„ONS BLAD”
F
L<
1
No.
i
i I'
De Wereld rondom ons.
WEEKOVERZICHT.
den
de
Zaterdag S October 1927 giro alkmaar 104863 Jaargang
-
Handelshoogeschool.
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
Abonnementsprijs
Aan alle abonné’s wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt,, welke hen verzekerttegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.
T
-
Advertentieprijs
f750f250f 125f50f4O.—
Officleele opening R. K.
GIRO ALKMAAR 104863
J
1
41
f
en consta-
■i
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
ons zul-
De tachtigste verjaardag van Hindenburg
is toch niet geworden het algemeene, echt
nationale verbroederingsfeest, dat de grjjze
president zich gedroomd had en wjj, buiten
staanders, ook min of meer hadden ver
wacht. Kwam dat, doordat een groot deel
der bevolking, de socialisten, niet mee feest
vierden en een ander deel, de burgerlijke re
publikeinen, het o zoo koel deden? Of mis
schien, doordat de organisatoren van het
feest teveel den oud-veldmaarschalk op den
voorgrond schoven, ten koste van den bur
gerlijken president? Zeker is ’t, dat de betoo-
ging van Zondag, waar in ’t Berlijnsche
Stadion ’n 60.000 leden van „Kriegersvcrei-
ne”,-„Kyffhüuserbond”, „Stablhelm „Wehr-
wolf’, „Jungdo”, „Olympia” en hoe deze
verkapt-militaire organisaties verder heeten
mogen, op de leiders van ’t nieuwe Duitsch-
land en ook op het buitenland, geen gunsti-
gen indruk heeft gemaakt. Ziehier, wat de
socialistische „Montagmorgen” er o.m. over
schrijft:
„Er is niets veranderd. De compagnieën
marcheerden door de stad. Onder het mom
van vereering van een tachtigjarigen heer,
wiens persoonlijkheid ongerept blijve, raast
de onbegrensde oorlogsstemming. Oeroude
grijsaards met lange baarden persen de bier
buiken in de goddelijke uniform. Stolz weht
die Flagge sehwarz-weiss-rot. De republiek?
Waar is zij? Zij staat in de hoofdartikelen
van de democratische bladen van Aieden-
ochtend. De rest is zwijgen.... Officieren
demonstreeren in parademarsch. Opgestre
ken snorren. Hooge doppen en motgaten.
De geheele natie lost zich in vereenigingen
op.De massa staat met boterhammen
ert den „Lokalanzeiger” in de hand en wacht
op het groote oogenblik, dat zij hoera mag
brullen. Panem et circenses. Zoo trekken ze
morgen weer ten strijde. Zoo zijn ze steeds
weer ten strijde getrokken.... Neen, er is
niets veranderd. Ondanks bloedvergieten! re
volutie en Volkenbond. Ondanks millioenen
dooden. Ik zag de felle geestdrift voor den
oorlog. Ik hoorde de oude strijdliederen. Ik
voelde: morgen kan het er weer op loe
gaan.
Die dit schrijft is niet de eerste de beste:
’t is de bekende dichter Walter Hasenclevpr.
En nu moge zijn socialistische bril de^zakeu
ietwat te gekleurd voorstellen, een feit is,
dat dergelijke gebeurtenissen overduidelijk
aantoonen, dat het oude, militairistische
Duitschland nog niet zoo morsdood is, als
men ons wil doen gelooven.
Om dezen keer maar eens dicht bij huis te
blijven, weer eens 'n woordje over onze Zui
derburen. Men weet, dat daar onze taal
de Vlaamsehe, officieel o zoo gelijkgesteld
is met de Fransehe, en dat, even officieel
de verhouding met ons land, buitengewoon
goed genoemd wordt. Hoe evenwel de toe
stand in werkelijkheid is, bewijzen de vol
gende feiten, feitjes desnoods, maar tceke-
nend voor de mentaliteit, waaruit ze gebo
ren werden.
De beide eerte vertelt de heer A. Hans in
het „Laatste Nieuws”. Allereerst de inwij
ding van het station der draadlooze felt gra
phic te Ruisselede.
„Men noodigt ook de Vlaamsehe pers,”
schrijft Hans, „Vlaamsehe nijveraars en han
delaars, burgemeesters en schepenen van
Vlaamsehe gemeenten uit de omgeving, en
men behandelt hen alsof ze Walen zijn, ’t Is
onbeschoft.
De ingenieur, die ons rond leidde, sprak
alleen Fransch.
Maar van booger hand werd het slechte
voorbeeld gegeven. De eerste Minister sprak
een Fransehe rede uit.
Dan ware het de plicht geweest van den
Gentenaar, Minister Anseele, de tweede rede
in het Nederlandsch te houden. Hij slaat,
door op te treden zooals te Ruisselede, het
Vlaamsehe volk in ’t gezicht.”
Dan de volgende historie, die vermakelijk
zou zijn, als ze niet zoo’n bedroevende men
taliteit demonstreerde.
„Een afdeeling van ’t Amerikaansche le
gioen zou eenige dagen geleden van Rijsel
uit, Komen en leper bezoeken. Een autobus
met jonge mannen en vrouwen kwam door
Fransch Komen naar de grensbrug, waar de
burgemeester en afvaardigingen klaar ston
den met vaandels.... en Fransehe redevoe
ringen.
Maar onder de Amerikanen waren er ook
van Vlaamsehe afkomst. En die hebben ze
ker aan hun kameraden verteld, dat ze nu
in hun „old Country” hun Vlaanderen kwa
men. Met geestdrift zagen ze de eerste plaats
over de grens. En o wee, de schrik sloeg
de heeren bij de brug om ’t hart. Uit die roo-
de autobus klonk het dreunend: „Leve
Vlaanderen! Leve de Vlaamsehe Leeuw!”,
niet een, maar wel twintig maal.
D« burgemeester nam een oogenblik van
stilte te baat, om een Fransehe redevoering
af te lezen. Toen hij ophield, helmde het
weer „Leve Vlaanderen! Leve de Vlaamsehe
Leeuw!”
't Programma voorzag nog redevoeringen.
Met. kent die Fransehe welsprekendheid. De
heeren waren echter zoo uit hun lood gesla
gen, dat ze hun „discours” maar stil in den
tak hielden.
Tenslotte voor zoover noodig nog
ËSU bewijs, hoe moeilijk men het in België
Dat ziet er voor de heeren Poincaré,
Briand, mitsgaders het geheele republikein-
sche bestuur in Frankrijk leelijk uit. Want
we gelooven niet dat zjj allen van den zoo ro
mantisch ontvluchten gevangene veel genade
te verwachten hebben, als deze, wellicht als
dictator van den hertog de Guise, de macht
in handen heeft.
Voorloopig echter meenen we, dat de Rus
sische kwestie Briand c. s. meer zorg baart,
dan de bedreiging van den medicus-politi-
cue-romanschrjjver Daudet. Want nog steeds
wacht de zaak Rakofsky op ’n oplossing. Men
herinnert zich nog wel, dat deze Sovjet ge
zant een manifest ten gunste van de we
reldrevolutie onderteekende, waarin de bui-
tenlandsche militairen werden opgewekt naar
de rooden over te loopen.
Dit deed in Frankrijk een storm van pro
test opgaan, en daardoor gedwongen vroeg
Briand te Moskou de terugroeping van Ra
kofsky. Tsjitsjerin weigerde, wat koren op
de molen was van sommige Fransehe bladen,
die welbewust aansturen op een verbreken
fier betrekkingen met Rusland^fachtige hulp
ontving deze actie door een bericht aan een
geheime bulletin voor diplomatieke verte
genwoordigers van Rusland in het buiten
land ontleend, dat de Sovjets er in geslaagd
zjjn communistische agitatiescholen te stich
ten te Cherbourg en Toulon, bestemd om de
matrozen te cathechiseerên. Dit zou geheel
kloppen met de onlusten, die zich de laatste
dagen bij de vloot en in de gevangenis te
Toulon voorgedaan hebben en waarvan reeds
algemeen vermoed werd dat deze door Mos
kou aangestookt zjjn. Ook te Southampton
zou een dergelijke school functionneeren.
Gedachtig de volksvrijheid, dat *t er wei
nig op aan komt of-men van de kat of den
kater gebeten wordt, ziet men in vervanging
geen heil, daar een nieuwe gezant onder nieu
we vormen misschien, het zelfde spelletje
zou spelen.
Anderen echter vreezen, dat er dan niets
van ’n schuldenregeling terecht komt en dat
er groote oliebelangen in 't gedrang komen.
Ja 't is moeilijk hier een uitweg te vinden.
Misschien is 't het beatJ, nog ’n „paar we
ken” te wachten, dan kan Daudet, als hij wat
bekomen is van de jubelende „vive’s” dat
zaakje in een handomdraaien even opknap
pen!
teeren het met blijdschap, dat in ons ge
lukkig vaderland door steeds meer per
sonen wordt gevoeld als eisch van alge
meen belang, dat, voor zooveel noodig
nog, de weg moet worden geopend, langs
welken de verschillende levens- en we
reldbeschouwingen ten volle tot uiting
kunnen ^omen.
Dat bij de voorbereiding dezer Hooge-
school de financieele moeilijkheden niet
gering waren, zal een ieder gevoelen, die
eenige ervaring heeft van oprichten en
in stand houden van inrichtingen van bij
zonder onderwijs. Toch mag dit laatste
niet weerhouden, zeer zeker niet in de
zen tijd, te pogen de rechtstreeksche be
moeiing der overheid tot een minimum
te beperken. En verblijdend zal het dan
ook gewis zijn voor de Regeering te ont
waren, dat nu naast de Rotterdamsche
Handelshoogeschool ook die van Tilburg
gaat geopend worden, de kans stellig
zeer groot is, dat, in tegenstelling met
andere, de zorg voor dezen tak van Hoo-
ger Onderwijs aan het particulier initia
tief geheel zal kunnen blijven overgela
ten en het Rijk met een geldelijke bij
drage zal kunnen volstaan.
Hooggeachte Rector, bij de opening
der R. K. Leergangen op 17 September
j.l. zeidet gij aan het slot van Uw rede:
„Niét in de luidruchtigheid, niet in de
openbaarheid, niet in de groote en vele
woorden ligt het geheim voor succes,
doch in het gestadige, aanhoudende
werk.”
Treffend juist hebt gij in die woorden
geschetst uw persoonlijkheid, ontsluierd
het geheim van het ook thans weer door
u behaald succes, waarvoor het curato
rium u moge brengen zijn meest harte-
lijken dank.
En gij heerep studenten, die ik van
harte welkom heet als eerstelingen on
zer Handelshoogeschool, uit 't zooeven
gezegde hebt gij kunnen vernemen, wat
van u verwacht gaat worden na het ver
laten dezer school. Om dat doel te be
reiken, wilt vóór alles hulp en steun zoe
ken bij God, zonder Wien wij immers
niets vermogen; neemt verder in u op
om het grondig te verwerken hetgeen u
gaat gegeven worden door uwe leer
meesters, aan wie het curatorium gaar
ne oprechten dank brengt voor de be
reidwilligheid, waarmede zij de uitno'i-
diging zich aan deze school te verbinden,
hebben willen aanvaarden; en eindelijk
wilt uit het woord, vooral uit het voor
beeld van uwen rector het geheim lec-
ren in uw leven te behalen een zoodanig
succes, als het. den mensch waardij is
Per kwartaal voor Alkmaar. 2.
Voor buiten Alkmaar 2.85
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.60 hooger
i "i i .a
werd gehouden.
De Voorzitter van het Curatorium,
Mr, A. Baron van Wijnbergen,
sprak daarbij een rede uit, waaraan het
volgende is ontleend:
Rede van den Voorzitter van
het Curatorium,
Weldra is het zestig jaren geleden, dat
de Bisschoppen van Nederland zich
richtten tot de hun toevertrouwde Ka
tholieken, teneinde de lijn aan te geven
welke zij op onderwijsgebied zouden
hebben te volgen.
„De Kerk wil” zoo leest merlin het
bekende mandement „dat de jeugd in
de wetenschappen onderwezen worde,
doch zij eischt tevens, dat dit onderwijs
in alle opzichten Katholiek en godsdien
stig zij."
Met alle waardeering voor het vele,
dat reeds vóórdien geschiedde, mag toch
-vastgesteld, dat eenmaal in 1868 zoo
helder en zoo krachtig de plichten voor
gehouden zijnde in geheel bijzondere
mate de Katholieken zich zijn gaan toe
leggen op de trouwe vervulling daarvan.
Indien het juist is, dat uit het botsen
der meeningen de waarheid te voorschijn
zspringt, is het plicht voor allen, te zor
gen, dat door allen, die aan dat edel
werk zullen hebben deel te nemen, eigen
meening zoo volledig, zoo krachtig, zoo
gaaf, zoo zuiver mogelijk naar voren
kunnen worden gebracht.
En zoo verstaan we het.
Van 1—5 regels fl.25; elke regel meer t 0.25. HarUim per
regel 0.75 voor de eerste agjna voor de overige pagina's f 030 J
f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere regel Arnett
dezen morgen door den luisterrijken H.
Dienst en thans door Uw Openings
woord uw zegen aan deze hoogeschool
heeft willen hechten, zal in lengte van
dagen voor haar een groote eer blijven,
en met den diepgevoelden dank van al
len, die de zorgen voor deze noogeschool
deelen, zij aan U. D. H. en aan Uwe
Doorluchtige Ambtgenooten de plechti
ge verzekering gegeven, dat de wensch
der Bisschoppen haar richtsnoer zal zijn
en blijven in leer en in tucht.
Onder de zorgzame leiding van de
doorluchtige opvolgers van Mgr. Zwij-
sen, hoopt de Handelshoogeschool diens
werk njede te mogen uitbouwen in die
zelfde stad, die door hem ook ongetwij
feld voor de vestiging van een dergelijke
hoogeschool zou zijn aangewezen.
Het besluit wend genomen, om voor
de R. K. Handelshoogeschool een volko
men zelfstandige stichting in het leven
te roepen met eigpn geldmiddelen en
eigen beheer, om daardoor haar eigen
karakter nog des te beter te doen uit
komen.
De vraag Hoogeschool dan wel Uni-
versiteit was voor onze stichting beslist,
al wordt in het algemeen genomen deze
vraag nog verre van eenstemmig beant
woord. Het is niet mijne bedoeling het
voor en tegen hier in den breede te gaan
uiteenzetten. Doch wel zij het mij ver
oorloofd, mede naar aanleiding van een
recente publicatie, waarvoor ons Tijd
schrift voor Zielkunde en Opvoedings
leer gastvrijheid beeft gegeven, een enZ^
kele opmerking hier tusschen te last-
schen.
In het bedoelde artikel wordt gezegd, l
dat het ten zeerste te vreezen is, dat een
Hoogeschool het niet verdeiyZïrbkuMen
brengen dan een zuivere vakschoolte--/
zijn. Het wetenschappelijke cqchet zal ey
dus ontbreken. Ik geloof, dat
van een faculteit op zich zelf, want dat
is toch op slot van rekening een Hooge
school! nu niet noodzakelijk behoeft me
de te brengen, dat de wetenschap daar
niet beoefend zou kunnen worden. Zou
b.v. het wetenschappelijk karakter der
Veeartsenijkundige Hoogeschool te
Utrecht vroeger anders geweest zijn dan
nu zij bij de Universiteit is geïncorpo
reerd? Niet de vorm der school, maar
wel het programma der school is hier
van doorslaande beteekenis, en wanneer
het programma een wetenschappelijke
vorming waarborgt, doet het er niet toe,
of in diezelfde stad magelijk nog eenige
honderden studenten zijn, die aan ande
re faculteiten hun eigen weg volgen.
En zonder nu ook maar in de verste
verte te willen toegeven aan den waan,
dat het programma onzer nieuwe Hooge
school de volmaaktheid zou benaderen,
meen ik wel te mogen zeggen, dat ons
programma aan alle redelijke eischen
ook van zuivere, in geen enkel opzicht
bevooroordeelde wetenschappelijkheid
voldoet.
Prof. Jèlgersma, die bij de opening van
de Handelshoogeschool te Rotterdam op
8 November 1913 sprak namens de sena
ten der Universiteiten, prees het, dat
men te Rotterdam en ook elders er van
terugkwam den hoogleeraar uitsluitend
te doen zijn een man van de studeerka
mer: dat men de wetenschap niet meer
beperkte tot het engere terrein van het
zuivere weten, maar dat men daarvoor
in de plaats ging stellen de wetenschap
van de daad. t
Die wetenschap van de daad wenscht
ook onze Handelshoogeschool te beoe
fenen.
Ons programma vermeldt een ver
plichten cursus logica voor alle inge
schrevenen. Dat is een novum in Ne
derland, maar ik ben er zeker ran, dat
alle Universiteiten en Hoogescholen die
aanknooping aan den ouden vorm van
universitair onderwijs voor zich zelf zou
den wenschen.
Naast logica wordt ook algemeene
psychologie, evenals algemeene ethica
verplicht gesteld, en zoo zal de filosofi
sche scholing der Tilburgsche studenten
hen al aanstonds doen verstaan, dat zij
niet om louter vakkennis op te doen,
hier verwacht worden. Een propaedeu-
tisch examen zal zorgen, dat dit weten
schappelijk fundament deugdelijk zij
aangebracht, alvorens met den boven
bouw wordt begonnen, die hecht en
sterk zal zijn, als hij op zoo’n grondslag
kan rusten.
Is alzoo het type onzer, Hoogeschool
alleszins gemotiveerd, zoo staat daar
naast nog de vraag: „Waarom nu weer
een afzonderlijke Katholieke Hooge
school?"
over zich kan verkrijgen iets te prijzen uit
het tjjdperk der vereeniging van Noord en
Zuid (1815—1830).
Zondag 1.1. herdacht men n.l. het 110-jarig
bestaan der bekende Cockerillfabrieken te
Seraing. (Bjj het 100-jarig bestaan belette
de Duitsche bezetting de feestviering). Bjj
die gelegenheid spraken Koning Albert en
Minister-president Jaspar. Maar geen dezer
beiden herinnerde aan de groote diensten,
die Koning Willem I indertijd aan deze in-
derneming bewezen heeft.
In 1817 immers wist John Cockerill van
Koning Willem te verkrijgen dat hjj het his
torisch bisschoppelijk paleis te Seraing, met
het Nederlandsche wapen in zyn voorgevel,
kon koopen om er zijn onderneming in te
vestigen. Enkele jaren later schoot de Ko
ning hem 800.000 gulden voor, om in 1825
zich voor een millioen gulden in het bedrijf
te interesseeren, dat toen een moeilijke pe
riode doormaakte. Het was waarlijk geen
voordeclig zaakje voor den vorst, die de ri
sico der onderneming deelde en bovendien
op het verzet der Amsterdamsche kooplie
den stiet.
Dat een dergelijk verzuim ook in Vlaam-
sche kringen de aandacht trekt en afgekeurd
wordt, zien we uit ’n artikel in het (Vlaam-
sche Front-) dagblad „de Schelde”, dat na de
verdiensten van Willem I te hebben geme
moreerd, aldus eindigt:
„Hjj had bij dit alles veel Noord-Nederland-
schen tegenstand te overwinnen, pat hij hem
overwon, en den nooden van de Zuidelijke
provincies recht liet wedervaren, bewijst, dat
hjj, van Noord-Nederlander, Groot-Nederlan-
der geworden wae. Wie er aan twjjfelt dat de
economische tegenstellingen tusschen beide
deelen van den Nederlandsc.hen stam door ’n
helderziend bewind kunnen wórden gehar
moniseerd, kan uit zijn voorbeeld veel lee-
ren."
„Of is ’t misschien daarom, dat zjjn naam
te Seraing zoo zorgvuldig verzwegen werd?”,
besluit het blad.
o
„Nog twee jaar of twee maanden, misschien
nog slechts twee weken nog slechts, en men
roept in Parijs en in heel Frankrijk „vive le
Roi vive Daudet” aldus de zeer beschei
den heer Léon Daudet, in een interview, dat
hij toestond aan een „H.dbl.*’man, bjj gele
genheid van zijn verblijf >n óen Haag.
Heden is te Tilburg op plechtige wij
ze de R. K. Handelshoogeschool ge
opend.
Om half 11 werd in de kerk van
H. Jozef door Z. D. H. Mgr. H. van
Wetering, Aartsbisschop van Utrecht,
een Pontificale H. Mis opgedragen.
De functies in de Pontificale H. Mis
werden vervuld als volgt:
Dr. P. Dirckx, Presbyter assistens; G.
van Noört, Diaconus assistens a dextris;
Dr. P. van Gils, Diaconus assistens a
sinistris; Dr. Mag. Th. v. Oppenraay,
Diaconus Missae; Drs. J. Verhoeven,
Subdiaconus Missae; Kap. J. Goossens,
ad baculum; Kap. J. Bekkers, ad mitram;
Rector G. v. d. Heyden, ad gremiale;
Rector P. Manders, thuriferarius; Rector
J. van Wijck, ad librum; Rector H.
Schoenmakers, ad candelam; Rector A.
v. Mackelenberg en Kap. J. van der
Veeken, cereforarii.
Daarna had om half één de ontvangst
van de genoodigden door het Curatorium
plaats in den foyer van de Nieuwe Ko
ninklijke Harmonie. Hier was het ook,
dat de eigenlijke 'openingsplechtigheid
na te leven.
Doorluchtige Hoogwaardigheden, on
der dagteekening van 22 Maart 1924
werd aan ons curatorium de beslissing
meegedeeld van het Doorluchtig Episco
paat, dat het de taak was der R. K.
.eergangen te Tilburg de zoo noodige
R. K. Handelshoogeschool te vestigen en
te ontwikkelen in de richting der Rotter
damsche Handelshoogeschool.
Gaarne hebben wij de ons gegeven op
dracht aanvaard en dankbaar zijn wij
voor den steun en bemoediging in de
moeilijke jaren der voorbereiding van
de zijde van het Doorluchtig Episcopaat
ondervonden, welke, naar wij vastelijk
vertrouwen, ook in de toekomst
len blijven gegeven worden.
Een voorrecht is het ons U.U.D.D.H.H.
heden te hebben kunnen uitnoodigen ten
einde in oogenschouw te nemen, op wel
ke wijze het eerste deel der opdracht,
de vestiging der R. K. Handelshooge
school is volbracht.
Vertrouwend, dat zulks niet al te zeer
beneden uw verwachting is gebleven,
zal het curatorium het op den hoogsten
prijs stellen, indien ten bewijze daarvan
U. D. H. Monseigneur de Aartsbisschop
de R. K. Handelshoogeschool wel zal
willen openen.
Vervolgens werd o.a. het woord ge
voerd door den Rector Magnificus, Dr.
Th. Goossens, aan wiens rede wij het
volgende ontleenen:
Rede van den Rector
Magnificus.
Nu de R. K. Handelshoogeschool te
Tilburg bij monde van den Aartsbisschop
van de Nederlandsche Kerkprovincie,
Mgr. Henricus van dp Wetering, officieel
geopend is verklaard, en de Rector dier
Hoogeschool als zoodanig voor het eerst
in het openbaar kan optreden, is het wel
een vereerende maar ook zware taak
voor mij, hier het woord voor U te ne
men.
Een plechtig oogenblik belegen wij
thans: een oogenblik, gelijk de Katholie
ke voortrekkers van een halve eeuw ge
leden zeker niet in zoo nabije toekomst
mogelijk hadden gedacht, en gelijk zelfs
de tijdgenooten, die weten, welke groote
offers de R. K. Universiteit te Nijmegen
vraagt, niet zoo spoedig als werkelijk
heid zullen verwacht hebben.
Een stout stuk, zullen mogelijk sommi
gen mompelen; een roekelooze onder
neming, zeggen of denken wellicht an
deren; als een overbodige splitsing, kun
nen weer anderen deze plannen betite
len
Een stout stuk. Neen, wij behooren
niet tot degenerj, die te pas of ten onpas
een hoera willen aanheffen op eigen
vaak vermeende voortreffelijkheid.
Dat zij verre. Wij willen niet met deft
Pharizeeër voor in den tempel g.ian
staan roemen: Heer ik dank U, dat ik
niet ben gelijk deze. Er zijn nog meer
dan genoeg feilen te veranderen, fouten
uit te wisschen en onvolkomenheden te
verbeteren, dan dat wij om anderen te
overtroeven den bouw van een Babel-
toren zouden beginnen. Doch wel aan
vaarden wij gaarne de consequentie van
onze verplichtingen van een groeiende
Katholieke gemeenschap, die krachten
beschikbaar kan stellen voor onderne
mingen, waartoe zij eenige tientallen
van jaren geleden niet bij machte was.
Het gebouw onder eigen cultuur, waar
voor de eerste Rector Magnificus van
Nijmegen, Mgr. Dr. Schrijnen in zijn
openingsrede zoo welsprekend betoog
leverde, willen wij optrekken steen voor
steen om omhoog te beuren het stralen
de kruis, dat over alle gebied van weten
schap ook zijn licht moge uitzenden.
Geen roekelooze onderneming is het.
Want met vertrouwen op de Goddelijke
Voorzienigheid is toch de menschelijke
voorzichtigheid bij de plannen en bere
keningen aan bet woord geweest.
Zijne Eminentie Kardinaal Van Ros-
sum noemde de stichting der Handels
hoogeschool een volstrekt noodzakelijk
deel van het gebouw der Katholieke
Kerk in Nederland. Het kan niet anders,
of met deze uitspraak voor oogen zal
ieder Katholiek zich verheugen, over
wat hier heden tot stand is mogen ko
men.
Monseigneur! Uw langdurig pontifi
caat mag in velerlei opzicht gezegend
heeten, maar een van zijn glories zal in
de geschiedenis blijven, dat het u gege
ven is geweest het Katholiek hooger on
derwijs in Nederland te grondvesten,
eerst de grootsche stichting te Nijmegen
in 1923, nu de meer bescheiden, wijl be
perkter. stichting te Tilburg. Dat U. D. H,