r I Sloomerij en Ververij van S. KROM. Heeren Bostuums en Tonnis Pantalons STOOMEN. 1 No. 137. I FEUILLETON. i. 1 BUITENLAND. Advertentieprijs f 125.—f 50.—f4O r 5 Woensdag 13 Juni 1928. giro alkmaar iow63 22e Jaargang Abonnementsprijs KELLOGG OVER DEN INVLOED VAN NEDERLAND OP DE ONTWIKKELING VAN DE VEREENIGDE STATEN. (Wordt vervolgd.) y BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon Verspreide Berichten. „Ja. Mile abonné’s wordt op aanvrage gratis een poll» vergtrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—, f750.—, f 250.—, Gestrafte misdaad. Nu ook daden stellen. 1 GIRO ALKMAAR 104863 der 15. Redam* pee ;e pagina** f OoO j ng per plaatsing jjigers van het Cen- lerard, duurden on- niet leelte van het .1 op moreel 4 M DE KABINETSFORMATIE IN DUITSCH- LAND. De gister te vijf uur begonnra onderhan- delingen tusschen vertegenwoordigers van de Soeiaal-Democratische fractie uit den Duitschen Rijksdag onder leiding van Müller- Franken en vertegenwoorj/; trum onder leiding val geveer twee uur. Naar vernomen wordt, werd bij deze on* derbandelingen reeds op verschillende pun ten overeenstemming bereikt. Het schijnt dat hiermede de onderhandelingen over de kabinetsformatie reeds ten. deele tot een resultaat hebben geleid. De ondqj*handelin- gen worden heden voortgezet. Voorts wordt nog vernomen, dat de af gevaardigde Müller-Frankcn tot den rjjks- miuister van arbeid, en daarmede ook tot de Centrum-fractie het dringende verzoek heeft gericht, of minister Dr. Braun ook mag aanblijven in zijn tot dusver bekleede functie. Dr. Braun en de Centrum-fractie hebben hierin toegestemd, echter met dit beding, dat Dr. Braun voor herstel van zijn gezondheid een langdurige vacantie mag nemen. Van 15 regel* fl.25; elke regel meer t 0.25. Reclam* pea regel f 0.75 voor de eerste paginavoor de overige pagina** f 0.50 j Rubriek „Vraag en aanbod" bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere regel meer f 0.12. ring van Nanking tot de Chineesche bevol king met toezeggingen inzake de onderdruk king van het bendewezen, de afschaffing van de te hooge belastingen en de demobilisatie der overtollige troepenmassa’s. PRINS KAREL VAN ROEMEN». Het echtscheidingsproce*. Men meldt uit Berlijn: Prins Karei van Roemenië heeft een Bel gisch advocaat tot zijn verdediger in het, --prinses Hclène van De prins verklaart, „maar misschien zult u geen bezwaar daarte gen Lebben; met Kerstmis is ’t zoo druk. U zult er een flink vuur vinden branden." „Laat my dan wat brandewijn brengen,” hernam Reginald, zonder verder eenige aan merking te maken op wat de kastelein zeide. Hij volgde daarop het meisje, dat aan het eind van de gang een deur opende en sir Reginald binnenliet in een ruim en goed ge meubeld vertrek. Bjj den grooten ouderwetschen haard zat een man, met zijn gelaat achter een groot nieuwsblad verborgen, waarin hij bezig was te lezen. Sir Reginald Eversleigh verwaardigde zich niet naar den vreemdeling om te zien. Hij liep recht naar bet vuur, deed zjjn natten mantel af en hing dien op een stoel bij het felbrandende houtvuur. Daarop wierp hij zich in een grooten stoel, trok dien dicht bij den haard en bleef in het vuur staren met het gezicht van iemand, die met zijn gedach ten ver weg is van de plaats, waar hij zich bevindt Hjj zat gedurende eenigen tijd in die hou ding. roerloos als een standbeeld, onbewust dat de vreemdeling hem van achter het hem beschuttende nieuwsblad zat te bekijken. De bediende van de herberg bracht een blaad je, met een kleine karaf brandewijn en een glas. Maar de baron bemerkte het binnentre den niet en roerde de verversching ook niet NOURD-HOLLflNDSCH DAGBLAD „ONS BLAD" Pzr kwartaal voor Alkmaar. Voor buiten Alkmaar. Met Geïllustreerd Zondagsblad "L Verder wordt nog gemeld, dat ook de Duitsch-Natiouale fractie is bijeengekomen; graaf Westarp hield een referaat over den politieken toestand. De eischen der Duitsche Volkspartij. In de kringen der Duitsche Volkspartij wordt er op gewezen dat deze partij, bij even tueel verzoek tot deelneming aan de regee- ring, vooral aan drie punten gewicht hecht, ü.l. steun voor den landbouw, hulp voor den induetrieelen middenstand en het behoud van de tegenwoordige inrichting van de Rjjks- weer. Dr. Scholz heeil Herman Müller in de zen zin dan ook ingehebt. In het algemeen is de stemming in Rjjks- dagkringen optimistisch ten aanzien van de kabinetsformatie die in vergelijking met vroegere crisisperioden, waarschijnlijk niet,, lang zal duren. TSANG TSO-LIN. Een overlijd ensgerucht. Het departement van oorlog te Tokio deelt mede, dat het een nog niet bevestigd bericht heeft ontvangen volgene hetwelk maarschalk Tejang Tso-lin zou zjjn overleden. DE STAKING TE ANTWERPEN. Gedeeltelijke hervatting van het werk. In de voornaamste scheepsreparatiewerk- plaatsen te Antwerpen hebben eenige groep jes stakers het werk hervat. De patroons verwachten dat, nu de weerstandskassen der stakende arbeiders stilaan uitgeput geraken, de werkhervatting binnen enkele dagen vrij wel algemeen zal zijn, wat de leiders van de staking echter tegenspreken. DE GELE KOORTS IN DE KONGO. In verband met het voorkomen van nieuwe gevallen van gele koorts te Matadi heeft de gouvemeur-generaal van de Belgische Kon- gokolonie bij decreet allen invoer van goe deren met bestemming naar de Kongo via de havens van de Beneden-Kongo verboden. Alleen de paketbooten mogen in deze havens lossen, maar hunne Lading mag dan slechts bestaan uit levensmiddelen, geneesmiddelen en voorwerpen bestemd voor de overheids diensten. Maandagavond heeft staatssecretaris Kel logg aan een banquet in het Pennsylvania Hotel ter gelegenheid van de herdenking van de stichting van de Eerste Hervormde Ne- derlandsche Kerk in 1638, op ht eiland Man hattan (New-York City 1) een rede uitge sproken. Drie vermeidenewaardige feiten hebben zich voorgedaan bij den aanvang van de Amerikaansche geschiedenis: de stichting van Jamestown, de aankomst van de pel grims in Massachusetts en de stichting van hetgeen thans New-York is. Onafhankelijk van geest, vrijheidsliefde en een christelijk enthousiasme gingen elk dezer drie migratis, welke den- grondslag vormden, waarop onze republiek is geetiiht. vergezeld. Wij zijn on ze voorvaderen veel verschuldigd. De kolo nisten in Virginië heblien ons vele genieën gegeven; de pelgrims lieten ons een rijke er fenis na en de Nederlanders, die New-York stichtten, hebben veel bijgedragen tot karak tersterkte, vrijheidsgevoel en godsdienstvrij heid. Wij weten, dat de vormers van onze con stitutie zeer veel hebben overgenomen van de instellingen en de idealen van het Neder- landsch stelsel, zijn grondwet, zijn wetten, zjjn beginsel van zelfbestuur en zijn scholen. Men moet met bewondering kijken naar het heldhaftige leven en het hooge karakter van het volk van dat kleine land aan de Noord zee, wiens mannen en vrouwen zulk een grooten invloed op de wereld hebben uitge oefend. De Nederlanders hebben ons gegeven van Buren en Roosvelt, president van de Vereenigde Staten, Frelinghuyscns, staats lieden en senatoren, Vanderbilts, groote fi nanciers en bouwers, Voorhees, senator van dezen vloedgolf van zedelijke verwildering v&n het opkomend geslacht, zjj doen wel Het is trouwens buitengemeen moeilijk door middel van wetgeving en politioneele maatregelen een kwaad te beteugelen, als niet de volksgeest daartoe medegewerkt. Helaas moeten wjj van onze wetgeving, tot heden hierop toegepast, erkennen, dat zij niet heeft kunnen verhinderen dat het be derf hand over hand toeneemt. O, men is veelal op dit gebiedi zoo preutsch aangelegd en schrikt zoo gauw voor drastische maat regelen terug. Alsof er niet nog een groote góede kern in ons volk is, die gaarne zou medewerken. Alsof er geen onschuld meer te beschermen was, om welker bescherming door duizenden ouders wordt geroepen. Al zou het waar zijn, dat wetten en ver ordeningen het kwaad niet kunnen weerhou den (het stokpaardje van hen die wars zjjn of bang van het nemen van beteugelings- maatregelen) moest het toch in een christelij ke» staat kunnen bestaan, dat wetten en de toepassing daarvan zouden voorkomen, dat dit kwaad en de verleiding daartoe zich openlijk in Gods vrije natuur en op straat uit stalt en dat zoovele openbare gelegenheden als ware pestholeu van bederf vrijwel onge hinderd hun densiraliseerend bedrijf kunnen voortzetten. In de colleges van openbaar bestuur zullen wjj hiervoor moeten stryddh. Wjj weten hoe moeilijk ook die strijd is. Steun der link- sche partijen eji met name der socialisten, zullen wy hierbij maar zelden erlangen, maar daar kan dan toch nog ons woord van waar schuwing en protest klinken. En daar, waar bet ons wel mogelyk ia onze beginselen in deze door te voeren en onzen plicht te«vol- brengen, zullen wy dit toch nooit mogen ver zuimen. Tegen, wat geloof en zeden aantast in het openbaar, tegen datgene wat een volk ’t zjj vlug of langzaam aan degenereert, ie een maatregel zeker niet gauw drastisch genoeg. We moeten durven aanpakken en het dan ook doen. Stellen wy, ieder voor zich in het gewone leven en de overheid als beschermer der goe de volkszeden, die Roomsche daad niet, dan moet helaas gevreesd worden, dat op den duur de Nederlandsche katholieken geen ge slacht zullen behouden, dat Christus als Ko- ning erkent in de Maatschappij en derhalve ten prooi zal vallen aan het soort dat op den huidigen dag in Mexico zjjn gruwelen bot viert. aan, die hij gevraagd had. Hjj verroerde zich niet, tot hij door het kra ken van de courant uit zjjn overpeinzingen werd opgeschrikt. Met een beweging van on geduld keek hjj den kant uit vanwaar dat geluid kwam. „Ge zjjt zenuwachtig vanavond, sir Regi nald Eversleigh,” zeide de man, wiens gelaat nog steeds door de courant was verborgen. Het geluid dier stem ging Reginald door merg en been. „Gij hier?” riep hy. „Maar ik had dat im mers ook moeten weten.” Het nieuwsblad daalde, en Reginald Evers leigh zag het bleeke gezicht en de zwarte schitterende oogen van Victor (Jarrington voor zich. „Ja, dat had je inderdaad,” antwoordde Victor kalm. „We hadden immers afgespro ken elkaar hier te ontmoeten. En toch schijnt het dat je hier bjj toeval bent binnengekomen en niet opzettelijk. Ik voor mij had eigenlijk geen idee meer dat je zoudt komen, omdat ik dacht, dat je op dit oogenblik de gastvrij heid zoudt genieten van uw neef, den domi nee van Haïlgrove.” „Victor Carrington,” riep Reginald, „ben je dan de duivel in eigen persoon? Niemand anders immers zou vermaak kunnen schep pen in misdaden.” „Ik schep geen behagen in het plegen van misdaden. Reginald Eversleigh, alleen al zoo moeilijk gemaakt. We poogden op hied van onze volksvermaken, op gel van de mode, by het bezoek aan zee en duin, ons aan te passen op een wjjze zooals het Ka tholieken betaamt. Wy hadden daarbij niet terstond in de gaten, dat zelfs dit betamelijk volgen slechts tot een zekere grens zou run nen geschieden. En mogelijk vinden we ons zelf dwaas, wanneer wy inzien dat wy in dat volgen al veel te ver zijn gegaan, omdat wy toch niet soover kunnen gaan Wb de „anderen”. En daarom toch al door hen als „aahterlyk” en „uit den tijd" werden uitgekreten. Wjj kunnen en wy mogen immers mee. Zpover is een groot gede tegenwoordige geslacht toch al j gebied gedegenereerd, zoo openlijk dient het kwaad zich op allerlei terrein aan, dat dit \door Goddank nog de meesten van ons wordt ingezien. Maar als dan toch een schei dingslijn moet worden getrokken, als we be grijpen dat meedoet en volgen niet veree- nigbaar is met de christelijke moraal, waar om dan toch een volgen op een afstand? Dat doen helaas nog zoovelen en koevele ouders en overheden, die het: tot hiertoe en niet verder, willen toepassen op zichzelve, hunne kinderen en ondergeschikten, wordt dit pogen daartoe door hen niet ontzettend moeiljjk gemaakt? Niet meehossen maar metterdaad op dit gebied de Roomsche daad stellen, dit was net wachtwoord, ons door pater Sluis by herhaling opgelegd. Die Roomsche daad wordt ook gevraagd van hen, die in Overheid zjjn gesteld. Zeker, de landsbestuurders, die begrijpen dat de hedendaagsche verwording op zedeljjk ge bied uiteraard op volksondergang uitloopt, en vooral zy, die door bun christelijk begin sel zich genoopt gevoelen iets te doen tegen iemand van uw beperkte geestvermogens kan zulk een dwaasheid zeggen. Misdaad gaat steeds gepaard met gevaar; de misda diger zet zyn leven op het spel. Ik hecht ech ter te veel waarde aan myn leven, om het lichtvaardig op het spel te zetten. Maar als ik het toeval een beetje kan helpen tot myn voordeel, dan zou ik wel een dwaas moeten wezen om daarvoor terug te deinzen. In één zaak schep ik behagen, myn waarde Reginald en dat is: succes. „En vertel me nu eens, hoe je zoo hier, komt vanavond,” vervolgde Victor kalmer. „Dat kan ik je eigenlijk niet zeggen,” ant woordde de baron, „ik ben hier gekomen, onbewunst van wat rondom my voorvieLi Ik liet myn paard den vrjjen teugek en dit leid de my hierheen, tot jou, myn “echten ge nius.” „Luister eens, waarde Reginald, wees toch zoo goed en laat die hooge dramatische ma nier varen," zeide Carrington op koelen toon. „Het kan me niet schelen om voor een enkelen keer door u te worden toegesproken alsof ik de duivel of een booze geest was, maar op den duur wordt dat t«ch vervelend. Ge hebt my neg niet verteld waarom ge hier rondzwerft inplaats van uw middagmaal te gebruiken in de pastorie als een christen, mensch." scheidingsproces tegen Griekenland benoemd. dat het de plicht van zyn gemalin geweest was, hem met haar kind naar het buitenland te volgen. Met nrevrouw Lupescu heeft hjj nooit anders dan „platonische” betrekkingen gehad. DE ECHTGENOOTE VAN BELA KUN. De Oostenryksche regeering heeft het ver zoek van de echtgenoote van Bela Kun om Oostenrijk te mogen binnenkomen, afgewe zen. Mevrouw Kun had haar man in de ge vangenis willen bezoeken en het proces to gen hem willen bijwonen. HONGERSNOOD IN BRA71L». Meer dan 100 slachtoffers. Volgens berichten uit Noord-Oost-Brazilië zyn meer dan honderd personen door hon gersnood overleden, welke een gevolg is van de hevige droogte. Ook is er veel vee omge komen. In de sta<l Sao Joao zyn vele men- schen den hongerdood gestorven. Tallooze inwoners verlaten het gebied. Banditisme steekt overal het hoofd op. DE EIFELTOREN BLIJFT. De commissie, belast met het onderzoek naar de fundamenten van den Eifqltoren^^ welke volgens de geruchten i^hisda- nigen verganen staat zou verkeeren, dat de toren gevaar liep, heeft thans gerapporteerd, dat de beweringen volkomen onjuist zjjn. De Eifeltoren blijft dus voor Parijs en het Parjjsohe stadsbeeld behouden. MANNEN EN VROUWEN ALS KIEZERS. In enkele districten heeft men bjj de alge- meene Rjjksdagverkiezing van 20 Mei da mannen en vrouwen met stembiljetten van verschillende kleur (rood en wit) laten stem men. Voor Groot-Berljjn is bet resultaat van die proef thans bekend. Van de 3.129.945 kiezers in de hoofdstad waren 1.390.127 van het mannelijk en 1.739.818 van ’t vrouwelijk geslacht. De socialisten hebben 382.447 mannelijk* en 433.749 vrouwelijke stemmen gekregen, de communisten 324.437 mannelijke en slechts 286.880 vrouwelyke. Voor de Duitsch- nat. zijn de getallen 181.440 m. en 258.692 v„ voor de volkspartij 72.326 m. en 85.540 v„ voor het centrum 30.431 m. en 51368 v„ voor de democraten 90.243 m. en 10.227 v„ terwyl voor de oeconomische party vrijwel evenveel mannen als vrouwen hebben ge* stetnd. INSTRUCTIE VOOR EEN STRAFVER VOLGING NAAR AANLEIDING VAN HET SPOORWEGONGEVAL BIJ SIEGELSDORF? De Beierscbe Staatscourant deelt naar aan leiding van het spoorwegongeluk by Siegela- dorf mede, dat tot nog toe niets de ver onderstelling wettigt, dat men hier te doen heeft met een aanslag. Wat echter tot nog toe is gebleken, maakt het noodig, dat door den Officier van Justitie te Furth een straf- instructie wordt geopend. SCHIPPERSLATIJN? Te Bari is dezer dagen uit Rotterdam bin nengekomen het Italiaansche stoomschip Citta di Brindisi. Kapitein Tarantino, de schipper van de stad Brindisi, verklaarde, dat zijn schip bij kaap Passera aangevallen was door een groot aantal dolfijnen, dat de Indiana en, naa-t hen, Schuylers, Van Rene- selaers, Van Dykes en vele andere bekende namen in de Vereenigde Staten. Nederland heeft nog andere groote dingen gedaan. Er is geen land, dat krachtdadiger voor den vrede gewerkt heeft. De natie is een natie, gewijd aan den vrede. Daarna zette Kellogg uiteen, wat de strek king was van het antEoorlogspact, en uitte de hoop, dat de Kerken veel zullen doen voor het sluiten van dit verdrag. DE OORLOG IN CHINA. De toestand te Tientsin uiterst verward. Een telegram uit Peking meldt, dat de toestand te Tientsin uiterst verward is en het byschen van de vlag der Kocómintang op de aanwezige troepen weinig uitwerking heeft gehad, die al tot plunderingen in de Chineezeustad waren overgegaan. De politie heeft eenige voorname banken en gebouwen kunnen beschermen, maar ze is met talrijk genoeg om in de heele Chineesche wjjk te patrouilleeren. Vooral de naar de Zuidelijken ovcrgeloopen resten van het Noordelijk le ger, die in geen 5 weken soldij hebben ge had-, zyn uit den band gesprongen en aan het plunderen gegaan. De toestand in de buitenlandsche nederzetting is echter rustig. De intocht van den aanvoerder der troepen uit Sjansi, Jensisjan, te Peking heeft niet tot het gevreesde conflict met generaal Teng joe siang geleid; de toestand in Peking is rustig. De terugtocht van noordelijke troepen. Naar Reuter verneemt hebben 2000 man der Noordelijke troepen Moekden bereikt; tusschen Tientsin en Moekden zijn voorts nog 80.000 man op weg, Nanking polst de vreemde mfmAdte. De Maandag door de regeering van Nan king gepubliceerde ontwerp-nota aan de buitenlandsche mogendheden bevat eenige eigenaardige eischen. De regeering van Nanking eischt daarin terugtrekking van de buitenlandsche troepen van Chineeschen bodem, aangezien daardoor alleen de misverstanden en het wantrouwen tusschen China en de mogendheden uit den weg kan worden geruimd Bovendien moeten nieuwe verdragen op den grondslag van vol komen geljjkgerechtigheid en wederzjjdsche achting gesloten worden, daar de beleedi- gende bepalingen der oude verdragen noch voor de vreemdelingen, noch voor de Chi- neezen bevredigend werken. De eisch inzake terugtrekking der vreemde troepen wordt o.m. hierop gegrond, dat de belangrijkste garantie voor den vrede, de veiligheid en de eigendommen der vreemde lingen slechte gelegen is in de wederzjjdsche overeenstemming. Het incident te Tsi-Nan-Foe is een bewijs te meer voor de onzinnigheid en het gevaar van de aanwezigheid der buitenlandsche troepen-eenheden in China. Het instandhou den van het gebruik troepen te dirigeeren naar alle deelen van China, waar buiten landers verblijf houden zal de nationalis tische regeering er toe brengen het binnen land van China voor de vreemdelingen te sluiten. De regeering is bereid met de ten opzichte van China vriendschappelijk ge zinde vreemde mogendheden samen te wer ken, daar zy van meening is, dat na elimi natie der internationale overheersching een nieuw tijdvak in de geschiedenis der buiten landsche betrekkingen van China zal aan breken. In een tweede nota wendt zich de regee- Hy hield zyu paard staande voor de her berg en riep om volk. Een man kwam naar buiten en nam het paard ,by den teugel, ter wijl sir Reginald afsteeg. „Hoe heet dit plaatsje?” vroeg hy. „Frimley, mynheer." „Hoever ben ik hier van den oever rivier bij Thorpe Heuvel?” „Ongeveer 6 mylen, mynheer?” „Neem myn paard dan mee en wrijf het goed af. Geef hem een emmer waterpap en een kart haver. Ik moet over een uur weer van hier,-’ „Dat zal kras genoeg zijn, mynheer, voor uw paard,” antwoordde de stalknecht. „Het schijnt ai een heelen rit achter den rug te hebben.” „Dat is myn zaak,” zeide sir Reginald op hoogen toon. Daarna trad hy de herberg binnen; hij vroeg om een kamer waar hij zyn mantel kon drogen; want er was een fyne doch doordrin gende motregen gaan vallen en hij voelde zich huiverig. „Is u vandaag ook by de jachtpartij ge weest,, mijnheer,” vroeg de kastelein. „Een goede jacht gehad, mijnheer?” „Neen,” zeide Reginald stroef. „Wys mynheer den weg naar de spreek kamer, Johanna. „Er is een heer daar,” voeg de hij erbij, zich tot sir Reginald wendende, f 2.85 f 0.60 booger 118. De plotselinge verdwijning van Lionel had den baron ontzet. Hoewel hy na de gesprek ken met Carrington wel op zoo iets voorbe reid was, trof hem toch het feit en was hij er geheel dooi van streek. De lichten kwamen nader en werden dui delijker zichtbaar. Het zwakke schijnsel van lantarens in een dorpsstraat glom hier en daar door de duisternis. Het paard bereikte de eerste huizen en sloeg de voornaamste ■traat in. Daar scheen vroolyk licht door de vensters van een herberg. De deur stond open en het opgewekt gedruisch van stemmen drong naar buiten in den stillen nacht. „Wat zyn die boeren toch gelukkig!" ■uohtte Reginald, „die menschen, die geen andere zorgen kennen, dan die van het dage- lijksch brood." Hjj benijdde hen werkelijk en zou op dat oogenblik gaarne geruild hebben met den ne- derigsten arbeider daar in die gelagkamer. Maar deze stemming duurde niet lang. De baron was iemand, die de genoegen* der we reld hooger stelde dan de rust van zjjn ziel; het oogenblik van berouw was sooedisr voorbjj. Wjj huivereh eenigszins om in te gaan op de schitterende>ede van den ons zoo beken den pater Sluis.' En als wjj hem, met'alle kracht die in hem was, op scherpe wijze heb ben..'hooren spreken over den verkeerden invloed van de film, over het weeldevertoon onser dagen en over de moderne dansmanie, daa hebben wy inderdaad moeten erkennen dat wy katholieken hoog spel spelen, wan neer wjj in deze de „excessen" niet willen zien eu maar „meehossen”, alsof het zoo erg niet was. £n wy weten tevens, dat nog wel-meerdere uitingen van een degenereerend geslacht aan de' lijst zouden kunnen worden toegevoegd. Hét komt er maar op'aan of wjj, in tegenstel ling van vergoelijking, het groote gevaar, da( ons geloovig katholiek volk omringt, willen zien. Of wjj durf hebben, den vinger op de wondeplek te leggen. H^t is moeiljjk, maar daarom niet minder nopdzakeljjk; het katholieke vplk zal zich ook ojk dit gebied van het leveh moeten se- pireereó, zal het niet geestelijk ten onder gaan. Is bet té sterk gezegd, dat op dit ge bied der volksvermaken, die zich uiten in bioscoop, tooneel, dans enz. enz., onze maat schappij reeds grootendeels „verheidenst" is? Kunnen de katholieken en allen, voor wie zedelijkheid en fatsoen nog deugden zjjn. zichzelf en de aan hun toevertrouwden nog wagen in badplaatsen en in de streken, die om hun natuurschoon gezocht zjjn? Kan de „naaktcultuur”, die zich in de kleedlng nog maar steeds driester uit, nog verder worden doorgevoerd? Wjj willen niet redemeesteren, maar onder den indruk van pater Sluis' rede moeet ons toch deze kreet van t’ hart: Neen, wjj mogen niet verder mee in een richting, die ons goede Roomsche vólk, de kerk, bet Geloof in ons gewest ten onder gang doemt. Zonder „erg" zjjn wjj misschien al te a er meegehold ra ba >‘>en het elkander daardoor al zoo moeilijk gemaakt. We poogden op ge

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1