f
s
u
e
StoomerH en Ververij
„ONS BLAD"
1
J)EZE Luidspreker,
S. KROM, Schermerweg, Alkmaar.
Heeren- en Dameskleeding
kunnen in enkele dagen worden behandeld
Uf
1
I
<1
No. 127.
VIERDE NEDERLANDSCHE KATHOLIEKENDAG.
nJ
FEUILLETON.
I
5=
Advertentieprijs
f50.—f40
J.6R UNO'S
Vrijdag 1 Juni 1928. giro alkmaar imsós 22e Jaargang
Abonnementsprijs
^an alle abonnt's wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot aen bedrag van f 3000.f 750. f250.—, f125.
Het kind.... de toekomst
Bureau HOF 6, ALKMAAR - Telefoon433
Een afstraffing.
Gestrafte misdaad.
it
GIRO ALKMAAR 104863
GIRO ALKMAAR 104863
0
licht had verborgen. Toen bleek het dat de
3
•3
een
de
van
(Wordt vervolgd*
t
r
I
i
t
i
t.
Van I5 regels f 1.25elke regel meer t 0.25. Reclame pa
regel f 0.75 voor de eerste paginavoor de overige pagina's f OoO
Rubriek „Vraag en aanbod" bij vooruitbetaling per plaatsm»
f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere regel meer f 0.12.
Een ergere afstraffing lijkt ons voor een
orgaan, dat katholiek wil heeten, niet denk
baar.
I.aten we holten, dat de afstraffing effect
zal sorteeren.
De inleider antwoordde met prof. Were
van oordeel te zijn, dat de trustvorming geen
goede vorm is, in den concurrentiestrijd en
dat winstbejag» alleen bij het deelnemen in
zaken, is af te keuren.
Nadat het woord nog was gevoerd door
dr. C. Hentzen O. F. M. en mr. van Steen-
berghe om het begrip van eigendom nader
toe te lichten, sloot de voorzitter de verga
dering.
w.g.: H. v. d. WETERING,
Aartsbisschop van Utrecht."
En Mgr. Schrijnen voegde er nog aan toe:
..Volkomen sluit ik mij daarbij aan en ik
feliciteer prof. Aengenent met zijn mooie
rede."
en natuJrtijh met tofover z'n
BMt'TRRtRn praat.
Hoera! voor GRUNO's Tabaksfabriek
u/dnt..-.
ECHTE FRIESCHE
BAAI TABAK
zs uzaartijk
V maryef/ek'
10 12-15-en )8cT pernom.
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
Jim Hawkins begon hartelijk te lachen.
„Je lijkt wel een tooverwaar, mijnheer,"
grinnikte hij.
,-jHier is het fleschje, Hawkins, en het pen
seel. Dus je weet "Wat je doen moet.”
„In orde, mijnheer.”
Victor verliet hierop de stal en begaf
zich direct naar zijn kamer, waar hij weldra
in diepen slaap verzonken lag.
Avond in, avond uit telt Koning Christus
vanaf Zijn tabernakeltroon de weinige ge
trouwen, die Hem een kort bezoek komen
brengen, terwijl Satan de duizenden om -zich
heen verzamelt in herberg, danszaal, theater
en biscoop, om in den walm der zedeloosheid
hun zielen te versmoren.
Millioenen ontheiligen den dag des Heeren
door de eer van God en de belangen hunner
onsterfelijke zielen op te offeren aan losban
dige vermaken en waanzinnige sportvergo-
ding.
De strijd tusschen het leger van Koning
Christus en dat van Satan neemt met' den
dag in felheid toe. En onze vyanden beseffen
zeer goed, dat zij, de kinderloozen, een wis.
so nederlaag tegemoet gaan, wanneer zij
er niet in slagen, met ónze kinderen de ga
pingen in hunne rangen aan te vullen.
Zullen wij dat gedoogen? Bij God, neen!
I Het is ons, het kind blijft t>ns! De kinderen,
de lievelingen van onzen Eucharistischen
Koning, zullen een overvloed van Hemel-
sche zegeningen doen ai^omen over het
Christusleger van heden; op de kinderen
bouwt dat leger de stoutste verwachtingen
voor de toekomst! Heersehe dan Christus’
Koningschap in onze scholen, opdat het
heersehe- nu en later in heel ons kerkelijk,
huiselijk en maatschappelijk leven!
Nemen wij onze kinderen te vaster bij de
hand en sluiten wij met hen ons te dichter
aan bij den Eucbaristischen kruistocht „ad
Jesum per Mariam"!
Laat dAn de wereld lokken, de hel drei
gen: wij en onze kinderen blijven één met
onzen Heer en Koning, Die zeker onze bede
verhooren aal: „Mane notyscum Domjne!”
De slotvergadering was zeer druk bezocht,
o.m. waren aanwezig Z. Exc. Mgr. L. Schiop-
pa, Mgr. Schrijnen, Mgr. Diepen, Minister van
Staat Ruys de Beerenbrouck, de Commissaris
der Koningin Baron van Hövell tot Wester-
flier, de burgemeester van Maastricht en ver
schillende hooge autoriteiten.
Verklaring van den Aartsbisschop.
Na de rede van dr. Verhoeven nam aller
eerst Mgr. Schrijnen het woord, om met zjjn
instemming de volgende mededeeling van Z.
D. H. Mgr. van de Wetering, Aartsbisschop
van Utrecht, voor te lezen:
„Monseigneur, wees zoo vriéndelijk aan de
v’ergadering van heden mede te deelen dat
ik volkomen instem met hetgeen- prof. Aen
genent in zjjn schoone rede heeft gezegd
omtrent de houding der Katholieken op poli
tiek terrein.”
Mgr. Schrijnen sloot zich geheel hierbij aan
en feliciteerde prof. Aengenent met zijn
mooie rede, alsmede dr. Verhoeven met zijn
betoog: „Het was een goede gedachte over
het onderwijs der kinduren te spreken, om
dat, wil voor de toekomst het koningschap
Per kwartaal voor Alkmaar. 2.I
Voor buiten Alkmaar. 2.85 I
Met Geïllustreerd Zondagsblad i f 0.60 booger I
de houding der Katholieken op politiek ter
rein.
NEVENVERGADERING.
Alg. R. K'. Werkgeversvereeniging.
De zaal, ew aar -de uevenvergadering van
de Alg. R. K. Werkgeversvereeniging werd
gehouden, was geheel bezet, toen de voor
zitter, de heer J. C. J. Aseelbergs (Bergen
op Zoom), het woord nam, om den inleider,
den Z.Eerw. Z. Gel. nir. dr. A. Borret S.J.,
welkom te heeten, die zou spreken over:
„Plicht en Kapitalisme"
Zjjn rede resumeerend, kwam de spreker
tot de conclusie, dat het privaat-kapkalisme
met gezonde sociale ethiek niet in strijd is,
dat het echter in de feitelijke ontwikkeling,
die het heeft ondergaan, eenige uitwassen
beeft opgeloopdn, waarvan het zal moeten
worden ontdaan, om den gezonden ethischen
grondslag volledig tot zjjn recht te laten
komen. Met behsud van het particulier
eigendom, van dexongelykheid der maat
schappelijke standen en van de bedrijfsvrij
heid, zullen alle bestaande toestanden, waar
door aan de vrije ontwikkeling der leden van
de gemeenschap naar deze grondslagen,
feitelijk belemmeringen in den weg worden
gelegd, ongedaan moeten worden gemaakt.
Dan maar ook dan alleeu zal het privaat-
kapitalisme iiylerdaad rientig kunnen wor
den genoemd.
Het allereerste en allervoornaamste, dat te
doen valt, is het bewustzijn, dat de maat
schappij’overeenkomstig de regels van het
richtig kapitalisme moet worden ingericht,
steeds levendiger in de geesten op te wek
ken. De kapitaalbezitters zullen dan. leeren
de rechtmatigheid der pogingen van de ar
beiders tot verbetering hunner levenspositie
in te zien eu het overwicht, dat het kapi
taalbezit hun verschaft niet tot neerdruk
king der economische zwakkeren aan te wen
den en de arbeiders zullen leeren begrijpen,
dat zij in het najagen hunner strevingen
niet boven het practisch bereikbare en socl-
aal-ethisch-toelaatbare moeten uitgaan.
Als eenmaal het bewustzijn van de mis
standen in het huidig productiestelsel diep
zal zijn dóórgedrongen en dit bewustzijn den
ernstigen wil zal hebben gewekt tot het aan
brengen vau verbeteringen, dan zal er door
onderling overleg reeds heel wat, tot stand
zijn te brengen, terwijl waar onmacht te kort
schiet of onwil te breken valt, het overheids
gezag den definitieven doorslag zal hebben
te geven (applaus).
Bij de gedachtenwisseling, die hierna volg
de, vroeg dr. Huygen, Amersfoort, of het
noodzakejijk is, dat iedereen een eigendom
kan verwerven en of hetgeen men onder par
ticulieren eigendom verstaat, feitelyk geen
belemmering vormt voor het bedrijfsleven?
Dr. Borret antwoordde hierop, dat het
eigendomsrecht natuurnoodzakelijk is.
Prof. dr. Wove 0. P., hoogleeraar der R.K.
Handhlshoogeschool te Tilburg, vroeg ot
trustvorming te rechtvaardigen is, oin to
beletten, Jat de prdlluctie van een bepaald
goed te groot wordt en of geen andere norm
noodig is dan alleeu het winstbejag bij het
steken van geld in ondernemingen? o
Het zijn heerlijke katholieke dagen ge
weest, daarginds in het verre Maastricht.
En boe vér de zuidelijke stad Maastricht
ook gelegen is van ons noordelijk Helder:
we hebben on» allen één gevoeld in de veel
zijdige prediking van het ten slotte
allerhoogste ideaal: „Christus Koning".
Al konden wjj allen ook niet naar Maas
tricht reizen, tóch hebben wij Men Katho
liekendag de Katholiekendagen daar
ginds medebeleefd, en wij hebben het ons
ingescherpt:
Christus is de Koning; Hij moet regeeren
in het openbaar en particulier leven; aller
eerst moeten wjj zoeken Zijn Rijk, en
doen we dat, dan moeten wjj ervan over
tuigd zyu, dat al het overige ons zal wor
den toegeworpen.
Alles, ja. alles is ondergeschikt aan Chris
tin.’ Koningschap over deze nietige wereld.
Dat heeft de vierde Katholiekendag ons
weer opnieuw diep ingeprent.
Ons, toehoorende eu lezende Katholieken
van dezen tijd.
Maar in Maastricht heeft men begrepen,
dat w<j do toehoorende en lezende Katho
lieken van dezen tijd de toekomst niet in
handen hebben.
De toekomst moet toevertrouwd worden
aan de banden van het kind.
-En daarom is de rede, welke Dr. Th. Ver
hoeven, directeur van het Centraal Bureau
voor Opvoeding en Onderwijs te Den Haag,
op de slotvergadering van den Maastricht-
schen Katholiekendag uitgesproken heeft, in
do veelheid van voortreffelijke redevoerin
gen zoó’n allerbelangrijkste „moment” ge
weest.
Dr. Verhoeven beeft ons opnieuw duide
lijk gemaakt, d^t Christus’ Koningschap op
aarde tenslotte 'behouden en versterkt zal
moeten worden door onze kinderen.
Wij, die als ouderen dezen Katholieken
dag beleefden, wij zullen onze oogen een
maal sluiten, als onze kinderen onze taak
overnemen: Aan onze kinderen wordt Chris
tus’ Koningschap op aarde en o! de tijd
vaart zoo snel! toevertrouwd.
Laten wij onzen tijd daarom goed begrij
pen en goed besteden.
Wij leveu in ;een gjtustigen tijd, maar om
dat die tijd voor ons soo gunstig is, zullen
wij straks ook zware verantwoording heb
ben af te leggen voor de wijze, waarop wij'
dien tijd als opvoeders van onze kinderen
de handhavers mi uitbreiders vau Chris
tus’ Koningschap hebben begrepen en
besteed.
O zeker! Dr. Verhoeven zeide het heel
terecht ofschoon deze tijd voor ons ka
tholiek onderwijs zeer gunstig is, tóch wa
rén de tijden nooit zoo ernstig als nu.
In alle opzichten dreigt bederf.
Maar aan ons, ouders, dan de heerlijke
laak, de kinderen niet alleen te behoeden
voor den ondergang, doch hen tevens op te
voeden tot paladijnen voor Christus’ Koning
schap.
in zyu soort. Alleen in den blik van zijn
oogen, in de wijdgeopende neusgaten lag
iets, dat zijn kwaadaardig karakter ver
ried.
Victor Carrington bleef het paard gedu
rende eenige minuten in stilte beschouwen.
Toen zeide hij plotseling;
„Heb je dat vlekje wel* eens gezien?”
vroeg hij, terwijl hy met den vinger op een
witte vlek aan de binnenzijde van de knie
schijf wees.
S,Ja, mijnheer”, antwoordde de stalknecht;
„:t is jammer, want als hij dat vlekje nle»
had zou Ljj geen wit haar aan zich hebben.”
„Zoo denk ik er ook over,” zeide Victor.
„Nu moet je weten, dat mijn vriend erg kies
keurig is uitgevallen wat paarden betreft, en
als hij dat vlekje ziet, is hy uit zijn humeur.
Diarom>heb ik wat gedacht om Jat te ver
helpen, en gij moet dat eens eventjes ten uit
voer brengen.”
„Met pleizier, mijnheer, wat het ook is, ik
ben er toe bereid.”
De chirurg haalde een fleschje uit zijn zak
eu een klein schilderskwastje.
„Zie, in dit-Jleschje is een bruine verf
stof,” zeide hij; „nu moet gij daarmee die
witte vlek verven, als je de „Buffel” hebt
geroskamd. Je moet de verf er drie- of vier
maal opstrijken met korte tusschen poozen.
Die verf krijg je er met geen honde'A em
mers water weer nik’1
De tweede taak, die de politiek volgens
katholieke opvatting heeft te vervullen, is
de handhaving en verdere doorvoering van
de Christelijke beginselen in het staatsbe
stuur.
De derde taak van de politiek volgens de
katholieke opvattijig is te waken voor de
vrijheid, de belangen en de rechten van de
Katholieke Kerk.
Dit is de drievoudige taak, die de politiek
volgens onze katholieke opvatting te vervul
len heeft. Hebben wjj zulks goed voor oogen,
dan valt bet gemakkelijk, daaruit de volgen
de drievoudige conclusie te trekken.
Allereerst, dat de politiek de belangstel
ling vau iederen katholiek, van welken
rang of stand hij ook zy, overwaardig is, en
dat bet dus een grove dwaling is minachtend
op haar neer te zien.
Ten tweede volgt daaruit dat wanneer wij
ons de vraag stellen, op welke wijze de ver
werkelijking van Christus’ Koningschap in
het politieke leven het best benaderd kan
worden, het antwoord moet luiden: door een
samenwerking der christelijke partijen, om
dat deze en deze alleeu ook de tweede taak
van de politiek met ons gemeen hebben, n.l.
de handhaving en verdere doorvoering der
christelijke begiuselen in het staatsbestuur,
le’dere samenwerking met andere politieke
partijen, die niet op christelijken. grondslag
staan, moet natuurlijk dit element uit de po
litiek uitschakelen.
God geve, dat dit bewustzijn ons katho
lieken altijd by blijve. Een enkele maal voelt
men wel eens den bangen twijfel in zich op
komen, of allen wel genoeg van dat bewust
zijn doordrongen zijn”.
Het is eigenlijk zoo klaar als de dag, dat
„de handhaving en verdero doorvoering
van de christelijke beginselen in het Staats
bestuur het best bevorderd kunnen worden
wanneer de regeerende partijen gemeen
schappelijk de christelijke beginselen zijn
toegedaan: wij weten allen, dat van niet- en
anti-christelijke partijen in dit opzicht niets
te verwachten is.
Wat natuurlijk niet wegneemt, dat er zich
omstandigheden kunnen voordoen, waardoor
een christelijke samenwerking praktisch on
mogelijk wortlt en waardoor men gedreven
wordt in de richting der „uiterste nood
zaak”.
Intusschen was het echter heel juist, dat
ProL Aengenent het ideaal in de politiek
weer eens scherp belichtte; wanneer men
spreekt over ,.Het Koningschap van Chris-
aus in het Politieke Leven” kan men niet
zwijgen van de superioriteit eener samen
werking van christelijke partijen’’.
En nu moge het hier en daar jammer ge
vonden worden, dat Prof. Aengenent nog een
stapje verder ging eu zelfs zeide, redenen
aanwezig te achten om te verhopen, ..dat
vóór de verkiezingen in 1929 de coalitie
hersteld zal zijn", het paste in ieder geval
niet, op het gesprokene zoo brutaal te rca-
geeren als „De Morgen” deed, de eeuwig
kankerende, en by voorbaat iedere christe
lijke samenwerking ondermijuende „Mor
gen”.
In een brutaal artikel viel „De Morgen”
Prof. Aengenent aan; het heette niet meer
of minder, dan dat de wyze, waarop Prof.
Aengenent zjjn onderwerp behandeld had,
„inderdaad betreurenswaardig en een ern
stige fout” was!
Men voelt natuurlijk wel, waar de schoen
wringt; had Prof. Aengenent (stel je
reiziger niemand andersas dan Victor Car
rington. wiens schitterende zwarte oogen de
zen avond met buitengewonen glans blon
ken.
Toen hy een haastig maal genoten had,
ging hy op de binnenplaats vau de herberg,
ondanks de vallende sneeuw, om een sigaar
te rooken, zouals hij zeide tot een der be
dienden, die hy tegenkwam.
Hij was nog niet lang op de plaats ge
weest toen een man uit een der aangrenzen
de gebouwen trad en hem langzaam en
steelsgewjjs naderde.
„Alles in orde, mynheer,” zeide die man
op zachten toon. „Ilj heb al twee dagen naar
u uitgekeken.”
Die man was Jim Hawkins, de stalknecht
van 3en heer ^pavin.
„Is *de Wilde Butfel” hier?” vroeg Vic
tor.
„Ja, mijnheer; gezond en frisch als
hoen.”
„En heeft hy niet' geleden
reis?”*
„In 't geheel niet. Wilt u hem eens zien?”
„Jawel,” antwoordde Carrington.
Hauwkins leidde Victor naar een stal; en
de chirurg zag „de Wilde Buflel” staan vei-,
licht door het flauwe schijnsel van een stal
lantaarn.
Het beest was inderdaad een prachtstuk
Zovals men weet, heeft Prof. Aengenent
Dinsdagavond op den Maastrichtscben Ka
tholiekendag een rede gehouden over „Het
Koningschap van Christus in het Politieke
Leven”, en zy, die deze rede l^en of
aauboorden, zullen den gevierden spreker
dankbaar geweest zjjn voor de wyze, waarop
hy bij allen verlevendigd heeft het besef,
dat de politiek een zaak is van het grootste
katholieke belang.
„Allereerst”, aldus, sprak Prof. Aenge
nent „beeft de politiek na te streven het
tydelijke welzijn der burgers, wel te ver
staan het algemeene welzijn van tijdelijken
aard.
schrikt door het kraken van een voetstap op
Zij stond haastig op en i’
waar zy langs de op een kier staand
Mi de gang keek. Daar zag zy
komen, in boersche kleeren,
heel en al ingebakerd in
bouffante en zjjn slapp“"
diep in de oogen, gedrukt, dat er\u
pYXln.Sf 4^. -I--
zijn lange neus. Die lange puntige
kwam Jane bekend voor, en toch kon zij
zich niet hei inneren, waar zy ham eerd?r
had gezien.
De landman ging rechtstreeks naar de zit
kamer, opende de deur en trad binnen. De
deur werd achter hem gesloten en toen hoor
de Jane Payland het zwakke geluid van
Stemmen in het vertrek.
Hot was duidelijk dat deze landman de
door lady Eversleigh verwachte gast was.
Jane was geheel verbaasd over dit onge-
Krone feit.
1 Wat kan dit alles beteekenen? vroeg zij
sich af. Is deze man bijgeval een arme bloed
verwant van mylady? Ieder w<wt, dat zij
voor!) gewezen in de richting van een sa
menwerking met de socialisten,,De
Morgen” zou zeer content geweest zjjn!
„Dc Morgen” heeft zyu brutaliteit ditmaal
echter duur moeten bekoopen.
In de slotvergadering van den Katholie
kendag toch deelde Mgr Schrijnen mede,
dat hij van Z. D. B. den Aartsbisschop van
Utrecht een telegram had ontvangen van
den volgenden inhoud:
„Mgr., wees zoo vtiendeljjk op de verga
dering van heden mede te deelen, dat ik vol
komen instem met hetgeen Prof. Aengenent
in zijn schoone rede heeft gezegd, omtrent
LAATSTE DAG.
Pontificale Hoogmis.
De laatste dag begon met een Pontificale
H. Mjt in de St. Se^vaaskerk, opgedragen
door Zijne Excellentie Mgr. Lorenzo Schiop-
pa. Pauselijk Internuntius te Den Haag.
Het zangkoor der St. Servaas voerde on
der leiding van den heer B. Franssen de
Missa Regina Martyrum” uit van Refice.
VIERDE ALGEMEENE VERGADERING.
In de St. Servaaskerk werd om half elf
des morgens de slotvergadering gehouden.
Dr. Th. Verhoeven, Directeur van het
R. K. Centraal Bureau voor Onderwijs te
Den Haag, hield een rede over:
Christus’ Koningschap in de schoot
waaraan wij het volgende ontleenen:
i Tjjdens de middeleeuwen werd in de Ne-
- derlandsche gewcsten Christus’ Koningschap
in de,school algemeen erkend en gehuldigd.
Helaas! de weelde bracht langzamerhand
verslapping en ontaarding en in de 16e eeuw
brak de catastrophe uit. Duizenden keenden
de Moederkerk den rug toe.
Toen de vlammen der Fransche revolutie
me^e naar het Nederlandsche erf oversloe
gen en het bestaande regiem aantastten,
zagen vele Katholieken onverschillig toe.
Hetzelfde liberalisme, dat op allerlei gebied
een vrijheid predikte, dio de bandeloosheid
nabijkomt, hield het onderwys gevangen in
de boeien van den gewetensdwang!
Na een strijd van 100 jaren kwam de over
winning.
Behoudens het toezicht der overheid zijn
wjj vrij om weer, als in de middeleeuwen,
naa.-t onze Katholieke kerken onze Katho
lieke scholen te doen verrijzen.
God verhoede, dat wy zouden vergeten,
wat onze vaderen in de dagen der verdruk
king om hunner kinderen wil gebeden en ge
leden en gestreden hebben.
Zouden onze vaderen geen tranen van
dankbaarheid geschreid hebben, als Koning
Christus hen en hunne kinderen beweldadigd
had, zooals Hij het ons en onze kinderen
heden ten dage doet?
De vrjjheid en de gelijkstelling, die we
door Gods goedheid op het gebied van on
derwijs verworven hebben, stellen ons in
staat, om ons front te verbreeden, om onze
krachten ten volle te ontplooien.
De grondslagen van het huisgezin, van het
familieleven zijn ondermynd; het misbruiken
van het huwelyk en de moord op het kie
mende leven nemen zoo schrikbarend toe,
dat men spreekt en schrijft van een weg
rottend Europa en „den Bntergang des
Abendlandes” voorspelt.
Den volgenden dag stond Victor vroeg op.
Hij ging naar beneden, na in zijn eigen ka
mer ontbeten te hebben, vroeg om den kas
telein te spreken en huurde van hem een ste
vig rijpaard, dat door den eigenaar van „ae
Sleutel” gewoonljjk zelf gebruikt werd om
naar de markten in afgelegen dorpen te rij
den.
Carrington steeg le paard en reed recht
streeks naar he» dorpje Hallgrove.
Hij hieid stil voor een dorpsherberg om
zjjn- paard te laten drinken en richtte onder
wijl eenige-vragen tot den staljongen.
„Waar is de pastorie van Hallgrove on
geveer?” begon hjj.
„Een kwartmjjl verder omstreeks” ant-
-woordde de jongen, „u kunt niet missen als
u den grooten weg maar houdt, ’t Is een
groot huis in rooden steen, aan den oeveg
der rivier."
van onbekende afkomst is en niemand kan
zeggen, waar zy vandaan is. Misschien is
I dit haar geboorteplaats en is zij hier geko
men om baar verwanten op te zoeken.
Jane moest zich wel tevreden stellen met
deze verklaring, omdat geene andere haar
voor den geest kwam, maar zjj bevredigde
toch niet geheel en al haar nieuwsgierig
heid.
Het onderhoud tusschen lady Eversleigh
en haar bezoeker duurde lang. Het was half
elf voordat de vreemd uitziendeTilliieninan
do zitkamer verliet.
IDit gebeurde drie dagen vóór Kerstmis.
Den volenden dag kwam er weer een
vreemdeling te Frimley aan met den post
wagen, die te ongeveer ztv :n uur door het
stille stadje reed.
Deze reiziger begunstigdev,de Kroon” niet
met zjjn bezoek, hoewel de wagen daar van
paarden wisselde. Hjj steeg uit en met een
klein valies in de hand, zjjn eenige bagage,
stapte hjj door de sneeuw, die was beginnen
te vallen. Met snellen tred liep hjj naar het
einde van de lange hobbelige straat, waar
een geringere herberg was, die „de Sleutel”
heette. Daar ging hjj binnen en vroeg om
een slaapkamer, met een goed vuur en hei
een en ander voor avondeten.
Eerst toen hjj op zjjn kamer was, ontdeed
de vreemdeling ich van zjjn dikke winter
jas, waarvan de kraag bijna zjjn geheele ge-
103.
Een kwartier later werd zjj echter opge-
den vloer van de gang waar geen looper lag.
sloop naar de deur,
t_:"Wtleur
een udui aan-
tot kin ge-
i een dikke wollen
en zjjn slappen vilten hoed zoo
-ukt, dat erSuuL^ijn
gezicht niets te zien was dan de punt vHT
zijn lange neus. Die lange puntige neus
kwam Jane bekend