I 4 Onder rood schrikbewind. „ONS BLAD” Nog eens de terreur In Weene*. - - IMnsdag II Februari 1O2S No 44 Roode „polltie”. De Jull-revolutle -■ :*.3 FEUILLETON. Gestrafte misdaad. - 31e Jaaif Advertentieprijs Vte 1—0 Mgste flJS; elke regel asecr f SJS. JtadanM per regel fO.TS voor de eente pagina ivoor de overige pagina's fOjed Rubriek „Vraag en aanbod** bij vocruftbetaMng per pteatafaag 10.60 per advertentie van 5 regel» I iedere regel —er f tag, f 125.—,t50.— Abonnementsprijs I Per Swnreanl voor Alkmaar. a a a e Voor hfi—w Alkmaar. a a a Met GclDnatreerd Zondagsblad a a BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon UITDEPERS. - Coalltlestemmlng? BUITENLAND. Aan alle abonnfe wordt op aanvrage gratie een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.f 750.f250. GIRO ALKMAAR 1048*3 GIRO ALKMAAR 104863 >Vj XI. „RepuHikeinsche ■re O n delijk, dat dit raadaelachtige kind Mi sprak de gaarne epen naar NOORD-HOLLAKDSCH DAGBLAD Wij hebben reeds gezegd, dat het socialis tische gemeentebestuur van Wecnen het voorbeeld geeft van „terreur in de bedrij ven”. Men moet dexe edele bemoeiing vau de Weensche vroede vaderen echter niet al te letterlijk, en vooral niet te beperkt opvatten. De Weensche machthebbers doen hun saken in het groot! Overal willen tij hun rooden invloed doen gelden; overal willen tij hun systemen „Allee voor ons, en niets voor een ander!" en „Niet rood? Geen brood!” in praktijk brengen. Zoo hebben de heeren rich heel slim ook geworpen op het kinobedrijf in Weenen. En te hebben er een middel op gevonden om ook in het kinobedrjjf een ware terreur uit te oefenen, «onder dat bet hun een cent kost. Wat is het geval? Voorheen hadden de eigenaars der Ween- sohe bioskopen een voortdurende concessie. Neen, zeiden de roode heeren in Weenen, uit de bioskoop valt voor ons politieke munt te slaan: wjj veranderen die voortdurende concessie in een tolkens-tjjdeljjke concessie van één jaar, dan hebben wij steeds het heft in handen, om een ons niet-welgevalligen bioskoopeigenaar eruit te gooien en vriend- jes-partjjgenooten in zijn plaats te stellen. Bovendien zou deze nieuwe regeling een voortdurende bedreiging bcteekenen: „Bioskoopdirecteur, gedraag je rood, an ders raak je je concessie kwijt!” De Weensche bioskoopdirecteuren moesten weten, dat ze als ze b.v. in den verkie zingstijd een voor de Christelijk-socialen propagandistische film lieten loopen hun concessie onherroepelijk verliezen zouden! En er zijn reeds meerdere voorbeelden gesteld: het katholieke „Caritasverband” en de christelijke „Vereeniging tot verzorging van tuberculeuze kinderen” zagen zich de bios- koopconcessie, waarmede zij rich finantieel op de been hielden, alreeds ontroofd. En de hiér ontnomen concessies werden geschonken' aan.het sociaal-demokrati- sche „Invalidenverband”. dienen om de republiek te beschermen; in waarheid is zjj een machte-, een gewelds- werktuig in de handen der socialistische lei ders. En ijverig werkt deze „politie” dan ook mee met de roode terreur. Het is reeds meermalen voorgekomen, dat dezo mooie politie katholieke kerkgangers men heeft het vooral op katholieke jonge mannen gemunt na afloop van de II. MIs opwachtte en mishandelde, en om eens een bepaald geval te noemen: Op 4 Februari van het vorig jaar hebben Weensche A.J.C.-ers onder den bescher menden bijstand van den republikeinschen Schutzbund een aanval gepleegd op het Tehuis van den katholieken ,JBmdervereinn, in de Rauchfangkehrergasse, Bezirk 14. Bij welken aanval het natuurlijk frisch toe ging. De- algemeens leider van den Schutzbund, Dr. Julius Deutsch, heeft er eens tegen ge protesteerd, dat zjjn prachtrorganisatie dooi de Katholieken verdacht gemaakt werd door de beschuldiging, als zou de Schutzbund het ging toen over een „heldendaad” der roode politie tegen de katholieke jongens in Bezirk Hemals onze jongens wel een» overvallen en mishandelen; brutaal, zoo- als deze heeren nu eenmaal altijd zjjn, schreef de Schutzbund-leider aan de redactie van de „Christliche Arbeiterzeitung”: „Waar is integendeel, dat de republikein- sche Schutzbund of een zijner afdeelingen de katholieke jeugd nooit overvallen en rnishan. deld heeft”. Waarop de redactie echter laconiek ant woordde met de vermelding van een aantal veroordeelingen, waarvan Sohutzbund-leden het slachtoffer geworden waren wegens mis handeling der katholieke jongens in Hemalsi Köszl: 4 maanden zware kerkerstraf; Klein: 3 maanden zware kerkerstraf; Klima: 3 maanden voorwaardelijk; Kubin: 2 maanden voorwaardelijk. Enz., enz. Verlangt men beter bewijs? daartoe sommeeren! toen proclameerden de heeren, om de verwarring nog te vergroo- ten, de algemene staking; alleen de roode leugenpers moest haar werk bljjven voortzet ten: er werd dagelijks één rood blaadje uit gegeven met valsohe berichten over den toestand; en terwjjl tot zelfs voor den dienst in de ziekenhuizen het post-, telegraaf- en telephoon-verkeer gestaakt werd, bleven deze communicatiemiddelen voortdurend be nut voor de verspreiding van roode leugens in binnen- en buitenland 1 In deze ontzettende verwarring nu ie do roode politie opgetreden. Maar hoe! Enkele nette Schutzbund-leden, die tever geefs trachtten de woedende menigte te kal- meeren, niet te na gespróken, moet gecon stateerd worden, dat de roode politie over het algemeen met de oproerlingen gemeen» zaak gemaakt heeft: wij kunnen dag en uur en plaate noemen, wanneer en waar geunl- formde leden van den Schutzbund aan het hoofd der stoeten van oproerlingen zijn op. getrokken, wanneer en waar zjj met bet gepeupel méde gemoord, mishandeld, ge- brandsticht, geplunderd en geroofd hebben! Dank zjj deze fjjne „politie” hebben de Weensche socialisten het klaargespeeld, een revolutie te ensceneeren en te laten gebeu ren, welke 85 dooden en meer dan 1000 ge- wonden heeft opgeleverd. Later, toen heel de wereld schande sprak over deze revolutie, hebben de socialistisch» leiders de schuld op de communisten en ze kere ongure elementen trachten te schuiven. W<j vragen: waar kwamen dan nu opeens al die communisten vandaan? Bij verkiezin gen behalen deze luidjes niet één zetel! Neen! De Weensche roode leiders zijn de schuldigen, al hebben sommigen van hen toen het te laat was en toen zij bang werden voor de consequenties ook geprobeerd, de menigte tot kalmte te brengen. En waren Mgr. Seipel en politiepreeident Schober tenslotte ook met militaire politie niet zoo energiek opgetreden: héél Oosten, rijk ware aan de revolutie wellicht aan het bolsjewisme ten offer gevallej. Het voortdurende gevaar, waarin de roode politie stad en land in Oostenrijk doet ver- keeren, heeft de Christelijk-socialen op tegen weer bedacht gemaakt: zij hebben omdat het moést ook hun illegale machtscorpsen opgericht: hun „Heim- wehre”. Deze vormen in Oostenrijk de vaderland- sche verdedigingsorganisaties, niet voor den aanval, doch enkel ter verdediging, tot het bewaren van orde en rust, gesticht. Deze „Heimwebr”-organisatie is voorname lijk eerst na de Juli-revolutie gegroeid, maar in korten tijd heeft zij zooveel aanhang ge kregen, dat er vrijwel in iedere plaats stad of dorp een afdeeling van bestaat. Voor het heele Rijk staan zij onder leiding van Dr. Bundesrat Steidle, te Innsbrück. Reeds in de revolutiedagen van het vorig jaar heeft de „Heimwehr” actief ingt men dreigde zelfs met een opmarsi Weenen! en aan de „Heimwehr” is bet voor namelijk te danken, dat de door de socialis ten geproclameerde algemeene staking zoo spoedig een roemloos einde vond. pen, zonder meer van mjj te weten dan wat thans heb gezegd, dan zal ik die hulp onuitsprekelijke dankbaarheid aanvaar- Zoo werken de heeren op ieder gebied. Wee! als je niet rood bent! Zelfs anne, oude weduwvrouwtjes worden niet ontzien: komt er b.v. een „trafic” vrij (een trafic is een zet-winkeltje in sigaren en sigaretten en enkele beschimmelde aanziohtkaarten), en meldt zich als zetvrouwtje daartoe een we duwe aan, dan wordt deze aanvrage eerst opgezonden „om bericht en raad” naar bo vengenoemd sociaal-demokratteoh „Invali denverband”, en als het dan blijkt, dat het weduwvrouwtje den vermetelen moed heeft, goed katholiek te zijn, dan bestaat er geen schijn van kans, dat zij de uitverkorene zal zijn. Eerst rood! Anders.... geen brood! Om hun terreur nog meer kracht bij te zetten, beschikken de socialistische lieders in Weenen ook over een eigen roode .^politie”. den eens breed uit te spinnen voor iemand, die’ beloofde haar weldoener te zullen zijn; maar dit meisje bleef zoo gesloten, dat de baron spoedig de onmogelijkheid ervan in zag om wat dieper in haar gemoedsleven door te dringen. „Ik vrees dat uw levensgeschiedenis ge beurtenissen van min of meer pijnlijken aard bevat, die gij liever aan niemand zoudt wip len mededeelen,” zeide hij ten slotte. „Er is zeer veel pijnlijks, zeer veel dat ik ónmogelijk aan iemand kan mededeelen.” „Maar mijn kind, het moet u toch duide lijk zjjn, dat ik moeilijk iemand kan helpen, zonder te weten aan wie ik de hulp ver een Ook bij de Juli-revolutie van het vorig jaar heeft de roode politie een zeer bedenke lijke rol gespeeld. Die bloedige revolutie was op zichzelf niet anders dan één brok roode terreur. Maandenlang had de roode pers de socia listische arbeiders tot het uiterste opgehitst; den avond vóór het uitbreken der revolutie wisten de roode leiders alreeds, dat er „de. monstratiee” te verwachten waren en zij heb ben geweigerd, de arbeiders in fabrieken en werkplaatsen tot kalmte te doen aanmanen, de roode regeerders hebben toegestaan, dat hun arbeiders het werk verlieten en op revo lutie uittogen; gedurende de eerste uren der „demonstraties” was er geen enkele roode leider te zien; twee uren lang kwamen uit de uiterste wijken van Weenen Al maar door duizenden roode arbeiders naar de binnen stad getrokken, aangevoerd door arbeiders uit de stedelijke (roode) bedrijven, tram personeel en.Schutzbund-leden-in-uniform! Deze heeren wapenden zich met ijzeren stangen, met stekken, met steenen, enz. Op gemeentelijke vrachtauto’s werden vecht- manschappen en -materiaal aangevoerd, en toen het oproer in gang was, toen üniver- siteit en Parlement waren bestormd, toen het Paleis van Justitie in vlammen opging, toen allerwegen moord en doodslag, brand stichting en roof plaats vond, toen doode en gewonde politieagenten, die hun moeilijken plicht gedaan hadden, weggedragen werden, toen.... weigerde burgemeester Seitz al» Landeshauptmann zjjn toestemming, om de militaire politie te laten aanrukken. Het oproer was den socialisten integendeel een welkome terreur-gelegenheid om do rechtsche regeering tot aftreden te dwingen en zélf te grijpen naar de macht in het Rijk! En toen Mgr. Seipel energiek weigerde, af te treden, in het heetst van den strijd kwam de socialistische leider Dr. Bauer hem Deze politie wordt Schutzbund” geheeten. Het bestaan van deze roode politie is vol komen illegaal en beteekent-bij voortduring een ontzettend gevaar voor de niet en de veiligheid in het land, temeer omdat de staatspolitie het offioieele en wettige or gaan der openbare veiligheid alsook de militaire „Wehrmacht”, zeer betrouwbaar zjjii in de handhaving van het gezag en zich door het roode gedrjjf in het minst niet van haai stuk laten brengen. De roode „Schutzbund” is eenerzjjds een ongelukkig revolutie-kindje (direct na de revolutie waren er in Oostenrijk duizenden oud-strijders, die weigerden hun oorlogswa penen in te leveren en als „politieagenten” aan *t werk wilden bljjven); anderzijds Is de „Schutzbund” echter een opzettelijk en doelbewust in 't leven geroepen gewelde- organisatie der socialistische leiders. De socialisten de ontwapenaars! for meerden zich in Oostenrijk een legert Hoe dit in z’n werk ging, heeft de hier boven reeds meer aangehaalde redacteur van „Het Volk” in zijn krant verteld: „Aan een energiek officier, partijgenoot Deutsch, werd opgedragen, een Republikani sche Schutzwehr te vormen. Hjj organiseerde 45.000 proletarische burgers In een militair verband, - waarvan 25.000 in Weenen. De manschappen dragen een primitieve uniform. Hun gelederen worden regelmatig aangevuld met proletarische rekruten. Zjj oefenen iedere week, waarvoor elke stad haar excercitie- terrein en Weenen meerdere heeft.” Zuiver een „roode politie”, een rood legei dus! Wjj kunnen de mededeelingen van den „Volk”-redacteur nog aanvullen en vertellen, dat de „Schutzbund” in Oostenrijk momen teel al meer dan 100.000 leden telt. Om een voor de hand liggend verwijt te ontgaan wil de socialistische collega zjjn le zers doen gelooven, dat de „Schutzbund” niet over wapenen beschikt; hjj schrijft: „De Republikanische Schutzwehr is onge wapend. Wapens zjjn er niet- Wapens mogen er niet zijn. Zoo staat het ook in het Vredes verdrag. Het Weensche gemeentebestuui vatte het als een tartende beleediging op, toen een militaire Ententecommissie toch een onderzoek wilde instellen naar de aanwezig heid van wapens in het gebouw der Koöpo- ratie. De Republikanische Schutzwehr kon zooveel wantrouwen evenmin dulden en dreigde de gebouwen met een kordon vai» 25.000 man af te sluiten. Het onderzoek ging niet door. Er zjjn gen wapenen in Weenen.” Hoe zjjn deze verklaringen echter te rjj— men met het feit ons door een zeer bekend Weensch collega gewaarborgd dat in de maand April van het vorig jaar een rood arsenaal door de regeering is leeggehaald, en dat er by die gelegenheid de bestanddeelen gevonden werden voor 30.000 geweren en 6 700 machine-geweren? Neen, de roode Schutzbund wordt in Wee nen niet vertrouwd. Het heet, dat deze machtsformatie moet „Dat zeidet ge mjj gisteravond niet, toen ik u er naar vroeg,” zeide de baron met een zweem van achterdocht in den toon zjjner stem, want hjj verbeeldde zich, dat het voor komen van ’t meisje was veranderd, zoo- dra hjj over haar vader had gesproken. „Heb ik dat niet gezegd?” antwoordde zij kalm. „Ik meen, dat u mjj niet naar mjjn va der hebt gevraagd gisteravond, maar als dat wel zoo ie, zal ik hebben geantwoord wat mij voor den mond kwam; ik was geheel in de war van uitputing en behoefte aan rust; ik wist ternauwernood wat ik zeide.” „Wat deed uw vader?” „Hjj voer op zee.” „Er is iets geheel on-Engelsch in uw ge laat. zeide sir Oswald, „ge zjjt zeker niet in Engeland geboren?” „Neen, ik ben geboren in Florence; mjjn moeder was een Florentünsche.” „Waarlijk?” Beiden zwegen. Het was maar al te dui delijk. dat dit raadselachtige kind liever niet de geschiedenis vcan haar vroeger le ven verhaalde; en de inlichtingen, die de ba ron van haar omtrent haar persoon wilde in winnen, moesten haar woor voor woord ont wrongen worden. Een gewone landloopster, die gedoemd ie langs de straten te zwerven en van de publieke weldadigheid te leven, zou niets liever doen dan de geschiedenis, hetzö de ware- of de valsche, van haar eHen- Onder dit opschrift lezen wjj in „De Maas bode”: Vrijdagavond heeft, naar het liberale „Han dels blad meldde, de Chr.-HisL Jongeren groep ,,'s-Gravenhage” in den Dierentuin een Lohman-avond gehouden. De heer H. van Malsen, bewerker van Lohman’s „Verzamelde opstellen”, hield daar een rede over persoonlijke herinnerin gen aan Jhr. mr. A. F. de Savornin Loh man. In die rede werd ook „het Roomsche ge vaar” behandeld en, volgens bet verslag, zei de heer v. Malsen: Wie Nolens niet kent, kan hem leeren kennen uit papen en bisschoppen, wien hij zegenend de banden boven het hoofd uitstrekt Wjjsgeeren en gewone menschen die zeggen, dat wij met Rome stoelen op denzelfden wortel, zien het Roomsche ge vaar voorbjj. Dat gevaar is niet gelegen in de onverdraagzaamheid, maar m des potisme, heeft Lohman gezegd. De eenheid der Kerk heeft Rome wil len herstellen. Lohman verlangde ook naar de eenheid, doch met behulp van Jezus alleen. Mr. Baron van Wijnbergen heeft dezer dagen nog eens gewezen op de noodzake lijkheid de cqaiitie-stemming aan te kwee- ken, Indien men weer practtechen regee- ringsarbeid van de coalitie wil zien. Hf heeft er den nadruk op gelegd, dat die stem ming van weerszijden moest worden aan gekweekt. Indien de leiders der Chr.-HisL party da meening van bet Katholiek Kamerlid dee- len, zullen zjj er goed aan doen bun geest verwanten er aan te herinneren, dat belee- digende wartaal, als hierboven geciteerd staat dr. Nolens die bisschoppen zou ze genen en de Kerk die eenheid zou widen door despotisme weinig bevorderlik ia om wederzjjdsche toenadering te bevorde ren. Wij vermoeden, dat de overleden edel man zich ook weinig thuis zou hebben ge voeld in een vergadering, waar zóó gespro ken werd over een mede-Kamerlid en diena geloofsgenooten. ik u thans heb met den. Maar als ge mjj niet kunt gelooven, laat mjj dan mjjn eigen weg gaan.” „Ik wil u vertrouwen,” antwoordde hjj, „ik wil u blindelings vertrouwen, blinde lings, als het niet anders zjjn kan. Laat mjj u nog eenige vragen stellen, en dat zjjn dan de laatste, die gij mjj te beantworden hebt.” „Ik ben bereid elke vraag te beantwoor den, die ik gevoegelyk beantwoorden kan, mijnheer.” „üw naam?” „Mjjn naam is Honoria Milford.” „Uw leefjjd?” - „Ik ben negentien jaar.” „Hoe komt het, da‘ uw manier van spro ken, de toon van uw stem zoo beschaafd zjjn?” „Ik ben niet geheel en al zonder opvoe- ing geweest, mijnheer. .Een neef van mjjn ar me moeder, die priester was in Italië liet zich veel aan mjj gelegen liggen, ten ik kind was. Het was ecu zeer onderlegd man, en hij heeft mjj veel geleerd, waarin een meisje van 14 jaar misschien gewoonlyk nooit on derwezen is geweest. Zijn pastorie was nj| een ware toevlucht in die dagen van wreede ellende, en de lesuren bij hem waren de eenige vreugde van mjjn leven. En nu, myn heer, ik bid u, vraag mjj niet verder.” zonder te weten aan wie ik de hulp leen. Ik wenschee u, zoo mogelijk, in positie te plaatsen, welke oneindig verschilt met die, welke ge nu inneemt, maar het zou toch dwaasheid zijn mjj te intereeseeren voor een persoon, van wie ik zelfs niet het allerminste afweet.” „Dan denk niet langer aan mjj, mjjn- heer en laat me mijn eigen weg gaan,” ant woordde het meisje met een^kalmte en een zekeren trote, die haar beminnelijke schoon heid nog meer deed opvallen. „Ik zal tevre den en met een dankbaar hart van hier gaan; ik heb u toch niets gevraagd, en dat was ook niet mjjn bedoeling U is zeer goed, buitengewoon góed voor me geweest; toen ik mjj ellendiger dan ooit gevoelde, hebt gjj medelijden met mjj gehad en toen hebt ge mjj een troost doen ondervinden, die mjj in lange jaren geheel vreemd te geweest. Ik heb zooveel menschen van uw stand mjj voorbjj zien gaan zonder zich de moeite te geven naar mij ellende om te zien; ja, dik wijls scholden en beleedigden ze mij nog, hoewel ik hun toch niets heb gevraagd. Laat my u danken voor uw grenzeiooze goedheid en my dan mijn eigen weg gaan.” Zij stond op en begaf zich naar de deur, bljjkbaar met het vaste voornemen om te vertrekken. „Neen!” riep éir (tewald levendig u»L „Ik moet u helpen op een of andere manier, hoe dan ook zelfs al wilt ge mjj niets van uw vroeger leven ontdekken.” „U is veel te goed, manheer,” antwoord de het meisje diep geroerd, „maar denk er toch aan, dat ik uw hulp niet heb gevraagd. Mjjn geschiedenis is eep eer verschrikkelij ke. Ik heb geleden om de misdaden van an deren; maar misdaad noch oneeer heeft mjj bevlekt. Ik heb geleefd onder menschen die ik verachtte, zoo hartgrondig, zoo diep als iemand maar verachten kan; ik hield mjj altjjd zooveel mogelijk van hen op een af stand. Ik ben uitgelachen, gehaat, mishan deld, omdat ze mjj trotsch vonden; maar ik heb, wat er ook gebeurd is, mijzelf onbe smet bewaard voor het bederf, dat rondom mjj was. Ate ge dit kunt gelooven, als ge mjjn woorden voor waar kunt houden, en dan de hand uit kunt strekken om mij te hel- DE VEILIGHEIDSCOMMISSIE VAN DEN VOLKENBOND. Rede van den Voorzitter. De Veiligbeidscommissie van den Volken bond te gisterenmorgen te Genève bijeen ge komen onder leiding van den Tsjeehtechen minister van buitenlandsche zaken, dr. Benesj. Twee en twintig staten zjjn in de com missie vertegenwoordigd, dezelfde als in de ontwapeningscommissie. De regeering van de V.S. is evenwel niet vertegenwoordigd, terwjjl Rusland volstaan heeft met het zen den van een waarnemer. Voor Nederland te aanwezig de rapporteur Rutgers, voor Duischland de staatssecretaris Von Simson. voor Frankrjjk Paul Boncour, voor Engeland lord Cushendu. De commissie zal zich bezig houden met de behandeling van de rappor ten van de voor-commissie van Praag. De zitting werd gistermorgen geopend met een re ie van Benesj, waarin deze be toogde, dat het doel der commissie is waar borgen te vestigen op pond van de be staande verhoudingen in de internationale politiek voor de uitbreiding der veiligheid. Benesj gaf daarna* een overzicht van wat tot nu toe in ’t belang van de veiligheid ge daan is. Het rapport over de voor-conf eren tie te Praag bevat een aantal alternatieve voor stellen. 19. „Ga zitten, kindlief,” sprak de baron vriendelijk, „ik wilde u gaarne eenige oogenblikken spreken. Ik zal maar recht uit zeggen, waar bet op staat; ik wilde u na- melijk gaarne vooruitbelpen, ate dat in mijn vermogen te. Mjj dunkt, het is jammer van u, dat ge zulk een leven moet leiden en ik ben er van overtuigd, dat er een talent in u schuilt, waardoor u een veel betere carrière zou kunnen worden verzekerd. Maar voor dat we over uw toekomst spreken, wild? ik gaarne eerst eens wat van uw verleden ver nemen. Vertel mjj eens hoe het komt, dat ge zoo geheel zonder vrienden zjjt. En hoe het komt, dat uw vader en moeder er geen be- «waar tegen hebben, dat ge zulk een jam merlijk bestaan voert-” De oude heer sprak teer vriendeljjk; zjjn geheel» voorkomen wekte aanstonds het grootste* vertrouwen bjj deze arme verstoo- telinge der maatschappij, die zich nog zoo weinig ander dan met de ruwste scheldwoor den had booren toespreken. ^Moeder stierf al, toen ik nog een kind .was,” antwoordde zjj. ^n uw vader?” „Vader is ook al lang dood.” e f X— f 2B5 f 0.60 hooger

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1