f „ONS BLAD” BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon No. 154. Blsschop van Haarlem. FEUILLETON. Gestrafte misdaad. I UIT DE PERS. Mgr. «I. D. J. Aengenent,** Dinsdag 3 Juli 1928. giro alkmaar iotó63 22e 'Jaargaiif - Abonnementsprijs BUITENLAND. Advertentieprijs f 750f 250. f 125f 50.—f40.— Tegen de corruptie. Het vraagstuk der dansgelegenheden en kermissen. Aan alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een poll» verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.— 9 GIRO ALKMAAR 104863 I o tot eene dergelijke feestviering; ala de ge- kleine herberg slechts Hoofdstuk XXV.' TOEBEREIDSELEN. danken?” (Wordt vervolgd). ko- zal vol toewijding voor uiii ge- NOORD-HOLLANDSCH- DAGBLAD mocht sn van de hee- 'trecht; prof. J. ■cteur van het Centraal Bu te Roer- hoofdcommissaris 9c* innrtaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar Met Geïllustreerd Zondagsblad t onschuldige ontspanning. Het ij eene behoefte van ons volk, d. w. s. eene be schaving bevorderende, geluk be vorderende behoefte; juister sou het zijn. te zeggen dat zij behoefte opwekt en onbevredigd laat. Het ligt voor de hand, dat het verkeer in een 190. ,,Fn dienst de reden ia waarom ge mjj hebt ontboden?” DE'STAKING IN GRIEKENLAND. De staking xal tot bet uiterste wor den voortgezet. De pogingen om de staking in de tabaks industrie bq te leggen hebben opnieuw ge faald. Het algemeen vakverbond deelt naar aanleiding daarvan mede, dat de staking tot het uiterste zal worden voortgezet. Te Serre, weest’ dat ik wel een onwaar lig persoon moest zijn, als ik er voor terugschrikte u alles te openbaren wat mjj betreft. Ik heb uw neef Reginald liefgehad, dwaas en ver blind, maar er moet een eind komen aan alle verblinding, er moet een dag komen waarop de blinddoek van de oogen valt en wjj weer ziende worden. Die dag is voor mjj gekomen en sir Reginald Eversleigh is voortaan voor mij niets dan een vreemdeling.” „Duizendmaal dank, mjjn lieve, voor uwe verzekering," riep Douglas, „en vertrouw verder op mjj. Uw toekomst zal zoo helder en gelukkig zjjn, dat het verleden u een akelige droom zal schijnen.'’ Van 1—5 regels f 1.25elk* regel meer f 0J5. Pectams m R*bti k v°°r de ecCTte pzgjna I f 0.60 per advertentie van 5 regelsiedere regel dat de publieke dansgelegenheden 'n veel fat soenlijkér karakter dragen dan vele beslo ten clubs, waar inderdaad het dansen dik wijls op aanstooteljjke wijze schijnt te ge schieden. Hieruit mag niet worden afgeleid, dat de commissie een onbeperkt toelaten door de overheid van publieke dansgelegen heden zou willen aanbevelen. Integendeel zal door zoo noodig krachtig ingrijpen de overheid er voor moeten zorgen, dat onwil lige of minder gewillige exploitanten defini tief geweerd worden. Naast overheidsbemoeiiing tal een krach tig wapen kunnen zjjn de objectief ingelichte publieke opinine. Vele ouders zullen hun kin deren beter vasthouden, wanneer tij beter dan jhans, de werkelijke gevaren kAïnen. Er is in ons .goede” landje den laatsten tjjd heel wat corruptie aan het licht geko men en de hooge dunk, welken velen koes terden van de gerenommeerde Hollandsche onkreukbaarheid, moet wei ’n weinig gele den hebben. En nu spreken we hier niet van corruptie in de beteekenis van „bederf”, zooals dit zich voordoet bij vele bank- en gemeente administraties. we spreken hier niet van „ordinairen” diefstal of oplichting, neenS met corruptie bedoelen we hier „omkooping”, de aloude methode van macht- of geld- begeerigen om hun egoïstisch doel te be reiken. Aan déze corruptie we snuiven nog bjjna dagelijks de gaslucht op is ons land heel r|jk gebleken, en, zooals reeds hier en daar uitlek te, het euvel beperkt zich niet tot de Overheidsbedrijven. ook in menig particulier bedrijf moet corruptie, als de ge woonste zaak van de wereld aan de orde van den dag zjjn, en toch zjjn winstjes, ver kregen door middel van dergelijke corrup tie, niet anders dan evenzoovele diefstallen, _l ten nadeele van het bedrijf. 'egeq de corruptie, zoowel in overteids- 'etefer bedrflf, kan de strijd niet gevoerd worden, en daarom jul- B. en W. van Helder goed voorbeeld geven; zij de verschillende leveranciers der gemeente een verklaring ter teekening voorgelegd, waarin verboden wordt aan eenig persoon in dienst van of een functie bekleedende b(j de gemeente Helder, direct of indirect eenige uitkeering, gift of andere steekpenning In welken vorm ook te beloven of te verstrekken. De leverancier verbindt zich, bij elke overtreding op eerste aanmaning aan de gemeente Helder een som te betalen, gelijkstaande aan het twintig- voud van de beloofde of verstrekte uitkee ring, doch tenminste 1000, zulks onver minderd de wettelijke rechten, welke de ge meente Helder aan deze overtreding mocht ontleenen. Voorts zal de gemeente gerech tigd zjjn alle loopende contracten te annu leer en of wel voor rekening van den onder teek en aar al zulke contracten te doen uit voeren, hetzij in eigen beheer, hetzij door de gemeente aan te wijzen dekten. Als dkt niet helpt! Het voorbeeld verdient voorzeker navol ging in andere gemeenten. De kans op corruptie in overheidsbedrij ven zou er zeer door verkleind wonden. Dan nog een middel tegen corruptie in bet particulier bedrijf en.... ons landje zou weer aardig „gesaneerd” zijn! legenheid zich voordoet, blijkt duidelijk, dat de lust, op een dergelijke wijze uiting te ge ven aan zijne feestvreugde nog bestaat en dat die gelegenheid gretig wordt aangegre pen. Het van' Overheidswege weder invoeren van eene officieele kermis kan intusschen niet noodig of wenschejijk geacht worden. Daar waar de kermis nog bestaat of waar men zou meenen deze weder te moeten toe laten, moet de Overheid echter regelend op treden, teneinde de velerlei uitingen van tuchteloosheid zooveel mogelijk binnen do perken te houden, zonder aan de kermiavie- ring voor het volk de vreugde te ontnemen. De commissie staat dus niet geheel afwij zend tegenover de kermis als zoodanig, maar heeftwel ernstig bezwaar tegen de wjjze, waarop zij dikwijls gevierd wordt en do geldverspilling, waarmede zij gepaard gaat. Door Overheid en particulieren moet wor den gestreefd naar beschaving van den volksgeest, waardoor een overwegend deel van het volk op den duur afkeerig zal wor den van deze ruwe en luidruchtige uiting van feestvreugde en een feest in meer be schaafden vorm voor de kermis en het geen tot nu toe de kermis, waar zjj werd af geschaft, verving in de plaats zal tre den. Men dient onderscheid te maken tusschen de reeds lang bestaande danslokalen als volks- er zeemansdanahuizen en de moder ne dansgelegenheid, de „dancing.” In verband met de verstrekte opdracht be oogt dit rapport een oordeel uit te spreken, speciaal over de „dancing". Naar aanleiding van bet feit, dat de mo derne dansen groeten ingang hebben gevon den bjj het Nederlandsche volk en de dans- lust in breede lagen der bevolking wordt aangewakkerd, heeft de commissie zieh de vraag gesteld, waaraan bet zou fijn toe te schrijven, dat het dansen ia den tegenwoor- digen vorm zoo enorm veel beoefenaren telt Deze vraag is moeilijk in enkele woorden te beantwoorden. In de eerste plaats is de moderne dans in het algemeen technisch ge- makkolijk er en minder vermoeiend dan de vroegere en vereischt bijna uitsluitend rhythmisch gevoel, terwijl ook de grillige, opwindende en zenuwprikkelende aard van de primitieve muziek en de aankleeding, versiering en kleurrijke verlichting, zelfs van den dansvloer der moderne dansgelegen heden, voor velen aantrekkelijk is. De grootere vrijheid, welke ook vrouwen en meisjes tegenwoordig mede door meer moderne opvattingen, welke de ouders hul digen, genieten de meerdere vrije tijd tenge volge van de kortere werktijden, de verslap ping van den gezinsband, waardoor het ka rakter van het gezin verloren gaat en ver andert in een samenwoning van opzichzelf staande individuen, die elk voor zich hun genietingen zoeken buiten de huiselijke om* geving, al deze factoren tezamen geven eene psychologische verklaring voor de dans woede van dezen tijd. Tenslotte is ook hier de mode van invloed en wordt het in ver schillende standen gerekend een eisch des tijds te zijn, dat men aan het moderne dan sen meedoet. De commissie ziet geen kwaad in het dan sen op zichzelf, zü acht de behoefte daaraan eene algemeen menscheljjke en meent, dat van den dans, in een goede omgeving en in een goede sfeer zelfs een veredelende in vloed kan uitgaan, doch aan den modernen dans waaronder hier verstaan wordt de step, foxtrot, shimmy, charleston, enz. wordt dikwijls een zeer sexueel karakter gegeven hq maakte er zijn werk van om op de hoog te te komen van den staat van zaken op het kasteel, die zijn herberg voorbijkwam, eens binnen en tracteerde hem op een paar stevige borrels. „Je lijkt sprekend op een broer van mij,” begon Milsom, „die jong gestorven is; en omdat ik ontzaglijk veel van dien jongen hield, noodig ik je uit, dikwijls hier te ko men, dan kan ik mjj verbeelden, dat hij nog leefde. Je kunt gebruiken wat je maar wilt en vm betalen is geen sprake, hoor!" De borrels smaakten den jongen bediende en hij beloofde dikwijls terug te zullen ko men, en daar hij 's avonds gewoonlijk niet veel te doen had, was hij al spoedig een „stamgast” in Milsom's heiberg. Milsom hoorde hem langzamerhand uit over de bijzonderheden van het huishouden op Raynham Castle. „Nog geen nieuws van mylady, Har wood?” ’Toeg Milsom hem op een avond in Januari. „Zou ze nog niet weer thuisko men?” „Neen, mijnheer Maunders,” antwoordde de knecht; „zoover ik weet niet; maar toch zjjn we iets te weten gekomen omtrent haar.” „Zoo, en wat dan?” vroeg Milsom. „Wel, mijnheer Maunders, onze koetsier had met Kerstmis vrij en >s naar Londen geweest om zijn familie op te zoeken, die daar woont, en terwijl hjj daar is, gaat hij Zwarte Milsom was in het kleine dorpje Raynham verschenen onmiddellijk na het vertrek van lady Eversleigh van het kasteel, maar het zou zeer moeilijk geweest zijn voor hen, die hêtp op den dag der begrafenis van sir Oswald hadden gezien, hem te herken nen. De fatsoenlek gekleede burgerman die hjj nu was, had weinig in uiterlyk van den vagebond in lompen van toen. Terwijl Honoria Eversleigh onder een aangenomen naam in Percystreet, Tottenham Court Road woonde, richtte de man, die Wat de pers zegt. De katholieke en niet-katholieke pers gaal voort, haar voldoening te betuigen over de Bisschopsbenoeming van Mgr. J. D. J. Aen- genent. Na de citaten, in ons vorig nummer vermeld, laten wij thans volgen oordeelen van: „D e V o 1 f Een bisscho; veel gepeild en 1 priester zooveel heeft ervaren en doordacht, zal 'den stoot geven tot een frisseher en breeder beschouwing van het maatschappe lijk vraagstuk in heel zijn omvang. Moge het episcopaat van den nieuwen bis schep van langen duur en vruchtbaar zijn; de R. K. Arbeidersbeweging in Nederland begroet zijn verheffing met onvermengde vreugde en biedt hem haar medewerking aan, zooals ze zich van zijn genegenheid en steun verzekerd weet. „HetCentru m" Er zjjn weinig priesters in ons land zóó algemeen bekend, zóó algemeen geëerd, zóó algemeen bemind als deze Warmondscho hoogleeraar. Dit was wel de grootste bekoring, die van hesn als spreker en schrijver uitging: men voelde het aan. dat men te doen had met iemand, die eerlijk en oprecht was, en zich gaf zooals hij was. Het kan dan ook gezegd worden: deze katholieke priester-socioloog, die steeds met zoo groote warmte opkwam^voor het goed recht der arbeiders, heeft ook steeds de warme sympathie van de werkgevers en in zonderheid van de middenstanders gehad. Ieder van hen voelde het: hier sprak geen demagoog, die voor klassebelangen opkwam, hier leeraarde de man van gedegen weten schap, die streed voor w>t waarheid was en recht. „HetHuisgezin: t Mgr. Aengenent heeft het voorrecht en he* voordeel gehad, van het sociale vraagstuk een levensstudie te maken, zoodat hem thana reeds, nog vóór zijn Wijding, de ridderslag van „sociale" bissebop kon worden gegeven. Van den rongen bissebop van Haarlem Is geschreven, dat hij zich eenzaam voelde, eenzaam leefde, eenzaam streed en eenzaam leed. Den nieuwen bissebop zal de eenzaam heid niet omvangen: als tot dusver zal hf) midden in het leven staan. Geen andere en hoogere titel kon het „pro fessor” verdringen, op de wjjze als bjj dr. Aribns en dr. Poels de monseigneurstitel bet praedicaat „doctor” niet heeft kunnen op zij schuiven. Intusschen, professor Aengenent zal er in moeten berusten en er aan moeten wennen, voortaan Monseigneur te worden genoerid, zooals hjj zich in meer verande ringen zal hebben te schikken. De grootste zal wel zjjn, dat hjj de rustige studeerkamer zal moeten verwimpelen voor het bisschoppelijk paleis; dat hjj in plaats van docent en adviseur, als hjj tot dusver was^ verantwoordelijk gezagsdrager wordt. gepleegd Tegeq als ia pa te kracht ohen wjj dlartoe zodh hebben n.l. aan naar het Drury Lane Theater, en toen hjj daar uitkomt, wie ziet hjj daar? Miss Pay- land, de kamenier van lady Eversleigh, in levenden lijve, aan den arm van een oud, eerwaardig heer, die haar vader zou kunnen zjjn. Onze koetsier was te ver af om haar te kunnen aanspreken, maar hjj zegt, dat hjj er een eed op wil doen dat de vrouw, die hjj zag Jane Payland is, en niemand anders. Is dat niet wat heel bijzonders, mijnheer Maun ders?” „Ja, dat is het zeker, want gij dacht im mers dat zjj naar het Vasteland waren, is ’t niet?” „Zeker, dat dachten wij allen,” zeide de knecht. „Maar het schijnt me toch,” hervatte Mil som, „dat uw meesteres een ietwat vreemde persoonlijkheid is. Want is het niet onna- tuurljjk dat een moeder naar den vreemde trekt als zjj dan ten minste naar bet bui tenland is gegaan en haar eenig kind thuis laat?” minnen. Er is echter nog een zaak die mjj be zwaart.” „En die is?" „Dat Reginald Eversleigh hier men.” „Die zal niet meer hier komen. Gij be hoeft voor hem geen vrees te koesteren. Gjj zjjt zoo edei, zoo Een onderzoek der Tucbtunie. De kermis overbodig Te veel Dancings. 'De Commissie inzake Volksvermaken ont ving indertijd van het algemeeft bestuur der Tuoht-Unie de opdracht na te gaan: le. In hoeverre wederinvoering, resp. be houd van kermissen van Invloed is op den zin voor tuchteloosheid bjj het geheele volk, de jeugd inbegrepen; voorts In hoeverre het mogeljjk zal zjjn, waar zjj nog bestaan, tot afschaffing over te gaan en welk resultaat men daarvan ver wacht; Re. wat de invloed is van het ontstaan van de talrijke dansgelegenheden en of het raad zaam is, daartegen te ageeren. In hare eerste bijeenkomst besloot de com missie eene vragenlijst samen te stellen, waarin systematisch gerangschikt waren de vraagpunten, welker beantwoording, in ver band met de haar verstrekte opdracht, naar hare meening noodzakelijk was. Zjj eene beantwoording ontvai ren: J. Tal, opperrabtyn, te Bemelmans, directeur vt__ rcau van „Voor Eer en Deugd”, mond; A. J. Marcusse, van politie te Amsterdam: prof. dr. G. C. He ringa, hoogleeraar te Amsterdam; mr. A. de Graaf, te Zeist; voorts van den voorzitter der commissie en het commissielid den heer A. H. Birks. Aan het rapport, dat de commissie heeft uitgebracht, 1« het volgende ontleend: Kermiaswi. De kermis kon in vroeger jaren, tegenover de vele daaraan verbonden nadoelen, bogen op enkele voordeelen, die thans veelal niet meer bestaan of in veel mindere mate mo gen gelden. Buiten den kermistijd was vroe ger de gelegenheid tot uitgaan beperkt en Voor een groot deel der bevolking was de kermis een welkome aanleiding tot feestvi» ren, die slechts eens of tseemaal per ja ar go- boden werd. Thans is er, vooral in de grootere stede», veel meer gelegenheid tol uitgaan bios coop, dancing, variété, schouwburg, enz. terwijl de vele openbare verkeersmiddelen ook de bevolking van kleinere plaatsen het bezoek van die inrichtingen ge makkelijk ma ken. Allerwegen zien wjj dan ook de kermissen uit ons volksleven verdwijnen, als niet meer passend in het kader van dezen tijd, en waar pogingen worden aangewend om ze weder in te voeren, worden deze in den regel niet met succes bekroond. De commissie ziet geen andere voordee len, dan de bovengenoemde, aan eene ker- mis viering verbonden; van de vele nadoe len, die er aan annex zijn, vestigt zjj de aan dacht op de volgende: le. het overmatig ge bruik van alcoholica; Re. de sexueele exces sen tengevolge van drankgebruik; Se. het verbrassen van spaarpenningen, het maken van schulden en het beleenen van goederen; 4e. eene tijdelijke verruwing, in 't bijzonder van de volksklassen, die door het voorbeeld, het tuchtbegrip vooral van 'de jongeren, schaadt. De tegenwoordig bestaande ontspannings- gelegenbeden kunnen echter niet geheel in de plaats treden van een kermis. De Nederlandsche volksaard, die zich in 't algemeen niet eigent tot een kalme feestvie ring, eischt veelal van een populair volks feest de gelegenheid voor amusement, dat door een groote menigte tegelijk genoten wordt en waarbjj eene veelal brooddronken, zich in luidruchtigheid uitende volksmassa, gelegenheid heeft zich uit te leven en de feestviering voortzet, tot zij zich lichamelijk totaal heeft afgemat. Er bestaat in breede la gen der bevolking eene algemeene behoefte zeg mjj nu eens, waarin ik u van kan zijn,” hervatte Douglas, „en wat zich haar vader noemde, een kleine herberg aan de rivier gelegen in, vlak in de nabij heid van Raynham Castle. De bedoelde herberg had nooit een zeer goeden naam gedragen en werd er niet be ter o]j> toen de heer Milsom haar huurde. De notaris, die de zaak in handen had, keek den vreemden liefhebber eerst wel eens onder zoekend aan, die zieh Thomas Maunders noemde, maar toen hij aanbood een jaar huur vooruit te betalen, verdween de achterdocnt van den man der wet en het contract werd opgemaakt. Thomas Milsom liet er geen gras over groeien om zijne nieuwe verblijf in bezit te nemen. Het was de gewone verzamelplaats van geringe boerenarbeiders e„ do senuib n- voerders, die hun schuiten somtijds aan ie Raynham Brug vastlegden en dan eeuige uren in ledigheid in de dorpsherberg dojr- brachten. Iemand, die Milsom aandachtig had ga degeslagen gedurende zijn verblijf te Rayn ham, zou bemerkt hebben dat dit leven hem niet paste. Hij stónd vaak in de deur van zijn woning de straat in te kijken met een ge zicht daarop de verveling haar stempel ge drukt had. Hij dronk veel en leidde een vrij ongere geld leven, voor zoover dat in een rustig dorpje als Raynham mogelijk was. Nauwelijks had-hij zich wat ingericht,of ,Jk zou u gaarne 200 pond ter leen willen vragen,” zeide Paulina, „om mjjne meest dringende schuldeiscihers te bevredigen, en om te maken dat ik niet van hier behoef te vluchten." ,Jk zal dadelijk een wissel schrijven voor 600 pond,” zeide Douglas. „Gij kunt ze bij mijn bankier inwisselen. Of wacht eens: mijn bankier behoeft niet te weten, dat ik u geld leen. Ik zal u van avond zelf het geld komen brengen." „Hoe kan ik u ooit genoeg vroeg mevrouw Durski. „Gij behoeft mjj niet te bedanken. Laat mjj u maar mogen liefhebben en de hoop mogen koesteren dat gjj leeren zult ook m|j te be- tskrant": tpsals Mgr. Aengenent, die zoo- ■n zboveel overwogen heeft, die buiten den geestelijken werkkring van den zal 'den f 2^85 f 0.60 hooger en eenige invloed ten goede kan er dan niet van uitgaan. De „dancing” heeft het karakter van een gelegenheid van vermaak, welk vermaak dan evenwel veelal van sexueelen of erotischen aard is en kan niet beschouwd worden als een gelegenheid tot lichaamsont wikkeling in den vorm van onschuldige ontspanning. Het is te betwijfelen of de dancing voorziet in schaving ifei o behoefte; jhister zou het zjjn. te onbevredigd laat. Li luxueus ingerichte danszalen een behoefte opwekt aan luxe en het opvoeren van uitga ven, welke weer een streven naar loonsver- hooging medebrengt. Loonsverhooging, uit sluitend voor vermaaksdoeleinden, kan de welvaart niet bevorderen. Is het gebrek aan familieband een der oorzaken van het bezoe ken der danslokalen, wederkeerig verzwakt dit veelvuldig bezoek, wat er nog aan gezins leven over Is, het verslapt de zedelijke kracht en veroorzaakt de daarmede gespaard gaande gevolgen als toenemende nervositeit, vermindering van het verantwoordelijkheids gevoel, enz., terwijl de door het vele dansen en het geregeld laat opblijven veroorzaakte vermoeienis de menschen minder geschikt maakt voor hun werk. Vooral de „dancings”, de z. g. n. eerste klasse inrichtingen wekken zucht tot uitgaan en modleuse kleeding; de wjjze, waarop veelal gedanst wordt, is van ongunstigen invloed op de moreele en sexueele opvattin gen van het publiek; voor moreel zwakken kunnen de openbare dansgelegenheden be schouwd worden als voorportalen der pro stitutie. In de volksdanshuizen, waar de ver houdingen in het algemeen veel minder ge compliceerd zjjn, zijn die bezwaren in min dere mate aanwezig. Zoowel door jeugdige personen als door volwassenen wordt tengevolge van het %e- zoek aan de danslokalen meer en overdreven zorg aan de kleeding besteed. Gehuwde' vrouwen bezoeken de dancings zonder hare echtgenootea e» knoopen met de mannelijke bezoekers, SIl veelal niet tot de degelQkste behooren, connecties aan, die tot funeste consequenties kunnen leiden. Het zelfde kan gelden ten aanzien van gehuwde mannen; in het algemeen zal de meer onge bonden wijze van omgang tusschen de ge slachten een ongunstigen invloed oefenen op de sensualiteit en het verantwoordelijkheids gevoel doen verminderen; dednvloed van een veelvuldig bezoek der dancings op het hu welijk kan dan ook niet anders dan ongun stig genoemd worden. Of de prostitutie door de danslokalen be paald wordt bevorderd, is niet direct aan te toonen; wel wordt zij er gemakkelijker door gemaakt; bovendien krjjgt zij daar een min der ruw, minder afstootelijk en daardoor voor fijnere naturen een vee) verleidelijker karakter. In het algemeen zal het alsoholgebruik in de danslokalen, tengevolge van de hooge consumptieprijzen, niet overmatig groot zijn. Bq bovenstaande beschouwingen betref fende dancings is gedacht aan openbare dansgelegenheden; het dansen in besloten clubs of in den kring van vrienden of ken nissen kan van geheel anderen aard zijn en is in hoofdzaak afhankelijk van het karakter van deze cltlb. Laat men het dansen in den besloten fami lie- of naasten vriendenkring buiten beschou wing, dan is te verwachten, dat de sexueele wjjze, zoo in besloten clubs zich wel op de zelfde wijze, zoo niet sterker, zal doen gevoe len als in openbare dancings. Er zullen onge twijfeld vriendenkringen zijn, waarin ’t dan sen ’n zeer onschuldig karakter en zelfs ver edelend karakter draagt, maar uit mededee- lingeu van de politie van een onze groote steden bletk. dat men daar van oordeel is,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1