MAX VAN POLL
VRIJDAG 17 SEPTEMBER SPREEKT
„ONS BLAD”
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon:
rnr de HERHVERV0L8IH8 IR MEXICO,
N«. 214.
i
Zaterdag 11 Sej»*. 1940. a postgiro 104861 ZOe Jaargaag,
BUITENLAND.
NA HET SPOORWEG
ONGELUK BIJ DE VINK.
'Abonnementsprijs!
Vér Kwwiax-.^or Alkmaar rei '<r iw *--~
foor buiten Alkmaar f 2 85
Me* Geïllustreerd Zondagsblad 0 80 f hooger.
-
Advertentieprijs)
Van I5 regH» 1.25; elke regel meer f 0.25; VecIiMj
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" b| «V
uitbetaling per plaatsing f 0.60
alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5OO,—, f 400.—. f 200.—f 1OO f 60.—f 35 f 15^
POSTGIRO 104861
-1 i
■1
o
oorzaak
en
s
ADMINISTRATE No. 439
REDACTIE No. 333
dos avonds kwart voor 8 in het Gulden Vlies. 10EGANG KOSTELOOS,
Dan komt de 73-jarige. Haar verschijning,
moe nog, wankel, wekt een schaterlach. Haar
grijze oogen, die zooeven weenden, moeten
lachen,-zoo als haar gezicht moet lachen,
dat nog te voren van smart vertrok. Het
publiek lacht. Het publiek amuseert zich,
drinkt de geestig gelanceerde woorden *van
haar mond.... Giert en brult van pret. Ziet
daar enkel de Juffrouw van der Kooy in
haar dolste situatie en créatie. Niemand weet
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
hopen, dat het niet
ia ik al weer op
Je express naar
in die trekken
Lach dan, Paljasso, als je hart is gebroken.
En als zij af is.... terwyl nog naklinkt
de lach, dien zij wekte, zinkt in haar kleed
kamer zij neer.... en weent om Greetje.
Actrice van een groo‘ ras.
De minuten, die jaren duren.
Een reiziger van den verongelukten trein,
die er heelhuide is afgekomen, vertelde nog,
hoe angstwekkend langzaam en gruwzaam
tergend na een dergeljjk spoorwegongeluk
de tijd voortkruipt, zoolang er geen hulp is
opgedaagd. Men hoort de jammerkreten der
gewonden, rondom ziet men de verminkten,
men etaat machteloos voor een ingeklem 1
kind, en men kan, met den schrik nog in
de leden, niets, heelemaal niets doen. Er is
geen verbandmateriaal, er zijn geen huip-
werktuigen; weerloos staat men tegneover
al die menscheljjke ellende.
Geen wonder, dat de spanning dan menig
een wie eens te machtig werdt en er gekke
dingen worden gedaan. Zoo sprong er ie
mand vooruit in een moddersloot, om in
wier en modder eenige vruohtelooze arm
slagen te doen, ten einde een vrouw tien
meter verder van een treeplank af te helpen,
die al hulp had.
Totdat eindelijk een lang, eindeloos lang
halfuur verstreken is en de bijstand als een
o zoo helder licht aan den horizon ver
scheen.
Inmiddels hadden wegwerkers en boeren
uit den omtrek reeds met kennis van zaken
het onder een wagen ingesloten kind be
vrijd.
De slachtoffers.
De lijken van het echtpaar Lobo-Braa-
kensiek, van den werkmeeeter-opzichter
van Khoon en van den leerling-machinist
Ettikoven zullen beden in. tegenwoordigheid
van het parket gercchtelyk worden ge
schouwd.
Hulp der geeestelijk heid.
Uit den Parjjschen trein wae ook uitge
stapt de zeereerw. Pater Lefeber van de 8t.
Joseph-Congregatie van Mill-Hill. Te urnen
met den inmiddels toegesnelden pastoor uit
Voorschoten, verleenden zij geestelijke hulp,
waar die noodig bleek.
Een Pater-Redemptorfet, die zich uit den
verongelukten trein had weten te bevrijden,
was onder de wagens doorgedrongen tot in
de nabijheid der locomotief, waar hij de
geestelijke hulp bracht b(j den zwaargewon
den leerling-machinist. Een roerend tooneel
speelde zich daar tueschen de kromgewrun-
gen ijzeren pleten af.
In bet aangezicht des doods stamelde de
jonge man, die niet-katholiek was, met
zwakke stem, een acte van berouw, dat
dat hem door den priester werd voorgezegd.
DE STRUD IN CHINA.
Vreemde schepen beschoten.
Gemeld wordt, dat de Cantontroepen
op de V angtse de Britsche kanoneerboot
„Bec" beschoten hebben De kanonneer,
boot werd door een granaat getroffen.
Voorts hebben zij twee Amerika anschst
torpedobooten met mitrailleur^ bescho»
ten, waardoor twee matrozen werden
gewond. De Canton-troepen beschieten
alle buitenlandsche stoomschepen, die
Hankau binnenkomen oi verlaten. Ver»
Ook de stoker overleden.
Het vierde slachtoffer do 26-jarige leerling-
machinist K. van Ettikhoven, uit Amersfoort,
is gistermiddag 2 uur aau zijn ernstige brand
wonden overleden. Hij laat een vrouw en
twee kinderen achter.
Als tragische omstandigheid wordt nog ge
meld, dat zjjn vrouw Donderdagmidag met
het eten op hem zat te wachten, toen het
telegram van het ongeluk haar bereikte.
De gewonden.
Van de directie van het Academisch zie
kenhuis ontving men de volgende offi-
cieele opgave van het aantal gewonden:
L. Elgström uit Berlijn, ernstig;
Christihe Barten, vier jaar, De GenesteU
straat 89 te Leiden, niet, ernstig.
Mevr. Van RaaitOmmering, Vlaardingen
niet ernstig;
J. Hageman, Zoeterwoude, ernstig;
J. J. Metz, Rotterdam, Bergschelaaan 126,
ernstig;
A. de Vries, Sarphatistraat 99, Amster
dam, niet ernstig;
Mej. Van Schaik, Breestraat 114a, Leiden,
ernstig;
De weduwe SchweigerHarms, 2e Jan
v. d. Heydenstr. 21, Amsterdam, niet ernstig;
Mevr. PontSwagers, Jaagpad 16, Leiden,
niet ernstig.
Koninklijke deelneming.
De Burgemeester van Leiden heeft gister
middag namens H. M. de Koningin Haar
deelneming betuigd aan de in het Acade
misch Ziekenhuis aldaar opgenomen gewon
den bij bet spoorwegongeluk nabij De Vink.
Het hoofdspoor Amsterdam—
LeidenRotterdam weer be
rijdbaar.
Naar wij vernemen is vanaf hedennacht
12 uur het opgaand hoofdspoor Amsterdam—
Rotterdam, via Haarlem en Leiden, weder
om berijdbaar met een snelheid van 10 K.M.
op de plaats, waar de ramp heeft plaats ge
had.
Met ingang van heden zal bet trein ver.
keer tusschen Amsterdam en Rotterdam v.v«
weder zijn normale verloop hebben.
Lach dan, Paljasso!
W. schrijft in de „Tel.”
Ruw en plotseling is de tijding tot haar
gekomen. Angstvallig had de familie van
mevr. De BoerVan Rijk, waar zjj in Den
Haag logeerde, omdat zy in het theater Hee-
rengraeht galavoorstellingen geeft, haar het
dramatische feit verzwegen van den dood van
de beide Lobo’s, die zy zoo intiem gekend
had, voor wie zy zoo hooge achting had als
kunstenaars en met wie zij zoo lang door
planken-land was gegaan. Toen haar het be
richt van den dood van Heyermans bereikte
viel zij flauw. Daarom had men haar angst
vallig buiten het drama gehouden. In den
schouwburg zouden de collega's het baar
kalm en langzaam hebben verteld en als zij
de deuren van bet Theater Heerengracbt bin
nengaat, zegt ootseling, meer in behoefte om
Een onderhoud met
den machinist.
De „Tel." heeft een onderhoud gehad
met den machinist van den verongeluk
ten trein 218, H. Müller, een bestuurder,
die blijkens ingewonnen informaties ter
bevoegder plaatse uitstekend staat aan
geschreven en daarom in hoofdzaak de
„groote” treinen rijdt.
Eergisteren, zoo zeide meester Muller,
ben ik ook langs hetzelfde traject gere
den, doch ik heb, evenmin als mijn col
lega's, iets verdachts gemerkt. Er was
een aanschrijving geweest, dat daar ter
plaatse en trouwens ook elder in de
buurt wegens herstellingen aan ol con
trole van het baanvak langzaam gere
den moest worden. Het bewuste stuk
reiken. Het bleek, dat ze niet hadden
kunnen ontsnappen. Immers de riek (de
lange ijzeren tweetand waarmede de
stoker het vuur bewerkt en die steeds
schuin op den tender ligt) was door den
schok naar voren geschoven. Het zware
stuk ijzer vormde een beletsel voor een
snelle ontsnapping, zoo dat mogelijk ge
weest ware. Bovendien waren de kolen
uit den tender naar voren gekomen,
waaronder beide mannen zijn geraakt.
In hoofdzaak is het de stoom uit het peil,
glas geweest, die hen verminkt heeft.
Veel vuur was niet uit de vuurkist geko
men. De heer uit Noordwijk en ik heb
ben de riek er uit getrokken en Ettik
hoven verlost.
Toen wij hem naast de machine had
den gelegd, zei hij nog: help mijn baas
maar. Die baas was ik mijnheer en de
goede jongen zag niet eens, da. ik over
hem gebogen stond. Hij mompelde nog
iets over zijn vrouw en kinderen en toea
droegen ze m'n makker weg.
Van den heer Van Rhoon heb ik in het
begin riets gezien; later heeft een dokter
een gat in het dak van de cabine doeu
hakken en hierdoor heeft men het lijk ge
borgen. Het was, gelijx gemeld, door
den stoom totaal verbrand. Daarna hco
ik het vuur gedoofd; men schrijft wel in
de kranten dat ik dat met water heb ge
daan, doch dat zou al heel gevaarlijk
geweest zijn. Natuurlijk heb ik zand ge
bruikt, daarbij geholpen door anderen.
Ze’f licht gewond.
Pas 's avonds bemerkte ik, dat ik zelf
een kleine wonde aan het been en effen
aan het gezicht had.
Ik herinner me nu ook nog dat ik
naderhand zag, dat de retnkraan niet ge
heel dicht gedraaid stond; vermoedelijk
beb ik bij het uitklauteren tegen de
handle getrapt, want ik weet zeker, dal
ik hem geheel toe gedrukt had.
V an de locomotief (een Engelsche ma
chine) is nogal veel gebroken. Zoo zijn
de veerhangers, het truckstel en verschil
lende pijpen vernield. En dat zal wel niet
alles zijn, want de zwaarste beschadiging
is vermoedelijk wel aan de zijde, waarop
zij gekanteld ligt.
Tot zoover het verhaal, het ongeval
betreffende. Omtrent de oorzaak was
onzen zegsman niets bekend.
Ik rijd al twee en twintig jaar, zoo be
sloot bij en nog nimmer heb ik een on-
*geluk gehad. Zelfs heb ik nog nooit
iemand overreden of aangereden. En nu
deze ellende.
Afijn, laten we
meer gebeurt. Morgen g.
de kar; dan rijd ik ai
Maastricht.
Bezoek van den Commissaris
der Koningin in Zuid Holland.
Ook de commissaris der Koningin ia de
Prov. 'Zuid-Holland, de heer E. C. baron
Sweerts de Landas VVyborgh, bezocht gis
termiddag de plaats, waar do sneltrein van
Rotterdam naar Amsterdam op 9 dezer is
verongelukt.
Het verhaal van Father
Lefeber.
Father Th. Lefeber, directeur van het Sint
Bonifacius-MLssiehuis te Hoorn, die oogge
tuige was, verhaalde ons het volgende:
Ik stond in loeiden op het eerste perron op
den (verongelukten) trein te wachten, die om
3.05 uur zou vertrekken naar Amsterdam,
toen plotseling de trein Amsterdam—Parys
D 9 aan den overkant van perron 2 bleef
stilstaan.
(Deze trein stopt anders niet in Leiden.)
Even daarna zie ik allerlei trein- en sta-
tionsperaoneel, voorzien van verbandtrom-
rnels e.d. de twee lynen oversteken naar D
9. Toen begreep ik, dat er een ongeluk ge
beurd moest zjjn. Direct sprong toen ook ik
op de lyn om met D 9 mee te gaan naar de
plek des onheils. Aanvankelijk werd ik, door
een paar beambten teruggewenkt. Ik liep
echter door, ook op do tweede lyn, en legde
toen uit, dat ik als geestelijke misschien wel
noodig kon zjjn. Het zij tot eere van de be
ambten gezegd, dat ik toen direct met de
grootste voorkomendheid een coupé kreeg
en dat do controleur de zorg voor mijn taech
nam.
Toen ik bij den verwoesten trein kwam,
had men reeds een paar lijken geborgen. Men
was juist bezig een klein meisje dat hart
verscheurend gilde onder een wagen vandaan
te halen.
Daar de andere slachtoffers aan den ande
ren kant van den trein lagen en de portieren
van den dwars over de lyn «taanden wagon
niet werkten, moest ik door een raampje
klimmen om bij de ongelukkige, kermende
gewonden te komen.
Het eerste wat ik zag, was een vrouw
wier beenen afgekneld waren, Het eene been,
dat goed zichtbaar was, gaf slechte een af-
grjjseljjken en bloedigen „stomp” te zien.
Verder lagen daar nog een man met twee
gebroken beenen, een met een gebroken
arm, en een gebroken been, een bejaarde
dame -met verschillende been fracturen, een
jongere vrouw met meerdere fracturen en
kneuzingen, dan nog een man met vrecee-
Ijjke hoofdwonden, enz,, enz. 't Was ver
schrikkelijk om aan te zien. Ik had diep me-
ium» uvinui niiusuc ru viravir. x-iruiauu ^deljjden niet de ongehikkigen, die daar half
wat het haar koet. Niémand ziet de moehf^> ^op het gras, half op de kussens uit de wa
gons, lagen te schreien en te weeklagen.
Ik began met stil een absolutie te geven
in het algemeen voor al de slachtoffers, die
er nog voor in aanmerking kwamen, omdat
do mogelijkheid bestond, dat er nog levenden
onder de wagons lagen, Toen zag ik dat
ook nog een pater Redemptorist zjjn zorgen
besteedde aan de gekwetsten. Ik heb toen,
evenals genoemde Pater, de gewonden toe
gesproken. De moesten waren goed by ken
nis, maar ik twijfel of er onder de door mij
aangesprokenen katholieken waren. We wek
ten ze dan ook in het algemeen op tot ge
dachten van onderwerping aan Gods H. Wil
en van bereuw over bedreven zonden. De
slachtoffers leken mij over het algemeen zeer
moedig.
Sómmigen klaagden erg over koude, vooral
in de gebroken ledefnaten. Daar er eerst niet
voldoende dekens waren, heb ik er mjjn re
genjas ook nog by verspeeld. Ik had hem
over de bejaarde dame gelegd en by het trans-
porteeren is hjj zoek geraakt. Ook mij zak-
schaartje is weg. Op een oogen blik was er
geen schaar om de broekspijp van een ge
wonde open te snijden; dus werd mjjn schaar
tje gebruikt. Dit verlies wordt echter ruim
schoots goedgemaakt door de voldoening, die
ik ervan had, my bij zoo’n ramp eenigszins
nuttig te maken.
Het deed my ook goed, dat wij zoo spoe
dig met twee priesters ter plaatse waren.
Ten slotte ben ik weer met denzelfden D 9
die niet vetder kon rijden, teruggegaan naar
Leiden
Ik had een paar zeer emotievolle uren
doorgemaakt.
haar zjjn medegevoel te zeggen, een der em
ployes:
Er is weer een collega van U op zoo
ongelukkige wjjze om het leven gekomen.
Wat, wie?
Mevrouw Greta Lobo-—Braakensiek.
Greetje?! een doodeljjk bleek is om de
mooie, oude trekken gekomen.even daar
na valt de 73-jarige actrice flauw.
En dan speelt- zich op het tooneel, maar in
schrijnende realiteit het drama af van Pal
jasso.... Lach dan, Paljasso, als je hart is
gebroken.
Zy speelt als gast in het blijspel „Tropen-
adel”.... zy zal moeten lachen, zy zal de
zaal moeten doen schateren, terwijl in haar
oude hart dat schrijnende wee .woont om haar
verloren geliefde collega’s.om haar vrien
din.
In de zaal wacht vergeefs het publiek...,
Iwt wordt 9 uur en nog altijd waagt men het
nWt, het sein tot aanvang te geven. Men heeft
haar bijgebracht, maar met starende oogen,
als in „Op Hoop van Zegen” de goede Knier
tje, zit zij uit te staren en te herinneren.
Het echte stoere bloed van ras-echte actri
ce. Zal door haar een voorstelling niet door
gaan? Hoevele malen speelde zij niet reeds,
terwyl zy doodziek was?
Begin!
Zy heeft nog tyd tot de tweede acte, dan
zal zjj wel weer zooveel hersteld zyn, 'dat het
publiek haar tranen niet ziet.
Het gordyn gaat op. Niemand in de zaal
vermoedt iets, men is ongeduldig geweest,
omdat het scherm te laat opging.
Eerat ziet men Nico de Jong. Hij heeft en
kele uren tevoren beide Lobo's gesproken
voor zij naar den trein gingen, ze de hand
gedrukt.
En bet publiek schatert, weet niets van
wat er in hem omgaat.
Minister Van der Vegte
op het terrein.
Gisteren bezocht de minister van Water
staat, Ir. Van der Vegte, in gezelschap van
den landsadvocaat Mr. Telders, uit Den
Haag en inspecteur-generaal van toezicht
op de spoorwegen Ir. O. II. W. v. <1. Vegt,
de plek des onheils.
Die minister liet zich uitvoerig ovér ten
toestand inlichten, waarbij de landsadvo
caat herhaaldelijk het wetboek raadpleegde.
Naar de „Tel.” verneemt, beschouwt de
hoogste autoriteit het ongeval op deze be
langrijkste lyn van Ons land, een ongeval,
ernstiger dan de ramp te Weeep.
Daar stond direct vast, dat de
aan de plaatselQke situatie van den dijk wis
te wyten. Hier zyn misschien nog andere
oorzaken in het spel. Een zeer scherp on
derzoek zal frorden ingesteld, om de oorzaak
van deze ramp op te sporen.
Deelneming van minister Waszink.
De heer Frits Tartaud, directeur van het
Nieuwe Rotterdamsche Tooneel, ontving
gistermorgen een telegram van deelneming
van den minister van Onderwjjs, Waszzink.
Het telegram luidde:
„Diep onder den indruk van droevige
ramp betuig ik U oprechte deelneming in
onherstelbaar verlies, dat Uw gezelschap
en geheel Nederlandsche tooneel heeft ge
leden, verzoek U myn innnige deelneming
aan nabestaanden van heer en mevrouw
Lobo over te brengen.”
Zal een openbaar onderzoek
worden gelast?
Volgens de „Tel.” is het onderzoek, dat
door de Justitie naar de oorzaak van de
spoorwegramp by De Vink wordt ingestelJ,
nog niet beëindigd, zoodat ook van de zyde
der Justitie nog niet met zekerheid <ie juis
te oorzaak van het ongeluk kan worden
vastgesteld. Vandaag wordt ter plaatse van
de ramp nog een onderzoek ingesteld »an
wage de spoorwegdeskundigen, waarbij ook
weer de heer Van der Vegt, hoofdinspac-
tenr-generaal van het toezicht op de Spoor
wegen, tegenwoordig zal zyn. Of van wege
den minister van Waterstaat een openbaar
onderzoek zal worden gelast, is nog niet be
kend. Krachtens art. 27 van de wet tot re
geling van den dienst en bet gebruik J ir
spoorwegen, heetf de minister daartoe ie
bevoegdheid.
Een zoodanig onderzoek heeft ook plaats
gehad na de spoorwegongelukken by Hou
ten en by Weesp.
Het blad verneemt voorts, dat naar de
oorzaak van het spoorwegongeluk een on
derzoek zal worden ingesteld door een com-
mteAe, waarin zitting hebben de hpofdhi-
■peoteur-generaal van het toezicht op de
«noorwegen ir. A. H. van der Vegt, de chef
▼au den dienst der exploitatie ir. H. E.
Hoekstra en de chef van den dienst van weg
en werken ir. H. P. Maas Geesteranus.
zou, als gebruikelijk is, met groene bor
den, gemerkt A (aanvang) en E (einde)
aangeduid worden.
Mijn machinist-leerling Ettikhoven zei
nog, toen wij op de heenreis Leiden pas
seerden: „denk er om meester, vanmid
dag staan de borden hier ook, maar na
drieën.'
Toen we om drie uur precies de plek
op den terugrit passeerden, stonden de
borden er niet en werd er niet aan de
baan gewerkt, zoodat wij aan geen limiet
op dat stuk bij De Vink gebonden waren.
In Den Haag klom Van Rhoon, de chef-
machinist bij me op de locomotief, naar
hij zetde om naar Leiden te gaan. Hier
had immelijk een klein déraillement
plaats gehad en-hij moeit daar bij zijn.
Nabij de Vink had de rein naar ik met
vrij groote zekerheid meen te weten een
snelheid, die tegen de 83 K.M liep. Het
stuk van Den Haag tot Leiden is ruim
15 K.M. lang en daarvoor hebben we
precies een kwartier rijtijd, wat dus
neerkomt op een gemiddelde van ruim
60 K.M. Doch daarbij moet men in aan
merking nemen, dat, zocals u wel zult
weten, het vertrek uit Den Haag leitelijk
uit een kuil plaats heelt. De baan be
gint direct na het verlaten van het sta
tion te klimmen, wat tijd en snelheid bij
het aanzetten kost. Op net overige ge
deelte van het traject tot Leiden moet
dus flink gereden worden en vandaar
deze inelheid. Doch daar is niets tegen,
omdat het materiaal en Je baan op deze
snelheden berekend zijn.
Van Rhoon zal op het bankje van den
leerling, dat is ter linkerzijde in de loco-
motiefcabine, ik zat achter mijn handles
rechts, terwijl Ettikhoven in het midden
op de vuurplaat stond.
Alles was in orde.
Alles was „patent" in orde. De machi
ne had nooit de minste afwijking ver
tol nd n verdachte dingen voor me uit
zag ik door het kijkglas niet Ploseling
op een recht stuk spoor voelde ik een
geluid tlsof er iets afknapte. De machine
huppelde even en daar ik begreep, dat
er iets niet in den haak was, duwde ik
den regulateur dicht en draaide de kraan
van de Westinghouse-sneirem geheel om
Hierdoor ontstaat hetzelfde effect als
wanneer men'aan de noodrem trekt. Het
is de snelste wijze van remmen en ik ge
loof dat dit van invloed op de gevolgen
van het ongeval geweest is.
Immers, het buitengewoon krachtige
remmen heeft den wagens belet geheel
in elkaar te schuiven. De eerste rijtui
gen achter de machine zijn op zij gedrukt
de andere zijn in de gewone formatie
gebleven, wat zeker niet gebeurd zou
zijn als de trein met dezelfde vaart doch
ongeremd gederailleerd was.
Toen ik de remkraan geheel had om
gedraaid begon de locomotief, welke tot
de grootste klasse machines voor den
peisonendienst behoort en die gekop
pelde wielen heeft, te slingeren Nu eens
helde zij over naar den linker-, dan weer
naar den rechterkant Dit alles was
slechts een kwestie van een paar secon
den. Met een hevigen schok viel ze eens
klaps naar links. Instinctief greep ik het
eerste het beste wat me voor de hand
kwam; toevallig was dat de kraan van
het peilglas. Doordat ik er ten gevolge
van het kapsijzen der machine teitelijk
aan hing, trok ik haar zonder het te be
seffen dicht. Dit is misschien mijn geluk
geweest want het peilglas brak en ik
zou vermoedelijk verbrand zijn .door den
onisnappenden stoom, als de kraan open
was geweest. Toen wij omver gingen
was het me niet helder, wat er met me
van den stoom en de hitte ervan deden
me opspringen. Zonder veel moeite klau
terde ik door het zijvenster van de ca
bine naast mijn zitplaats naar buiten.
Zooals u hoort is er dus geen sprake van
dat ik tijdens het rijden van mijn machi
ne gesprongen ben, zooals beweerd is.
Verblind door den stoom.
Ik had temidden van de stoomwolk
nóch van Rhoon, nóch jnijn leerling ge
zien. Ik liep om de machine heen en
met behulp van een heer uit Noordwijk
aan Zee ben ik naar mijn metgezellen
gaan zoeken. Het was door den ontsnap-
penden stoom géén doen; we werden fr
door verblindt Het peilglas aan de lin
kerzijde (er zijn er twee op den ketel:
één aan den kant van den stoker en één
aan dien van den machiniat) was gebro
ken en de straal blies Joor de geheele
cabine. Ook de stoomfluit was afgebro
ken en eveneens uit deze leiding ont
snapte stoom. Ik beb dit zoo goed moge
lijk verholpen. Toch heb ik opnieuw ge
tracht Van Rhoon en Etiikhoven te be-