van het PATRONEN „Noord-Hollandsch Dagblad” I J Tweede Blad MEJ.N.E. BRUIN, MODEVAKSCHOOL, Oudegracht HO, Hlknaar. naar maat verkrijgbaar. PLATEN TER INZAGE. I No Vrijdag S» Juli 1M7 F i i I 17 0. 1 I l - De viooltjes onder het Kruis. Baby-artikelen. ..Het Groene Kruis’* Depot Nutricia. EPISTEL EN EVANGELIE. Canlslus’ Levensideaal. i. J 4 Zelfs I een daardoor slechts be-er haar belangloos langen om goed te lom getoond. Zij hoeft ï>wël maar, melen. -<o)- in alle omstandigheden had nagestreefd. I a f t I i hebben de vijf secties te be- 1 wijsheid christenen en priesters van hen gemaakt en re.-de v-.rmt zij bisschappen uit hun midden. Maar wanneer zij nu reels do Chinfez'm haar volle vertrouwen scheukt, is dit, omdat hunnerzijds de Katholiek1 Ohinoezen ver trouwen hNMn gesteld in de Kerk, hun voozdee] hrsdjèh gedaan met haar lessen en voorbeelden, jnet haar alle beproevingen hebben doorgemaakt en de vruchten hebben laten rjjpen alvorens ze te plukken. Mogen hun Jandgenooten hun navolgen. Dit is, voegde Mgr. de Guébriant eraan toe, het beste wat men hun toe wenschen kan prof. A. Carnoy over: Dé sociale taak van de derde Dr. M. Verhoeven idee in de geschiedenis der ^rr?d: monster kyk. Hoe dichter de rij van Stich ters die voor dit monster gaan staan, hoe minder ik ervan zie. Missiehuis, Hoorn, Postrek. 120937. Father LEFEBER, Direc. De Tweede Persoon van de T. Drieënheid kwam op aarde. Wat was Zijn doel? Missiewerk. Spenen. Fiesschen. V erb and w atten Verbandgazen. Zalven Ooraponsje*. Baby sponsion Stuilpoeder. - Boorwater. Glycerine spuitjes. Voedingsmiddelen- Alle soorten kindermeel t best m Mllljket bij CENTRAAL DROGIST HOOGZIJDB 8CHAGKN. 30 13 12 ...12 ...10 0 6 8 8 B B 5 6 4 8 3 3 3 8 3 3 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 TFICIEEL KERKBERICHT Westerblokker deze week weer een voor uit en Wognum doet ook weer een sprong vooruit. Er zijn deze week ook weer twee nieuwe leeraren voor dit Missiehuis genoemd: Fa thers B. Eygenraam van Dordrecht en J. de Reeper van Den Bosch. Met Sept, beginnen we al met een derde klas en dus waren er meer leerkrartiten noodig. Ja, met September zullen we hier al met zes priesters zijn. Ge ziet, vrienden, dat het ons ernst is. Op God vertrouwend zetten we door ondanks de kwade tijden. Het aantal roepingen blijft doorgroëien en Noord-Hol- land heeft daarin het leeuwendeel. Laat Noord-Holland nu ook het leeuwendeel ne men in de ^inancieelen steun. Ik sjouw het geheele land af om het hoofd boven water te houden; want ja, het is natuurlijk mooi, dat we straks al met drie klassen en zes priesters zijn, dat het nieuwe Missiehuis in aanbouw is, maar, vrienden, wat ’n zorgen, wat ’n zorgen!! Ik weet wel. dat het voor O. R Heer niets beteekent, maar, ach wij, menschen, zijn some zoo klein. Juist als kleine kinderen, die zich veilig voelen aan vaders hand en toch beginnen te schreeu wen, als zij een grooten hond tien. Zoo is het ook met mij gesteld. Ik weet dat als het succes van deze stichting tot meerdere eer en glorie van God is, dat dit succes dan ook verzekerd is. En toch begin ik zoo nu en dan te schreeuwen, als ik naar het zorge»- ZEVENDE ZONDAG NA PINKSTER. Epistel uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Romeinen; VI, 1923, Broeders, ik spreek mensehelijkerwijze om de zwakheid van uw vleesch; want, ge lijk gy uwe leden hebt overgegeven, om te dienen der onzuiverheid, en der ongerechtig heid ter ongerechtigheid, zoo geeft nu uwe leden over, om der rechtvaardigheid te die nen ter heiligmaking. Want toen gij slaven der zoriden waart, waart gij vry van de rechtvaardigheid. Maar, wat vrucht hadt gjj toen in die dingen, waarover gjj u nu schaamt? Want het einde daarvan is de dood Maar nu gy vr(j van de zonde, en dienaren Gods zyt geworden, hebt gij uwe vruchj in de heiligmaking, en uw einde is het eeuwig leven. Want de vergelding der zonde is de dood; maar de genade Gods is het eeuwig leven in Christus Jesus, onzen Heer. Evangelie volgeferden R. Mattheus; VIT, 1B—21. In dien tijde zeide Jesus aan Zyne leerlin gen: Wacht u voor de valsche profeten, die in schaapskleederen tot u komen, maar in wendig grijpende wolven zijn. Aan hunne vruchten zult gij ze kennen. Plukt men wel druiven van de doornen, of vijgen van de distelen? Alzoo brengt ieder goede boom goede vruchten voort. Een goede boom kan geene kwade vruchten, noch een kwade boom goede vruchten voortbiAigen. Ieder boom, die geene goede vruchten voortbrengt, zal uitgehakt, en in bet vuur geworpen worden. Zoo dan, aan hunne vruchten zult gjj ze ken nen, Niet ieder, die tot M{j zegt: Heer, Heer, zal in het rijk der hemelen ingaan; maar, die den wil Mijns Vaders doet, die in den hemel Is, die zal ingaan in het rijk der he- Ecnige weke» geleden schreef een Spaansch missionaris in de missie van Nan king over de Zuidelijke troepen: Overal waar een residentie en een Katho lieke kerk ia, houden ze zich op. Zoo hebben ze zich va» "*1 onze gebouwen, seminaries en meisjesscholen meester gemaakt. Op en kele plaatsen hebben ze zelfs ‘Ie Kerk niet gespaard. Over de toekomst van da Kath. missies in China na den burgeroorlog schreef Mgr. do Guébriant dezer dagen in Je „Nouvelle» religieuses”: De Katholieke Kerk in China heeft reeds haar rol gespeeld en getoond, welken weg zij volgt. Sedert haar eerste contact met de Chineezen heeft de Kerk gepoogd hen te be grijpen en zichzelf tegelijkertijd door hen te doen begrijpen.’ Zjj heeft hen bewonderd in al het bewonderenswaardige, dat zij hadden en zjj heeft niets nagelaten om hun h'in wer kelijk» waarde onder de volken te doen kennen en hoogachten. En terzelfder tijd deed zij hen deelen in Je oneindige welda den, die het Christendom aan de werell ge bracht heeft. Als zjj den weg hadden gjrolgd, dien de Kerk hun aanwees zouden zjj thans reeds lang aan de spits van de volken staan Nooit hebben de Chinaez-m van haar behoe ven te denken,- dat /.ij h?n niet als gelijken van de andere ~olken beschouwde. In hun land eeuwenlang gedoemd catacombenleven te leiden, heeft de Kerk hen daarom niet minder lief gehad »n heeft daardoor slechts be'er haar belangloos ver- Hoorn Alkmaar Zwaag Spierdijk X. Bovenkarspel W er vershoof Hem en Venhuizen Nibbixwoud Weere Westerblokker Obdam Hoogwoud Wognum Purmerend Hoogkarspel Oosterblokker Grootebroek Heerhugowaard (St, Dion.) Mednmblik Spanbroek Westwoud Lutjebroek Onderdyk Broek erha ven Wadway Ursem W aarland N Scharwoude Goorn Schermerhorn Akersloot Castricum Enk buizen Oudorp - Oud karspel Heerhugowaard (Noord) mededeelen aan die smachten naar geeste lijk goed. Een ideaal is een heerlijk bezit: het prik kelt tot arbeid en offer, tot uitbuiting van al zjjn natuurlijke en bovennatuurljjke gaven. Het is het uitgangspunt van alle actie en initiatief, de bron van groote energie, de noodzakelijke voorwaarde voor karakter sterkte en karaktervastheid. Het ideaal is de bezieling van het leven. Is het bijzonder eigen aan de jeugd, het behoort even goed - zjj het in anderen vorm aanwezig te zjjn in den volwassen mensch. Daar is echter het glanzende, stra lende verdwenen en blijft slechts het stevig gewortelde begeeren naar daad. Zelfs de grijsaard die den dood n^bij is, kan zijn ideaal behouden van gelukkig en heilig te sterven. Het is bedroevend, dat zoovele idealen niet waard zijn, om nagestreefd te worden, omdat zij geheel gegroeid zjjn uit het ver- gankelijkc. Eerst als er iets van het eeuwige bjjkomt, al is het ook maar in de verre verte, worden het ware, echte idealen, die de in spanning. hun gewjjd, met reden verdienen. Canisius -heeft geheel zijn leven van een ide aal geleefd, dat vrar 'n mensch het hoogst denkbare kan heeten; het was breed en grootsch en het leven overwaard: een echt Heiligenideaal: instandhouding en uitbreiding van het Roomsche geloof. Onder verschillen de leuzen, in verschillende vormetï heeft bet hem geprikkeld en aangevuurd. „Voor Christus en de Kerk” klonk het, toen hij te Keulen studeerde. „Tot meerdere eer van God”, fluisterden Ignatius en Petrus Faber, zjjn geestelijke leidsman, hem in. Voor het behoud van Duitschland” werd het later. Toen hij jong was, zag hij nergens beperkin gen voor de uitvoering van zjjn hartewensch: in de volle kracht zijner jaren hoopte hij heel Duitschland te kunnen bekeeren; en als grijsaard, strompelend door Freiburg, dacht hij aan het eeuwig heil van die stad met al haar bewoners. Strjjden voor het Roomsche Geloof. Dat is de ééne richting geweest van heel zijn le ven; roem, geld, macht mochten hem niet bekoren. Wat zijn ideaal behelsde, heeft hij niet be reikt het Protestantisme staat nog. Duitsch land telt millioenen niet-katholieken, Frei burg was niet geheel Roomsch op den dag van zyn sterven, maar onnoemelijk veel goed was tot stand gebracht, de kracht der her vorming was gestuit, de Katholieke opleving was in vollen gang. Dat was te danken aan zijn levensideaal, dat h(j met sterke standvastigheid altijd en Hot is al jareu geleden, dat de kleine, blondgelokte Katy, een kind van twaalf jaren, en altijd even vroolük en opgeruimd, nog tot een van mijn beste en meest ge liefde leerlingen behoorde. Ze was de lieve ling van hare ouders, de prettigste speel genoot voor hare vriendinnen; op school altijd ijverig, volgzaam en braaf, terwijl zij in het huis des Heeren steeds ieders aan dacht trok door hare innige en kindprlyke vroomheid. Het ouderlijke huis was door een grooten tuin omgeven, waar crocussen, sneeuwklok jes, violen en vele andere lentebloemen reeds het oog verlustigden, wanneer daar ergens anders nog nauwelijks aan werd gedacht. Hier toefde Katy dan ook het liefst. Doch ook wendde zy gaarne hare schre den naar het vrye veld. By hare vele wan delingen in Gods schoone natuur kwam het kind meestal voorbij een kruis^ dat door een breede linde overschaduwd was. Nooit ver zuimde zy dan even neer te knielen voor den Gekruiste en een kort maar aandachtig gebedje te zeggen. Op zekeren keer, het was een mooie April dag, viel het de kleine op, dat er op de lente groene 'graszoden, geen enkele bloem stond. In haar kinderlijke eenvoud sprak ze: „Wacht myn goede Heiland, ik zal eens wat mooie bloemen voor U halen. Ik geloof ze ker, dat hun zoete geur U zal verblijden.” Vlug liep Katy heen en vertelde het aan haar moeder. Deze was zeer verblyd met het denkbeeld van haar lieveling en schonk haar eenige violenplantjes, die het kind naar het kruis, aan den weg bracht en behoed zaam ei voor in den grond plantte. Jaren zyn vervlogen sinds dezen lente dag. Het lokkige blonde kind is een jonge dame geworden. Schoon en lieftallig als voorheen vinden wy haar terug. Toch heeft er een verandering met haar plaats gegre pen; haar kinderlijke vroomheid is verdwe nen. Gelijk zoovele opgroeiende meisjes is het ook haar gegaan. Zy voelde zich zoo zeer gestreeld door de van alle kanten be toonde bewijzen van genegenheid, sinds zy hare intrede in de wereld had gedaan. Zy leerde den zoeten smaak van den giftdrank der vleierij kennen en hield er van, zich met mooie kleeren, kostbare ringen en allerlei opsinuk te tooien. Haar weliswaar door en door goede en bezorgde moeder, die echter zelf ook wat ydel was, dorst in haar blinde liefde geen vermanende woorden y>t haar verdwaasde dochter spreken. Maar de Goddelijke Heiland liet niet toe, dat dit hart, dat eens zoo kinderlijk trouw en warm voor Hem gekloot had. in de vreugden en gevaren dezer wereld zou ten onder gaan. Weer scheen de Aprilzon warm en vroo- lijk en lokte de blijde menschen naar buiten in de pas uit den winterslaap ontwaakte natuur. In gezelschap van eenige meisjes van ha ren leeftijd snelt Katy in luchthartige stem ming door de velden. Hare levendige ge sprekken gaan over de vele genoegens en afwisselingen, die de afgeloopen winter met zich bracht. Ach hoe heerlyk en mooi is toch het leven, roept Katy overmoedig uit; en wat zyn wij meisjes toch gelukkig, dat wy allee naar hartelust genieten kunnen! Zjj wil haar vreugde in nog meer begees terende woorden uiten, doch wordt onder broken door een harer vriendinnen die jube lend uitroept: Viooltjes, viooltjes! Ziet eens, het heele grasperk er mede overdekt! Allen loopen op de vriendin toe, welke bjj het ons bekende kruis aan den weg de voor jaren door reine kinderhand geplante bloemen heeft ontdekt. Zij plukken de geu rende blauwe violen, en niemand van haar ziet ook maar even op naar het beeld van den Gekruiste. Doch neen, één houdt zich afzijdig en deelt niet in de algemeene vreugde. Het is Katy. Wat is er met haar gebeurd? Hoe ver anderd staat zij daar opgens. Even geleden sprong zjj nog zoo dol en uitgelaten rond, en nu staat zij daar zoo zwijgend en ver ward. Geljjk een waarschuwende bliksemstraal uit den hemel trof haar by den uitroop harer vriendinnen de herinnering aan dien gewy- den dag harer jeugd, toen zij in geloovige liefde deze viooltjes had geplant. Gelijk een groet uit dien heerlijken tijd, toen zij haren Heer en Heiland aan het kruis nog zoo innig en oprecht beminde, waait haar nu de geur van die blauwe bloempjes tegemoet. Een gloeiend rood overdekt hafe wangen, nu zjj denkt aan de dwaze woorden, die zij zoo juist in haar lichtzinnigen overmoed heeft uitgesproken. Zjj had haar nieuwe ge noegens gesmacht, en gedorst naar de ver leidingen van de«e verdorven wereld. Och, ook de Heiland had eens in diepe smart de woorden uitgeroepen: „Ik heb dorst!” Maar Hy dorstte naar het heil der menschen en naar hunne liefde. Katy’s blik valt op het door ouderdom verweerde en haast onlees bare inschrift aan den voet van het kruis „Slechts in dien iemand u ooit meer liefde betoonde, als Ik u betoon, dan pas moogt gjj hém meer liefhebben als Mij. En nu vraagt ze zich af, of zij werkelijk onder alle menschen de haar vereeren en beminnen er één gevonden heeft, die het ernstiger en oprechter met haar geluk meen-7 de, als Dengene dien zy trouweloos verlaten heeft, en die nu vanaf het kruis venmanend en waarschuwend op haar nederblikt? De plagende uitroepen harer vriendinnen trekken Katy uit haar overpeinzingen. Hé Katy, wat scheelt jou? Ben je be dwelmd door den geur der violen, of ben -je misschien wel in vrome overwegingen verzonken? Het jonge meisje geeft echter geen ant woord op deze vragen; zjj neemt een aan geboden bouquetje dankend in ontvangst en gaat met de anderen samen voort, doch voor vandaag is hare vrooljjkheid geweken. Steeds komt haar weer het inschrift van het kruis voor den geest. Toen Katy thuis gekomen was, legde zij de bloemen voor het kruisbeeld, dat zjj sinds langen tjjd geen aandacht meer had ge schonken. Zjj zinkt op haar knieën neder en bidt uit den grond van haar hart, zooals voorheen in de schoone dagen der jeugd. Vanaf dit uur draagt zjj geen overdreven opschik meer, zy vermydt de uitgelaten ge noegens. Toch blijft zjj steeds vrooljjk en lieftallig, en de besten harer vriendinnen volgden spoedig haar goede voorbeeld. Kath. Missiën. KARAKTERGROOTHEID. Levend in een eeuw van zedeljjke ver zwakking, van weelde en overdaad, zyn wy vrijgevig met onze bewondering voor een waarlyk sterk karakter. Maar wy vinden er zoo weinig, die, staande boven alle moeilijkheden des levens, boven vrees en overmoed, bereid tot lijden en tot stryden, tot deensief en offensief, zonder neerslachtigheid, zonder roekeloosheid hun levensbaan leggen in een strakke, rechte lijn van hooge plichtsvervulling. De meesten kunnen het leven niet aan, overwinnen zy hier, dan verliezen zjj daar;'velen zijn sterk, zoolang ze successen van hun arbeid zien, doch liggen moedeloos neer, als de eerste, groote tegenslag komt. Het leven is zoo moeilijk. Toch zijn er enkele te vinden, die allen te genstand van binnen en van buiten getard hebben, die den moed toonden om te lijden, en den durf, om to vechten voor hun over tuiging. Ëeren wy hen, ja, vereeren wy ze met on ze bewondering en sympathie, want zy zyn de groote weldoeners der menschheid. Hun 'zedelyken invloed ging uit over honderd duizenden, hun kracht deelde zich mee, hun deugden vatten vlam in tallooze harten; hun sterkte gaf steun aan de zwakheid; zy maak ten den geest van hun tijd. Hy werd geboren te Nijmegen en heette Petrus Canisius. Een Hollandsche Heilige.... en we ken nen hem niet Om Canisius te leeren kennen, zullen we tem gaan beschouwen in zyn karaktergroot- held. in de hooge fierheid van zijn wil. Daartoe zullen we achtereenvolgens de aandacht wijden aan Canisius'groote levens ideaal, hoe dit in hem groeide; hoe het wor stelde met de werkelijkheid; hoe het ver sterkt werd en welke gevolgen het tot stand bracht in zyn leven. Het ideaal, de willensdrang tot iets grootsch, is het bijzondere eigendom van den jongen Daan. Zoo spoedig als deze begrip begint te krijgen van de menschelijke samenleving, gaat h|j er met zyn geest een plaats in ne men. Zich voorstellend met zijn talenten en ^genschappen veel te vermogen, veel meer dan de waarheid gedoogt, koestert hij we reldwijde verlangens naar onvergetelyken roem van zyn landgenooten, of naar opeen stapeling van buitengewonen rijkdom of een schitterende machtpositie. Een ander voelt in zich de levensdrang, tot schoonbeidschep- pen in kleur en vorm, of rythme. Een derde, diep getroffen door de alom heerschende so ciale nooden, wil weldoener worden van de menschheid; hy zal de wetten maken, dié armen en verstootenen zullen opheffen tot meerder levensgeluk; zijn geld zal hy kwis tig rondstrooien, zieken troosten, ongelukki ge opbeuren. Sommige hebben nog hoogere idealen: vol aandacht voor het lijden der lichamen, voe len zjj dieper nog het eindeloos wee der tal loze onsterfelijke zielen; die zullen zij be- A®r» rijker, gelukkiger, heiliger maken. Daar- ’rillen zij al hun kracht wyden, daarop kullen zy zich vormen, zoodat zij, rijk naar Kiest en hart, van overvloed veel kunnen R. K. PAEDAGOGISCHE WEEK. Uit het programmaboek, dat binnenkort zal verschijnen, kan het volgende reeds wor den medegedeeld. In do eerste algemeene vergadering zal prof. G. de Langen Wendels spreken over: Maatschappij en Opvoeding; in de tweede prof. A. Carnoy over: Dé sociale taak van den opvoeders in staat en maatschappij; in De sociale faagogiek; in de vierde: Prof. J. Kors over: De godsdienst als sociale factor bij de opvoeding. Naast de algemeene verga/leringen wor den sectie-vergaderingen gehouden, ver. deeld over vyf afdeelingen, die echter zoo geplaatst zijn, dat alleen op één tniddae (17 Aug.) in twee secties tegelijkertijd wordt vergaderd: dat is n.l. de sectie voor Middel baar en V. H, Onderwys en die voor Nijver heidsonderwijs. Alle congressisten dus gelegenheid, om d* zoeken. In de sectie Lager Onderwys spreekt Mr. Dr. L. Deckers over: V^at verwacht de Maatschappij van de Lagere School? en G. Bulten over Het- sociale element in de pae- dagogisch-dialectische taak van het Lager Onderwys. In de sectie M. O. en V. H. O. spreekt J. N. H. Al over: Wat verwacht de Maatschap pij van de Middelb. School? en Mr. Dr. J. Beuns S.J over: Hoe leidt de Middelb. School op voor het maatschappelijk leven? In de sectie Nijverheidsonderwijs spreek» P. Serrarens over: Wat verwacht de Maat schappij van het Nijverheidsonderwijs? en pastoor J. Möller over: Nijverheidsonderwijs en Maatschappij. In de sectie Buitengewoon Lager Onder wijs spreekt H. v. Velthoven over: Wat ver wacht de Maatschappij van bet Buitenge woon Imager Onderwys? TTi. Willems over: Hoe leidt het onderwijs voor achterlijken ea zwakzinnigen op voor het maatschappelijk leven? A. Lathouwer spreekt over: Het doof stommenonderwijs en het maatschappelijk leven: fr. Dositheo over: Opvoeding van het blinde kind voor het maatschappelijk leven. In de sectie Vrije Jeugd vorming spreekt J. Th. Nykatnp over: Wat verwacht de Maat schappij van de Jeugdorganisatie? Mej. F. Haye over: Maatschappij en vrjje jeugdvor- ming van de meisjes. Pastoor W. de Grijs over: oHe beantwoordt de jeugdorganisatie aan de verwachtingen, welke de maat schappij haar stelt? In twee avondvergaderingen wordt door pater H. Hermans en Huib Luns gesproken over: Hoe beantwoordt de jeugdorganisatie eerste ove de schoolbioscoop, door den tweede over zyn illustraties van het bij- belsch leerboek. Men zal moeten toegeven, dat dit belang rijke programma een prachtige belofte In houdt voor het welslagen der week. Het Bestuur mag ongetwijfeld rekenen op een groote deelname uit alle kringen, die op eenigerlei wijze belang stellen in de bran dende kwestie van de sociale taak van het onderwys. Voor hen, die bytyds willen zorgen voor logies, zy hier bygevoegd, dat een commissie voor logies is ingesteld, die gaarne in lichtingen over logies zal verstrekken. DE MISSIES IN CHINA. De meening van Mgr. Guébriant. Het is bekend, dat de Katholieke aiMsie in China de noodlottige gevolgen van den bur geroorlog maar al te zeer aan den Mjve on- derrindt. De missionarissen moeten er onder levensgevaarlijke omstandigheden hun werk verrichten en vaak verkeeren zy in 'n toestand van volkomen godsdienstvervol ging. Over de thans heerschende toestanden wordt o.m. het volgende gemeld: In de missies, die zij binnengedrongen zyn, zyn de Zuidelijke soldaten niet tevreden met het bezetten van de kerk en de bybehooren- de gebouwen. Zij verbrijzelen de altaren, ontwijden de beelden, beletten den eere- dienst, nemen de pastorie in bezit en bren gen soms vrouwen in de vertrekken van den missionaris om dezen spoediger de wyk te doen nemen. Waar <ie Zuidelijke legers voorby getrok ken zyn, zyn de arbeidersorganisaties en de scholen ingench» op anti-christelyken. grond slag. De arbeiders zijn communistisch ge organiseerd. Degenen, die hier niet aan mee doen, worden gebroodroofd. De voorwaarde om in deze organisaties zyn intrede te doen, is geloofsafval.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 15