MAX VAN POLL VRIJDAG 17 SEPTEMBER SPREEKT „ONS BLAD” Bureau: HOF 6, ALKMAAR. Telefoon: rnr de HERHVERV0L8IH8 IR MEXICO, N«. 214. i Zaterdag 11 Sej»*. 1940. a postgiro 104861 ZOe Jaargaag, BUITENLAND. NA HET SPOORWEG ONGELUK BIJ DE VINK. 'Abonnementsprijs! Vér Kwwiax-.^or Alkmaar rei '<r iw *--~ foor buiten Alkmaar f 2 85 Me* Geïllustreerd Zondagsblad 0 80 f hooger. - Advertentieprijs) Van I5 regH» 1.25; elke regel meer f 0.25; VecIiMj per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod" b| «V uitbetaling per plaatsing f 0.60 alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 5OO,—, f 400.—. f 200.—f 1OO f 60.—f 35 f 15^ POSTGIRO 104861 -1 i ■1 o oorzaak en s ADMINISTRATE No. 439 REDACTIE No. 333 dos avonds kwart voor 8 in het Gulden Vlies. 10EGANG KOSTELOOS, Dan komt de 73-jarige. Haar verschijning, moe nog, wankel, wekt een schaterlach. Haar grijze oogen, die zooeven weenden, moeten lachen,-zoo als haar gezicht moet lachen, dat nog te voren van smart vertrok. Het publiek lacht. Het publiek amuseert zich, drinkt de geestig gelanceerde woorden *van haar mond.... Giert en brult van pret. Ziet daar enkel de Juffrouw van der Kooy in haar dolste situatie en créatie. Niemand weet NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD hopen, dat het niet ia ik al weer op Je express naar in die trekken Lach dan, Paljasso, als je hart is gebroken. En als zij af is.... terwyl nog naklinkt de lach, dien zij wekte, zinkt in haar kleed kamer zij neer.... en weent om Greetje. Actrice van een groo‘ ras. De minuten, die jaren duren. Een reiziger van den verongelukten trein, die er heelhuide is afgekomen, vertelde nog, hoe angstwekkend langzaam en gruwzaam tergend na een dergeljjk spoorwegongeluk de tijd voortkruipt, zoolang er geen hulp is opgedaagd. Men hoort de jammerkreten der gewonden, rondom ziet men de verminkten, men etaat machteloos voor een ingeklem 1 kind, en men kan, met den schrik nog in de leden, niets, heelemaal niets doen. Er is geen verbandmateriaal, er zijn geen huip- werktuigen; weerloos staat men tegneover al die menscheljjke ellende. Geen wonder, dat de spanning dan menig een wie eens te machtig werdt en er gekke dingen worden gedaan. Zoo sprong er ie mand vooruit in een moddersloot, om in wier en modder eenige vruohtelooze arm slagen te doen, ten einde een vrouw tien meter verder van een treeplank af te helpen, die al hulp had. Totdat eindelijk een lang, eindeloos lang halfuur verstreken is en de bijstand als een o zoo helder licht aan den horizon ver scheen. Inmiddels hadden wegwerkers en boeren uit den omtrek reeds met kennis van zaken het onder een wagen ingesloten kind be vrijd. De slachtoffers. De lijken van het echtpaar Lobo-Braa- kensiek, van den werkmeeeter-opzichter van Khoon en van den leerling-machinist Ettikoven zullen beden in. tegenwoordigheid van het parket gercchtelyk worden ge schouwd. Hulp der geeestelijk heid. Uit den Parjjschen trein wae ook uitge stapt de zeereerw. Pater Lefeber van de 8t. Joseph-Congregatie van Mill-Hill. Te urnen met den inmiddels toegesnelden pastoor uit Voorschoten, verleenden zij geestelijke hulp, waar die noodig bleek. Een Pater-Redemptorfet, die zich uit den verongelukten trein had weten te bevrijden, was onder de wagens doorgedrongen tot in de nabijheid der locomotief, waar hij de geestelijke hulp bracht b(j den zwaargewon den leerling-machinist. Een roerend tooneel speelde zich daar tueschen de kromgewrun- gen ijzeren pleten af. In bet aangezicht des doods stamelde de jonge man, die niet-katholiek was, met zwakke stem, een acte van berouw, dat dat hem door den priester werd voorgezegd. DE STRUD IN CHINA. Vreemde schepen beschoten. Gemeld wordt, dat de Cantontroepen op de V angtse de Britsche kanoneerboot „Bec" beschoten hebben De kanonneer, boot werd door een granaat getroffen. Voorts hebben zij twee Amerika anschst torpedobooten met mitrailleur^ bescho» ten, waardoor twee matrozen werden gewond. De Canton-troepen beschieten alle buitenlandsche stoomschepen, die Hankau binnenkomen oi verlaten. Ver» Ook de stoker overleden. Het vierde slachtoffer do 26-jarige leerling- machinist K. van Ettikhoven, uit Amersfoort, is gistermiddag 2 uur aau zijn ernstige brand wonden overleden. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. Als tragische omstandigheid wordt nog ge meld, dat zjjn vrouw Donderdagmidag met het eten op hem zat te wachten, toen het telegram van het ongeluk haar bereikte. De gewonden. Van de directie van het Academisch zie kenhuis ontving men de volgende offi- cieele opgave van het aantal gewonden: L. Elgström uit Berlijn, ernstig; Christihe Barten, vier jaar, De GenesteU straat 89 te Leiden, niet, ernstig. Mevr. Van RaaitOmmering, Vlaardingen niet ernstig; J. Hageman, Zoeterwoude, ernstig; J. J. Metz, Rotterdam, Bergschelaaan 126, ernstig; A. de Vries, Sarphatistraat 99, Amster dam, niet ernstig; Mej. Van Schaik, Breestraat 114a, Leiden, ernstig; De weduwe SchweigerHarms, 2e Jan v. d. Heydenstr. 21, Amsterdam, niet ernstig; Mevr. PontSwagers, Jaagpad 16, Leiden, niet ernstig. Koninklijke deelneming. De Burgemeester van Leiden heeft gister middag namens H. M. de Koningin Haar deelneming betuigd aan de in het Acade misch Ziekenhuis aldaar opgenomen gewon den bij bet spoorwegongeluk nabij De Vink. Het hoofdspoor Amsterdam— LeidenRotterdam weer be rijdbaar. Naar wij vernemen is vanaf hedennacht 12 uur het opgaand hoofdspoor Amsterdam— Rotterdam, via Haarlem en Leiden, weder om berijdbaar met een snelheid van 10 K.M. op de plaats, waar de ramp heeft plaats ge had. Met ingang van heden zal bet trein ver. keer tusschen Amsterdam en Rotterdam v.v« weder zijn normale verloop hebben. Lach dan, Paljasso! W. schrijft in de „Tel.” Ruw en plotseling is de tijding tot haar gekomen. Angstvallig had de familie van mevr. De BoerVan Rijk, waar zjj in Den Haag logeerde, omdat zy in het theater Hee- rengraeht galavoorstellingen geeft, haar het dramatische feit verzwegen van den dood van de beide Lobo’s, die zy zoo intiem gekend had, voor wie zy zoo hooge achting had als kunstenaars en met wie zij zoo lang door planken-land was gegaan. Toen haar het be richt van den dood van Heyermans bereikte viel zij flauw. Daarom had men haar angst vallig buiten het drama gehouden. In den schouwburg zouden de collega's het baar kalm en langzaam hebben verteld en als zij de deuren van bet Theater Heerengracbt bin nengaat, zegt ootseling, meer in behoefte om Een onderhoud met den machinist. De „Tel." heeft een onderhoud gehad met den machinist van den verongeluk ten trein 218, H. Müller, een bestuurder, die blijkens ingewonnen informaties ter bevoegder plaatse uitstekend staat aan geschreven en daarom in hoofdzaak de „groote” treinen rijdt. Eergisteren, zoo zeide meester Muller, ben ik ook langs hetzelfde traject gere den, doch ik heb, evenmin als mijn col lega's, iets verdachts gemerkt. Er was een aanschrijving geweest, dat daar ter plaatse en trouwens ook elder in de buurt wegens herstellingen aan ol con trole van het baanvak langzaam gere den moest worden. Het bewuste stuk reiken. Het bleek, dat ze niet hadden kunnen ontsnappen. Immers de riek (de lange ijzeren tweetand waarmede de stoker het vuur bewerkt en die steeds schuin op den tender ligt) was door den schok naar voren geschoven. Het zware stuk ijzer vormde een beletsel voor een snelle ontsnapping, zoo dat mogelijk ge weest ware. Bovendien waren de kolen uit den tender naar voren gekomen, waaronder beide mannen zijn geraakt. In hoofdzaak is het de stoom uit het peil, glas geweest, die hen verminkt heeft. Veel vuur was niet uit de vuurkist geko men. De heer uit Noordwijk en ik heb ben de riek er uit getrokken en Ettik hoven verlost. Toen wij hem naast de machine had den gelegd, zei hij nog: help mijn baas maar. Die baas was ik mijnheer en de goede jongen zag niet eens, da. ik over hem gebogen stond. Hij mompelde nog iets over zijn vrouw en kinderen en toea droegen ze m'n makker weg. Van den heer Van Rhoon heb ik in het begin riets gezien; later heeft een dokter een gat in het dak van de cabine doeu hakken en hierdoor heeft men het lijk ge borgen. Het was, gelijx gemeld, door den stoom totaal verbrand. Daarna hco ik het vuur gedoofd; men schrijft wel in de kranten dat ik dat met water heb ge daan, doch dat zou al heel gevaarlijk geweest zijn. Natuurlijk heb ik zand ge bruikt, daarbij geholpen door anderen. Ze’f licht gewond. Pas 's avonds bemerkte ik, dat ik zelf een kleine wonde aan het been en effen aan het gezicht had. Ik herinner me nu ook nog dat ik naderhand zag, dat de retnkraan niet ge heel dicht gedraaid stond; vermoedelijk beb ik bij het uitklauteren tegen de handle getrapt, want ik weet zeker, dal ik hem geheel toe gedrukt had. V an de locomotief (een Engelsche ma chine) is nogal veel gebroken. Zoo zijn de veerhangers, het truckstel en verschil lende pijpen vernield. En dat zal wel niet alles zijn, want de zwaarste beschadiging is vermoedelijk wel aan de zijde, waarop zij gekanteld ligt. Tot zoover het verhaal, het ongeval betreffende. Omtrent de oorzaak was onzen zegsman niets bekend. Ik rijd al twee en twintig jaar, zoo be sloot bij en nog nimmer heb ik een on- *geluk gehad. Zelfs heb ik nog nooit iemand overreden of aangereden. En nu deze ellende. Afijn, laten we meer gebeurt. Morgen g. de kar; dan rijd ik ai Maastricht. Bezoek van den Commissaris der Koningin in Zuid Holland. Ook de commissaris der Koningin ia de Prov. 'Zuid-Holland, de heer E. C. baron Sweerts de Landas VVyborgh, bezocht gis termiddag de plaats, waar do sneltrein van Rotterdam naar Amsterdam op 9 dezer is verongelukt. Het verhaal van Father Lefeber. Father Th. Lefeber, directeur van het Sint Bonifacius-MLssiehuis te Hoorn, die oogge tuige was, verhaalde ons het volgende: Ik stond in loeiden op het eerste perron op den (verongelukten) trein te wachten, die om 3.05 uur zou vertrekken naar Amsterdam, toen plotseling de trein Amsterdam—Parys D 9 aan den overkant van perron 2 bleef stilstaan. (Deze trein stopt anders niet in Leiden.) Even daarna zie ik allerlei trein- en sta- tionsperaoneel, voorzien van verbandtrom- rnels e.d. de twee lynen oversteken naar D 9. Toen begreep ik, dat er een ongeluk ge beurd moest zjjn. Direct sprong toen ook ik op de lyn om met D 9 mee te gaan naar de plek des onheils. Aanvankelijk werd ik, door een paar beambten teruggewenkt. Ik liep echter door, ook op do tweede lyn, en legde toen uit, dat ik als geestelijke misschien wel noodig kon zjjn. Het zij tot eere van de be ambten gezegd, dat ik toen direct met de grootste voorkomendheid een coupé kreeg en dat do controleur de zorg voor mijn taech nam. Toen ik bij den verwoesten trein kwam, had men reeds een paar lijken geborgen. Men was juist bezig een klein meisje dat hart verscheurend gilde onder een wagen vandaan te halen. Daar de andere slachtoffers aan den ande ren kant van den trein lagen en de portieren van den dwars over de lyn «taanden wagon niet werkten, moest ik door een raampje klimmen om bij de ongelukkige, kermende gewonden te komen. Het eerste wat ik zag, was een vrouw wier beenen afgekneld waren, Het eene been, dat goed zichtbaar was, gaf slechte een af- grjjseljjken en bloedigen „stomp” te zien. Verder lagen daar nog een man met twee gebroken beenen, een met een gebroken arm, en een gebroken been, een bejaarde dame -met verschillende been fracturen, een jongere vrouw met meerdere fracturen en kneuzingen, dan nog een man met vrecee- Ijjke hoofdwonden, enz,, enz. 't Was ver schrikkelijk om aan te zien. Ik had diep me- ium» uvinui niiusuc ru viravir. x-iruiauu ^deljjden niet de ongehikkigen, die daar half wat het haar koet. Niémand ziet de moehf^> ^op het gras, half op de kussens uit de wa gons, lagen te schreien en te weeklagen. Ik began met stil een absolutie te geven in het algemeen voor al de slachtoffers, die er nog voor in aanmerking kwamen, omdat do mogelijkheid bestond, dat er nog levenden onder de wagons lagen, Toen zag ik dat ook nog een pater Redemptorist zjjn zorgen besteedde aan de gekwetsten. Ik heb toen, evenals genoemde Pater, de gewonden toe gesproken. De moesten waren goed by ken nis, maar ik twijfel of er onder de door mij aangesprokenen katholieken waren. We wek ten ze dan ook in het algemeen op tot ge dachten van onderwerping aan Gods H. Wil en van bereuw over bedreven zonden. De slachtoffers leken mij over het algemeen zeer moedig. Sómmigen klaagden erg over koude, vooral in de gebroken ledefnaten. Daar er eerst niet voldoende dekens waren, heb ik er mjjn re genjas ook nog by verspeeld. Ik had hem over de bejaarde dame gelegd en by het trans- porteeren is hjj zoek geraakt. Ook mij zak- schaartje is weg. Op een oogen blik was er geen schaar om de broekspijp van een ge wonde open te snijden; dus werd mjjn schaar tje gebruikt. Dit verlies wordt echter ruim schoots goedgemaakt door de voldoening, die ik ervan had, my bij zoo’n ramp eenigszins nuttig te maken. Het deed my ook goed, dat wij zoo spoe dig met twee priesters ter plaatse waren. Ten slotte ben ik weer met denzelfden D 9 die niet vetder kon rijden, teruggegaan naar Leiden Ik had een paar zeer emotievolle uren doorgemaakt. haar zjjn medegevoel te zeggen, een der em ployes: Er is weer een collega van U op zoo ongelukkige wjjze om het leven gekomen. Wat, wie? Mevrouw Greta Lobo-—Braakensiek. Greetje?! een doodeljjk bleek is om de mooie, oude trekken gekomen.even daar na valt de 73-jarige actrice flauw. En dan speelt- zich op het tooneel, maar in schrijnende realiteit het drama af van Pal jasso.... Lach dan, Paljasso, als je hart is gebroken. Zy speelt als gast in het blijspel „Tropen- adel”.... zy zal moeten lachen, zy zal de zaal moeten doen schateren, terwijl in haar oude hart dat schrijnende wee .woont om haar verloren geliefde collega’s.om haar vrien din. In de zaal wacht vergeefs het publiek..., Iwt wordt 9 uur en nog altijd waagt men het nWt, het sein tot aanvang te geven. Men heeft haar bijgebracht, maar met starende oogen, als in „Op Hoop van Zegen” de goede Knier tje, zit zij uit te staren en te herinneren. Het echte stoere bloed van ras-echte actri ce. Zal door haar een voorstelling niet door gaan? Hoevele malen speelde zij niet reeds, terwyl zy doodziek was? Begin! Zy heeft nog tyd tot de tweede acte, dan zal zjj wel weer zooveel hersteld zyn, 'dat het publiek haar tranen niet ziet. Het gordyn gaat op. Niemand in de zaal vermoedt iets, men is ongeduldig geweest, omdat het scherm te laat opging. Eerat ziet men Nico de Jong. Hij heeft en kele uren tevoren beide Lobo's gesproken voor zij naar den trein gingen, ze de hand gedrukt. En bet publiek schatert, weet niets van wat er in hem omgaat. Minister Van der Vegte op het terrein. Gisteren bezocht de minister van Water staat, Ir. Van der Vegte, in gezelschap van den landsadvocaat Mr. Telders, uit Den Haag en inspecteur-generaal van toezicht op de spoorwegen Ir. O. II. W. v. <1. Vegt, de plek des onheils. Die minister liet zich uitvoerig ovér ten toestand inlichten, waarbij de landsadvo caat herhaaldelijk het wetboek raadpleegde. Naar de „Tel.” verneemt, beschouwt de hoogste autoriteit het ongeval op deze be langrijkste lyn van Ons land, een ongeval, ernstiger dan de ramp te Weeep. Daar stond direct vast, dat de aan de plaatselQke situatie van den dijk wis te wyten. Hier zyn misschien nog andere oorzaken in het spel. Een zeer scherp on derzoek zal frorden ingesteld, om de oorzaak van deze ramp op te sporen. Deelneming van minister Waszink. De heer Frits Tartaud, directeur van het Nieuwe Rotterdamsche Tooneel, ontving gistermorgen een telegram van deelneming van den minister van Onderwjjs, Waszzink. Het telegram luidde: „Diep onder den indruk van droevige ramp betuig ik U oprechte deelneming in onherstelbaar verlies, dat Uw gezelschap en geheel Nederlandsche tooneel heeft ge leden, verzoek U myn innnige deelneming aan nabestaanden van heer en mevrouw Lobo over te brengen.” Zal een openbaar onderzoek worden gelast? Volgens de „Tel.” is het onderzoek, dat door de Justitie naar de oorzaak van de spoorwegramp by De Vink wordt ingestelJ, nog niet beëindigd, zoodat ook van de zyde der Justitie nog niet met zekerheid <ie juis te oorzaak van het ongeluk kan worden vastgesteld. Vandaag wordt ter plaatse van de ramp nog een onderzoek ingesteld »an wage de spoorwegdeskundigen, waarbij ook weer de heer Van der Vegt, hoofdinspac- tenr-generaal van het toezicht op de Spoor wegen, tegenwoordig zal zyn. Of van wege den minister van Waterstaat een openbaar onderzoek zal worden gelast, is nog niet be kend. Krachtens art. 27 van de wet tot re geling van den dienst en bet gebruik J ir spoorwegen, heetf de minister daartoe ie bevoegdheid. Een zoodanig onderzoek heeft ook plaats gehad na de spoorwegongelukken by Hou ten en by Weesp. Het blad verneemt voorts, dat naar de oorzaak van het spoorwegongeluk een on derzoek zal worden ingesteld door een com- mteAe, waarin zitting hebben de hpofdhi- ■peoteur-generaal van het toezicht op de «noorwegen ir. A. H. van der Vegt, de chef ▼au den dienst der exploitatie ir. H. E. Hoekstra en de chef van den dienst van weg en werken ir. H. P. Maas Geesteranus. zou, als gebruikelijk is, met groene bor den, gemerkt A (aanvang) en E (einde) aangeduid worden. Mijn machinist-leerling Ettikhoven zei nog, toen wij op de heenreis Leiden pas seerden: „denk er om meester, vanmid dag staan de borden hier ook, maar na drieën.' Toen we om drie uur precies de plek op den terugrit passeerden, stonden de borden er niet en werd er niet aan de baan gewerkt, zoodat wij aan geen limiet op dat stuk bij De Vink gebonden waren. In Den Haag klom Van Rhoon, de chef- machinist bij me op de locomotief, naar hij zetde om naar Leiden te gaan. Hier had immelijk een klein déraillement plaats gehad en-hij moeit daar bij zijn. Nabij de Vink had de rein naar ik met vrij groote zekerheid meen te weten een snelheid, die tegen de 83 K.M liep. Het stuk van Den Haag tot Leiden is ruim 15 K.M. lang en daarvoor hebben we precies een kwartier rijtijd, wat dus neerkomt op een gemiddelde van ruim 60 K.M. Doch daarbij moet men in aan merking nemen, dat, zocals u wel zult weten, het vertrek uit Den Haag leitelijk uit een kuil plaats heelt. De baan be gint direct na het verlaten van het sta tion te klimmen, wat tijd en snelheid bij het aanzetten kost. Op net overige ge deelte van het traject tot Leiden moet dus flink gereden worden en vandaar deze inelheid. Doch daar is niets tegen, omdat het materiaal en Je baan op deze snelheden berekend zijn. Van Rhoon zal op het bankje van den leerling, dat is ter linkerzijde in de loco- motiefcabine, ik zat achter mijn handles rechts, terwijl Ettikhoven in het midden op de vuurplaat stond. Alles was in orde. Alles was „patent" in orde. De machi ne had nooit de minste afwijking ver tol nd n verdachte dingen voor me uit zag ik door het kijkglas niet Ploseling op een recht stuk spoor voelde ik een geluid tlsof er iets afknapte. De machine huppelde even en daar ik begreep, dat er iets niet in den haak was, duwde ik den regulateur dicht en draaide de kraan van de Westinghouse-sneirem geheel om Hierdoor ontstaat hetzelfde effect als wanneer men'aan de noodrem trekt. Het is de snelste wijze van remmen en ik ge loof dat dit van invloed op de gevolgen van het ongeval geweest is. Immers, het buitengewoon krachtige remmen heeft den wagens belet geheel in elkaar te schuiven. De eerste rijtui gen achter de machine zijn op zij gedrukt de andere zijn in de gewone formatie gebleven, wat zeker niet gebeurd zou zijn als de trein met dezelfde vaart doch ongeremd gederailleerd was. Toen ik de remkraan geheel had om gedraaid begon de locomotief, welke tot de grootste klasse machines voor den peisonendienst behoort en die gekop pelde wielen heeft, te slingeren Nu eens helde zij over naar den linker-, dan weer naar den rechterkant Dit alles was slechts een kwestie van een paar secon den. Met een hevigen schok viel ze eens klaps naar links. Instinctief greep ik het eerste het beste wat me voor de hand kwam; toevallig was dat de kraan van het peilglas. Doordat ik er ten gevolge van het kapsijzen der machine teitelijk aan hing, trok ik haar zonder het te be seffen dicht. Dit is misschien mijn geluk geweest want het peilglas brak en ik zou vermoedelijk verbrand zijn .door den onisnappenden stoom, als de kraan open was geweest. Toen wij omver gingen was het me niet helder, wat er met me van den stoom en de hitte ervan deden me opspringen. Zonder veel moeite klau terde ik door het zijvenster van de ca bine naast mijn zitplaats naar buiten. Zooals u hoort is er dus geen sprake van dat ik tijdens het rijden van mijn machi ne gesprongen ben, zooals beweerd is. Verblind door den stoom. Ik had temidden van de stoomwolk nóch van Rhoon, nóch jnijn leerling ge zien. Ik liep om de machine heen en met behulp van een heer uit Noordwijk aan Zee ben ik naar mijn metgezellen gaan zoeken. Het was door den ontsnap- penden stoom géén doen; we werden fr door verblindt Het peilglas aan de lin kerzijde (er zijn er twee op den ketel: één aan den kant van den stoker en één aan dien van den machiniat) was gebro ken en de straal blies Joor de geheele cabine. Ook de stoomfluit was afgebro ken en eveneens uit deze leiding ont snapte stoom. Ik beb dit zoo goed moge lijk verholpen. Toch heb ik opnieuw ge tracht Van Rhoon en Etiikhoven te be-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1926 | | pagina 1