Etn verkeerde diagnose door WALTER VAN HAARLEM. o wij .e ver wendde zkh den. edele heer. immer op een veilige manier mee te kunnen be- maar haar leven en haar thuiskomst sta nce. 1, ik „Alleen maar dit," geide Gsannotto zijn Wordt survaffd. a -,/S kleed ab [aatiao de ik maken," daarvoor vrees ik „Niet mogeéqk?" Mastmo stood balde vuisten op. „Het is niet mogelijk dat L1l Met een Mik op zijn veranderde tsek- snel naar haar t venster stond terstond afj Herbert werktui mt z’n bereikt en er heerschte een stilte van uit puttende hitte. grond neer. „Gq zijt niet vei stervende voeg. J m?’ haar wendde och tot de Lana, dse er krtj heftig uitzag de meest i tigd en ook met hu haar ruw toe. vindt evenzeer te vertrouwen ab en vergaat de vroeg bö nederig, „want onze boot open tent naar buiten, in den verblinden- l Zu „Ik vrees, dat het geen eervolle voor waarden kunnen zijn van den zege- praienden Visconti!" den durven stellen met aan u. edele heer „Durven!" herhaalde Mastino met een wederleggend. »«aaaa Iom V«*«*VMaPa I «<a— Doch Mastino wendde de oogen met -T -1» voor at oneer. Dus ik moet zijn boodschapper waarden?" rs neer. om schande over Visconti te roepen handen verborgen zetb de hemel zal tegen hem koeren en v da kracht schenken hem omver te wer ver. pen F onderhandelen.t en enkele voorwaarde?” her- tent terug, mnotto. Maak het kort „In ieder geval op geen beleedigende „Wij brengen u groeten van onzen heer voorwaarden, gaf Mastino met koele gewaarschuwd, nietwaar Zij zal leven f* En hij begon driftig in de tent op en neer Ligozzi bleef echter diep ver- -en diep gegriefd staan. „Denk eens aan wat dat beteekent,” - W a A* „Neen, ik wil er met aan denken F riep ven worden. Wat hebben zij voor mij ge- moogt hooren." Ligozzi vertrok en liet Mastino alleen een man van boog» gestalte met een trotseh onnoodig. Ik begrijp zeer conti’s bedoeling is mij te bt geenszins een wensch voor „Ik ben Della Scala," zeide Mastino en geen enkele voorwaarde wü ik met hem wendde zich tot de Lana. dte er krijs- oederh heftig uitzag de meest waardige der „Op twee. „Wat is uw boodschap, mijnheer’ haalde In den Indischen oceaan, ongevet: 1200 mijlen ten noord-westen van de Australische kust isoleerde eilanden te bezitten, wat de Natuur maar geven kan. Overal groeien tropische nichten. Kleine watervallen zijn tus- chen de rotsen en de zon kleurt s-avonds het neerstortend water n allerlei schitterende kleuren. Een van deze kleine eilanden b Nailaku. Hier stond op een heerlijken norgen een man op een kleine ver .evenheid en staarde over de zee -ang stond hij daar, toen keerde hij Jch met een zucht om en wandelde angzaam naar het midden van het eiland. Na een klein half uur kwam hij bij een groep palmboomen die een vierkant vormden. In dit vierkant was een prachtige tuin vol schitterende bloemen en daarachter stond een hub. Het bestond uit tin verdieping was van boomstammen opgetrok ken en tn twee vertrekken ver- leeld. Men kon binnen komen door niddel van een smalle veranda, een 'aar voeten boven den grond en te ereiken door een houten trapje. De tan trad het hub binnen en spreidde cn kleed over de ruwe tafel en egon zijn licht ontbijt, bestaande uit cruchten en geitenmelk, gereed te naken. Nadat hij gegeten had ruimde htj alles netjes op en waschte den emmer schoon waarin de melk geweest was. Nabij een venster zonder ruiten tond een klein tafeltje, waarop een rroote kabinetsfoto geplaatst was Andere foto’s waren opgehangen aan de wanden van het vertrek, maar dit •ene stond alleen, met een vaa« versche bloemen ervoor. Het portre stelde een jong meisje in avond- costuum voor, jong, glimlachend en heel mooi. De man staarde eemge oogenblik ken naar het portret met een vreemd uitdrukking op het gelaat. Toen bracht hij het aan z’n lippen en kuste het glas. „God, waar ts het goed voor zet hij. Reeds meer dan twee jaren had hij in eenzaamheid op dit kleine eiland gewoond. De bewoners van de andere eilanden wisten van zijn bestaan, maat geen had hem terug gezien sedert hij van Samoa daar geland was met eer groote kano, waarin de meest nood takelijke dingen werden meegevoerd Degenen die hem vergezelden, hadden hem het hub helpen bouwen, de meubelen had hij voor het meerendeel zelf vervaardigd. Ab er een kano zijn eiland naderde, verliet hij zijn hub totdat de bezoekers wederom ver trokken waren. Den inboorlingen scheen hij een buitengewoon iemand maakte. Deila Scala's waardigheid was geheel erover na te denken persoonlijk en met een uitsluitsel van Met i pracht en praal, angstverwekkend of zwijgend staan. vtrbitndend. waardoor Visconti vrees en tenwerk dan dit F gi- gehoorzaambeid afdwong. Even eenvoudig „Wat voor streek L gekleed ab zijne soldaten overweldigde bedacht?" vroeg Della Scala. „Wat ver- kreunde Mastino „Mijn God F met iets dat zij der?" Ligozzi legde zijn hand op den arm niet kenden den mdruk van persoon „Abten maar dit," zeide Gsannotto zijn heer. Ik Jkan bet niet zeggen - fluisterde om over zijn antwoord na te danken schien aan dood, en het zal Julia Gonzaga „Geef hun uw antwoord nu,” fluisterde die even tong en schoon en goed is Della Scalia zat ongeduldig met den Ligozzi bewogen laat hen met root een Isotta en die u haar alles toevertrouwde, frvfwvolnw rv>0»nKI«ir rrvs w»é4»lf sr««a aIIaa L Ca wsXawaM f „Denkt gij soms dat ik bevreesd ben het les met'" Met vagen bhk zag Hij wendde zich af i bet nooit vergeten en mu verder met deaF' meer lastig vallen m geestige, onverschrokken, schitterende edele beer." Valentine Visconti zou nooit meer tarten of lachend plagen. Haar ken, haar moed vreeselij ken nacht En i wel waar zqn en toch vraag om teneinde heen te gaan. kwartier aan Gian Visconti." een de hertog ook met zou aan- hng. „Blijf uwe voorwaarden zeg ze hemels wil laat mij naar ben toe k— i,ii A-. t -eb ju, viel op zijn stoel om te ze- *-----•-- blik En hij voorbij gegaan.... Het moet bm een verschrikkelijk gezicht zijn hem te zien.” „Een verschrikkelijk gezicht?" zei ze„wat bedoelt u hier mee, vader Hij keek haar besluiteloos even aan en zei dan langzaam „De man die zich met je verloofd had was.... was.... een lepra-lijder, Hilène De verschrikkelijke waarheid was er eindelijk uit. „Een lepra.... lijder.... Herben ....mijn Herbert,” fluisterde ze. Ze barstte daarna in tranen uit. „En hier kwam de arme kerel om te sterven," zei de professor. „Hoe vreemd dat wij hem hier terug moeten vinden.” „Ik ga hem zoeken,” zei bat meisje plots vast besloten. Een van de leden der bemanning verscheen nu in de deurpost. „Mijnheer," zei hij tot Professor Wirtman, „er is een man hier.... een Engelschman....” Hélène snelde op den zeeman toe. „Waar is hij,” nep ze. „Breng me «aar hem toe.... direct.... r „Wacht een oogenblikje kindlief,” zei de Professor. „Hebt u den man gezien," vroeg hij den zeeman. „Ja, ik heb hem gezien. Hij sliep toen wij hem vonden 1" „En.... en.... Hij wist nauwe lijks hoe de vraag te stellen. „Ziet hij er.... erg.... eh.... vreemd uit?”.... „Vreemd?" vroeg de man verwon derd. „Voor zoover ik zien kon was er niets vreemds aan hem te zien 1” „Breng me naar hem toe,” smeekte Hélène, hem bijna aan den arm mee trekkend. De Professor wenkte hem aan haar verzoek te voldoen en volgde hen. Herbert Hallport stond te midden van eenige matrozen toen hij den Professor en het meisje zag aankomen. Hij wankelde en leunde toen half versuft tegen den boom. „Mijn God," stamelde hij, terwijl hij de oogen wreef.„kan 't moge lijk zijn." Het meisje liep op hem toe met lijkbleek gelaat „Herbert.... Herbert. melde ze. Hij hield z’n handen op oen haar van zich af te houden. Er was een vreemde bük m de oogen van den professor, een blik van verbazing, verlichting en vrees. „Herbert.je beat niet.... zeg mij I” „Waarom beat u hier gekomen,” onderbrak de jongeman hem bitter. „Is mijn lot toch al niet zwaar genoeg „Ik wil het met je samen dragen Herbert” zei het meisje. „Ik weet waarom je ons zoo plots verlaten hebt God heeft mij ab het ware hierheen geleid. Als de dood kotnt zal hij ons beiden met zich nemen.... ik zal je nooit verlaten." Wirtman staarde nog altijd naar den jongeman, en scheen de woorden van zijn dochter niet gehoord te hebben. „....Maar het kan niet......” uitte hij tenslotteGroote Hemel, zou ik mij vergist hebben? Laat me je handen ziea," riep hij bijna be velend. „Laat zien Hallport strekte zijn gespierde ar men naar hem uit Ér was niets aan te zien. De professor bestudeerde ze scherp. Dan liet hij de hand vallen en staarde ab wezenloos voor zich uit „Wel,” vroeg de ander bitter,.,., „wel De man keek hem aan met een medelijdenden trek op het gelaat. „Ik...,, ik.... het is geen me- aatschheid," stamelde hij ten slotte. „Geen melaatschheidDe oogen van den jongeman schitterden van woede. Hij dacht niet aan de ver- ichting die deze woorden hem geven noesten. Hij herinnerde zich de reeselijke jaren die hij hier had doorgebracht door de fout van den geneesheer. „Geen melaatschheid.... Jou on wetende suffer!.... Dat durf je me vertellen nu je m’n leven verwoest hebt....” „Herbert T „Ga uit m’n oogen man.... ik ;an me zelf nauwelijks meester blij ven I" „Herbert,” herhaalde het meisje Ik ben in je hub geweest.... ik weet dat je me nog altijd Kef hebt. Het leven kan ons beiden nog geneer bieden. Laten wij de Voorzaarngheir dankbaar zijn dat Hij ons wederoc bii elkaar heeft oebcacht.” Herbert Hallport keek naar den ouderen man tegenover hem met een blik van intense pijn in de oogen Het kostte hem moeite, z’n stem te beheerschen .*t Is vreeslijk!” „Denk je dat ik niet begrqp hoe hard bet Jij, een jonge man met de geheele wereld voor je, die reeds naam gemaakt heeft.... Geloof me Herbert, wat ik je daar zooeven verteld heb, ts de zwaarste taak van m’n leven geweest, 't Is ook een zware slag voor mij. God weet hoe ik den moed zal vinden om het haar te vertellen." „U zal haar toch niet., den aard van m’n ziekte tellen?" b „N-nee," antwoordde de ander langzaam „N-nee, ik zal haar zeggen dat je lijdende bent aan een on- ganeeslijke ziekte, en dat je verloving tfgebroken moet worden.’ Hallport knikte droomerig, lijk nam hij een sigaret iker en stak haar aan. Dan stond hij van z’n stoel op. „Nu vaarwel dan, professor Wirt man. Ik zal u maar geen hand geven I’ Bij de deur van de rook kamt keerde hij zich om „Vertelt u het Hélène zoo voorzichtig mogelijk I' Toen vertrok inj, de deur voor zichbg achter zich dichtsluitende, oen jongeman van omstreeks acht-en twintig jaar, met een prettig aan trekkelijk gelaat, en schijnbaar in uitstekende gezondheid met hei doodvonnis in z’n hart. Dien avond was hij gaan dineere: bij de ouders van z’n verloofde, zonde: een enkele zorg en verzekerd van de liefde van een schoon meisje. Toen in de rookkamer, alleen met Héiène’s vader was de slag gevallen. Hij voelde zich dien avond overspannen, waarop de professor hem onderzocht en deze had nu die vreeselijke ziekte vastgesteld. Zelfs nu ah hij in de koele avondlucht wandelde scheer het nog ongeloofelijk. Langen tijd zat professor Wirtman gebogen voor het haardvuur, zijn gelaat in z’n handen verborgen. „Anne kerel,” mompelde hij, ..arme kerel 1’ Zijn gelaat zag er bleek en betrok ken uit toen hij ten slotte ópstond en naar den salon toeging. De klank van een piano kwam hem in de hal tegemoet an daar boven uit klonl. de stem van z’n dochter. Ze zonp een vroolijk Eed en scheen zich buitengewoon goed te amuse eren. „Hemel, hoe kan ik ’t haar zeg, ze: hij tot zichzelf, „wat moet il vertellen Het gezaag hieM op en een hiid geklap van handen volgde. Een oog: lik aarzelde hij. toen draaide hij plots resoluut den deurknop om en trad binnen. Er waren maar een zestal personen in de kamer Me vrouw Wirtman, een tweetal heeren die nog wat na ’t diner gebleve: waren, twee jonge meisjes en Hélène „Ha, bent u eindelijk klaar?' vroeg ze, terwijl ze het hoofd schudde „We zouden waarachtig gaan denken dat ons gezelschap met goed genoe, voor u was.” Professor Wirtman zette zich naas haar neer en trachtte te glimlacher „Wat moest u met Herbert,” vroep ze snel. Nu de tijd gekomen was om haai alles uit te leggen, besefte de professor de moeilijkheid van zijn taak. „Hij is weggegaan, lieve I" zei hij Zacht „Weggegaan nep mevrouw Wirt man uit. „Weg?” „Hij moest ons.... eh.... plotse ling verlaten, en en vond 't beter geen atecheid te nemen.” „Is hij ziek,” vroeg Hélène, en een ernstige trek kwam op haar „Ja, ja, dat is het I HE s ziek,’ zei de professor, een beetje nerveus „Hij zag er anders tijdens het diner heel goed uit," zei mevrouw Wirtman. „Ik heb hem nog nimmer zoo opgewekt gezien. Die ongesteld heid moet plotseling opgekotnen tün" De professor wst niet wat hij hier op antwoorden moest Hoe kon hij haar vertellen, waar al deze menschen bij waren, waarom de jonge man hen zoo spoedig verlaten had. Hij zag dat Hélène ernstig ongerust was. ofschoon ze het trachtte te verbergen «Kom zing jij eens wat, Nora," ligt een groep ge- dic alles schijnen wat de Natuur dat Vis- stierven op zijn lippen, Jaat mij thans al dien tijd hooggehouden om hmn thans te digen en alleen om over mijn antwoord dat ik vernederen Gij zult voor eeuwig onteerd ede. Op u straks zal gevenna te denken.” zijn. Della Scala een verworpeling, een I i Stilzwijgend trokken de Lana en Gfan- «een verrader en om dan een klein leen- notto zich naar het uiterste eind van de goed te houden, afhankelijk van Visconti en van uwe vijanden, een voorwerp van „Visconti ts een duivel.' zede de Lana minachting voor wie eenmaal «we vnen- met een gebaar van afkeer. .Santa Maria den waren ik wilde dat ik dezen Della Scala nooit „Ik wil mets meer hooren brak het den hertog van Milaan begon de Lana stem terug. „Ik bewijs Visconti reeds te gezien had. Zijn gelaat zal mij volgen." van Mastmok lippen, Jk wfl verder naar die met volkomen op zijn gemak was en veel eer er zooveel tijd aan te geven. Met een glimlach gaf Giannotto terug niets meer luisteren T tijd wenschte te winnen. Hij was nimmer Verlaat mij en uwe veiligheid ts mijn ..Gij zijt nog maar kort in Visconti’s diens* „Ik moet u we! pijn doen ten einde u te ingenomen geweest met zijn taak nu, antwoord.” En wat gaat 't ons aan T’ redden u tegen uzelf te overtuigen,” dat hij ZKh tegenover Della Scala bevond „Misschien zoudt gij beter doen te „Doch het is onmensetelijk,” voerde de ging Ligozzi voort. „Gij zijt tafj te dier- tninder dan ooit Want hij vond hem zeer luisteren voordat gij weigert, edele heer,’ Lana aan. „Delia Scala Reeft zoo’s inne- baar, dan dat ik dit kan aanzien I Vergeet voorwaarden mend gelaat. Ik zou een beter man ge- uzelf toch nart. DeBa Scala gij zijt J een man, een vorst, en geen heethoofd van een knaap. Dit rampzalige aanbod zal een nt wezen en u sterker maken. Zulk iluit als gij overweegt, zes niemand i bates. Geheel ItaHé stl ópstaan om schande over Vaconb te roepen zei ss tot een barer vriendinnen, „een vroolijk liedje maar, ik gevoel me vanavond zoo verdrietig gestemd. Misschien vroolijk ik er wel wat van op.” Toen de gasten afecheid hadden ge nomen voegde hij zich bij z’n vrouw en dochter in het salon. Nu was hij gedwongen zich nader te verklaren ro bij aarzelde alvorens te beginnen. ,Nu, wat is er met Herbert,” vroeg mevrouw Wirtman. „Ik kan je den aard van z’n riekte niet vertellen,” zei professor Wirtman, met trillende stem. „Kan je het ons niet vertellen?,, Waarom niet?” „Omdat Hallport 't met wd. Wat hij mankeert komt er weinig op aan omdat. „Waarom wil hij ’t niet. Wij mogen dat toch wel weten I” „Omdat omdat hq nooit meer •erugkomt „Vader Het meisje was van haar toel opgesprongen. Haar gelaat was doodsbleek en ze leunde zwaar tegen Jen schoorsteenmantel. „God weet hoe vreeselijk 't voor me is je dit te vertellen,” zei professor Wirtman tot z’n dochter, „je moet hem trachten te vergeten.... hij r.oet voor jou opgehouden hebben 'e bestaan.” „Hem vergeten zei het meisje rotsch. „Hoe kan ik hem vergeten Hij is de man dien ik liefheb, de tenige man dien ik ooit lief zal ebben. Kan u me niet vertellen vat er gebeurd is. Ik heb zeker wel 'echt het te weten." „Ik kan het je met zeggen,” zei Ie professor terneergeslagen. „M’n Dod.... ik kan 't met.” Het meisje staarde hem aan en en traan rolde over haar wang. Dan .eerde ze zich om en verliet langzaam Je kamer. con8 jen bet geen steente wraak." lijke, waardigheid. Hiermede hadden' zij met eene onaangename uitdrukking tn „Mijn God,” Mastino richtte bat hooft Valentine sprong van de vensterbank nooit iets te doen gehad. zijne lichte oogen, „Visconti heeft nrij op en zag hem aan. Zijn gelaat was ver af, haar verwarde lokken om haar heen. „Groeten van Gun Visconti, hertog van verzocht Della Scala, hertog van Verona wrongen en zijne oogen hadden een vroem- Hem bij den arm grijpend fluisterde zij: MÜaan,” nam de geheimschrijver op. JBo- mede te deelen dat ingeval hij de voor- de flikkering. „Ik wachtte ik vreesde dat hij zou ko- vendsen brengen we vredesvoorwaarden, waarden verwerot, wij ze aanstonds „Geef uw antwoord nu, aanstonds, ede- men voor ik dood was. En hij kwam! edele heer, voor u om aan te nemen." moeten mededeefen aan den edel o: heer 1e heer," raadde Ligozzi „ieder oogenblik Graaf Conrad kon hem niet tegenhouden! Mastino zweeg en Ligozzi, die achter d*Este. Hij heeft mq eveneens verzocht van dralen u voor hen een oogebbnk van hertog van Verona aan te berm- triomph. Geef uw antwoord nu dadelijk." dat hij diens dierbare vrouw, de „Nu," herhaalde Mastino met schorre stem. „Zij hebben mij nog tot vanavond igeyen Ligozzi tot vanavond Gij behoeft niet tot vanavond te wachten edele heer. Visconti vraagt om we eer.” „En daarvoor biedt hü mij isotta revaardigden on- aan zeide Mastino langzaam. 'isconti toch niet Ligozzi zag hem verpletterd aan er edachtem hem op. zich Ligozzi's ifelde met, doch Mastmo sloeg de direct weer kijken diér waar it gelegen had. I beek, ontdeed zich van z’n kleeren en sprong in h grooten afstand hij er aan dacht terug te keeren. Plotseling zag hij iets wat hem met vreugde en toch weer ontstemming vervulde. Daar vlak aan de kust lag het schip ten anker. „Hemel 1” riep hij uit, ,jte gaan aan land Een klein bootje was uitgezet en bewoog zich naar de kust. Snel zwom hij terug, trok z’n kleeren aan en rende naar z’n huisje. Neen, hij kon hier niet blijven. Zeer zeker zouden ze hier komen, en ze moesten hem niet zien. Snel deed hij een boek in z’n zak, pakte z’n pijp en tabak en begaf zich naar den anderen kant van het eiland. Hier zette hij zich op een der klippen nee: en .viel na eenigen tijd van de in spanning in slaap. „Hoe heerlijk hier," nep het meisje uit. „Men zou hier kunnen leven geheel afgescheiden van de wereld en vrij van alle zorgen....” „En door de wereld vergeten," zei le man aan haar zijde. Ze kwamen aan een groep palmen „Kijkriep het meisje verbaasd ui^ „hier staat een huis. Wie had ooit kunnen denken dat too’n klein ■iland bewoond was.” „’r Schijnt toch van wel,” zei de nan met de monocleeen klein oerderijtje lijkt ’t wel.” Ze beklommen de bouten trap en -ingen de kamer binnen. Het was heerlijk koel binnen, en ze keken rond alsof ze in een museum waren. Plotseling uitte een oudere vrouw, die zich in het gezelschap bevond, een kreet van verbazing. „Hélène kom.... kom eens hier Het meisje ging i moeder, die aan het met iets in haar hand. „Kijk....” zei haar moeder,... vat heeft dat te beteekenen?” Het meisje verbleekte en nam de :oto uit haar handen. Ze keek er naar, gaf dan een onderdrukten gil en liet zich in een stoel neervallen. „Hij is hier,” zei ze. „Herbert a hier 1" Haar moeder staarde haar verstomd lan. „Herbert Hallport hier,” zei ze. .Hoe vreemd dat we hem zóó weer moeten terugvinden. Maar ik heb altijd verwacht dat wij hem op een of ander afgelegen eiland zouden erug vinden. Hij is zeker gevlucht imdat hij iets Professor Wirtman schudde ver- Irietig het hoofd. „Hij heeft niets gedaan om zich -■rvoor te schamen,” zei hij. „Arme erelzijn leven hier te moeten l horbrengen.” Hélène stond op en keek haai •-ader scherp aan. „U weet waarom Herbert Engeland .erliet," zei ze. „U weet het.... aaarom hebt u het altijd voor mij geheim gehouden.... en er bij mij aangedrongen hem te vergeten vertel me nu de reden.... ik wil iet nu weten." „Kind ik kan het je niet zeggen „Dan,” zei bet meisje, het hoofd ichteruit werpend, „zal ik het hem zelf vragen. Hij is hier op het eiland zn ik moet het weten 1 U vertelt mt dat hij niets gedaan beeft om er ziel voor te moeten verbergen en dat hi mij liefheeft bewijst deze foto... ■vaarom dan al dat geheimzinnige.’ „Je moet hem niet zien.Hélène, rachtte haar vader haar te overreden „Zeg me dan wat het is.... ander ga ik het aan hem zelf vragen 1” „Lieveling.wat je zegt is gek heid. Je moet hem met zien.... ik laat je niet gaan.... Twee jaren ggn voorwaar den terug. Giannotto jJA t - W „Dat is grootmoedig van Gian Vis- trots ter neer geslagen, wat de géheim- buigend. gij zoudt toch geen verraad 1. Della Scala Mastino kampte t mijn vrouw redden” beeft mij vergifrigdr' Met een kreet zonk neenen met zins ontging. Ligozzi slaakte een diepen zucht en gei „Edele heer, is hq die ach met u be- zag Della •jj------1_ ixt„ verwaciit. Met een bleek gelaat was Mastiao opge staan en zag de twee afgevaardi„ 2- - Ligozzi zag hem „En uwe vredesvoorwaar- tegen mij aanwenden vroeg Inj. kwam een vreeselijl „Visconti moet de steden hebben en Hunne oogen kr«Bi „De hertog js den oorlog moe,” zeide de Visconti heeft uwe vrouw. Het staat dus blik Doch indien gij ze weigert brengen wij ze van beiden. Eindelijk vroeg Ligoza op om zijne dochter plan de voorwaarden aan te nemen Doch Mastino zeeeg. „Neen l neen riep Ligozzi harte- „Uwe vrouw l Eene vrouw T’ riep Ligozzi tut. „Gian Visconti zal voor deze verzoeking ia de hel branden doch gij eveneens, edele heer 1 bq alle heiligen als gq zulke voorwaarden aanneemt I” ij niet aanstonds wordt vrijgezel Thans brak>Mastmo les. Ligozzi’s ver- J een oogenblik wachten, voering was ook hem komen bezielen. haalde de schouders op, en zeide toen, Met hartstocht nep hij uit „Heb ik hier dan sterft zij.’ Graaf Conrad kon hem niet tegenhouden' Mastino zweeg De Adder de groene en zilveren Adder zijn stoel stond, beschouwde de Mik- er den I terf: M “s bsc" *1 slecht verholen afkeer, het- neren, dat -- zq, de handen voor het gelaat, op den geen Giannocto’s scherpen blik geens- hertogin vanVerona, in zijne macht beeft." j eveneens i 'erona aan te berin- triomph. Geef uw antwoord nu dadelijk.' Scala aan dit had hij niet t «nyrum herhaalde Martino de woorden glimlach, .wangenen wij geen gelijken de _Lana pijnlijk aandeed. Giannotto wenschte dat de hertog beer,” herhaalde Giannotto met effen „Niet mogete k het had kunnen hooren, zoowel de woord- stem: tzü: ‘J-~ J -L- ^lle steden, vestingen en manschappen ik haar zoe teten sterven I zeggen zij tenminste vredesvoorwaar- gesproken. Visconti vond in zijn afkomst onder uw bevel op te geven, en de hertog den. edele heer immer “-t* I"1* 1 „Van Visconti Mastino keek door de ver stond na te denken hoe er den hertog welke hij gevangen houdt, met de toestem- steden, edele heer en met uwe man- waarvoor gij leenhuïde moet bë* willerTplegen, Della Scala met zichzelf. „Ik wil fluisterde hij met af vasten bhk van Mastino en de nunach- echter weigert, edele „Ha zou u geen onteerende voorwaar- meester, die hem „De hertog zet Giannotto. „Dus gq zijt ze vergeten? of beeft Della Scala hem de rol overhandigend, alleen maar het flappen van de tent aan niet aan allen gezegd trgif .Dees, en zeg mij wat Gian Visconti de koorden. Della Scala zat Giannotto sterven I Zij tal niet sterven kunnen (gebruik maken," vulde Mastino verlangt.” En hij leunde in zijn stoel bewegenloos aan te staren hij had geen mij de steden schelen. Ik beb hen vooruit aan. „Neen, daarvoor vrees ik TTLC -----'J - Ligozzi." Hij gespte zqn zwaard los en den.' legde het voor hem op de tafel. „Toch Giannotto beet zich op de lippen, zou ik .u gaarn^ hier houden. Ik zie niet „Gij kunt Visconti’s groeten over- ik zal'mets te zeggen hebben wat gij niet vervolgde Mastino, terwijl Giannotto nog moogt hooren." immer weifelde. „Welnu dan, edele beer de hertog van zijne „Neen neen toe, cn ze vielen hem nimmer lastig. Couranten en boeken werden hem telkens van Samoa toegezonden, nabij een rots vlak bij de beek neergelegd waar hij ze dan later vandaan haalde. „O.... boe lang nog?” mompelde hij. Hij gooide een jas om z’n schou ders en staarde wederom op de zee. Plotseling schrok hii op. In de verte zag hij iets wits liggen. „Een jacht,” zei hij en zuchtte. De lucht was koel en het jacht lag stil aan de kust. Verscheidene malen dien dag ging hij kijken. De nabijheid van het schip bij het eiland, dat zijn gevangenis was, irriteerde hem, deed z’n hart sneller kloppen en verlangen naar gezelschap.... naar bewoners van de beschaafde wereld. Den vol genden morgen stond hij vroeg op en ging direct weer kijken déir waar het jacht gelegen had. langzaam wandelde hij naar de in het koude water. Een I zwom hij ei, alvorens beer „Indien ik weiger?" vül Mai naar vpren leunend, in de rede. „Indaen ik u dit, edele heer,” weiger wat dan?" „Visconti's gevangenissen zijn niet goed voor de gezondheid. De hertogin s reeds eemge weken aan 't kwijnen. Men vreest dat. als zii niet aanstonds wordt vrijgezel hij bleef een oogenblik wachten, voering was ook hem komen Mawua vjz, was p ecg l’ivi KUJ Uil LUCT „Zij staan hierop, edele beer" begon een woord, edele heer, als gij weigert met om gebeden en gesmeekt dit alleen -- f”" w w t„I - - „Z- t. te Toen ontstond er een vreeselqte stilte Heb ik met gezwoVen daUk"haar TerTkoete Visconti ze u niet meegedeeld?” vroeg niemand bewoog of sprak. Men boorde van alles zou terug krijgen Heb ik het en uj al met zat Giannotto sterven I Zij zal met sterven I Wat kunnen „En zouden wel eens van dolk en vergif .Dees, -w Ir XV -/Toch zou ik.u gaam^ hier houden. Ik zie niet met, terug zonder de oogen van ben af te wen- macht meer geregeld te denken. i -„Zullen wij de voorwaarden aan d’Este 1 brengen? zullen wij hem de steden te loopen. iover- aanbieden voor zijne dochter?” vroeg toorndeni 2__, „Denk eens D’Este D’Este was er de man met zeide hq gestreng.' ittmgen Mastino ^wwt het hij uit ik wii jverder niet gefokt en gedro- nep hij plotseling uit, daan? Ik zeg u, dat ik ben gewaarschuwd len welke u of uwe „ik zal," en hij bracht de hand met een heb zij tellen geenszins waar 't leven Ük of gemeen- vaag gebaar asn zijn voorhoofd, iets in zich van mijne vrouw geldt ■hooren. tn zijne banden ten mompelend. .Dn toch zij vertrouwen u,” t eens, Della spreek omdat uwe eer er mee gemoeid is en^yjj zult mq aanhooren gij zult 't be seffen, alvorens gij tot zoo iets over gaat ter wille van de liefde eener vrouw Het 2__1 van „met een Visconti spelen en aan honderden het le- ven l L „Wat anders gaf Ligozzi met ferme gaan en half Italiè zai_er door m ellende ge- Giannotto kwam met een valschen -en dat een krankzinnii glimlach naderbij en zetdej: „Het ant- ral overheerschen, welw de woord kan nog wachten. De hertog van zijn. Ippolito en Vmcenso zullen gevangen Milaan geeft de heer van Verona oen dag worden gezet, ten prooi aan ellende, mis fluisterde om over zqn antwoord na te dankenschien aan dood, en het zal Julia Gotsaga „Geef hun uw antwoord nu,” fluisterde die even tong en schoon en goed 8 js oogenblik denken, dat gij weifelt." ■.an alles berooven. En gijzelf Wat zoodt Mastino hoorde met wat hij zeide en zat gij er bij winnen Welk een triomf voer legde het voor hem op de tafel. in waarom ik in alles zou toegeven slaan en nu ter zake, kort en bondig," Giannotto zacht. op zijne dochter te verkiezen boven b«zittiLw„ achter, het hoofd ia de handen, nart de Milaan zal u Verona laten, waar gij onder maar al te goed, en Visconti ook. ellebogen op de tafel. zijne bescherming t Het was snikheet, het midden van den nuts gij alle andere zomer, een foome dag; het gouden son- verbondenen persoonlijk of gemeen- vaag gebaar asn zijn voorhoofd, iets in zich van mqne vrouw licht lag met een purperen schijn op de schappelijk toebehooren. in zijne handen zelf mompelend. .Dn toch zij vert matte boomen. De zon had bet toppunt stelt. Ligozzi, die achter zijn stoel stond, Ligozzi terug. „Hoor bereikt en er beerschte een stilte van uit- Mastino bloosde, verhief ach half van raakte hem zacht op den schouder aan en puttende hitte. zijn stoel en zeide op gestrengen toon- fluisterde hem toe „Zend ze heen, edele Mastino richtte het hoofd op en keek „Gian Visconti had deze beleedigingen heer laat ze niet hier blijven, zend ze nogmaals naar buiten. Wat zou Visconti kunnen achterwege laten, en gij het over- heen.” thans voor hebben? Deüa Scala kreeg een brengen daarvan. Heb ik mijzelf ooit in „Met een weigering T’ vroeg Mastino. zal geheel Lombardije in handen soort van voorgevoel. Een geheime bood- zulk een daglicht gesteld dat uw meester het bleeke gelaat opheffend, 7 1D-D- schap van Milaan en dat zoo spoedig zou kunnen vermoeden ik terwiüe van weigering ven kosten. Steden zullen in vlaronien op- na een vernietigende nederlaag zoo het behoud van eene stad gebed Lom- -- -- j .2 spoedig, dat Mastino nog volkomen bardije sou verraden Ge heen. Ik beb stem terug dompeld woeden 1 Het uitsluitsel zal we- hulpdoos stond. Wat zouden zq te be- geen antwoord mee te geven behalvr Giannotto kwam met een valschen -en dat een krankzinnige tiran duizenden richten hebben dat alleen maar voor zijne dat uw leven in mijn macht is." glimlach naderbij en Beidef: „Het ant- -al overheerschen, welke thans nog vrij ooren bestemd was Hij begon een vreemd ..Dat u met alles, edele beer,” --- voorgevoel te kntgen. terwijl hij daar Lana zenuwachtig, en zweeg pioi zat te wachten. Het duurde echter met „Ik kan het niet zeggen lang voor Ligozzi. met passende otnzich- hij Giannotto toe. tigbeid, de twee Müaneezen binnen het I* Giannotto trad met nederige onder- voet te trappelen, danigheid nader, doch bleef verwonderd staan slechts een persoon aan te treffen aan te hooren vroeg hij. „Doch het is versteend. „Laat mij” de woorden be- Vsconti u te zien vallen Hebt g| uw naam donker utterliik „Edele heer de prins?” vroeg hij. geheim.' zij hem aan. „Hij is mijn vriend," antwoordde Mas- gefoovig aan. J>at zal en dacht^Zij zal tino kortaf. w Visconti moet de steden Noch hem, noch iemand anders. De *Lana. .Jiij heeft machtige bondgenooten. aan a, edele heer, er over na te Jtnken. oogen neer. Voor een oogenblik sprak peen .Dn middelen ter hand om mij te ver- naar den heer d’Este. Misschien zal hij ongeloovigen toon ^Gij zijt’toch’niet van t was gebro- nietigen nietwaar voerde Mastino aan, er de steden aan re1 Sinds dien den spreker recht in bet gelaat ziend, te redden." En Gv bleef zij schuchter JJrt r ig vaag en half krankzinnig, ik ge Tisto. „H „Blijf riep Mastino in hetoche kwel- tochtelijk uit. „Gq zijt uzelf met I Om En hij viel op zijn «oei om te zeggen dat zij kunnen vertrekI® met verwilderden blik En hq wilde reeds gaan, toen Mastino hem •Dlijf, Ligóazir— ik beveel u te blijven." „Dus dan zult ge *t hun zelf zeggen?” O, 't is toch niet mogelijk, dat gq zoodt bieden, edele beer," antwoordde de Lana nog eens HOOFDSTUK XXIX buigend „Alleen maar tD_ OBILA SCMXA1 IWKOSVtNa. CU. Vb- SETS ^en geheime boodschap van Milaan!" conti,” zeide Mastino met een bitteren schrijver met genoegen zag, doch wat „Dus dan solt ge "t hun zelf zeggen?" Langzaam herhaalde Mastino de woorden glimlach, ^angezien wij geen gelijken de Lana pijnlijk aandeed. O, •- -- *- -T*"*- T! - ca zag Lagen aan die hem het bericht zijn.” .Diehier wat Viscooti aanbiedt, edele vallen kwam brengen, wenschten mij alleen Giannotto wenschte dat de hertog beer,” herhaalde Giannotto met effen te zien 1 „Met voorwaarden van Visconti dat den, als de toon waarop zij werden uit een zwak punt. De geheumchnj- zal u aanstonds de hertogin terqggeven ken zeide Lagozxi „Het zijn niet uwe Ike hij gevangen houdt, met de toestem- steden, edeii ming dat gij Verona van hem £i leen schappen den zonneschijn, en toen weer naar Ligoz- kend maken. houdt, i De Lana bloosde eetugszins onder den wijzen en de stad bemannen. Indien gij W. Vl.'L, KJ M AA aX .„ka. I W US Az4a1a X.AAA Mastino hem, wendend gelaat tuig die daarin lag uitgedrukt voor zijn had. ..xzto UVJ kvg xxuvaa u vml, uto, reide hij, een perkament voor Mastino L „Dit zijn zijne voor bitteren lach, ,Jui is een Visconti waarden. hij heeft bijna geheel Italié onder zijn hiel DL __DL D voor Vucont: bestaat er geen schaamte van hem_af en vroeg: „Welke zijn de wel ontvangen, want thans ben ik met tn een toestand, om te weigeren „Zult gij hen alleen ontvangen vroeg Ligozzi die weifelend aan den ingang bleef staan. „Zij komen van Visconti tijd wenschte te winnen. Hij was nimmer Verlaat mij en uw» veiligheid is mijn „Gij zijt nog maar kort in Visconti’s diens’ -En wat gaat't ons aan F’ dat hq ZKh tegenover Della Scala bevond „Misschien zoudt gij beter doen te „Doch hetjs onmensc^lijk,” voerde de ?t zoc’n irme- verschillend, van wat hu verwacht had, voerde Giannotto aan. „Öete i zoodat ’t hem min of meer van streek zijn ten zijnen voordeelt met ze n aan te weest zijn als ik mijn zwaard aan hem ver bieden cn mieschaen ten uwen voordeele kocht had.” „Dezen kant uit, mijne heeren,” zeide keerouz neergeslagen oogen bleef de Lana Ligozzi straks zal ik naar u toe koenen.’’ een bes! fo staan. „Liever grof en ruw solda- Toen viel de ingang van de tent achter kutmen ging ’t in hem om. Visconti’s boodschaj heeft Visconti nu weer Met het hoofd ia

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 8