I
4
Onder rood schrikbewind.
„ONS BLAD”
Nog eens de terreur In Weene*.
-
-
IMnsdag II Februari 1O2S
No 44
Roode „polltie”.
De Jull-revolutle
-■ :*.3
FEUILLETON.
Gestrafte misdaad.
-
31e Jaaif
Advertentieprijs
Vte 1—0 Mgste flJS; elke regel asecr f SJS. JtadanM per
regel fO.TS voor de eente pagina ivoor de overige pagina's fOjed
Rubriek „Vraag en aanbod** bij vocruftbetaMng per pteatafaag
10.60 per advertentie van 5 regel» I iedere regel —er f tag,
f 125.—,t50.—
Abonnementsprijs I
Per Swnreanl voor Alkmaar. a a a e
Voor hfi—w Alkmaar. a a a
Met GclDnatreerd Zondagsblad a a
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
UITDEPERS. -
Coalltlestemmlng?
BUITENLAND.
Aan alle abonnfe wordt op aanvrage gratie een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.f 750.f250.
GIRO ALKMAAR 1048*3
GIRO ALKMAAR 104863
>Vj
XI.
„RepuHikeinsche
■re O n
delijk, dat dit raadaelachtige kind
Mi
sprak de
gaarne
epen
naar
NOORD-HOLLAKDSCH DAGBLAD
Wij hebben reeds gezegd, dat het socialis
tische gemeentebestuur van Wecnen het
voorbeeld geeft van „terreur in de bedrij
ven”.
Men moet dexe edele bemoeiing vau de
Weensche vroede vaderen echter niet al te
letterlijk, en vooral niet te beperkt opvatten.
De Weensche machthebbers doen hun
saken in het groot!
Overal willen tij hun rooden invloed doen
gelden; overal willen tij hun systemen „Allee
voor ons, en niets voor een ander!" en „Niet
rood? Geen brood!” in praktijk brengen.
Zoo hebben de heeren rich heel slim
ook geworpen op het kinobedrijf in Weenen.
En te hebben er een middel op gevonden
om ook in het kinobedrjjf een ware terreur
uit te oefenen, «onder dat bet hun een
cent kost.
Wat is het geval?
Voorheen hadden de eigenaars der Ween-
sohe bioskopen een voortdurende concessie.
Neen, zeiden de roode heeren in Weenen,
uit de bioskoop valt voor ons politieke munt
te slaan: wjj veranderen die voortdurende
concessie in een tolkens-tjjdeljjke concessie
van één jaar, dan hebben wij steeds het
heft in handen, om een ons niet-welgevalligen
bioskoopeigenaar eruit te gooien en vriend-
jes-partjjgenooten in zijn plaats te stellen.
Bovendien zou deze nieuwe regeling een
voortdurende bedreiging bcteekenen:
„Bioskoopdirecteur, gedraag je rood, an
ders raak je je concessie kwijt!”
De Weensche bioskoopdirecteuren moesten
weten, dat ze als ze b.v. in den verkie
zingstijd een voor de Christelijk-socialen
propagandistische film lieten loopen hun
concessie onherroepelijk verliezen zouden!
En er zijn reeds meerdere voorbeelden
gesteld:
het katholieke „Caritasverband” en de
christelijke „Vereeniging tot verzorging van
tuberculeuze kinderen” zagen zich de bios-
koopconcessie, waarmede zij rich finantieel
op de been hielden, alreeds ontroofd.
En de hiér ontnomen concessies werden
geschonken' aan.het sociaal-demokrati-
sche „Invalidenverband”.
dienen om de republiek te beschermen;
in waarheid is zjj een machte-, een gewelds-
werktuig in de handen der socialistische lei
ders.
En ijverig werkt deze „politie” dan ook
mee met de roode terreur.
Het is reeds meermalen voorgekomen, dat
dezo mooie politie katholieke kerkgangers
men heeft het vooral op katholieke jonge
mannen gemunt na afloop van de II. MIs
opwachtte en mishandelde, en om eens
een bepaald geval te noemen:
Op 4 Februari van het vorig jaar hebben
Weensche A.J.C.-ers onder den bescher
menden bijstand van den republikeinschen
Schutzbund een aanval gepleegd op het
Tehuis van den katholieken ,JBmdervereinn,
in de Rauchfangkehrergasse, Bezirk 14.
Bij welken aanval het natuurlijk frisch toe
ging.
De- algemeens leider van den Schutzbund,
Dr. Julius Deutsch, heeft er eens tegen ge
protesteerd, dat zjjn prachtrorganisatie dooi
de Katholieken verdacht gemaakt werd door
de beschuldiging, als zou de Schutzbund
het ging toen over een „heldendaad” der
roode politie tegen de katholieke jongens in
Bezirk Hemals onze jongens wel een»
overvallen en mishandelen; brutaal, zoo-
als deze heeren nu eenmaal altijd zjjn, schreef
de Schutzbund-leider aan de redactie van de
„Christliche Arbeiterzeitung”:
„Waar is integendeel, dat de republikein-
sche Schutzbund of een zijner afdeelingen de
katholieke jeugd nooit overvallen en rnishan.
deld heeft”.
Waarop de redactie echter laconiek ant
woordde met de vermelding van een aantal
veroordeelingen, waarvan Sohutzbund-leden
het slachtoffer geworden waren wegens mis
handeling der katholieke jongens in Hemalsi
Köszl: 4 maanden zware kerkerstraf;
Klein: 3 maanden zware kerkerstraf;
Klima: 3 maanden voorwaardelijk;
Kubin: 2 maanden voorwaardelijk.
Enz., enz.
Verlangt men beter bewijs?
daartoe sommeeren! toen proclameerden
de heeren, om de verwarring nog te vergroo-
ten, de algemene staking; alleen de roode
leugenpers moest haar werk bljjven voortzet
ten: er werd dagelijks één rood blaadje uit
gegeven met valsohe berichten over den
toestand; en terwjjl tot zelfs voor den
dienst in de ziekenhuizen het post-, telegraaf-
en telephoon-verkeer gestaakt werd, bleven
deze communicatiemiddelen voortdurend be
nut voor de verspreiding van roode leugens
in binnen- en buitenland 1
In deze ontzettende verwarring nu ie do
roode politie opgetreden.
Maar hoe!
Enkele nette Schutzbund-leden, die tever
geefs trachtten de woedende menigte te kal-
meeren, niet te na gespróken, moet gecon
stateerd worden, dat de roode politie over
het algemeen met de oproerlingen gemeen»
zaak gemaakt heeft: wij kunnen dag en uur
en plaate noemen, wanneer en waar geunl-
formde leden van den Schutzbund aan het
hoofd der stoeten van oproerlingen zijn op.
getrokken, wanneer en waar zjj met bet
gepeupel méde gemoord, mishandeld, ge-
brandsticht, geplunderd en geroofd hebben!
Dank zjj deze fjjne „politie” hebben de
Weensche socialisten het klaargespeeld, een
revolutie te ensceneeren en te laten gebeu
ren, welke 85 dooden en meer dan 1000 ge-
wonden heeft opgeleverd.
Later, toen heel de wereld schande sprak
over deze revolutie, hebben de socialistisch»
leiders de schuld op de communisten en ze
kere ongure elementen trachten te schuiven.
W<j vragen: waar kwamen dan nu opeens
al die communisten vandaan? Bij verkiezin
gen behalen deze luidjes niet één zetel!
Neen! De Weensche roode leiders zijn de
schuldigen, al hebben sommigen van hen
toen het te laat was en toen zij bang werden
voor de consequenties ook geprobeerd,
de menigte tot kalmte te brengen.
En waren Mgr. Seipel en politiepreeident
Schober tenslotte ook met militaire politie
niet zoo energiek opgetreden: héél Oosten,
rijk ware aan de revolutie wellicht aan het
bolsjewisme ten offer gevallej.
Het voortdurende gevaar, waarin de roode
politie stad en land in Oostenrijk doet ver-
keeren, heeft de Christelijk-socialen op tegen
weer bedacht gemaakt:
zij hebben omdat het moést ook hun
illegale machtscorpsen opgericht: hun „Heim-
wehre”.
Deze vormen in Oostenrijk de vaderland-
sche verdedigingsorganisaties, niet voor
den aanval, doch enkel ter verdediging, tot
het bewaren van orde en rust, gesticht.
Deze „Heimwebr”-organisatie is voorname
lijk eerst na de Juli-revolutie gegroeid, maar
in korten tijd heeft zij zooveel aanhang ge
kregen, dat er vrijwel in iedere plaats
stad of dorp een afdeeling van bestaat.
Voor het heele Rijk staan zij onder leiding
van Dr. Bundesrat Steidle, te Innsbrück.
Reeds in de revolutiedagen van het vorig
jaar heeft de „Heimwehr” actief ingt
men dreigde zelfs met een opmarsi
Weenen! en aan de „Heimwehr” is bet voor
namelijk te danken, dat de door de socialis
ten geproclameerde algemeene staking zoo
spoedig een roemloos einde vond.
pen, zonder meer van mjj te weten dan wat
thans heb gezegd, dan zal ik die hulp
onuitsprekelijke dankbaarheid aanvaar-
Zoo werken de heeren op ieder gebied.
Wee! als je niet rood bent!
Zelfs anne, oude weduwvrouwtjes worden
niet ontzien:
komt er b.v. een „trafic” vrij (een trafic
is een zet-winkeltje in sigaren en sigaretten
en enkele beschimmelde aanziohtkaarten), en
meldt zich als zetvrouwtje daartoe een we
duwe aan, dan wordt deze aanvrage eerst
opgezonden „om bericht en raad” naar bo
vengenoemd sociaal-demokratteoh „Invali
denverband”, en als het dan blijkt, dat
het weduwvrouwtje den vermetelen moed
heeft, goed katholiek te zijn, dan bestaat er
geen schijn van kans, dat zij de uitverkorene
zal zijn.
Eerst rood! Anders.... geen brood!
Om hun terreur nog meer kracht bij te
zetten, beschikken de socialistische lieders in
Weenen ook over een eigen roode .^politie”.
den eens breed uit te spinnen voor iemand,
die’ beloofde haar weldoener te zullen zijn;
maar dit meisje bleef zoo gesloten, dat de
baron spoedig de onmogelijkheid ervan in
zag om wat dieper in haar gemoedsleven
door te dringen.
„Ik vrees dat uw levensgeschiedenis ge
beurtenissen van min of meer pijnlijken aard
bevat, die gij liever aan niemand zoudt wip
len mededeelen,” zeide hij ten slotte.
„Er is zeer veel pijnlijks, zeer veel dat ik
ónmogelijk aan iemand kan mededeelen.”
„Maar mijn kind, het moet u toch duide
lijk zjjn, dat ik moeilijk iemand kan helpen,
zonder te weten aan wie ik de hulp ver
een
Ook bij de Juli-revolutie van het vorig
jaar heeft de roode politie een zeer bedenke
lijke rol gespeeld.
Die bloedige revolutie was op zichzelf niet
anders dan één brok roode terreur.
Maandenlang had de roode pers de socia
listische arbeiders tot het uiterste opgehitst;
den avond vóór het uitbreken der revolutie
wisten de roode leiders alreeds, dat er „de.
monstratiee” te verwachten waren en zij heb
ben geweigerd, de arbeiders in fabrieken en
werkplaatsen tot kalmte te doen aanmanen,
de roode regeerders hebben toegestaan, dat
hun arbeiders het werk verlieten en op revo
lutie uittogen; gedurende de eerste uren der
„demonstraties” was er geen enkele roode
leider te zien; twee uren lang kwamen uit de
uiterste wijken van Weenen Al maar door
duizenden roode arbeiders naar de binnen
stad getrokken, aangevoerd door arbeiders
uit de stedelijke (roode) bedrijven, tram
personeel en.Schutzbund-leden-in-uniform!
Deze heeren wapenden zich met ijzeren
stangen, met stekken, met steenen, enz. Op
gemeentelijke vrachtauto’s werden vecht-
manschappen en -materiaal aangevoerd,
en toen het oproer in gang was, toen üniver-
siteit en Parlement waren bestormd, toen
het Paleis van Justitie in vlammen opging,
toen allerwegen moord en doodslag, brand
stichting en roof plaats vond, toen doode en
gewonde politieagenten, die hun moeilijken
plicht gedaan hadden, weggedragen werden,
toen.... weigerde burgemeester Seitz al»
Landeshauptmann zjjn toestemming, om
de militaire politie te laten aanrukken.
Het oproer was den socialisten integendeel
een welkome terreur-gelegenheid om do
rechtsche regeering tot aftreden te dwingen
en zélf te grijpen naar de macht in het Rijk!
En toen Mgr. Seipel energiek weigerde, af
te treden, in het heetst van den strijd
kwam de socialistische leider Dr. Bauer hem
Deze politie wordt
Schutzbund” geheeten.
Het bestaan van deze roode politie is vol
komen illegaal en beteekent-bij voortduring
een ontzettend gevaar voor de niet en de
veiligheid in het land, temeer omdat de
staatspolitie het offioieele en wettige or
gaan der openbare veiligheid alsook de
militaire „Wehrmacht”, zeer betrouwbaar zjjii
in de handhaving van het gezag en zich door
het roode gedrjjf in het minst niet van haai
stuk laten brengen.
De roode „Schutzbund” is eenerzjjds een
ongelukkig revolutie-kindje (direct na de
revolutie waren er in Oostenrijk duizenden
oud-strijders, die weigerden hun oorlogswa
penen in te leveren en als „politieagenten”
aan *t werk wilden bljjven); anderzijds Is
de „Schutzbund” echter een opzettelijk en
doelbewust in 't leven geroepen gewelde-
organisatie der socialistische leiders.
De socialisten de ontwapenaars! for
meerden zich in Oostenrijk een legert
Hoe dit in z’n werk ging, heeft de hier
boven reeds meer aangehaalde redacteur van
„Het Volk” in zijn krant verteld:
„Aan een energiek officier, partijgenoot
Deutsch, werd opgedragen, een Republikani
sche Schutzwehr te vormen. Hjj organiseerde
45.000 proletarische burgers In een militair
verband, - waarvan 25.000 in Weenen. De
manschappen dragen een primitieve uniform.
Hun gelederen worden regelmatig aangevuld
met proletarische rekruten. Zjj oefenen iedere
week, waarvoor elke stad haar excercitie-
terrein en Weenen meerdere heeft.”
Zuiver een „roode politie”, een rood legei
dus!
Wjj kunnen de mededeelingen van den
„Volk”-redacteur nog aanvullen en vertellen,
dat de „Schutzbund” in Oostenrijk momen
teel al meer dan 100.000 leden telt.
Om een voor de hand liggend verwijt te
ontgaan wil de socialistische collega zjjn le
zers doen gelooven, dat de „Schutzbund”
niet over wapenen beschikt; hjj schrijft:
„De Republikanische Schutzwehr is onge
wapend. Wapens zjjn er niet- Wapens mogen
er niet zijn. Zoo staat het ook in het Vredes
verdrag. Het Weensche gemeentebestuui
vatte het als een tartende beleediging op,
toen een militaire Ententecommissie toch een
onderzoek wilde instellen naar de aanwezig
heid van wapens in het gebouw der Koöpo-
ratie. De Republikanische Schutzwehr kon
zooveel wantrouwen evenmin dulden en
dreigde de gebouwen met een kordon vai»
25.000 man af te sluiten. Het onderzoek ging
niet door.
Er zjjn gen wapenen in Weenen.”
Hoe zjjn deze verklaringen echter te rjj—
men met het feit ons door een zeer bekend
Weensch collega gewaarborgd dat in de
maand April van het vorig jaar een rood
arsenaal door de regeering is leeggehaald, en
dat er by die gelegenheid de bestanddeelen
gevonden werden voor 30.000 geweren en 6
700 machine-geweren?
Neen, de roode Schutzbund wordt in Wee
nen niet vertrouwd.
Het heet, dat deze machtsformatie moet
„Dat zeidet ge mjj gisteravond niet, toen
ik u er naar vroeg,” zeide de baron met een
zweem van achterdocht in den toon zjjner
stem, want hjj verbeeldde zich, dat het voor
komen van ’t meisje was veranderd, zoo-
dra hjj over haar vader had gesproken.
„Heb ik dat niet gezegd?” antwoordde zij
kalm. „Ik meen, dat u mjj niet naar mjjn va
der hebt gevraagd gisteravond, maar als dat
wel zoo ie, zal ik hebben geantwoord wat
mij voor den mond kwam; ik was geheel in
de war van uitputing en behoefte aan rust;
ik wist ternauwernood wat ik zeide.”
„Wat deed uw vader?”
„Hjj voer op zee.”
„Er is iets geheel on-Engelsch in uw ge
laat. zeide sir Oswald, „ge zjjt zeker niet
in Engeland geboren?”
„Neen, ik ben geboren in Florence; mjjn
moeder was een Florentünsche.”
„Waarlijk?”
Beiden zwegen. Het was maar al te dui
delijk. dat dit raadselachtige kind liever
niet de geschiedenis vcan haar vroeger le
ven verhaalde; en de inlichtingen, die de ba
ron van haar omtrent haar persoon wilde in
winnen, moesten haar woor voor woord ont
wrongen worden. Een gewone landloopster,
die gedoemd ie langs de straten te zwerven
en van de publieke weldadigheid te leven,
zou niets liever doen dan de geschiedenis,
hetzö de ware- of de valsche, van haar eHen-
Onder dit opschrift lezen wjj in „De Maas
bode”:
Vrijdagavond heeft, naar het liberale „Han
dels blad meldde, de Chr.-HisL Jongeren
groep ,,'s-Gravenhage” in den Dierentuin
een Lohman-avond gehouden.
De heer H. van Malsen, bewerker van
Lohman’s „Verzamelde opstellen”, hield
daar een rede over persoonlijke herinnerin
gen aan Jhr. mr. A. F. de Savornin Loh
man.
In die rede werd ook „het Roomsche ge
vaar” behandeld en, volgens bet verslag,
zei de heer v. Malsen:
Wie Nolens niet kent, kan hem leeren
kennen uit papen en bisschoppen, wien
hij zegenend de banden boven het hoofd
uitstrekt Wjjsgeeren en gewone menschen
die zeggen, dat wij met Rome stoelen op
denzelfden wortel, zien het Roomsche ge
vaar voorbjj. Dat gevaar is niet gelegen
in de onverdraagzaamheid, maar m des
potisme, heeft Lohman gezegd.
De eenheid der Kerk heeft Rome wil
len herstellen. Lohman verlangde ook
naar de eenheid, doch met behulp van
Jezus alleen.
Mr. Baron van Wijnbergen heeft dezer
dagen nog eens gewezen op de noodzake
lijkheid de cqaiitie-stemming aan te kwee-
ken, Indien men weer practtechen regee-
ringsarbeid van de coalitie wil zien. Hf
heeft er den nadruk op gelegd, dat die stem
ming van weerszijden moest worden aan
gekweekt.
Indien de leiders der Chr.-HisL party da
meening van bet Katholiek Kamerlid dee-
len, zullen zjj er goed aan doen bun geest
verwanten er aan te herinneren, dat belee-
digende wartaal, als hierboven geciteerd
staat dr. Nolens die bisschoppen zou ze
genen en de Kerk die eenheid zou widen
door despotisme weinig bevorderlik ia
om wederzjjdsche toenadering te bevorde
ren.
Wij vermoeden, dat de overleden edel
man zich ook weinig thuis zou hebben ge
voeld in een vergadering, waar zóó gespro
ken werd over een mede-Kamerlid en diena
geloofsgenooten.
ik u thans heb
met
den. Maar als ge mjj niet kunt gelooven,
laat mjj dan mjjn eigen weg gaan.”
„Ik wil u vertrouwen,” antwoordde hjj,
„ik wil u blindelings vertrouwen, blinde
lings, als het niet anders zjjn kan. Laat mjj
u nog eenige vragen stellen, en dat zjjn dan
de laatste, die gij mjj te beantworden hebt.”
„Ik ben bereid elke vraag te beantwoor
den, die ik gevoegelyk beantwoorden kan,
mijnheer.”
„üw naam?”
„Mjjn naam is Honoria Milford.”
„Uw leefjjd?” -
„Ik ben negentien jaar.”
„Hoe komt het, da‘ uw manier van spro
ken, de toon van uw stem zoo beschaafd
zjjn?”
„Ik ben niet geheel en al zonder opvoe-
ing geweest, mijnheer. .Een neef van mjjn ar
me moeder, die priester was in Italië liet zich
veel aan mjj gelegen liggen, ten ik kind was.
Het was ecu zeer onderlegd man, en hij
heeft mjj veel geleerd, waarin een meisje
van 14 jaar misschien gewoonlyk nooit on
derwezen is geweest. Zijn pastorie was nj|
een ware toevlucht in die dagen van wreede
ellende, en de lesuren bij hem waren de
eenige vreugde van mjjn leven. En nu, myn
heer, ik bid u, vraag mjj niet verder.”
zonder te weten aan wie ik de hulp
leen. Ik wenschee u, zoo mogelijk, in
positie te plaatsen, welke oneindig verschilt
met die, welke ge nu inneemt, maar het zou
toch dwaasheid zijn mjj te intereeseeren
voor een persoon, van wie ik zelfs niet het
allerminste afweet.”
„Dan denk niet langer aan mjj, mjjn-
heer en laat me mijn eigen weg gaan,” ant
woordde het meisje met een^kalmte en een
zekeren trote, die haar beminnelijke schoon
heid nog meer deed opvallen. „Ik zal tevre
den en met een dankbaar hart van hier
gaan; ik heb u toch niets gevraagd, en dat
was ook niet mjjn bedoeling U is zeer goed,
buitengewoon góed voor me geweest; toen
ik mjj ellendiger dan ooit gevoelde, hebt gjj
medelijden met mjj gehad en toen hebt ge
mjj een troost doen ondervinden, die mjj in
lange jaren geheel vreemd te geweest. Ik
heb zooveel menschen van uw stand mjj
voorbjj zien gaan zonder zich de moeite te
geven naar mij ellende om te zien; ja, dik
wijls scholden en beleedigden ze mij nog,
hoewel ik hun toch niets heb gevraagd. Laat
my u danken voor uw grenzeiooze goedheid
en my dan mijn eigen weg gaan.” Zij stond
op en begaf zich naar de deur, bljjkbaar met
het vaste voornemen om te vertrekken.
„Neen!” riep éir (tewald levendig u»L „Ik
moet u helpen op een of andere manier, hoe
dan ook zelfs al wilt ge mjj niets van uw
vroeger leven ontdekken.”
„U is veel te goed, manheer,” antwoord
de het meisje diep geroerd, „maar denk er
toch aan, dat ik uw hulp niet heb gevraagd.
Mjjn geschiedenis is eep eer verschrikkelij
ke. Ik heb geleden om de misdaden van an
deren; maar misdaad noch oneeer heeft mjj
bevlekt. Ik heb geleefd onder menschen
die ik verachtte, zoo hartgrondig, zoo diep
als iemand maar verachten kan; ik hield mjj
altjjd zooveel mogelijk van hen op een af
stand. Ik ben uitgelachen, gehaat, mishan
deld, omdat ze mjj trotsch vonden; maar ik
heb, wat er ook gebeurd is, mijzelf onbe
smet bewaard voor het bederf, dat rondom
mjj was. Ate ge dit kunt gelooven, als ge
mjjn woorden voor waar kunt houden, en
dan de hand uit kunt strekken om mij te hel-
DE VEILIGHEIDSCOMMISSIE VAN DEN
VOLKENBOND.
Rede van den Voorzitter.
De Veiligbeidscommissie van den Volken
bond te gisterenmorgen te Genève bijeen ge
komen onder leiding van den Tsjeehtechen
minister van buitenlandsche zaken, dr.
Benesj.
Twee en twintig staten zjjn in de com
missie vertegenwoordigd, dezelfde als in de
ontwapeningscommissie. De regeering van
de V.S. is evenwel niet vertegenwoordigd,
terwjjl Rusland volstaan heeft met het zen
den van een waarnemer. Voor Nederland te
aanwezig de rapporteur Rutgers, voor
Duischland de staatssecretaris Von Simson.
voor Frankrjjk Paul Boncour, voor Engeland
lord Cushendu. De commissie zal zich bezig
houden met de behandeling van de rappor
ten van de voor-commissie van Praag.
De zitting werd gistermorgen geopend
met een re ie van Benesj, waarin deze be
toogde, dat het doel der commissie is waar
borgen te vestigen op pond van de be
staande verhoudingen in de internationale
politiek voor de uitbreiding der veiligheid.
Benesj gaf daarna* een overzicht van wat tot
nu toe in ’t belang van de veiligheid ge
daan is.
Het rapport over de voor-conf eren tie te
Praag bevat een aantal alternatieve voor
stellen.
19.
„Ga zitten, kindlief,” sprak de baron
vriendelijk, „ik wilde u gaarne eenige
oogenblikken spreken. Ik zal maar recht
uit zeggen, waar bet op staat; ik wilde u na-
melijk gaarne vooruitbelpen, ate dat in mijn
vermogen te. Mjj dunkt, het is jammer van
u, dat ge zulk een leven moet leiden en ik
ben er van overtuigd, dat er een talent in u
schuilt, waardoor u een veel betere carrière
zou kunnen worden verzekerd. Maar voor
dat we over uw toekomst spreken, wild? ik
gaarne eerst eens wat van uw verleden ver
nemen. Vertel mjj eens hoe het komt, dat ge
zoo geheel zonder vrienden zjjt. En hoe het
komt, dat uw vader en moeder er geen be-
«waar tegen hebben, dat ge zulk een jam
merlijk bestaan voert-”
De oude heer sprak teer vriendeljjk; zjjn
geheel» voorkomen wekte aanstonds het
grootste* vertrouwen bjj deze arme verstoo-
telinge der maatschappij, die zich nog zoo
weinig ander dan met de ruwste scheldwoor
den had booren toespreken.
^Moeder stierf al, toen ik nog een kind
.was,” antwoordde zjj.
^n uw vader?”
„Vader is ook al lang dood.”
e f X—
f 2B5
f 0.60 hooger