van het
I
Bal Masqué Artikelen en Maskers.
I. koenot, thans Hekelstraat 3, Alkmaar.
yjNoord-Hollandsch Dagblad”
MODE-VAKSCHOOL.
'I
J
ar.
Vrijdag 3 Februari 1®*8.
Ne 3
Brief uit Australië.
f
Conferenties 'voor
nlet-Katholleken.
30 cent per half pond.
Beleefd aanbevelend,
De strijd der liefde.
Patronen Cursus. In 3 maanden knippen loeren.
J
FFICIEEL KERKBERICHT
van
Wordt vervolgd.
en taaier
de
en
O -a
s
1 11
o vei
(hier-
van hartroerende brieven van adhaesie-bo-
tuiging; zonder de minste moeite kwam de
gedurige, nachtaanbidding tot stand. Beur
telings laten de buisgenooten zich wekken
in den nacht, die hun te toegeweten, om
den Meester een uur lang te aanbidden, te
danken, eerherstel te geven en Zjjn genade
af te «moeken voor de wereld, die Hem
zoozeer beleedigt in den donkeren nacht
Ook Nederland telt reede zooveel deelnemer»
dat ook ten onzent weldra geen nachteljjk
uur meer zal verloopen, zonder dat ergens
in een arbeiders-woning of een rijk heeren-
van
:hap
De Zeereerw. Heer Jac. Boele ontvin
den Weleerw. Pater E. van Baar den v<
den brief.
Curiositeitsbalve drukken we de copie on
gecorrigeerd af, om eens te laten zien hoe
spoedig iemand, die bij zijn vertrek uit Hol
land, vier jaren geleden, zjjn Hollandsche
raaf absoluut zonder fouten schreef, door zjjn
verblijf in den vreemde, en door het niet
spreken van de moedertaal, die taal vergeten
kan.
De brief dan luidt:
wil dien
minnend
Het Werk der Intronteatie van liet H.
Hart heeft zich in zeer korten tijd op won
derbare wfjie een weg door de wereW ge
baand. Een Peruviaanach Priester, over bij
na geen vrijen tjjd beschikkend, maakt zjjn
plannen aan de wereld bekend met behulp
van eenige kinderen, die brieven voor hem
schrijvenen andere zwakke werk
tuigen. De wereld luistert, de kleine plant
groeit snel omhoog, de boom draagt vele
en zoete vruchten, Bisschoppen moedigen
aan en schrijven er over naar Rome, de Pau
sen ontvangen Pater Mateo in lange hap.
teljjke audiënties en verieenen een schat van
aflaten, een groot leger vin priesters en
leeken, mannen en vrouwen, grijsaards en
kinderen, armen en rijken scharen zich on
der het vaandel van d< Liefde-Koning,
Die een waren triomftocht begint over de
geheels beschaafde en onbeschaafde wereld.
Huisgezinnen, millioenen, vallen op de
beloven, zelfs schriftelijk, dat zij
der wereld; school-
Itrofich, met rozen en lelien
ver
bet H. Hart, dat hun
knieen en I
breken met den
kinderen, in feest<
in de hand, jubelen het uit rond het
sierde beeld van
school wil zijn een koninkrijk van den God
van liefde; fabrieksdirecteuren laten het ge
raas der machines ophouden en knielen met
hun werklieden voor den opgesmukten
troon van den goddelijk en Werkman, en
zweren, dut zjj nofrtt een anderen Meester
zuilen volgen dan Jezus van Nazareth.
In dorpen en steden worden triduüms ge
preekt ter eere van het H. Hart van Jezus,
Die heerschen wil door zijn liefde, en op den
laatst en dag der oefening worden optoch
ten gehouden met wapperende vaandels, mu
ziek en zang en bloem er^. en bjj schitterende
standbeelden van den Godmensch wordt
door de schade plechtig beleden, dat Hij
Koning is, niet alleen in de kerk, niet al
leen in het huisgezin, maar ook In het open
bare leven, over kunsten en wetenschappen,
handel en nijverheid en over publieke ver
makelijkheden.
De Koningshulde werd Hem afzonderlijk
gebracht in handelskantoren, in gemeente
huizen, in stations, zelfs in gevangenissen.
Geheele volkeren wjjdden zich aan Hem toe
door ontroerend schoons plechtigheden. En
wat al lauwe zielen zijn vurig geworden,
wat al zondaars hebben den vrede de» harten
terug gevonden in de zoete omhelzing van
den Zaligmaker met het liefdevoile Hart,
Die zich treffen liet door de gebeden, offer»
en heilige Communiën van zjjn vrienden,
die dagelijks smeek en om de uitbreiding
van Zijn waarachtig Rjjk op aarde.
Is het ook niet opvallend, dat wjj thans
offers van de geloovigen mogen vragen,
waaraan men vroeger niet had durven den
ken?
Pater Mateo dorst het bestaan, de huis
gezinnen, de echte huisgezinnen van het
H. Hart, uit te noodigen, den Liefde-Ko-
ning niet alleen dee daags, maar ook dee
nachts in bun woningen te vereeren, door
dan de harde limboem-planken die de rust
niet veel verzachten. Het muskietonet werd
opgehangen, een deken op den bodem, iets
gezocht dat als hoofdkussen kon dienen en
klaar te bet bed. Zoo af en toe werd ik toch
wakker; de matras was een beetje erg hard.
Ik was morgens toch uitgerust en maak
ten ons klaar voor den verderen toc.it. Het
was Zaterdag en ik wilde me wat haasten,
om wat vroeg in Mugil aan te komen ten
einde mjjn Broe nog te treffen, voordat hij
ergens op assistentie zou gaan. Reel* <>m
12 uur meende in Mugil aan te komen, maar
dat viel me leljjk tegen. Om 8 uur k
wp voor een rivier, die ik nog niet zoi
gezien had. Hoe daar over te komt
paard ging niet; de stroom was te st
ven, maar
heete kust:
aan een dorp, waar weer halt gemaakt wordt
inrekt wordt me een kokosnoot aangeboden
te drinken, want op zoo’n lange reis is
nil
na<
eerherstellende nachtaanbidding. Onmidde-
Ijjk te er een juichkreet opgegaan en de
oorop) werd beantwoord met een lawine
2#^
te benaderen, over de geheii
te behagen, om verdwaal
weer terug te voeren naar het Vaderhuis.
Menscben van goeden wil, leden van den
zoo beerljjk opbloeienden Euchartettechen
Kruistocht, propaganda-clubs, leekenapoe-
telen, helpt dit blaadje, dat doordeeeemd te
met Uw geest en slechts enkele centen
per jaar kost met armenvol over het land
verspreiden, om zoo den weldoenden invloed
van het Werk der Intronisatie in de huisge
zinnen te vergrooten, maar vooral bidt en
boet daarbjj voor de uitbreiding van het
waarachtig Rjjk der Liefde.
Mannen, vrouwen, jeugd, weet dat de arme
verdwaasde wereld naar den ondergang
holt en duizenden katholieken in alle landen
hollen mee in dien verschrikkeljjken doo-
denrit. Wat zal het einde zjjn, indien de
besten onder ons den strijd tegen het kwaad
niet aanbinden met meer energie
volharding dan ooit te voren?
Vergeet het niet, de Meester
Kruistocht voor de eer van zjjn
Hart, dat van uit het Tabernakel smeekt om
koene ridders, op wier schild de woorden
LIEFDE BOETE IJVER staan. Geen roe
pers slechts met veel lawaai en vloed van
woorden, maar wachtige strijders, die de ge
voelens van Meester» Hart in eigen hart
overplanten.
Moed! *t Is de «trjjd der liefde;
liefde overcint alles.
PATER JOACHIM. 88. CC.
iau>en
i boog
n! Te
rk en
de rivier té breed. Aan den overkant teg een
kanos (een uitgghokie boomstam, waarmee
de kanakken varen), maar deze was nog
stuk ook. Van bet naastbjjzjjnde dorp had ik
eenige lui meegenomen, die ons bjj h»l over
zetten zouden helpen. Ze trachten dan er
over te zwemmen en bet ging goel. De
stroom wae echter sterk zoodat de k„.ioe
eerst gemaakt moest worden, om mjj en mijn
bagage er over te zetten. Ik ging er eerst
over mte de kanoe en gelukkig en wel kwam
ik aan den overkant. Mjjn pip-djp kwam
direkt achter mjj aan. All.ien zjjn nou» kon
hjj boven water houder. Zoo kw.tm alles
behouden aan den overkant en konden we
de reis weer verder voortzetten. Om 12 uur
maak ten we balt om nog eens van de heer
lijke reistpot te genieten. Vlug gingen we
echter verder, om dan tenminste tegen twee
uur in Mugil aan te kunnen komen. Nu
kwamen er geen rivieren meer en kon ik dus
gerust vooruit gaan, terwjjl dan de dragers
achteraan kwamen. Dan ging het hier en
daar in een gestrekten draf, om in korten
tjjd een langen weg af te leggen. Ow kwart
na twee kwam ia dan ook in Mugil aan.
maar vond tot mijn spjjt mjjn Broeder niet
thuis. Hjj wae sinds twee weken op Karkar,
een groote vulkaan-berg in zee liggend, een
twee uur varens van de knst Dat rotf dus
slecht. Ik hield onderhand buiszoek bij hem
en veel wat ook van mijn gading was; alles
was van een familie en daarom ook alles
van mij.
Men schrjjft ons uit Beemster:
Heden hield de WelEerw. Pater Wynan-
dus 81uy» zjjn derde conferentie voor niet-
katholieken met bet onderwerp: „Heeft God
zich aan de menscben vertoond”.
Dat Jezus van Nazerth heeft geleefd mag
aan geen twjjfel onderhevig worden geacht.
Het wordt door de beidensche geschiedente-
schrjjvers van dien tjjd erkend. Spr. zal he
den avond bewjjzen, dat Jezus van Nazareth
waarljjk God is.
Als eerste' bewjjs noemt spr. de voorspel
lingen der profeten uit het Oude Verbond,
waarin worden beschreven de geboorte
plaats van Christus Betlebem, zjjn leven,
Ijjden en sterven. Deze profeten passen op
geen andere dan de persoon Christus
Het tweede bewjjs zjjn de wonderwerken
door Christus gedaan; werken, die alleen
door direct ingrjjpen van Gods Almacht
mqgeljjk waren. In Zjjn open
baar leven heeft Christus zich meermalen
zjjn werken beroepen om te getuigen
voor de waarheid, dat hjj is de Zoon Gods.
Voor de rechterstoel van Caiphas en ook
voor den rechter Pilatus beeft Christus ge
tuigd, God te zjjn, hjj heeft werken ge
daan welke alleen door Gods Almacht kon
den geschieden, zoodat wjj wel moeten aan
nemen, dat Christus is waarljjk God of wel
we zouden moeten aannemen, dat God zich
met zjjn Almacht ten dienste stelde aan een
mensch, die zich zelf de Goddelijke eer aan
matigde en dat is onmogeljjk.
Het derde bewjjs is, dat Christus voov-
zoegin" heeft gedaan: o.a. bij den aan vang
van zjjn
dood hjj
leerlinge:
trekkeljjk kleim
heele aarde zoa
voorzegging »pn
zalem valt af te leiden, dat het verleden,
bet beden en de toekomst voor Hem is bet
eeuwig nu m.a.w., dat Hij is Alwetend en
dus waarljjk God.
Als vierde bewjjs viert spr. aan de Hei
ligheid en de Wjjsheid van Christus.
Reeds als twaalfjarige knaap deed Chris
tus de wetgeleerden verstomd staan over
zjjn 'Wjjsheid. Van waar heeft deze zjjn
Wjjsheid zoo vroegen zjj zich af, het is toch
de zoon van een werkman. Door geleerden
schrijvers, waaronder er velen zjjn, die
Christus Godheid looebene wordt Christus
genoemd een toonbeeld van Wjjsheid en vaa
een onbevlekten levenswandeL
Daar nu Christus >an Zicht zelf getuigds,
dat hjj God is dan moéten wjj aannemen,
dat Hjj waarheid sprak en dan zjjn we, waar
we moeten wezen, ofwel we moeten aan
nemen dat Christus hoewel wetende, dat Hjj
niet is Gode Zoon, toch zich daarvoor uit
gaf, of dat Christus zich te goeder trouw
God noemde, meenende God te zjjn, terwjjl
Hij liet inderdaad niet is.
In het eene.geval te Hjj een leugenaar ca
dat strookt fthu--net Zijn onbevlekten lo
ven* wandelin hét tweede geval 1» Hij ge
lijk te stellen met de gekken in een krank-
ziniiigeugMlicht en dat ia te strijd met Zijn
Wjjsheid, zoodat wjj ook op dit bewjjs Jezus
Godheid moeten erkennen.
Het vjjfde bewjjs is de voortdurende
liefde en haat waarvan Christus het mid
delpunt te. Spr. vraagt of wel ooit een man
of vrouw hoe gevierd ook, gestorven zijnde,
nog waaracbtiger liefde ondervindt, van de
genen niet alleen, die hem of haar hebben
gekend en bemind, maar ook door menschen
over de geheele aarde verspreid.
Christus wordt waarljjk bemind door mil
lioenen menscben nu nog nadat reeds 1900
jaren zjjn voorbijgegaan, nadat hij zjjn ver
lossingswerk heeft voltooid.
Uit liefde tot Hem trekken menscben den
oceaan over om aan de heidensche volkeren
de leer van Christus te verkondigen. UH
liefde tot hem verlaten velen een leven van
comfort en weelde om zich ten dienste te
stellen van de lijdende Menschheid. Is het
waar, dat Jezus waarljjk bemind wordt, niet
minder waar te het, dat Hjj, hoewel nooit
anders dan aan de menschen welgedaan te
hebben, toch het punt is, waarop de haat
is gericht. Bjj den mensch, hoezeer h(j ook
de haat van de menschen zich op de hals
mocht hebben gehaald, eindigt alle*» met den
dood; niet alzoo is het met Cchristus tegen
Wien de haat voort duur, omadt Hjj, ge
storven zjjnde voort leeft als een teeken van
tegenspraak.
Deze voortdurende liefde en haat is een
bewjjs van Christus Godheid.
Als zesde bewijs noemt spr. het succes
van Zjjn kerk, die, ondanks bestrijding en
vervolging, zich over de geheele wereld
heeft verbreid. Spr. heeft hiermede het be
wjjs gegven. adt God zich aan de menschen
heeft vertoond en besluit zijn rede met te
zegtren, dat indien Christus hier in zichtbare
gedaante zou verschiinen. Hij met de Apos
tel Thomas met hoofd en hart zou uitroepen
„Mjjn Heer en mjjn God".
Directrice, An VMD
WESTERWEG 110 tegenover Lamoraalstraat K ALKMAAR.
KNIPPATRONEN NAAR MAAT. VERPASSEN ONNOODIG.
Bogia, 17-10-’27.
Zeereerw. Rector Boele,
Het is al weer zoo lang geleden, dat er iets
van Bogia gekomen is. hjj heeft het zeker
zeer druk! Al meer malen heb ik daarover
geschreven en daarom zal ik me daarom
maar niet moe maken: een langen brief
scbrjjven is beter dan al dat klagen; want
daar heb ik een broertje aan dood. Het was
alweer een jaar geleden, dat we geestelijk,
oefeningen gemaakt hadden, het werd dus
weder tjjd daaraan te denken en de geschik-
ste plaats en den geschiksten tjjd daarvoor
uit te zoeken, om den geestelijken mensch
weer wat op te frischen, waar ook de mis
sionaris behoefte aan heeft als hjj het geheels
jaar door met zjjn kanakjes tezamen leeft.
Zoo wa» ik van plan dit jaar mijne retrait*
in Alexis te houden, de boofdstatie onzet
missie, waar ook de Bisschop resiedcert.
Maar hoe daar heen te komen, want al heeft
men het woord Alexis-haven gauw uit ge
sproken, niet even gauw heeft men ook den
weg daarheen afgelegd.. Dat te n.1. een al-
stand van een dikke 5 dagen. En U moet die
wegen niet zoo voorstellen zoeals de wegeu
er in Holland uitzien, dan kom je leeljjk op
de koffie En toch mag ik al niet klagen,
want zittend kan ik er komen, al te het dan
ook een zit van 5 dgen. Zou het dit maal te»
zee of ter land gaan? Ik wilde gn
land, want van de zee weet ik allee
over later in den brief als ik den moed om
liet te schrijven, daar dat gevaar op zee ju
lang voorbjj te). Een goed schip hebben wn
nog niet en de 'motorboot te maar heel ktein,
als te ze ook zeevast, toch voel ik me beter
te land dan ter see. Zoo gezegd zoo gedaan.
Na de 15 Augustus zou de retraite beginnen
er daarom zorgen, dat men op tijd daar te.
Daar ik echter nog eenige statie» onder weg
te bezoeken had, die op den weg liggen, ging
ik al een 10 dagen vroeger weg, om in dien
tgd te kunnen missioneeren. R. P. Koster zou
dan een heelen tjjd alleen zijn, wat nu juist
niet meevalt, daar de parochie bij uitstek
zeer groot Ns en vele katholieken telt. Deu
eersten Vrjjdag 5 Aug. m
waaronder de schoolkinderei
i openbaar leven wist hij welken
sterven zou, dat hoewel net aantal
in tjjdens zjjn openbear leven be
was, Zjjn leer over de ge
worden verbreid. Uit de
de verwoesting van J ere
na de school-mte,
jn alle tot de H.
Tafel gaan, zadelde ik mjjn paardje, dat mu
weg zou brengen. Gepakt en gezakt gingen
we op weg, afscheid nemend tot een weder
zien over 5 weken. Mjjne jongens gingen alle
vooruit en mjjn paardje volgde gewillig, den
weg goed kennend, dien bet al zoo dikwijl»
gegaan was. Het waren heerljjke zonnige da
gen, die den mensch vrooljjk stemmen, nog
meer, daar dan de weg goed begaanbaar i»
en de revieren ongeveer droog liggen; ander»
toch te het dikwjjls niet zoo aangenaam ei.
nu en dan met gevaren verbonden.
Waar gaat ge nu heen, vragen de kanak-
ken en allen zjjn niewsgierig naar bet doel
van de lange reis. Van alle kanten klinkt dan
ook nog de Duidsche groet ons tegen „Gril»»
Gott Pator!" En we eraan weer verder, want
<len eersten dag wil ik komen tot Banara,
een grootere bgstatie, waar ik blijf, om deu
Zondag te vieren, want niet iedere week, ja
zelfs niet iedere maand kunnen die kinderen
naar de boofdstatie. Bogia, komen, daar de
afstand te groot ia Het te een afstand vau
ongeveer 8 uur te voet. Aleen op de hoogs
feestdagen komen die naar -Ie boofdstatie eu
moet men ze op andere tijden hen op gaan
zoeken. Banara, het te een ijverig volkje. Zien
ze me reeds van verre aankomen, dan komen
ze aaugeloopen en zouden h-sst bjj mjjn paard
opspringen van vreugde, dat de Pater wee»
gekomen te, om ben te bezoeken.
Den volgenden dag komen dan ook alle
al in de vroegte haar de school, niet alleen
de kinderen, maar ook de ouderen van dagen
komen, om aan het ondericht deel te nemen.
Alleen de kinderen zjjn hier katholiek,
maar het zal niet lang meer duren of ook
de grooteren kunnen tot kinderen Gods ge
maakt worden, het doopsel ontvangen.
In den namiddag gaan de kinderen allen
te biegt om zoo zich voor te bereiden voor
het ontvangen der H. C’otnjatinie van deu
volgenden dag. Vreugde te zien, hoe de lui
hier naar het II. Geloof verlangen, jammer,
dat er zoo weinig arbeiders zjjn te den wjjn-
berg des Heeren, om den rjjken oogst binnen
te halen, die op heb veld te rjjpen staat.
Mogen spoedig helpers komen, die dat
groot© offer kunnen brengen; alles te ver
laten, om dat eene doel: God en zielen!
Den volgenden dag ging he< weer verdet
langs de kust. Het is een bue rit. Het
wrste dorp ligt anderhalf uur \.i>» le Statie.
Het te al warm, de zon komt Imnier hooger.
a>r wordt een kleine rust gehouden, om dan
te Kaan en te genieten van de
heerljjke zandkust, die alleen maar vele
zweetdruppels vergt. Eentonig is de zit....
Zaet daar komt een motorschip aan; wie mag
dat wel wezen? Vlug snijdt het door de gol
ven, maar langzaam gaat het-rjjtuig over het
heete kustland. Na twee uur komen we weer
1 dorp, waar weer halt gemaakt wordt,
wordt me een kokosnoot aangeboden
men altoos dorstig. De reiszak wordt ge
opend, waar ik mjjn proviand in heb, om een
stukje brood te snijden, daarbij bet water
van den kokosnoot en het heerlijke maal
te klaar. Eet smakelijk! En het smaakt ook
famoos Na nog wat met de lui gesproken
te hebben, stijg ik weer te paard, om de
andere drie uur af te leggen die nog over-
bijjven op de statie, waar ik dan weer een
paar dagen yil blijven, om zelf de school te
houden, die anders bjj afwezigheid van den
Pater door een inlandscbe leerzar gegeven
wordt. De revieren zjjn niet hoog, zoodat
we zonder veel moeite ze doorwaden kun
nen.
Met vreugde wordt men begroet en allen
zjjn bljj, dat de Pater weer eens gekomen
te. Het te al laat te den namiddag geworden
en gauw wordt er wat thee gezet en wat eten
gekookt om de hongerige magen wat te
stillen.
Dit te nog een geheel nieuw© statie, juist
voor een jaar geleden opgericht. Het zjjn
slle zeer goede lui en wanneer hier een
Pater gestatkmneerd zou zjjn. dan zouden in
weinige jaren allen katholiek zjjn. Lang heb
ik hier niet tjjo om te blijven. Want er is
nog een statie verder op en reeds morgen
kan de motrboot komen, om me hier af te
halen, om de verdere drie dagen dagreis
per boot af te leggen. Op een kwartier en
en een half uur afstand» liggen hier de
dorpen van mekaar, eenige met een bevol
king van pl.m. 200 lui. We moeten dus weer
verder om de volgende statte te bereiken,
die drie uur van bier ligt: de groote statie
Sapara Ook dvze statie te bet vorige jaar
pas opgericht en teltr 120 schoolkinderen,
die dagelijks de school bezoeken. Hier wil ik
wachten tot de motorboot komt om me af
te halen Na echter twee, drie dagen ge
wacht te hebben wordt me het toch wat te
lang en besloot ik maar over land verder
te gaan. Het is alle dagen zeer slechte zee
en mjjn leven waag ik niet graag voor de
tweede keer. Hevig blazen iederen dag de
Zuid-Oost winden, een verschrikkelijke zee
daar buiten. Het te ook maar twee dagen
te paard meer en ik ben in Mugil, de statie
waar mjjn Broeder Willem gestationeerd
te. Donderdag s avonds werd alles gereed
gemaakt, om den volgenden dag in alle vroeg
te te kunnen vertrekken. 7 uur was dan ook
alles gereed en daar ging ie weer. Drie dra
gers gingen weer vooruit en mjjn paardje
volgde heel gewillig. De zon as niét te zien
want dikke regen wolken kwamen op aan
den horizon. Het te te hopen, dat we ge
spaard bljjven voor regen anders te de reis
niet zoo heel aangenaam. Het duurde niet
of daar vielen reeds eenige druppels en
spoedig veranderden die druppels in eeu
stortregen. De regenmantel deed echter zjjn
diensten en na dei* heerlijk frisschen regen
was de tocht dee te aangenamer. De weg
leidt ons immer langs de kust, zoo hier en
daar door het bosch, waar de schaduw der
boomeu een heerljjke afwisseling te bü de
heete zonnestralen op het witte kustzana.
Slechts hier en daar ligt een dorp met een
zeer kleine bevolking. In een dezer dorpen
houden we ons middagmaal, wat zeer een
voudig te. Heerlijk gegeten! en na een kleine
rust gaat het weer verder, want nog niet zjjn
we aan bet einde van onzen dagreis geko
men Het gaat steeds verder langs de een
tonige kust. Nu ben ik dan gekomen aan
het einde van mjjn gebied: twee en een halve
dagreis van Bogia. Aan dit uitgestrekt ge
bied van Bogia grenst het gebied van Mugil.
van mjjn Broer Willem We kunnen nog een
heel eind ver komen, de zon staat nog hoog
Na anderhalf uur komen we weer aan een
dorp, waar hutten staan als een bjjeenkorf.
het dak reikt tot aan den bodem; slechts
één kleine opening geeft toegang voor het
eens groote ruim. Aan den kant zjjn eenige
bedden gemaakt uit bamboe, waarop de
lui slapen; meestal een bed voor een per
soon. In het midden een smokend vuurtje
waarom ieder gemoedeljjk zjjn pijpje of si
gaartje zit te rookei».
Het geheele ruim heeft maar een opening,
waardoor allee in en uit gaat, ook de rook.
Licht is het er heelemaal niet in en men
moet eerst aan de donkerte gewennen, voor
dat men iets kan zien Om 6 uur avonds
wilden we halt maken, maar eei* goede
plaats om te slapen was er eigenlijk niet.
De kanakken van het kleine viese dorpje
wilden ons dan ook graag wegbrengen naar
bet naastbjjzjjndt dorp, waar een goed huis
stond om te overnachten We waren eigen
lijk al ver genoeg, ook wat de dragers be
treft. maar een goed huis voor den nacht
stond ons toch ook wel aan. We gingen dus
verder Na een 10 minuten kwamen we aan
een groote rivier die we doorwaden moesten'.
De wal was tamelijk stjjl zoodat ik niet te
paard in de rivier kon gaan. Eerst bet paard
er maar in en van den wal af stapte ik weer
te paard, want de rivier was niet zoo diep,
dat ik niet te paard kon blijven zitten. Nog
©en klein beetje moest het paard zwommen,
daarom de beenen boven op het zadel en
daar droeg het makke beesje me over het
water, en kwam ik droog voets aan den
overkant. Gelukkig waren we er over en
waren ook in ons lager aangekomen. Dat
was een mooie voorsprong voor den volgen
den dag; het grootste van den .weg waa nu
afgelegd. Het was al donker geworden. De
lui brachten water en brandhout zoodat we
terstond ons ovandmaaltje klaar konden ma
ken, wat al net zoo eenvoudig was als dien
middag in het dorp. Na ons te goed gedaan
t© hebben aan de reist en visch, zochten we
een plaatsje voor de nachtrust. Niets anders
verloopen, zonder dat ergens
huis, een minnende ziel den Konit
allen in liefdevolle aanbidding gez
houdt.
Velen »»eten niets van al het schoon», dat
in hun omniddelljjke nabijheid de Engelen
des Hemels verheugt. Jammer, want er zjjn
veie zielen ontvlambaar genoeg, om, door
een enkele vonk getroffen, mede het juieb-
lied aan te beffen voor den Minnaar der
menschen, maar die vonk moet bun worden
gebracht. Dit kan zoo gemakkeljjk. Iedere
maand verschijnt er een klein courantje
„De Liefde Koning” (uitgave vna de Pa
ters der H.H. Harten te Ginneken), dat tel
ken» en telken» den lezers weer verhaalt over
de wonderen van het H. Hart, over de suc
cessen van het Intronisatiewrk, over de
middelen om ’s Meesters Hart nog dichter
te benaderen, over de geheimen om dat Hart
te behagen, om verdwaalde hutegenooten