f:- A
„ONS BLAD"
JtilLLES BESCHUT
W/SLy*^***^
Ko 71.
I
FEUILLETON.
HET GEHEIM.
Abonnementsprijs x
BLOEMENTENTOONSTELLING
v m. CADETTENSCHOOL.
Floralla.'
Floralia, Wlntertuln-
Matlnée.
Advertentieprijs
f 125f50. ,140.—
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
BUITENLAND.
De chaos In China.
Vrijdag *5 Maart 1M7. GIRO alkmaar 1*4863 21e Jaargaag
Afgewezen.
Aan alle abonné’s wordt op aanvrage gratis «en poli» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—, f750.—, f 250.—,
UIT DE PERS.
Verworpen.
GIRO ALKMAAR 104863
verwachten
wil
wil
voor
Doch
Wanneer wij er niettemin met de meeste
kracht op aaudringeu, dat de Belgische re-
geering nieuwe rechtstreeksche ondi rhande-
lingen niet zal afwijzen, dan doen wij dit in
de vaste overtuiging, dat ook voor België
zelf een verdrag dat zonder dwang der mo
gendheden tot stand gekomen zal zijn, verre
de voorkeur verdient boven een opgelegd
verdrag.
gunstiger zal zijn. Terwjjl wjj
;e situatie, als zou ontstaan zijn,
It Tracts*» •'oor one eon amor*
ware aanvaard, hebben verspeeld. Alle na
doelen zullen we.krjjgeu. maar de voordeelen
missen.
Per kwartaal voor Alkmaar.
Voor buiten Alkmaar. a
Met Geïllustreerd Zondagsblad i
Zaterdag 26 Maart
Zondag 27 Maart
Toegang 30 cent, belasting inbegrepen.
Het verdient die voorkeur, omdat België,
bevrijd van het neutraliteitsverdrag van
1839, dat het onder voogdij der mogendhe
den stelde, tot een zelfstandige politiek de
mogelijkheid verkregen heeft en er alle be
lang bij heeft om die algeheele zelfstandig
heid strikt te bewaren en er niet afbreuk aan
te doen door de inmenging der mogendhe
den in te roepen.
Terwjjl voorts oen in vrjje onderhandeling
tusschen de beide landen gesloten verdrag
ongetwijfeld aan de goede verstandhouding
tusschen de beide landen veel meer ten goede
zou komen dan een opgelegd verdrag, dat
niet zou kunnen nalaten in Nederland kwaad
bloed te zetten, ook al zou dan die oplegging
naar ons inzicht Nederland zich door eigen
schuld berokkend hebben.
gingen van hen geëischt voor de bescher
ming van de vreemdelingen te Nanking.
De Engelechen en Amerikanen
dat er onmiddellijk maatregelen
ZATERDAG EXTRA AANBIEDING
IN ALLE SOORTEN
DAMESKOUSEN
IN ALLE MODEKLEUREN.
X A. ENGELANDER,
MAGDALENENSTRAAT B 17, ALKMAAR.
Van 15 regels f 1.25 J elke regel meer f 0.25. Reclame per
^•75yOor d< e«rete paginavoor de ov*rij|e pagina’s f 2^2»
f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere rëj^l*meér f*OL l7
een dikte van tweemaal een vinger breedte
„moest ik van haar laarzen krabben.”
„Waar zij gaat zjjn in het geheel geen we
gen. Zij was aan het moeras.'’
„Zoo, aan het moeras en wanneet
was dat dan?”
„Den dag voor dien, waarop men den ar
men dokter uit het water gehaald heeft. Jam
mer van hem, soo'n goede, beate heer,
aoo'n
Weleer hoorde vreemd op. Dat was de
eerste keer, dat hij den vermoorde hoorde
prijzen.
„Wae bjj dan werkelijk zoo goed?”
,,Dat zou ik geiooven”, was bet antwoord.
„Niemand heeft mij ook zulke fooien gege
ven. Laatst nog schonk bjj mij tien mark,
toen ik hem achter bet achterpoortje in den
tuin liet, waar de juffrouw was aoodat de
genadige heer hem niet zien kon.
„Zoo”, riep Weleer uit, „waren die beiden
uw juffrouw en de dokter dan zoo intiem
met elkander?”
De oude, die nu eenmaal aan bet babbelen
was zette een zeer geheimzinnig gezicht.
„Dat juist niet”, zei hij. „Integendeel. Ik
heb se meer dan eens hooren twisten en se
dert de dokter in bet dorp gekomen is, Staat
de genadige juffrouw mij niets aan....”
Op dit ogenblik klonk uit het raam een
stem:
„Peter.”
De oude tuinman kromp van schrik ineen.
doen?” vroeg de generaal. „Maar neen
viel hjj zichzelf in de rede, „dat is onniqgo-
lijk, want ge zjjt pas twee uur hier.'
„Zeg 'lat niet, generaal", zei Weiser, die,
terwijl hij dit zeide, niet den ouden heer,
maar opopzetleljjk de jonge dame aankeek,
„integendeel heb ik vrij w»t zaken ontdekt*
die den anderen beeren zeker ontgaan zjjn.”
„En wat vóór de ouschuld van mijn neet
getuigt?”
„Ja, wat voor de onschuld van
uw neef getuigt.”
Hij legde den klem op ieder woord, doch
bovenal op „neef" en zag daarbij de jonge
dame zoo doordringend aan, 'int deze een
siddering niet kou onderdrukken, wat den
scherpen oogen van den detective niet ont»
ging. En als voelde zij zelve het onaange
name van den toestand, beproefde zjj et
spoedig een einde aan te maken. „Ik moet
nu heengaan", zeide ze. „Papa zal reeds op
mjj wachten. Adieu, oom van der Milden
en haar hoofd een weinig voor den detective-
buigend, zonder hem weer een hand te geven
sprak ze: „Adieu, mijnheer Weiser.”
De beide mannen zagen zwijgend het ziek
verwijderende meisje na.
„Een pracht meisje, nietwaar?" zei de g*>
neraal met oprechte, hartelijke bewondering
in zijn stem.
„Zeker”, antwoordde Weleer.
(Wordt vervolgd.).
Het Volk'», d.) schrjjft:
Het is den laatsten tijd, naarmate du waar
schijnlijkheid toenam, dat het traktaat door
de Eerste Kjjmer verworpen zou worden, vrij
duidelijk geworden, in welke richting de
neiging der Belgische regeering voor het ge
val van verwerping ging. Namelijk in de
richting van afwijzing van nieuwe onderhan-
delingen met Nederland alleen en in de rich
ting van terugkeer naar de mogendheden,
die aan de beide landen hadden opgedragen
het met elkaar eens te worden.
Mocht het inderdaad zoo gaan, dan ziet
het er voor Nederland niet te best uit. Dan
dreigt bet gevaar, dat de oplossing van het
Schelde-vraagst ik gezocht zal worden in in-
ternationaliseering dier rivier, waarbij Ne
derland veel verder achterop zou komen dan
bij de regeling, in het traktaat vastgelegd.
Terwjjl liet dan hoogst onwaarschijnlijk lijkt,
dat wij van den voornaamsten steen des
aanstoots, het Moerdijk-kauaal, at zouden
komen.
naat, zjj vormt den algemeenen, samenstem-
menrien inhoud der gehouden redevoeringen.
Nederland stelt vast, dat België aan de
definitieve scheidingsregeling van 1839 geen
rechtelijkc aanspraken op eenzijdig© poli
tieke of economische concessies onzerzijds
kan ontleenen. Nederland stelt een goed©
verstandhouding met België op hoogen prijs,
het verlangt door een allesbehalve schriele
welwillendheid de toenadering tusschen de
beide staten te bevorderen. Het beschouwt
een redelijk© toepassing der seJieidingsrego-
ling en een voorziening in de reëele en nor
male Belgische economische behoeften op
den historischen grondslag van wedorkeerig-
heid en krachtens den vrijen wil van ons
volk als een staatkundige wenscheljjkheid.
Het wil het verkeersvraagstuk tusschen de
beide landen in zijn vollen, wederzijdschen
omvang onder de oogen zien. Maar Neder
land wenscht de nieuwe onderhandeiingen,
los van de voogdij der Mogendheden, zelf
standig met een zelfstandig België voeren.
Het zal later de tijd en de gelegenheid zijn,
om in details, in een samenvattende verge
lijking, d© gebreken van het verworpen ver
drag en de elementen der op te bouwen toe
komstige verhouding te onderzoeken.
Uit De Nederlander (c.4i):
„Wat nu?” is de vraag, die in veler harten
leeft.
Allereerst is er behoefte aan rust. Even
zullen de tegenstellingen opvlammen, dit kan
niet anders. Maar dan moet er rust komen.
Dan zal Van Karnebeek inzien, dat door
de beslissing van 24 Maart 1927 zjin werk
van 1919 niet is vernietigd, integendeel, dat
op den grondslag van het toen verkregen
resultaat kan worden voortgebouwd.
Dan zullen de verantwoordelijke personen
in België inzien, dat het ook in België’s be
lang is, dat een overeenkomst van vriend
schap en wederkeerige ontwikkeling tot
stand kom© tusschen het vrije souvereine
België en het vrije souvereine Nederland, in
volkomen oprechtheid en eensgezindheid,
zonder achterdocht en zonder eenig voorbe
houd, aan een van beide zijden.
Dan zal de grond gelegd kunnen worden
voor een tjjdperk van langdurige en harte-
lijke overeenstemming tusschen de beide sta
ten, die door afkomst, taal, bodem en ligging
onmiskenbaar tot eenheid en samenwerking
zjjn geroepen.
Zou misschien Van Karnebeek. dan, bjj de
ze nieuwe onderhandeling, de eerste Neder-
landsehc gevolmachtigde kunnen zjjn?
Het Centrum: (r. k.) schrjjft:
Wjj zien naar de toekomst, met bezorgd
heid.
Niet allereerst naar de naaste toekomst.
Heftig zal de ontstemming in België zjjn. Dat
is het ergste niet. De Belgen hebben dit ne
gatief resultaat aan zichzelf te wjjten. Had
den zjj in 1929 niet zélf geweigerd, dit trac-
taat te aanvaarden, ze zouden het al sinds
vjjf jaren gehad hebben. Dat Nederland thans
deed, en op ongetwijfeld betere gronden, wat
België zelf in 1920 gedaan heeft, geeft onzo
Zuiderburen niet het recht, al te zeer te toor
nen
Wat hun thans wedervaart is hun eigen
domme schuld. Boontje heeft zjjn loontje
thuis gekregen.
Maar als wjj met bezorgilheid naar de toe
komst zien, dan ie het die verdere toekomst,
waarin de vraagstukken in bet Tractaat aan
de orde, tóch een oplossing zullen moeten
krjjgen en waarin die oplossing zeker voor
ons land niet
een gunstig'
wanneer dit
De oude zag bet ding met verwondering
aan. „Merkwaardig, wat die stadslui toch al
tijd voor nieuwigheid je* hebben.
En toen stak hjj de sigaar aan, waarvan hl)
den rook met het voorkomen van een kenner
inzoog en vervolgen* in kleine, blauwe wolk
jes uitblies.
„H’tn”, zei hjj, de sigaar eerst aan alle
kanten bekijkend en toen Weiser met een
onderzoekenden blik aanziend. „Gij werkt
wel niet veel?”
Welser lachte.
„Nu, dat gaat nog al. Maar mjjn werk is
anders. En de tuin hier ik maak u wel
mjjn compliment, dat hjj er zoo fraai uitziet
maar als dal uw eenig© werk is, dan hebt
ge toch ook niet veel te doen.”
„Zoo, meent ge dat? Al het andere is zeker
niet. De sta), de paarden, de juffrouw.
„Zoo, verschaft de juffrouw u zooveel ar.
beid?”
„Natuurlijk, ik moet alles poetsen en boe
nen. Het huis, de deuren, het koperwerk, de
schoenen."
„Nu”, lachte Welser, „aan de schoenen zal
toch wel niet veel te doen zjjn.”
„De juffrouw schijnt maar altjjd te rjjden,
nietwaar? Zjj was bet toch, die in dat rijtuig
■at?"
„Jawel, dat wa* ze. Maar rjjden doet ze
niet alleen, ze gaat ook wel wandelen. En
waar ze gaat, komen niet veel anderen,
laatst nog. Zooveel modder en hjj wees
Een ultimatum.
Volgens officieel© telegrammen hebben de
Engelsehe en Amerikaanse!»© vertegenwoor
digers d© vertegenwoordigers van het Kan-
tonneesche leger ontboden aan boord van
den Engelschen kruiser Emerald en toezeg
gingen van hen geëischt voor de l-
eischten,
genomen
De Maasbode (r. k.) schrijft:
Minister Van Karnebeek heeft de politieke
van tegemoetkomendheid, van
;oede verstandhouding en toenadering van
en her-
De plundering te Nanking.
.Ongeregelde Kantonneesche troepen heb
ben Nanking geplunderd. Het Engelsehe con
sulaat is geplunderd. De Anierikaansche
consul en zjjn bedienden lieten het consulaat
in den steek en vluchtten op den heuvel,
waar alle vreemdelingen samen kwamen.
Engelsehe en Amerikaansche kanonneer-
booten onderhielden een geregeld vuur op
het terrein rond de gronden van de Standard
Oil Co., waarop d© vreemdelingen hun toe
vlucht hadden genomen. Zij trachtten dit ter
rein schoon to vegen en te maken dat de
Kantoimeezen de menschen, die^zich daar
binnen bevonden, niet konden bereiken. De
Engelsehe en Amerikaansche landingstroe
pen moesten door de vjjandeljjke linie heen
breken, div op 2K rnjjl afetands van den
oever is geposeerd. Zjj telden 200 Engelsehe
en 150 Amerikaansche mariniers. Het En-
gehtche consulaat is geplunderd.
Na het vertrek van de Noordelijke troepen
zijn, volgens „Central News”, de ongeregelde
Kantonneesche troepen, die met machinege
weren gewapend waren, totaal uit den band
gesprongen. Er ontstond een artilierieduel
met de schepen en de vreemdelingen, die ge
ëvacueerd werden, kwamen onder vuur, zoo-
dat er verscheidene van hen gewond en zelfs
gedood zyn.
Een aantal Amerikanen, die een toevlucht
gezocht hadden op het terrein van de Stan
dard Oil te Nanking, is bij het bombarde
ment van de stad omgekomen. De berichten
uit Nanking zijn uiterst schaarech, daar de
telegraaflijnen afgesneden* zijn.
Het jongste draadlooz© bericht van Nan
king meldt, dat landingsdivisies van den En-
gelachen kruiser Emerald en van twee Ame
rikaansche torpedoboot jagers den heuvel be
klommen hebben, waarop de buitenlanders
waren sainengekomen om hen te r<*dden. Bjj
het vervullen van deze taak zjjn verscheide
ne matrozen gesneuveld en gewond, EngeK
„en zoowel als Amerikanen. Ten slotte zjjn
alle vreemdelingen, die te Nanking gebleven
waren, gered.
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
Rjj bleef «laan en keek haar lang na.
Een schoone, een beeldschoon© verschij
ning. Een edel, misschien een weinig te
energiek gevormd gelaat. Een© voor zoo
ver hjj het thans zien kon hoog© en slanke
gestalte. In een woord eeue amazone.
,En die zon?” H'm zelf* denken durft men
0 ’>‘et alles.
Mjj vervolgde zjjn weg. In den tuin, die niet
«root maar prachtvol wa* aangelegd was,
werkte een oude tuinman, die zich van tijd
•ot tüd het voorhoofd afwiacbte.
„Warm vandaag”, zei Welser, om het ge
sprek te tx-ginnen.
De oude man zag hem van boven tot onder
•m», zei geen woord en «tak weder zjjn schop
in d* aarde.
.Zwaar werk, nietwaar?" zei Welser, dis
U“h niet liet af schrikken.
„Wü je een sigaar opsteken En bjj reikte
den man door het hek een zjjuer heerlijke
«•garen toe.
Deze verzoeking kon de oude niet weer
staan. Hjj veegde zjjn band af, trad naar hel
oek toe en nam de sigaar aan.
„Ook vuur?” vroeg Welser en haalde zjjn
••garenaansteker voor den dag, welken bjj
UIA jutder overreikte.
Het Nederla^dscb-Belgisch verdrag heeft
zijn lot gevonden:
Het is afgewezen.
Zooals de laatste dagen te
war.
Na de aanneming van het verdrag door
de Tweede Kamer met slechts één stem meer
derheid ia het bjj deze beslissing echter een
feit van belang, dat in de Eerste Kamer een
groote meerderheid zich tegen het verdrag
uitsprak.
Dit feit doet de beslissing der Tweede Ka
mer nog méér van baar beteekenis verliezen.
Waren wjj er voorheen reeds van over
tuigd, dat de stemming in de Tweede Kamer
geen juist beeld gaf van de verhouding der
meeningen onder ons volk, na de gisteren
in de Eerste Kamer gehouden stemming zjjn
wjj in die overtuiging nog gesterkt:
do overgroot© meerderheid van het Neder-
landsehe volk wenschte dit verdrag niet,
dit verdrag moest verworpen worden.
Niet, dat wjj in het algemeen zweren bjj
wat de massa wil: de massa is veelal niet
deskundig, de massa laat zich gemakkelyk
opzweepen, de massa houdt moeiljjk de juis
te maat, en als de massa werkeljjk eens een
besluit moet nemen, b. v. bjj verkiezingen,
dan mag eigenlijk wel de vraag worden ge
steld, welke waarde aan zoo'n besluit ge
hecht dient te worden, gezien toch b. v. het
feit, dat de stem van een zeer ernstig eco
noom praktisch evenveel beteekent als die
van een straatslijper, wien alle begrip van
staatsbelang vreemd en wellicht zelfs ook
onverschillig is.
Men kan ons dus niet verwijten, dat wjj
aan de meening der massa een te groote
waarde toekennen.
Waar de volksgeest zich echter tegen het
verdrag verklaarde, daar is dit ook voor on*
niet zonder beteekenis, vooral ook, omdat
toch waarlijk niet de onbelangrijkste vader
landers bun stem tegen het verdrag verhe
ven hebben; integendeel, men zal zelden
in eenige politieke aangelegenheid een zóó
uitgebreide en uitgelezen schare van ern
stige en intelleclwerie medeburger* zóó een
drachtig en zóó sterk op eenzelfde standpunt
gevonden hebben als thans het geval ia ge-
weeat.
Onder de tegenstanders van het verdrag
bevonden zich waarljjk vele eersterangs
historiekenners en economische en militaire
deskundigen, die héél de uitgebreide en in
gewikkelde kwestie overzagen en beoordee-
len konden.
Doch in dit geval kwam het niet allereerst
kennis en deskundigheid aan:
’t Was maar de vraag, hoe men het vraag-
ik meende te moeten bezien en beoordee-
len; alles hing er maar van af, wat na
aanneming van dit verdrag de toekomst
brengen zou.
Wat zouden voor Nederland de econo
mische gevolgen zjjn van de beide geprojec
teerde kanalen?
Hoe zoude het in vredes- en vooral in oor-
ons
nu zijn
aan an-
s »f2.—
f 2.85
f 0.60 hooger
logs-tjjd met onze Schelde gaan?
Zouden de Belgen, dankbaar voor de vele
geschenken van Nederlandsche zijde, waar
niets tegenover stond, een loyaal gebruik
maken van de hun geschonken faciHtriten?
Of moesten wjj in een en ander van het
verdrag zien een opoffering van eenige Ne
derlandsche Souvereiniteit. een allereerste
begin van Belgische overbeersching, een wij
ken van Nederiandsoh recht voor Belgischen
dwang, welke zich vroeg of laat op ander
gebiea wel wéér eens zou kunnen herhalen?
Moesten wjj de Belgen met dit overgroot
vertrouwen tegemoet treden, of mochten wjj
gezien de historie en de feiten der latere
jaren ons niet zonder eenig houvast in
vermetel vertrouwen aan de Belgen overle
veren?
Ziedaar de vragen, welke de kwestie over-
heerschten.
Vragen, waarop noch kennis, noch deskun
digheid een absoluut juist antwoord vermag
te geven.
En wel. omdat wjj niet in de toekomst
kunnen zien, omdat de economische toe
komst zich niet voorspellen laat, omdat wjj
onkundig zjjn van vrede of oorlog in de toe
komst, omdat wjj geen harten en nieren kun
nen doorgronden, niet van tjjdgenooten,
nog minder van latere geslachten.
Omdat derhalve niet allereerst kennis,
noch ook deskundigheid, doch de aanvoeling
van de waarschijnlijke toekomst de meenin
gen aan beide zjjden gevormd heeft, dkarom
mogen wjj in dit geval ook waarde hechten
aan de „vox populi”, daarom hechten wü
waarde aan de thans gebleken gezindheid
van het Nederlandsche volk en aan de gis
teren in de Eerste Kamer gebleken stemmen
verhouding: 33—17.
lets heel jammers in deze historie is ten
slotte het feit, dat wjj een eminent man ais
Minister van Karnebeek aan „Buitenland”
zullen moeten missen.
Het kan ons voor Minister van Karnebeek
leed doen, dat hjj met dit verdrag vol
gens 's ministers eigen woorden: een deel
van zjjn leven moet tenonder gaan als de
held in het klassieke drama.
Het kan ons leed doen voor hem, omdat
hjj er zoo schitterend voor gestreden heeft
en.... omdat hjj er zooveel onrecht en ver
guizing om beeft moeten verduren.
Hjj moge bedenken:
Ons volk is bet in deze niet met hem eens
geweest. het neemt niet weg. dat ons volk
Jiein steeds dankbaar zal blijven voor de
groote diensten, welke hjj het met zjjn gruo-
te gaven en met zjjn nobel karakter gedu
rende vele moeilijke jaren heeft bewezen.
Uit de T jj d (r. k.I:
....Velen in Nederland zullen met
vreezen, dat de bewindsman, die
levenswerk is vernietigd, de taak
deren overdraagt, door de komende feiten
in het gelijk zal worden gesteld. Met hem be
treuren wjj dan ook het gevallen votum, dat
niet in het belang zal blijken te zjjn van ons
vaderland.
Wij betreuren het om het verdrag zelf, om
Nederland’s positie in den Raad der Volken,
om de verwikkelingen, die niet te vreezen,
doch wel te verwachten zjjn, ten slotte om
dat de eerste practhohe proeve tot democra-
tiseering onzer buitenlandsche politiek
door middel van tijdige mime openbaarheid,
op een zóó beschamend fiasco is uitgeloo-
pen. dat een prof. Struycken, indien hjj nog
leefde, daaruit wel eenige scherpe conclusies
voor de toekomst zou hebben getrokken.
Het verdrag moest, ook naar onze mee
ning, verworpen worden: het leverde zekere
waarden van on* land al te eenzijdig aan
België uit, en inplaats van een gunstige ver
houding tusschen de beide lauden te beloven,
dreigde het thet vele nieuwe gevaren, met
vele conflicten, zoowel in vredee- als in
oorlogstijd.
Een zóó eenzjjdig, een zóó gevaarlijk ver
drag kon niet in het nationaal, noch ook In
het internationaal belaag zjjn.
En daarom, al ondersebatten wjj ook het
gewichtige en het ietwat opzienbarende van
deze afstemming niet, wjj achten de beslis
sing der Eerste Kamer een goetfe beslissing,
een beslissing, waarvoor het nageslacht deze
Eersje Kamer dankbaar zal zjjn.
De in onze Slaten-Generaal gevoerde de
batten zullen aan alle onbevangen Belgen
echter wel de overtuiging geschonken heb
ben, dat Nederland België waarlijk niet
dwarsboomen wil, integendeel, dat men
België gaarne in alle redelijkheid wil tege
moetkomen, waar de Belgische w el vaart s-
eiseben dit noodzakeljjk maken en onze eigen
belangen dit maar eenigszins toelateu.
Van Neerlands goeden en eerlijken
mag men in België overtuigd zjjn.
„Dat is de oude heer”, zeide hjj. „Die
niet hebben, dat ik mjjn tijd verbabbel.”
„Peter!" klonk liet weer en ditmaal beve
lender dan de eerste maal.
„Ja, ja, ik kom."
Welser was met wat hjj vernomen had,
zeer tevreden. De zaak scheen een wending
te nemen. Ploteeling lag er veel in dat vooi
de onschuld van den jongen van der Milden
pleitte en scheen het zwaard van Da mode*
boven een ander hoofd te hangen, boven het
•chooue hoofd van juffrouw van Klinsporl
Toen hjj weer op het kasteel kwam, ont
moette hjj bjj de kleine trap, die vau d*
veranda naar den tuin voeruc, den generaal.
Aan zjjn* zjjde liep de jonge dame, die hjj in
het rjjtuigie had gezien.
„Sta mjj toe, dat >k deze dame aan u voor,
stel. Mijnheer Welser, juffrouw van KJin-
apor, die ik omstandig over het doei uwer
komst heb ingelicht.”
De jonge dame, wier plotseling verbleeken
hem weer opviel, reikte de detective de hana
en dwong haar lippen tot een glimlach.
,Jk hoop, dat gij ook thans weer zooal»
altijd uwe volle energie aan de zaak zult
wjjden, en Edgars invrijheidstelling zult be
werken, want, nietwaar, de geheide aan*
klaeht is immers ongerijmdl”
„Ik zal al het mogeljjku doen”, zei Welser,
een rechtstreeks antwoord vermijdende.
„Daarvan ben ik overtuigd.”
JHebt K© reeds iet* in de zaak kunne*
tegemoetkomendheid,
gedachte
goede verstandhouding en toena<iet
Nederland tot het zwaar beproefde
boren België ah monopolie voor zijn ver
drag trachten op te eischen. Doch ten on
rechte.
De staatkunde van den heer van Kante-
beek is eveneens en in dezelfde mate de
staatkunde van de tegenstanders van het
verworpen verdrag. België heeft wel degelijk
naar iie oprechte meening en den vasten
wil der oppositie van Nederland iets te
verwachten, iets, veel, misschien wel meer
dan de scheidende minister het beloofde.
Al is de Eerste Kamer door interne rede
voeringen, door de weigering Uit medewer
king van de heeren Wibaut en van Emliden,
niet kunnen komen tot de formeele aanvaar
ding van een verklaring, voorgeeteld door
alle partjjen, in den geest als de heer Coljjn
Vrjjdag j.l. in zjjn magistrale rede heeft aan*
geduid, de verklaring van den heer Coljjn
was geboren uit de discussiën van den Se-