DE CRISIS
HAAR AVONTUUR.
„Ik geloot het met,” antwoordde de
Wat wordt
aadere
geeft,
gegeven, hoewel moeder het gaarne zou
s*n-'
vertelde, dat hfi voor
me
O
onpartijdigen poortwachter. Wel
een men. Maar hoe komt het, dat u met
geven.
en zag
als ik de roode
i
4,
isbsn
dec muur aan, onwillekeurig bevend
via angst 1'“ J-
opkwam.
Noor bet Engelach, door J. v. W
geen recht
Dat is toen
vaders in den familieraad afgedaan,
riep Atlante.
„Dan behoeft ge geen vrees te koes
teren," troostte Josephs hare vriendin.
wv
een zaak te verdedigen, welke hij als
hare woorden vonden
het hart der vriendin
macher, terwijl zij min of meer
op de lippen beet.
knecht van den behanger Weisz en die
j een en
„O Daarvoor behoeft
te schamen 1 Er loopen i
ze,
te
ten rekening
romd „We
noodig, om
voor
v angst der gastee te tnakw
ren F
Hij rukte zich los. „Wat bazel je nu
weer 1"
„Walter, ik zal het vroeger of later
toch te weten komen.”
Zij bedekte haar gelaat met de han
den.
.En laat me nu door, want ik moet de
deur even uit,” riep hij kwaad;
Uit het achterkamertje keek ze hem
na. Toen probeerde ze de kast open te
had hij altijd zijn geld bewaard, maar
den laatsten
bruikt.
lurlauben heet,
etje en ik erbij.
blijven steunen. Ik geloof niet, dat baron
Ken gaarne den komenden
ergadenng, welke dan ge
naar
«ader hoort, dat gij bet
bet huis van den preai-
gebruikt hebt, zal bij
Neen, neen.
zeggende
„God zegene onze j
ik ben bevreesd, dat het* een moeilijk
werk is 1 Gij weet immers, dat tiw neef
Hendrik sedert eetugen üjd --
met vader heeft. Nu ben ik bang, dat tuj
poort niet te sluiten, voor de koets uit
Luzern,
u en uw
Laten wij
nieuwen, i
tieke vijanden, daarom behoeven wij
elkander toch niet te mijden?! Misschien
gelukt het on* zelfs, ben eenigszias met
elkander te verzoenen. Een twist min
der mocht leggen. „Straks maken wij v*n
de Engelen in den Hemel! En, ten be
wijze dat mijn vader niet onverzoenlijk
it, heeft hij uwe ouders een* uitnoodi-
ging voor het aanstaande feest gezon
den. Doe mij nu het genoegen, alles aan
te wenden teneinde uwen vader te be
wegen hier te komen!”
rf
[edienstig geholpen door den
lelijken monsieur^ die de *004*-
„Zoo, zoo Is het wezenlijk ernst F*
vroeg de smid. „Ik heb wel zoo het een
Pi «te
hot
uw voornemen, uwen oom bij het g*>
hiede-
„Nee. nee." Zij kon verder niets zeg
gen, omdat er een bediende binnen
kwam, die hem een boodschap kwam
brengen. De man ging weer weg.
„Komt u even hier naar toe en gaat
u dan achter dit scherm staan,” vroeg
hij vlug aan Mrs. Biron. Verbaasd vroeg
zij, wat dat wel moest beteekenen
„Uw echtgenoot is hier gekomen.
Zegt u geen woord, totdat ik u een tee
lten geef, anders bederft u nog zijn
kans. Begrepen
Hij ging weer terug naar zijn stoel.
De deur werd geopend en nj hoorde
Waite’s stem.
„Gaat u zitten," antwoordde de oude
man kort.
„Kent u me nog, meneer, van gister
avond
Biron liet zijn hoofd zakken en draai
de zijn hoed zenuwachtig in *t rond.
Hij kreeg geen antwoord.
„Ik heb u naar binnen geholpen,
maar later toen ik weg zou gaan, heb ik
u bestolen.”
spelen, wgs Mtan aes wnzer aennee
moeten sterven, toen eindelijk het Had te Wi
222... 2_2 een gloei-
222w j aaar de bloem- end rood hare wMgen kleurden.
perken*voeren. „Die met Tl-tt 1»U geen!"
riep en en strekt* har*
aariken uit Atlante ph
onder de putt van den di
2_22_> kwam. Maar
lokken van de ailongepruik waren min
of meer verward en de driekante steek
met gouden boorsel stond schuin op het
rfa. Hoewel men tn de schemering
het gelaat met nauwkeurig zag, bemerk
ten poprtwachter en smid op den eersten
blik, dar de heer voogd ietwat te veel
naar den bodem van het glas gezien had.
„Neen de heeren uit Luzern zijn
nog niet aangekomen," antwoordde de
poortwachter en glimlachte veelbe? tee-
kenend. „Maar ga hier evejf bij ons op
1 i. u schijnt vermoeid te
i om
uw lieve verwanten te begroeten? De
onze
vroeg hét ouderlijk nest te willen verla-
*7
de ouders van haren aanstaanden man
2222 zegd kwam de vrijer om mij
---Maar t,2 -2 22_2_ -- r
dt oud* stad laten meisje droomde Bij den dood van onze dat de poon thans gesloten moet zijn si
hij is altijd zoo
z*id* de freule. gij krijgt *r »«n
andere i* voor
Seppeli En dan zullen wij er voor
vader _e* moeder ook nog tec plakken."
„Ja," sprak het kind «n aette groots
oogen op. „en dan ook nog een voor
TiÜbebeli (dc pop)!" Na dit nog haastig
geroepen te hebben, begon zij met de
bloemen te spelen
Seppeh Schumacher scheen echter
haast te hebben. ..Kom zusje, wij moeten
heengaan. Dadelijk is het Vespertijd en
vader houdt er van dat wij op tijd thuis
zijn!"
„Nu, als uw
esperbrood m
dent van den raad
u niet berispen,
niet 1 2
Iroom) laten beslaan en ..Guetli'
I Bonbons daarbij zeg. Zizelieli, 1
blijft immers bij („Jooooo.” zen
bet kind en klapte m de handjes get 2iexoo -mans heb ik u alles g*
fe. Jospehine, dat gij blijven moet? Het ztfd wat ik op mijn geweten heb Mag
is eok niet aardig, met christelijk, dat jk u nu ook vragen, hoe of het met uw
wij meisje*, die samen bij de nonnen op j_. t
dezelfde schoolbank zaten en samen tot enkele weken
de eerster.1 Heilige Communie naderden, uit Luzern of
sadert >*ar en
elkander spreken! Dat ik het met waag. -
u in het bui* van uwen strengen vader Aagje Neen lieve, dat gold mijn vroo-
te bezoeken, zult 2'22
ik hem minacht of hem als een onbe- 1
teek en end man beschouw waarachtig ten
niet! Hij i* een zeer rechtschapen, vroom
man. weldadig, geleerd, een
de burgerij. En 1
O.L. A'rouwenkajsel
beschilderen! Maar
"koud, zoo afgemeten, al* hij ons tegen
komt eerlijk gezegd, ik ben bang voor
hem! Gij zijt immers niet boos op mij.
l_ 2r2_ 22
En kijk! mijn vader is ook min of meer
trotsch op de daden onzer familie en
op zijne eer en ambten »- ridder van L_.
Lodewijkskruis. kapitein. oudamman, -
president van den raad en ik weet niet. to< ^andere gedachten^ brengen!'
wat al meer; maar desniettegenstaande
is hij altijd gastvrij en
ziekte hem plaagt
ruimd. Wat hij straks zeide
Mj wirt aam *1 te goed, wat hem te
wachten Lad gestaan hij bö Jeame
avond* we* thus gebleven. Hij had
nu van haar voortdurende verwijten en
jeremiaden genoeg gekregen.
„Net of bet mijn schuld af mom
pelde Witter Biron gebelgd, toen hij
naar huis toe slenterde. „Ik kon er niets
aan doen, dat Quex en Geler bankroet
Zqn gegaan.”
Zijn zoc ken naar een betrekking was
weer, zooab gewooultjk, zonder succes
Teleurgesteld en ontmoedigd door
zijn vruchtelooze pogingen, was ie
maar zoo lang mogeltjk «eggebleven.
ooi lan de vervelende vragen van zijn
vrouw te ontkomen. Zij geloofde vast
en zeker, dat er wel aan een goede be
trekking was te komen, als je er maar
om vroeg. Zij wist, dat de spaardutten
op vraten, en zij om geld verlegen zaten,
maar, omdat het nu eenmaal aan haar
moeder toebehooed had en een portret
en een haarlok bevatte,
van dat ouderwetsche
scheiden, dat een goeden prijs zou op
brengen, als ze het verkocht
„Daar kunnen we nu
sec houden,” had hij s
hebben toch zeker gel
brood te knopen t”
Als hij aan Jess vwnuw*, u*i nq wxw
een shilling naar de muziek was ge
weest, zou ze er hem een week daarna
nog over lastig gevallen hebben, hoewel
hij terug was zomen loopen, om de
trein kosten uit te sparen.
Hij kwam nu door een stille buurt,
waar deftige, welgestelde menschen
schenen te wonen.
„Ik zou toch wel eens willen weten,
of die menschen allemaal wel eerlijk
aan hun geld zijn gekomen dacht
Biron bitter. Er kwam een zonderlinge
afgunst tn hem op. „Je schijnt tegen
woordig alleen door bedrog rijk te kun
nen worden. Hard werken heeft
geen nut meer?”
Op een afstand kwam een oude heer
ssnwandelen, in avondkleeding.
„Die ouwe daar nu, bijvoorbeeld
misschien is het wel een oplichter, of
weet ik wat. Hij zal wel meer geld in
tdn zak hebben, dan ik in een maand
verdiend heb en weet niet, wat het be
te* kent op zwart zaad te zitten. Hij ziet
er natuurlijk chic uit en is erg vol
daan over zichzelf maar vraag niet
hoe hij aan het geld komt daar maakt
lil) zich met bezorgd over.”
Plotseling zag hij den man heen en
weer waggelen.
„Hij is ziek F dacht Biron bij zich-
zelf en liep naar hem toe.
De man had zijn oogen gesloten en
hie! 1 zich aan een hek vast, om staande
te bljven.
,X>p nummer dertig woon ik de
sen weg,” fluisterde hij zwakjes.
Geholpen door Walter Biron, wist
hij zijn woning te bereiken, maar
toen zij de trap opgingen, had hij geen
kracht meer.
„Ik geloof dat ik flauw val dat heb
ik nu al jaren. Maar maak de menschen
alsjeblieft met wakker. Hier.... hier
.is de sleutel,” wist hij er nog uit te
brengen.
Hem ondersteunend om door de
hall te gaan, opende Biron de eerste ét
beste deur en duwde hem in een groe
ten armstoel. Toen stak hij een lucifer
aan, en zag, dat hij in een luxueus in-
ggncht vertrek was hij werd daardoor
ook een knop van het electrisch licht
gewaar en stak het licht aan.
„Wel alle menschen I.'t la de ou
de Gilesworth 1”
Zic!^ over den half-bewusteloozen
man buigend herkende hij de trekken
van 'en directeur van Wensback, waar
hij uen middag geweest was om te sd-
lici; .ren.
„Hij wou me niet ontvangen en liet
rijn secretaris zeggen, dat ik voor de
betrekking niet in aanmerking kwam I”
Met voldoening dacht hij er nog aan,
dat hij den brief voor de oogen van den
secretaris verscheurd had en keek
kwaadaardig naar Gales worth. k
„Ik was totaal uitgeput en had hoop
het baantje te krijgen. Maar daar had
je natuurlijk niet aan gedacht En daar
om heb ik nu ook geen medelijden met
De oude man bewoog zich even. Bi
ron keerde zich om en ging de kamer
eens tnspecteeren. Hij sloop naar de
hall en luisterde, maar er klonk geen
geluid in het groote huis.
Jïij heeft me nog nooit eerder ge
zien M zal me dus niet meer her ken
nen, overdacht Biron vlug
Hij sloop op zijn teenen
schoorsteen, maakte zich van een
Sf noot de deur ee 'euade tegen
bil de gedachte, dié 1* haar
Maar er «ra* geen enkele
reden, om Walter van zooiets te ver
denken.
„Het heeft geen nut zeker, ato ik
je om wat geld vraag begon ze
zenuwachtig toen hij thuis kwam.
„Hm. Ja. ik kan j* wel wak geven,
•naar met reet"
„Heb je het geleend?”
Jeitelijk wel, ja.”
„Gisteravond Uit het hui* in
Cranleigh Square komt het zekert"
Zij pakte zijn arm beet „Walter,
Walter J« hebt me verteld, dat er
waardevoll* dingen m die kamer wa-
„Loopen, loopea. Lien, dan halen
we 'r nog niiet aan de halter en ah
de wind vloog d'r vriendin voorbij.
„Noor, a'n arm kloppend hart!”,
hijgde Lien, maar met ‘a lenige vlug
heid had ze al gauw summer een ix>
gehaald en nog juist op 't laatst*
nippertje sprong 't vroo&jk* tweetal
op het acnterbalcon van de stamp-
volle tram, die toen weer met een
vaart voortsuisde op de gÜmmend-
gladd* aspbaltstraat. Al* platgedrukt*
haringen voelden zij zich tussöhen die
dubbele, dicht* haag metuchen, maar
lachend lonkten z* elkaar weer toe.
'1 Vu immer* alle* interessant, zoo
iet» apart* hier ia Brussel!
„Deux quarante-ciaql", piept* ia
een* hoog Nor*'* stem over 'a paar
dikke schouder* heen en met 'n
sportleven zwaai van d'r rechterarm
wist ze handig d'r klinkenden iranc
door 't klein loketje te wringen, al*
ze de kaartje* in ontvangst nam.
„Reusachtig kind!", fluisterde Lien
in d‘r oor, „hoe weet je 't zoo gauw
te zeggen? Ze zien jou nu zeker vooc
'n echte Brusselsch* aaa!"
„Stil malle", glunderde Noor.
Bij de volgende halte, Gare du Nord,
kwam er 'a nieuw* lading binnen. On
begrijpelijk zoo klein al* de menschen
zich maken konden, om hoffelijk ieder
'n plaatsje te gunnen. Geen sterveling
dacht er zelf* aan, ontevreden te ,mop-
peren of 'n conducteur uit te schelden,
die zoo iets toeliet
n Elegant zwart-gebaard heertje, die
'n bescheiden hoekje verovera had,
lachte zelf* vriendelijk, toen Lien bij
'n zwenking op de bocht even onzacht
met d'r boog* hakje op z'n keurige
lakmolière terecht kwam en minsten*
een punt van z'n eksteroog moest be
zeerd hebben.
„Pardon", verontschuldigde zij zich,
hevig kleurend, en in d'r schuchteren
angst verstond ze nog niet de helft
van z'n vleiende, Fransche woorden,
waarmee ze overbluft werd.
„E-cht iet* voor jou, Lien", hoorde
ze in eens fluisterend achter zich *n
Nora's hand kneep een* begrijpend ia
de har*.
„Zeg, denk er aan. Place de Brouc-
kèrel'
Op 't drukke, groote plein stegen
uit, fu
vrii
•peten. »n* as buaen aoi water sendee «jM, Ma nauMOcaa M aan ^aae
moeten «torren, toen eindelijk hot Had te Waichwijl m overal
moed* werd vaa bet aiea. liet bet web antwoordde bet memje.
wittig TBS dt foottis 1',
- „Ets dan heeft móeder mij bwendicc
ijes aaar de verteld, dat beer Hendrik voor de arme
het Had de vronw en het Heme kind na den brand gebimbam Honk
iets nieuws uitgedacht
roet flioe H, detf *en a tn num. Natwrlijk zfjn alle raadsleden en de
bekr.d F oen de laatste toebereidselen voor de heerooms en dc boogt familie tot dit
feest uitgeooudigd wu betden niet F
.iorl Zoo I Js bervn Zuriauben doet
IL WELKOME GASTEN. wat hij wil I En dan komen ook nog d*
Het Angelvsklokje had geluid en het verwanten uit Luzern de jonken en
tdk nauw hoorbaar patriciërs, dae uit een betere stof go
vol en brTcht haar aaar een ook nog gezorgd heeft F over de daken vai/het stadje Zug. maakt mjn dan wij, gewone vrije Zsnt-
het met de bloemen koe JBrnvo, Joeephine I Gij zijt de dochter De werkplaatsen werden gesloten, en sers. Hm het zal me eens verwonderen.
Joelen, en de geüBaoortige aaaet elk*»- cea* advocaat* en verstaat de kaast wm op straat was keerde huiswaarts, at hij dea „Zwarten Schoenmaker*
der mocht leggen. „Strafei maken wij van stellige bewijzen te leveren Maar daar om, binnengekomen, het dampende maal ook uitgenoodigd heeft,’' bemerkte da
die bloemen twee schoon* ruiker*.' steekt nog iets anders achter. Mag ik op tafel te nen staan enkele wilde kna- smid
- i cr teo w g, zeggen, vrat mijn duim mij voor nieuws pen, die nog tijd over hadden, liepen de „Ik geloot het met, antwoordde de
Josephine, ik bedoel toegeflumterd heeft Wat wordt gij herberg binnen, om bij een kruik bmr poortwachter, „Ik geloof bet met 1 En
-* - rood F het nieuws van den dag te bespreken ik zou ook wel durven wedden, dat de
„Ik zou met weten, waarom ik het .Xudi, komt ge ons gezelschap hou- „Schoenmaker" met ging. Hij kan die
ruist voor u zou moeten geheim houden den?” riep een vroolijke knaap den Zuriauben met uitstaan I Wel de ar.der*
ja, ik kon barones Zuriauben worden wachter van de Baurerpoort toe die raadslieden Dk komen allemaal. De
als ik wilde” bekende SieppeU Schu- met den laatsten klank van het ave klokje baron weet dat volkje wel voor zijn kar
ma ken maar deze was gesloten. Daar
l zijn geld bewaard, maar
tijd werd ze niet meer ge
bruikt
Zü haalde sen beitel en forceerde
met een rak het slot en toen ze bet
kleine stapeltje goudstukken zag, be
greep ze, boe de vork in den
steel zat.
Du* Walter had haar bedrogen en
verkeerde natuurlijk ia gevaar. Zij
dacht niet meer aan hun oneemgheden
maar ze zou hem helpen. Ze zette haas
tig haar hoed op en achreef nog op een
stuk papier de woorden ..Beken voor
ie gepakt wordt.”
Ze nam het good weg, legde bet pa
pier op dezelfde plaats en ging naar
Cresswell toe en legde het geld op de
toonbank.
„Neem het alsjeblieft terug F vroeg
zü hem. .3n geef mij dan de kande
laars. Mijn echtgenoot had nooit de be
doeling om die dingen te verkoopen en
hij wil ze weer terug hebben. Kan ik ze
nog terug krijgen
Mr. Cresswell telde de munten.
„Dit u met de prijs, dien ik ervoor be
taald heb. Er mankeert een shilling aan
tn moet ik er dan ook niet wat op ver
dienen?"
Mrs. Biron maakte dt ketting om
haar hal» los.
J)it zal wel voldoende zijn. Maar ik
zal het portret er maar uit halen, en ook
den haarlok.”
„Goed ja.”
Toen ging zij den winkel uit en liep
naar Cranleigh Square, waar zü hier en
daar een* informeerde.
„Misschien moet u den ouden heer
Galesworth hebben," dacht een koet
sier, aan trien ze inlichtingen vroeg.
„Die woont op nummer dertig aan den
overkant, kijk, daar, waar dat rijtuig
staat,” wees hij haar. „Dat is er nog
een van den ouden stempel, want een
auto houdt hij er niet op na.”
Mrs. Biron schelde aan en vroeg den
bediende, het pakje aan den heer Ga
lesworth te willen overhandigen.
„Dat is tenminste in orde gekomen F
dacht ze met een zucht van voldoening,
maar een oogenblik later voelde ze ie
mand op haar sAouder tikken.
„U zoudt beter zelf mee kunnen ko
men.” Het was de bediende. „En dan
meteen vertellen, wat er inzit. Maak je
maar niet bezorgd, en ga maar gerust
kalm met me mee. De baas zal je wel
eens graag willen zien.”
Kort daarop werd ze bij Galesworth
toegelaten, die direct over de zaak be
gon te spreken.
„Hoe bent u achter deze
m» gekomen Door uw ecl
„Nee,
gen, omdat er een bediende binnen-
buraau op. Zü hefeben je tot au toe te
de gaten gehouden, wi*t ie dat V
Hi) schudd* zen hoofd. „Nee, me
neer.”
^e hebben je naar Crsmeell zien
gaan en je hebt me du* eemge moeite
uitgepaard, door me, te koenen opsoa-
ken.”
„Maar meneer, hebt medelüdea
met mij. Ik heb nog een vrouw.”
„Dit is hier geweest....”
jees hier?”
..En zü heeft de kandelaars terug
gebracht en je zooveel mogehjk vrij ge
sproken.”
Btron schaamde zsch.
„Ik zal probeeren een beter echtge
noot te worden ea «en ander leven te
beginnen.”
Uk wil iedereen eea kans daartoe
geven ea om haar ben ik dan ook bML
dat je die kan* gebruikt hebt en hm
uii eigen oeweging txnt neen ftto
men.”
Btron dacht aan het briefje, dat Jea*
had achtergelaten en waardoor ze heen
nog bijtijds had weten te redden.
„Je moet er durf voor gehad hebbea
om hierheen te koman. en daar bewon
der ik je oen en ben er zeker van. je in
de toekomst te kunnen vertrouwen.
Ik zou bü Wensback wei iemand voer
hot nieuwe werk kunnen gebruiken.
Maandag kan je beginnen.”
De oude man stond op en zette het
scherm opzü.
„Jas* nep Biron verbaasd. Hij
aam haar in zijn armen an zij dachten
met meer aaa Galesworth'* tegenwoor
digheid, totdat hij opetond. Hand te
hand keken zü hem aan.
JIoo, gaan jullie nu naar hun,” zei
hij hun, ^n Biron, denk er aan. Maan
dagmorgen om negen uur present as
wn.”
«noasa temdnnas* u..uaur «a -ernst
het hum. De oud* Mr. G«i*.wc«ih
kwam lanpzamc.'hsxd sw bq, soeu hij
zenuwacatig ds buitenoeur dient teed
Angstig keek hij over zijn schouder
totóet hij den hoek bereikt*.
Een kerk-klok sloeg eén uur en lui
herinnerde zich daardoor plotseling
boa laat het al w*s en ging haastig naar
huis toe.
Toen hij da gazg doorban, keek zftr
vrouw ven de ’trap naar beneden.
„Waar sta fg op te wachten.” vroeg
hü-
„Ik wou natuurlijk wel een* weten,
•mar jij uitgehangea hebt.”
„Dacht ie soms, dat ik den weg niet4
illeen kon vinden F'
„Ja maar je snit toch zeker met be
weren, dat je zoolang naar een betrek
king hebt gezocht.” Zü begon zachter
te spreken.
„Ik begrijp heel goed, dat je me met
alles hoert te vertellen, maar het 1* toch
heel natuurlijk, dat ik er naar vraag.”
„Ach, ik werd hier en daar opge
houden en moest per slot van re kemng
nog *n ouden kerel naar huw brengen
Hn beschreef even in ’t kort hun ont
moeting. „Erg vriéndelijk van me, vindt
ie met nadat hü me een betrekking
geweigerd heeftIa, juist ia, de di
recteur van Wensback F
„Waar ja gisteren bent geweest
Mnschien. dat se je nu wel
Walter Btron draaide zich half om en
schudde zijn hoofd. „Nee, se hebben
me al gezegd, dat se me niet kunnen
gebrui ken.
„Maar het was toch zijn plicht, iets
voor je te doen. Waar zei je ook weert’
„Cranleigh Square.” Hij beet opzijn
lip. „Tenminste als ik me met vergis
Enfin, dat doet mets ter zake.”
„En die meneer.... boe heet .die
ook weer Walter
„Ik weet het werkelijk met.”
..Het lijkt wel, of je iets voor
verbergen wil.”
„Nonsens!” Hij liet zijn hand in den
zak glijden Zijn vrouw kwam naderbij
en keek hem recht in de oogen.
„Zal ik je even met je overjas hel
pen
„Nee, dat kan ik zelf wel F
Den volgenden morgen, juist toen
zijn vrouw met eten klaar was, ging
hij weer naar de stad, om naar een be
trekking te zoeken.
„*t Is te hopen, dat ik vandaag maar
meer geluk mag hebben.”
„Ja, dat zou wel eens tijd worden!”
antwoordde zijn vrouw lusteloos. „Ik
heb er nu meer dan genoeg van en ik
zou het zoo lang niet meer volhoudea,
want dat ben ik vroeger nooit gewend
geweest."
„Ja, dbt heb je me nu al honderd
keer verteld.”
„Dan kan het toch geen kwaad, dat
het nog een* boort, want je schijnt
ie er met veel van aan te trekken.’*
Woest trok hij zijn wandelstok uit
den paraplu-standïard en smeet de
deur achter zich dicht.
„Wat een vrouw F peinsde hij bij
zichzelf. Was het som* zijn schuld, dat
hij van het rechte pad was afgedwaald?
Jess zou iedereen tot zooiets kunnen
drijven. Met een norsch, donker ge
zicht strompelde hij verder..
Hij had eqhter niet gezien, dat sen
nette jongeman op hem gewacht had
en hem ongemerkt op een afstand
volede.
Ook bemerkte hij niet, dat zijn bei
de zakken uitpuilden, maar de ander
zag het en knikte tevreden.
Mrs. Biron kreeg dien middag be
zoek van een man, die haar echtge
noot vroeg te spreken.
„Hij is naar de stad toe,” antwoord
de ze op zijn vraag. „U zoudt beter
vanavond terug kunnen komen
dan zult u hem wel thuis treffen.”
Zijn houding verwonderde haar en
zü wilde juist de deur sluiten, toen zij
nog vrefeg
„Waarom wilde u hem feitelük
spreken Wien kan ik zeggen, dat er
geweest is
„Ik ben Cresswell. Ik had hem even
willen hebben over die kandelaars, die
hij me vanmorgen verkocht heeft.”
„Maar die kunnen niet door Walter
verkocht zijn, want zooiets hebben we
nooit gehad.”
^Aha. Dat is wel eigenaardig, vooral
doordat hij bovendien nog een ver-
keerd adres opgaf.”
Mrs. Biron aarzelde.
„Het zou natuurlijk wel mogelijt
zijn, dat ie ze ergens opgeborgen had,
zonder dat ik het wist.”
„Ja, ja, of dat hij ze gevonden heeft.
Dat kan ook. Je kan nooit weten, hi?”
„Maar als u iets naders wdt weten,
komt u dan vanavond even aan,” ant-
«roordde ze verschrikt.
ge u niet meer
alvast meer dan
een dozün van die opgesmukte heeren
Vastenavond nog moet komen, hoewel
„Dat is si heel dom vaa je gen
antwoordde Wilham Galesworth
ean gedeelte van°dan bnef^dien ik je
bad geschreven, Hjk ouat, je oum ea
adres staat er op. Dien bab je hisr tassn
vallen.”
„Toen je weg was, kwam ft weer bü
ea balde oanaddellük een detective
de
ook mogen noemen. Wie heeft tot op zijt?”
„Ik bij het kasteel? Dan kent ge
mij slecht, Roos F Dan zou mijn lieve
„Die akelige neef; Hij heeft volstrekt ’jen Je beide vnendirtuen hare belofte,, verkwistingen gehoord? De
i« eek niet aardig, met christelijk, det ik u nu ook vragen, hoe of het met
1 hart geschapen staat I’
geleden van een jonker dit oogenblik
Solotht222_
mijn pot bier drinken. Nu kan ik wacti
en wachten, tot vervelens toe I”
enkele Luzerner- en alleman met gaarne in het openbaar
zouden ens weten te vinden F
is waar Met eenopenbare
rimstocht naar
aaldertje voor
te verzoenen en de heer Hendrik heeft
een veel te goed hart, dan dat hij iets, keerde Atlante zich
verlangenvoor neef Heinrichs lichtzinnigheid moe-
eens Hebt gij ooit gelegenheid gehad *f. „Wellicht een volgende maal Oven- -"in. zooab wij hem nog nooit gedron- hij heeft een tong*?
u— -u-•-- -- -----
raadgeefster noodig heeft” en andere dranken ingewijd worden, spreken 1”
een advocaat Schumacher zijn I Die zou
Atlante lachend. dat
„Wij moeten hem moedig maken 1
Atlante ik weet dat gij zwijgen kunt. „Dar gaat vanavond met F bromde Het volk is verplicht hem te steunen.
2. t eigen- Ludwig Roos, door zijn medeburgers Wtj leven in een republiek en kiezen
tken, om de gelaatskleur en vooral cm zijn onze raadsleden
tej eerst een heel ander mensch groeten dikken neus de ..roode Ludi”
hand schonk. Bovendien geloof ik vracht deftige heeren uit Luzern F
och I geld op I En daarom ben je zoo brommig
Ik ben nog maar pas achttien jaren oud 12L
J*1 Ik heb hem daarom ook weinig hoop lachend.
l“e hnowel rnni
ik maar omdat ik er zoo lang op moet Mei in de
Konden zij dan met voor het avond-
tenmenschen vóórdat ik de poort na
storten
nu ik 11 zoo openhartig zeg, wat ik denk? geworden. Maar vader wil er mets van maal vier-en-twintig
in het cachot
lav.
hem om toestemming tot de intrede in teer voorname heer baron Fidel Zur-
lept
twintig jaren oud ben. God moge hem mets op den minderen man voor heb!
tot andere gedachten brengen F De „roode Ludi” sluit de poort op het
,t. „Dus ook abdis 1 Ik feliciteer u 1 Wie vastgestelde uur en de heertjes uit Lu-
vooral al> geen weet, af ik mij ook nog niet eens buig rern kunnen, net als alle andere Chris- Zerlauben,
vroolijk en opge- onder het moeder bestuur van uwen tenmenschen vóórdat ik de poort na verwanten r
was oprecht kromstaf T£ sprak Josephs Schumacher bedgaanstijd open, een extra-poortgeld Fidel heeft in het heele stadje geen erger
gemeend; ouze huizing staat altijd voor-- - -1-- •- --
lief zusje open! Kom dan mee! ler verheerli;king van het kloosterleven, Waller begon hud te lachen. „Daar sedert hij hem het baantje
de oud* vriendschap ver- ,oen <1* kleine Caecilia kwam aanhuppe- ziet men weer voor de zooveelste maal tans ontnam. Goeden avond heer V003d
r - ---1- -<-• ;Jie. een onpartijdiger poortwachter. Wel „Dank u. Roos Wie houdt u daar ge
maal gesorteerd waren, zoodat de ruikers Heere nog toe En een fijne politieke zelschap Ah, de jonge smid Waller, itjti
vriendinnetjes begaven zich dus aan den Ludi. met kunnen denken Ja, ja, maar De jonge man, die deze vragen deed,
2. 2212_2 wel naar de nieuwste r-od«
vaten Bourgondisch zout gehoord, welke gekleed schoenen met gespen, zijde®
het tijd te worden, Jn hunne wijde zakken lieten reikte, jas en overjas met breede om-
-• - te vreezen
lurlauben met die groote hoe
onder het moeder bestuur van uwen
kromstaf F sprak Josephs
schertsend ven wilde nog meer zeggen
nê*| ter verheerlijking van het kloosterleven,
„mm. ver- (oen de kleine Caecilia kwam aanhuppe-
A1 zijn onze vsder. ook poli-' en verklaarde, dat de bloemen alle-
dadelijk gebonden konden worden. De neus dat had ik van onzen rooden de_heeren uit Luzern nog niet binnenV*
vriendinnetjes begaven zich dus aan den Ludi met kunnen denken Ja, ja, maar
arbeid en nadat men in een tuinhuisje zeg, heb jij soms ook van die zeshonderd
nog een schotel room met eemge bon-
„Dank u, Roos Wie houdt u daar ge-
Ztws
sieraad voor Eerlijk gezi
hoe prachtig heeft hij dc te vragen 1
1 in *-a *-*a“
goede heilige tante, de abdis Ursula te Stel eens, dat de raadsheer Schumacher
Frauenthal. heb ik het voornemen ge- ‘2‘ r2- r2_
maakt den sluier aan te nemen Tot de duizend om een of ik was mijn
Seppeh ik hoop en 1
-en ik hem eindelijk daartoe zullen over-
„Vader laat er zich nimmer toe leenen, reden
een zaak te verdedigen, welke hij als
oneerlijk beschouwd. Zoodra hij dat stein”, waar de meisjes elkander nog-
Vsteteft 9^1 ntt n»r M®n/4«»«lr J r*
stellig aanraden, zich met uwen vader pe^ ^et kleine zusje op den arm en liep ander verteld. Roos heeft alles moeten en ander hooren mompelen. *Wilt
te verzoenen en de heer Hendrik heeft opgeruimd verder Enke' ,*u‘--J!*-
hare stuk van een nieuw gebouw dat een paar
om
g*
Lu ben Donderdag-
een vat Bourgondische den baron wel aardig uitkïeeden want
j neen. maar I nog
kker- nooit heb ik iemand zoo ferm hoorea
>rden. spreken F (Wordt vtrvolld.)
pen, die nog üjd over hadden, liej
herberg binnen, om bü een knul
het nieuws van den dag te bespreken
„Ludi, komt ge ons gezelschap hou-
CCfl *•-*-- -- s
van de Baurerpoott toe
de stadspoort gesloten had. „Geen mensch rttie te spannen. Maar laat hem rijden I
tn de stad, die dezen avont^ plan heeft Ik ben toch benieuwd of Schumacher
Keer Hendek heeft werkelijk bü te stelen ge kunt de wacht met een werkelijk den moed zal hebben, heele-
moeder aanzoek om mijne hand eedaan gerust geweten aan uw kleinen tongen maal alleen weg te blijven.”
Maar gij moogt het met verder vertellen, overiaten
Atlante ik weet dat gij zwijgen kunt. „Dat gaat
Hü heeft inderdaad zeer goede eigen- Ludwig Roe
schappen, maar ook groote gebreken, om de gelaatskleur en vooral cm zijn onze raadsleden tegenwoordig ten
waarom hij eerst een heel ander mensch groeten dikken neus de ..roode Ludi” minste nog Hoever 't anders neg komen
zou moeten worden, als ik hem hart geheet en. „Ik verwacht nog een heele kan. als wtj aan de adellijke heeren ea
en hand schonk. Bovendien geloof ik vracht deftige heeren uit Luzern F de njke geslachten dc teugels van het
D’,”w,pcn n,“' ftniet, dat vader zijne toestemming geeft. Ei. Ei 1 Daar zit weer een goed drink- bewind in handen laten, kan men op de
weg. wtj rullen *en zoe. .^N'dl*. Iooajs heer Hendrik thans is En och geld op I En daarom ben je zoo brommig vingers aftellen. Neen 1 De zwarte seboea-
u-1r--.,i. - als een oude beer?” vroeg smid Waller maker ts onze man, en hem moeten wq
1. f
„Neen, niet over bet drinkgeld brom Fidel Zuriauben
ik maar omdat ik er zoo lang op moet Mei in de vt
wachten F antwoordde de poortwachter houden wordt, tegemoet ziet F
Konden zij dan met voor fee avond- ..Wie komt daar langs het Rijnstraxt-
Men mompelde klokje tn de stad zijn Ik zou dan op je vroeg de smid. „Ik tou met Jaa
2__ *“t met enkele Luzerner- en alleman met gaarne in het openbaar
lurn. die naar eene schellingen m den zak op mijn gemak over onze raadsleden spreken. De „hee-
d*g_nauweitjka acer met bruid zocht.” tnijn pot bier drinken. Nu kan ik wach- ren” zouden ens «reten 1”
Wel, wel I Toch ook een nieuwsgierig ten en wachten, tot vervelens toe F „Dat is waar 1 Met
1 uwen ttrengen v»der Aagje! Neen lieve, dat gold mijn vroo- „Hoe zoo dan? Wie heeft dan zijne schuldbekentenis, een pel
It ge begrijpen. Niet dat tijk zusje, onze Elisabeth Zij schijnt aankomst laten melden Einsiedeln en menig
22—2222_- „Och, de baron Zuriauben heeft een eiken raadsheer zijn ze dadelijk klaar
Thans is zusje lief op bezoek bij der lakeien gezonden met bericht de en vooral met het laatste F
-- t „Dat zou me nog zooveel niet hin-
die hij hedenavond verwacht, deren als die akelige roode en gele kap-
gij weet, wat ik als klein aangekomen is En het reglement zegt, pen, waarmee ze^een eerlijk burger ten
j— j-.j - a— j voof geheele stad kieeden, zoo-
---r dat men reeds tn heel Zwitserland van
of eert dergelijk persoon de poort nader- de Zugerkappen spreekt."
den sluier aan te nemen
heden ben ik die belofte met ontrouw brood kwijt en zat bovendien nog twee-
-22.2_2 _L_ 2j uren 2. 2_ 2—2 -r_--
weten en hij heeft mij ernstig verboden Maar nten, hoor Hedenavond zal de door de stad.Soms lijkt het wel, of
hem om toestemming tot de intrede in xeer voorname heer baron Fidel Zur- Vastenavond nog moet komen, hoewel
het het klooster te vragen, vóór ik vijf-en- iauben. trots zijne hooge htaatsiepruik, die dagen pas voorbij zijn," sprak de
iben l poortwachter.
„Maar voor hèm daar, behoeven we
ons niet bang te maken hij is wel eea
maar staat met zijn lieve
op gespannen voet. Baron
vijand, dan zijn neef Heinrich, vooral
j van secre-
was tamelijk
bons onder gemeenschappelijk gebabbel Fidel en vóór hem Beat Jakob kousen, een broek, die tot aan de kniefn
verorberd had, begon l *2J_ 2_ 22 2- 22
dat Seppeli met de kleine zus vertrok rollen Ta, ja, ja Ik begin te vreezen jeslagen kraag en sbjve panden, waar-
want de zon begon langzamerhand te dat de Zuriauben met die groote hoe onder de punt van den degen even te
dalen. veelheid zout hun soepje al te bitter voorschijn kwam. Maar de gekruld*
„Gauw, gauw zeide Seppeh, „anders gemaakt hebben 1 Men hoort tegen
sluit Speete (de poortwachter) de Ober- woordig hier en daar nogal eens gemom-
wijler poort en dan kunnen we vanavond pel De Baurer en Menziger moeten
Zoo sprak Atlante met overtuiging heelemaal niet meer thuis komen F besfoten hebben in de gemeenteraads- hoofd. Hoewel men tn de schemering
en gevoel, en hare woorden vonden „o jan hier blijven F meende de zitting die zaak op het tapijt te brengen --—----*-
weerklank in het hart der vriendin kleine, „Ti-ti-leh gaarne hier zijn. Ti- En hier te Zug zal binnenkort het raads-
Krachti; drukte Josepha. Atlante’s hand, tj-leli bij tante Tlan-Tlan (aldus had het lid Schumacher het gouden deksel
kind den vreemdklinkenden naam Atlante waarmee de Zuriauben zoovele jaren
pogingen Ach, vervormd.” zoutkist gesloten hielden, oplichten
„Maar wat zou zoete moetje dan zeg-K „Ja, ja, eiken raadsheer een ducaat
gen als haar Zizilleli niet terugkeerde?' »n dan de verdeeling van de Fransche
omgang vroeg Seppeli pensioenen onder de familie en de goede
---n> j Dat maakte indruk op het hart der vrienden, terwijl de gemeene man met de bank zitten u «.lujm. vctiuw
mijn vader wil bewegen als advocaat kiemt. Zuchtend lief zij zich alle zakken zijn bloed dat Fransche geld heeft moeten zijn Van Waichwijl komen rijden
in zijn geding met den baron op te tre- voj bonbons steken, nam in den rechter- verdienen De duivel hale hem En nu
den Er is sprake van een twist over deze hand den ruiker voor zoete moetje, in heeft hij met die groote geldsommen Luzemers zullen denkelijk spoedig ko-
heerlijkheid, naar ik meen Komt het de linker dient voor „Titibabeli" en^nam «eet iets nieuws uitgedacht een nen. Maar hoe komt het, dat u met
werkelijk tot een proces, dan hebben afscheid, verklarende, alle dagen bij Hollandsche tuinzaal, of hoe ze dat ding aan het kasteel „Zuriauben” afgestegea
wij, helaas 1 weinig vooruitzicht op eene tante Tlan-Tlan te zullen komen - ””2_ _r
verzoening tusschep uwen en mijnen Op weg naar de tuinpoort hernieuw- den dag .van heden in Zug van zulke
fr „«ir,—v< «fci ^3 bc!—tc, "hoerd? Dz zaal moet
op deze adellijke bezitting. *11* pogingen aan te wenden, opdat de prachtig ingericht zijn en gevuld met oom Fidel mij eerst op de knieèn om
allemaal bij den dood zijns vrede en vriendschap tusschen baron v«l« kostbare spiegels kroonluchters, vergeving smeeken en met intres lenig
den familieraad afgedaan.” Fidel en Schumacher zouden heerschen. tapijten, schilderijen, eoud en zilver- geven, wat hij mijne moeder zaliger
„Vader komt op het feest F verklaarde werk, net als aan het hof van den koning en hare kinderen ontstolen heeft I En
vertrouw, dat moeder v*n Frankrijk te Versel of hoe ze daartoe zal ik hem vroeg of laat dwingen,
die plaats ook mogen noemenJa, 't zoo waar ik Heinrich F
moet er zoo mooi zijn, dat de baron den al zou ook het heele steil
Atlante Uep mee tot dichtbij „Frauen- koning in dije zaal kan ontvangen. De bankroet gaan F
ingezien heeft, zal ^hij heer Hendrik maals ’de hand reikten toen nam Sep- 7111 den verver Roos hebben mij
opgeruimd verder Énkele seconden later likken en vergulden. En nu zal dit pronk- zaak voor den raad brengen, of
1 veel te goed hart, dan dat hij iets, keerde Atlante zich om en zag hare stuk van een nieuw gebouw dat een paar uw Li; L-.
wat hem met toekomt, met geweld zou vriendin achterna. „Had ik haar niet duizend gulden gekost heeft zoowaar recht aan te klagen Dat zou iets voor
verlangenvoor neef Heinrichs lichtzinnigheid moe- iL reede J
„Wel. wel Hoor me die advocaat fen waarschuwen vroeg of zichzelve namiddag met
zijn gotd hirt te letten kennen vroeg gens is Josephine een verstandig meisje, ken hebben, en niet de noodige lei
j -*1 j