I „ONS BLAD” Ernstig spoorwegongeluk tusschen Voorschoten en Leiden. De kleine genoegens veraangenamen het werk. 1 Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: N«. 213. POSTGIRO 104863. 1 20© Jaargaag^ - i. J 3 Vrydag IO Sept. 10*0. postgiro 104863. Erdal poetst zoo licht uit en geeft zulk een mooien glans, dat het een genot is om et mee te poetsen. Abonnementspriisx /cr twtrtMi voor Alkmaar j r ri t— Foor bulten Alkmaar t t f 28} Met ueffluatreerd Zondagsblad v 060 f booger. H. SCBOOBHOVEK en Zn. WOMIMeiMRICHTIM De sneltrein, die gistermiddag om 2 u. 21 uit Rotterdam Is vertrokken, nabij de Vink ontspoord. Drie dooden. 5 ernstig en 6 licht gewonden. FEUILLETON. Het geslacht Reichenau. De ontsporing. «s i Mrtfertentieprtjsi Van 1—5 regtls-f 1.25: elke regel meer f 0.25; Veda* per regel f 0.75; Rubriek .Vraag en aanbod" b| vo< uitbetaling per plaatzing f 0.60 Allo abonné’o wordt op aanvrage gratio een polio verstrekt, wlka hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 500,—, f 4O0.-? f~2ÓÓ,—f IOO,—, f 60,—" f 35.—. f 15? •i s t' I I AOWXOSTRATK No. 4M REDACTW Not - prof, ver- i de cabine hing het lichaam van een der ver liet van wagen, «vallen de derde wagen, ’n personenrijtuig, eer- NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD hulpdienst, noder dr. Driessen, op het Ook in Den Haag istonds, toen men daar kennis kreeg ip, de eerste hulpdienst gemobili- J Aan onze m.ubei.n ziet men onmiddellijk det ze uit de hand vervaardigd zijn. LANQESTRAAT IOO - ALKMAAR zw? plaatst zien? die zijn stamhuis met dien glans wenscht te sieren, dien hy, ondanks zijn geld, nog mist?” Het woord „gekocht” deed Philipp Von Reichenau pijn, toch had zijn gade het opzet telijk gekozen; want het voorgenomen huwe lijk krenkte haar fierheid. „Wees onbezorgd, Eugenie," zoide hij lang zaam, Else’s geluk zal niet gekocht worden. Ik wil niet, dat zij het offer zjj, dat ons uit den geldelijken nood moet redden. Zonder onze verplichtingen te kennen jegens de fa^ milie Edelheim, zonder te weten, wat haar bruidschat zal wezen, zal zij hooren wie om hare hand aanzoek heeft gedaan, en dan zelf kiezen.” Mevrouw Von Reichenau ademde veel lichter dan strak», zy hoopte op hare dochter, Groot was dan ook haar schrik, toen deze, na de inkennisstelling harer ouders on der hevig blozen verklaarde, dat, indien zij ooit het ouderlijk huis verlaen wilde, zij gaar ne Wolfgang Edelheim als gade volgen wilde. Haar vader trioinpheerde dus, maar zijne vrouw kon nog geenzins blijde wezen met het antwoord harer dochter. Zij drong er op aan, dat Reichenau nadere Inlichtingen zou gaan inwinnen. Dit gebeur de, maar men kwam niet meer te weten, dan men reeds wist: de Familie Edelheim was rijk, zeer rijk. Hoe zij haar rijkdom ver worven had, wist niemand met zekerheid zeggen gegeven heeft, dat ik in waarheid het geluk mistrouw, dat hij mijn dochter aanbiedt. Ik wil geen oordeel over Wolfgang Edel- hehn vellen, maar wat ik weet is, dat hjj geen vrome godsdienstbeginseien, dat hij geen godsdienst bezit. Neen, neen, hjj is de man niet, wien ik vertrouw vol ons kind mag afstaan!” Hij dacht oen oogenblik over deze woor den na: dan zeide hij: „Gij springt met den armen Edelheim toch wel wat te gestreng om. Hij is een vroolijk, elegant jongmensch, zooals er zoovelen zijn. En daarenboven is hjj geen domoor. Reeds menig stout stuk heb ik van hem hooren verhalen, dat hem alle eer aandeed. In 't algemeen eehter weten wij zeer weinig om trent zijn persoon, dat is waar." „En juist 4aarom moeten wy uiterst voor zichtig wezen.„ „Nu ja,” gaf hij haastig toe, „ook ik zal me natuurlijk eerst goed laten inlichten. In- tusschen mogen wy niet blind zijn voor de voordeelen, welke dit huwelijk onze geheel® familie zal aanbrengen!' Zjj echudde treurig het hoofd. „Ik weet hei, ik weet het, deze voordeelen zyn in staat iemand, die in onze pijnlijke omstandigheden verkeert, te verlokken. Maar Philipp, moogt gij het geluk van uw kind hieraan ten offer brengen? Moei Else ge kocht worden door een gluiperigen financier, die een adelyken titel voor zyn luum wil ge De liefde, welke hy haar bekend had in aartsiochtelyke woorden, die liefde be waarde ook zjj diep in haar hart als een onaantastbaar geheim. Zeker, zij vond hare vreugde daarin, doch hare kinderlijke onbe vangenheid van vroeger was geweken, en droomen, vage, onbestemde droomen veran derden thans haar wezen. Hare omgeving bemerkte nauwelijks deze verandering, te meer daar de vrouw des hui zes, wier oog anders scherp zag, de handen vol werk had om alles gereed te maken voor de afreizen harer beide zonen, die den winter in ’t Zuiden zouden doorbrengen. Het uur van vertrek wae weldra geslagen. In de veilige hoede van de zorgzame Rafael had de jonge patient het ouderlijk huis ver ten. Duizend vurige wenschen vergezel den hem, en menige traan werd om hem in t verborgene geschreid. Reichenau kreeg nu een eenzaam en bya* treurigen aanblik. Toch zou er weldra meer beweging in komen Korten tijd na het vertrek der beide broe ders. ontving Philipp Von Reichenau een brief van den ouden Edelheim, waarin deze in hoffelijke termen om Etee’e hand vroeg .▼oor zijn zoon. Duidelijk liet hij daarbij door- Jtmlen, dat de jongelieden elkander gaarne De oorzaak? Wat de oorzaken van het ongeval be treft, tast men nog in het duister. Naar een deskundige deed opmerken, is de locomo tief betrekkelyk weinig beschadigd; er zyn geen kenteekenen aan, dat de ontsporing aan eenig defect van de wielen te wjjten is. De veeren en de wielen waren intact. Toch moet de ontejioring by de locomotief begon nen zyn. Was een van de rijtuigen uit de rails geloopen, de locomotief zou niet omge vallen wezen, op zyn hoogst was er een koppeling gebroken. Ook kan men gegeven de vaart, die de trein had, aannemen, dat de ontsporing op een vry grooten afstand van de plaats, waar de locomotief ligt, be gonnen. Dat is trouwens duidelijk aan de groeve te zien, die het reebterwiel van de locomotief in de dwarsliggers heeft gemaakt, een groe ve, die over een vry grooten afstand ver loopt. Eenmaal .ontspoord is do locomotief blijk baar in de baan weggezakt. Er was althans voor den kop ervan een aanzienlijke hoe veelheid van het ballastbed overifruwd. ^emaegroffers. De trein was als gewoon zeeTnezet. In het van den dyk gekantelde personenrijtuig en wel in het eerse compartiment zaten de heer en mevrouw Lobo-Braakensiek, de be kende toonoelspelers, die niet alleen zwaar gewond werden, maar ook in de sloot te wa ter raakten.. De heer Lobo werd uit het in twefin gebroken compartiment tegen den wal van de sloot geworpen. Toen men hem op haalde, bleek hij reeds den geest gegeven te hebben. Mevrouw Greta Lobo kwam naast het compartiment half in het water half op het l~d terecht. Zy werd onmiddellijk aan den wal gebracht, doch toen dit geschied wae, bemerkte men, dat zy aan het onder lijf zwaar gewond was. Een van haar beenen was totaal van den romp gescheiden, het an dere hing er verbrijzeld by. Binnen weinige oogenblikken bezweek ook zy. In het zwaarst geteisterde gedeelte van den trein drie compartimenten heeft zich voorts nog een passagier bevonden, die even eens over de sloot werd gei-^rpen, maar hoe wel vry ernstig bezeerd, toch geen noemens- waardige wonden bleek te hebben. Op de lo comotief bevonden zich een opzichter ma chinist, de heer van Rhoon uit Amsterdam, de machinist H. Muller uit Amersfoort en do leerling-machinist Van Ettikhoven, eveneens uit Amersfoort. Den opzichter heeft men on der den kolen van den tender, die hem ge deeltelijk hadden bedolven, levenloos te voorschijn gehaald. Hy was door den uit de leiding van de stoomfluit, dio door den schok afbrak, ontsnappenden stoom en het vuur van den vuurhaard, waarin hy gevallen moet zijn geheel verbrand. De machinist, die aan de rechterzijde van de machine stond, welke bo ven kwam te liggen, is geheel ongedeerd ge bleven. Minder goed is het met den leerling-machl- ntet gegaan. Ook bij had erge brandwonden opgeloopen en klaagde tydens het transport naar Leiden over hevige inwendige pijnen. Verder hebben ernstige wonden verkregen: mevrouw Eichetich uit Berljjn, de heer B. H. Hageman uit Zoeterwoude, de heer J. J. Op de spoorlijn Den HaagLeiden, op korten afstand van de halte De vink is gis termiddag om ongeveer drie uur een. buiten- L gewoon ernstig spoorwegongeluk gebeurd, v. Door een^nog niet opgehelderde oorzaak is de '^n®ltjei»rt>&18van Rotterdam naar Amster dam) die om 2381-u. uit Rotterdam en 2.48 u. uit Den Haag was vertrokken ter hoogte van het wachthuis no. 59 ontspoord. De locomo tief, een machine van het zwaarste type heeft den trein klaarblijkelijk nog over korten af stand meegetrokken, doch is daarna vastge- loopen en gekanteld, evenals de arby behoo- rende tender, en het op den tender volgen de postrytuig. Een achter het postrytuig ge koppelde bagagewagen, kwam dwars op de baan te staan, evenzoo het volgende perso nenrijtuig, dat levens gedeeltelijk van den spoordijk af en in de erlangs loopende sloot gleed. De verdere wagens van den trein ge raakten eveneens uit de rails, maar bleven gelukkig rechtstandig. Het eerstvolgende der de klasse-rytuig liep tegen den grooten dwars over de baan staanden personenwagen op, waarbij de voorste en achterste compartimen ten van dat rijtuig in elkaar gedrukt en ge deeltelijk versplinterd werden. De overige rijtuigen bleven onbeschadigd. In het A. B.rjjtuig zaten, evenals trouwens in den heelen trein vele passagiers. Tot de zen behoorden voor "het grootste gedeelte de bovengenoemde gewenden. Mevrouw Zille- sen do echtgenoote van den Griffier der Eer ste Kamer, die met haar dochter in den trein was, viel door den schok, die op do ontspo ring volgde op den vloer van baar coupé, doch kwam er met de**achrik at Met groot» moeite konden de reizigers van het zwaarst gehavende rijtuig op den grond komen In het achterste gedeelte van dit rijtuig, dat wel. in het voorste gedeelte van het vol gende 3de klasse zat een alleenreizend 4-jarig kind, een meisje. Dit is by het ineen schuiven van den trein door den vloer van hot compartiment gezakt en onder den wa gen gevallen. Men hoorde het om hulp gil len en schreien. Toen men het kon naderen, bleek het met den rechterarm onder een door de catastrophe opgewoelden dwarsligger be kneld te zitten, zoodat het uitgezaagd moest worden. De kleine was er met dat al met een vrjj onbeteekenende vleeschwonde afgeko men. Bijzonder verschrikkelijk schjjnt het einde van den heer Rhoon, den opzichter-machinist geweest te zijn. Hy is naar men moet aan ne men door de stoom en het vuur uit den vuur haard verbrand. Een kweeker, die zyn kas sen naby de spoorlijn heeft en dadelijk na dat de ramp was gebeurd, hulp was gaan bieden, vertelde dat hy met zyn personeel den opzichter ais het ware onder de kolen van den tender uitgegraven had. De machi nist, de heer Müller heeft de tegenwoordig heid van geest gehad, onmiddellyk den stoom te laten ontsnappen en het vuur te dooven, waardoor wellicht ergere ongelukken zyn voorkomen. De conducteur, die met den trein meereisde was het eerste oogenblilj, naar ooggetuigen vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hy her stelde zich echter spoedig en is toen op een draf naar Voorschoten geloopen om om hulp te telefoneeren. Te Leiden had men dientengevolgen zeer spoedig bericht De directrice van het Academisch Zieken- Metz, Bergescbestraat 226 te Rotterdam en mej. van Schaik, Breestraat 114a te Leiden. Minder ernstig gewond zijn de 4-jarige Chris tina B&rthe, mevrouw van Raai teOmmering uit Vlaardingen, de heer A. de Vries, Sarpha- tistraat 99, te Amsterdam, mevrouw Schwey- gerHarms, 2de Jan van der Heydenstraat, Amsterdam en dr. Suermondt, die in de sloot viel en een hoofdwonde kreeg. De hulpdienst. Er kwam onmidttelljjk van vele kanten hulp. Zeer kort na let bekend worden van bet ongeval was dr. Birkhof, de spoorweg- arts te Voorschoten, reeds ter plaatse, even zoo dr. van der Stoel uit Voorschoten, die de eerste hulp verleenden. En spoedig daar op kwam de gemeentelijke geneeskundige dienst pit Leiden, onder beved van dr. Horst onmiddellyk gevolgd door den Leidschen eer ete terrein van de ramp, werd a? van de seord, dii met groot materieel naar de plaats van do Ontsporing vertrok. Terjsnder tijd had de afdeeling ’s-Gra- venhagc van het Nederlaadsche Roode Kruis reeds een arto met eenige leden van het Haagsj/he transportcolonne, onder leiding ^vafr-TO. Rümke, naar Voorschoten afgezon den, terwijl om ongeveer half vijf nog ean ambulancetreiu, die op het Haagsche spoor wegemplacement was samengesteld, daar heen was gedirigeerd. Korten tijd na het ongeluk kwam de Par rysebe trein uit Amsterdam by het blok huis no 95 aan. Daar de weg geheel versperd was, kon hij de reis niet vervolgen, en is hij dan ook teruggegaan. De passagiers, die in den verongelukten trein hadden gezeten en ongedeerd waren gebleven, zyn gedeeltelijk naar Den Haag gebracht, gedeeltelijk op ei gen gelegenheid naar Leiden verder ge gaan. Men begrijpt,' dat de consternatie on der hen zeer groot was. Naar verluidt, had den eenigen hunner ook nog onbeteekenende verwondingen, schrammen en builen opge loopen. De lyken van de omgekomenen en de ge wonden zyn naar het Academisch Zieken huis té Leiden overgebracht. Korten tijd na het ongeval was het Haag sche parket, vertegenwoordigd door mrs. Polman en Enger, reeds ter plaatse. In dun vederen loop van den middag kwamen ook ir. Van Manen, van de directie der Neder- landsche Spoorwegen, ir. Maas Geesteranus, de chef van weg en werken, ir. baron Van Panthaleon van Eek en andere spoorweg autoriteiten ter plaatse. Tragische bijzonderheden. Op den slootkant naast het A. B. rijtuig vond kapitein de Jongh uit Leiden een boek, dat by nadere beschouwing Greta Lobo’s rol bleek te zyn. En op de plaats waar Lobo ge zeten moet hebben, lag tragische ironie v. het noodlot een exemplaar van het amu sementsblad De Lach, waarmee hjj zich blijkbaar den tjjd gekort had. Over Lobo’s einde wist men weinig bijzonderheden te ver teilen. Naar het schnnt heeft een onbekend gebleven passagier,* die in bet eveneens ge kneusde derde klasse rijtuig en nog wel voor aan zat, zich onmiddellyk na de ramp bijzon der verdienstelijk gemaakt door zyn pogin gen om hem aan land te brengen. De sloot is echter zeer modderig. Lobo was naar men Hoogst eigenaardig i8 het hierbij met do rails gegaan. Een van de 18 meter lange spoorstaven p’oe tot een 8-vonn omgebogen en zat om het voorste gedeelte van den .0- comotief er om gebogen. Bewoners van Voorschoten spraken de meening uit, dat de baan Slecht geweest moet zyn. Te Voorschoten wist men, zeiden zy, allang, dat zy slap was. Maar de boven genoemde deskundige wees erop, dat het ballastbed op het stuk van de baan, waar het ongeluk heeft plaats gehad, nieuw was, evenals de dwarsliggers en de rails. In aansluiting hierbij de bewering van eenige personen uit Voorschoten, dat er in den nacht van Woensdag op Donderdag aan den weg gewerkt is en dat deze juist toen vernieuwd zou zyn. Dit in verband gebracht met een mededeeling, dat er ’s ochtends langzaam gereden was (hetgeen een zek «re voorzorg op een nog niet ingereden stuk zou, kunnen wezen) zou wellicht een aanwijzing kunnen vormen voor de oorzaak van het ongeval, die dan deze zou zyn, dat de baan na een recente behandeling zich nog niet voldoende had kunnen zetten en onder bet zware gewicht van den trein uitgeweken ie. Een onderhoud met een reiziger van den Parijschen trein. Een reiziger, die met D-trein no. 9 om 2 uur 23 uit Amsterdam naar Parijs was ver trokken en die kort na het ongeluk de plaats van do ramp voorbijgekomen Is, deelde het volgende mede: Onze trein was op gewonen tijd uit Am sterdam vertrokken. Om goed 3 uur moes ten wy het station Leiden voorbijrijden. Maar inplaats van door te rijden, stopte onze trein. Dit was op zich zelf al iets bijzonders, maar toen wij enkele draagbaren in onzen rein za gen neerleggen, benevens een groote hoe veelheid gereedschap, als schoppen, bijlen, zagen en houweelen, begrepen wy, dat er een ongeluk gebeurd moest zyn. Onze trein vervolgde zijn reis, maar nog geen kilometer voorbij halte De Vink stopte hij weer en toen moesten wy allen uit stappen, langs de spoorbaan verder loopen, voorbij den verongelukten trein, eu daar wachten op een extra trein, die uit Den Haag gezonden zou worden om ons op te balen. Wat wjj dien tijd zagen was ontzettend. De locomotief lag dwars over den weg; uit de cabine hing het lichaam van een dor ver ongelukten, vermoedelyk den boofdopzichter, die op deze machine was meegereden, eerste rijtuig, een postwagen, lag rechts de spoorbaan in een sloot, de tweede een bagagewagen, was naar links ge., en ete en tweede klasse, was daar boven op ge loopen. De ernstig gewonde en de gedoode reizi gers hebben in dit rijtuig, dat naar ik hoor de niet bijzonder vol geweest is, gezeten. De overige wagens van den t-'-in moeten stamp vol geweest zijn. Op bet oogenblik, dat ik ter plaatse was, was ’i -ó ui nog maar heel kort geleden gebeurd >ret toéval wilde, dat noch in den verongelukten, noch in onzen trein oen dok ter aanwezig was, maar voorzoover ik hel gezien heb, is het wonderlijk, zoo snel er hulp kwam opdagen. Geneesheeren waren uit Leiden per auto naar de plaats van de ramp getrokken. Dwars door de velden kwamen de auto’s aanrijden. Ik begrijp ni®t> hoe zjj er over al die slootett en greppels den weg hebben kunnen vinden Terwijl ik stond te kijken, werd een van de omgekomen reizigers op een baar langs ge dragen. Het was het stoffelijk overschot van den bekenden acteur Lobo. Mevrouw Lobo- Braakensiek, die, naar ik daar hoorde, ook omgekomen i^ heb ik niet gezien. Ook hoor de ia nog, 8at van een bejaard echtpaar uit Maastricht, dat in den trein gezeten heeft, de man één been en de vrouw beide beenen gebroken heeft. De ruïne aan het spoorwegmateriaal en aan den weg was heel groot. mochten lijden, en dat van de zijde der ou- drs dit huwelijk niet anders dan gewenscht kon beschouwd worden. Met een gemis van allen takt, die den vrijheer zou vertoornd hebben, zoo hy niet gevoelde, dat hii in gou den ketenen was geklonken voegde de bankier er nog by, dat hij Else op haar huw- lijksdag geheel Reichenau waarvan hy ook de beide eerste hypotheken had opgekocht als bruidschat zou medegeven. In het eerste oogenblik wist de vrijheer geen woorden te vinden om zijn verbazing lucht te geven over dezen rasschen stap, in het tweede begon hy zich te verheugen over de gelukkige wyze, waarop nu alle zorgen omtrent de toekomst zouden worden opge lost. Want de jonge Edelheim was geen te versmaden party. Wat viel op hem te zeg gen? Zeker, de oude heer Von Reichenau had liever zyne dochter nog eenigen tijd bij zich gehouden, om haar later uit te huwelijken aan een jonkman van zyn stand, Von Osten rode bijvoorbeeld, maar nu de omstandighe den zoo stonden, dat een geldhuwelijk het ontredderde vermogen der familie herstel len kon, nu liet zich daartegen niet veel in brengen. Maar hoe zou zijn echtgenoote over de zaak denken? Hij gevoelde wei, dat zij een geheel verschillende meening zon koesteren, en daarvoor vreesde hy wel een beetje. Maar hy wilde de zaak niet bederven met lang te dralen, en derhalve zocht hii zün verzekerde evenals zjjn vrouw zwaar ge wond en toen men hem eenmaal aan land had, was het reeds te laat. Mevrouw Lobo is terzijde van het rjjtuig op den slootkant gevallen. Toen men haar uit het water had gehaald bemerkte men aan het vele bloed, dat zy ver loor en de plekken geronnen bloed op haar kleeding, dat ook zy deerlijk gekwetst was. Toch had zy het bewustzijn nog niet geheel verloren. Dr. Birkhof uit Voorschoten, die reeds aanwezig was toen men haar aan den wal bracht, deelde mede, dat zij hem om water en chloroform gevraagd had. Onmid- delljjk nadat hjj haar een inspuiting had ge geven was ze echter reeds overleden. In een van de drie voorste compartimenten schijnt ook een dr. Rümke gezeten te hebben. Deze is te water geraakt na een zeer hard-aan- komenden schok in dhzMeelen>gekreg«A te hebben. OoggetuigefFhadden hem nadat hjj gered was, de sloot was nog zoo diep, dat hij er tot in de keel instond op den kant gezien. Men zag hem later te Voorschoten terug en het was wel een zeer ontroerend oogenblik toen hy daar zyn met de Roode Kruis coloïme meegekomen broer, eveneens medicus, ontmoette en deze hem als behou den, hoewel ontzettend geschokt kon be groeten. vrouw op. Niet wetende hoe te beginnen, reikte hy haar den pas ontvangen brief over met de woorden: „Daar Eugenie, lees, een groot nieuws.” Zy las, en las nog eeus, en weder, een donker rood overdekte haar wangen, en een oogenblik liet zich de anders zoo zelfbeheer- schende vrouw door toom overmeesteren. J)aar hebben wjj het ’t al," barstte zjj los. „Bied dien menschen een vinger aan, en aan stonds grjjpen zjj uwe ganache hand. Mijn God, hoeverre zjjn wy reeds gekomen!” Tra nen, bittere heete tranen rolden over haar galaak Deze ontroering deed haar echtgenoot on aangenaam aan. Rusteloos schreed hy af en aan door het vertrek, terwijl zjj hare blikken naar buiten liet zweven, naar buiten, waar de najaarswind met de lutttele boombladeren speelde. Na een korte poos bleef hjj voor haar staan. „Maat hartje”, begon hij op goedigen toon, „wat heta g® d&n eindelijk tegen den jongen Edelheim in te brengen?” „Dat hjj geen party is voor onze dochter." „En waarom niet?” „Ik behoef u niet te wjjten op het onder scheid, dat naar de begrippen der wereld een huwelijk tusschen jongelui ónmogelijk maakt Ik wil alleen u de meening zeggen, welke mijn moederhart me ingeeft, De opvoeding van ons kind te zoo hemelsbreed verschillypa van die, welke men den jongen Edelheim Ihiis was op het oogenblik, dat de ramp ge beurde in Den Haag, ging echter zoodra zij er telefonisch over ingelicht was per auto op weg naar Leiden en was nog tjjdig voor de aankomst van de eerste gewonden op haar post, om maatregelen te nemen voor het reserveeren van een zaal, die gereed was toen de geVonden aankwamen. Voorzoover noodig, werd hun onder leiding van Zaayer onmiddellyk chirurgische hulp leend. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1