van het
PATRONEN
„Noord-Hollandsch Dagblad”
I J
Tweede Blad
MEJ.N.E. BRUIN,
MODEVAKSCHOOL,
Oudegracht HO, Hlknaar.
naar maat verkrijgbaar.
PLATEN TER INZAGE.
I
No
Vrijdag S» Juli 1M7
F
i
i
I
17 0.
1
I
l
-
De viooltjes onder het
Kruis.
Baby-artikelen.
..Het Groene Kruis’*
Depot Nutricia.
EPISTEL EN EVANGELIE.
Canlslus’ Levensideaal.
i.
J
4
Zelfs
I
een
daardoor slechts be-er haar belangloos
langen om goed te lom getoond. Zij hoeft
ï>wël
maar,
melen.
-<o)-
in alle omstandigheden had nagestreefd.
I
a
f
t
I
i hebben
de vijf secties te be-
1
wijsheid
christenen en priesters van hen gemaakt en
re.-de v-.rmt zij bisschappen uit hun midden.
Maar wanneer zij nu reels do Chinfez'm
haar volle vertrouwen scheukt, is dit, omdat
hunnerzijds de Katholiek1 Ohinoezen ver
trouwen hNMn gesteld in de Kerk, hun
voozdee] hrsdjèh gedaan met haar lessen en
voorbeelden, jnet haar alle beproevingen
hebben doorgemaakt en de vruchten hebben
laten rjjpen alvorens ze te plukken.
Mogen hun Jandgenooten hun
navolgen.
Dit is, voegde Mgr. de Guébriant eraan
toe, het beste wat men hun toe wenschen
kan
prof. A. Carnoy over: Dé sociale taak van
de derde Dr. M. Verhoeven
idee in de geschiedenis der ^rr?d:
monster kyk. Hoe dichter de rij van Stich
ters die voor dit monster gaan staan, hoe
minder ik ervan zie.
Missiehuis, Hoorn, Postrek. 120937.
Father LEFEBER, Direc.
De Tweede Persoon van de T. Drieënheid
kwam op aarde. Wat was Zijn doel?
Missiewerk.
Spenen.
Fiesschen.
V erb and w atten
Verbandgazen.
Zalven
Ooraponsje*.
Baby sponsion
Stuilpoeder.
- Boorwater.
Glycerine spuitjes.
Voedingsmiddelen-
Alle soorten kindermeel t best m
Mllljket bij CENTRAAL DROGIST
HOOGZIJDB 8CHAGKN.
30
13
12
...12
...10
0
6
8
8
B
B
5
6
4
8
3
3
3
8
3
3
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
TFICIEEL KERKBERICHT
Westerblokker deze week weer een voor
uit en Wognum doet ook weer een sprong
vooruit.
Er zijn deze week ook weer twee nieuwe
leeraren voor dit Missiehuis genoemd: Fa
thers B. Eygenraam van Dordrecht en J. de
Reeper van Den Bosch. Met Sept, beginnen
we al met een derde klas en dus waren er
meer leerkrartiten noodig.
Ja, met September zullen we hier al met
zes priesters zijn. Ge ziet, vrienden, dat het
ons ernst is. Op God vertrouwend zetten we
door ondanks de kwade tijden. Het aantal
roepingen blijft doorgroëien en Noord-Hol-
land heeft daarin het leeuwendeel. Laat
Noord-Holland nu ook het leeuwendeel ne
men in de ^inancieelen steun. Ik sjouw het
geheele land af om het hoofd boven water
te houden; want ja, het is natuurlijk mooi,
dat we straks al met drie klassen en zes
priesters zijn, dat het nieuwe Missiehuis in
aanbouw is, maar, vrienden, wat ’n zorgen,
wat ’n zorgen!! Ik weet wel. dat het voor
O. R Heer niets beteekent, maar, ach wij,
menschen, zijn some zoo klein. Juist als
kleine kinderen, die zich veilig voelen aan
vaders hand en toch beginnen te schreeu
wen, als zij een grooten hond tien. Zoo is
het ook met mij gesteld. Ik weet dat als het
succes van deze stichting tot meerdere eer
en glorie van God is, dat dit succes dan ook
verzekerd is. En toch begin ik zoo nu en
dan te schreeuwen, als ik naar het zorge»-
ZEVENDE ZONDAG NA PINKSTER.
Epistel uit den brief van den H. apostel
Paulus aan de Romeinen; VI, 1923,
Broeders, ik spreek mensehelijkerwijze
om de zwakheid van uw vleesch; want, ge
lijk gy uwe leden hebt overgegeven, om te
dienen der onzuiverheid, en der ongerechtig
heid ter ongerechtigheid, zoo geeft nu uwe
leden over, om der rechtvaardigheid te die
nen ter heiligmaking. Want toen gij slaven
der zoriden waart, waart gij vry van de
rechtvaardigheid. Maar, wat vrucht hadt gjj
toen in die dingen, waarover gjj u nu
schaamt? Want het einde daarvan is de dood
Maar nu gy vr(j van de zonde, en dienaren
Gods zyt geworden, hebt gij uwe vruchj in
de heiligmaking, en uw einde is het eeuwig
leven. Want de vergelding der zonde is de
dood; maar de genade Gods is het eeuwig
leven in Christus Jesus, onzen Heer.
Evangelie volgeferden R. Mattheus;
VIT, 1B—21.
In dien tijde zeide Jesus aan Zyne leerlin
gen: Wacht u voor de valsche profeten, die
in schaapskleederen tot u komen, maar in
wendig grijpende wolven zijn. Aan hunne
vruchten zult gij ze kennen. Plukt men wel
druiven van de doornen, of vijgen van de
distelen? Alzoo brengt ieder goede boom
goede vruchten voort. Een goede boom kan
geene kwade vruchten, noch een kwade boom
goede vruchten voortbiAigen. Ieder boom,
die geene goede vruchten voortbrengt, zal
uitgehakt, en in bet vuur geworpen worden.
Zoo dan, aan hunne vruchten zult gjj ze ken
nen, Niet ieder, die tot M{j zegt: Heer, Heer,
zal in het rijk der hemelen ingaan; maar,
die den wil Mijns Vaders doet, die in den
hemel Is, die zal ingaan in het rijk der he-
Ecnige weke» geleden schreef een
Spaansch missionaris in de missie van Nan
king over de Zuidelijke troepen:
Overal waar een residentie en een Katho
lieke kerk ia, houden ze zich op. Zoo hebben
ze zich va» "*1 onze gebouwen, seminaries
en meisjesscholen meester gemaakt. Op en
kele plaatsen hebben ze zelfs ‘Ie Kerk niet
gespaard.
Over de toekomst van da Kath. missies
in China na den burgeroorlog schreef Mgr.
do Guébriant dezer dagen in Je „Nouvelle»
religieuses”:
De Katholieke Kerk in China heeft reeds
haar rol gespeeld en getoond, welken weg
zij volgt. Sedert haar eerste contact met de
Chineezen heeft de Kerk gepoogd hen te be
grijpen en zichzelf tegelijkertijd door hen te
doen begrijpen.’ Zjj heeft hen bewonderd in
al het bewonderenswaardige, dat zij hadden
en zjj heeft niets nagelaten om hun h'in wer
kelijk» waarde onder de volken te doen
kennen en hoogachten. En terzelfder tijd
deed zij hen deelen in Je oneindige welda
den, die het Christendom aan de werell ge
bracht heeft.
Als zjj den weg hadden gjrolgd, dien de
Kerk hun aanwees zouden zjj thans reeds
lang aan de spits van de volken staan
Nooit hebben de Chinaez-m van haar behoe
ven te denken,- dat /.ij h?n niet als gelijken
van de andere ~olken beschouwde.
In hun land eeuwenlang gedoemd
catacombenleven te leiden, heeft de Kerk
hen daarom niet minder lief gehad »n heeft
daardoor slechts be'er haar belangloos ver-
Hoorn
Alkmaar
Zwaag
Spierdijk
X.
Bovenkarspel
W er vershoof
Hem en Venhuizen
Nibbixwoud
Weere
Westerblokker
Obdam
Hoogwoud
Wognum
Purmerend
Hoogkarspel
Oosterblokker
Grootebroek
Heerhugowaard (St, Dion.)
Mednmblik
Spanbroek
Westwoud
Lutjebroek
Onderdyk
Broek erha ven
Wadway
Ursem
W aarland
N Scharwoude
Goorn
Schermerhorn
Akersloot
Castricum
Enk buizen
Oudorp -
Oud karspel
Heerhugowaard (Noord)
mededeelen aan die smachten naar geeste
lijk goed.
Een ideaal is een heerlijk bezit: het prik
kelt tot arbeid en offer, tot uitbuiting van al
zjjn natuurlijke en bovennatuurljjke gaven.
Het is het uitgangspunt van alle actie en
initiatief, de bron van groote energie, de
noodzakelijke voorwaarde voor karakter
sterkte en karaktervastheid. Het ideaal is de
bezieling van het leven.
Is het bijzonder eigen aan de jeugd, het
behoort even goed - zjj het in anderen
vorm aanwezig te zjjn in den volwassen
mensch. Daar is echter het glanzende, stra
lende verdwenen en blijft slechts het stevig
gewortelde begeeren naar daad. Zelfs de
grijsaard die den dood n^bij is, kan zijn
ideaal behouden van gelukkig en heilig te
sterven.
Het is bedroevend, dat zoovele idealen
niet waard zijn, om nagestreefd te worden,
omdat zij geheel gegroeid zjjn uit het ver-
gankelijkc. Eerst als er iets van het eeuwige
bjjkomt, al is het ook maar in de verre verte,
worden het ware, echte idealen, die de in
spanning. hun gewjjd, met reden verdienen.
Canisius -heeft geheel zijn leven van een ide
aal geleefd, dat vrar 'n mensch het hoogst
denkbare kan heeten; het was breed en
grootsch en het leven overwaard: een echt
Heiligenideaal: instandhouding en uitbreiding
van het Roomsche geloof. Onder verschillen
de leuzen, in verschillende vormetï heeft bet
hem geprikkeld en aangevuurd. „Voor
Christus en de Kerk” klonk het, toen hij te
Keulen studeerde. „Tot meerdere eer van
God”, fluisterden Ignatius en Petrus Faber,
zjjn geestelijke leidsman, hem in. Voor het
behoud van Duitschland” werd het later.
Toen hij jong was, zag hij nergens beperkin
gen voor de uitvoering van zjjn hartewensch:
in de volle kracht zijner jaren hoopte hij heel
Duitschland te kunnen bekeeren; en als
grijsaard, strompelend door Freiburg, dacht
hij aan het eeuwig heil van die stad met al
haar bewoners.
Strjjden voor het Roomsche Geloof. Dat
is de ééne richting geweest van heel zijn le
ven; roem, geld, macht mochten hem niet
bekoren.
Wat zijn ideaal behelsde, heeft hij niet be
reikt het Protestantisme staat nog. Duitsch
land telt millioenen niet-katholieken, Frei
burg was niet geheel Roomsch op den dag
van zyn sterven, maar onnoemelijk veel goed
was tot stand gebracht, de kracht der her
vorming was gestuit, de Katholieke opleving
was in vollen gang.
Dat was te danken aan zijn levensideaal,
dat h(j met sterke standvastigheid altijd en
Hot is al jareu geleden, dat de kleine,
blondgelokte Katy, een kind van twaalf
jaren, en altijd even vroolük en opgeruimd,
nog tot een van mijn beste en meest ge
liefde leerlingen behoorde. Ze was de lieve
ling van hare ouders, de prettigste speel
genoot voor hare vriendinnen; op school
altijd ijverig, volgzaam en braaf, terwijl zij
in het huis des Heeren steeds ieders aan
dacht trok door hare innige en kindprlyke
vroomheid.
Het ouderlijke huis was door een grooten
tuin omgeven, waar crocussen, sneeuwklok
jes, violen en vele andere lentebloemen reeds
het oog verlustigden, wanneer daar ergens
anders nog nauwelijks aan werd gedacht.
Hier toefde Katy dan ook het liefst.
Doch ook wendde zy gaarne hare schre
den naar het vrye veld. By hare vele wan
delingen in Gods schoone natuur kwam het
kind meestal voorbij een kruis^ dat door een
breede linde overschaduwd was. Nooit ver
zuimde zy dan even neer te knielen voor
den Gekruiste en een kort maar aandachtig
gebedje te zeggen.
Op zekeren keer, het was een mooie April
dag, viel het de kleine op, dat er op de
lente groene 'graszoden, geen enkele bloem
stond. In haar kinderlijke eenvoud sprak ze:
„Wacht myn goede Heiland, ik zal eens wat
mooie bloemen voor U halen. Ik geloof ze
ker, dat hun zoete geur U zal verblijden.”
Vlug liep Katy heen en vertelde het aan
haar moeder. Deze was zeer verblyd met
het denkbeeld van haar lieveling en schonk
haar eenige violenplantjes, die het kind naar
het kruis, aan den weg bracht en behoed
zaam ei voor in den grond plantte.
Jaren zyn vervlogen sinds dezen lente
dag. Het lokkige blonde kind is een jonge
dame geworden. Schoon en lieftallig als
voorheen vinden wy haar terug. Toch heeft
er een verandering met haar plaats gegre
pen; haar kinderlijke vroomheid is verdwe
nen. Gelijk zoovele opgroeiende meisjes is
het ook haar gegaan. Zy voelde zich zoo
zeer gestreeld door de van alle kanten be
toonde bewijzen van genegenheid, sinds zy
hare intrede in de wereld had gedaan. Zy
leerde den zoeten smaak van den giftdrank
der vleierij kennen en hield er van, zich met
mooie kleeren, kostbare ringen en allerlei
opsinuk te tooien.
Haar weliswaar door en door goede en
bezorgde moeder, die echter zelf ook wat
ydel was, dorst in haar blinde liefde geen
vermanende woorden y>t haar verdwaasde
dochter spreken.
Maar de Goddelijke Heiland liet niet toe,
dat dit hart, dat eens zoo kinderlijk trouw
en warm voor Hem gekloot had. in de
vreugden en gevaren dezer wereld zou ten
onder gaan.
Weer scheen de Aprilzon warm en vroo-
lijk en lokte de blijde menschen naar buiten
in de pas uit den winterslaap ontwaakte
natuur.
In gezelschap van eenige meisjes van ha
ren leeftijd snelt Katy in luchthartige stem
ming door de velden. Hare levendige ge
sprekken gaan over de vele genoegens en
afwisselingen, die de afgeloopen winter met
zich bracht.
Ach hoe heerlyk en mooi is toch het
leven, roept Katy overmoedig uit; en wat
zyn wij meisjes toch gelukkig, dat wy allee
naar hartelust genieten kunnen!
Zjj wil haar vreugde in nog meer begees
terende woorden uiten, doch wordt onder
broken door een harer vriendinnen die jube
lend uitroept:
Viooltjes, viooltjes! Ziet eens, het heele
grasperk er mede overdekt!
Allen loopen op de vriendin toe, welke
bjj het ons bekende kruis aan den weg de
voor jaren door reine kinderhand geplante
bloemen heeft ontdekt. Zij plukken de geu
rende blauwe violen, en niemand van haar
ziet ook maar even op naar het beeld van
den Gekruiste.
Doch neen, één houdt zich afzijdig en
deelt niet in de algemeene vreugde. Het
is Katy.
Wat is er met haar gebeurd? Hoe ver
anderd staat zij daar opgens. Even geleden
sprong zjj nog zoo dol en uitgelaten rond,
en nu staat zij daar zoo zwijgend en ver
ward.
Geljjk een waarschuwende bliksemstraal
uit den hemel trof haar by den uitroop harer
vriendinnen de herinnering aan dien gewy-
den dag harer jeugd, toen zij in geloovige
liefde deze viooltjes had geplant. Gelijk een
groet uit dien heerlijken tijd, toen zij haren
Heer en Heiland aan het kruis nog zoo
innig en oprecht beminde, waait haar nu de
geur van die blauwe bloempjes tegemoet.
Een gloeiend rood overdekt hafe wangen,
nu zjj denkt aan de dwaze woorden, die zij
zoo juist in haar lichtzinnigen overmoed
heeft uitgesproken. Zjj had haar nieuwe ge
noegens gesmacht, en gedorst naar de ver
leidingen van de«e verdorven wereld. Och,
ook de Heiland had eens in diepe smart de
woorden uitgeroepen: „Ik heb dorst!” Maar
Hy dorstte naar het heil der menschen en
naar hunne liefde. Katy’s blik valt op het
door ouderdom verweerde en haast onlees
bare inschrift aan den voet van het kruis
„Slechts in dien iemand u ooit meer liefde
betoonde, als Ik u betoon, dan pas moogt
gjj hém meer liefhebben als Mij.
En nu vraagt ze zich af, of zij werkelijk
onder alle menschen de haar vereeren en
beminnen er één gevonden heeft, die het
ernstiger en oprechter met haar geluk meen-7
de, als Dengene dien zy trouweloos verlaten
heeft, en die nu vanaf het kruis venmanend
en waarschuwend op haar nederblikt?
De plagende uitroepen harer vriendinnen
trekken Katy uit haar overpeinzingen.
Hé Katy, wat scheelt jou? Ben je be
dwelmd door den geur der violen, of ben
-je misschien wel in vrome overwegingen
verzonken?
Het jonge meisje geeft echter geen ant
woord op deze vragen; zjj neemt een aan
geboden bouquetje dankend in ontvangst en
gaat met de anderen samen voort, doch
voor vandaag is hare vrooljjkheid geweken.
Steeds komt haar weer het inschrift van
het kruis voor den geest.
Toen Katy thuis gekomen was, legde zij
de bloemen voor het kruisbeeld, dat zjj sinds
langen tjjd geen aandacht meer had ge
schonken. Zjj zinkt op haar knieën neder en
bidt uit den grond van haar hart, zooals
voorheen in de schoone dagen der jeugd.
Vanaf dit uur draagt zjj geen overdreven
opschik meer, zy vermydt de uitgelaten ge
noegens.
Toch blijft zjj steeds vrooljjk en lieftallig,
en de besten harer vriendinnen volgden
spoedig haar goede voorbeeld.
Kath. Missiën.
KARAKTERGROOTHEID.
Levend in een eeuw van zedeljjke ver
zwakking, van weelde en overdaad, zyn wy
vrijgevig met onze bewondering voor een
waarlyk sterk karakter.
Maar wy vinden er zoo weinig, die, staande
boven alle moeilijkheden des levens, boven
vrees en overmoed, bereid tot lijden en tot
stryden, tot deensief en offensief, zonder
neerslachtigheid, zonder roekeloosheid hun
levensbaan leggen in een strakke, rechte lijn
van hooge plichtsvervulling. De meesten
kunnen het leven niet aan, overwinnen zy
hier, dan verliezen zjj daar;'velen zijn sterk,
zoolang ze successen van hun arbeid zien,
doch liggen moedeloos neer, als de eerste,
groote tegenslag komt.
Het leven is zoo moeilijk.
Toch zijn er enkele te vinden, die allen te
genstand van binnen en van buiten getard
hebben, die den moed toonden om te lijden,
en den durf, om to vechten voor hun over
tuiging.
Ëeren wy hen, ja, vereeren wy ze met on
ze bewondering en sympathie, want zy zyn
de groote weldoeners der menschheid. Hun
'zedelyken invloed ging uit over honderd
duizenden, hun kracht deelde zich mee, hun
deugden vatten vlam in tallooze harten; hun
sterkte gaf steun aan de zwakheid; zy maak
ten den geest van hun tijd.
Hy werd geboren te Nijmegen en heette
Petrus Canisius.
Een Hollandsche Heilige.... en we ken
nen hem niet
Om Canisius te leeren kennen, zullen we
tem gaan beschouwen in zyn karaktergroot-
held. in de hooge fierheid van zijn wil.
Daartoe zullen we achtereenvolgens de
aandacht wijden aan Canisius'groote levens
ideaal, hoe dit in hem groeide; hoe het wor
stelde met de werkelijkheid; hoe het ver
sterkt werd en welke gevolgen het tot stand
bracht in zyn leven.
Het ideaal, de willensdrang tot iets grootsch,
is het bijzondere eigendom van den jongen
Daan. Zoo spoedig als deze begrip begint te
krijgen van de menschelijke samenleving,
gaat h|j er met zyn geest een plaats in ne
men. Zich voorstellend met zijn talenten en
^genschappen veel te vermogen, veel meer
dan de waarheid gedoogt, koestert hij we
reldwijde verlangens naar onvergetelyken
roem van zyn landgenooten, of naar opeen
stapeling van buitengewonen rijkdom of een
schitterende machtpositie. Een ander voelt
in zich de levensdrang, tot schoonbeidschep-
pen in kleur en vorm, of rythme. Een derde,
diep getroffen door de alom heerschende so
ciale nooden, wil weldoener worden van de
menschheid; hy zal de wetten maken, dié
armen en verstootenen zullen opheffen tot
meerder levensgeluk; zijn geld zal hy kwis
tig rondstrooien, zieken troosten, ongelukki
ge opbeuren.
Sommige hebben nog hoogere idealen: vol
aandacht voor het lijden der lichamen, voe
len zjj dieper nog het eindeloos wee der tal
loze onsterfelijke zielen; die zullen zij be-
A®r» rijker, gelukkiger, heiliger maken. Daar-
’rillen zij al hun kracht wyden, daarop
kullen zy zich vormen, zoodat zij, rijk naar
Kiest en hart, van overvloed veel kunnen
R. K. PAEDAGOGISCHE WEEK.
Uit het programmaboek, dat binnenkort
zal verschijnen, kan het volgende reeds wor
den medegedeeld.
In do eerste algemeene vergadering zal
prof. G. de Langen Wendels spreken over:
Maatschappij en Opvoeding; in de tweede
prof. A. Carnoy over: Dé sociale taak van
den opvoeders in staat en maatschappij; in
De sociale
faagogiek; in
de vierde: Prof. J. Kors over: De godsdienst
als sociale factor bij de opvoeding.
Naast de algemeene verga/leringen wor
den sectie-vergaderingen gehouden, ver.
deeld over vyf afdeelingen, die echter zoo
geplaatst zijn, dat alleen op één tniddae (17
Aug.) in twee secties tegelijkertijd wordt
vergaderd: dat is n.l. de sectie voor Middel
baar en V. H, Onderwys en die voor Nijver
heidsonderwijs. Alle congressisten
dus gelegenheid, om d*
zoeken.
In de sectie Lager Onderwys spreekt Mr.
Dr. L. Deckers over: V^at verwacht de
Maatschappij van de Lagere School? en G.
Bulten over Het- sociale element in de pae-
dagogisch-dialectische taak van het Lager
Onderwys.
In de sectie M. O. en V. H. O. spreekt J.
N. H. Al over: Wat verwacht de Maatschap
pij van de Middelb. School? en Mr. Dr. J.
Beuns S.J over: Hoe leidt de Middelb. School
op voor het maatschappelijk leven?
In de sectie Nijverheidsonderwijs spreek»
P. Serrarens over: Wat verwacht de Maat
schappij van het Nijverheidsonderwijs? en
pastoor J. Möller over: Nijverheidsonderwijs
en Maatschappij.
In de sectie Buitengewoon Lager Onder
wijs spreekt H. v. Velthoven over: Wat ver
wacht de Maatschappij van bet Buitenge
woon Imager Onderwys? TTi. Willems over:
Hoe leidt het onderwijs voor achterlijken ea
zwakzinnigen op voor het maatschappelijk
leven? A. Lathouwer spreekt over: Het doof
stommenonderwijs en het maatschappelijk
leven: fr. Dositheo over: Opvoeding van het
blinde kind voor het maatschappelijk leven.
In de sectie Vrije Jeugd vorming spreekt
J. Th. Nykatnp over: Wat verwacht de Maat
schappij van de Jeugdorganisatie? Mej. F.
Haye over: Maatschappij en vrjje jeugdvor-
ming van de meisjes. Pastoor W. de Grijs
over: oHe beantwoordt de jeugdorganisatie
aan de verwachtingen, welke de maat
schappij haar stelt?
In twee avondvergaderingen wordt door
pater H. Hermans en Huib Luns gesproken
over: Hoe beantwoordt de jeugdorganisatie
eerste ove de schoolbioscoop, door den
tweede over zyn illustraties van het bij-
belsch leerboek.
Men zal moeten toegeven, dat dit belang
rijke programma een prachtige belofte In
houdt voor het welslagen der week. Het
Bestuur mag ongetwijfeld rekenen op een
groote deelname uit alle kringen, die op
eenigerlei wijze belang stellen in de bran
dende kwestie van de sociale taak van het
onderwys.
Voor hen, die bytyds willen zorgen voor
logies, zy hier bygevoegd, dat een commissie
voor logies is ingesteld, die gaarne in
lichtingen over logies zal verstrekken.
DE MISSIES IN CHINA.
De meening van Mgr. Guébriant.
Het is bekend, dat de Katholieke aiMsie in
China de noodlottige gevolgen van den bur
geroorlog maar al te zeer aan den Mjve on-
derrindt. De missionarissen moeten er
onder levensgevaarlijke omstandigheden hun
werk verrichten en vaak verkeeren zy in 'n
toestand van volkomen godsdienstvervol
ging.
Over de thans heerschende toestanden
wordt o.m. het volgende gemeld:
In de missies, die zij binnengedrongen zyn,
zyn de Zuidelijke soldaten niet tevreden met
het bezetten van de kerk en de bybehooren-
de gebouwen. Zij verbrijzelen de altaren,
ontwijden de beelden, beletten den eere-
dienst, nemen de pastorie in bezit en bren
gen soms vrouwen in de vertrekken van den
missionaris om dezen spoediger de wyk te
doen nemen.
Waar <ie Zuidelijke legers voorby getrok
ken zyn, zyn de arbeidersorganisaties en de
scholen ingench» op anti-christelyken. grond
slag. De arbeiders zijn communistisch ge
organiseerd. Degenen, die hier niet aan mee
doen, worden gebroodroofd. De voorwaarde
om in deze organisaties zyn intrede te doen,
is geloofsafval.