DE CRISIS HAAR AVONTUUR. „Ik geloot het met,” antwoordde de Wat wordt aadere geeft, gegeven, hoewel moeder het gaarne zou s*n-' vertelde, dat hfi voor me O onpartijdigen poortwachter. Wel een men. Maar hoe komt het, dat u met geven. en zag als ik de roode i 4, isbsn dec muur aan, onwillekeurig bevend via angst 1'“ J- opkwam. Noor bet Engelach, door J. v. W geen recht Dat is toen vaders in den familieraad afgedaan, riep Atlante. „Dan behoeft ge geen vrees te koes teren," troostte Josephs hare vriendin. wv een zaak te verdedigen, welke hij als hare woorden vonden het hart der vriendin macher, terwijl zij min of meer op de lippen beet. knecht van den behanger Weisz en die j een en „O Daarvoor behoeft te schamen 1 Er loopen i ze, te ten rekening romd „We noodig, om voor v angst der gastee te tnakw ren F Hij rukte zich los. „Wat bazel je nu weer 1" „Walter, ik zal het vroeger of later toch te weten komen.” Zij bedekte haar gelaat met de han den. .En laat me nu door, want ik moet de deur even uit,” riep hij kwaad; Uit het achterkamertje keek ze hem na. Toen probeerde ze de kast open te had hij altijd zijn geld bewaard, maar den laatsten bruikt. lurlauben heet, etje en ik erbij. blijven steunen. Ik geloof niet, dat baron Ken gaarne den komenden ergadenng, welke dan ge naar «ader hoort, dat gij bet bet huis van den preai- gebruikt hebt, zal bij Neen, neen. zeggende „God zegene onze j ik ben bevreesd, dat het* een moeilijk werk is 1 Gij weet immers, dat tiw neef Hendrik sedert eetugen üjd -- met vader heeft. Nu ben ik bang, dat tuj poort niet te sluiten, voor de koets uit Luzern, u en uw Laten wij nieuwen, i tieke vijanden, daarom behoeven wij elkander toch niet te mijden?! Misschien gelukt het on* zelfs, ben eenigszias met elkander te verzoenen. Een twist min der mocht leggen. „Straks maken wij v*n de Engelen in den Hemel! En, ten be wijze dat mijn vader niet onverzoenlijk it, heeft hij uwe ouders een* uitnoodi- ging voor het aanstaande feest gezon den. Doe mij nu het genoegen, alles aan te wenden teneinde uwen vader te be wegen hier te komen!” rf [edienstig geholpen door den lelijken monsieur^ die de *004*- „Zoo, zoo Is het wezenlijk ernst F* vroeg de smid. „Ik heb wel zoo het een Pi «te hot uw voornemen, uwen oom bij het g*> hiede- „Nee. nee." Zij kon verder niets zeg gen, omdat er een bediende binnen kwam, die hem een boodschap kwam brengen. De man ging weer weg. „Komt u even hier naar toe en gaat u dan achter dit scherm staan,” vroeg hij vlug aan Mrs. Biron. Verbaasd vroeg zij, wat dat wel moest beteekenen „Uw echtgenoot is hier gekomen. Zegt u geen woord, totdat ik u een tee lten geef, anders bederft u nog zijn kans. Begrepen Hij ging weer terug naar zijn stoel. De deur werd geopend en nj hoorde Waite’s stem. „Gaat u zitten," antwoordde de oude man kort. „Kent u me nog, meneer, van gister avond Biron liet zijn hoofd zakken en draai de zijn hoed zenuwachtig in *t rond. Hij kreeg geen antwoord. „Ik heb u naar binnen geholpen, maar later toen ik weg zou gaan, heb ik u bestolen.” spelen, wgs Mtan aes wnzer aennee moeten sterven, toen eindelijk het Had te Wi 222... 2_2 een gloei- 222w j aaar de bloem- end rood hare wMgen kleurden. perken*voeren. „Die met Tl-tt 1»U geen!" riep en en strekt* har* aariken uit Atlante ph onder de putt van den di 2_22_> kwam. Maar lokken van de ailongepruik waren min of meer verward en de driekante steek met gouden boorsel stond schuin op het rfa. Hoewel men tn de schemering het gelaat met nauwkeurig zag, bemerk ten poprtwachter en smid op den eersten blik, dar de heer voogd ietwat te veel naar den bodem van het glas gezien had. „Neen de heeren uit Luzern zijn nog niet aangekomen," antwoordde de poortwachter en glimlachte veelbe? tee- kenend. „Maar ga hier evejf bij ons op 1 i. u schijnt vermoeid te i om uw lieve verwanten te begroeten? De onze vroeg hét ouderlijk nest te willen verla- *7 de ouders van haren aanstaanden man 2222 zegd kwam de vrijer om mij ---Maar t,2 -2 22_2_ -- r dt oud* stad laten meisje droomde Bij den dood van onze dat de poon thans gesloten moet zijn si hij is altijd zoo z*id* de freule. gij krijgt *r »«n andere i* voor Seppeli En dan zullen wij er voor vader _e* moeder ook nog tec plakken." „Ja," sprak het kind «n aette groots oogen op. „en dan ook nog een voor TiÜbebeli (dc pop)!" Na dit nog haastig geroepen te hebben, begon zij met de bloemen te spelen Seppeh Schumacher scheen echter haast te hebben. ..Kom zusje, wij moeten heengaan. Dadelijk is het Vespertijd en vader houdt er van dat wij op tijd thuis zijn!" „Nu, als uw esperbrood m dent van den raad u niet berispen, niet 1 2 Iroom) laten beslaan en ..Guetli' I Bonbons daarbij zeg. Zizelieli, 1 blijft immers bij („Jooooo.” zen bet kind en klapte m de handjes get 2iexoo -mans heb ik u alles g* fe. Jospehine, dat gij blijven moet? Het ztfd wat ik op mijn geweten heb Mag is eok niet aardig, met christelijk, dat jk u nu ook vragen, hoe of het met uw wij meisje*, die samen bij de nonnen op j_. t dezelfde schoolbank zaten en samen tot enkele weken de eerster.1 Heilige Communie naderden, uit Luzern of sadert >*ar en elkander spreken! Dat ik het met waag. - u in het bui* van uwen strengen vader Aagje Neen lieve, dat gold mijn vroo- te bezoeken, zult 2'22 ik hem minacht of hem als een onbe- 1 teek en end man beschouw waarachtig ten niet! Hij i* een zeer rechtschapen, vroom man. weldadig, geleerd, een de burgerij. En 1 O.L. A'rouwenkajsel beschilderen! Maar "koud, zoo afgemeten, al* hij ons tegen komt eerlijk gezegd, ik ben bang voor hem! Gij zijt immers niet boos op mij. l_ 2r2_ 22 En kijk! mijn vader is ook min of meer trotsch op de daden onzer familie en op zijne eer en ambten »- ridder van L_. Lodewijkskruis. kapitein. oudamman, - president van den raad en ik weet niet. to< ^andere gedachten^ brengen!' wat al meer; maar desniettegenstaande is hij altijd gastvrij en ziekte hem plaagt ruimd. Wat hij straks zeide Mj wirt aam *1 te goed, wat hem te wachten Lad gestaan hij bö Jeame avond* we* thus gebleven. Hij had nu van haar voortdurende verwijten en jeremiaden genoeg gekregen. „Net of bet mijn schuld af mom pelde Witter Biron gebelgd, toen hij naar huis toe slenterde. „Ik kon er niets aan doen, dat Quex en Geler bankroet Zqn gegaan.” Zijn zoc ken naar een betrekking was weer, zooab gewooultjk, zonder succes Teleurgesteld en ontmoedigd door zijn vruchtelooze pogingen, was ie maar zoo lang mogeltjk «eggebleven. ooi lan de vervelende vragen van zijn vrouw te ontkomen. Zij geloofde vast en zeker, dat er wel aan een goede be trekking was te komen, als je er maar om vroeg. Zij wist, dat de spaardutten op vraten, en zij om geld verlegen zaten, maar, omdat het nu eenmaal aan haar moeder toebehooed had en een portret en een haarlok bevatte, van dat ouderwetsche scheiden, dat een goeden prijs zou op brengen, als ze het verkocht „Daar kunnen we nu sec houden,” had hij s hebben toch zeker gel brood te knopen t” Als hij aan Jess vwnuw*, u*i nq wxw een shilling naar de muziek was ge weest, zou ze er hem een week daarna nog over lastig gevallen hebben, hoewel hij terug was zomen loopen, om de trein kosten uit te sparen. Hij kwam nu door een stille buurt, waar deftige, welgestelde menschen schenen te wonen. „Ik zou toch wel eens willen weten, of die menschen allemaal wel eerlijk aan hun geld zijn gekomen dacht Biron bitter. Er kwam een zonderlinge afgunst tn hem op. „Je schijnt tegen woordig alleen door bedrog rijk te kun nen worden. Hard werken heeft geen nut meer?” Op een afstand kwam een oude heer ssnwandelen, in avondkleeding. „Die ouwe daar nu, bijvoorbeeld misschien is het wel een oplichter, of weet ik wat. Hij zal wel meer geld in tdn zak hebben, dan ik in een maand verdiend heb en weet niet, wat het be te* kent op zwart zaad te zitten. Hij ziet er natuurlijk chic uit en is erg vol daan over zichzelf maar vraag niet hoe hij aan het geld komt daar maakt lil) zich met bezorgd over.” Plotseling zag hij den man heen en weer waggelen. „Hij is ziek F dacht Biron bij zich- zelf en liep naar hem toe. De man had zijn oogen gesloten en hie! 1 zich aan een hek vast, om staande te bljven. ,X>p nummer dertig woon ik de sen weg,” fluisterde hij zwakjes. Geholpen door Walter Biron, wist hij zijn woning te bereiken, maar toen zij de trap opgingen, had hij geen kracht meer. „Ik geloof dat ik flauw val dat heb ik nu al jaren. Maar maak de menschen alsjeblieft met wakker. Hier.... hier .is de sleutel,” wist hij er nog uit te brengen. Hem ondersteunend om door de hall te gaan, opende Biron de eerste ét beste deur en duwde hem in een groe ten armstoel. Toen stak hij een lucifer aan, en zag, dat hij in een luxueus in- ggncht vertrek was hij werd daardoor ook een knop van het electrisch licht gewaar en stak het licht aan. „Wel alle menschen I.'t la de ou de Gilesworth 1” Zic!^ over den half-bewusteloozen man buigend herkende hij de trekken van 'en directeur van Wensback, waar hij uen middag geweest was om te sd- lici; .ren. „Hij wou me niet ontvangen en liet rijn secretaris zeggen, dat ik voor de betrekking niet in aanmerking kwam I” Met voldoening dacht hij er nog aan, dat hij den brief voor de oogen van den secretaris verscheurd had en keek kwaadaardig naar Gales worth. k „Ik was totaal uitgeput en had hoop het baantje te krijgen. Maar daar had je natuurlijk niet aan gedacht En daar om heb ik nu ook geen medelijden met De oude man bewoog zich even. Bi ron keerde zich om en ging de kamer eens tnspecteeren. Hij sloop naar de hall en luisterde, maar er klonk geen geluid in het groote huis. Jïij heeft me nog nooit eerder ge zien M zal me dus niet meer her ken nen, overdacht Biron vlug Hij sloop op zijn teenen schoorsteen, maakte zich van een Sf noot de deur ee 'euade tegen bil de gedachte, dié 1* haar Maar er «ra* geen enkele reden, om Walter van zooiets te ver denken. „Het heeft geen nut zeker, ato ik je om wat geld vraag begon ze zenuwachtig toen hij thuis kwam. „Hm. Ja. ik kan j* wel wak geven, •naar met reet" „Heb je het geleend?” Jeitelijk wel, ja.” „Gisteravond Uit het hui* in Cranleigh Square komt het zekert" Zij pakte zijn arm beet „Walter, Walter J« hebt me verteld, dat er waardevoll* dingen m die kamer wa- „Loopen, loopea. Lien, dan halen we 'r nog niiet aan de halter en ah de wind vloog d'r vriendin voorbij. „Noor, a'n arm kloppend hart!”, hijgde Lien, maar met ‘a lenige vlug heid had ze al gauw summer een ix> gehaald en nog juist op 't laatst* nippertje sprong 't vroo&jk* tweetal op het acnterbalcon van de stamp- volle tram, die toen weer met een vaart voortsuisde op de gÜmmend- gladd* aspbaltstraat. Al* platgedrukt* haringen voelden zij zich tussöhen die dubbele, dicht* haag metuchen, maar lachend lonkten z* elkaar weer toe. '1 Vu immer* alle* interessant, zoo iet» apart* hier ia Brussel! „Deux quarante-ciaql", piept* ia een* hoog Nor*'* stem over 'a paar dikke schouder* heen en met 'n sportleven zwaai van d'r rechterarm wist ze handig d'r klinkenden iranc door 't klein loketje te wringen, al* ze de kaartje* in ontvangst nam. „Reusachtig kind!", fluisterde Lien in d‘r oor, „hoe weet je 't zoo gauw te zeggen? Ze zien jou nu zeker vooc 'n echte Brusselsch* aaa!" „Stil malle", glunderde Noor. Bij de volgende halte, Gare du Nord, kwam er 'a nieuw* lading binnen. On begrijpelijk zoo klein al* de menschen zich maken konden, om hoffelijk ieder 'n plaatsje te gunnen. Geen sterveling dacht er zelf* aan, ontevreden te ,mop- peren of 'n conducteur uit te schelden, die zoo iets toeliet n Elegant zwart-gebaard heertje, die 'n bescheiden hoekje verovera had, lachte zelf* vriendelijk, toen Lien bij 'n zwenking op de bocht even onzacht met d'r boog* hakje op z'n keurige lakmolière terecht kwam en minsten* een punt van z'n eksteroog moest be zeerd hebben. „Pardon", verontschuldigde zij zich, hevig kleurend, en in d'r schuchteren angst verstond ze nog niet de helft van z'n vleiende, Fransche woorden, waarmee ze overbluft werd. „E-cht iet* voor jou, Lien", hoorde ze in eens fluisterend achter zich *n Nora's hand kneep een* begrijpend ia de har*. „Zeg, denk er aan. Place de Brouc- kèrel' Op 't drukke, groote plein stegen uit, fu vrii •peten. »n* as buaen aoi water sendee «jM, Ma nauMOcaa M aan ^aae moeten «torren, toen eindelijk hot Had te Waichwijl m overal moed* werd vaa bet aiea. liet bet web antwoordde bet memje. wittig TBS dt foottis 1', - „Ets dan heeft móeder mij bwendicc ijes aaar de verteld, dat beer Hendrik voor de arme het Had de vronw en het Heme kind na den brand gebimbam Honk iets nieuws uitgedacht roet flioe H, detf *en a tn num. Natwrlijk zfjn alle raadsleden en de bekr.d F oen de laatste toebereidselen voor de heerooms en dc boogt familie tot dit feest uitgeooudigd wu betden niet F .iorl Zoo I Js bervn Zuriauben doet IL WELKOME GASTEN. wat hij wil I En dan komen ook nog d* Het Angelvsklokje had geluid en het verwanten uit Luzern de jonken en tdk nauw hoorbaar patriciërs, dae uit een betere stof go vol en brTcht haar aaar een ook nog gezorgd heeft F over de daken vai/het stadje Zug. maakt mjn dan wij, gewone vrije Zsnt- het met de bloemen koe JBrnvo, Joeephine I Gij zijt de dochter De werkplaatsen werden gesloten, en sers. Hm het zal me eens verwonderen. Joelen, en de geüBaoortige aaaet elk*»- cea* advocaat* en verstaat de kaast wm op straat was keerde huiswaarts, at hij dea „Zwarten Schoenmaker* der mocht leggen. „Strafei maken wij van stellige bewijzen te leveren Maar daar om, binnengekomen, het dampende maal ook uitgenoodigd heeft,’' bemerkte da die bloemen twee schoon* ruiker*.' steekt nog iets anders achter. Mag ik op tafel te nen staan enkele wilde kna- smid - i cr teo w g, zeggen, vrat mijn duim mij voor nieuws pen, die nog tijd over hadden, liepen de „Ik geloot het met, antwoordde de Josephine, ik bedoel toegeflumterd heeft Wat wordt gij herberg binnen, om bij een kruik bmr poortwachter, „Ik geloof bet met 1 En -* - rood F het nieuws van den dag te bespreken ik zou ook wel durven wedden, dat de „Ik zou met weten, waarom ik het .Xudi, komt ge ons gezelschap hou- „Schoenmaker" met ging. Hij kan die ruist voor u zou moeten geheim houden den?” riep een vroolijke knaap den Zuriauben met uitstaan I Wel de ar.der* ja, ik kon barones Zuriauben worden wachter van de Baurerpoort toe die raadslieden Dk komen allemaal. De als ik wilde” bekende SieppeU Schu- met den laatsten klank van het ave klokje baron weet dat volkje wel voor zijn kar ma ken maar deze was gesloten. Daar l zijn geld bewaard, maar tijd werd ze niet meer ge bruikt Zü haalde sen beitel en forceerde met een rak het slot en toen ze bet kleine stapeltje goudstukken zag, be greep ze, boe de vork in den steel zat. Du* Walter had haar bedrogen en verkeerde natuurlijk ia gevaar. Zij dacht niet meer aan hun oneemgheden maar ze zou hem helpen. Ze zette haas tig haar hoed op en achreef nog op een stuk papier de woorden ..Beken voor ie gepakt wordt.” Ze nam het good weg, legde bet pa pier op dezelfde plaats en ging naar Cresswell toe en legde het geld op de toonbank. „Neem het alsjeblieft terug F vroeg zü hem. .3n geef mij dan de kande laars. Mijn echtgenoot had nooit de be doeling om die dingen te verkoopen en hij wil ze weer terug hebben. Kan ik ze nog terug krijgen Mr. Cresswell telde de munten. „Dit u met de prijs, dien ik ervoor be taald heb. Er mankeert een shilling aan tn moet ik er dan ook niet wat op ver dienen?" Mrs. Biron maakte dt ketting om haar hal» los. J)it zal wel voldoende zijn. Maar ik zal het portret er maar uit halen, en ook den haarlok.” „Goed ja.” Toen ging zij den winkel uit en liep naar Cranleigh Square, waar zü hier en daar een* informeerde. „Misschien moet u den ouden heer Galesworth hebben," dacht een koet sier, aan trien ze inlichtingen vroeg. „Die woont op nummer dertig aan den overkant, kijk, daar, waar dat rijtuig staat,” wees hij haar. „Dat is er nog een van den ouden stempel, want een auto houdt hij er niet op na.” Mrs. Biron schelde aan en vroeg den bediende, het pakje aan den heer Ga lesworth te willen overhandigen. „Dat is tenminste in orde gekomen F dacht ze met een zucht van voldoening, maar een oogenblik later voelde ze ie mand op haar sAouder tikken. „U zoudt beter zelf mee kunnen ko men.” Het was de bediende. „En dan meteen vertellen, wat er inzit. Maak je maar niet bezorgd, en ga maar gerust kalm met me mee. De baas zal je wel eens graag willen zien.” Kort daarop werd ze bij Galesworth toegelaten, die direct over de zaak be gon te spreken. „Hoe bent u achter deze m» gekomen Door uw ecl „Nee, gen, omdat er een bediende binnen- buraau op. Zü hefeben je tot au toe te de gaten gehouden, wi*t ie dat V Hi) schudd* zen hoofd. „Nee, me neer.” ^e hebben je naar Crsmeell zien gaan en je hebt me du* eemge moeite uitgepaard, door me, te koenen opsoa- ken.” „Maar meneer, hebt medelüdea met mij. Ik heb nog een vrouw.” „Dit is hier geweest....” jees hier?” ..En zü heeft de kandelaars terug gebracht en je zooveel mogehjk vrij ge sproken.” Btron schaamde zsch. „Ik zal probeeren een beter echtge noot te worden ea «en ander leven te beginnen.” Uk wil iedereen eea kans daartoe geven ea om haar ben ik dan ook bML dat je die kan* gebruikt hebt en hm uii eigen oeweging txnt neen ftto men.” Btron dacht aan het briefje, dat Jea* had achtergelaten en waardoor ze heen nog bijtijds had weten te redden. „Je moet er durf voor gehad hebbea om hierheen te koman. en daar bewon der ik je oen en ben er zeker van. je in de toekomst te kunnen vertrouwen. Ik zou bü Wensback wei iemand voer hot nieuwe werk kunnen gebruiken. Maandag kan je beginnen.” De oude man stond op en zette het scherm opzü. „Jas* nep Biron verbaasd. Hij aam haar in zijn armen an zij dachten met meer aaa Galesworth'* tegenwoor digheid, totdat hij opetond. Hand te hand keken zü hem aan. JIoo, gaan jullie nu naar hun,” zei hij hun, ^n Biron, denk er aan. Maan dagmorgen om negen uur present as wn.” «noasa temdnnas* u..uaur «a -ernst het hum. De oud* Mr. G«i*.wc«ih kwam lanpzamc.'hsxd sw bq, soeu hij zenuwacatig ds buitenoeur dient teed Angstig keek hij over zijn schouder totóet hij den hoek bereikt*. Een kerk-klok sloeg eén uur en lui herinnerde zich daardoor plotseling boa laat het al w*s en ging haastig naar huis toe. Toen hij da gazg doorban, keek zftr vrouw ven de ’trap naar beneden. „Waar sta fg op te wachten.” vroeg hü- „Ik wou natuurlijk wel een* weten, •mar jij uitgehangea hebt.” „Dacht ie soms, dat ik den weg niet4 illeen kon vinden F' „Ja maar je snit toch zeker met be weren, dat je zoolang naar een betrek king hebt gezocht.” Zü begon zachter te spreken. „Ik begrijp heel goed, dat je me met alles hoert te vertellen, maar het 1* toch heel natuurlijk, dat ik er naar vraag.” „Ach, ik werd hier en daar opge houden en moest per slot van re kemng nog *n ouden kerel naar huw brengen Hn beschreef even in ’t kort hun ont moeting. „Erg vriéndelijk van me, vindt ie met nadat hü me een betrekking geweigerd heeftIa, juist ia, de di recteur van Wensback F „Waar ja gisteren bent geweest Mnschien. dat se je nu wel Walter Btron draaide zich half om en schudde zijn hoofd. „Nee, se hebben me al gezegd, dat se me niet kunnen gebrui ken. „Maar het was toch zijn plicht, iets voor je te doen. Waar zei je ook weert’ „Cranleigh Square.” Hij beet opzijn lip. „Tenminste als ik me met vergis Enfin, dat doet mets ter zake.” „En die meneer.... boe heet .die ook weer Walter „Ik weet het werkelijk met.” ..Het lijkt wel, of je iets voor verbergen wil.” „Nonsens!” Hij liet zijn hand in den zak glijden Zijn vrouw kwam naderbij en keek hem recht in de oogen. „Zal ik je even met je overjas hel pen „Nee, dat kan ik zelf wel F Den volgenden morgen, juist toen zijn vrouw met eten klaar was, ging hij weer naar de stad, om naar een be trekking te zoeken. „*t Is te hopen, dat ik vandaag maar meer geluk mag hebben.” „Ja, dat zou wel eens tijd worden!” antwoordde zijn vrouw lusteloos. „Ik heb er nu meer dan genoeg van en ik zou het zoo lang niet meer volhoudea, want dat ben ik vroeger nooit gewend geweest." „Ja, dbt heb je me nu al honderd keer verteld.” „Dan kan het toch geen kwaad, dat het nog een* boort, want je schijnt ie er met veel van aan te trekken.’* Woest trok hij zijn wandelstok uit den paraplu-standïard en smeet de deur achter zich dicht. „Wat een vrouw F peinsde hij bij zichzelf. Was het som* zijn schuld, dat hij van het rechte pad was afgedwaald? Jess zou iedereen tot zooiets kunnen drijven. Met een norsch, donker ge zicht strompelde hij verder.. Hij had eqhter niet gezien, dat sen nette jongeman op hem gewacht had en hem ongemerkt op een afstand volede. Ook bemerkte hij niet, dat zijn bei de zakken uitpuilden, maar de ander zag het en knikte tevreden. Mrs. Biron kreeg dien middag be zoek van een man, die haar echtge noot vroeg te spreken. „Hij is naar de stad toe,” antwoord de ze op zijn vraag. „U zoudt beter vanavond terug kunnen komen dan zult u hem wel thuis treffen.” Zijn houding verwonderde haar en zü wilde juist de deur sluiten, toen zij nog vrefeg „Waarom wilde u hem feitelük spreken Wien kan ik zeggen, dat er geweest is „Ik ben Cresswell. Ik had hem even willen hebben over die kandelaars, die hij me vanmorgen verkocht heeft.” „Maar die kunnen niet door Walter verkocht zijn, want zooiets hebben we nooit gehad.” ^Aha. Dat is wel eigenaardig, vooral doordat hij bovendien nog een ver- keerd adres opgaf.” Mrs. Biron aarzelde. „Het zou natuurlijk wel mogelijt zijn, dat ie ze ergens opgeborgen had, zonder dat ik het wist.” „Ja, ja, of dat hij ze gevonden heeft. Dat kan ook. Je kan nooit weten, hi?” „Maar als u iets naders wdt weten, komt u dan vanavond even aan,” ant- «roordde ze verschrikt. ge u niet meer alvast meer dan een dozün van die opgesmukte heeren Vastenavond nog moet komen, hoewel „Dat is si heel dom vaa je gen antwoordde Wilham Galesworth ean gedeelte van°dan bnef^dien ik je bad geschreven, Hjk ouat, je oum ea adres staat er op. Dien bab je hisr tassn vallen.” „Toen je weg was, kwam ft weer bü ea balde oanaddellük een detective de ook mogen noemen. Wie heeft tot op zijt?” „Ik bij het kasteel? Dan kent ge mij slecht, Roos F Dan zou mijn lieve „Die akelige neef; Hij heeft volstrekt ’jen Je beide vnendirtuen hare belofte,, verkwistingen gehoord? De i« eek niet aardig, met christelijk, det ik u nu ook vragen, hoe of het met 1 hart geschapen staat I’ geleden van een jonker dit oogenblik Solotht222_ mijn pot bier drinken. Nu kan ik wacti en wachten, tot vervelens toe I” enkele Luzerner- en alleman met gaarne in het openbaar zouden ens weten te vinden F is waar Met eenopenbare rimstocht naar aaldertje voor te verzoenen en de heer Hendrik heeft een veel te goed hart, dan dat hij iets, keerde Atlante zich verlangenvoor neef Heinrichs lichtzinnigheid moe- eens Hebt gij ooit gelegenheid gehad *f. „Wellicht een volgende maal Oven- -"in. zooab wij hem nog nooit gedron- hij heeft een tong*? u— -u-•-- -- ----- raadgeefster noodig heeft” en andere dranken ingewijd worden, spreken 1” een advocaat Schumacher zijn I Die zou Atlante lachend. dat „Wij moeten hem moedig maken 1 Atlante ik weet dat gij zwijgen kunt. „Dar gaat vanavond met F bromde Het volk is verplicht hem te steunen. 2. t eigen- Ludwig Roos, door zijn medeburgers Wtj leven in een republiek en kiezen tken, om de gelaatskleur en vooral cm zijn onze raadsleden tej eerst een heel ander mensch groeten dikken neus de ..roode Ludi” hand schonk. Bovendien geloof ik vracht deftige heeren uit Luzern F och I geld op I En daarom ben je zoo brommig Ik ben nog maar pas achttien jaren oud 12L J*1 Ik heb hem daarom ook weinig hoop lachend. l“e hnowel rnni ik maar omdat ik er zoo lang op moet Mei in de Konden zij dan met voor het avond- tenmenschen vóórdat ik de poort na storten nu ik 11 zoo openhartig zeg, wat ik denk? geworden. Maar vader wil er mets van maal vier-en-twintig in het cachot lav. hem om toestemming tot de intrede in teer voorname heer baron Fidel Zur- lept twintig jaren oud ben. God moge hem mets op den minderen man voor heb! tot andere gedachten brengen F De „roode Ludi” sluit de poort op het ,t. „Dus ook abdis 1 Ik feliciteer u 1 Wie vastgestelde uur en de heertjes uit Lu- vooral al> geen weet, af ik mij ook nog niet eens buig rern kunnen, net als alle andere Chris- Zerlauben, vroolijk en opge- onder het moeder bestuur van uwen tenmenschen vóórdat ik de poort na verwanten r was oprecht kromstaf T£ sprak Josephs Schumacher bedgaanstijd open, een extra-poortgeld Fidel heeft in het heele stadje geen erger gemeend; ouze huizing staat altijd voor-- - -1-- •- -- lief zusje open! Kom dan mee! ler verheerli;king van het kloosterleven, Waller begon hud te lachen. „Daar sedert hij hem het baantje de oud* vriendschap ver- ,oen <1* kleine Caecilia kwam aanhuppe- ziet men weer voor de zooveelste maal tans ontnam. Goeden avond heer V003d r - ---1- -<-• ;Jie. een onpartijdiger poortwachter. Wel „Dank u. Roos Wie houdt u daar ge maal gesorteerd waren, zoodat de ruikers Heere nog toe En een fijne politieke zelschap Ah, de jonge smid Waller, itjti vriendinnetjes begaven zich dus aan den Ludi. met kunnen denken Ja, ja, maar De jonge man, die deze vragen deed, 2. 2212_2 wel naar de nieuwste r-od« vaten Bourgondisch zout gehoord, welke gekleed schoenen met gespen, zijde® het tijd te worden, Jn hunne wijde zakken lieten reikte, jas en overjas met breede om- -• - te vreezen lurlauben met die groote hoe onder het moeder bestuur van uwen kromstaf F sprak Josephs schertsend ven wilde nog meer zeggen nê*| ter verheerlijking van het kloosterleven, „mm. ver- (oen de kleine Caecilia kwam aanhuppe- A1 zijn onze vsder. ook poli-' en verklaarde, dat de bloemen alle- dadelijk gebonden konden worden. De neus dat had ik van onzen rooden de_heeren uit Luzern nog niet binnenV* vriendinnetjes begaven zich dus aan den Ludi met kunnen denken Ja, ja, maar arbeid en nadat men in een tuinhuisje zeg, heb jij soms ook van die zeshonderd nog een schotel room met eemge bon- „Dank u, Roos Wie houdt u daar ge- Ztws sieraad voor Eerlijk gezi hoe prachtig heeft hij dc te vragen 1 1 in *-a *-*a“ goede heilige tante, de abdis Ursula te Stel eens, dat de raadsheer Schumacher Frauenthal. heb ik het voornemen ge- ‘2‘ r2- r2_ maakt den sluier aan te nemen Tot de duizend om een of ik was mijn Seppeh ik hoop en 1 -en ik hem eindelijk daartoe zullen over- „Vader laat er zich nimmer toe leenen, reden een zaak te verdedigen, welke hij als oneerlijk beschouwd. Zoodra hij dat stein”, waar de meisjes elkander nog- Vsteteft 9^1 ntt n»r M®n/4«»«lr J r* stellig aanraden, zich met uwen vader pe^ ^et kleine zusje op den arm en liep ander verteld. Roos heeft alles moeten en ander hooren mompelen. *Wilt te verzoenen en de heer Hendrik heeft opgeruimd verder Enke' ,*u‘--J!*- hare stuk van een nieuw gebouw dat een paar om g* Lu ben Donderdag- een vat Bourgondische den baron wel aardig uitkïeeden want j neen. maar I nog kker- nooit heb ik iemand zoo ferm hoorea >rden. spreken F (Wordt vtrvolld.) pen, die nog üjd over hadden, liej herberg binnen, om bü een knul het nieuws van den dag te bespreken „Ludi, komt ge ons gezelschap hou- CCfl *•-*-- -- s van de Baurerpoott toe de stadspoort gesloten had. „Geen mensch rttie te spannen. Maar laat hem rijden I tn de stad, die dezen avont^ plan heeft Ik ben toch benieuwd of Schumacher Keer Hendek heeft werkelijk bü te stelen ge kunt de wacht met een werkelijk den moed zal hebben, heele- moeder aanzoek om mijne hand eedaan gerust geweten aan uw kleinen tongen maal alleen weg te blijven.” Maar gij moogt het met verder vertellen, overiaten Atlante ik weet dat gij zwijgen kunt. „Dat gaat Hü heeft inderdaad zeer goede eigen- Ludwig Roe schappen, maar ook groote gebreken, om de gelaatskleur en vooral cm zijn onze raadsleden tegenwoordig ten waarom hij eerst een heel ander mensch groeten dikken neus de ..roode Ludi” minste nog Hoever 't anders neg komen zou moeten worden, als ik hem hart geheet en. „Ik verwacht nog een heele kan. als wtj aan de adellijke heeren ea en hand schonk. Bovendien geloof ik vracht deftige heeren uit Luzern F de njke geslachten dc teugels van het D’,”w,pcn n,“' ftniet, dat vader zijne toestemming geeft. Ei. Ei 1 Daar zit weer een goed drink- bewind in handen laten, kan men op de weg. wtj rullen *en zoe. .^N'dl*. Iooajs heer Hendrik thans is En och geld op I En daarom ben je zoo brommig vingers aftellen. Neen 1 De zwarte seboea- u-1r--.,i. - als een oude beer?” vroeg smid Waller maker ts onze man, en hem moeten wq 1. f „Neen, niet over bet drinkgeld brom Fidel Zuriauben ik maar omdat ik er zoo lang op moet Mei in de vt wachten F antwoordde de poortwachter houden wordt, tegemoet ziet F Konden zij dan met voor fee avond- ..Wie komt daar langs het Rijnstraxt- Men mompelde klokje tn de stad zijn Ik zou dan op je vroeg de smid. „Ik tou met Jaa 2__ *“t met enkele Luzerner- en alleman met gaarne in het openbaar lurn. die naar eene schellingen m den zak op mijn gemak over onze raadsleden spreken. De „hee- d*g_nauweitjka acer met bruid zocht.” tnijn pot bier drinken. Nu kan ik wach- ren” zouden ens «reten 1” Wel, wel I Toch ook een nieuwsgierig ten en wachten, tot vervelens toe F „Dat is waar 1 Met 1 uwen ttrengen v»der Aagje! Neen lieve, dat gold mijn vroo- „Hoe zoo dan? Wie heeft dan zijne schuldbekentenis, een pel It ge begrijpen. Niet dat tijk zusje, onze Elisabeth Zij schijnt aankomst laten melden Einsiedeln en menig 22—2222_- „Och, de baron Zuriauben heeft een eiken raadsheer zijn ze dadelijk klaar Thans is zusje lief op bezoek bij der lakeien gezonden met bericht de en vooral met het laatste F -- t „Dat zou me nog zooveel niet hin- die hij hedenavond verwacht, deren als die akelige roode en gele kap- gij weet, wat ik als klein aangekomen is En het reglement zegt, pen, waarmee ze^een eerlijk burger ten j— j-.j - a— j voof geheele stad kieeden, zoo- ---r dat men reeds tn heel Zwitserland van of eert dergelijk persoon de poort nader- de Zugerkappen spreekt." den sluier aan te nemen heden ben ik die belofte met ontrouw brood kwijt en zat bovendien nog twee- -22.2_2 _L_ 2j uren 2. 2_ 2—2 -r_-- weten en hij heeft mij ernstig verboden Maar nten, hoor Hedenavond zal de door de stad.Soms lijkt het wel, of hem om toestemming tot de intrede in xeer voorname heer baron Fidel Zur- Vastenavond nog moet komen, hoewel het het klooster te vragen, vóór ik vijf-en- iauben. trots zijne hooge htaatsiepruik, die dagen pas voorbij zijn," sprak de iben l poortwachter. „Maar voor hèm daar, behoeven we ons niet bang te maken hij is wel eea maar staat met zijn lieve op gespannen voet. Baron vijand, dan zijn neef Heinrich, vooral j van secre- was tamelijk bons onder gemeenschappelijk gebabbel Fidel en vóór hem Beat Jakob kousen, een broek, die tot aan de kniefn verorberd had, begon l *2J_ 2_ 22 2- 22 dat Seppeli met de kleine zus vertrok rollen Ta, ja, ja Ik begin te vreezen jeslagen kraag en sbjve panden, waar- want de zon begon langzamerhand te dat de Zuriauben met die groote hoe onder de punt van den degen even te dalen. veelheid zout hun soepje al te bitter voorschijn kwam. Maar de gekruld* „Gauw, gauw zeide Seppeh, „anders gemaakt hebben 1 Men hoort tegen sluit Speete (de poortwachter) de Ober- woordig hier en daar nogal eens gemom- wijler poort en dan kunnen we vanavond pel De Baurer en Menziger moeten Zoo sprak Atlante met overtuiging heelemaal niet meer thuis komen F besfoten hebben in de gemeenteraads- hoofd. Hoewel men tn de schemering en gevoel, en hare woorden vonden „o jan hier blijven F meende de zitting die zaak op het tapijt te brengen --—----*- weerklank in het hart der vriendin kleine, „Ti-ti-leh gaarne hier zijn. Ti- En hier te Zug zal binnenkort het raads- Krachti; drukte Josepha. Atlante’s hand, tj-leli bij tante Tlan-Tlan (aldus had het lid Schumacher het gouden deksel kind den vreemdklinkenden naam Atlante waarmee de Zuriauben zoovele jaren pogingen Ach, vervormd.” zoutkist gesloten hielden, oplichten „Maar wat zou zoete moetje dan zeg-K „Ja, ja, eiken raadsheer een ducaat gen als haar Zizilleli niet terugkeerde?' »n dan de verdeeling van de Fransche omgang vroeg Seppeli pensioenen onder de familie en de goede ---n> j Dat maakte indruk op het hart der vrienden, terwijl de gemeene man met de bank zitten u «.lujm. vctiuw mijn vader wil bewegen als advocaat kiemt. Zuchtend lief zij zich alle zakken zijn bloed dat Fransche geld heeft moeten zijn Van Waichwijl komen rijden in zijn geding met den baron op te tre- voj bonbons steken, nam in den rechter- verdienen De duivel hale hem En nu den Er is sprake van een twist over deze hand den ruiker voor zoete moetje, in heeft hij met die groote geldsommen Luzemers zullen denkelijk spoedig ko- heerlijkheid, naar ik meen Komt het de linker dient voor „Titibabeli" en^nam «eet iets nieuws uitgedacht een nen. Maar hoe komt het, dat u met werkelijk tot een proces, dan hebben afscheid, verklarende, alle dagen bij Hollandsche tuinzaal, of hoe ze dat ding aan het kasteel „Zuriauben” afgestegea wij, helaas 1 weinig vooruitzicht op eene tante Tlan-Tlan te zullen komen - ””2_ _r verzoening tusschep uwen en mijnen Op weg naar de tuinpoort hernieuw- den dag .van heden in Zug van zulke fr „«ir,—v< «fci ^3 bc!—tc, "hoerd? Dz zaal moet op deze adellijke bezitting. *11* pogingen aan te wenden, opdat de prachtig ingericht zijn en gevuld met oom Fidel mij eerst op de knieèn om allemaal bij den dood zijns vrede en vriendschap tusschen baron v«l« kostbare spiegels kroonluchters, vergeving smeeken en met intres lenig den familieraad afgedaan.” Fidel en Schumacher zouden heerschen. tapijten, schilderijen, eoud en zilver- geven, wat hij mijne moeder zaliger „Vader komt op het feest F verklaarde werk, net als aan het hof van den koning en hare kinderen ontstolen heeft I En vertrouw, dat moeder v*n Frankrijk te Versel of hoe ze daartoe zal ik hem vroeg of laat dwingen, die plaats ook mogen noemenJa, 't zoo waar ik Heinrich F moet er zoo mooi zijn, dat de baron den al zou ook het heele steil Atlante Uep mee tot dichtbij „Frauen- koning in dije zaal kan ontvangen. De bankroet gaan F ingezien heeft, zal ^hij heer Hendrik maals ’de hand reikten toen nam Sep- 7111 den verver Roos hebben mij opgeruimd verder Énkele seconden later likken en vergulden. En nu zal dit pronk- zaak voor den raad brengen, of 1 veel te goed hart, dan dat hij iets, keerde Atlante zich om en zag hare stuk van een nieuw gebouw dat een paar uw Li; L-. wat hem met toekomt, met geweld zou vriendin achterna. „Had ik haar niet duizend gulden gekost heeft zoowaar recht aan te klagen Dat zou iets voor verlangenvoor neef Heinrichs lichtzinnigheid moe- iL reede J „Wel. wel Hoor me die advocaat fen waarschuwen vroeg of zichzelve namiddag met zijn gotd hirt te letten kennen vroeg gens is Josephine een verstandig meisje, ken hebben, en niet de noodige lei j -*1 j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 12