alle visschen gedood waren. Na ledae losbarsting zagen wij ze, in groote hoeveelheden, op de oppervlakte van het -water drijven. Konden wij nu op sterven dicht genoeg bij den Mugger 1--J— - zou hij, zooal nia gedood, d lL ontploffend kruit veel sta ka op bijrijnde voorwerpen dan in naar C2_. Ha beste was echter, de springlading in den buik van den krokodil te werpen en dat wilden wij trachten te doen. Nadat wij alles hadden gaeed genu namen mijn broeda, Hall en ik plaai -1-1 -1-- stel mede. Wij voaen den stroom af tot pische zon scheen niet alleen in al haar aangeloopen met de boodschap onverwijld op het punt, waar de Nulla en de Rohan glorie maar deed ook terdege haar kracht naar Gindi te komen, omdat Bartholomeus zich vereenigen. Daar gingen wij aan land gevoelen, zoodat ha nia ring duurde of stervende was. Fathér Vester, mijn kape- en kochten voor een weinig anas een bokje ha zv slachtten ha, naaide in den buik een ko- pels en toen straalsgewijze. Na een half onmiddelli|k ka ma zes pond kruit en bevestigd:.. -d:_ .„d_ L— huiswaarts. Later vertelde hij ons sonen vader, moeder en ik. Ik ben de maakt en aan een daarvan ma bindgaren reis te voet afmaakte. Een behagelijke mijn vraag voegde hij a bij, dat hij bij den “7 17“ r** -- zieken man symptomen had waargeno- bevestigd. De touwen waren ongeveer ken vond ik eindelijk de hut van den zieke men, welke juist dezelfde waren als ik bij uid-_ opgeblazen geitenvet Hall daar op .’n mat uitgestrekt een neger, dacht geval. Middelerwijl ging ha praatje da aanwezigen -5— -- -•-uiterst moeilijk en on- over de rupie bij den blanke als een loo- G--»»-— w ij scheen hevige pijnen pend vuurtje in ’t dorp rond. Een der dor- oud is zuster Mina -- -S.id:_ Ff i-1 aaa_aaa -Aaa ktalAAttaA^i OR printer om te vertellen, dat Bartholomeus crzcKcruc zwaar ziek lag en waarschijnlijk in sta- W‘“77 -6- i, dus diende vensgevaar verkeerde. Zonder toeven toog altijd een paar jaren minda. Jz4z4a1aa amaaw A A A -Aa 4. uIaaUa aaaa D a a a, ïCafAlti* f ..Ekj? KaK ilr al droegen aan een bamboestok de gevulde Moeder de H. Kerk toe, en bleef bij hem, en vroeg hem op den man af of hij wel- ijdengee -r- 12 K.M. terug, en had geen tijd vestigend antwoord en verder van hem Laat u met bij mijn izen, want het begon reeds avond vernemend, dat Sirisi, die hem vergezelde, driegen. Kom bij mij. Toen alia gereed was, begonnen wij de te worden. Ongeveer een week na m’n reeds gestorven was, zond de printer da- Nulri op te varen, terwijl wij de dood? terugkea informeerde ik zoo ter loops delijk den hoofdman naar Sabakaki’s geit langzaam door de rivia van de eene naar den aard van Sirisi’s ziekte, en kreeg hut ma orden om onverwijld vóór hem -- zijde naar de andere trokken, om geen ten antwoord t „Ze hebben hem betoo- te verschijnen. Bij de hut gekomen, vond niet blijven mijnheer In den kelder steat plek ondoorzocht te riten. verd.” hij haar gesloten. Daar de Nulla slechts twaalf voet breed Ik verwachtte dit antwoord, want vol- Er was nergens teeken van leven. "1 is, moesten wij den Mugger aantreffen, gens 't algemeen begrip hier te lande sterft Dus keerde hij terug naar z’n meester, die indien hij zich nog in de rivia ophield, niemand een natuurlijken dood. Al is de hem beval desanderendaags vóór zonsop- Nauwelijks waren wij dan ook een viade persoon in kwestie nog zoo oud, toch zul- gang den toovenaar bij hem te brengen, ntijl stroom-opwaarts gevaren, toen de len ze U vertellen, dat er tooverij in ’t spel Weer ging de man den volgenden morgen boei plotseling vadween. Halle en mijn was. Ik glimlachte dan ook, en dacht, op weg, en de hut wederom gesloten vin- broeder lieten oogenblikkelijk de lijnen dat hiermee de zaak uit was, maar de ge- dénd, duwde hij met geweld tegen de rie- schieten, terwijl de mtt lucht gevulde gei- vraagde scheen mijn ongeloof zeer euvel ten deur ma ha gevolg, dat ze open "”°!tbei daar-! fenzakken heen en weda over het water te duiden, want hij werd kwaad en vertel- sprong. Binnentredend zag hij daar een en snelde achter zijn buffi ^-4» «I a A a a V a a a A A ta tataVAaa A^teWatateataA k Eenige dagen geleden was hij na vol- vahangen aan een^balk van z’n hut. Feit bier nog niet betaald F 17 a. a a a a a a a aaa Tt WaWaa* •••w aw|^w»u wuy taaa»*i araug viavuivil «lUVIM Wtauvwv, «aaa wm wawy waeaa vav. <.wv«.aaCM>a UtaV»»»*»»»1 ipoedig echta moat ik bemerken, Europeeschen printer, toen-zich onder de dat Bartholomeus zou sterven, en beducht, Z11° net tegen hem valoor, totdat hij bij aanwezenden ook een zekere Sabakaki dat hem een dubbelen moord zou worden die bij den planter aan hield. Zachtjesaan trachtte ik de lijn nu in was over de wonderlijke dingen, te halen, zonder de blaas te bewegen, om kon verrichten. het beat niet te storen, vóórdat de koelia daarop in z’n gezicht uit. Toen riep Sa- met de batterij bij mij waren- J'* ■Het was een angstig moment na eenige een stuk gloeiend ijzer in de hand kon hou- aankomen, maar juist toen de voorste zijn de maken, liet toen dadelijk een glc- hoofd boven den oeverrand ,yertoondé, ijzer brengen. En werkelijk tot aller ver- struikelde hij en viel op den grond. Ik bazing nam Sabakaki dit gloeiend ijzu J - -- '__2 "I t de tong af. De kwam mijn broeder tegelijkatijd, en met andere negen, die hierbij tegenwoordig IWism lisslsw l’lr Ha KoffArti «nraHwr «m Eaaaa «vam a/'Virelr onHAW 't de. Een gedeelte van *t zuur was verloren prevelen gegaan, doch gelukkig hadden wij nogeen De blanke was voor eenige oogent uach in reserve en werkte het toatel ken uit 't veld geslagen, en SabakaH, aak genoeg. Zo voorzichtig mogelijk trots bemerkend weft een indruk hij op goud het sne'ist'op'. plaats börsfop en nep pochend, dat hij iemand j hegt, kerel,” riep de printer, die duidelijk zag, dat de neger hem een i— j--ij n^.a«i. j, geef me maar zoo Z1 het geldttuk ergens eten op een boomtak plaatsen, en hij, die het Kunt ge ons iets voorschrijven ter gene- •aaI „AAAjtal aIa Vie'ê H«a VtAf Ham wwMar 'kter „Neem een goede keukenmeid NERVEUS. De nerveuze gast, wien een plaats wordt aangewezen naast de gastvrouw, terwijl vLt vüj hem op tafel de gebraden gans staat„Moet ik zoo dicht bij de gans zit-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 8