f:- A „ONS BLAD" JtilLLES BESCHUT W/SLy*^***^ Ko 71. I FEUILLETON. HET GEHEIM. Abonnementsprijs x BLOEMENTENTOONSTELLING v m. CADETTENSCHOOL. Floralla.' Floralia, Wlntertuln- Matlnée. Advertentieprijs f 125f50. ,140.— BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon BUITENLAND. De chaos In China. Vrijdag *5 Maart 1M7. GIRO alkmaar 1*4863 21e Jaargaag Afgewezen. Aan alle abonné’s wordt op aanvrage gratis «en poli» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—, f750.—, f 250.—, UIT DE PERS. Verworpen. GIRO ALKMAAR 104863 verwachten wil wil voor Doch Wanneer wij er niettemin met de meeste kracht op aaudringeu, dat de Belgische re- geering nieuwe rechtstreeksche ondi rhande- lingen niet zal afwijzen, dan doen wij dit in de vaste overtuiging, dat ook voor België zelf een verdrag dat zonder dwang der mo gendheden tot stand gekomen zal zijn, verre de voorkeur verdient boven een opgelegd verdrag. gunstiger zal zijn. Terwjjl wjj ;e situatie, als zou ontstaan zijn, It Tracts*» •'oor one eon amor* ware aanvaard, hebben verspeeld. Alle na doelen zullen we.krjjgeu. maar de voordeelen missen. Per kwartaal voor Alkmaar. Voor buiten Alkmaar. a Met Geïllustreerd Zondagsblad i Zaterdag 26 Maart Zondag 27 Maart Toegang 30 cent, belasting inbegrepen. Het verdient die voorkeur, omdat België, bevrijd van het neutraliteitsverdrag van 1839, dat het onder voogdij der mogendhe den stelde, tot een zelfstandige politiek de mogelijkheid verkregen heeft en er alle be lang bij heeft om die algeheele zelfstandig heid strikt te bewaren en er niet afbreuk aan te doen door de inmenging der mogendhe den in te roepen. Terwjjl voorts oen in vrjje onderhandeling tusschen de beide landen gesloten verdrag ongetwijfeld aan de goede verstandhouding tusschen de beide landen veel meer ten goede zou komen dan een opgelegd verdrag, dat niet zou kunnen nalaten in Nederland kwaad bloed te zetten, ook al zou dan die oplegging naar ons inzicht Nederland zich door eigen schuld berokkend hebben. gingen van hen geëischt voor de bescher ming van de vreemdelingen te Nanking. De Engelechen en Amerikanen dat er onmiddellijk maatregelen ZATERDAG EXTRA AANBIEDING IN ALLE SOORTEN DAMESKOUSEN IN ALLE MODEKLEUREN. X A. ENGELANDER, MAGDALENENSTRAAT B 17, ALKMAAR. Van 15 regels f 1.25 J elke regel meer f 0.25. Reclame per ^•75yOor d< e«rete paginavoor de ov*rij|e pagina’s f 2^2» f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere rëj^l*meér f*OL l7 een dikte van tweemaal een vinger breedte „moest ik van haar laarzen krabben.” „Waar zij gaat zjjn in het geheel geen we gen. Zij was aan het moeras.'’ „Zoo, aan het moeras en wanneet was dat dan?” „Den dag voor dien, waarop men den ar men dokter uit het water gehaald heeft. Jam mer van hem, soo'n goede, beate heer, aoo'n Weleer hoorde vreemd op. Dat was de eerste keer, dat hij den vermoorde hoorde prijzen. „Wae bjj dan werkelijk zoo goed?” ,,Dat zou ik geiooven”, was bet antwoord. „Niemand heeft mij ook zulke fooien gege ven. Laatst nog schonk bjj mij tien mark, toen ik hem achter bet achterpoortje in den tuin liet, waar de juffrouw was aoodat de genadige heer hem niet zien kon. „Zoo”, riep Weleer uit, „waren die beiden uw juffrouw en de dokter dan zoo intiem met elkander?” De oude, die nu eenmaal aan bet babbelen was zette een zeer geheimzinnig gezicht. „Dat juist niet”, zei hij. „Integendeel. Ik heb se meer dan eens hooren twisten en se dert de dokter in bet dorp gekomen is, Staat de genadige juffrouw mij niets aan....” Op dit ogenblik klonk uit het raam een stem: „Peter.” De oude tuinman kromp van schrik ineen. doen?” vroeg de generaal. „Maar neen viel hjj zichzelf in de rede, „dat is onniqgo- lijk, want ge zjjt pas twee uur hier.' „Zeg 'lat niet, generaal", zei Weiser, die, terwijl hij dit zeide, niet den ouden heer, maar opopzetleljjk de jonge dame aankeek, „integendeel heb ik vrij w»t zaken ontdekt* die den anderen beeren zeker ontgaan zjjn.” „En wat vóór de ouschuld van mijn neet getuigt?” „Ja, wat voor de onschuld van uw neef getuigt.” Hij legde den klem op ieder woord, doch bovenal op „neef" en zag daarbij de jonge dame zoo doordringend aan, 'int deze een siddering niet kou onderdrukken, wat den scherpen oogen van den detective niet ont» ging. En als voelde zij zelve het onaange name van den toestand, beproefde zjj et spoedig een einde aan te maken. „Ik moet nu heengaan", zeide ze. „Papa zal reeds op mjj wachten. Adieu, oom van der Milden en haar hoofd een weinig voor den detective- buigend, zonder hem weer een hand te geven sprak ze: „Adieu, mijnheer Weiser.” De beide mannen zagen zwijgend het ziek verwijderende meisje na. „Een pracht meisje, nietwaar?" zei de g*> neraal met oprechte, hartelijke bewondering in zijn stem. „Zeker”, antwoordde Weleer. (Wordt vervolgd.). Het Volk'», d.) schrjjft: Het is den laatsten tijd, naarmate du waar schijnlijkheid toenam, dat het traktaat door de Eerste Kjjmer verworpen zou worden, vrij duidelijk geworden, in welke richting de neiging der Belgische regeering voor het ge val van verwerping ging. Namelijk in de richting van afwijzing van nieuwe onderhan- delingen met Nederland alleen en in de rich ting van terugkeer naar de mogendheden, die aan de beide landen hadden opgedragen het met elkaar eens te worden. Mocht het inderdaad zoo gaan, dan ziet het er voor Nederland niet te best uit. Dan dreigt bet gevaar, dat de oplossing van het Schelde-vraagst ik gezocht zal worden in in- ternationaliseering dier rivier, waarbij Ne derland veel verder achterop zou komen dan bij de regeling, in het traktaat vastgelegd. Terwjjl liet dan hoogst onwaarschijnlijk lijkt, dat wij van den voornaamsten steen des aanstoots, het Moerdijk-kauaal, at zouden komen. naat, zjj vormt den algemeenen, samenstem- menrien inhoud der gehouden redevoeringen. Nederland stelt vast, dat België aan de definitieve scheidingsregeling van 1839 geen rechtelijkc aanspraken op eenzijdig© poli tieke of economische concessies onzerzijds kan ontleenen. Nederland stelt een goed© verstandhouding met België op hoogen prijs, het verlangt door een allesbehalve schriele welwillendheid de toenadering tusschen de beide staten te bevorderen. Het beschouwt een redelijk© toepassing der seJieidingsrego- ling en een voorziening in de reëele en nor male Belgische economische behoeften op den historischen grondslag van wedorkeerig- heid en krachtens den vrijen wil van ons volk als een staatkundige wenscheljjkheid. Het wil het verkeersvraagstuk tusschen de beide landen in zijn vollen, wederzijdschen omvang onder de oogen zien. Maar Neder land wenscht de nieuwe onderhandeiingen, los van de voogdij der Mogendheden, zelf standig met een zelfstandig België voeren. Het zal later de tijd en de gelegenheid zijn, om in details, in een samenvattende verge lijking, d© gebreken van het verworpen ver drag en de elementen der op te bouwen toe komstige verhouding te onderzoeken. Uit De Nederlander (c.4i): „Wat nu?” is de vraag, die in veler harten leeft. Allereerst is er behoefte aan rust. Even zullen de tegenstellingen opvlammen, dit kan niet anders. Maar dan moet er rust komen. Dan zal Van Karnebeek inzien, dat door de beslissing van 24 Maart 1927 zjin werk van 1919 niet is vernietigd, integendeel, dat op den grondslag van het toen verkregen resultaat kan worden voortgebouwd. Dan zullen de verantwoordelijke personen in België inzien, dat het ook in België’s be lang is, dat een overeenkomst van vriend schap en wederkeerige ontwikkeling tot stand kom© tusschen het vrije souvereine België en het vrije souvereine Nederland, in volkomen oprechtheid en eensgezindheid, zonder achterdocht en zonder eenig voorbe houd, aan een van beide zijden. Dan zal de grond gelegd kunnen worden voor een tjjdperk van langdurige en harte- lijke overeenstemming tusschen de beide sta ten, die door afkomst, taal, bodem en ligging onmiskenbaar tot eenheid en samenwerking zjjn geroepen. Zou misschien Van Karnebeek. dan, bjj de ze nieuwe onderhandeling, de eerste Neder- landsehc gevolmachtigde kunnen zjjn? Het Centrum: (r. k.) schrjjft: Wjj zien naar de toekomst, met bezorgd heid. Niet allereerst naar de naaste toekomst. Heftig zal de ontstemming in België zjjn. Dat is het ergste niet. De Belgen hebben dit ne gatief resultaat aan zichzelf te wjjten. Had den zjj in 1929 niet zélf geweigerd, dit trac- taat te aanvaarden, ze zouden het al sinds vjjf jaren gehad hebben. Dat Nederland thans deed, en op ongetwijfeld betere gronden, wat België zelf in 1920 gedaan heeft, geeft onzo Zuiderburen niet het recht, al te zeer te toor nen Wat hun thans wedervaart is hun eigen domme schuld. Boontje heeft zjjn loontje thuis gekregen. Maar als wjj met bezorgilheid naar de toe komst zien, dan ie het die verdere toekomst, waarin de vraagstukken in bet Tractaat aan de orde, tóch een oplossing zullen moeten krjjgen en waarin die oplossing zeker voor ons land niet een gunstig' wanneer dit De oude zag bet ding met verwondering aan. „Merkwaardig, wat die stadslui toch al tijd voor nieuwigheid je* hebben. En toen stak hjj de sigaar aan, waarvan hl) den rook met het voorkomen van een kenner inzoog en vervolgen* in kleine, blauwe wolk jes uitblies. „H’tn”, zei hjj, de sigaar eerst aan alle kanten bekijkend en toen Weiser met een onderzoekenden blik aanziend. „Gij werkt wel niet veel?” Welser lachte. „Nu, dat gaat nog al. Maar mjjn werk is anders. En de tuin hier ik maak u wel mjjn compliment, dat hjj er zoo fraai uitziet maar als dal uw eenig© werk is, dan hebt ge toch ook niet veel te doen.” „Zoo, meent ge dat? Al het andere is zeker niet. De sta), de paarden, de juffrouw. „Zoo, verschaft de juffrouw u zooveel ar. beid?” „Natuurlijk, ik moet alles poetsen en boe nen. Het huis, de deuren, het koperwerk, de schoenen." „Nu”, lachte Welser, „aan de schoenen zal toch wel niet veel te doen zjjn.” „De juffrouw schijnt maar altjjd te rjjden, nietwaar? Zjj was bet toch, die in dat rijtuig ■at?" „Jawel, dat wa* ze. Maar rjjden doet ze niet alleen, ze gaat ook wel wandelen. En waar ze gaat, komen niet veel anderen, laatst nog. Zooveel modder en hjj wees Een ultimatum. Volgens officieel© telegrammen hebben de Engelsehe en Amerikaanse!»© vertegenwoor digers d© vertegenwoordigers van het Kan- tonneesche leger ontboden aan boord van den Engelschen kruiser Emerald en toezeg gingen van hen geëischt voor de l- eischten, genomen De Maasbode (r. k.) schrijft: Minister Van Karnebeek heeft de politieke van tegemoetkomendheid, van ;oede verstandhouding en toenadering van en her- De plundering te Nanking. .Ongeregelde Kantonneesche troepen heb ben Nanking geplunderd. Het Engelsehe con sulaat is geplunderd. De Anierikaansche consul en zjjn bedienden lieten het consulaat in den steek en vluchtten op den heuvel, waar alle vreemdelingen samen kwamen. Engelsehe en Amerikaansche kanonneer- booten onderhielden een geregeld vuur op het terrein rond de gronden van de Standard Oil Co., waarop d© vreemdelingen hun toe vlucht hadden genomen. Zij trachtten dit ter rein schoon to vegen en te maken dat de Kantoimeezen de menschen, die^zich daar binnen bevonden, niet konden bereiken. De Engelsehe en Amerikaansche landingstroe pen moesten door de vjjandeljjke linie heen breken, div op 2K rnjjl afetands van den oever is geposeerd. Zjj telden 200 Engelsehe en 150 Amerikaansche mariniers. Het En- gehtche consulaat is geplunderd. Na het vertrek van de Noordelijke troepen zijn, volgens „Central News”, de ongeregelde Kantonneesche troepen, die met machinege weren gewapend waren, totaal uit den band gesprongen. Er ontstond een artilierieduel met de schepen en de vreemdelingen, die ge ëvacueerd werden, kwamen onder vuur, zoo- dat er verscheidene van hen gewond en zelfs gedood zyn. Een aantal Amerikanen, die een toevlucht gezocht hadden op het terrein van de Stan dard Oil te Nanking, is bij het bombarde ment van de stad omgekomen. De berichten uit Nanking zijn uiterst schaarech, daar de telegraaflijnen afgesneden* zijn. Het jongste draadlooz© bericht van Nan king meldt, dat landingsdivisies van den En- gelachen kruiser Emerald en van twee Ame rikaansche torpedoboot jagers den heuvel be klommen hebben, waarop de buitenlanders waren sainengekomen om hen te r<*dden. Bjj het vervullen van deze taak zjjn verscheide ne matrozen gesneuveld en gewond, EngeK „en zoowel als Amerikanen. Ten slotte zjjn alle vreemdelingen, die te Nanking gebleven waren, gered. NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Rjj bleef «laan en keek haar lang na. Een schoone, een beeldschoon© verschij ning. Een edel, misschien een weinig te energiek gevormd gelaat. Een© voor zoo ver hjj het thans zien kon hoog© en slanke gestalte. In een woord eeue amazone. ,En die zon?” H'm zelf* denken durft men 0 ’>‘et alles. Mjj vervolgde zjjn weg. In den tuin, die niet «root maar prachtvol wa* aangelegd was, werkte een oude tuinman, die zich van tijd •ot tüd het voorhoofd afwiacbte. „Warm vandaag”, zei Welser, om het ge sprek te tx-ginnen. De oude man zag hem van boven tot onder •m», zei geen woord en «tak weder zjjn schop in d* aarde. .Zwaar werk, nietwaar?" zei Welser, dis U“h niet liet af schrikken. „Wü je een sigaar opsteken En bjj reikte den man door het hek een zjjuer heerlijke «•garen toe. Deze verzoeking kon de oude niet weer staan. Hjj veegde zjjn band af, trad naar hel oek toe en nam de sigaar aan. „Ook vuur?” vroeg Welser en haalde zjjn ••garenaansteker voor den dag, welken bjj UIA jutder overreikte. Het Nederla^dscb-Belgisch verdrag heeft zijn lot gevonden: Het is afgewezen. Zooals de laatste dagen te war. Na de aanneming van het verdrag door de Tweede Kamer met slechts één stem meer derheid ia het bjj deze beslissing echter een feit van belang, dat in de Eerste Kamer een groote meerderheid zich tegen het verdrag uitsprak. Dit feit doet de beslissing der Tweede Ka mer nog méér van baar beteekenis verliezen. Waren wjj er voorheen reeds van over tuigd, dat de stemming in de Tweede Kamer geen juist beeld gaf van de verhouding der meeningen onder ons volk, na de gisteren in de Eerste Kamer gehouden stemming zjjn wjj in die overtuiging nog gesterkt: do overgroot© meerderheid van het Neder- landsehe volk wenschte dit verdrag niet, dit verdrag moest verworpen worden. Niet, dat wjj in het algemeen zweren bjj wat de massa wil: de massa is veelal niet deskundig, de massa laat zich gemakkelyk opzweepen, de massa houdt moeiljjk de juis te maat, en als de massa werkeljjk eens een besluit moet nemen, b. v. bjj verkiezingen, dan mag eigenlijk wel de vraag worden ge steld, welke waarde aan zoo'n besluit ge hecht dient te worden, gezien toch b. v. het feit, dat de stem van een zeer ernstig eco noom praktisch evenveel beteekent als die van een straatslijper, wien alle begrip van staatsbelang vreemd en wellicht zelfs ook onverschillig is. Men kan ons dus niet verwijten, dat wjj aan de meening der massa een te groote waarde toekennen. Waar de volksgeest zich echter tegen het verdrag verklaarde, daar is dit ook voor on* niet zonder beteekenis, vooral ook, omdat toch waarlijk niet de onbelangrijkste vader landers bun stem tegen het verdrag verhe ven hebben; integendeel, men zal zelden in eenige politieke aangelegenheid een zóó uitgebreide en uitgelezen schare van ern stige en intelleclwerie medeburger* zóó een drachtig en zóó sterk op eenzelfde standpunt gevonden hebben als thans het geval ia ge- weeat. Onder de tegenstanders van het verdrag bevonden zich waarljjk vele eersterangs historiekenners en economische en militaire deskundigen, die héél de uitgebreide en in gewikkelde kwestie overzagen en beoordee- len konden. Doch in dit geval kwam het niet allereerst kennis en deskundigheid aan: ’t Was maar de vraag, hoe men het vraag- ik meende te moeten bezien en beoordee- len; alles hing er maar van af, wat na aanneming van dit verdrag de toekomst brengen zou. Wat zouden voor Nederland de econo mische gevolgen zjjn van de beide geprojec teerde kanalen? Hoe zoude het in vredes- en vooral in oor- ons nu zijn aan an- s »f2.— f 2.85 f 0.60 hooger logs-tjjd met onze Schelde gaan? Zouden de Belgen, dankbaar voor de vele geschenken van Nederlandsche zijde, waar niets tegenover stond, een loyaal gebruik maken van de hun geschonken faciHtriten? Of moesten wjj in een en ander van het verdrag zien een opoffering van eenige Ne derlandsche Souvereiniteit. een allereerste begin van Belgische overbeersching, een wij ken van Nederiandsoh recht voor Belgischen dwang, welke zich vroeg of laat op ander gebiea wel wéér eens zou kunnen herhalen? Moesten wjj de Belgen met dit overgroot vertrouwen tegemoet treden, of mochten wjj gezien de historie en de feiten der latere jaren ons niet zonder eenig houvast in vermetel vertrouwen aan de Belgen overle veren? Ziedaar de vragen, welke de kwestie over- heerschten. Vragen, waarop noch kennis, noch deskun digheid een absoluut juist antwoord vermag te geven. En wel. omdat wjj niet in de toekomst kunnen zien, omdat de economische toe komst zich niet voorspellen laat, omdat wjj onkundig zjjn van vrede of oorlog in de toe komst, omdat wjj geen harten en nieren kun nen doorgronden, niet van tjjdgenooten, nog minder van latere geslachten. Omdat derhalve niet allereerst kennis, noch ook deskundigheid, doch de aanvoeling van de waarschijnlijke toekomst de meenin gen aan beide zjjden gevormd heeft, dkarom mogen wjj in dit geval ook waarde hechten aan de „vox populi”, daarom hechten wü waarde aan de thans gebleken gezindheid van het Nederlandsche volk en aan de gis teren in de Eerste Kamer gebleken stemmen verhouding: 33—17. lets heel jammers in deze historie is ten slotte het feit, dat wjj een eminent man ais Minister van Karnebeek aan „Buitenland” zullen moeten missen. Het kan ons voor Minister van Karnebeek leed doen, dat hjj met dit verdrag vol gens 's ministers eigen woorden: een deel van zjjn leven moet tenonder gaan als de held in het klassieke drama. Het kan ons leed doen voor hem, omdat hjj er zoo schitterend voor gestreden heeft en.... omdat hjj er zooveel onrecht en ver guizing om beeft moeten verduren. Hjj moge bedenken: Ons volk is bet in deze niet met hem eens geweest. het neemt niet weg. dat ons volk Jiein steeds dankbaar zal blijven voor de groote diensten, welke hjj het met zjjn gruo- te gaven en met zjjn nobel karakter gedu rende vele moeilijke jaren heeft bewezen. Uit de T jj d (r. k.I: ....Velen in Nederland zullen met vreezen, dat de bewindsman, die levenswerk is vernietigd, de taak deren overdraagt, door de komende feiten in het gelijk zal worden gesteld. Met hem be treuren wjj dan ook het gevallen votum, dat niet in het belang zal blijken te zjjn van ons vaderland. Wij betreuren het om het verdrag zelf, om Nederland’s positie in den Raad der Volken, om de verwikkelingen, die niet te vreezen, doch wel te verwachten zjjn, ten slotte om dat de eerste practhohe proeve tot democra- tiseering onzer buitenlandsche politiek door middel van tijdige mime openbaarheid, op een zóó beschamend fiasco is uitgeloo- pen. dat een prof. Struycken, indien hjj nog leefde, daaruit wel eenige scherpe conclusies voor de toekomst zou hebben getrokken. Het verdrag moest, ook naar onze mee ning, verworpen worden: het leverde zekere waarden van on* land al te eenzijdig aan België uit, en inplaats van een gunstige ver houding tusschen de beide lauden te beloven, dreigde het thet vele nieuwe gevaren, met vele conflicten, zoowel in vredee- als in oorlogstijd. Een zóó eenzjjdig, een zóó gevaarlijk ver drag kon niet in het nationaal, noch ook In het internationaal belaag zjjn. En daarom, al ondersebatten wjj ook het gewichtige en het ietwat opzienbarende van deze afstemming niet, wjj achten de beslis sing der Eerste Kamer een goetfe beslissing, een beslissing, waarvoor het nageslacht deze Eersje Kamer dankbaar zal zjjn. De in onze Slaten-Generaal gevoerde de batten zullen aan alle onbevangen Belgen echter wel de overtuiging geschonken heb ben, dat Nederland België waarlijk niet dwarsboomen wil, integendeel, dat men België gaarne in alle redelijkheid wil tege moetkomen, waar de Belgische w el vaart s- eiseben dit noodzakeljjk maken en onze eigen belangen dit maar eenigszins toelateu. Van Neerlands goeden en eerlijken mag men in België overtuigd zjjn. „Dat is de oude heer”, zeide hjj. „Die niet hebben, dat ik mjjn tijd verbabbel.” „Peter!" klonk liet weer en ditmaal beve lender dan de eerste maal. „Ja, ja, ik kom." Welser was met wat hjj vernomen had, zeer tevreden. De zaak scheen een wending te nemen. Ploteeling lag er veel in dat vooi de onschuld van den jongen van der Milden pleitte en scheen het zwaard van Da mode* boven een ander hoofd te hangen, boven het •chooue hoofd van juffrouw van Klinsporl Toen hjj weer op het kasteel kwam, ont moette hjj bjj de kleine trap, die vau d* veranda naar den tuin voeruc, den generaal. Aan zjjn* zjjde liep de jonge dame, die hjj in het rjjtuigie had gezien. „Sta mjj toe, dat >k deze dame aan u voor, stel. Mijnheer Welser, juffrouw van KJin- apor, die ik omstandig over het doei uwer komst heb ingelicht.” De jonge dame, wier plotseling verbleeken hem weer opviel, reikte de detective de hana en dwong haar lippen tot een glimlach. ,Jk hoop, dat gij ook thans weer zooal» altijd uwe volle energie aan de zaak zult wjjden, en Edgars invrijheidstelling zult be werken, want, nietwaar, de geheide aan* klaeht is immers ongerijmdl” „Ik zal al het mogeljjku doen”, zei Welser, een rechtstreeks antwoord vermijdende. „Daarvan ben ik overtuigd.” JHebt K© reeds iet* in de zaak kunne* tegemoetkomendheid, gedachte goede verstandhouding en toena<iet Nederland tot het zwaar beproefde boren België ah monopolie voor zijn ver drag trachten op te eischen. Doch ten on rechte. De staatkunde van den heer van Kante- beek is eveneens en in dezelfde mate de staatkunde van de tegenstanders van het verworpen verdrag. België heeft wel degelijk naar iie oprechte meening en den vasten wil der oppositie van Nederland iets te verwachten, iets, veel, misschien wel meer dan de scheidende minister het beloofde. Al is de Eerste Kamer door interne rede voeringen, door de weigering Uit medewer king van de heeren Wibaut en van Emliden, niet kunnen komen tot de formeele aanvaar ding van een verklaring, voorgeeteld door alle partjjen, in den geest als de heer Coljjn Vrjjdag j.l. in zjjn magistrale rede heeft aan* geduid, de verklaring van den heer Coljjn was geboren uit de discussiën van den Se-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 1