f
„ONS BLAD”
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
No. 154.
Blsschop van Haarlem.
FEUILLETON.
Gestrafte misdaad.
I
UIT DE PERS.
Mgr. «I. D. J. Aengenent,**
Dinsdag 3 Juli 1928. giro alkmaar iotó63 22e 'Jaargaiif
-
Abonnementsprijs
BUITENLAND.
Advertentieprijs
f 750f 250. f 125f 50.—f40.—
Tegen de corruptie.
Het vraagstuk der dansgelegenheden en kermissen.
Aan alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een poll» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—
9
GIRO ALKMAAR 104863
I
o
tot eene dergelijke feestviering; ala de ge-
kleine herberg
slechts
Hoofdstuk XXV.'
TOEBEREIDSELEN.
danken?”
(Wordt vervolgd).
ko-
zal
vol toewijding voor uiii ge-
NOORD-HOLLANDSCH- DAGBLAD
mocht
sn van de hee-
'trecht; prof. J.
■cteur van het Centraal Bu
te Roer-
hoofdcommissaris
9c* innrtaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar
Met Geïllustreerd Zondagsblad t
onschuldige ontspanning. Het
ij
eene behoefte van ons volk, d. w. s. eene be
schaving bevorderende, geluk be vorderende
behoefte; juister sou het zijn. te zeggen dat
zij behoefte opwekt en onbevredigd laat.
Het ligt voor de hand, dat het verkeer in
een
190.
,,Fn
dienst
de reden ia waarom ge mjj hebt ontboden?”
DE'STAKING IN GRIEKENLAND.
De staking xal tot bet uiterste wor
den voortgezet.
De pogingen om de staking in de tabaks
industrie bq te leggen hebben opnieuw ge
faald. Het algemeen vakverbond deelt naar
aanleiding daarvan mede, dat de staking tot
het uiterste zal worden voortgezet. Te Serre,
weest’ dat ik wel een onwaar lig persoon
moest zijn, als ik er voor terugschrikte u
alles te openbaren wat mjj betreft. Ik heb
uw neef Reginald liefgehad, dwaas en ver
blind, maar er moet een eind komen aan alle
verblinding, er moet een dag komen waarop
de blinddoek van de oogen valt en wjj weer
ziende worden. Die dag is voor mjj gekomen
en sir Reginald Eversleigh is voortaan voor
mij niets dan een vreemdeling.”
„Duizendmaal dank, mjjn lieve, voor uwe
verzekering," riep Douglas, „en vertrouw
verder op mjj. Uw toekomst zal zoo helder
en gelukkig zjjn, dat het verleden u
een akelige droom zal schijnen.'’
Van 1—5 regels f 1.25elk* regel meer f 0J5. Pectams m
R*bti k v°°r de ecCTte pzgjna I
f 0.60 per advertentie van 5 regelsiedere regel
dat de publieke dansgelegenheden 'n veel fat
soenlijkér karakter dragen dan vele beslo
ten clubs, waar inderdaad het dansen dik
wijls op aanstooteljjke wijze schijnt te ge
schieden. Hieruit mag niet worden afgeleid,
dat de commissie een onbeperkt toelaten
door de overheid van publieke dansgelegen
heden zou willen aanbevelen. Integendeel
zal door zoo noodig krachtig ingrijpen de
overheid er voor moeten zorgen, dat onwil
lige of minder gewillige exploitanten defini
tief geweerd worden.
Naast overheidsbemoeiiing tal een krach
tig wapen kunnen zjjn de objectief ingelichte
publieke opinine. Vele ouders zullen hun kin
deren beter vasthouden, wanneer tij beter
dan jhans, de werkelijke gevaren kAïnen.
Er is in ons .goede” landje den laatsten
tjjd heel wat corruptie aan het licht geko
men en de hooge dunk, welken velen koes
terden van de gerenommeerde Hollandsche
onkreukbaarheid, moet wei ’n weinig gele
den hebben.
En nu spreken we hier niet van corruptie
in de beteekenis van „bederf”, zooals dit
zich voordoet bij vele bank- en gemeente
administraties. we spreken hier niet van
„ordinairen” diefstal of oplichting, neenS
met corruptie bedoelen we hier „omkooping”,
de aloude methode van macht- of geld-
begeerigen om hun egoïstisch doel te be
reiken.
Aan déze corruptie we snuiven nog
bjjna dagelijks de gaslucht op is ons land
heel r|jk gebleken, en, zooals reeds hier en
daar uitlek te, het euvel beperkt zich niet
tot de Overheidsbedrijven. ook in menig
particulier bedrijf moet corruptie, als de ge
woonste zaak van de wereld aan de orde
van den dag zjjn, en toch zjjn winstjes, ver
kregen door middel van dergelijke corrup
tie, niet anders dan evenzoovele diefstallen,
_l ten nadeele van het bedrijf.
'egeq de corruptie, zoowel in overteids-
'etefer bedrflf, kan de strijd niet
gevoerd worden, en daarom jul-
B. en W. van Helder
goed voorbeeld geven; zij
de verschillende leveranciers
der gemeente een verklaring ter teekening
voorgelegd, waarin verboden wordt aan
eenig persoon in dienst van of een functie
bekleedende b(j de gemeente Helder,
direct of indirect eenige uitkeering, gift of
andere steekpenning In welken vorm ook te
beloven of te verstrekken. De leverancier
verbindt zich, bij elke overtreding op eerste
aanmaning aan de gemeente Helder een som
te betalen, gelijkstaande aan het twintig-
voud van de beloofde of verstrekte uitkee
ring, doch tenminste 1000, zulks onver
minderd de wettelijke rechten, welke de ge
meente Helder aan deze overtreding mocht
ontleenen. Voorts zal de gemeente gerech
tigd zjjn alle loopende contracten te annu
leer en of wel voor rekening van den onder
teek en aar al zulke contracten te doen uit
voeren, hetzij in eigen beheer, hetzij door
de gemeente aan te wijzen dekten.
Als dkt niet helpt!
Het voorbeeld verdient voorzeker navol
ging in andere gemeenten.
De kans op corruptie in overheidsbedrij
ven zou er zeer door verkleind wonden.
Dan nog een middel tegen corruptie in
bet particulier bedrijf en.... ons landje zou
weer aardig „gesaneerd” zijn!
legenheid zich voordoet, blijkt duidelijk, dat
de lust, op een dergelijke wijze uiting te ge
ven aan zijne feestvreugde nog bestaat en
dat die gelegenheid gretig wordt aangegre
pen.
Het van' Overheidswege weder invoeren
van eene officieele kermis kan intusschen
niet noodig of wenschejijk geacht worden.
Daar waar de kermis nog bestaat of waar
men zou meenen deze weder te moeten toe
laten, moet de Overheid echter regelend op
treden, teneinde de velerlei uitingen van
tuchteloosheid zooveel mogelijk binnen do
perken te houden, zonder aan de kermiavie-
ring voor het volk de vreugde te ontnemen.
De commissie staat dus niet geheel afwij
zend tegenover de kermis als zoodanig,
maar heeftwel ernstig bezwaar tegen de
wjjze, waarop zij dikwijls gevierd wordt en
do geldverspilling, waarmede zij gepaard
gaat.
Door Overheid en particulieren moet wor
den gestreefd naar beschaving van den
volksgeest, waardoor een overwegend deel
van het volk op den duur afkeerig zal wor
den van deze ruwe en luidruchtige uiting
van feestvreugde en een feest in meer be
schaafden vorm voor de kermis en het
geen tot nu toe de kermis, waar zjj werd af
geschaft, verving in de plaats zal tre
den.
Men dient onderscheid te maken tusschen
de reeds lang bestaande danslokalen als
volks- er zeemansdanahuizen en de moder
ne dansgelegenheid, de „dancing.”
In verband met de verstrekte opdracht be
oogt dit rapport een oordeel uit te spreken,
speciaal over de „dancing".
Naar aanleiding van bet feit, dat de mo
derne dansen groeten ingang hebben gevon
den bjj het Nederlandsche volk en de dans-
lust in breede lagen der bevolking wordt
aangewakkerd, heeft de commissie zieh de
vraag gesteld, waaraan bet zou fijn toe te
schrijven, dat het dansen ia den tegenwoor-
digen vorm zoo enorm veel beoefenaren
telt
Deze vraag is moeilijk in enkele woorden
te beantwoorden. In de eerste plaats is de
moderne dans in het algemeen technisch ge-
makkolijk er en minder vermoeiend dan de
vroegere en vereischt bijna uitsluitend
rhythmisch gevoel, terwijl ook de grillige,
opwindende en zenuwprikkelende aard van
de primitieve muziek en de aankleeding,
versiering en kleurrijke verlichting, zelfs
van den dansvloer der moderne dansgelegen
heden, voor velen aantrekkelijk is.
De grootere vrijheid, welke ook vrouwen
en meisjes tegenwoordig mede door meer
moderne opvattingen, welke de ouders hul
digen, genieten de meerdere vrije tijd tenge
volge van de kortere werktijden, de verslap
ping van den gezinsband, waardoor het ka
rakter van het gezin verloren gaat en ver
andert in een samenwoning van opzichzelf
staande individuen, die elk voor zich hun
genietingen zoeken buiten de huiselijke om*
geving, al deze factoren tezamen geven eene
psychologische verklaring voor de dans
woede van dezen tijd. Tenslotte is ook hier
de mode van invloed en wordt het in ver
schillende standen gerekend een eisch des
tijds te zijn, dat men aan het moderne dan
sen meedoet.
De commissie ziet geen kwaad in het dan
sen op zichzelf, zü acht de behoefte daaraan
eene algemeen menscheljjke en meent, dat
van den dans, in een goede omgeving en in
een goede sfeer zelfs een veredelende in
vloed kan uitgaan, doch aan den modernen
dans waaronder hier verstaan wordt de
step, foxtrot, shimmy, charleston, enz. wordt
dikwijls een zeer sexueel karakter gegeven
hq maakte er zijn werk van om op de hoog
te te komen van den staat van zaken op
het kasteel, die zijn herberg voorbijkwam,
eens binnen en tracteerde hem op een paar
stevige borrels.
„Je lijkt sprekend op een broer van mij,”
begon Milsom, „die jong gestorven is; en
omdat ik ontzaglijk veel van dien jongen
hield, noodig ik je uit, dikwijls hier te ko
men, dan kan ik mjj verbeelden, dat hij nog
leefde. Je kunt gebruiken wat je maar wilt
en vm betalen is geen sprake, hoor!"
De borrels smaakten den jongen bediende
en hij beloofde dikwijls terug te zullen ko
men, en daar hij 's avonds gewoonlijk niet
veel te doen had, was hij al spoedig een
„stamgast” in Milsom's heiberg.
Milsom hoorde hem langzamerhand uit
over de bijzonderheden van het huishouden
op Raynham Castle.
„Nog geen nieuws van mylady, Har
wood?” ’Toeg Milsom hem op een avond in
Januari. „Zou ze nog niet weer thuisko
men?”
„Neen, mijnheer Maunders,” antwoordde
de knecht; „zoover ik weet niet; maar toch
zjjn we iets te weten gekomen omtrent haar.”
„Zoo, en wat dan?” vroeg Milsom.
„Wel, mijnheer Maunders, onze koetsier
had met Kerstmis vrij en >s naar Londen
geweest om zijn familie op te zoeken, die
daar woont, en terwijl hjj daar is, gaat hij
Zwarte Milsom was in het kleine dorpje
Raynham verschenen onmiddellijk na het
vertrek van lady Eversleigh van het kasteel,
maar het zou zeer moeilijk geweest zijn voor
hen, die hêtp op den dag der begrafenis van
sir Oswald hadden gezien, hem te herken
nen. De fatsoenlek gekleede burgerman die
hjj nu was, had weinig in uiterlyk van den
vagebond in lompen van toen.
Terwijl Honoria Eversleigh onder een
aangenomen naam in Percystreet, Tottenham
Court Road woonde, richtte de man, die
Wat de pers zegt.
De katholieke en niet-katholieke pers gaal
voort, haar voldoening te betuigen over de
Bisschopsbenoeming van Mgr. J. D. J. Aen-
genent. Na de citaten, in ons vorig nummer
vermeld, laten wij thans volgen oordeelen
van:
„D e V o 1 f
Een bisscho;
veel gepeild en
1
priester zooveel heeft ervaren en doordacht,
zal 'den stoot geven tot een frisseher en
breeder beschouwing van het maatschappe
lijk vraagstuk in heel zijn omvang.
Moge het episcopaat van den nieuwen bis
schep van langen duur en vruchtbaar zijn;
de R. K. Arbeidersbeweging in Nederland
begroet zijn verheffing met onvermengde
vreugde en biedt hem haar medewerking
aan, zooals ze zich van zijn genegenheid en
steun verzekerd weet.
„HetCentru m"
Er zjjn weinig priesters in ons land zóó
algemeen bekend, zóó algemeen geëerd, zóó
algemeen bemind als deze Warmondscho
hoogleeraar.
Dit was wel de grootste bekoring, die van
hesn als spreker en schrijver uitging: men
voelde het aan. dat men te doen had met
iemand, die eerlijk en oprecht was, en zich
gaf zooals hij was.
Het kan dan ook gezegd worden: deze
katholieke priester-socioloog, die steeds met
zoo groote warmte opkwam^voor het goed
recht der arbeiders, heeft ook steeds de
warme sympathie van de werkgevers en in
zonderheid van de middenstanders gehad.
Ieder van hen voelde het: hier sprak geen
demagoog, die voor klassebelangen opkwam,
hier leeraarde de man van gedegen weten
schap, die streed voor w>t waarheid was en
recht.
„HetHuisgezin: t
Mgr. Aengenent heeft het voorrecht en he*
voordeel gehad, van het sociale vraagstuk
een levensstudie te maken, zoodat hem thana
reeds, nog vóór zijn Wijding, de ridderslag
van „sociale" bissebop kon worden gegeven.
Van den rongen bissebop van Haarlem Is
geschreven, dat hij zich eenzaam voelde,
eenzaam leefde, eenzaam streed en eenzaam
leed. Den nieuwen bissebop zal de eenzaam
heid niet omvangen: als tot dusver zal hf)
midden in het leven staan.
Geen andere en hoogere titel kon het „pro
fessor” verdringen, op de wjjze als bjj dr.
Aribns en dr. Poels de monseigneurstitel bet
praedicaat „doctor” niet heeft kunnen op zij
schuiven. Intusschen, professor Aengenent
zal er in moeten berusten en er aan moeten
wennen, voortaan Monseigneur te worden
genoerid, zooals hjj zich in meer verande
ringen zal hebben te schikken.
De grootste zal wel zjjn, dat hjj de rustige
studeerkamer zal moeten verwimpelen voor
het bisschoppelijk paleis; dat hjj in plaats
van docent en adviseur, als hjj tot dusver
was^ verantwoordelijk gezagsdrager wordt.
gepleegd
Tegeq
als ia pa
te kracht
ohen wjj
dlartoe zodh
hebben n.l. aan
naar het Drury Lane Theater, en toen hjj
daar uitkomt, wie ziet hjj daar? Miss Pay-
land, de kamenier van lady Eversleigh, in
levenden lijve, aan den arm van een oud,
eerwaardig heer, die haar vader zou kunnen
zjjn. Onze koetsier was te ver af om haar
te kunnen aanspreken, maar hjj zegt, dat hjj
er een eed op wil doen dat de vrouw, die hjj
zag Jane Payland is, en niemand anders. Is
dat niet wat heel bijzonders, mijnheer Maun
ders?”
„Ja, dat is het zeker, want gij dacht im
mers dat zjj naar het Vasteland waren, is
’t niet?”
„Zeker, dat dachten wij allen,” zeide de
knecht.
„Maar het schijnt me toch,” hervatte Mil
som, „dat uw meesteres een ietwat vreemde
persoonlijkheid is. Want is het niet onna-
tuurljjk dat een moeder naar den vreemde
trekt als zjj dan ten minste naar bet bui
tenland is gegaan en haar eenig kind
thuis laat?”
minnen. Er is echter nog een zaak die mjj be
zwaart.”
„En die is?"
„Dat Reginald Eversleigh hier
men.”
„Die zal niet meer hier komen. Gij be
hoeft voor hem geen vrees te koesteren. Gjj
zjjt zoo edei, zoo
Een onderzoek der Tucbtunie. De kermis overbodig Te veel Dancings.
'De Commissie inzake Volksvermaken ont
ving indertijd van het algemeeft bestuur der
Tuoht-Unie de opdracht na te gaan:
le. In hoeverre wederinvoering, resp. be
houd van kermissen van Invloed is op den
zin voor tuchteloosheid bjj het geheele volk,
de jeugd inbegrepen;
voorts In hoeverre het mogeljjk zal zjjn,
waar zjj nog bestaan, tot afschaffing over te
gaan en welk resultaat men daarvan ver
wacht;
Re. wat de invloed is van het ontstaan van
de talrijke dansgelegenheden en of het raad
zaam is, daartegen te ageeren.
In hare eerste bijeenkomst besloot de com
missie eene vragenlijst samen te stellen,
waarin systematisch gerangschikt waren de
vraagpunten, welker beantwoording, in ver
band met de haar verstrekte opdracht, naar
hare meening noodzakelijk was. Zjj
eene beantwoording ontvai
ren: J. Tal, opperrabtyn, te
Bemelmans, directeur vt__
rcau van „Voor Eer en Deugd”,
mond; A. J. Marcusse,
van politie te Amsterdam: prof. dr. G. C. He
ringa, hoogleeraar te Amsterdam; mr. A. de
Graaf, te Zeist; voorts van den voorzitter der
commissie en het commissielid den heer A.
H. Birks.
Aan het rapport, dat de commissie heeft
uitgebracht, 1« het volgende ontleend:
Kermiaswi.
De kermis kon in vroeger jaren, tegenover
de vele daaraan verbonden nadoelen, bogen
op enkele voordeelen, die thans veelal niet
meer bestaan of in veel mindere mate mo
gen gelden. Buiten den kermistijd was vroe
ger de gelegenheid tot uitgaan beperkt en
Voor een groot deel der bevolking was de
kermis een welkome aanleiding tot feestvi»
ren, die slechts eens of tseemaal per ja ar go-
boden werd.
Thans is er, vooral in de grootere stede»,
veel meer gelegenheid tol uitgaan bios
coop, dancing, variété, schouwburg, enz.
terwijl de vele openbare verkeersmiddelen
ook de bevolking van kleinere plaatsen het
bezoek van die inrichtingen ge makkelijk ma
ken.
Allerwegen zien wjj dan ook de kermissen
uit ons volksleven verdwijnen, als niet meer
passend in het kader van dezen tijd, en waar
pogingen worden aangewend om ze weder
in te voeren, worden deze in den regel niet
met succes bekroond.
De commissie ziet geen andere voordee
len, dan de bovengenoemde, aan eene ker-
mis viering verbonden; van de vele nadoe
len, die er aan annex zijn, vestigt zjj de aan
dacht op de volgende: le. het overmatig ge
bruik van alcoholica; Re. de sexueele exces
sen tengevolge van drankgebruik; Se. het
verbrassen van spaarpenningen, het maken
van schulden en het beleenen van goederen;
4e. eene tijdelijke verruwing, in 't bijzonder
van de volksklassen, die door het voorbeeld,
het tuchtbegrip vooral van 'de jongeren,
schaadt.
De tegenwoordig bestaande ontspannings-
gelegenbeden kunnen echter niet geheel in
de plaats treden van een kermis.
De Nederlandsche volksaard, die zich in 't
algemeen niet eigent tot een kalme feestvie
ring, eischt veelal van een populair volks
feest de gelegenheid voor amusement, dat
door een groote menigte tegelijk genoten
wordt en waarbjj eene veelal brooddronken,
zich in luidruchtigheid uitende volksmassa,
gelegenheid heeft zich uit te leven en de
feestviering voortzet, tot zij zich lichamelijk
totaal heeft afgemat. Er bestaat in breede la
gen der bevolking eene algemeene behoefte
zeg mjj nu eens, waarin ik u van
kan zijn,” hervatte Douglas, „en wat
zich haar vader noemde, een kleine herberg
aan de rivier gelegen in, vlak in de nabij
heid van Raynham Castle.
De bedoelde herberg had nooit een zeer
goeden naam gedragen en werd er niet be
ter o]j> toen de heer Milsom haar huurde. De
notaris, die de zaak in handen had, keek den
vreemden liefhebber eerst wel eens onder
zoekend aan, die zieh Thomas Maunders
noemde, maar toen hij aanbood een jaar huur
vooruit te betalen, verdween de achterdocnt
van den man der wet en het contract werd
opgemaakt.
Thomas Milsom liet er geen gras over
groeien om zijne nieuwe verblijf in bezit te
nemen. Het was de gewone verzamelplaats
van geringe boerenarbeiders e„ do senuib n-
voerders, die hun schuiten somtijds aan ie
Raynham Brug vastlegden en dan eeuige
uren in ledigheid in de dorpsherberg dojr-
brachten.
Iemand, die Milsom aandachtig had ga
degeslagen gedurende zijn verblijf te Rayn
ham, zou bemerkt hebben dat dit leven hem
niet paste. Hij stónd vaak in de deur van zijn
woning de straat in te kijken met een ge
zicht daarop de verveling haar stempel ge
drukt had.
Hij dronk veel en leidde een vrij ongere
geld leven, voor zoover dat in een rustig
dorpje als Raynham mogelijk was.
Nauwelijks had-hij zich wat ingericht,of
,Jk zou u gaarne 200 pond ter leen willen
vragen,” zeide Paulina, „om mjjne meest
dringende schuldeiscihers te bevredigen, en
om te maken dat ik niet van hier behoef te
vluchten."
,Jk zal dadelijk een wissel schrijven voor
600 pond,” zeide Douglas. „Gij kunt ze bij
mijn bankier inwisselen. Of wacht eens: mijn
bankier behoeft niet te weten, dat ik u geld
leen. Ik zal u van avond zelf het geld komen
brengen."
„Hoe kan ik u ooit genoeg
vroeg mevrouw Durski.
„Gij behoeft mjj niet te bedanken. Laat mjj
u maar mogen liefhebben en de hoop mogen
koesteren dat gjj leeren zult ook m|j te be-
tskrant":
tpsals Mgr. Aengenent, die zoo-
■n zboveel overwogen heeft, die
buiten den geestelijken werkkring van den
zal 'den
f 2^85
f 0.60 hooger
en eenige invloed ten goede kan er dan niet
van uitgaan.
De „dancing” heeft het karakter van een
gelegenheid van vermaak, welk vermaak dan
evenwel veelal van sexueelen of erotischen
aard is en kan niet beschouwd worden als
een gelegenheid tot lichaamsont wikkeling in
den vorm van onschuldige ontspanning. Het
is te betwijfelen of de dancing voorziet in
schaving ifei o
behoefte; jhister zou het zjjn. te
onbevredigd laat.
Li
luxueus ingerichte danszalen een behoefte
opwekt aan luxe en het opvoeren van uitga
ven, welke weer een streven naar loonsver-
hooging medebrengt. Loonsverhooging, uit
sluitend voor vermaaksdoeleinden, kan de
welvaart niet bevorderen. Is het gebrek aan
familieband een der oorzaken van het bezoe
ken der danslokalen, wederkeerig verzwakt
dit veelvuldig bezoek, wat er nog aan gezins
leven over Is, het verslapt de zedelijke
kracht en veroorzaakt de daarmede gespaard
gaande gevolgen als toenemende nervositeit,
vermindering van het verantwoordelijkheids
gevoel, enz., terwijl de door het vele dansen
en het geregeld laat opblijven veroorzaakte
vermoeienis de menschen minder geschikt
maakt voor hun werk.
Vooral de „dancings”, de z. g. n. eerste
klasse inrichtingen wekken zucht tot uitgaan
en modleuse kleeding; de wjjze, waarop
veelal gedanst wordt, is van ongunstigen
invloed op de moreele en sexueele opvattin
gen van het publiek; voor moreel zwakken
kunnen de openbare dansgelegenheden be
schouwd worden als voorportalen der pro
stitutie. In de volksdanshuizen, waar de ver
houdingen in het algemeen veel minder ge
compliceerd zjjn, zijn die bezwaren in min
dere mate aanwezig.
Zoowel door jeugdige personen als door
volwassenen wordt tengevolge van het %e-
zoek aan de danslokalen meer en overdreven
zorg aan de kleeding besteed.
Gehuwde' vrouwen bezoeken de dancings
zonder hare echtgenootea e» knoopen met de
mannelijke bezoekers, SIl veelal niet tot de
degelQkste behooren, connecties aan, die tot
funeste consequenties kunnen leiden. Het
zelfde kan gelden ten aanzien van gehuwde
mannen; in het algemeen zal de meer onge
bonden wijze van omgang tusschen de ge
slachten een ongunstigen invloed oefenen op
de sensualiteit en het verantwoordelijkheids
gevoel doen verminderen; dednvloed van een
veelvuldig bezoek der dancings op het hu
welijk kan dan ook niet anders dan ongun
stig genoemd worden.
Of de prostitutie door de danslokalen be
paald wordt bevorderd, is niet direct aan te
toonen; wel wordt zij er gemakkelijker door
gemaakt; bovendien krjjgt zij daar een min
der ruw, minder afstootelijk en daardoor
voor fijnere naturen een vee) verleidelijker
karakter.
In het algemeen zal het alsoholgebruik in
de danslokalen, tengevolge van de hooge
consumptieprijzen, niet overmatig groot zijn.
Bq bovenstaande beschouwingen betref
fende dancings is gedacht aan openbare
dansgelegenheden; het dansen in besloten
clubs of in den kring van vrienden of ken
nissen kan van geheel anderen aard zijn en
is in hoofdzaak afhankelijk van het karakter
van deze cltlb.
Laat men het dansen in den besloten fami
lie- of naasten vriendenkring buiten beschou
wing, dan is te verwachten, dat de sexueele
wjjze, zoo in besloten clubs zich wel op de
zelfde wijze, zoo niet sterker, zal doen gevoe
len als in openbare dancings. Er zullen onge
twijfeld vriendenkringen zijn, waarin ’t dan
sen ’n zeer onschuldig karakter en zelfs ver
edelend karakter draagt, maar uit mededee-
lingeu van de politie van een onze groote
steden bletk. dat men daar van oordeel is,