Hoest, Keelpijn üUhhardt’s Hoeattabtettesu Dom M et nqahardt'a KeeipjjntaMetten, f4 tn 3» rf, Bq Ajx>tb. ea Drogisten. KINKHOEST wordt verzocht ABDU5IR00P VoordeBorsE I I RECHTSZAKEN. De noodlottige aanrijding op de Oudegracht te Alkmaar. Tabletten <AKKER93 GEMENGD NIEUWS. 1 Rookers! LUCHTVAART. Klein Allerlei. een be] d tot bij zijn ook mee- kalmen ver- geen r signalen gehoord? lien st doet, i« ontenapt. I I straat GEI 1 l wordt wjen De PRESIDENT bepaalt hierna de uit spraak op heden over acht dagen. De Officier heeft zich blijkbaar weet vergist, want volgens artikel 14C van het Wetboek van Strafrecht, kan ook deze cisch niet gesteld worden. van in deze ▼aardi n .1 C K Ml ni m te P' sc Hat guMguaverimor. Allereerst wordt geboord de 64-jarige Men link. PRESIDENT: Hebt u ♦5 e. 65 ct. zien rjjde GETUL el gedaan, dan vm l rijden. D’t na Lad do Officier in de dagvaarding mT‘.n teg- daardoor is de heer Lissone overreden. Op gronden gelooft spr, dat op deze dag- ling geen veroordeeling gehoord de PRESIDENT opgezonden naai Delft. Het onder- Vcnacht dt hocztbaica, waanwadektaUootdevo» awakta bdhaawpfM Uwer kiadenn hlnniwik. kort dca dear der dnngiali» stekte vsraüjd het gevaar voor «rgere ge volgen net de steeds lakker smakende van een auto maar raak rjjdt. Moet er nu by ieder 1 Verdachte Requisitoir. De OFFICIER VAN JUSTITIE herinnert aan het gevoel van deernis, dat door het pu bliek ging, toen vernomen werd van het on geluk op de Oudegraeht, waarvan het slacht offer werd de heer Lissone, een geacht en welbekend ingezetene van Alkmaar. Deernis ook had men met de echt man opgewekt en oogenscl auto-ongeluk persé schuld zjjn? kon auto rjjdtm. Is nu niet iedereen die achter een stuur zit, door in een kuil b. v. te raken, een oogenblïk niet meeste^* over zjjn stuur geweest en zqn zinnen kwjjt ge- raakt? De Officier zal zeggen: zulke men- schen moéten niet rijden. Maar dan zou er «:een auto meer langs den weg zijn. Niemand is er zeker m. zoolang hij niet 1n dergelijko over en het park it zag bekl. een te Maar nog, al zat de schuld, in het zwenken naar links, ia er dan wel sprake schuld? De publieke opinie zegt dat DB BRAND IN BEN AUTO. Naar uit Zwolle wordt gemeld, is mevrouw De G, die onlangs naar het huis van bewa ring werd gebracht, gisteren op vrije voeten gpateld. De heer A. ten K. is gisteren opnieuw door den rechter van instructie in verhoor genomen en daarna weer in vrijheid gesteld. Het betreft hier den brand in een auto, waarbij de heer De G. om het leven is ge komen. GETUIGE kan daarop geen positief ant woord geven. Dat hangt van het vak af. Spr. heeft in zijn praktijk meegemaakt, dat iemand met een kunstvoet zelfs kon schaat senrijden. Voor een vak als de heer Lissone uitoefen, de, achtte spr. het zeer waarschijnlijk, dat hjj weer gewoon normaal zjjn bezigheien zou kunnen uitoefenen, ook al zou hjj natuurlijk oenige moeite gehad hebben met knielen en in de auto stappen. PRESIDENT vraagt, of de pschysieks schok niet van dien aard geweest had ktns> nen zjjn, dat ook daardoor later ernstig na deel zou hebben bljjven bestaan. GETUIGE antwoordt, dat dit zich als re gel beperkt tot de eerste dagen na bet on geval, dooh dat dit daarna weer verdwenen het midden. Anders kwam ik te diqjit bij de huizen. PRESIDENT: U hebt toen dus iets naar links gehouden? Is u tpgen de stoejien aan gekomen? BEKLAAGDE knikt ontkennend. De VERDEDIGER legt de recht! situatieteekening voor. iTe OFFICIER VAN JUSTITIE merkt op, «lat beklaagde hie^ verklaart Zaterdags voor het eerst met den wagen gereden te hebben en voor den Commissaris zeide hjj ’s Vrijdags. PRESIDENT wijst erop, jjat dit «qp een abuis berust, waarna hij den getuige-deskundige vraagt, of deze op Maandag 12 September ’s morgens ongeveer 10 uur den heer Lisso ne in behandeling genomen heeft. Dr. VAN DAM antwoordt bevestigend. De PRESIDENT: En u hebt geconstateerd, dat het een zeer gecompliceerde beenbreuk was? Was het linkerbeen geheel vernield? GETUIGE: Ja. Het onderbeen tot een hand breedte boven de knie. PRESIDENT: Het been stak eigenlijk door de huid-heen en daarom was het noodig, het boen te amputeeren? GETUIGE: Ja. PRESIDENT: De wonde kon ontstaan door drfhmming tusschen auto en den boom? GETUIGE: Zeer zeker. VERDEDIGER vraagt, of eventueel later een kunstbeen*aangebracht had kunnen wor den. GETUIGE antwoordt bevestigend. VERDEDIGER: Was het met een kunst been mogelqk geweest, werkzaamheden te verrichten? Een maand voorwaardeijjks hechtenis geëisetrt. Op Maandag 12 September j.L, 's morgens ongeveer 9 uur reed «ie heer F. Lissone per fiets op de Oudegracht te Alkmaar. Hij reed heel kalm en langs de boomenrjj, en rechts. Op een gegeven oogenblik kwam uit «ie Rid derstraat een bestelauto van de firma Vroom en Dreesmann, welke de Oudegracht op zwenkte. De auto kwam eveneens langs de boomenrjj, met het gevolg, dat de heer Lis sone bekneld raakte tusschen «ien vierden boom en de auto. Het linkerbeen werd hem nagenoeg afgeknepen. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis vervoerd, waar het been geamputeerd werd. In den loop van de week kwam er longontsteking bjj, zoodat de onge lukkige na onbeschrijfelijk lijden 's Zater- agsavonds kwam te sterven. Tegen den bestuurder van de auto, den 20-jarigen winkelbediende H. E. C. B. werd een strafvervolging ingesteld, welke zaak gisteren voor de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar werd behandeld. Er bestond voor deze zaak veel belang stelling; de publieke tribune was ongeveer geheel met nieuwsgierigen gevuld. De rechtbank was als volgt samengesteld: Mr. A. M. Ledeboer, president; Mr. R. P. Cleveringa en Mr. W. A. Ubbens», bezittende rechters; Mr. J. Couvée, griffier; Mr. G. van der Feen «ie UDe, officier van Justitie. Beklaagde werd in ro«ihten hqgeetaan door Mr. H. A. J. M. Easters, advocaat en pro cureur te Alkmaar. BHjkens Het was. volgons spr.. de plicht van be klaagde, om naar links te gaan. Dit moest t hjj doen, om do auto een behoorlijken stand te geven, teneinde weer naar rechts te kun nen gaan. Spr. verzoekt de rechtbank, de zaak ter plaatse te demonstreeren. De schuld Hgt in de nalatigheid, dat beklaagde niet naar rechts is gegaan. Spr. wacht met eeni-theid het oordeel der rechtbank af. Beklaagde heeft <M>n paar jaar blijk gegeven, te kunnen rjjden en dat zon der ongelukken. Moeten wij nu zeggen: de maatschappij moet beveiligd worden tegen dezen man? Spr. persisteert dan ning. loote, die haar !jjk gezond vaa huis zag gaan en hem terugzag in het rieken^ huis, verminkt «n «.wax ladend. In een week man te huldigen en wie dit niet gedaan had, hing uit ramen of stond in deuren om het kan volgen, gebeuren rade te slaan. Het was om ea n>- KOLENDAMPVERGIFTIGING. Een echtpaar bewusteloos de man overleden. Te Zaandam heeft zich een geval voor gedaan van vergiftiging door kolendamp uit een haard. Toen Zondagmorgen de getrouwde doch ter van het echtpaar M. Snjjders, aan het Dampad 18, een bezoek aan haar ouden wil de brengen, vond zjj de deur gesloten. Mee- nende dat haar vader en moeder uit wa ren, heeft zjj hierop geen acht geslagen, doch toen zjj *s middags terug kwam, vond zjj nog steeds het huis gesloten. De schoonzoon is toen door een raam naar binnen gegaan en vond beiden nog te bed liggen en in bewusteloozen toestand. De ontboden geneesheer constateerde giftiging door kolendamp. Bij onderzoek is gebleken, dat de afslui ting van den haard niet goed functioneerde. De haard was geheel gevuld, doch In den loop van den nacht uitgegaan, na eerst ver- moedeljjk de kamer met kolendamp te heb ben gevuld. Beiden zjjn direct naar het ziekenhuis overgebracht. Maandagavond waren zjj nog bewusteloos, alleen was de polsslag van de vrouw tameljjk normaal; zjj was ook al even tot bewustzjjn gekomen. Men hoopt, dat zjj het leven zal behouden. Erger was de heer Snjjders er zelf aan toe, die bovendien longontsteking had gekregen Hij is dan ook overleden. Beiden zjjn 46 jaar. Naar gebraden is, moet de eéhtgenoote van den heer S. ongeveer drie weken gele den ook al reeds onwel zjjn geworden en ’n poos bewusteloos zjjn geweest. Opmerkelijk Is, dat, toen de schoonzoon in de kamer kwam, geen gaslucht was waar te nemen. Men vermoedt echter, dat in den loop van Ien nacht en den Zondag het gas reeds door >en rooster in den muur, daj a|f vgnti^tor KM** t J De onaangename tabaksreuk ver dwijnt en Uw AANRIJDING. Gisterochtend heeft zich bjj «ie politie aan gemeld de tot nu toe onbekend gebleven chauffeur, die getuige is geweest van «ie aan- rijdir.g op den Bezuidenhoutspheweg in Den Haag, waarbjj een 22-jarige dienstbode ern stig werd gewond. Zooals men zich zal herinneren, had de conducteur van de tram van een chauffeur bet nummer van den auto, wolk o <}e aanrij ding had veroorzaakt, gehoor en aan de po litie m«sdegedeeld. Thans is de chauffeur zelf verschenen en hjj heeft bevestigd, dat inder daad het nummer van den m beslag genomen auto hetzelfde is als dat van den wagen, welken hjj op het Bezuidenhout gezien had. Ook den wagen herkende hjj. De auto is naar het hofdbureau van politie vervoerd om daar deskundig te worden on derzocht. Onder het chassis zjjn reeds bloed sporen gevonden. GEEN SCHIJNDOODE. Wjj hebben een bericht uit Wassenaar op genomen, waarin gewag was gemaakt vaa een achijndoode. Een op navraag nader in gesteld onderzoek beeft niet tot een beves tiging van «tit bericht geleid, zoodat wjj tot ons leedwezen moeten aannemen, dat de be richtgever het slachtoffer van een flauwe grap is geworden. DE MOORD IN DE DE RIEMERSTRAAT IN DEN HAAG. De gevonden stukken touw bleken niet geheel overeen te komen. De arrestatie inzake den moord in de De Riemerstraat in Den Haag (de man was kort na den moord naar Amerika vertrokken, en werd gearresteerd, toen hjj in Rotterdam te rugkwam) steunde o.m. op twee stukken touw. Het eene was gevonden om den hals van het slachtoffer, het andere ontdekte de recherche in een koffer, die vroeger aan den verdachte had toebehoord. Op het oog leek het eene stuk sprekend op het andere. He» was bovendien een soort touw, dat vroeger door behangers gebruikt werd, meer tegen woordig niet meer in den handel is. De po litie en de justitie verkeerden dan ook in de meening, in «leze stukken touw een sterke aanwjjzing te hebben. De justitie heeft het touw het rjjksvezeünstituut in soek aldaar heeft uitgewezen, dat de stuk ken niet geheel overeenkomen. Dit resultaat is een der voornaamste redenen geweest, dat ds Justitie heeft besloten, «ien vwMchto weer op wfle voeten te laten. „DE POSTDUIF. Huldiging Ellesien. In de Indische buurt te Amsterdam is er Maandagavond feestvreugde gew«?eet: De heer EHeman, de mecanicien, die den tocht met luit. Kop]>cn naar Indië en terug heeft medegemaakt, is er door zjjn buurtbewoners gevierd Omstreeks half acht zou het muziekcorps „Insalinde" zich in de Sumatrastraat bjj de Palembangstraat, wftr de heer EHeman woont, opstellen, om den dapperen Indtëvlie- ge een ovatie te brengen en omstreeks dien tjjd had zich ook reeds een groote men- schenmenigte in de Sumatrastraat verzameld. Het aantal belangstellenden was zóó groot, dat men meenen zou, dat heel de Indische de Ridderstraat reed. De auto ging langzaam lanss hem heen. Get. dacht, dat de auto rechtuit zou gaan, doch de wagen ging de Oudegracht op. PRESIDENT: Hebt u signalen gehoord? GETUIGE meent van weL omstandigheden geraakt. Spr. laat, graag aak het oordeel van de rechtbank over, of «w hier sprake is schuld of van toeval. Wel geeft spr. overweging, na te gaan, of er persé schuld aanwezig moet zjjn en of iemand niet e«in oogenblik zjjn hoofd kwijt kan zjjn, zonder dat van „schnki” gesproken kan worden. De nwgeljjkheid is ook niet burtengeslo ten. dat de sloep is geraakt, inaar dan had beklaagde toch naar rechts moeten draaien. Ten aanzien an de strafmaat zegt spr., dat beklaagifk een verschrikkeljjkcn tijd ach ter den rug hoeft. Hij staat gunstig bekend en is een plichtsgetrouw bediende, die bjj Vroom en Dreesmann zeer te pas is, zoo als blijkt uit 'den raad, waarmee zo hem in deze omstandigheden bij- taan. Is bet dan wel juist, hier een vooru aardelijke gevange nis.draf te vragen? Voor onbewuste schuld is gevangenisstraf niet in do wet opgtmo- men. maar voor bewuste schuld. Spr. acht *t dnn ook juist»t, om. als een vwoordeeling volgt, een geldboete op te leggen. Waarom mag beklaagde in 3 jaar geen auto rjjden» Heeft hjj ooit zei» maar pro. es-verbaal gi» had wegens te snel rjjden? Nog nooit en tod rijdt hjj al «vu paai jaar auto. Waarom dan die bijzonder© voorwaarde? O)> deze gronden inuent spr., dat op dezo dagvaarding geen veroordeeling kan volgen, omdat de-rehuld is aangegeven daar, waar zo niet i-. .Mocht de rechtbank evenwel niet op spr. verzoek ingaan, dan dringt hjj aan op bet opl« gg«‘n van een geldboete. Replieken De OFFICIER VAN JUSTITIE verwjjt beklaarde niet, dat hij hot stnur naar links omgooide. "Men moet hetgeen in de dagvaar ding staat in zijn verband l«*ren. Do zwen king naar links was onnoodig. Om de stoep te ontgaan, had beklaagde niet op do linker zijde van den weg behoeven te komen. Ook was er g«-en overmacht in h««t spel. Beklaag de had op de rechterzijde moeten blijven. Spr. acht hier geen toeval aanwezig, doch inderdaad kw«*stie van aAnld. De verdedi ger is er trouwens zelf niet van overtuigd, dat hier een grensgeval aanwezig is. Anders onderwierp hjj zieh niet aan het oordeel der rechtbank. Omdat hier sch\i]d aanwezig is, heeft spr. gevangenisstraf gei’iecht. Beklaagde H een normaal persoon, die routine heeft. Spr. is ervan overtuigd, dat hij niet tegen de etoep fs geweest. Er was dan ook geen reden om «fie geweldige zwenking naar links te ma ken. De bijzondere voorwaarde heeft spr. ge steld. omdat dergeljjkc menschen, die zoo gevaarlijk zijn voor do algemeen© veiligheid eenigen tjjd achter het stuur vorwjjdénl moeten worden. Do maatschappij moet be veiligd worden tegen dergolijke onoordeel kundige autobestuurders. Spr. rectificeert zijn ekch inrooverre. dat hij thans oen maand hechtenis voorwaarde lijk vraagt. Voor gevangenisstraf ia het mi nimum twee maanden en dat acht spr. te lang. DE VERDEDIGER meent, dat het niet opgaat te zeggen, dat spr. zich zwak voelt, als hij zich refereert aan het oordeel der rechtbank. Dat doet de Officier toch ook De verdediging. De VERDEDIGER stelt er prjjs op, ook nameas beklaagde deernis te betuigen met het slachtoffer en uitdrukking te geven aan diens epjjt over het voorgevallene. Beklaag de heeft een meer danverschrikkeljjken tjjd meegemaakt. Het zou geheel iets anders zqu, als men er onverschillig onder ia, maar be- klaagde was er kapot van. Ook betuigt verd. zjjn deernis met Mevr. Wed. Lissone, die haar man oogenschjjnlijk gezond spr. stelt er prjje op dat ook de Officier het wóórd „oogenschjjnlijk” heeft gebruikt het huis zag verlaten en hem later weervond in het ziekenhuis. Het rapport der deskundigen zegt niet, dat de dood zjjn oorzaak had in het ongeluk, dat «ie dood zjjn oorzaak had in het ongeluk, integendeel, wijst het sectie rapport uit, dat de dood als oorzaak had de longontsteking, die reeds bestond voor het ongeval plaats had. Niet juist is, wat «ie Officier zeide, dat in het rapport zou staan, dat het ongeval beslist zou hebben verhaast. Dit staat er niet, doch spr. zal er niet verder op ingaan. Het vraagstuk noemt spr. een moeilijke. De Officier heeft schuldmisdrqf ten laste ge legd, maar de wet geeft geen antwoord op de vraag, wat schuld is. Ging men dit be grip omlijnen, dan zouden tal van dingen er buiten vallen. Schuld is oen positief en geen negatief begrip. I>e wet kent drie standpun ten. Hot kan zjjn toeval, schuld en opzet Het eerste is niet strafbaar, do beide laatste wel. Maar ook hier moat men onderscheid maken, want men heeft bewuste en onbewuste schuld. Hier hebben we, volgens spr., zonder eenigen twijfel onbewuste schuld of toe val. Doch waar ligt de grens? Moet er, als er geen toev:> is, dan persé schuld zqn? In de Kamer is bij de behandeling der wet met na druk gezegd dat dit niet het geval is. Maar dan zulten drie dingen bewezen moeten worden'. Ten eerste grove schuld, welke aan wezigheid de Hooge Raad eischt en niét al leen schuld. Spr. illustreert dit met een voor beeld. Ten tweede moet het schuld zjjn van een deskundige en niet van een gewoon mensch. Men moet hier hebben, wat men onder dergelqke omstandigheden kan ver wachten. Professor Taverne nam bij schuld aan, dat men een subjectieven en objectie ven maatstaf kan aanleggen. Volgens d a Officier ligt de schuld bjj verdachte aan de stoep. Maar bet ie niet uit te maken, of hjj de sti’-cp geraakt heeft en daarbij Ls afgeatoe- ten. De Offitier gooit de schalop het cm- gooten naar links. Spr. vraagt, of dit ondtrr de omstandigheden normaal was. Spr meant van wd, noemt het een volkomen Ziormale handeling en vindt zelfs, dat het d© plicht, var. Leklaagde was. De bocht moes, groot gemaakt v orden. Vaststaat evenzeer, dat hq van de boomen naar roCu.s is gegaan en nagenoeg recht op de huizee aftwam. Tóen stond hq voor de keus: niets te doen, er dan de stoep op en tegen de huizen aan te gaan. Hij moest dus op dit oogenblik naar links gaan. Wat i« er toen gebeurd? Tavi wed verzjiimd, het stuur weer naar rechU te gooien. Had hjj dit wel gedaan, dan vos hjj in Y.et midden gaan gen. Dj Officier zegt, dat de séhuil rit in het vwBnkan naar linl s. Spr. ontkent <*it. Het was de plicht van beklaagde, mair .‘.ij lal ook weer naar rechte gegaan moeten z<jn. Doch dit staat niet in de dagvaarding. Het is hier het nalaten vu een daad geweest enbuurt was uitgestroomd om den heer Elle- door verbaast is. Dat moet indruk maken op het geweten van beklaagde, die steeds de schim van het slachtoffer voor zich zal zien en steeds diens gekerm zal hooren. Beklaagde is verantwoordelijk; dat bljjkt uit zjjn eigen verklaringen en die der ge tuigen. Spr. gaat dan de dagvaarding‘na. Be klaagde moest een ©enigszins ruime bocht nemen. Heel terecht is hjj toen naar recht» gegaan. Doch dan begint de misère. Hq had rechts moeten blijven, doch dacht: meteen raak ik de stoep. Getuige Helderman ver klaarde, dat beklaagde raar deed. Hq is- zijn bezinning kwjjt geraakt. Toen kwam de auto regen den boom en de heer Lissone cr- ♦usschen. Spr. vraagt vervolgens, of er reden was, om den verkeerden kant van den weg te ne men. Het vérkeer noodzaakte het niet. Sei nen daarvoor zjjn niet gegeven. Hq geeft trouwens zelf toe, niet te weten, waarom hjj het deed. Spr. wjjt het aan gebrek aan rou tine, zelfvertrouwen en tegenwoordigheid van geest. Beklaagde had iets naar links kunnen gaan en dan parallel met de stoep rjjdim, maar hjj behoefd© niet zoo’n zwenking te maken, dat hjj bij de boomen terecht kwam. Hier had 'men alle voorzichtigheid en scherpzinnigheid bjj den autobestuurder mogen eischen en verwachten. *Spr. acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Wat nu de straf aan gaat. acht spr. termen aahwezig voor een voor waard el ijk e veroordeeling. Iets anders zou het geweest zijn, als gehandeld was uit braniezucht of onder den invloed van ster ken drank. Hier is het geval anders. Hjj re«'d op verzoek van zijn patroon met een bestelauto, wat niet zijn dageljjksch werk is. Hjj heeft echter de taak op zich genomen en voelde zich er capabel voor. In zeker op zicht is hij wel niet ren slachtoffer an zijn plicht geworden, doch bjj de uitoefening van zjjn ambtsbezigheden in moeilijkheden ge komen. Spr. neemt verzachtende omstandig heden aan en ook, dat beklaagde een uet iemand is, die beaouw heeft, wat hjj toonde door aan de we,du we een brief te schrjjven en in de kerk en op de begraafplaats aan wezig te zijn. Spr. eischt tenslotte een voorwaardelqke gevangenisstraf van één maand, met een proeftjjd van twee jaai*, gedurende welke beklaagde geen motorrijtuigen zal mogen besturen. werd zjj van gjjyiwde vrouw tot weduwe. Spr. kan zich voorstellen, dat de jonge man onder den indruk is, dat iemand zoo moest Ijjden. De deskundigen hebben niet kunnen uit maken, dat de dood tot oorzaak het ongeval heef^ maar we], dat de dood er 12 September op de brug over de OudegmAt voor de Ridder- d«x>pen en wat hebt u gezien? FGE: Er kwam een auto aanrijden, welke den hoek om ging. Bjj den vierden boom kwam een fletsrqder. Dene raakte be kneld tusseben de auto en den boqpn. Got. ia er naar toe gevlogen- en heeft nog tegen de menschen gezegd: „Haalt dat kreng te rug”. PRESIDENT' valt get. hier in de rede on vraagt, of een groote bocht genomen werd. GETUIGE: Ja, PRESIDENT: Kwam «ie auto heel gauw aan den boomkant? GETUIGE begeeft ziek naar de rechtera- tafel, om de nooidige aanwijzingen te geven, met behulp van oen teekening. VERDEDIGER: Hebt u een wagen gezien? GETUIGE herinnert zich dat niet PRESIDENT: Hebt u ook den wielrijder “Ion? IGE: Ja. PRESIDENT: U zag, dat het de heer Lia- eono was? GETUIGE: Ja, Als volgende heer van der P« zegt: U reed met ««en kar over de brug. Hebt u de auto zien aankomen? GETUIGE: Ja. PRESIDENT: Reed ze met een g*ng? GETUIGE: Ja, PRESIDENT: Had n den indruk, dat de auto rechtuit ging? GETUIGE: Ja, want er werden signalen of teokens gegeven. PRESIDENT: Was «ie bocht ruimer, dan men gewoonlqk neemt? GETUIGE geeft op de teekening aanwij zingen, waarna gehoord wordt getuige HEL DERMAN, die aoide, dat de wielrijder rechte van den weg reed. Ook zjj geeft inlichtingen met toelichting op de teekening. I .zatste getuige is de 35-jarige KOSSEN, melkventer, die met zjjn melkfiets rechte in de dagreerding wae beklaagde ten laetq gelegd, «iet hjj op of ometreeka 12 September 1927 te Alkmaar door zjjn schuld heeft veroorzaakt, «lat Fre- derik Oarel Joseph ÏJaaone, zwaar lichame lijk letsel heeft bekomen; hjj verdachte toch reed als bestuurder van een vierwielig mo- Sorrqtuig-beetelauto daarmede over den openbaren weg de Ridderstraat richting Ou degracht; bj| deze gracht gekomen reed hjj met eene groote bocht naar rechts op, zoo dat hq een oogenblik links op die gracht dicht langs aldaar Maantje boomen kwam te rjjden*, daarna zwenkte h| met zjjn motor- rijtulg naar rechts tot dicht langs de voor de huizen liggende stoepen, waarop hjj plot seling zeer onoordeelkundig, gevaarijjk en roekeloos, zonder eeaig daartoe strekkend sein of toeken te geven en zonder dat het verkeer hem daartoe nootizaakte, zjjn mo torrijtuig wederom naar de linkerzijde van den weg zwenkte, juist op het oogenblik dat bovengenoemde F. C. J. Lissone uit tegen overgestelde richting aan de rechterzjjde dus ae goede zijde van «ien weg op een rjjwiel kwam aangereden; hierdoor reed hjj dezen wielrjjder aan die daardoor bekneld geraakte tnsschen die auto en een boom, tengevolge daarvan diena linkerbeen werd vernield en amputatie daarvan noodzakeljjk werd, welke dan ook plaats heeft gehad. Als getuigen waren gedagvaard: J. Mea tink, Alkmaar; E. Helderman, huisvrouw vaa W. Hareevoort, Alkmaar; A. van der Pol, Alkmaar; en L- Kossen, Heiloo, terwql ah getuige-deskundige optrad de heer Dr. J. van Dam, Alkmaar. Het verhoor van beklaagde. PRESIDENT vraagt beklaagde, of de auto een Fordwagen was. BEKLAAGDE knikt toestemmend. PRESIDENT: Sinds wanneer reed u met den wagen? BEKI^AAGDE: Sinds Zaterdag. PRESIDENT: Maar u had toch wel meer auto’s bestuurd? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: Had u langen tjjd niet ge reden? BEKLAAGDE: Kortgeleden nog. PRESIDENT: Hoe had u <x>rspronkeljjk willen rjjden? BEKLAAGDE: De brug door. Nog voor de bochi wagen en ging daarom rechts af. Hjj moest een groote bocht nemen. PRESIDENT: Kwam u toen voor u links te rjjden? BEKLAAGDE: Ja. PRESIDENT: Was dat noodig geweest? Was u feitoljjk niet te ver? Maakte u de bocht niet te groot? BEKLAAGDE moest vanwege de auto een groote bocht noaken. PRESIDENT: Was het feit, «lat u oorspron kelijk rechtuit wilde rijden, de reden van de groote bocht? BEKLAAGDE knikt ontkennend. PRESIDENT: U kwam naderhand rechts. Wat is er toen gebeurd? BEKLAAGDE: Ik moest eenigszins naar Gistermiddag was men bezig met het overslaan van sta\ en^jzer uit den lichter Ne- trapo in het vraohtscpip Willem van Driel 52, te Rottetdam. De mast van de Netrapo knapte af en kwam op het dek van het vrachtschip terecht. De 51-jarige boots man G. H. Sp. kreeg «len mast op het hoofd. Hjj was op slag dood. De heer B. eerste ambtenaar ter secre tary te Diepenveen, heeft een aanklacht bjj de justitie ingediend tegen den gemt^ntebo- de, wegens mishandeling en beleediging. De politie stelt een onderzoek in. Op Vlieland is gisteren aangebracht het in verren staat van ontbinding verkee- rende lijk van een Nederlandsch marine matroos. Marinepersoneel uit Den Helder heeft het herkend als dat van den omstreeks April overboord geslagen maloos eerste klas Tfeken. Door kwaadwilligheid is de inhoud van oen der bijbrievenbussen te Deventer geheel door brand vernitdd, zoodat dê post, die Zondag daarin geworpen is, geheel verloren is gegaan. weder friach bij het gebruik van de d eain fecteerende

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1927 | | pagina 2