I
ft'
1
A
CHRISTUS-KONING.
MISKALENDER.
4
f*
VrUdafc AS April 1®»8.
Pater Fr. Arlaens S. V. D. f
236.
Vrijdag 20 ApriL H. Agnes.
EPISTEL EN EVANGELIE.
OP DEN EERSTEN ZONDAG NA
PASCHEN.
A
1
"ES
Jc
■L
omri-n
m 9
T
of onverzoenbare veete, van levendig gelpof
of onveranderlijke onverschilligheid of f:
woerden van
lorlic^jing of
Voor velen een naam zonder meer......
Eén naam, bijgeschreven op de rouwljjst der
honderd-duizend, die ’t arme menschdom da
gelijks als ’n ontzaglijk doodenoffer
moet opdragen aan Gods Majesteit.,. Maar
ach, in de huizen, in de harten, waar ’t of
fer van dien ééne gevraagd werd, is ’t treur
nis en tranen, tot op dezen dag. Ja, schreiend
als kinderen achter 't lijk van hun moeder
zie ik (onder ’t schrijven van deze regelen)
hen te Helvoirt ’t lijk van hun dierbaren
Magister volgen naar zijn graf.de ver
weesde fraters-novicen vooral, voor wie hij
vader-en-moeder, overste-en-dienaar, wel
doener, vriend en alles was.
Dajak een zwaardslag in de knieholte,
,.K grond viel. Tegelykertjja
Dajaks naderbij en nadat
(Week van 15—21 April).
N. B. Dagelijks Prefatie van Paschen (be
halve Maandag bij Fr.)
Zondag 15 April. Beloken Paschen. Tijd
eigen, Mis Quasimodo. Vespers van Beloken
Paschen.
Maandag .16 April. Mis als Zondag zonder
C.VUV, arv gw.
P^us. Fr. Plechtij
OFFICIEEL KERKBERICHT
van het „Noord-Hollandsch Dagblad”
o
Evangelie volgens den H. Joannes; XX,
19-31.
In dien t(jde, als het avond was op dien
dag, zijnde de eerste dag der week, en de
deuren, waar de leerlingen bijeen kwamen,
uit vrees voor de Joden gesloten waren,
kwam Jesus, en stond in het midden, en
zeide hun: Vrede zy u. En als Hjj dit gezegd
had, toonde Hij Zijne handen en zijde. ]De
leerlingen waren dan verheugd, dat zij den
Heer zagen. Hij zeide hun dan wederom:
iVrede zij u. Gelijk de Vader Mij gezonden
heeft, alzoo zend Ik u. En dit gezegd heb
bende, blies Hjj-o-ver hen, en 'zeide hun: Ont
vangt den heiligen Geest, aan wie gij de zon
den pilt vergeven, dien worden zjj vergeven,
en aan wie gjj de zouden zult houden, dien
zjjn zjj gehouden. Maar Thomas, een van de.,
twaalf, die genoemd wordt Didymus, was
by hen niet, toen Jesus kwam. De andere I
leerlingen zeiden hem dan: Wy hebben den
Heer gezieiU-Maar hjj zeide hun: Tenzij ik
in Zflne 'handen de gaten der nagelen zie, en
mjjnen vinger in de plaats der nagelen stek»,
en mjjne hand in Zijne zjjde legge, ik zal het
niet gelooven. En acht dagen daarna waren
de leerlingen wederom binnen en Thomas
met hen. Jesus kwam met geelotene deuren,
en stond in het midden, en zeide: Vrede zjj
u. Daarna zeide Hjj tot Thomas; Stftek Uwen
vinger hierin, en bezie Mijne handen, en
neem uwe hah3 en steek die in Mjjne zjjde,
en wees niet ongeloovig, maar geloovig.
Thomas antwoordde, en zeide Hem: Mijn
Heer en mijn God! Jesus zeide hem: Omdat
gjj Mjj gezien hebt, Thomas! hebt gij geloofd;
zalig zjjn zij, die niet gezien, en geloofd heb
ben. Jesus heeft nog vele andere teekenen
In het bjjzijn Zijner leerlingen gedaan, die in
dit boek niet geschreven zjjn; maar deze
zjjn geschreven, opdat gjj zoudt gelooven,
dat Jesus Christus, de Zoon van God is, en
opdat gjj geloovende. in Zijnen naam het le
ven zoudt hebben.
„Jongen, kom jjj ’ns even hier; ik geloof
’t wordt hoog tjjd dat je weer ’ns ’n briefje
(aan je ouders, meneer pastoor of aan die
weldoeners) schrjjft”.
„M’n goeie Frater, die ansichtkaarten van
gister heb ik maar niet.doorgestuurd; en dan
daUboek waar u om vroeg laten we daar
nog maar wat mee wachten; U gebruikt 't
pas in de theologie”.
Vooral met te letten op gepaste zuinig
heid in ’t bedrjjf zijner huizen, spaarde P.
Ariaens in den loop der jaren menig som
metje uit, zoodat hjj aan de vertrekkende
missionarissen geregeld een aardigen reis
penning kon meegeven.
Bjj al die zorgen voor de soliede opvoe
ding was de goede Pater voor al zjjn jon
gens en fraters een-en-al liefde, harteljjkheid
en oprechte, zonnige blijdschap. De deur van
,zjjn kamer zoowel als van zjjn hart stond van
den morgen tot den avond voor iedereen
open; hjj luisterde vol deelneming naar hun
leed en klachten en hielp hen, waar hij kon,
met raad en daad. Menigeen vroeg zich af,
hoe die man vaak sukkelend of ziek
dien zwaren last van werken en zorgen jaren
achtereen, en baast zonder onderbreking of
vacantie torsen kon; toch wisten zjj, dat hij
de brokjes vrjjen tijd die er soms nog voor
hem afvielen, wist te besteden voor ’t schrij
ven van»de kroniek zijner huizen, voor-sa-
menstelling van levensbeschrijvingen (als die
van P. Nojjen) e.dgl. De missionarissen 'over
zee en tal van Paters en Broeders kregen op
z’n tijd 'n briefje van hem, met woi
erkentelijkheid, opwekking, vo<
troost in hun leed.
KOPPENSNELLEN OP BORNEO.
Een afschuwelijke gewoonte^
De Capucynerpater Marius van Zevenber*
gen vertelt iets over het leven der Song-,
kong-Dajaks uit Nederlandsch Borneo in zjjn
beschrijving: „Koppensnellers d. i. koppen-*
jacht, hoofdafsnyden.”'Europenanen, die bun
neus eens even in bet land hebben gestoken,
of er een heel korten tijd gewoond hebben,
beweren soms: „Koppensnellen bestaat niet
meer!”
Meestal zijn dat menschen, die nooit met
de Dajaks in aanraking zijn geweest De
laatste koppensnellersjacht, die bekend ge
worden is, had plaats in Maart 1927» Sbö
wordt dat „koppensnellen” nil uitgevoerd?
Meestal vin dë pajak zijn slachtoffer van
achteren aan en tracht hem met zijn krom
zwaard in één slag het hoofd bij den halte*
wervel af te houwen.
De volgende tragedie is uit den mond van
een hoofdschuldige. Een Javaansche koelie
die in Serawak op Engelsoh gebied aangeno
men was, liep weg en kwam in 1927 over de
grenzen van Nederlandsch Borneo. In het
dorp Teinenoy vroeg hij om rijst. Een Dajak
verzocht hem, met hem naar zjjn rijstschuur
te gaan. De niets vermoedende Javaan ging
vooruit naar de aangewezen plaats, gevolga
door drie Dajaks. Nauwelijks 3 Meter van
het dorp verwijderd, kreeg hij van den eei-
sten p-;-*- -j-ix- a-
zoodat hjj op den
kwamen de andere
zy hem by het worstelen vier vingers afge
houwen hadden, sloegen zij hem het hoofd
af. Zijn lijk begroef men ter plaatse. Het
hoofd werd meegenomen en op een afstand
van 500 Meter begraven. Het heele treurspel
had plaats voor de oogen der toeschouwer».
Vanwaar deze liefhebberij? Oorspronkelijk
uit godsdienstige of. bjjgeloovige beweegre
denen. Maar dat is thans de boofdzaak niet
meer. Het gaat om de vrouw. Dat wordt
door de Menariefeesten bevestigd. Onder oox-
verdoovend geschreeuw gaat men naar do
plaats waar het hoofd begraven ligt. Mei»
haalt het te voorschijn en zegevierend en
jubelend dragen de meisjes het naar het
dorp. In de onmiddellijke nabijheid hiervan
wordt het ter bezichtiging by den diksteu
boom nedergelegd. Nu verschijnen de jonge
lingen van ongeveer 1618 jaar, gewapend
met een groot zwaard. Zij naderen den boom
en geven dezen luid schreeuwend een sla$
met”het zwaard. Intussohen beschermen do
meisjes het hoofd tegen de aanvallen dei
booze geesten. Daarna begint de groote dan»
om het hoofd, waaraan het heele dorp deel
neemt. Aan hot slot van het feest, dat twe»
dagen duren %arrf wordt het hoofd aan de
woning van ‘den held opgehangen. Het looi»
zijner heldendaad bestaat hierin, dat all»
meisjes vanaf 14 jaar en alle jonge vrouwen
hem bezoeken mogen.
Zulke afschuwelijkheden geschiedden nog
in het jaar 1927.
Voorop ’n greep feiten uit ’t leven van de
zen priester-religieus, Hij werd te Venraai in
1875 geboren, begon zjjn studies aan ’t gym
nasium der Paters Francsicanen aldaar, deed
op 19-jarigen leeftijd, bezield met ’t verlan
gen om Missionaris te worden, zijn intrede in
’t Missiehuis te Steil. Er volgden 7 jaren,
(philosophic, noviciaat, theologie) te St. Ga-
briël bjj Weenen, alwaar hij in 1906 de H.
Priesterwijding ontving. Pater Ariaens kreeg
van den Stichter Am. Janssen zijn benoe-
ining voor Steil: eerst als leeraar, doch spoe
dig daarna als spirituaal der talrijke Broe
ders. In 1911 werd hij (als metgezel van Pa
ter Nojjen) belast met de oprichting van ’t
eerste Nederlandsche Missiehuis zijner Con
gregatie te Uden, waar hjj bjj 't vertrek
van P. Nojjen naar de Missie van-Elores-Ti-
mor diens plaats als Rector innam. Als -
„Novicenmeester” trok hjj in 1915 met de
jongens der hoogste klas naar Teteringen.
Hier werd in een gehuurd huis (aan den groo-
ten weg van Breda naar Oosterhout) een
voorloopig noviciaat ingerichL Midden in de
droeve omstandigheden van den oorlogstijd,
maar door de noodzakelijkheid gedwongen,
‘-bouwde en opende hjj 2 jaar later ’t novici-
aat-en-scholasticaat „St. Xaverius”. Ten ge
volge van 't steeds aangroeiend getal fraters,
werd dit huis ook al spoedig te klein, zoo
dat een afzonderlijk noviciaatahuis noodzake-
Ijjk bleek. Het kwam tot stancj op een terrein
toebehoorend' aan den bekenden grooten Wel
doener der Mission, den heer W. v. Ierse], te
Helvoirt. Daar was en bleef P. Ariaens einde
dien als novicenmeester werkzaam, tot de
dood hem verleden week onverwachts aan
de zjjnen ontrukte.
Christus werd gekruisigd, niet onttroond.
Men stoot aardsche vorsten van hun troon;
nooit den onsterfeljjken Koning der eeuwen.
Hjj is en bljjft Koning overal, over aiies,
over allen! Iedereen heeft aan Hem reken
schap af te leggen en iedereen zal zich door
Hem straf of belooning hooren toegezegd.
Niemand ontkomt aan Zjjn heerschappij. Hjj
is de Koning bjj wiens macht en* heerlijkheid
niets kan vergeleken worden.
Maar, wat doet de wereld dan toeh.petiterig
aan, de wereld, die zich tegen Hem verzet, dé
wereld, die zich onverschillig houdt, de
wereld, die Hem erkent, maar practise!» als
een kleine mogendheid beschouwt en zich
niet bjjster veel aan Hem gelegen laat lig
gen. Net half-idiote of dwaas-koppige kin
deren! Er is nog werk voor de strjjders
van den grooten Koning, voor vurige leeken
zoowel als voor priesters!
Waar moet in dien strjjd vooral op worden
gelet; wat is de onmisbare voorwaarde ora
met succes aan de genezing, de verheffing,
de verchristeljjkmg der maatschappij .te wer
ken; hoe maken wjj de samenleving weef
onderdanig aan Christus-Koning?Door
de actie vooral in en om het huisgezin!
„Het huisgezin” immers aldus Mgr. Bonnet,
Bisschop van Viviers is de Maatschappij
in kiem. Evenals de plant niets anders is dan
de ontwikkeling, de ontplooiing van haar
kiem en evenals zjj haar schoonheid, haar
kracht en vruchtbaarheid trekt uit die eeiste
kiem, evenzoo put de samenleving alles wat
zij is en zijn moet, uit het huisgezin. De
Maatschappij treedt uit het huisgezin te
voorschjjn krachtig of verwjjfd, rechtschapen
of verdorven, geloovig of goddeloos; zy v •-
toont de hoedanigheden en de gebreken, de
deugden en de ondeugden der huisgezinnen,
wien zij haar bestaan te danken heeft. De
waarde van een volk hangt af van het huis
gezin; het is waard wat de huisgezinnen
waard zjjn. Men zegt wel terecht van de.
armen die het kind dragen, dat zjj de toe
komst torsen van het land”.
„De eenling doet zjjn maatschappelyken
invloed gelden, maar hjj is van voorbijga in
den aard; het individu gaat voorby en sterft.
Het gezin gaat niet voorby en sterft niet.
Het vernieuwt zich onophoudelijk en ver
eeuwigt zich met de herinneringen van het
ras, zjjn geest, zjjn traditie, een soort zede
lijke overerving van gezonde ideeeënrf of>
valsche vooroordeelen, van edele gevoelens
o*, lage instincten, van rotsvaste trouwheid
-
Zaterdag voor 14 dagen vertrok P. Ariaens
naar Soesterbgrg om voor de studenten al
daar een toespraak te houden bjj hun maan-
deljjksche recollectie. Hjj kwam ziek van
daar naar Helvoirt terug. Men hield 't eerst
voor ’n geval van griep, doch spoedig bleek
zjjn zieke een gevolg te zjjn van ’n onderljjfs-
kwaal, waaraan hjj reeds jaren leed en die
hjj bjj z’n overdruk werk te zeer veronacht
zaamd hadze voerde hem binnen een
paar dagen tijds ten grave.
R. I. P.
Wat hebben we voor Paschen naar die drie
kippen zitten te kjjken! a
Ja, we zijn tegenwoordig drie krielkippen
Tjjk, bet begin van de boerderij. Ny, de
beestjes hebben zich waarlijk goedgehoüden,
maar gelukkig liet een goede vriend nog
een flink aantal mooie groote eieren bren
gen. We behoefden dus geen Paascheieren te.
koopen. Dat viel al weer mee. Als het nieuwe
Missiehuis eens klaar komt, dan hopen we*
u bij uw bezoek, eitjes van ons eigen, hoen-
derpaVk (wat een lef, hé) voor te zetten.
Of ik met Paschen behalve die eieren nog
meer bofjes gehad heb? Nog niet. Maar de
eerste post na Paschen moet nogkomen^
Ziet u, ’t is nu Dinsdagmorgen. Ik maak
altyd mijn stukje al in -het begin van de
wpek.
1 Maar, hoe^enkt u er nu over? tl hebt nu
al zoo'dikwyis mijn ontboezemingen gelezen
4ja, dat weet ik zeker) en u laat maar niet*
van u heoren. Ik doe iedere week mijn best
om u te overreden (ik wou dat ik schrijvers
talent had!) en u grinnikt eens over mijn
pennekxassen, neemt ze voor kennisgeving
aan (zou men in de Raad zeggen) en gaat
over tqt de orde van de dag: uw bittertje
of kopje koffie of het volgend hapje brood
met fongen worst.
Denkt er nu eens aan dat wjj ook hier
al met Yn zestigen zitten te happen en bljj -
zjjn Sis we driemaal daags wat te happen
vindep. Zeker de studenten hebben allen
_dik*e wangeu, maar anders kon ik de _aak
wel sluiten. Zwakke menschen deugen niet
voor missionaris.
Missiehuis, Hoorn Father Lefeoer,
Postrek. 120987 Directeur.
Wordt Stichter(es) f 100.Geeft ons geld
tegen rente zoolang -u leeft; zet ons in uw
eetamen. Wat maak ik het u toch gemak
kelijk!
Wie Vatten kan, die vatte wat 't zeggen
wil, binnen ruim tien jaar.onder zulke
tijdsomstandigheden (daarbjj met een zwak
lichaamsgestel en verschillende zeer hinder
lijke kwalen) vier huizen op-en-in-te-richten
en er de velerlei zorgen te dragen voor den
stoffelyken en geestelijken vooruitgang! Die
reuzentaak (in den eigenlijken zin van ’t
woord) werd, in alle stilte en verborgenheid
voor de wereld, door dien trouwen dienaar
Gods, P..Ariaens, afgewerkt....
Bestaat er één lofprijzing uit Christus’
mond, die van toepassing is op dezen pries
ter, dan is 't voorzeker die van „fidelis ser-
vus een trouwe dienaar”. God was in zjjn
leven alles, en andere belangen dan die van
zjjn Heer-en-Meester heeft deze Priester niet
gekend. Nog ijlend in zjjn laatste ziekte her
haalde hy meermalen met een overtuigend
handgebaar: „Zegt aan deze, zegt aan die,
dat ik *t altjjd goed heb gemeend. Zegt aan
allen, dat ik niets anders heb bedoeld dan
te werken voor Onzen Lieven Heer”l
„Onze Lieve Heer” was ’t woord dat
zonder een zweem van gemaaktheid als
bestorven lag op zijn lippen, omdat zjjn hart
er vol van was. Hjj noemde het met dezelfde
natuurlijkheid, waarmee de kleinen thuis
praten over vader en moeder. Voor zjjn con
fraters in de recreatie, voor zjjn novicen in
de conferenties, voor bezoekers in de spreek
kamers van ’t missiehuis was 't een genot,
naar hem te luisteren, als hjj ovêr God of
godsdienstige onderwerpén sprak. Je had af
gunstig kunnen worden ^p ’t kinderlijk ge
loof van dien eenvoudigén braven priester.
Zelf wel bewust van ’t voorrecht dat hjj
in dit geloof bezat, ging hy gaarne de we
gen na, waarlangs by ’t had gekregen; dan
noemde en roemde hjj (in meer intieme ge
sprekken) dikwjjls de namen van hen, aan
wie hjj in opvoeding of ontwikkeling, door
woord of voorlichting iets te danken had; zjjn
oudere op de eerste plaits, maar niet minder
zjjn vroegere onderwijzers, priesters, mede
broeders en al wie hem, hetzjj door woorden,
daden, voorbeelden hadden geholpen, ge
leerd, gesticht
De diepste en rjjkste bron voor zjjn zoo
gezegend priesterleven was de studie der H.
Schrift Reeds als theologant in St. Gabriël
kende hy geen grooter genoegen dan met
klasgenooten of jongere confraters te spre
ken over de Schriftuur; met boekjes en
blaadjes vol aanteekeningen in de hand,
leerde hy aan ieder die er belang In stelde,
zjjn „methode” van Schriftuur-lezen; een
Maatschappij met uitgelezen zorg
gen.
„Aan de hevigste aanvallen der boozen is
het huisgezin blootgesteld” aldus Bene-
dictus XV aan Pater Mateo, Stichter dei
Intronisatie van het H. Hart in de huisge
zinnen. „Daar immers het huisgezin den
grondslag en al het zaad der geheele samen
leving in zich bevat, zien zjj, dat de omkee-
ring of beter de ondergang der maatschappij,
welken zjj beoogen, noodiakcnjkërwjjze zai
volgen, als eërtt ból huisfeljjk leven maar
vérdorven is.”
Wat staat ons dan te doen? Dezelfde Paus
schrjjft aan Pater Mateo: „Gjj kunt geen ge
schikter zaak voor deze tjjden bevorderen”
(dan het Intronisatie-werk). En verder in
dezelfde Breve: „Het is dus wel terecht, ge
liefde zoon, dat gjj, de belangen der men-
scheljjke samenleving ter nemend, er naar
streeft, om vóór alles den chrfeteljjken geest
in het huiselijk leven te verwekken of aan
te wakkeren, door de liefde van Jezus Chris
tus als eene heerscheresse in de woningen
der onzen te brengen”.
„Ik zie in Uw werk”, schreef Kardinaal
Billot S. J. aan den apostel der Intronisatie,
„het geschikte middel tot heiliging van bet
huisgezin en door het huisgezin van de ge
heele maatschappij. Ik zeg het meest ge
schikte midde.
„De dag” zegt Mgr. Bonnet in zjjn schrij
ven over de Intronisatie van het H. Hart (f)
waarop O. L Heer als Koning binnen treedt
in de huisgezinnen, wanneer Hjj de beminde
aanbeden, gehoorzaamde Koning zal gewor
den zjjn, dien dag zal Hjj ook doorgedron
gen zijn tot in het hart der natie, waarvan
de familie het wezenljjkste 'orgaan, het
voortbrengend en beschermend princiep is....
Waaruit bestaat het groote Vaderland an
ders dan uit de federatie der verschillende
koninkrijkjes der huisgezinnen?.We zul
len het nooit genoeg kunnen herhalen: het
van God afkeerige huisgezin maakt de vol
keren atheist, en alleen de tot God terug
gekeerde familie kan de staten weer onder
werpen aan Gods gezag, terugvoeren in de
armen, aan het Hart van onzen Verlosser
en Goddeljjken Meester, onzen Meer Jczbs
Christus.” - 1
Doch genoeg, wie twjjfelt nogT Maar als
het „werk” der Intronisatie van het H. Hart
dus niet alleen de plechtige Intronisatie-
daad zelve zich heel bjjzonder töt doel
stelt de verovering voor Christus-Koning
van het huisgezin, zjjn opbouw en bloei, en,
waar noodig, zjjn genezing, en dat met even
uitstéken Ie als eenvoudige middelen, en
onder goedkeuring en warme aanmoediging
deren”, de novicen vooral, puurde hjj den ho
nig der kennis en liefde Gods uit alle bloemen
langs zjjn levenswgé; uit grondige studie en
aanhoudend de lectuur, uit besprekingen 't
zjj met zyn confraters, 't zy met andere pries
ters en kloosterlingen (collega’s vooral). Bjj-
na 25 jaren lang verzamelde hjj aanteekenin
gen, mededeelingen, opgedane ondervindin
gen; hjj beschikte over mappen en doozen
vol uitknipsels uit dagbladen en tjjdschriften;
artikelen, beschouwingen.... soms kleinig
heidjes, die ieder ander over ’t hoofd zag,
maar die in zjjn hand goudkorrels, werden
van devotie of zaadjes van deugd. Geen won
der, dat de toespraken en conferenties van
P.r Magiser Ariaens, altjjd geïllustreerd met
interessante en pakkende voorbeelden en
liefet genomen uit ’t practisch leven, 'n aan
trekkelijkheid waren voor iedereen.
Vol belangstelling en oprechte waardeering
voor alle Urden dér H. Kerk, hun geest en
werkzaamheid, was deze priester toch ’n
bizonder trouwe zoon zyner Congregatie; en
hjj verstond als geen ander de kunst, den
„geest van den Stichter” en de „Stejjler tra
ditie” over te brengen in ’t hart van z’n Hol-
landsche jongens. Met ’t doel hun inwendig
godsdienstig leven zoo rjjk mogelijk te doen
opbloeien, wjjdde hy, naar ’t voorbeeld van
den Stichter P. Janssen, zjjn liefderjjkste zor
gen aan de beoefening en verklaring van 't
geheele kerkeljjke leven: zyn liturgische ge
beden, zangen, segeningen, sacramentaliën
en goedgekeurde devoties.
Wist de goede Pater op deze manier ’t ide
aal te verwezenlijken van den bjjb^schen
„pater-familias” even typisch waren in
zjjn persoon „ausgeprügt” de eigenschappen
van een moeder, "gêljjk die in ’t Boek der
Wjjsheid wordt geprezen.eigenschappen,
die voor de leiding van een groote jeugdige
familie (als ’n missiehuis) gewoon onmisbaar
zjjn. Aan zjjn waakzaam oog onttrok zich
niets hoegenaamd; geen hoekje in. huis of
tuin, niet de minste onordeljjkheid in kleeren
of boeken, geen onnoodige uitgave of be
stelling, geen inbreuk op de kloosterlijke gan
gen door geraas in de gangen of 't dichtslaan
van deuren- Bjj ’t -wjjzen op al die puntjes
behandelde hj> de grooten kleinen individueel
en echt op zyn manier echter zonder ooit
te kwetsen.
Credo, 8e geb. Concede, 3e voor Kerk of
-fPyus. Fr. Plechtige gedachtenis v. d. H. Fran-
ciscus, 2e geb, H. Benedictus-Jozef Labre.
Creda. Prefatie van 4 Otober.
Dinsdag 17 April. H. Anicetus, 2e en 3e
geb. als Maandag.
Woensdag 18 April. Mis als Zondag, 2e
en 3e geb. als Maandag.
Fr. Z. Andreas Hibernon.
Donderdag 19 April. Mis als Zondag, 2e
en 3e geb. als Maandag.
Fr. Z. Conradus van Ascoli, 2e en 3e geb.
I als bovnn.
Vrjjdag 20 April. Mis als Zondag, 2e en
Be geb. als Maandag.
Zaterdag 21 April. H. Anselmus. Credo.
DOMINICAANSCHE KALENDER.
Zondag 15 April. Beloken Paschen.
Maandag 16 April. H. Vincentius.
Dinsdag 17 April.. Z. Clara; (2e en 3e geb.
blz. 328).
Woensdag 18 ApriL Mis. v. d. Zondag;
(ronder Glorie en Credo; 2e en 3e geb. blz.
Donderdag 19 April. Als gisteren.
Zaterdag 21 ApriL H. Anselmus (blz. 30).
Epistel uit den brief van den H. Apostel
Joannet, V. 410.
Welbeminden, al wat uit God geboren is,
overwint de wereld; en de overwinning, die
de wereld o verwint, is ons géloof. Wie toch
overwint de wereld, dan degene, die gelooft,
dat Jesus de Zoon van God is? Hy, Jesus
Christus, is deg-ne, die door water en
bloed gekomen is, niet door water alleen,
maar door water en bloed. En het is de
Geest, die getuigt, dat Christus de waar»
heid is. Want drie zjjn er. die in den hemel
getuigenis geven, de Vader, het Woord, en
de heiige Geest, en deze drie zjjn één. En
drie zjjn er, die op aarde getuigenis geven,
de Geest, het water, en het bloed, en deze
drie zjjn één. 'Indien wjj de getuigenis der
menschen aaunemen, Gods getuigenis ia
meerder. Want dat is Gods getuigenis, dat
meerder is, dat Hjj van Zijnen Zoon ge
tuigd heeft. Die in den Zoon Gods gelooft,
beeft Gods getuigend in zich.
en
der
ondanks vele moeiljjkhe-
dit Apostolaat een goed
Pater Joachim, SS.CC.
van Kansen en Bn
ons zoo goed beg
taaie volharding,
den, van ben, die
hebben begrepen.
„Die traditie-geest is de bezieler der fa
milie, baar goede of slechte genius: hjj is er
het levensbeginsel van, dat zich voortplant
van geslacht op geslacht en tot in zeer ver
re toekomst zjjn gelukkigen invloed of jam
merlijke besmetting doet gelden.”
Dit weten ook onze vjjanden zo
daarom moeten wjj die kostbare
- '.'.Ws