3 „ONS BL1AD” J W. H. M. pas ZOON WIJNHANDEL I BureauHOF 6, ALKMAAR - TelefoonögBSaJSffSS’ Me Paaschvreugde. FEUILLETON. I Gestrafte misdaad. ifo S4 <HKO PURMEREND 61025 Zaterdag 7 April 19»8 Advertentieprijs De wereld rondom ons. Weekoverzicht. I Abonnementspr[j8 Aan alle abonné’B wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.,1750.—, f250.f 125.—f50.—f40.— (Wordt vwvijtadS GIRO PURMEREND 61025 GIRO PURMEREND 61023 I TEL. 207, ?34 KOORSTRAAT 40-SI ALKMAAR. J NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Ook dictator No. 2, Primo de Rivero is bezig zich rechten aan te matigen, die de Kerk toekomen in de Catalaansche kwestie. Catalonië, met zijn hoofdstad Barcelona is het rijkste, meest beteekenende gedeelte van Span je, ^le Catalanen zjjn de degelijk ste flinkste en ontwikkelste burgers van het land. Zij hebben, sinds eeuwen, hun eigen OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGtf- ZONOEN DE BROCHURE OVER GRANULINE, HEToMIDOEL VAN On. J. H VAN GRAFHORST; ARTS, TEGEN TUBERCULOSE EN KLIE». ZIEKTE. Mldd»lburg«ch»»tr. J17, Scl>«»Tiinjop. Van 15 regels fl.25; elke regel meer f 0.25. Reclame pet regel f 0.75 voor de eerste paginavoor de overige pagina’s f 0.501 Rubriek „Vraag en aanbod” bij vooruitbetaling per plaatsing ^0J>O^>er^dvertentiejran^^egel«^ieder^rege^jnee^^0-L~ taal en hun eigen beschaving. Met het overige Spanje, met Castilië, heeft Catalonië niet veel gemeen, de Catalaan is een heel ander mensch. dan de Kastiliaan. Vandaar al lang ’n streven in die streken naar gedeeltelijke onafhankelijkheid, een stre ven dat door vorige regeeringen tot zekere hoogte niet tegengegaan werd. Sinds Primo de Rivera dictator werd, is dat alles anders geworden. Het fascisme kent, evenals het bolsjewisme, verdraagzaamheid noch vrijheid. Het dwingt ieder te doen en laten w-at voorgeschreven wordt; het duldt geen enkele afwijking van tot in de kleinste bijzonderheden voorgeechreven politieke en economische levensregelen; het veroorlooft I niemand, enkelingen noch- groepen, anders te zijn dan de heerschare.- Zoo heeft Primo de Rivera in Catalonië al wat Catalaansch was onderdrukt, taal, beschaving, zeden en ge woonten, bestuursvormen, met Ijzeren vuist, zonder medeoogen. Geweldig dom. want ’n dergelijke volks beweging laat zich op den duur niet onder-' drukken. Maar het toppunt was, toen hjj verbood, het Godsdienstonderricht en het preeken in de Catalaaneche taal. De Bis schep van Barcelona en ook de in diezelfde stad zetelende Kardinaal Vidal y Barraquer weigerden dit besluit ten uitvoer te brengen. Primo spinnijdig, en hij verzocht aan den Paus den Kardinaal uit Barcelona te ver wijderen. Deze weigerde dit en betuigde zijn instemming met de houding van Kardinaal en Bisschep. Zoodat ook hier de strijd ontbrand is tus- schen de alle macht opslurpende staat en een voor de rechten Harer kinderen optreden de Kerk. 1 De zon stónd reeds aan den hemel, toen hjj door een por in d^ ribben ontwaakte. Voor hem stond een boer, die hem onder een vloed van scheldwoorden onder het oog bracht, dat hij geen bedelaars in zjjn hooi schelf wilde hebben; en als een rechtge aard bedelaar huilde Carrinton terug, dat hij het niet meer zou doen, strompelde hij ge dwee we£ Zjjn eerste schfieden waren naar de dorps herberg, waar niemand hem kende, doordat We weten niet, of de hber Mussolini prak- tieeerend Katholiek is, dus ook niet, of hij op Tweede Paaschdag de H. Mis zal bijwonen, maar in ieder geval zouden wij hem in over weging willen geven deze woorden uit de Introitus van dien feestdag: „de Heer heeft U binnengevoerd in een land dat overvloeit van melk en honing; dat de wet des Hee- ren altijd in uwen mond zij”. Helaas, aan dit laatste ontbreekt bij hem tegenwoordig nog al ’t een en ander. We hebben te dezer plaatse meermalen de politiek van den Ducp gehekeld. We geloo- ven neen we weten zeker dat menig le zer het met die beschouwing niet eens was. ’t Was immers verkeerd een man aan te val len, die de kruisbeelden in school en rechts zaal daed terugheeren, ja bet zelfs óp ’t ka- pitool verhief;~oen man dte officieel deelnam aan de plechtigheden ter eere van H. Fran- ciscus. Maar men vergat, of zag niet, dat deze daden van den ex atheist Mussolini la ter geïnspireerd werden door politiek. Bij zjjn werken voor Italië’» grootheid behoorde onverbrekelijk de bescherming van do ka tholieken godsdienst. Immers zonder bet ka tholicisme js geen Italië denkbaar. Daarom was het voor hem ook zoo noodig, dat de z. g. Romeinsche kwestie werd opgelost. De pogingen om tusschen het Vaticaan en de Italiaansche regeering’ben verzoening tot stand te brengen, waarvan het vorige jaor sprake was, hebben gefaald. Het heette toen, dat de fascistische regeering wel geneigd zou yjn tegemoet te komen aan de wenschen van het Vaticaan naar een herstel, van het wereldljjk gezag van den Paus. Men zou aan het Vaticaan een kleine gebiedsstrook af staan, zoodat het gezag van den Paus zich niet meer alleen zou uitstrekken tot de Va- ticaansche paleizen en tuinen. Zooals niet in feite, dan toch juridisch zou de kerkeljjke staat worden hersteld. De Paus zou niet lan ger zich als gevangene in het Vaticaan be hoeven te beschouwen, in zijn verhouding tot den Italiaansehen staat zou aldus een wij ziging komen en daarmee ook in die van da katholieken tot dezen staat. Nu is do laatste weken die verhouding nog meer verslecht. Eerstens al door de Tl- roolsche verdrukking van ’n half millioen brave katholieken. Maar vooral door Musso lini’s plannen omtrent de jeugd vorming. Veel hierover is reeds in onze dagelijksche buiten- landsche rubriek vermeld, maar tot goed be grip der zaak volgen hier nog enkele bijzon dere correspondenties van hot „Hbld.” Dat het onderwijs in Italië is „gefascitj- seerd”, mag bekend w’orden ^verondersteld, doch hoezeer het schoolonderricht er ook op uit is, overaRen bij alle mogelijke gelegenhe den de jeugd in te prenten, dat Italië het middelpunt der wereld, het grootste cultuur- feestvieren, maar in oprechtheid en waarheid, met gezuiverde harten en reine zinnen. Laat de Paaschvreugde ons doortintelen als eeu heilige blijdschap, welke one verheft en ver licht. Laten wjj bjj den gloed van het Paasch- vuur de nietswaardigheid van bet aardsch». en de onvergankelijkheid van het hemelscho zien. Laat onze vreugde zijn om Christus, zooals Gezelle zong: Paschen, Paschen! Wijdt het vier} Wjjdt het licht en Spijst de lampen. Laat den blauwen wierook dampen. Halleluja. God is groot Overwinnaar Van den doodl 4 4 f 2.85 i f 0.60 hooger Het heerljjk Verlossingsfeest van Paschen werkt zachlqpm verteederend op het gemoed van ieder mensch, zelfs van regeerders. Dit openbaart zich in talrijke amnesties. Hon garije schonk gratie aan de hoofdlieden der valsche munters, Prins Windisch Graetz en von Nadozy. Zelfs Mussolini de harde" schonk genade aan vijf honderd politieke bannelingen, maar in de beschaafde democra tisch geregeerde staat Belgie zuchten nog steeds vele z.g. activisten in de gevangenis. Daar kwijnt nu al negen jaar Dr. August Borms, de vrome en eerlijke idealist, in de cel. Al twee jaren doe men vruchtelooze pogingen deze martelaar voor zijn overtuiging vrij te krijgen. Nog steeds zonder resultaat. Tientallen Barabassen zijn daar vrijgelaten, maar zelfs geen blijde ge beurtenissen in het koninklijk gezin ver mochten de boeien te slaken van dezen Vlaamschen held. Is het wonder, dat de studeerende jeugd van Groot-Nederland, dezer dagen in Leuven vergaderd, met klem tegen dit onrecht pro testeerde? ’t Moet een ontroerend moment geweest zijn, toen Dinsdagavond vier 'hon derd studenten in ernstige, stille ommegang naar de gevangenis van Borms trokken. O opstanding uit het Graf, Zijn overwinning op I den dood en de verheerlijking van Zijn door wond, verguisd, doomageld en afgegeeseld Lichaam. De overweging immers vay het Goddelijk drama op den Calvarieberg en der opstan ding van Christus door eigen kracht pit den dood is boven alles geëigend om ons in on» zelf te doen keeren en ons te stemmen tot blijde verwachting. Bij het beschouwen van den stervenden Verlosser aan het Kruis krimpt ons hart van weemoed niet alleen om zooveel en zoo groot bovenmenschelijk Ijjden, maar voelen wij bij alle deernis tevens het schaamterood onze wangen kleuren, omdat wij allen ons medeplichtig weten aan dien Godsmoord. Maar het: „Vader vergeef het hun, want ze weten niet wat zij doen” lipeft t ons van de stervende Godslippen bevrijdend in de ooren geklonken en hoewel wij ons schuldbewust voelen, is die lijdende en ver lossende Heiland ons zóó dierbaar geworden, dat wij met de lyrische ontboezeming van Christus’ Bruid ieder j^ar opnieuw durven meejuichen: o felix culpa, o gelukkige schuld, die ons zulk een Heiland en Verlosser schonk. Zóó in die hoopvolle stemming besluiten wij den Vastentijd, de weken van rouw en boete, welke aan onze menschelijke natuur tegenstaan, maar waaruit w|j geestelijk ge louterd naar voren komen. Do aloude Room- sche eeredienst heeft ons weer getrokken tot de overweging der gebeurtenissen, waav- aan wij onze verheffing tot kinderen Goda, onze oevrijding uit de macht des duivel», onze redding en ons geluk in de eeuwigheid danken. En aan het einde van die weken van rouw en boete, van meditatie over Christus’ hoogste liefdedaad, voelen wjj ons reiner en opgewekter in de echte blijdschap der kin deren Gods. Dit is een vreugde, die ons ver heft boven ons zelf en onze eigen, wereldscht. belanden. In het licht der Paaschvreugde lijkt alles om ons heen zoo klein en nietig. Wan neer ’t verblindend licht, uitstralend van den verrezen Christus, over het erbarmeljjki. menschengedoo schijnt, hoe nietswaardig wordt dan ons jachten naar eer en roem en geld en vermaak. Welke stümperds lijken al degenen, die aan den grooten levensdisch dringen om de eerste plaatsen; die niets ont zien om eigen wil en eigen zin door te drij ven; die er hun hoogste geluk slechts in zien, door menschen gevierd en bewierookt te „worden; wier zinnen nacht en dag bezig zjjn om hun goud en goed te vermeerderen; die alle goddelijke en menschelijke wetten schen den en de onrust in hun hart laten woelen enkel en alleen om lage lusten te kunnen bs- vredigen. Hoe moet heel dat jachtende en verdwaasde menschdom vooT het feil» Paaschlicht beschaamd de oogen neerslaan en zich angstig en verslagen voelen als dn verschrikte wachters bij Christus' Graf! Maac^wie Jezus, zij het dan ook van verre, hebben gevolgd op zijn Kruisweg en met rouw en droefheid in bet hart Zjjn Ijjden en dood tot eigen inkeer en vrucht voor hun ziel overwogen hebben; wie met do Kerk hebben meegetreurd, zij smaken ook met Christus’ Bruid de volheid van de Paasch vreugde. Het is de taal, die hun harten aan spreekt en doet medetrillen als straks dt> priester voor hen treedt met Paulus’ woorden op do lippen: Ons Paaschlam Christus is go slacht; laat ons derhalve feestvierenI Ja, len boel verzegeld. Ik geloof, dat-io er ncu nóg mee bezig is. De jonge baron is cr hc> lemaal van in de war. ’t Is ook geen kleinig heid, gisteren nog gezond, en vandaag mors dood! Ik heb m’n heele leven nog niet z$o'n naar, bleek gezicht gezien als dat van me neer Reginald, toen hij het kasteel uitkwam. Hij had ’t toen net gehoord. Maar ’t is toch een goeie boel voor hem; ze zeggen dat sir Oswald gisteren net een nieuw testament heeft gemaakt, waardoor zjjn neef ceijig erf genaam wordt, en ze zeggen ook, dat me neer Reginald nogal vroolijk er op los ge leefd heeft, en nou tot over de ooren in de schuld zit Maar ik moet ’m toch tot z’n eer nageven, dat ik nog nooit iemani zoo ont daan heb gezien als meneer Reginald nóu; hjj was er bepaald heelemaal kapot van.” „Arme baron EveisleigK”. riepen eenigen En een ahdei^ voegde er bjj: ,,’t Was toch zoo’n goeie man! Zeg, waaraan is-ie gestor ven?" „De dokter zegt: hartverlamming, maar ik zeg: een gebroken hart” antwoordde de tuinknecht wjjs, „dat was alles dat hem zoo gauw dood heeft kunnen maken. Het gedrag van mylady is de heele oorzaak ervan. Dit moet een gemeen wjjf zjjn, zeggen ze.” En nu werd de geschiedenis van lady Eversleigh’s „ontvluchting” met een vreem den mekeer lang en breed uitgesponnen, evenals dat het geval wae door het geheel» van ik wensch vurig tot mjjn twintigste jaar te mo gen leven, teneinde de roemvolle uniform van onze helden van den Monte Grappa en den Carso te kunnen dragen, gelukkig wan neer ik mjjn leven en mijn jeugd mag geven voor de grootheid van het vaderland, overal en altijd, hetzij voor de verdediging onzer heilige grenzen, of ginds in de landen van over de zee om daar met het ijzer, de krach tige kanonneerbooten, of met de prachtvolle vliegtuigen onze beschaving en onzen rijk dom te brengen.” Een dergelijke geestesgesteldheid is alleen hier het gevolg van, dat de Staat èn licha melijke en geestelijke vorming van de jeugd in handen heeft. Dit is reeds zoo sinds 1927. Toen werd in een decreet bepaald, dat van den datum van publicatie af "verbóden was het oprichten van onverschillig welke orga nisatie, die ten doel heeft de bevordering van het onderwjjs, van de voorbereiding tot eenig beroep, kunst of handwerk, of van de lichamelijke, zedeljjke of geestelijke vorming der jeugd op welke wjjze dan ook. Een uit zondering werd daarbq geplakt voor de Associatie der jonge katholieke padvinders, die echter geen nieuwe organisaties mochten •oprichten in gemeenten met mimi er dan 20.000 inwoners. Tevens moesten binnen twee weken alle bestaande jeugdorganisaties wor den ontbonden, ook die der katholieke pad vinders in gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. -z Nu heeft de dictator in den Ministerraad verklaard, dat het tij»! wordt, alle jeugdorga nisaties, die naast de „Balilla” bestaan, te verbieden, met andere woorden de associa- tie der katholieke padvinders geheel te ont binden. Wij, Hollanders, die na jaren van strjjd, de vorming van onze jeugd geheel in qjgen handen hebben gekregen, kunnen ons inden ken, dat do H. Vader met alle beslistheid tegen die verderfelijke staats-tiranny is op getreden. En met kloppend hart volgen wij het verloop van den strijd. biddend, dat de zege nfoge zyn aan het Recht en de Waarheid. 59. „Zal het vannacht zjjn?” dacht Carrington intusschen. „’t Kan nooit te vroeg gebeu ren; hjj zou van gedachten kunnen verande ren, en een ander testament maken en als het vannacht gebeurt, denkt men, dat de schok, veroorzaakt door de vlucht zijner ▼rouw, hem heeft gedood.Hjj slaapt!” Onhoorbaar kruipt de sluipmoordenaar door het vertrek, en rjjst op achter den stoel van den slapende. In zjjn hand hoeft hjj een klein fleschje; en uit dat fleschje laat hjj een druppel vocht vallen in een ledig glas, dat voor den baron, naast een karaf wjjn, op de tafel staat/ Dan kruipt hjj terug naar zjjn post en geeft weder nauwlettend acht. De baron haalde zwaar, onregelmatig adem. Eensklaps vaart hem een rilling door het Ijjf, en heft bjj onder het uiten van een nauw onderdrukten kreet het hoofd op. Klaarblijkelijk schrikt een benauwende nachtmerrie hem op uit zjjn zwaren sluimer. Het duurde eenige oogenblikken voordat hjj tot do werkelijkheid was teruggekomen; dan Mond hjj op, en Mep eenige malen door het yertrek op en neer. -Achter het kozjjn loert de giftmenger te- hjj zich den vorigen dag zorgvuldig verbor gen had gehouden. Hjj vroeg om een goed koop ontbjjt, en begon dit, afgezonderd van de andere bezoekers, te verorberen. Aanstonds had hij reeds opgemerkt, dat stllen buitengewoon opgewonden waren. Eerst hield hij zich alsof hjj er geen acht op gaf, doch toen hij eenige woorden had opge vangen, begon hjj geleidelijk meer belang stelling te toonen. Een vreeseljjke tijding was zoo juist van het kasteel gekomen. Sir Oswald Eversleigh was dood in zjjn biblio theek gevonden, zittend op zjjn stoel voor zjjn schrijftafel; de lamp had nog brandend voor hem gestaan. Een van de tuinknechts van het kasteel was het vreeseljjk nieuws komen vertellen, druk gesticuleerend hier mede bezig, terwjjl do' marskramer in den hoek zjjn stuk grof roggebrood zat te ver slinden. Millard heeft hem gevonden,” zeide de man, „hij zat heel gewoon, met zjjn hand op de armleuning van zjjn stoel, net als een levend mensch. En Millard riep, en riep nog eens, en schudde hem, maar hjj gaf geen kik. Toen voelde-ie z’n hand, en die was ijskoud en stijf; en de dokter kwam, en die zei, dat ’r niks geen Leven meer in zat- Voor hem Jagen allemaal stukken papier, waarop was geschreven, en brieven; en ze hebben toen meneer den notaris geroepen, en die heeft die naniere» bii elkaar gepakt en den hee- Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagtblad 4 land, enz. is, dat alles is den fascisten nog onvoldoende. De schooljeugd toch heeft nog een ander leven, dat buiten de schóól ge leefd wordt. Ook dit moet doortrokken wor den van fascistische sappen. Daartoe nu dient de jeugdorganisatie der „BaliUa”. Deze vereeniging der „Balilla” bestaat uit twee groepen, de eigenlijke „Balilla”, van acht tot veertien jaar en de „avanguardisti”, van 14 tot 18 jaar, die denzelfden naam voe ren als de schooljongens en jeugdige arbei ders, die in 1922 aan den marsch op Rome deelnamen. In den loop van het achttiende levensjaar maakt de jaarljjksche „Leva fas- cista" den jongeman tot lid der partij en tevens tot soldaat der zwarte militie. Vol gens de statuten dient de jeugdbond tot het vormen van „den nieuwen Italiaan”, die voor alles een goed soldaat moet zijn. Deze ge- heele jeugdbeweging is dan ook door en door militaritisch. Haar lijfspreuk luidt: „Voor waarts met de handgranaat .in de hand, den dolk tusschen de tanden en een supreme min achting voor den dood in de borst.” Do mentaliteit van deze jeugdige zwart- hemden, leert men wel kennen uit de Ant woorden op de vraag, waarom zij tot die organisatie toetraden. „Ik ben avanguardist, omdat ik voel, dat ik alleen op die wijze, nauwgezet mijn plicht vervullend, een waardig zoon kan zijn van het Keizerlijk Rome”; ,.Ik ben avanguardist in afwachting soldaat van Italië te mogen worden; leurgesteld zijn geringste bewegingen na. Zou hjj niet drinken uit het glas met snel werkend vergift? Zou alle moeite dien avond vergeefs zjjn gedaan, alle gevaar vergeefs zjjn getrotseerd? Maar neen! Daar blijft de baron voor zjjn tafel staan en mompelt over luid, dat het verstandiger is zich nu ter ruste te begeven En tegelijkertijd neemt hjj de karaf, schenkt het glas vol, brengt het naar den mond en drinkt het in een paar teugen tot den bodem leeg, om zich met den koe len wjjn wat te verkwikken. Victor parrington wist genoeg; onder diens tallooze ondeugden was nieuwsgierig heid een van de weinige ontbrekende. Hij sloop weder het park in en begaf zich van daar naar een afgelegen boerderjj, waar hjj in een hooischelf zijn misdadig hoofd neer legde en zoo gerust sliep.als een onschuldig kind. dorp. Over het algemeen schudden de een voudige boerenmenschen bedenkeljjk het hoofd, zoodra de barones ter sprake kwam; velen waagden het, fluisterend hun meening uit te spreken, en er waren ook verschillen den, die openlijk en luide verkondigden, dat lady Eversleigh wel degelijk met dien heer er vandoor was gegaan, en dat zij dus van sir Oswald’s dood de oorzaak was. Zoo was het ook in de herberg. De bede laar luisterde met groote belangstelling naar al wat door de boeren gezegd werd. „En waar is de barones nu?” vroeg de waard, „ze is gisteren teruggekomen, niet waar?” „Ja, en gistermiddag is zjj weer wegge gaan,” antwoordde de huisknecht. „Ze heeft heel wat te verantwoorden, dat heeft zjj.” Verschrikkelijk was inderdaad de ontstel tenis, welke dien dag op het kasteel Rayn ham heerschte. OnmiddeUjjk hadden de gas ten van sir Oswald hun koffers gepakt om zoo spoedig mogëljjk te vertrekken; trou wens waren er reeds verschillenden heenge gaan, zoodra de raadselachtige verdwijning van lady Eversleigh was bekend geworden;; Weinig mannen zjjn zoo hooggeacht en ge vierd geweest door hun vrienden en kennis» sen als dit bjj sir Oswald Eversleigh het val was. Rijk en schoon is de liturgie der Roomsche Kerk bjj de voorbereiding tot het Paasch- feest en bjj den jubel zelf in de viering van I Christus’ opstanding uit het Graf. Is er wel aangrijpender en ontroerender schoonheid denkbaar dan de godsdienstige plechtigheden van de goede week in onze Kerken? Maar vooral: is er iets in wereldsche vreugde, in menscheljjko kunst of lichame lijke schoonheid, dat heviger vreugde-ont- roering kan teweeg brengen dan de dave rende Paasch-Halleluja’s? Wanneer het orgel in de rouwdagen van Christus’ Ijjden en wreeden dood gezwegen heeft en de doffe ratels de koperen schelge luiden hebben vervangen, dan wórdt op den Paasch-Zaterdagmorgen het licht en het vuur weer de van allen sier ontbloote kerken bin nengedragen. Het paars maakt weer plaats voor het blijde wit; het orgel ruischt weer: de priester verhaalt zingend aan het altaar van de heilige vrouwen, die het graf var» Christus ledig, maar verheerlijkt vonden en het orgel heft het altijd weer ontroerende Magnificat, mijn ziel maak groot den Heer, aan. Maar op Paasdi-jfondag zelf straalt het hoogaltaar weer in het licht en groen en bloemen; priester en koor zingen elkander in heiligen wedijver bij de machtige stoöten van het orgel toe: Resurexit, Hij is verrezen, Halleluja! En toch, die aangrijpende, hartverh<*ffen- de liturgie onzer Katholieke Kerk gaat velen, helaas, voorbjj zonder geestejjjke vrucht ot nut. Het komt, omdat zij niet begrijpen hos die uiterljjko middelen moeten dienen om ons inwendig te veranderen. De dagelijksche dingen om ons heen trok ken ons te veel af van den strjjd, dien wjj steeds bewust moeten voeren, maar dit. meestal onbewust in ons gevoerd wordt, do strjjd tusschen geest en vleesch, tusschen zier en lichaam. Ons werk, onze beslommeringer-, onze dageljjksche zorgen, onze vermaken en ontspanningen, onze begeerten naar roem ei» eer, geld en goed, dat alles en nog veel meer trekt onze aandacht van de eenige bestem ming van. ons kortstondig leven af, van .het eenig doel van ons bestaan. Het kost zoovee* moeite om ons voortdurend te herinneren, dat al onze daden en handelingen, al onze ge dachten en verlangens, direct of indirect moeten gericht zijn op bevordering van Gods eer, met Wiens wil en toelating alleen wjj onze krachten en talenten kunneA aanwen, den. Het drukke leven trekt óns telkens vat» do eeuwigheidsgedachte af en doet ons op gaan in het tjjdeljjjce,met zóóveel vuur et* Hartstocht als waren wjj met een leven zor»-. der einde slechts voor deze wereld gescha pen. Onze gewoonte om onze godsdienst plichten te vervullen helpt ons echter telkens weer over die misvatting heen en werpt on* biddend voor onzen Schepper op de knieën of voert ons naar de Kerk, waar wjj den priester hooren vermanen: sursurn corda! d»x harten omhoog! In die Kerk leven wjj in de liturgie voort durend de rondwandeling van Christus op aarde, Zjjn Ijjden, dood, verrjjzenis en ver heerlijking mee en voelen onze aandacht ge trokken op ons eeuwig einddoel. In dien jaarkrans van kerkelijke plechtig heden nu spant het Paaschfeest de kroon al» glanspunt van alle 'godsdienstige gebeurte nissen. Zonder het Paaschgebeuren immers geen opstanding van Christus; zonder Chris tus’ verrjjzenis geen Kerk, geen genade, geei. opening van de Hemelpoort, geen vooruit zicht op zaligheid en gelukkige eeuwigheiu. In het Paaschgebeuren is het wezen der Kerk gegrondvest, ons geloof bevestigd, onze za ligheid, bjj medewerking met de genade, ver- zekérd. Als iets onze ziel moet ontroeren en losmaken van aardsche banden, als iets in staat is, om den strjjd van den geest tegei» het stof ten gunste van den geest te beslis sen, dan is het de overweging yan Christus’

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1