De Adder van Milaan
VUEOBN.
NUMMER 43.
ZESDE JAARGANG 1926
o
(J4)
Aan haar voeten spreidde zich de prach-
„Het is maar weinig, vergeleken bij wat
neerziend.
waarop zij lachten en hem toen afmaakten.
De bouwmeester boog diep neer en kus-
de
uit de plooien van zijn gordel en wierp die den armen schilder. Zij dorsten mij niet
ken van den hemel een teeken, dat ik Als 't niet geweest was om u te redden, schitterende oogen uit.
zeide
„Zal dat spoedig wezen?" vroeg zij
stem was vol tranen.
merkte
gebrek aan paardenmest is iets dergelijks
ook goed. Een onderzoeker liefde tot
de wetenschap overwint vele hinderpalen
—telde in een pond mest 685 maden.
moest berichten 1”
„Verraden?" herhaalde Mastino,
„Men zegt, dat de Veroneezen niet lang
meer stand kunnen houden,” vervolgde
„Zijt gij gelukkig, donna mia?" vroeg
1 TT.L* 11
„Meer dan ik ooit heb durven droomen,"
Ik wist niet dat
DE VLIEG EN DE MENSCH.
In den Spaansch-Amerikaanschen oor
log in 1898 werd bewezen, dat vliegen
typhus-epidemieën in het kamp hadden
had.”
„En de hemel begunstigt hare liefde en
stuk beest, een van de vuilste die er be
staan
Een Amenkaansch dokter heeft de vlieg
,een gevleugelde spons,
„Luister 1” riep Mastino uit, „ik hoor
te berichten, dat hij u zelf komt
en indien gij eenige bevelen
genwoordige
zijn dan ook
Januari heet naar den tijdgod Janus, den
tweehoofdige (verleden en toekomst)
DE VOEDING VAN DE VLIEG.
Als de vlieg uit het popje komt heeft
ze honger. Voor haar gezondheid is het
verkieslijk, dat hij twee soorten voedsel
afwisselend gebruikt. De eene soort vindt
de vlieg in mest en de andere in ons eten.
Behalve de stal en de straat is dan ook
onze keuken en onze eetkamer, vooral als
er wat eetbaars te vinden is, zijn gelief
koosd verblijf.
De vlieg eet gauw en gulzig. Eerst
propt-ie zijn krop vol. Heeft-ie nog meer
te eten, dan gaat het door in maag en
darmen. Om er nog eens het plezier van
te hebben, brengt hij het eten weer uit
kelen, dat in deze maand, vooral vroeger,
veel voorkwam. De Saksers zouden deze
maand Sprout-kelemond genoemd heb
ben, omdat in dezen tijd de kele aller-
hand soort van moes begint te
spruiten. Ook heeft men gedacht aan de
gele Narcis, die soms Sporkelbloem ge
noemd wordt en die, zooals men weet,
al heel vroeg bloeit.
De Februarimaand werd ook wel eens
koortsmaand genoemd, omdat in dezen
en Ligozzi schrok van
HOOFDSTUK XXV.
In Goudlaken gehuld.
Graziosa Vistamini, de redster van Mi-
noemen?..
Natuurlijk met en daar hebt u
aan. De vlieg ia nu «enmaal een akelig drie doorgevoerd.
„Houd op er ia een huwelijksbe-
ietsel T
Een aantal verschrikte gezichten
werden naar me toegewend en ik wist
dat ik mijn plicht gedaan had.
Mary was de eerste die sprak, zacht
fluisterend
„Wat is er waarom
„Omdat ik tegenwoordig was bij uw
tiuwelijk met Denis Mansfield in
Akowa...."
„Maar Denis dood,” fluisterde
zij en haar in-droevige oogen schenen
te zeggen, dat haar hart met hem ge
storven was.
„Men zei, dat Denis dood was,” zei
k langzaam op zachten toon, „maar
feest, Februare is reinigen Maart naar
blinden zal.”
„Wat ben ik, dat gij mij zooveel vreugde
zoudt schenkel!" riep zij met bestaande
oogen uit.
Visconti glimlachte haar toe. „Gij zijt
Nog een oude benaming voor Februari
is Sellemaand voor welk woord eveneens
verschillende verklaringen zijn gegeven.
Zoo vindt men in oude kalenders om
trent Februari nog het volgende rijmpje t
„Ter ligt-mis gink Aegt de Bagijn
Met moff en vuertest, Valentijn
Bleef ,bij den haerd. Maar Peter Thijs
Dee best, hij smeet die kool in 't ijs."
De eerste Mei was voor de heidenen
een der heiligste zaken van het jaar. Reeds
den avond tevoren brandden allerwegen
de Meivuren. Op Mei-avond zijnde
de laatste April eindigde dikwijls de
huur van landerijen, huizen en dienst
boden.
In den Meinacht plantte de rniddel-
salicylzure soda. eeuwsche minnaar een „Meiboom” onder
En anders er maar met de vliegenklap het venster zijner geliefde. Waar huwbare
op uit en ze doodgeslagen I meisjes waren, zetten de jongelui wel eens
(Zonnebloemen.) evenveel groene meien op het dak. De
lichtzinnige deerne daarentegen, werd
bespot met een dorren tak zij die haar
vrijer ontrouw geworden was, werd ge
hoond met een stroopop de trotsche rijke
met een vogelverschrikker. Lang vóór
het opgaan der zon haalde de jeugd een
pijnboom of esch op een kar uit het botch,
alsmede bloeiende meidoorntakken en
velerlei bloemen en groen.
De meiboom werd geplant in het dorp
en versierd met al wat bont en kleurig
was ook de woningen werden rijkelijk
getooid. Men danste en sprong om den
meiboom en zong daarbij allerhande lie
deren. Misschien is het oude „Hei, 't was
injden Mei” of „Patertje langs den kant”,
nog een verre nagalm van die oude mei
zangen.
Nog eeuwen lang vierde men den Mei-
dagMn een maalkeur van het Putterholt
van 1448 leest men ,,En mey aVendh
den doerpers ende om den enek togela-
thenn to kalenn evnen esboem.” De to
nen van meifluitje, hoepen en waldhorens
weer
klonken in den optocht en de Meidrank
„Laat ons alle»n," fluisterde Ligozzi medaillon aan zijn hals.
„laat ons alleen. Voor hedennacht is er
verder niets te doen. De prins en ik zullen
volgen.”
„Hij is vreeselijk aangedaan,1
een der officieren op.
„Al zijn hoop was hierop gevestigd,"
DE MAANDEN VAN HET
JAAR.
„De Folklorist" schrijft in „de Tijd"
In de oudheid berustten de maanden
op den omloop der maan in 29% dag.
Twee voile omloopen vormden dus 59
dagen en men nam afwisselend maanden
van 29 en £0 dagen. De oude Grieken, de
Joden, Mohammedanen ea. hadden 12
zulke maanden, dus een jaar van 354 da
gen. Het maanjaar was aldus 11 dagen
korter dan ons zonnejaar,
Vóór Numa Pompilius hadden de Ro
meinen 10 burgerlijke maanden van 36
dagen, maar deze vorst voegde er twee
bij zoodat elke maand korter werd
en maakte met januari en Februari het te-
I twaalftal vol. Haar namen
wm«otneinschen oorsprong
HUWELIJKSWENSCHEN BIJ DE
KALMUKKEN.
Bij de Kalmukken is het bruiloft, wan
neer de bruidegom den bedongen prijs
aan de familie zijner aanstaande heeft uit
gekeerd. De bruid wordt in statigen op
tocht naar de tent van haren schoonvader
gevoerd, die haar een schaal met brande
wijn reikt en nadat zij heeft gedronken,
een lange reeks van wenschen uitspreekt
Er zijn er daaronder, die het Kalmuk-
sche volk zeer gunstig kenschetsen b.v.
De zegen van oude lieden moge u deel
achtig worden.
Gods oogen mogen op u rusten.
Uw woonstede moge rijk zijn aan asch.
Talrijker dan schapen en lammeren
moge uw nakomelingschap zijn.
Vóór u moge de maan schijnen.
Achter u moge de zon schijnen.
Op heuvelland zij uwe woonplaats ge
vestigd.
Op bergland weide uw vee.
Uw kleeding zij nimmer morsig.
Dat uw paarden nimmer mager wor
den.
Uw levensduur reike ver.
Uw verstand moge gerijpt, uw geest
opgeruimd zijn.
Wees tegen hem, die u dreigt als staal.
Uw vuur verspreide warmte in 't rond.
Uw voedsel zij rijkelijk.
Uw arm zij altijd flink en krachtig.
Houdt u van vliegen i
Nou, dat zou ik graag doen. Zooals
Fokker of van der Hoop door de wijde
luchten....
Neen, u begrijpt me verkeerd houdt
u van die kleine insecten, die wij vlieg gemakkelijk. De
DE BIEFSTUK.
„Hoe hebt u den biefstuk gevonden,
mijnheer vroeg de restaurateur.
„O, vrij gauw,” antwoordde de gast
Hij lag net achter een aardappel.
„Waarom laat Pieterse zijn dochters
altijd quatre-mains spelen
„Dan kun je niet zoo gauw hooren,
v^ie het slechtste speelt."
f BIJ DEN COIFFEUR.
Heer (tot coiffeur)„Knip mijn haren
niet te kort, de menschen mochten me
eens voor mijn vrouw aanziea 1"
kei of liever Sporkille beteekende 't spoor
van koude, dat de wintervorst nog achter-
is Krijgt ie suiker te pakken, dan het. Een ander geleerde houdt Sprokkel-
j.. j-maand voor Jachtmaand omdat men in
dien tijd gewoon is het wild op te sporen,
door zijn voetstappen of sporen na te
gaan en in de sneeuw te volgen. De meest
voor de hand liggende verklaring is wel
„Dan zijn de legers van mijn edelen prins de architect van mijne nieuwe kerk, welke
r van Italië zal worden. Volg
mij, mijnheer Gamberra,” En hij ging voor
naar den ingang, die laag en breed was.
De muren waren met fresco's versierd
de vloer van roode zandsteen. De vensters
„En als de vrede gesloten is zult gij als openden op het terras.
In het midden stond een vergulden
i- Februari naar het dan gevierde reinigings- altemaal door de jeugd vervaardigd,
-B-u—------- naar A-A-
den oorlogsgod Mars April waarschijnlijk wefd geschonken,
naar het openen der bloemen (aperere is
i naar de aardgodin Maya
Juni mogelijk naar Juno, de hemelkonin
gin Juli en Augustus herinneren aan Ju
lius Caesar en keizer Augustus Septem
ber, October, November en December
beteekenen 7de, 8ste, 9de en 10de maand
(uit den tijd vóór Numa Pompilius).
De Nederlandsche namen voor
Januari- en Februari-maand Louw
maand en Sprokkelmaand worden zelden
gebezigd. Karel de Groote had de namen
Winter-, Slijk-, Lente-, Paasch-, Vreugde-
Braak-, Hooi-, Oogst-, Herfst-, Wijn-,
Wind- en Heilmaand voorgesteld deze
namen mochten evenwel geen ingang vin
den.
De Hollandsche namen voor de tweede
maand van het jaar Sprokkelmaand of
Louwmaand zijn moeilijk te verklaren
Men heeft Sprokkel wel eens aangezien
voor Sprokel, dat dan door letterversprin-
zijn snuitje en zuigt het nog eens op of ging ontstaan zou zijn uit Sporkel. Spor-
laat het liggen. (Vindt u het vies, lezer,
bedenk dan, dat de werkelijkheid nog veel
viezer i
is hem dat te droog en maakt ie het met
speeksel nat om het te kunnen opzuigen.
Een goed gevoede vlieg zou elke vijf
minuten de W C. noodig hebben. Daar
gebruikt ze bijvoorbeeld onze kamers voor
De vlieg maakt dus twee soorten vlekjes deze, dat men denkt aan het hout sprok-
die allebei niet al te frisch zijn. Het ergste -
echter is, dat niet alleen in die plekjes
1 en
de pooten zich ziektekiemen kunnen be
vinden.
Daar zijn vliegensoorten, die hier spe
cialiteiten in zijn men heeft tot zes mil-
lioen bacteriën op één vlieg geteld. Vlie
gen, die bij riolen teven, zijn natuurlijk
rijker voorzien dan andere, maar ons huis-
vliegje heeft als gewoon voorraadje
47000 bacteriën,.op zijn kerfstok staan, tijd vele gevallen van koorts ontstonden,
welke naar men meende aan de moeras
dampen waren toe te schrijven, welkë ’na
het afloopen van het water uit de Cam
pagna oprezen. Vandaar dat sommigen
meenen, dat Februari ontleend is aan
veroorzaakt. Ook van diarrhee, buikloop, febris da. koorts.
God aan, en dit is Zijn antwoord. Ik zal de bloemen aan zijne voeten.
Visconti tot een tweegevecht uitdagen 1" I
en hij trad vanuit de grot naar zijne wach- voort. De gedachte kwam in hem op zich zijn naam was t
tende officieren toe. „Terug naar het naar Milaan te spoeden en op de speren met angst en vrees, dan dat zij dit zoo spoe-
kamp riep hij met wilde stem uit. „We- der soldaten te sterven als hij de handen dig kon afschudden.
derorn zijn wij verraden, ditmaal door een maar op Visconti zou kunnen leggen. „De zon begint heet te worden, edele den dag zwakker ik heb Bassatio reeds
vrouw, die Visconti liefheeft I De hertog „Ik zal hem tot een tweegevecht uit- vrouw,” merkte een andere dame op. en zal Reggio ook spoedig krijgen. Hij
van Milaan mag van geluk spreken wie dagen 1” ging het krankzinnig in hem om. „Wilt gij niet in de schaduw komen heeft niet alleen zijn steden verloren, doch
zou dit voor mij doen En in zijn wan- Toen veranderde plotseling zijne stem- Graziosa ging weer terug. Haar gelaat ook 21jn verstand, want hij heeft thij uit-
„l tot een tweegevecht, waarbij
op haar boezem. Twee pages droegen den anes wat wij bezitten van ons eigen zwaard
- - - - «w^rwww
haar op gebogen knie woord reeds gekregen en ik heb zijne
nUeanAAtfm icZ— t w«a_
ter uwer beschikking, edele vrouw.” naar, Graziosa,” en hij nam de teekeninger
„Zeg hem dat ik hier ben,” antwoordde Van den architect aan en spreidde ze op
zij. Blozend, wegens zooveel eerbetoon, f^fel uit.
„Dit is mijn nieuwe kerk de teeke-
i ervan,” en hij zag Graziosa aan
verlangend naar haar oordeel.
„Ik begrijp er niet veel van dit is niet
wederom ruw lachend uit. lijk „Bassano is gevallen conti met trots en voldoening aanzag. Zich
„Ja, en men zegt dat Reggio zeker zal wederom jot Graziosa wendend, zeide
eenjwilden lach, plukte een verlepte roos redetwisten over het doode lichaam van volgen.” hij „Nu moet ik u iets laten zien. Dit is
uit de plooien van zijn gordel en wierp die den armen schilder. Zij dorsten mij niet T'"_ j
op den grond. „Kijk, Ligozzi een tee- volgen, omdat zij een hinderlaag vreesden, overal zegepralend 1” riep Graziosa met het wonder
L- J --
vervuld waande. Doch er was een meisje, dan zou ik liever gestorven zijn 1” En met
dat gebeden opzond voor Visconti en hartverscheurend snikken viel bij met zijn
omkomen, en Visconti wordt gered 1 Dit
teeken was om mij te bespotten
Hij vernietigde de’ roos onder zijn hiel kunnen troosten waar ik zelf zoo trooste- bardije worden uitgeroepen de vrouw tafel, waar hij een stoel heentrok en Gra-
_ade wilde wanhoop loos ben?” En hij verdween tusschen de van ViscontiEr lag een noot van ijver- zjosa ve;zocht plaats te nemen. „Dit is
welke’op zijn gelaat te lezen stond. „Ik boomen. De lucht was zacht en met bloe- zucht in den toon der spreekster, bij de Wat ik van Milaan ga maken zoodra de
had het moeten begrijpen riep hij uitmengeur beladen. Een koel briesje kwam gedachte aan zulk een schitterende toe- oorlog ten einde is, liefste,” zeide hij, ter-
,4k had het moeten begrijpen 1 Ik riep zijn voorhoofd verkoelen en ritselen door komst. Doch Graziosa lette er niet op. wijl de architect zijne teekeningen ont-
gozzi met een uitdrukking van woede.
„Het meisje," antwoordde Tomaso met „Dat was het bevel van den hertog," zei- borg
bitterheid het meisje, dat Visconti lief- den zij, „en geen vergiffenis.”
Hier bleef Tomaso wachten.
Bij het uitspreken van Visconti's naam rolde en samenschikte.
In ongekende woede liep hij haastig voer een lichte rilling door haar heen „Zil dat spoedig wezen?” vroeg zij
hij trad vanuit de grot naar zijne wach- voort. De gedachte kwam in hém op zich zijn naam was te lang verbonden geweest de oogen naar hem opslaand.
naar Milaan te spoeden en op de speren met angst en vrees, dan dat zij dit zoo spoe- „Ik hoop het wel,” gaf hij lachend ten
antwoord. „Mastino della Scala wordt met
DE LEVENSLOOP VAN EEN VLIEG.
Een vlieg legt zoo’n 120 eieren tegelijk
(deden de kippen dat ook maar I)elk ei
is zoowat een millimeter lang. Binnen 24
uur is het een made, een wit glimmend
wormpje, dat snel in de stof, waarop de
eieren gelegd zijn, binnendringt en ten
slotte bijna zoo groot wordt als een vlieg
zelf. Dat duurt zoo van vier tot acht dagen.
Dan wordt het velletje hard en zwart en
na vijf of zes dagen komt de vlieg te
voorschijn.
Na twee 4 drie weken begint juffrouw
vlieg eieren te leggen en zoo gaat het
dan maar door
In de gunstigste omstandigheden kan
een voorjaarsvliegje in een zomer tijd een
nageslacht hebben van
soo.ooo.ooo.ow.ooo.ooo.ooo.ooo.axi.ix»
vliegen. Nu zijn zóó gunstige omstandig
heden bijna nooit aanwezig, anders zou
ons leed met te overzien zijn.
De vlieg legt haar eieren in paar en-
mest.Menschen, die dicht bij een paarden
stal wonen ik spreek uit ervaring'
hebben daarom het twijfelaehtig genoegen
rijk met vliegen gezegend te worden. Bij openen)Mei
cholera en andere Bekten ts het bij onder
zoek duidelijk gebleken. Zoo-wordt in
Afrika de verschrikkelijke flaapziekte
door een soort vliegen ovgrgebracht
De vlieg is dus met alleen 3iii
maar schadelijk en gevaarlijk, t
«Ervan af te komen is echt gr met zoo
I mest opbergen of diep maand gebeuren,
onder den grond bewaren zou een middel
gelijk >*in> maar dat krijg je niet zoo een, twee.
Verder kwam ik niet.
„Denis I Denis I” fluisterde zij. Toen
viel ze, in mijn armen, in zwijm.
Mary werd naar de pastorie gedra
gen en het was daar, dat de man, die
haar bijna de zijne genoemd had, zijn
woede tegen mij luchtte op een manier,
die mijn gevoel van vreugde omdat ik
lit had kunnen verhinderen nog deed
'oenemen.
Later hoorde ik, dat Mary er slechts
in had toegestemd, met dezen man te
rouwen, omdat zij haar ouden vader
hiermede redden kon van armoede en
ontbering.
Mary ging met mij terug naar de
stad. Er was weer kleur gekomen op
haar wangen en glans in haar oogen.
Ik bereidde er haar op voor, dat
Denis haar wel niet herkennen zou
Hij wist immers niets meer van al wat
er vroeger was gebeurd. Maar zij glim
lachte ernstig.
„Ik denk, dat ik hem wel zal kunnen
helpen,” zei ze.
Thuis ging ik haar voor de trap
op.
„Is hij in die kamer zei u, toen
ik den deurknop van mijn zitkamer in
de hand nam.
Ik knikte.
„Hij zal wel bij den haard zitten.
Daar zit hij uren lang zonder een woord
te spreken.”
Maar zij scheen niet naar mij te luis-
'eren. Zij liep zachtjes de kamer in.
Het was zooals ik gedacht had, Mans
field zat in mijn grooten leuningstoel,
gebogen over den haard, zijn handen
uitgestrekt naar het vuur en zijn ver
vallen gelaat verlicht door het vlam-
tnenschijnsel.
Ik hoorde hoe Mary, bij de deur
staande, even den adem inhield. Toen
kwam er een glimlach op haar lippen
en vlug hep ze op de stille gestalte
toe. Zonder een woord te spreken,
zelfs zonder zijn naam te noemen,
ging ze naast Denis staan en hij tilde
het hoofd op om haar aan te zien. Een
uitdrukking van verbazing kwam op
zijn gelaat en vol bewondering keek
hij haar aan. Want nooit had Mary er
mooier uitgezien dan op dit oogenblik.
Nog steeds zwijgend knielde ze
naast hem neer en ik zag, hoe ze zijn
magere handen omsloot met de hare ww,
Haar oogen keken diep in de zijne. En maar Op jjet cje vleugels
toen zei ze, langzaam en duidelijk: de ziektekiemen kunnen I
„Mary, wilt gij Dems Mansfield,
hier tegenwoordig, nemen tot uwen
wettigen man?” En toen, helder en
vast en met zilveren geluid „Ja, ik
wil!"
Bij de deur staande keek ik adem
loos toe. Ik zag zijn gezicht veranderen,
ik zag opeens een glimlach vol onuit
sprekelijk geluk. En toen fluisterde hij,
met een niet te beschrijven innigheid
„Mary I Mary, mijn vrouw F
En ik? Ik ging zachtjes de kamer uit.
in oude jaarboekjes toomt Peorueri
ook voor onder den naam van Horninck.
Ook hierover is al heel wat geschreven,
De naam Horninck beteekent zooveel als
ijk. razernij. Februari werd ook wel de razen
de maand genoemd, omdat de heidensche
baldadigheden steeds in het begin dezer
O, was ik maar gestorven voor ik u dit gevlucht en had den hertog alles verteld I mei en Graziosa's hart zwol van vreugde.
Wij waren verraden I Zij lachten toen zij Zij stond plotseling van haar stoel op en fluisterde zij hem toe.
die mij zagen en beloofden mij een vroolijken liep naar het eind van het terras, waar zij de wereld zoo schoon was, zoo heerlijk,
sis versteend tegen den muur der grot aan- dood. Zij hoopten dat gij zóudt volgen om over de balustrade heenleunde. Hare da-
'leunde om steun te vinden. „Verraden?" u warm te verwelkomen. Zij bespotten mes waren haar gevolgd. Eene daarvan gij voor mij gedaan hebt, Graziosa. Doch
vroeg hij nogmaals, versuft op den knaap Agnolo, dat hij verg-ffen-s zou krijgen ter overhandigde Graziosa haar waaier en gij zult meer hebben dit, slechts voor
neerziend. wille van zijne dochter, die hertogin zou zeide „Hoe treurig dat er op zulk een loopig. De vrouw van Visconti zal in zulk
„Verraden vroeg Ligozzi „door worden. Visconti voor zijn geheele hof dag gevochten zal worden. God geve dat een pracht leven, dat het iedereen ver-
msJam «v«'« arBtazetvsA kim» ir®eV1Aar««zxl/\ ev/x«« kaf enzxAzIin iworlo s«»z>w<-4f J—^-1
„Ja, God geve het,” beaamde de dochter
vrouw zijn God.”
Teleurgesteld gingen de manschappen
versprriden. Het was thans geheel donker* ijdelheid of zijn doel gold, en Graziosa’s ver diep neerbuigend, „mijn meester zendt de kerk*?" vroeg zij verwonderd?
geworden, doch niet zoo donker dat de nieuwe verblijf spreidde zulk een weelde mij om u te berichten, dat hij u zelf komt „Het is een der plannen. Mijnheer
drie mannen in de grot elkaar niet konden, ten toon, dat het de Franschen overblufte, opzoeken en indien gij eenige bevelen Gamberra zal 't uitleggen?* en hij wenkte
licht het duister verbreken. wend 1 Vertel mij hoe het gebeurd is.”
„Hij is zeker niet op een toorts blijven Hij was
field op bet punt in bet huwelijk te
treden met een anderen man. Opeens
schoot mij een zin door de gedachten
„Al wie eenig huwelijksbeletsel weel,
is verplicht dit bekend te maken F
Ik aarzelde nog. Maar een stem in
nij werd steeds dringender„Al wie
-■enig huwelijksbeletsel weet, is ver-
olicht dit bekend te maken I”
Daar voor in de kerk, ging de plech
tigheid door. Ik hoorde enkele woor-
len
wilt gij JMary....
Toen liep ik naar voren en met een
nee^e schoorde ik me zelfzeggen: eeaa genood
Ull“die overal hetw
te brengen,” en
den naam gegeven van Jan Plezier der
ziektekiemen.
Het lijfje en de pooten zijn buitenge
woon geschikt om alle mogelijke ziekte
kiemen te vervoeren. Zij zijn bedekt met
haren en borsteltjes, de pooten zijn bo
vendien aan 't uiteinde voorzien van
napjes met oen klevenge substantie, waar- er >n, drie lepels formaline en drie lepels
door zij zich aan alles kunnen vasthouden
Behalve de gewone katnervlieg, zooals wij
de vlieg alsof het een huisdier was, betite
len, zijn er nog vleeschvliegen, brom
vliegen, horzels, enz.
Maar we moeten daarom vooral zelf een
energieken strijd tegen de vliegen voeren.
Iedere vlieg, die we in den winter
dooden, ts een winst van een heel vliegen-
ivliegt om" besmetting geslacht in den zomer. Vooral in het
ten ander heeft haar voorjaar, als ze uit hun winterslaap ont
waken, moet het wachtwoord zijn slaat
dood!
Vliegenvangers en vliegenklappen zijn
altijd nog de beste middelen. Wonderolie
is ook een uitstekend vergift voor vliegen
Een heel goed drankje voor vliegen is
ook water met een of ander zoet goedje
pijn of van moeiheid.
„Heilige Moeder Gods 1” fluisterde
Mastino, „heilige Moeder Gods 1"
Met een bitteren kreet zonk Tomaso half gek, en terwijl hij nog met mij sprak, het kasteel, wapperde de banier van de vreden.
aan zijne voeten neer. „Er is geen hoop liep 't plein vol soldaten, Viscónti’s man- Adder. Er lag een gouden gloed in de
meer 1" nep hij uit. „Wij zijn verraden schappen. Het meisje was naar het pale's lucht geen wolkje in den purperen he- hij. „Hebt gij alles wat gij wenscht?”
wten En gij zijt gewond bad het verklaard, Agnolo zou vergif- het spoedig vrede wordt.'
„O, dat is niets ik ben nog op tijd fenis krijgen als hij nog een beetje meer
Visconti bewaakt met zijne manschappen wilde vertellen van wat gij van plan waart van den schilder met haar geheele hart,
den anderen uitgang. Met moeite ben ik te doen Vistarmm stond hun echter tar- - J-
ontsnapt om u te komen waarschuwen/ tend tegenover.
Tomaso. Visconti behoeft er met op te rekenen, de hofdame. „Hedenmorgen kwam er be- wat gij zijt en dat is genoeg
„Wie heeft ons verraden vroeg Li dat hij ons allebei krijgt 1" riep hij uit, richt, dat Bassano gevallen is.” Toen wendde hij zich tot den man die
Graziosa plukte een tros rozen en ver- hem vergezelde, en op eerbiedigen afstand
-3 er haar gezicht in. „Welk een prach- was blijven staan. „Kom hier, mijnheer
tige bloemen I Kijk, zij hebben kleine, Gamberra. Dit is een dame, die dikwijls in
gouden hartjes, welke alleen maar te voor- Uwe kerk zal komen bidden mijne ver-
„En zijne dochter leeft om hertogin' schijn komen als zij sterven. Lief, niet loofde die Milaan voor ons gered heeft.”
niet de mijne I" ontsnapte het aan Masti- van Milaan te worden 1” riep Della Scala waar en zij liefkoosde de bloemen. Na De bouwmeester boog diep neer en kus-
no’s liepen. „Wij zijn verraden door de uit. „Dat is 's hemels beschikking I” een oogenblik herhaalde zij werktuige- te de zoom van haar kleed, hetgeen Vis-
liefde van een meisje voor Visconti 1 Én stootte hij er wederom ruw lachend uit. lijk „Bassano is gevallen contj met trots en voldoening aanzag. Zich
mijne vrouw wacht op mij I" riep hij met „Ik ontvluchtte terwijl zij stonden te
„Als immer, edele vrouw."
„En dan kunnen wij op vrede hopen,1
hare°gebeden zijn verhoord. Isotta moet hoofd op den schouder van zijn vader neer, vervolgde Graziosa zacht.
- »»-•--1. -a i ru. „Breng hem naar het kamp,” zeide n-„i. a»
Mastino opstaand. „Hoe zou ik hem of u Hertogin bijna Koningin van Lom-
opgestaan in de schaduw der boo- zij gezeten op het zij-terras dat den toren een houten doos droegen en een rol tee-
Ligozzi 1" riep Della Scala uit.. Op dat- passen van hem afstonden, konden alleen en albast, de fijne ballustrade omringd Visconti was met den man naast hem in
door citroen- en mirtestruiken en tecre gesprek. Hij bevond zich in een gelukkige
ter te voorschijn, een verwilderde gedajjf»
te en toch was het Tomaso. Zijn bleeke
„Terug naar het
riep hij met wilde stem uit. „We- der soldaten te sterven als hij de handen dig
„Ik zal hem tot een tweegevecht uit- vrouw,
Toen veranderde plotseling zijne stem-
Milaan mag van geluk spreken wie dagen 1” ging het krankzinnig in hem om. „Wilt gij niet in de schaduw komen
dl; Toen veranderde plotseling zijne stem- G- u—
hoop wierp hij zich op den grond neer. ming. Hij bleef staan en voelde naar het was even zuiver en rein als de witte rozen gedaagd
«>m«. a w -e 1 «r» j--
„Isotta Mijn lieve vrouw!" en zijn sleep van haar rijke kleed, terwijl een derde :ou afhangen. Maar hij heef t’ mijn ant-
naar haar toetrad en 1 o
toevoegde „Mijn meester, Giannotto, is vrouw in mijn macht. Kijk nu eens hier-
ter uwer beschikking, edele vrouw.” naaf/ Graziosa," en hij nam de teekeninger
„Zeg hem dat ik hier ben,” antwoordde Van den architect aan en spreidde ze op
voerde Ligozzi met bitterheid aan. „Zijne laan en de verloofde van den hertog, was wendde zij zich naar de trede, waar Gian- t
met koninklijke praal gehuisd inden nieu- notto met zijn muts in de hand stond te ningen
wen toren van het Visconti ^paleis. De wachten en kwam naar hem toe.
in troepjes heen om het slechte nieuws te hertog kon gul genoeg wezen waar het zijn „Edele vrouw,” zeide de geheimschrij-
tweegevecht, waarbij
geworden, doch niet
alleen gedaan uit liefde voor Visconti, „Mijn prins is inderdaad te vriéndelijk,”
hetgeen zijn trots evenzeer streelde als zijn viel zij hem in de rede. „Wat voor bevelen
eerzucht. Ware het met door haar geweest zou ik hebben Zeg hem dit, met mijn
dan zou hij zich thans bevinden in den diepste dankbaarheid.”
toestand, waarin Della Scala zich bevond Giannotto zag haar nieuwsgierig aan
Milaan zou dezelfde vernedering onder-, met gevoelens van medelijden en verba-
„Luister 1 nep Mastino uit, „ik hoor Mastino riep Tomaso en vroeg hem met vonden hebben als Verona. Dank zij haar zing.
hem|!”jMet glinsterende oogen wendde hij schorre stem „Vertel mij wit er gebeurd was hij nogmaals een vijand te slim af ge- „Hij komt zelf, en zal dan uw dan Uw-
zich tot Ligozzi. „Mijn vriend, eindelijk is, beste jongen, vertel mij alles.’ weestzij had zoowel voor eigen veiligheid tuiging hooren en tevens, uw wenschen.”
heeft de hemel ons verhoord I „Het is veel te pijnlijk, edele heer,” als voor die der stad gewaakt. Visconti’s Toen schaarde hij zich terzijde bij het
„Hij heeft geen toorts, merkte Li- begon Tomaso. trotsche dankbaarheid vond uitdrukking gevqjg-dat haar omringde. Visconti kwam
gozzi met verbazing op, want hoewel er „Pijnlijk I” herhaalde Della Scala met in den staat en de pracht waarmede hij in den tuin aan, vergezeld van een ernstig
voetstappen nader klonken, kwam geen een schellen lach, „daar ben ik al aan ge- zijne bruid omringde^ pitziend man hij werd gevolgd door een
Op dezen heerlijken zomermorgen was witten jachthond en door twee pages, die
wachten. Breng de manschappen nader, men. Tomaso en Ligozzi, die een paar omringde een terras van zwart marmer keningen.
j f»» tm.h-
zelfde oogenblik trad iemand uit het duis- den om trek zijner groote gestalte bezien.
„Er is niet veel te vertellen,^,’ zeide de witte rozen. Zij bevond zich te midden van stemming hijjiad het toppunt van triomf
e -- knaap geheel ontdaan. Hij was ziek van te- een schitterend gezelschap. De hoogst- en succes bereikt, zijne vijanden onder de
gelaat was besmeurd met bloed, dat uit een leurstelling en pijn en leunde zwaar tegen geborenen van Italië’s edelvrouwen waren knie en zijn eerzucht zoo goed als vervuld,
diepe wond aan zijn voorhoofd vloeide, zijn vader aan. in haar gevolg meer ridders en pages dan Graziosa kwam boven aan de stoep staan
Zijn kleeren waren gescheurd en gehavend „Agnolo deed de deur voor mij open Visconti’s zuster ooit gehad had. waarop Visconti zijn muts van het hoofd
en hij zwaaide alsof hij met meer kon van zooals wij afgesproken hadden. Met een Aan haar voeten spreidde zich de prach- nam en haar vroolijk toewuifde. Zij bleef
verschrikt gelaat vertelde hij mij dat zijne tige tuin uit, welke tusschen het paleis en zwijgend in den gouden zonneschijn staan
dochter verdwenen was. „Visconti had den toren in lag. Boven de rood steenen en stak hem beide handen toe, welke hij
haar Weggehaald,” verzekerde hij. Hij was muren en de ruw grijze versterkingen van kuste. Toen zag hij haar aan en lachte te-
VOOR DE HUISKAMER