i Z. D. H. Mgr. A. J. CALLIER f I „ONS BLAD” Donderdag 3 Mei 1928. giro alkmaar hmm» 22e Jaargang No. 105. FEUILLETON. Gestrafte misdaad. De plechtige Uitvaart. Abonnementsprijs Per kwartaal voor Alkmaar, t Voor buiten Alkmaar. f 2.85 Met Geïllustreerd Zondagsblad i t f 0.60 hooger Aan alle abonné1» wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welks hen verzekert tegen ongevallen tot een bed rag van f 3000. f 750. »f 250. f 125. f50. f 40. BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon Advertentieprijs G GIRO ALKMAAR 104863 0 in verjeugdigde ofessor ting. het (Wordt vervolgd.') Hedenmorgen werden in de Kathedrale kerk aan de verschillende altaren H.H. Mis sen van Requiem gelezen. Om 10 uur begonnen rivier het NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD beschenen door het alleeverjongende voor- an- Telegrammen. Telegrammen zijn nog ontvangen van J. 'J. G. baron van Voortat tot Voorst, voor zitter der Eerste Kamer; jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck; Minister van Staat, en de meeste katholieke leden der Eerste en Tweede Kamer. plechtige H>.Mis van Requiem, die eveneens door Z. D. H. Mgr. v. d. Wete ring werd gecelebreerd, was er dezelfde as sistentie. De Gregoiraansche Misgezangen werden uitgevoerd door het zangkoor der Kathe drale kerk, onder leiding van den Weleerw. Heer kapelaan Sprengers. Op het Hoogaltaar hadden plaats geno men, behalve Z. D. H. Mgr. v. d. Wetering, Z. Ex. Mgr. Schioppa, Pauseljjk Internun tius te ’s-Gravenhage en Z.Z.D.D.H:H. Mgr. Diepen, bisschop van Roermond, Mgr. Hop mans, bisschop van Brede, Mgr. Biermans, titulair bissehop van Gargara, van Mill Hill (Engeland), de Hoogeerw. heer kanunnik Bootsma. als vertegenwoordiger van Z.D.H. Mgr. Heylen en de Hoog Eerw. Overste van de orde der Kraisheeren. Verder waren hier aanwezig de eere-kanunnik van het kapit tel, de secretarissen der aanwezige bisschop pen, de Provincialen van Religieuze Ozden, ongeveer 300 priesters en vele broeders en zusters. In het schip van de kerk hadden op de voorste rijen en op stoelen in ’t middenpad de verschillende genoodigden plaats genomen. Uitgenoodigd waren om op de gereser- geschiedenie had vernomen van den ouden Screwton, had hij bijna berouw van zijn liefhebberij, maar hij besloot die geschiede nis voor zijn dochter verborgen te houden, ■hoewel het hem een ongelooflijke moeite kostte, om over de zaak te zwijgen. In spijt van dezen voorzorgsmaatregel ge raakte Suze met de sage, die omtrent het rondwaren van den geest van Screwton liep, bekend. Toen zij eeng eenige arme naburen, die op ongeveer een kwartier afstand van „Rivierzicht” (zoo was de viHa genoemd) bezocht, hoorde zij daar de geheele geschie denis, die haar door een oude vrouw wem toegezeurd. Spoedig' daarna bereikte het verhaal ook de ooren der twee dienstbaren, waarvan de oudste, vrouw Mugby geheeten, als keuken meid fungeerde, terwijl de andere, eigenlijk nog een kind.' voor het lichtere werk was. Deze laatste heette Mary Trott. Zij trachtts den geest van Screwton bespottelijk te ma ken. veerdte stoelen in de Kathedrale kerk plaats te nemen, o.m. de Commissarissen der Kó ningin in de provincie Noord-Holland, Zuid- Holland en Zeeland, de R. K. Ministers, de R. K. Minister van Staat, de R. K. leden van de Eerste en Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, het gemeentebestuur van Haarlem, de R. K. raadsleden van Haarlem, de Rector van de R. K. Universiteit te Nij megen, de R. K. professoren van de andere Universiteiten, de hoofdbesturen van de R. K. Diocesane en charitatieve organisaties de besturen der R. K. plaatselijke vereeni- gingen, verder kennissen. Na de H. Mis werd door den Hoogeerw. Heer Mgr. H. J. M. Task in de volgende lijk rede uitgesproken: DE PLECHTIGE METTEN.’ De Kathedraal-klokken lieten hun bronzen tonen over St. Bavo’s veste galmen en riepen de geloovigen op voor de Metten. Terwijl de toegestroomde menigte in alle orde de plaatsen in do kerk had ingenomen, hadden de priesters zich geschaard rond de baar in het hoogkoor. De lijkkist was thans gesloten en op het deksel lagen, felbéschenen door het licht der electrische lampen en den gloed van vele kaarsen, de kromstaf en mijter van den gestorven Prins der Kerk. Het bisschoppelijk wapen boven den zetel was met rouwfloers bedekt, terwijl de streng liturgische rouwversiering van het altaar een voornamen indruk maakte. Naar schatting had zich een 200-tal pries ters, gekleed in superpli, in het hoogkoor en den koor-omgang vereenigd, toen de plechtigheid een aanvang nam. Z. D. H. Mgr. L. Schrijnen, bisschop van Roermond, was op een bidstoel in het koor gezeten, terwijl de vertegenwoordiger van Namen’s bisschop, de HoogEerw. Heer Mgr. Tarcisius Bootsma, met de Kanunniken van het bisdom Haarlem, de HoogEerw. Heeren Mgt. H. J. M. Taskin, T. F. Ebbinkhuysen, J. D. J. Aengenent, G. C. van Noort, L. A. A. M. Westerwoudt, Mgr. P. Stroomer en P. L. Dessen», met den eere-kanunnik Mgr. A. J. Holiërhoek in de kanunnikbanken hadden plaats genomen. Door een stoet van misdienaars en pries ters, onder wie de beide secretarissen van het bisdom, weid de agens bij deze plech tige Metten, de HoogEcrw. Heer Mgr. M. P. J. Möllmann, Vicaris-Generaal van het Bis dom, met zjjn assistenten, den HoogEerw. Heer H. A. Th. van Dam, Deken van ’s- Gravenhage, en den ZeerEerw. Heer H. C. J. Sondaal, pastoor te Haarlem, naar het al taar geleid. Pastoor Th. M. Beukers uit Leiden into neerde de Metten, die vervolgens op stich tende wijze door de Schola Cantorum van de theologanten van Warmond, in beurt zang met de priesters in het koor werden gezongen De plechtigheid maakte in de weidsche sfeer der machtige Kathedraal een over weldigenden indruk. Na, de Metten werd de lijkkist nog even geopend om de geestelijkheid, die van bui ten de stad was gekomen, nog het stoffelijk overschot van Mgr. Cahier te laten zien. te maken tusschen machtigen en geringen, zonder eenig aauzien des persoons hield hjj de plichten voor die zij te vervullen hadden. Zelfs aan het wufte hof van Herodes, den viervorst, liet hij onverschrokken zijn non licet hoorenEn wanneer zij tot hem kwamen en vroegen van wien hij zjjn zen ding had, gaf bij vrijmoedig ten antwoord: Ik ben de stem des roependen: bereidt den weg des Heeren. Niemand zal het betwisten, een dergelijke machtige figuur in den stijl van Elia/in den stijl van Joannes den Dooper was onze overleden Bisschop. Streng was hij voor zich zelven, afkeerig van een wereldsche leef wijze en van alle wereldsch gedoe, sober en verstorven in ’t gebruik van voedsel, ge woon te vasten in den vorm van het kerke lijk gebod, iederen dag. Hoe weinig behoef ten hij had voor zijn persoon, kwam vooral uit in zijn laatste ziekte; toen zij hart reeds doodelijk geraakt was, kon hij niet day met groote moeite er toe gebracht worden zich een behoorlijke verpleging te laten welge vallen. In deze sobere en verstorven levens wijze, die als een protest is tegen de weelde en genotzucht van den tegenwoordigen tijd, ligt een treffende trek van gelijkenis met den Boetgezant? Van deze immers getuigde Christus in zijn onderricht voor de scharen, dat Joannes niet behoorde tot de in zachte kleeren uitgedosten en weelderig levenden die verblijven in de,pdleizen der aanzienlij ken. Nog een andere getuigenis gaf Jezus aan gaande Joannes den Dooper: dat hij niet was als een onstandvastig riet her- en derwaarts gebogen door den wind. Evenmin was Mgr. Callier een riet heen en weer bewogen door den wind van de volksgunst, of van men- schelijk opzicht, of van wisselende stemmin gen. Zeeuw van afkomst bad hij de stand vastigheid die het kenmerk is van het Zeeuwsche volk, van zijn voorvaderen ge ërfd. Deze natuurlijke karakteraanleg was in hem gesublimeerd tot een heilige onverzette lijkheid van een Elias en van een Joannes den Dooper, zoo vaak hij zich geinspireerdi voelde door het hooge verantwoordelijk heidsgevoel, hetwelk hij bezat als gezagvoer der op het schip van Haarlem’s kerk. Als zoodanig was het zjjn heilige en dure plicht zjjn volk te bewaren en het behouden te brengen in de veilige haven des heils. Had hjj op het kompas van zjjn helder en scherp ziend oordeel de goede richting verkend en in die richting koers genomen, dan stuurde hjj, het roer met vaste hand omklemd hou dend in de eenmaal gekozen richting voort zonder aarzelen, zonder weifelen, op geloo- vig vertrouwen op God. Zoo ooit iemand, dan heeft zeker hij gestand* gedaan het de vies wat hjj schreef in zjjn wapen en als program van zjjn bisschoppelijk bestuur: In fide nihil haesitans. Ipse praecedet in spiritu et virtute Eliae praeparare Domino plebem perfectam. Zoo ging hjj als een andere Joannes ons voor in den geest en in de kracht van Elias om voor den Heer te bereiden een volmaakt volk. Dit is het verheven levensdoel, wat onze Bisschop zich gesteld had, wat in hem vleeech en bloed was géworden, omdat God hem’dit als zending had opgelegd door hem te plaatsen aan het hoofd der Haarlemsche Kerk: Voor den Heer een volmaakt volk te bereiden. Al zjjn dóórzettende kracht heeft hjj met de zuiverste bedoelingen steeds daarop ge richt. Zjjn geheele bestuur beoogde niets an ders dan degenen die hem waren toebe trouwd te beschermen tegen het voortwoe kerend ongeloof, het wild om zich heen grij pend zedenbederf. Hij vreesde niet daarbij den vinger te leggen op de wonden: wel pjjnljjk soms, maar ter genezing. Hoe heeft hjj tegen de ontkerstening,- waarmee hjj zjjn katholiek volk bedreigd zag, als een ware Boetgezant in zjjn vastenmandementen, in zjjn synodale voorschriften, en in het van de Lauden. Reeds vroeg waren tal van belangstellen den aanwezig zoodat, toen de plechtigheden een aan vang namen, de Kathedrale kerk overvol was. De Lauden, die werden gezongen door do Schola Cantorum van Warmond, werden gecelebreerd door Z. D. H. Monseigneur H. v. d. Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, presbyter-assistent de HoogEerw. heer Mgr. H. J. M. Taskin, vicaris capitularis van het Bisdom en president van het Groot-Semi- narie Warmond, troondiakens de Hoogeerw. Hooggel. heer J. D. J. Aengenent, pri van hei Groot-Seminarie Warmond, en do Hoogeerw. heer P. L. Dessens, deken van Leiden, diaken en de Hoogeerw. heer Mgr. P. Stroomer, deken van Amsterdam, sub diaken de Hoogeerw. heer G. C. van Noort, kanunnik en pastoor der St Willibrordus buiten de Veste, te Amsterdam. Bij de verdwjjnen, en zjj was daarbij beschaafd zonder gemaakt,, betrekkeljjk ontwikkeld zonder cnhebbeljjk en pedant te zjjn. Daarbjj had zjj een allerliefst gezichtje en elegant figuurtje, zoodat al haar eigen schappen samen werkten om haar tot een meisje te maken, dat ieders hart stormen derhand veroverde. Zooals wjj reeds zeiden, verafgoodde de oude Joe Duncombe zjjn dochter, en die liefde bleef van haar kant niét onbeant woord.' Suze hield onnoemelijk veel van haar vader, dien zjj hield voor den besten en edeteten man ter wereld. Zjj had slechts een vage herinnering aan haar moeder, die zjj reeds op zeer jeugdi gen leeftijd door den dood had verloren. Sinds ongeveer anderhalf jaar was haar vader stil gaan leven, na zjjn schip, de „Vixen”, tegen een hoogen prjjs van de hand te hebben gedaan. Dat was hem een zwaar offer geweest, hetwelk hjj echter gaarne had gebracht aan de vurigste wenschen van zjjn geliefde dochter. Voor hemzelf had het zeemansleven nog niets van zjjn aantrekkelijkheid yerloren; maar toen zijn dochter den leeftijd had be reikt, waarop jonge meisjes gewoonljjk de kostschool verlaten om practische huismoe ders kennis op te gaan doen, besloot hij haar het daarvoor noodzakelijke thuis te Ipce praecedet in spiritu et virtute Elfae. parare Deo plebem perfec tam Luc. 1, 17. Wjj staan hier geschaard rondom de lijk baar van een groot man: groot was hjj door het hooge ambt van bisschop, hetwelk hjj ge durende bjjna 25 jaren heeft bekleed; groot was hjj ook door zjjn oprecht eerljjk on kreukbaar karakter; groot was hjj nog veel meer door de wijze waarop hij de plichten van zjjn verheven ambt heeft opgevat en vervuld, zoodat zjjn veeljarig bestuur voor het Haarlemsche Bisdom een groote zegen is geweest, waarvan de vruchtbare nawer king nog lang zal gevoeld worden. Wel heeft hjj, die zoo groot en krachtig was in de uitoefening van zijn bestuur, ein delijk ook moeten bukken voor de macht van den dood. Vele telkens terugkeerende aanvallen waren noodig, vele telkens heviger aankomende slagen moest de dood toebren gen om dit sterke taaie gestel te sloopen. Maar zijn groote en krachtige geest bleef tot nagenoeg ’t laatste oogenblik onverlet. En ’t is die groote en krachtige geest, die nu na zijn verscheiden, nog tot ons spreekt, en zal bljjven spreken ook nog langen tjjd, na dat wjj zjjn eerbiedwaardig stoffelijk omhul- zullen hebben toevertrouwd aan den schoot der aarde, waaruit het op den jougaten dag glorievol en verheerlijkt in verjeugdigde kracht zal verrijzen- Mgr. Aug. Jos. Gallier was een man, een priester, een leeraar, een bisschop van bui tengewoon geestelijk postuur. Hjj was een krachtfiguur zooals er in de tegenwoordige wereld met haar slappe beginselen helaas te weinig gevonden worden, In alle ambten die hjj gedurende de bijna 56 jaren van zjjn priesterleven achtereenvolgens bekleedde: als kapelaan, als leeraar van Hageveld, als Vicaris-Generaal van Mgr. Bottemane, maar vooral als diens opvolger op den bisschoppe- Ijjken stoel van Haarlem, heeft hij een kracht ontplooid, die doet denken aan de twee groo te bjjbelsche figuren: Elias en Johannes den Dooper. Elias: bij dien naam rijst voor onzen geest de krachtige figuur van den Thesbiet, den ijveraar, die was als een vuur, en wiens woorden brandden als een fakkel: quasi cy- nis, et. verba eius quasi facula ardebant (Ee- cli 84, 1). In de dagen van Achab en Jesabel stond Elias alleen als priester en profeet van den waren God tegenover de 450 val- sche profeten en afgodspriesters van Baal. Aan zjjn onverschrokken moed was het te danken dat Israëls volk bewaard bleef voor den gruwel der afgoderjj en den geheelen afval van Jahweh. De geest en de kracht van Elias, zoo sprak de Aartsengel Gabriel tot Zacharias, zouden komen over diens grooten zoon Joannes den Dooper. Inderdaad, in den Voorlooper van Christus vinden wjj van den vurigen ijveraar Elias een waardig even beeld. Gestreng van levenswijze en terugge trokken van de wereld trad hij op als leeraar voor zijn volk. Als een machtige bazuinstoot klonk zjjn woord langs de oevers van de Jordaan, wjjzende aan de toe- stroomende menigten den weg naar het rjjk Gods. Aan alle standen, zonder onderscheid En iedere vader zou dat doen met een dochter, die was als Suze Duncombe. Suze was een van die luchthartige, on bezorgde en daarbjj lieftallige kinderen, die eigenlijk, om zoo te zeggen, in het Paradjjs thuis hooren. Zjj had een zacht, innemend karakter, haar stem en vooral haar lach was als mu ziek, haar onschuldige vroolijkheid, wae in ftaat iedere onaangename stemming te doen voor mjj. Ik zal dat vuile ouwe krot tegen den grond laten gooien, en er een aardig huisje voor in de plaats laten zetten, om er met Suze in te wonen.” Een „landrot” zou zich waarschijnlijk vruchteloos het b-jpfd afpijnigen om het raadsel op te lossen, dat er iemand ter we reld kon worden gevonden, die met deze omgeving kon ingenomen zjjn. Te meer daar het niet te bereiken was dan door een der meest beruchte buurten van heel Lon den. Maar op dat alles gaf kapitein Dun combe geen acht; hjj lette slechts op twee omstandigheden: het uitzicht op de in de eerste plaats, en in de tweede vergezicht op de haven. Hjj begaf zieh onmiddellijk naar het adres, waar de grond te bevragen was, en werd het spoedig met den eigenaar voor ’n epotprjjsje eens, daar deze maar al te blij was, dat hij er af kon komen. Binnen een week was kapitein Duncombe grondeige naar geworden. Onmiddellijk begon hjj het plekje een al- geheele gedaanteverwisseling te doen on dergaan, zooals we reeds hebben gezien. Toen allee eindelijk naar zjjn zin was, had zijn gril hem ongeveer duizend pond ge kost. Over het algemeen is de bjjgeloovigheid van zeelui zeer groot, ja, zelfs spreekwoor- deljjk. Toen Joe Duncombe de ijselijke R. K. Universiteit. Vrijdagochtend om halftien zal in de Augustinus-kerk te Nijmegen vanwege de R. K. Universiteit een plechtige uitvaart worden gehouden voor wijlen Mgr. A. J. Callier, in leven lid der St. Radboudsticji- 80. „Dat gaat je niet aan, waar ik het ver stopt heb. In élk geval is het zoo goed als zeker, dat ze het niet hebben gevonden. Ik moet in dat huis zien te komen, er komt, van wat er van kome." „Dat zal je niet glad zitten," antwoord de Wayman. „Misschien, dat weet ik niet, en 't kan me niet schelen ook. Maar er in zal ik komen, of mjjn naam is niet Zwarte Miteom.” Kapitein Joseph Duncombe, of Joe Dun combe, zooals hjj zichzelf gewoonljjk noem de, wae een flink, gezond man van bjj de zestig jaar; een echt harteljjke, eerljjke ke rel. Hjj was weduwnaar en had slechts één kind, een dochter, die hjj verafgoodde. De overbrenging van bet stoffelijk overschot Gistermiddag om twaalf uur had de over brenging vau het stoffelijk overschot van Mgr. A. J. Calljer naar de Kathedrale Kerk te Haarlem plaats. Binnen het hek van de Kathedraal werd geen publiek toegelaten, alleen de geeste lijkheid der Kathedraal met verscheidene-*' pastoors, rectoren en kapelaans der stad haalden het stoffelijk overschot aan den in gang Noordzijde af. Een uitzondering was gemaakt voor de arbeiders, die aan de Kathedrale Kerk werk zaam zjjn. Zooals men weet, heeft Mgr. A .J. Callier nimmer den afbouw van de Kathedraal kun nen bezoeken. Op uitnoodiging van Deken Westerwoudt waren daarom alle bjj den af bouw van de Kathedraal werkende arbeiders in bun werkpak aanwezig bjj de ontvangst van het stoffelijk overschot. Zjj mochten allen langs de geopende kist défileeren. Onder het zingen van „Subvenite Angelis” werd het stoffelijk overschot, het kruis voor op, gedragen door den kooromgang aan de Evangeliezjjde naar bet Bisschoppelijk pres byterium in het midden, waarvan zich de baar bevond. Nadat de plechtigheden waren afgeloopen werden tien Onze Vaders en Weesgegroeten voor de zielerust van Mgr. gebeden. De Iqkkist is van blank eikenhout, in de was met bovenop een breed koperen kruis, waaronder een koperen plaat, waarop te lezen staat: Augustinus Josephus Callier, Episcopus Harlemen, Leonis Nearlandici Commendator, natus Flessinghae die 29 M. Mai 1849, obit Harlemi die 28 M. Aprilis 1928. In Pace. den kansel gesproken woord, zijn waarschu< wende stem verheven. Niet alleen afwerend maar ook richting gevend en opbouwend wa ren zijne vermaningen en raadgevingen. Breed van omvang en beteekenis is bet goede wat door zijn stuwkracht tot stand, kwam. Ik noem bier zjjn zorgen voor het op richten van nieuwe parochies in buitenge woon groot getal, zjjn zorgen voor het uit breiden der Seminaries, zjjn bemoeiingen ten gunste van de katholieke dagbladpers, zjjn bevorderen van het katholieke vereenigings- leven, zijn belangstelling voor het oplossen der sociale vraagstukken, zijn bijzonder» bezorgdheid voor het jeugdwerk, zjjn her vorming van het katechismus onderricht, en nog zooveel meer wat aan deze vluchtige en daarom onvolledige opsomming behoort te worden toegevoegd.Al deze maatre gelen droegen het merk van zjjn kracht: met kracht voerde hjj ze door zonder aanzien van personen en zonder zich door moeilijk heden te laten tegenhouden. Veel moest hjj natuurlijk aan zjjn priesters overlaten een bisschop kan nu eenmaal niet alles zelf doen maar telkens opnieuw vermaande hjj zjjn onderhoorige geestelijken, dat zij in het door voeren van een krachtig bestuur aan zijne zjjde zouden staan, en waar het noodig was evenals hun bisschop onverschrokken het non licet zouden laten hooren. Zelf bezield met den geest van Elias en van Joannes den Dooper, poogde hjj voortdurend dezen geest ook in zijn priesters over te gieten om zoo met vereende krachten samenwer kend voor den Heer te bereiden een gods dienstig en zooveel mogeljjk volmaakt Chris tenvolk. Zietdaar wat het levensideaal van onzen overleden biaschop geweest is, en hoe hjj dit met zjjn buitengewoon krachtig bestuur getracht heeft te bereiken. Met dit ideaal voor oogen heeft hjj gearbeid, daarvoor heeft hjj gestreden, daarvoor heeft hjj geleden, daarvoor heeft hy gebeden dag in dag uit, nu bjjna 25 jaar lang. O, hoe gaarne hadden wjj met hem den komenden Octobermaand, in deze door hem gebouwde en ter zijner eer door ons voltooide kathedraal, zjjn zil veren bisschopsfeest gevierd. Die dag zou een schoons gedegenheid geweest zjjn om h^m opejjljjk en plechtig blijk te geven van oijze liefde-en dankbaarheid voor alles wat njj in zjjn vaderlijke bezorgdheid voor on» gedaan heeft. Nu heeft de dood die bljjde verwachting vernietigd. Maar onze plicht van dankbaarheid is daarmee niet te niet gedaan. In plaats van de juichende en jube lende hulde die wjj hem zouden gebracht hebben op den 28 October komt nu de stilt® en biddende hulde hem gebracht bjj zijn uit vaart,. Zoo beeft God het beschikt, en wij aanvaarden deze beschikking in nederige berusting. Bidden wjj voor hem dat God hem beloone voor al het goede, wat hij voor one gedaan heeft. Bidden wij voor de rust zijner ziel. Zij die in oveiheid gesteld zijn, zegt de H. Geest (Sap. 6, 6), zullen een zeer strenge rekenschap moeten afleggen: want niet al leen voor zich zelven, maar ook voor allen die aan hunne zorgen waren toevertouwd, hebben zjj te verantwoorden. Bovendien, welk kind van Adam is zonder fouten, zelfe al heeft de olie der bisschoppelijke zalving over het hoofd gevloeid Daarom is ons aller plicht, hem onze dankbaarheid en liefde te bljjven toonen niet slechts door zjjn aanden ken in eere te houden en. zijn vermaningen en voorschriften op te volgen, maar door een harteljjk en vurig gebed voor de rust zijner ziel. God die onder de Apostolische priesters uwen dienaar Augustinus Josephus de bis- choppejjlke waardigheid met zooveel kracht hebt laten beklceden geef, bidden wjj, dat hjj voor eeuwig in hun zalig gezelschap wor de opgenomen, door Christus 0. H. Amen. Van 15 regels fl-25; elke regel meer f 0.25. Reclame par regel f 0.75 voor de eerste pagina; voor de overige pagina's fOoOj Rubriek „Vraag en aanbod** bij vooruitbetaling per pl earring f 0-60 per advertentie van 5 regels iedere regel meer f 0.12. schenken. Vjjf en dertig jaren lang had hjj als ree- der-kapitein zjjn eigen zaken gedreven; al dien tjjd had hjj even hard en verstandig als eerljjk gewerkt, en van het aardige ka pitaaltje, dat hjj zoo had bijeengegaard, be hoefde hjj zich voor geen halven cent te schamen. Toen hij eens door de oosteljjke voorste den van Londen rondzwierf, en onwillekeu rig naar buiten was gedwaald, kwam hij toevallig langs het troostelooze, verwaar loosde plekje grond met het bouwvallige krot, dat reeds tweemaal van een verschrik kelijk drama was getuige geweest. Het was toen een zonnige lentedag in het laatst van April, en de omgeving zag er, jaarszonnetje, minder somber uit dan ders. Een groot bord kondigde aan, dat stuk grond met het huis te koop was. Kapitein Duncombe plantte eensklaps zjjn wandelstok in den grond en bleef staan. ^.Dat is een mooi plekje -voor mij!" riep hjj” uk, „vlak bjj de goeie, ouwe rivier, die mjj zoo dikwjjls naar de zee heeft gedra gen, ook voor de eerste maal, nu vjjf en veertig jaar geleden; en in de verte kan ik de haven en de masten van de groote sche pen zien, die hier ook eiken dag langs ko men. Zeker, dat is een uitgezocht plekje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1