De Adder van Milaan VUEOBN. NUMMER 43. ZESDE JAARGANG 1926 o (J4) Aan haar voeten spreidde zich de prach- „Het is maar weinig, vergeleken bij wat neerziend. waarop zij lachten en hem toen afmaakten. De bouwmeester boog diep neer en kus- de uit de plooien van zijn gordel en wierp die den armen schilder. Zij dorsten mij niet ken van den hemel een teeken, dat ik Als 't niet geweest was om u te redden, schitterende oogen uit. zeide „Zal dat spoedig wezen?" vroeg zij stem was vol tranen. merkte gebrek aan paardenmest is iets dergelijks ook goed. Een onderzoeker liefde tot de wetenschap overwint vele hinderpalen —telde in een pond mest 685 maden. moest berichten 1” „Verraden?" herhaalde Mastino, „Men zegt, dat de Veroneezen niet lang meer stand kunnen houden,” vervolgde „Zijt gij gelukkig, donna mia?" vroeg 1 TT.L* 11 „Meer dan ik ooit heb durven droomen," Ik wist niet dat DE VLIEG EN DE MENSCH. In den Spaansch-Amerikaanschen oor log in 1898 werd bewezen, dat vliegen typhus-epidemieën in het kamp hadden had.” „En de hemel begunstigt hare liefde en stuk beest, een van de vuilste die er be staan Een Amenkaansch dokter heeft de vlieg ,een gevleugelde spons, „Luister 1” riep Mastino uit, „ik hoor te berichten, dat hij u zelf komt en indien gij eenige bevelen genwoordige zijn dan ook Januari heet naar den tijdgod Janus, den tweehoofdige (verleden en toekomst) DE VOEDING VAN DE VLIEG. Als de vlieg uit het popje komt heeft ze honger. Voor haar gezondheid is het verkieslijk, dat hij twee soorten voedsel afwisselend gebruikt. De eene soort vindt de vlieg in mest en de andere in ons eten. Behalve de stal en de straat is dan ook onze keuken en onze eetkamer, vooral als er wat eetbaars te vinden is, zijn gelief koosd verblijf. De vlieg eet gauw en gulzig. Eerst propt-ie zijn krop vol. Heeft-ie nog meer te eten, dan gaat het door in maag en darmen. Om er nog eens het plezier van te hebben, brengt hij het eten weer uit kelen, dat in deze maand, vooral vroeger, veel voorkwam. De Saksers zouden deze maand Sprout-kelemond genoemd heb ben, omdat in dezen tijd de kele aller- hand soort van moes begint te spruiten. Ook heeft men gedacht aan de gele Narcis, die soms Sporkelbloem ge noemd wordt en die, zooals men weet, al heel vroeg bloeit. De Februarimaand werd ook wel eens koortsmaand genoemd, omdat in dezen en Ligozzi schrok van HOOFDSTUK XXV. In Goudlaken gehuld. Graziosa Vistamini, de redster van Mi- noemen?.. Natuurlijk met en daar hebt u aan. De vlieg ia nu «enmaal een akelig drie doorgevoerd. „Houd op er ia een huwelijksbe- ietsel T Een aantal verschrikte gezichten werden naar me toegewend en ik wist dat ik mijn plicht gedaan had. Mary was de eerste die sprak, zacht fluisterend „Wat is er waarom „Omdat ik tegenwoordig was bij uw tiuwelijk met Denis Mansfield in Akowa...." „Maar Denis dood,” fluisterde zij en haar in-droevige oogen schenen te zeggen, dat haar hart met hem ge storven was. „Men zei, dat Denis dood was,” zei k langzaam op zachten toon, „maar feest, Februare is reinigen Maart naar blinden zal.” „Wat ben ik, dat gij mij zooveel vreugde zoudt schenkel!" riep zij met bestaande oogen uit. Visconti glimlachte haar toe. „Gij zijt Nog een oude benaming voor Februari is Sellemaand voor welk woord eveneens verschillende verklaringen zijn gegeven. Zoo vindt men in oude kalenders om trent Februari nog het volgende rijmpje t „Ter ligt-mis gink Aegt de Bagijn Met moff en vuertest, Valentijn Bleef ,bij den haerd. Maar Peter Thijs Dee best, hij smeet die kool in 't ijs." De eerste Mei was voor de heidenen een der heiligste zaken van het jaar. Reeds den avond tevoren brandden allerwegen de Meivuren. Op Mei-avond zijnde de laatste April eindigde dikwijls de huur van landerijen, huizen en dienst boden. In den Meinacht plantte de rniddel- salicylzure soda. eeuwsche minnaar een „Meiboom” onder En anders er maar met de vliegenklap het venster zijner geliefde. Waar huwbare op uit en ze doodgeslagen I meisjes waren, zetten de jongelui wel eens (Zonnebloemen.) evenveel groene meien op het dak. De lichtzinnige deerne daarentegen, werd bespot met een dorren tak zij die haar vrijer ontrouw geworden was, werd ge hoond met een stroopop de trotsche rijke met een vogelverschrikker. Lang vóór het opgaan der zon haalde de jeugd een pijnboom of esch op een kar uit het botch, alsmede bloeiende meidoorntakken en velerlei bloemen en groen. De meiboom werd geplant in het dorp en versierd met al wat bont en kleurig was ook de woningen werden rijkelijk getooid. Men danste en sprong om den meiboom en zong daarbij allerhande lie deren. Misschien is het oude „Hei, 't was injden Mei” of „Patertje langs den kant”, nog een verre nagalm van die oude mei zangen. Nog eeuwen lang vierde men den Mei- dagMn een maalkeur van het Putterholt van 1448 leest men ,,En mey aVendh den doerpers ende om den enek togela- thenn to kalenn evnen esboem.” De to nen van meifluitje, hoepen en waldhorens weer klonken in den optocht en de Meidrank „Laat ons alle»n," fluisterde Ligozzi medaillon aan zijn hals. „laat ons alleen. Voor hedennacht is er verder niets te doen. De prins en ik zullen volgen.” „Hij is vreeselijk aangedaan,1 een der officieren op. „Al zijn hoop was hierop gevestigd," DE MAANDEN VAN HET JAAR. „De Folklorist" schrijft in „de Tijd" In de oudheid berustten de maanden op den omloop der maan in 29% dag. Twee voile omloopen vormden dus 59 dagen en men nam afwisselend maanden van 29 en £0 dagen. De oude Grieken, de Joden, Mohammedanen ea. hadden 12 zulke maanden, dus een jaar van 354 da gen. Het maanjaar was aldus 11 dagen korter dan ons zonnejaar, Vóór Numa Pompilius hadden de Ro meinen 10 burgerlijke maanden van 36 dagen, maar deze vorst voegde er twee bij zoodat elke maand korter werd en maakte met januari en Februari het te- I twaalftal vol. Haar namen wm«otneinschen oorsprong HUWELIJKSWENSCHEN BIJ DE KALMUKKEN. Bij de Kalmukken is het bruiloft, wan neer de bruidegom den bedongen prijs aan de familie zijner aanstaande heeft uit gekeerd. De bruid wordt in statigen op tocht naar de tent van haren schoonvader gevoerd, die haar een schaal met brande wijn reikt en nadat zij heeft gedronken, een lange reeks van wenschen uitspreekt Er zijn er daaronder, die het Kalmuk- sche volk zeer gunstig kenschetsen b.v. De zegen van oude lieden moge u deel achtig worden. Gods oogen mogen op u rusten. Uw woonstede moge rijk zijn aan asch. Talrijker dan schapen en lammeren moge uw nakomelingschap zijn. Vóór u moge de maan schijnen. Achter u moge de zon schijnen. Op heuvelland zij uwe woonplaats ge vestigd. Op bergland weide uw vee. Uw kleeding zij nimmer morsig. Dat uw paarden nimmer mager wor den. Uw levensduur reike ver. Uw verstand moge gerijpt, uw geest opgeruimd zijn. Wees tegen hem, die u dreigt als staal. Uw vuur verspreide warmte in 't rond. Uw voedsel zij rijkelijk. Uw arm zij altijd flink en krachtig. Houdt u van vliegen i Nou, dat zou ik graag doen. Zooals Fokker of van der Hoop door de wijde luchten.... Neen, u begrijpt me verkeerd houdt u van die kleine insecten, die wij vlieg gemakkelijk. De DE BIEFSTUK. „Hoe hebt u den biefstuk gevonden, mijnheer vroeg de restaurateur. „O, vrij gauw,” antwoordde de gast Hij lag net achter een aardappel. „Waarom laat Pieterse zijn dochters altijd quatre-mains spelen „Dan kun je niet zoo gauw hooren, v^ie het slechtste speelt." f BIJ DEN COIFFEUR. Heer (tot coiffeur)„Knip mijn haren niet te kort, de menschen mochten me eens voor mijn vrouw aanziea 1" kei of liever Sporkille beteekende 't spoor van koude, dat de wintervorst nog achter- is Krijgt ie suiker te pakken, dan het. Een ander geleerde houdt Sprokkel- j.. j-maand voor Jachtmaand omdat men in dien tijd gewoon is het wild op te sporen, door zijn voetstappen of sporen na te gaan en in de sneeuw te volgen. De meest voor de hand liggende verklaring is wel „Dan zijn de legers van mijn edelen prins de architect van mijne nieuwe kerk, welke r van Italië zal worden. Volg mij, mijnheer Gamberra,” En hij ging voor naar den ingang, die laag en breed was. De muren waren met fresco's versierd de vloer van roode zandsteen. De vensters „En als de vrede gesloten is zult gij als openden op het terras. In het midden stond een vergulden i- Februari naar het dan gevierde reinigings- altemaal door de jeugd vervaardigd, -B-u—------- naar A-A- den oorlogsgod Mars April waarschijnlijk wefd geschonken, naar het openen der bloemen (aperere is i naar de aardgodin Maya Juni mogelijk naar Juno, de hemelkonin gin Juli en Augustus herinneren aan Ju lius Caesar en keizer Augustus Septem ber, October, November en December beteekenen 7de, 8ste, 9de en 10de maand (uit den tijd vóór Numa Pompilius). De Nederlandsche namen voor Januari- en Februari-maand Louw maand en Sprokkelmaand worden zelden gebezigd. Karel de Groote had de namen Winter-, Slijk-, Lente-, Paasch-, Vreugde- Braak-, Hooi-, Oogst-, Herfst-, Wijn-, Wind- en Heilmaand voorgesteld deze namen mochten evenwel geen ingang vin den. De Hollandsche namen voor de tweede maand van het jaar Sprokkelmaand of Louwmaand zijn moeilijk te verklaren Men heeft Sprokkel wel eens aangezien voor Sprokel, dat dan door letterversprin- zijn snuitje en zuigt het nog eens op of ging ontstaan zou zijn uit Sporkel. Spor- laat het liggen. (Vindt u het vies, lezer, bedenk dan, dat de werkelijkheid nog veel viezer i is hem dat te droog en maakt ie het met speeksel nat om het te kunnen opzuigen. Een goed gevoede vlieg zou elke vijf minuten de W C. noodig hebben. Daar gebruikt ze bijvoorbeeld onze kamers voor De vlieg maakt dus twee soorten vlekjes deze, dat men denkt aan het hout sprok- die allebei niet al te frisch zijn. Het ergste - echter is, dat niet alleen in die plekjes 1 en de pooten zich ziektekiemen kunnen be vinden. Daar zijn vliegensoorten, die hier spe cialiteiten in zijn men heeft tot zes mil- lioen bacteriën op één vlieg geteld. Vlie gen, die bij riolen teven, zijn natuurlijk rijker voorzien dan andere, maar ons huis- vliegje heeft als gewoon voorraadje 47000 bacteriën,.op zijn kerfstok staan, tijd vele gevallen van koorts ontstonden, welke naar men meende aan de moeras dampen waren toe te schrijven, welkë ’na het afloopen van het water uit de Cam pagna oprezen. Vandaar dat sommigen meenen, dat Februari ontleend is aan veroorzaakt. Ook van diarrhee, buikloop, febris da. koorts. God aan, en dit is Zijn antwoord. Ik zal de bloemen aan zijne voeten. Visconti tot een tweegevecht uitdagen 1" I en hij trad vanuit de grot naar zijne wach- voort. De gedachte kwam in hem op zich zijn naam was t tende officieren toe. „Terug naar het naar Milaan te spoeden en op de speren met angst en vrees, dan dat zij dit zoo spoe- kamp riep hij met wilde stem uit. „We- der soldaten te sterven als hij de handen dig kon afschudden. derorn zijn wij verraden, ditmaal door een maar op Visconti zou kunnen leggen. „De zon begint heet te worden, edele den dag zwakker ik heb Bassatio reeds vrouw, die Visconti liefheeft I De hertog „Ik zal hem tot een tweegevecht uit- vrouw,” merkte een andere dame op. en zal Reggio ook spoedig krijgen. Hij van Milaan mag van geluk spreken wie dagen 1” ging het krankzinnig in hem om. „Wilt gij niet in de schaduw komen heeft niet alleen zijn steden verloren, doch zou dit voor mij doen En in zijn wan- Toen veranderde plotseling zijne stem- Graziosa ging weer terug. Haar gelaat ook 21jn verstand, want hij heeft thij uit- „l tot een tweegevecht, waarbij op haar boezem. Twee pages droegen den anes wat wij bezitten van ons eigen zwaard - - - - «w^rwww haar op gebogen knie woord reeds gekregen en ik heb zijne nUeanAAtfm icZ— t w«a_ ter uwer beschikking, edele vrouw.” naar, Graziosa,” en hij nam de teekeninger „Zeg hem dat ik hier ben,” antwoordde Van den architect aan en spreidde ze op zij. Blozend, wegens zooveel eerbetoon, f^fel uit. „Dit is mijn nieuwe kerk de teeke- i ervan,” en hij zag Graziosa aan verlangend naar haar oordeel. „Ik begrijp er niet veel van dit is niet wederom ruw lachend uit. lijk „Bassano is gevallen conti met trots en voldoening aanzag. Zich „Ja, en men zegt dat Reggio zeker zal wederom jot Graziosa wendend, zeide eenjwilden lach, plukte een verlepte roos redetwisten over het doode lichaam van volgen.” hij „Nu moet ik u iets laten zien. Dit is uit de plooien van zijn gordel en wierp die den armen schilder. Zij dorsten mij niet T'"_ j op den grond. „Kijk, Ligozzi een tee- volgen, omdat zij een hinderlaag vreesden, overal zegepralend 1” riep Graziosa met het wonder L- J -- vervuld waande. Doch er was een meisje, dan zou ik liever gestorven zijn 1” En met dat gebeden opzond voor Visconti en hartverscheurend snikken viel bij met zijn omkomen, en Visconti wordt gered 1 Dit teeken was om mij te bespotten Hij vernietigde de’ roos onder zijn hiel kunnen troosten waar ik zelf zoo trooste- bardije worden uitgeroepen de vrouw tafel, waar hij een stoel heentrok en Gra- _ade wilde wanhoop loos ben?” En hij verdween tusschen de van ViscontiEr lag een noot van ijver- zjosa ve;zocht plaats te nemen. „Dit is welke’op zijn gelaat te lezen stond. „Ik boomen. De lucht was zacht en met bloe- zucht in den toon der spreekster, bij de Wat ik van Milaan ga maken zoodra de had het moeten begrijpen riep hij uitmengeur beladen. Een koel briesje kwam gedachte aan zulk een schitterende toe- oorlog ten einde is, liefste,” zeide hij, ter- ,4k had het moeten begrijpen 1 Ik riep zijn voorhoofd verkoelen en ritselen door komst. Doch Graziosa lette er niet op. wijl de architect zijne teekeningen ont- gozzi met een uitdrukking van woede. „Het meisje," antwoordde Tomaso met „Dat was het bevel van den hertog," zei- borg bitterheid het meisje, dat Visconti lief- den zij, „en geen vergiffenis.” Hier bleef Tomaso wachten. Bij het uitspreken van Visconti's naam rolde en samenschikte. In ongekende woede liep hij haastig voer een lichte rilling door haar heen „Zil dat spoedig wezen?” vroeg zij hij trad vanuit de grot naar zijne wach- voort. De gedachte kwam in hém op zich zijn naam was te lang verbonden geweest de oogen naar hem opslaand. naar Milaan te spoeden en op de speren met angst en vrees, dan dat zij dit zoo spoe- „Ik hoop het wel,” gaf hij lachend ten antwoord. „Mastino della Scala wordt met DE LEVENSLOOP VAN EEN VLIEG. Een vlieg legt zoo’n 120 eieren tegelijk (deden de kippen dat ook maar I)elk ei is zoowat een millimeter lang. Binnen 24 uur is het een made, een wit glimmend wormpje, dat snel in de stof, waarop de eieren gelegd zijn, binnendringt en ten slotte bijna zoo groot wordt als een vlieg zelf. Dat duurt zoo van vier tot acht dagen. Dan wordt het velletje hard en zwart en na vijf of zes dagen komt de vlieg te voorschijn. Na twee 4 drie weken begint juffrouw vlieg eieren te leggen en zoo gaat het dan maar door In de gunstigste omstandigheden kan een voorjaarsvliegje in een zomer tijd een nageslacht hebben van soo.ooo.ooo.ow.ooo.ooo.ooo.ooo.axi.ix» vliegen. Nu zijn zóó gunstige omstandig heden bijna nooit aanwezig, anders zou ons leed met te overzien zijn. De vlieg legt haar eieren in paar en- mest.Menschen, die dicht bij een paarden stal wonen ik spreek uit ervaring' hebben daarom het twijfelaehtig genoegen rijk met vliegen gezegend te worden. Bij openen)Mei cholera en andere Bekten ts het bij onder zoek duidelijk gebleken. Zoo-wordt in Afrika de verschrikkelijke flaapziekte door een soort vliegen ovgrgebracht De vlieg is dus met alleen 3iii maar schadelijk en gevaarlijk, t «Ervan af te komen is echt gr met zoo I mest opbergen of diep maand gebeuren, onder den grond bewaren zou een middel gelijk >*in> maar dat krijg je niet zoo een, twee. Verder kwam ik niet. „Denis I Denis I” fluisterde zij. Toen viel ze, in mijn armen, in zwijm. Mary werd naar de pastorie gedra gen en het was daar, dat de man, die haar bijna de zijne genoemd had, zijn woede tegen mij luchtte op een manier, die mijn gevoel van vreugde omdat ik lit had kunnen verhinderen nog deed 'oenemen. Later hoorde ik, dat Mary er slechts in had toegestemd, met dezen man te rouwen, omdat zij haar ouden vader hiermede redden kon van armoede en ontbering. Mary ging met mij terug naar de stad. Er was weer kleur gekomen op haar wangen en glans in haar oogen. Ik bereidde er haar op voor, dat Denis haar wel niet herkennen zou Hij wist immers niets meer van al wat er vroeger was gebeurd. Maar zij glim lachte ernstig. „Ik denk, dat ik hem wel zal kunnen helpen,” zei ze. Thuis ging ik haar voor de trap op. „Is hij in die kamer zei u, toen ik den deurknop van mijn zitkamer in de hand nam. Ik knikte. „Hij zal wel bij den haard zitten. Daar zit hij uren lang zonder een woord te spreken.” Maar zij scheen niet naar mij te luis- 'eren. Zij liep zachtjes de kamer in. Het was zooals ik gedacht had, Mans field zat in mijn grooten leuningstoel, gebogen over den haard, zijn handen uitgestrekt naar het vuur en zijn ver vallen gelaat verlicht door het vlam- tnenschijnsel. Ik hoorde hoe Mary, bij de deur staande, even den adem inhield. Toen kwam er een glimlach op haar lippen en vlug hep ze op de stille gestalte toe. Zonder een woord te spreken, zelfs zonder zijn naam te noemen, ging ze naast Denis staan en hij tilde het hoofd op om haar aan te zien. Een uitdrukking van verbazing kwam op zijn gelaat en vol bewondering keek hij haar aan. Want nooit had Mary er mooier uitgezien dan op dit oogenblik. Nog steeds zwijgend knielde ze naast hem neer en ik zag, hoe ze zijn magere handen omsloot met de hare ww, Haar oogen keken diep in de zijne. En maar Op jjet cje vleugels toen zei ze, langzaam en duidelijk: de ziektekiemen kunnen I „Mary, wilt gij Dems Mansfield, hier tegenwoordig, nemen tot uwen wettigen man?” En toen, helder en vast en met zilveren geluid „Ja, ik wil!" Bij de deur staande keek ik adem loos toe. Ik zag zijn gezicht veranderen, ik zag opeens een glimlach vol onuit sprekelijk geluk. En toen fluisterde hij, met een niet te beschrijven innigheid „Mary I Mary, mijn vrouw F En ik? Ik ging zachtjes de kamer uit. in oude jaarboekjes toomt Peorueri ook voor onder den naam van Horninck. Ook hierover is al heel wat geschreven, De naam Horninck beteekent zooveel als ijk. razernij. Februari werd ook wel de razen de maand genoemd, omdat de heidensche baldadigheden steeds in het begin dezer O, was ik maar gestorven voor ik u dit gevlucht en had den hertog alles verteld I mei en Graziosa's hart zwol van vreugde. Wij waren verraden I Zij lachten toen zij Zij stond plotseling van haar stoel op en fluisterde zij hem toe. die mij zagen en beloofden mij een vroolijken liep naar het eind van het terras, waar zij de wereld zoo schoon was, zoo heerlijk, sis versteend tegen den muur der grot aan- dood. Zij hoopten dat gij zóudt volgen om over de balustrade heenleunde. Hare da- 'leunde om steun te vinden. „Verraden?" u warm te verwelkomen. Zij bespotten mes waren haar gevolgd. Eene daarvan gij voor mij gedaan hebt, Graziosa. Doch vroeg hij nogmaals, versuft op den knaap Agnolo, dat hij verg-ffen-s zou krijgen ter overhandigde Graziosa haar waaier en gij zult meer hebben dit, slechts voor neerziend. wille van zijne dochter, die hertogin zou zeide „Hoe treurig dat er op zulk een loopig. De vrouw van Visconti zal in zulk „Verraden vroeg Ligozzi „door worden. Visconti voor zijn geheele hof dag gevochten zal worden. God geve dat een pracht leven, dat het iedereen ver- msJam «v«'« arBtazetvsA kim» ir®eV1Aar««zxl/\ ev/x«« kaf enzxAzIin iworlo s«»z>w<-4f J—^-1 „Ja, God geve het,” beaamde de dochter vrouw zijn God.” Teleurgesteld gingen de manschappen versprriden. Het was thans geheel donker* ijdelheid of zijn doel gold, en Graziosa’s ver diep neerbuigend, „mijn meester zendt de kerk*?" vroeg zij verwonderd? geworden, doch niet zoo donker dat de nieuwe verblijf spreidde zulk een weelde mij om u te berichten, dat hij u zelf komt „Het is een der plannen. Mijnheer drie mannen in de grot elkaar niet konden, ten toon, dat het de Franschen overblufte, opzoeken en indien gij eenige bevelen Gamberra zal 't uitleggen?* en hij wenkte licht het duister verbreken. wend 1 Vertel mij hoe het gebeurd is.” „Hij is zeker niet op een toorts blijven Hij was field op bet punt in bet huwelijk te treden met een anderen man. Opeens schoot mij een zin door de gedachten „Al wie eenig huwelijksbeletsel weel, is verplicht dit bekend te maken F Ik aarzelde nog. Maar een stem in nij werd steeds dringender„Al wie -■enig huwelijksbeletsel weet, is ver- olicht dit bekend te maken I” Daar voor in de kerk, ging de plech tigheid door. Ik hoorde enkele woor- len wilt gij JMary.... Toen liep ik naar voren en met een nee^e schoorde ik me zelfzeggen: eeaa genood Ull“die overal hetw te brengen,” en den naam gegeven van Jan Plezier der ziektekiemen. Het lijfje en de pooten zijn buitenge woon geschikt om alle mogelijke ziekte kiemen te vervoeren. Zij zijn bedekt met haren en borsteltjes, de pooten zijn bo vendien aan 't uiteinde voorzien van napjes met oen klevenge substantie, waar- er >n, drie lepels formaline en drie lepels door zij zich aan alles kunnen vasthouden Behalve de gewone katnervlieg, zooals wij de vlieg alsof het een huisdier was, betite len, zijn er nog vleeschvliegen, brom vliegen, horzels, enz. Maar we moeten daarom vooral zelf een energieken strijd tegen de vliegen voeren. Iedere vlieg, die we in den winter dooden, ts een winst van een heel vliegen- ivliegt om" besmetting geslacht in den zomer. Vooral in het ten ander heeft haar voorjaar, als ze uit hun winterslaap ont waken, moet het wachtwoord zijn slaat dood! Vliegenvangers en vliegenklappen zijn altijd nog de beste middelen. Wonderolie is ook een uitstekend vergift voor vliegen Een heel goed drankje voor vliegen is ook water met een of ander zoet goedje pijn of van moeiheid. „Heilige Moeder Gods 1” fluisterde Mastino, „heilige Moeder Gods 1" Met een bitteren kreet zonk Tomaso half gek, en terwijl hij nog met mij sprak, het kasteel, wapperde de banier van de vreden. aan zijne voeten neer. „Er is geen hoop liep 't plein vol soldaten, Viscónti’s man- Adder. Er lag een gouden gloed in de meer 1" nep hij uit. „Wij zijn verraden schappen. Het meisje was naar het pale's lucht geen wolkje in den purperen he- hij. „Hebt gij alles wat gij wenscht?” wten En gij zijt gewond bad het verklaard, Agnolo zou vergif- het spoedig vrede wordt.' „O, dat is niets ik ben nog op tijd fenis krijgen als hij nog een beetje meer Visconti bewaakt met zijne manschappen wilde vertellen van wat gij van plan waart van den schilder met haar geheele hart, den anderen uitgang. Met moeite ben ik te doen Vistarmm stond hun echter tar- - J- ontsnapt om u te komen waarschuwen/ tend tegenover. Tomaso. Visconti behoeft er met op te rekenen, de hofdame. „Hedenmorgen kwam er be- wat gij zijt en dat is genoeg „Wie heeft ons verraden vroeg Li dat hij ons allebei krijgt 1" riep hij uit, richt, dat Bassano gevallen is.” Toen wendde hij zich tot den man die Graziosa plukte een tros rozen en ver- hem vergezelde, en op eerbiedigen afstand -3 er haar gezicht in. „Welk een prach- was blijven staan. „Kom hier, mijnheer tige bloemen I Kijk, zij hebben kleine, Gamberra. Dit is een dame, die dikwijls in gouden hartjes, welke alleen maar te voor- Uwe kerk zal komen bidden mijne ver- „En zijne dochter leeft om hertogin' schijn komen als zij sterven. Lief, niet loofde die Milaan voor ons gered heeft.” niet de mijne I" ontsnapte het aan Masti- van Milaan te worden 1” riep Della Scala waar en zij liefkoosde de bloemen. Na De bouwmeester boog diep neer en kus- no’s liepen. „Wij zijn verraden door de uit. „Dat is 's hemels beschikking I” een oogenblik herhaalde zij werktuige- te de zoom van haar kleed, hetgeen Vis- liefde van een meisje voor Visconti 1 Én stootte hij er wederom ruw lachend uit. lijk „Bassano is gevallen contj met trots en voldoening aanzag. Zich mijne vrouw wacht op mij I" riep hij met „Ik ontvluchtte terwijl zij stonden te „Als immer, edele vrouw." „En dan kunnen wij op vrede hopen,1 hare°gebeden zijn verhoord. Isotta moet hoofd op den schouder van zijn vader neer, vervolgde Graziosa zacht. - »»-•--1. -a i ru. „Breng hem naar het kamp,” zeide n-„i. a» Mastino opstaand. „Hoe zou ik hem of u Hertogin bijna Koningin van Lom- opgestaan in de schaduw der boo- zij gezeten op het zij-terras dat den toren een houten doos droegen en een rol tee- Ligozzi 1" riep Della Scala uit.. Op dat- passen van hem afstonden, konden alleen en albast, de fijne ballustrade omringd Visconti was met den man naast hem in door citroen- en mirtestruiken en tecre gesprek. Hij bevond zich in een gelukkige ter te voorschijn, een verwilderde gedajjf» te en toch was het Tomaso. Zijn bleeke „Terug naar het riep hij met wilde stem uit. „We- der soldaten te sterven als hij de handen dig „Ik zal hem tot een tweegevecht uit- vrouw, Toen veranderde plotseling zijne stem- Milaan mag van geluk spreken wie dagen 1” ging het krankzinnig in hem om. „Wilt gij niet in de schaduw komen dl; Toen veranderde plotseling zijne stem- G- u— hoop wierp hij zich op den grond neer. ming. Hij bleef staan en voelde naar het was even zuiver en rein als de witte rozen gedaagd «>m«. a w -e 1 «r» j-- „Isotta Mijn lieve vrouw!" en zijn sleep van haar rijke kleed, terwijl een derde :ou afhangen. Maar hij heef t’ mijn ant- naar haar toetrad en 1 o toevoegde „Mijn meester, Giannotto, is vrouw in mijn macht. Kijk nu eens hier- ter uwer beschikking, edele vrouw.” naaf/ Graziosa," en hij nam de teekeninger „Zeg hem dat ik hier ben,” antwoordde Van den architect aan en spreidde ze op voerde Ligozzi met bitterheid aan. „Zijne laan en de verloofde van den hertog, was wendde zij zich naar de trede, waar Gian- t met koninklijke praal gehuisd inden nieu- notto met zijn muts in de hand stond te ningen wen toren van het Visconti ^paleis. De wachten en kwam naar hem toe. in troepjes heen om het slechte nieuws te hertog kon gul genoeg wezen waar het zijn „Edele vrouw,” zeide de geheimschrij- tweegevecht, waarbij geworden, doch niet alleen gedaan uit liefde voor Visconti, „Mijn prins is inderdaad te vriéndelijk,” hetgeen zijn trots evenzeer streelde als zijn viel zij hem in de rede. „Wat voor bevelen eerzucht. Ware het met door haar geweest zou ik hebben Zeg hem dit, met mijn dan zou hij zich thans bevinden in den diepste dankbaarheid.” toestand, waarin Della Scala zich bevond Giannotto zag haar nieuwsgierig aan Milaan zou dezelfde vernedering onder-, met gevoelens van medelijden en verba- „Luister 1 nep Mastino uit, „ik hoor Mastino riep Tomaso en vroeg hem met vonden hebben als Verona. Dank zij haar zing. hem|!”jMet glinsterende oogen wendde hij schorre stem „Vertel mij wit er gebeurd was hij nogmaals een vijand te slim af ge- „Hij komt zelf, en zal dan uw dan Uw- zich tot Ligozzi. „Mijn vriend, eindelijk is, beste jongen, vertel mij alles.’ weestzij had zoowel voor eigen veiligheid tuiging hooren en tevens, uw wenschen.” heeft de hemel ons verhoord I „Het is veel te pijnlijk, edele heer,” als voor die der stad gewaakt. Visconti’s Toen schaarde hij zich terzijde bij het „Hij heeft geen toorts, merkte Li- begon Tomaso. trotsche dankbaarheid vond uitdrukking gevqjg-dat haar omringde. Visconti kwam gozzi met verbazing op, want hoewel er „Pijnlijk I” herhaalde Della Scala met in den staat en de pracht waarmede hij in den tuin aan, vergezeld van een ernstig voetstappen nader klonken, kwam geen een schellen lach, „daar ben ik al aan ge- zijne bruid omringde^ pitziend man hij werd gevolgd door een Op dezen heerlijken zomermorgen was witten jachthond en door twee pages, die wachten. Breng de manschappen nader, men. Tomaso en Ligozzi, die een paar omringde een terras van zwart marmer keningen. j f»» tm.h- zelfde oogenblik trad iemand uit het duis- den om trek zijner groote gestalte bezien. „Er is niet veel te vertellen,^,’ zeide de witte rozen. Zij bevond zich te midden van stemming hijjiad het toppunt van triomf e -- knaap geheel ontdaan. Hij was ziek van te- een schitterend gezelschap. De hoogst- en succes bereikt, zijne vijanden onder de gelaat was besmeurd met bloed, dat uit een leurstelling en pijn en leunde zwaar tegen geborenen van Italië’s edelvrouwen waren knie en zijn eerzucht zoo goed als vervuld, diepe wond aan zijn voorhoofd vloeide, zijn vader aan. in haar gevolg meer ridders en pages dan Graziosa kwam boven aan de stoep staan Zijn kleeren waren gescheurd en gehavend „Agnolo deed de deur voor mij open Visconti’s zuster ooit gehad had. waarop Visconti zijn muts van het hoofd en hij zwaaide alsof hij met meer kon van zooals wij afgesproken hadden. Met een Aan haar voeten spreidde zich de prach- nam en haar vroolijk toewuifde. Zij bleef verschrikt gelaat vertelde hij mij dat zijne tige tuin uit, welke tusschen het paleis en zwijgend in den gouden zonneschijn staan dochter verdwenen was. „Visconti had den toren in lag. Boven de rood steenen en stak hem beide handen toe, welke hij haar Weggehaald,” verzekerde hij. Hij was muren en de ruw grijze versterkingen van kuste. Toen zag hij haar aan en lachte te- VOOR DE HUISKAMER

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 7