„ONS BLAD” FEUILLETON. AlkmaarKevelaer. No. 158. G,R° alkmaar 104863 Zaterdag 7 Juli 1928. giro alkmaar 164863 22e Jaargang Verspreide Berichten. BUITENLAND» BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon De Wereld rondom ons. Advertentieprijs Abonnementsprijs 1 Per kwartaal voor Alkmaar. Voor betten Alkmaar. Vet Geïllustreerd Zondagsblad ttnn alle abonné*» wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000. f 750.—, f 250.f 125.f50.f 40. Gestrafte mlsdaatl. GIRO ALKMAAR 104863 GIRO ALKMAAR 104863 het c wel waarop zjj dit zekle was koePbeleefd. dacht de baron. De jaarl. Bedevaart wordt gehou den 3031 Juli en 1 Aug. a. Reserveer die dagen voor deze mooie Roomse he reis. de verkiezingen De eenige candidaat, Obregon, is hoe is ’t t 2.— f 2.85 f 0.60 booger NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD zeerste de gelegen- :n om, naar aanlei- gezonden demobili- OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEOC- ZONDEN DE BROCHURE OVER ORANULINE, HET MIDDEL VAN Or J. H VAN GRAFHORST. ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER. ZIEKT E.- Mlddelburg»ch«»lr. J17, Sch«v»ning«» In Mexico zjjn (hm) voor het presidentschap gehouden. mogeljjk! gekozen, zoodat Nero-Calles weldra wordt opgevolgd door Calligula- Obregon. Over dit edele tweemanschap 'n volgende maal. handelingen tusschen Nederland en België uiteenzette. In den loop van zjjn rede kwam hij tot de conclusie, dat België een politiek van harteljjke samenwerking met Holland wenseht, waarbij rekening wordt gehouden met de verlangens van beide landen en met de belangen van hun havens. Deze politiek is volgens spreker mogelijk, maar hangt niet uitsluitend van België af. Indien deze poli tiek in de toekomst niet wordt verwerkelijkt, zal de atmosfeer tusschen beide landen ver troebeld worden. België kan geen afstand doen van den wensch zjjn essentieele belan gen op afdoende wijze te verzekeren. Het zal de tot dusver gevolgde politiek betref, fende de verbindingen te water blijven vol gen en zich daarbij in de eerste plaats laten leiden door zijn eigen belangen. Indien de noodige garanties niet worden gevonden in een tweezijdig verdrag, zal België er toe komen deze garanties te zoeken op het ge bied van het Internationaal recht. Het slot van de rede van Hymans werd met algemeen applaus begroet. Vandervelde, die de volgende spreker was, zeide, dat de kwestie in Holland tot een gevoelskwestie was geworden en dat hij van meening was, dat zij moest worden onder worpen aan het oordeel van het Hof van Ar» bitrage to Den Haag. uren duurde. In dit gevecht werden een officier, een onderofficer en 18 man gedood. Een aantal soldaten werden gewond. DE KABINETSCRISIS IN ZU1D-SLAVH. Raditsj legt de opdracht tot kabinetsformatie neer. Raditsj heeft de opdracht tot kabinets formatie van de hand gewezen, omdat bij het onmogelijk acht met de huidige Kamer samen te werken. Hij heeft den koning ver zocht een kabinet te mogen vormen, dat belast zou zijn met het uitschrijven van nieuwe verkiezingen en meegedeeld, dat hij zich ook kan neerleggen bij de vorming van een onzijdig ministerie, dat machtiging zou krijgen tot het uitschrijven van nieuwe ver kiezingen. DE TOESTAND IN HET VERRE OOSTEN. Aanval op een trein in China. Reizigers gedood en uitgeschud. Volgens een telegram uit Sjanghai aan de „Petit Parisien" hebben Donderdag roovers nabij Koeangschengse op den Oost-Chinee- svhen Spoorweg door het losmaken van do rails een uit Wladiwostok komenden trein tot ontsporing gebracht. Daarop openden zij een hevig geweervuur op de reizigers, van wie vier personen werden gedood en acht ernstig gewond. Nadat de roovers de reizigers be roofd hadden, namen zjj, terwjjl zij eenige passagiers eerste en tweede j^las als -gijze laars meenamen, de vlucht. De Chineesche autoriteiten hebbeer een pantsertrein gezonden ter achtervolging van de roovers. Vredesbesprekingen in China. De generaals Soen Tsjoean Fang en Tsjoen Tsjang te Moekden confereeren met de gouverneurs van Tsjili en Sjantoeng om tot een beslissing te geraken inzake het sluiten van vrede met de Zuidelijken. De Japanners in Sjantoeng. Gedeeltelijke demobilisatie. Er is een officier naar Tsingtao tot regeling van de gedeeltelijke satie der Japanscbé troepen, met name van de divisie van Nogaja, waarvan de reservis ten naar huis zullen worden gezonden. DE VOEDSELCRISIS IN RUSLAND. De voedselcrisis neemt in Rusland onrust barende vormen aan. De regeering heeft den verkoop van voedingsmiddelen tot het uiter ste verminderd. Er wordt een strenge rant- soeneering voorbereid. In de groote steden wordt nu geen wittebrood meer verkocht. Te Moskou en Leningrad worden reeds eenigen tijd bjj het meel surrogaten gevoegd. Voor alle winkels verdringen zich lange rjjen men- schen, in de hoop iets te kunnen krijgen. De boeren brengen geen levensmiddelen naar de steden, met het gevolg, dat er nijpend ge brek heerscht aan aardappelen, zuivelpro ducten, eieren e.d. Stof voor kleeren en ondergoed is zeer schaars. Een paar sokken kost meer dan 5 gulden. DE VERHOUDING TUSSCHEN NEDER LAND EN BELGIë. Een rede van Minister Hymans. In de Belgische Kamer heeft Hymans gis ter een verklaring afgelegd, waarin bjj het Belgische standpunt tegenover de verklarin gen van den Nederlandschen Minister van Buitenlandscbe Zaken Beelaerts van Blok land betreffende de hervatting van de onder-" kunst bekend, waardoor de waarste en zui verste liefde in geld tan veranderen. Ik be zit geen 20 pond op dit oogenblik.” „Zoo? Eu de 450 pond, die gij vóór Kerst mis van lord Caversham gewonnen hebt is al dat geld ci dan al weer door?” k Heb er geen stuiver meer van ov$r,” zeide Reginald koel. Hij had nog wel 200 pond sterling thuis liggen, maar hij was de laatste man ter we reld om geld op te offeren» dat hij zelf noo- dig had; en zijn weelderige leefwijze hield hem altoos onder de schuld. „Dan moet je fer toch bijzonder verkwis tend mee omgegaan hebben. Och, ’t zal nog wel niet allee weg zjjn, Reginald. Als ik maar een kleine honderd pond van je aoa krjjgen, zou ik mijn ergste schuldeischers te vreden kunnen stellen.” „Ik zeg je, ik heb niets meer, Paulina. Ik heb je een groote som gegeven toen ik dat geld won je zult het je wel herinneren!" „Ja ik weet het nog heel goed. Ik kreeg 50 pond van je 50 pond om mee huis te houden. Ja, je bent wel royaal geweest, en nu de slachtoffers niet meer geplukt willen worden, moet ik het land verlaten, omdat gj| niet «én zelfzuchtige begeerte wilt opofferen ten einde mjj te redden,’’ (Wordt vervolgd)^ CHAMPAGNE IN DEN RIJN. Bij Ehrenbreitstein ontdekten zwemmers in den Rijn een.groot aantal flesschen cham» pagne, die waarschijnlijk door een hotel» eigenaar, tegen wien een strafvervolging wegens belastingontduiking zou worden in gesteld, in den Rjjn zjjn geworpen. Men vischte Woensdagmiddag de flesschen uM den Rjjn. Zjj werden op de plaats zelf leeg gedronken. ’s Avonds waren er meer per sonen dronken dan Ehrenbreitstein ooit had beleefd. DE MARSEILLAANSCHE LANDRU. De Gouverneur-generaal Founart heeft Pierre Rey, alias Jerome Prat, de Marseil- laansche vrouwen-moordenaar, te Marseille aangebracht. Een sleepboot nam den gevan gene over. Rey moet een afstootend uiter- Ijjk hebben. Hjj was gekleed in een blauw tinnen broek, een katoenen hemd en een zwarte jas, met een breede lederen riem om den buik. Drie politiemannen bewaakten hem. Hun hoofd trachtte hem uit te hooren, doch Rey zei slechts: „Laat mjj toch met rust. Doodt mjj, maar laat mjj met vrede”. Bij de badgelegenheid Roucas Blanc bracht men Rey aan land. De baders raadden wie den gevangene was en jouwden hem uit. In een gesloten auto bracht men hem naar de rechtbaul^. Agenten-wielrjjders begeleiden de auto. Bij de aankomst aan de rechtbank liep daar een woedende menigte, te hoop en moest de politie Rey beschermen. Rey moet sinds zjjn aanhouding vrijwel niets gegeten hebben. Intusschen is het aan tal moorden, waarvan hjj verdacht wordt, met één verminderd. De chauffeur uit Oran dien men tot zjjn slachtoffers rekende, blijkt in leven te zjjn en is te Tunis teruggevonden. 3.750.000. Drie en driekwart millioen dollar, is, zelfs voor Amerika een groot bedrag. En wanneer men zoo’n som plotseling en volkomen on voorbereid als legaat ontvangt van iemand, die men zelfs niet kende, is er alle aanleiding haar kreeg,” antwoordde Reginald, „maar zij kon toch niet verwachten, dat ik tijd had om haor brieven te beantwoorden. Vrouwen hebben niets beters te doen dan lange epis tels te krabbelen.” „Misschien heeft mevrouw Durski iemand gevonden, die de moeite wil nemen hare brieven te beantwoorden.” BRIAND OVER DE BUITENLANDSCHE POLITIEK. Het plan Dawes. Donderdagmiddag heeft minister Briand voor de commissie voor buitenlandsche zaken een uiteenzetting gegeven betreffende het plan Dawes en de onderlinge schuld regeling der geallieerden. De minister wees er op, dat de kwestie van een vervroegde ontruiming van het Rijnland niet zoozeer een Fransche kwestie, als wel een kwestie van de gezamenljjke geallieerden is. Hij ging de geschiedenis na en zette uiteen, waarom Frankrijk eenige reserves had geformuleerd. Hij sprak de hoop uit, dat men zeer spoedig tot een oplossing zou komen. De betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië, aldus Briand, kunnen als goed gekarakteriseerd worden. De ingeleide be sprekingen maakten in vriendschappelijken vorm goeden vooruitgang. DE FRANSCHEN IN MAROKKO. Ernstige Fransche verliezen. De „Populaire” publiceert een telegram uit Meknes, volgens hetwelk op 26 Juni in de omgeving van Eu Anane cea Fransche militaire a’deeling in een hind -ilaag geraakt is. Er had een gevecht plaats, dat eenige tgarjje zal deze zaak heel wat be- l|rwekken. Hieraan is overigens de laatste maanden daar toch geen gebrek. In de eerste plaats door de houding van Italië, dat blijkens de laatste rede van Mussolini openlijk voor een herziening van het verdrag van Trianon zich heeft verklaard, ten einde door de vriendschap van Hongarije zich een betrouwbaar bondgenoot te verschaffen voor de verwezenlijking van de bedoelingen der Italiaansche politiek. In de tweede plaats ten gevolge van de actie van lord Rothermere, den Engelschen courantenko- ning, wiens optreden hoe weinig belang men er in zjjn eigen land ook aan moge hechten in Hongarjje verwachtingen heeft gewekt, die een in de toekomst gevaarlijke stemming in het Hongaarsche volk kunnen teweegbrengen. De Kleine Entente, die van Hongaarsche reviaiepogingen het meest heeft te vreezen, heeft bjj een vergadering der Ministers van Buitenlandsche Zaken te Boekarest de gele genheid te baat genomen, om nog eens nadrukkeljjk te verklaren, dat van een wijzi ging in de territoriale bepalingen van het v-rdrag van l'rianon geen sprake kan zijn. Do door dit verdrag tot stand g!k»men sta tus quo behoort te bljjven gehandhaafd en geen der mogendheden van de Kleine En tente zou kunnen toelaten, dat aan de een maal tot stand gekomen territoriale regeling zal worden getornd. Dat zal dus daar altijd een groot gevaar voor den vrede bljjven. Want ieder, die per soonljjk wel eens met Hongarjje en Hongaar sche leiders in aanraking is geweest, zal toe geven, dat op zjjn beurt Hongarjje nooit zal berusten. Bjj elke gelegenheid wordt den vreemdeling, soms met tranen in do Biogen, daar verteld welk groot onrecht het land van St. Istvan (Stephanus) is aangedaan. Ook langs andere wegen tracht men de wereld opinie te bewerken. Zoo heeft b. v. Dr. Graaf Ernst Zichy Hongaarsch gedelegeerde bjj het Xlle congres van volkenbondsvereenigingen, dat thans te 's Gravenhage bijeen is, het vol gend communiqué aan de Nederlandsche pers gezonden: „Het verheugt 6nsth heid te kunnen aarigrij ding van het Xlle Congres van Volkenbonds- vereenigingen langs den weg der Nederland sche Pers eenige woorden over Hongarije ic kunnen zeggen. Door het Verdrag van Trianon is circa een derde van het land met bjjna alle bos- „Omdat ik zoo langen tijd niets van je te Daarop scheidden de beide mannen en Reginald Eversleigh nam een rijtuig en liet zich naar Hilton House rjjden. Hjj had nog wel langer weg kunnen bljj ven, als hjj maar zeker was geweest van Pau lina's onveranderde genegenheid maar hjj was gekrenkt door haar zwjjgen en hjj wilde ontdekken of er een kaper op de kust was. Daar hjj mevrouw Durski’s levenswijze kende en hij wist dat zij niet voor laat in den namiddag gasten ontving, liet hjj zich niet voor zes uur des avonds op Hilton Hou se aandienen. Carlo Toas deed hem open en liet hem in de salon. Sir Reginald was verbaasd over hetgeen hjj daar aag. Hjj had verwacht Paulina ter neergeslagen, droefgeestig, misschien ziek aan te treffen. Hij was tot de slotsom geko men dat de reden, waarom zjj hem niet schreef, geene andere kon zjjn, dan dat zjj boos op hem was, en die boosheid was -dan natuurlijk een gevolg van har<Séfde. Tot ziin verbazing vond hii haar vrooljjk. eens te spreken over het treurige ongeluk, dat mijn bezoek deed eindigen,” zeide de baron, die bij de laatste woorden doodsbleek werd. „Een jonggezellenpartjj,” herhaalde Pauli na, „waren er dan geen dames bjj uw neef gelogeerd?” „Neen.” „Wel zoo!” Paulina Durski’s lippen krulden zich ver achtelijk, maar zij betichtte hem niet open lijk van leugen. „Ik ben zeer verheugd dat gij komt,” zeide zjj daarop, „want ik heb uw hulp noodig." „Waarde Paulina, geloof me,” begon da baron. „Luister eerst eens naar wat ik u te zeg gen heb”, viel mevrouw Durski in. „Gjj weet hoe lastig mjjn •chuldeischers al waren voor Kerstmis. Ze zjjn nog veel onbeschaamder geworden en ik moet hen betalen of Zjj hield plotseling op, en keek hem on derzoekend aan. „Cf wat?” vroeg hjj. „Dat zult gjj wel even goed weten als ik,” hernam zjj. „Ik moet rejjn schulden, betalen jf vluchten. Daarom doe ik in dezen bitte ren nood een beroep op n. Kun* hel pen, gjj, die beweerdet mjj lief te hebben?” „Geloof mij, Paulina, ge kunt aan mijne liefde niet twjjfelen,” antwoordde sir Ragi- vervêlendste dingen, die er bestaan, om niet l nald. ..maar ongelukkig is er geen toover- gehoord heb.’- „Ik kreeg er genoeg van om brieven schrijven, waarvan gjj toch geen notitie naamt.” „Juist wat ik meende,” „Zjj is beleedigd." „Waaraan heb ik de eer van uw bezoek te danken?” vroeg mevrouw Durski na eenig zwjjgen. „Maar, lieve Paulina,” antwoordde Regi nald, „kunt ge nu meenen, dat uw brieven mjj onverschillig waren? Ik heb 't druk ge had en ik ben, zooals je weet, uit de stad ge weesL" „Ja,” zeide zjj, ge hebt uw Kersttijd aan genaam doorgebracht, geloof ik?” „Volstrekt niet, hoorl Een jonggezellen partij op een dorpspastorie is een van de WEEKOVERZICHT. Het schijnt een moderne mode te worden, dat z.g. „tijdelijke,” oftewel „nood”-kabinet- ten een buitengewoon langen levensduur hebben. Zie maar naar zeker klein landje aan de Noordzeekust Misschien beeft aan dit illustre voorbeeld ^zich Herr Hermann Müller-Franken, socialistisch rijkskansclier van Duitschland gestrekt. Tenminste, de door hem voorgedragen regeeringsverklaring waarvoor hij ruim een uur nationalen tijd noodig had schijnt wel berekend op een regeerperiode van jaren. En toch was eerst aangekon^igd, dat dit kabinet maar tot den herfst zou zetelen, wat, gezien de oneven redige vertegenwoordiging erin van het Centrum 1, zegge één minister- heel logisch zou zijn. Enkele- punten uit die „troonrede” willen we hier naar voren halen. B.v. hier over hét groote vraagstuk, de buitenlandsche politiek.-* „In de buitenlandsche politiek is de weg, dien de rjjksregeering zal volgen, klaar en duideljjk aangewezen. De Duitsche buiten landsche politiek zet haar oogmerken voort met den wil tot vreedzame ontwikkeling en onder afzien van de revanche-gedachte. Aan deze grondslagen zullen wjj vasthouden. Ten aanzien van de kwestie der bevrjjding van de nog bezette gebieden aan den Rjjn en van het Saargbied is de rjjksregeering overtuigd van haar gegronde aanspraak op dadeljjke ontruiming dezer gebieden. Wjj moeten echter constateeren, dat de bezetten de mogendheden nog steeds niet de conclu sies getrokken hebben uit de politieke ont wikkeling der laatste jaren. Het ontruimings- probleem is eenvoudig en klaar en er is al leen maar goede wil voor noodig om het op te lossen.” Hiertegen konden de coalitiepartijen, en zelfs de Duitsch-nationalen weinig inbren gen. Wat verder gezegd werd over hand having der bestaande staatsinrichting en democratiseering der weermacht was heldere, en tevens gezonde taak Dit laatste kan niet gezegd worden van de clausule over het onderwijs. Wie begrjjpt b.v. de volgende tirade? „Zjj zal er naar streven het openbaar onderwjjs organisch en sociaal in te richten. Daarbjj moeten de plaats der school als een aan de staatsmacht ondergeschikt organisme het recht der godsdienstige genootschappen nopens het godsdienstonderwijs en de grondwettig gewaarborgde gewetensvrijheid met inachtneming van het recht der ouders worden gegarandeerd.” Vooral deze laatste paragraaf maakte, dat door het Centrum de regeeringsverklaring slechts met gematigde instemming begroet werd. Toch was het gemakkeljjk te vóór spellen, dat Muller een motie van vertrou wen thuis zou krjjgen. Als je het betere nu eenmaal niet kan krjjgen, is bet verstandige politiek, met het mindere genoegen te ne men! Van 1—d regels f 1.25 4 elke regel meer f 0.25. Reclame Mf regeMO-75 voer d« •rmrepagtna ^Toar daoverig^agina’» f 030 f f 0.60 per advertentie van 5 regeltiedere regel^meér f'Ó'12? schen, mijnen en fabrieken aan de nieuw ge schapen randstaten toegewezen geworden. Hierdoor zjja de bestaansvoorwaarden van den overgebleven rompstaat tot het uiterste bemoeilijkt en het is Slechts aan den energie- ken, doelbewusten en eensgezinden arbeid va onze Regeering en ons volk”te danken, dat Hongarije niet geheel ten onder is gegaan, maar tegenwoordig zelfs een niet te onder schatten factor in Europa vormt. Hongarije heeft meer dan 1000 jaren lang op de meest roemvolle wijze de rol op zich genomen, de Westersche en Christelijke be schaving tegen Oostersche invloeden te ver dedigen; Macaulay heeft gezegd: „Zonder Hongarjje zoude men nu in Oxford den ko ran leeren.” Juist tegenwoordig zjjn weder om sterke subversieve stroomingen werk zaam, die vanuit het Oosten Europa bedrei gen en Hongarjje wil, getrouw aan zjjn tra- ditie, zjjn duizendjarige missie met kracht kunnen voortzetten. Wij weten wat het com munisme beteekent en daarom waarschuwen wjj een ieder voor dit gevaar, -waarvan het doel de.... vernietiging der Westersche be schaving is. Do tegen ons gerichte aanvallen kunnen er toe leiden, Hongarjje in een geheel ver keerd licht te doen verschjjnen. Wjj hschten er bijzondere waarde aan, juist in Neder land, waaraan wjj zoo oneindig veel te dan ken hebben, rechtvaardig te worden beoor- 1 deeld. Daarom doe ik een beroep op ieder onzer vrienden, zich door eigen en objectief on derzoek een zelfstandig oordeel over ons te vormen, dan ben ik overtuigd, dat dit oor deel volgens de waarheid zoodanig luiden zal als Hongarjje het verdient; en jlit oor deel zal onze trots zjjn!” Aan het hier gedane verzoek, oin door eigen onderzoek een .zelfstandig oordeel over de Hongaarsche kwestie te vormen, hopen we eerlang te voldoen, zoodat onze lezers er zich op moeten voorbereiden volgende maand eens ’n geheel „overzicht” aan het echoone Magaren-land en volk gewijd te vinden. Zooals we vorige week schreven, beleeft ook Oostenrjjk een Ministercrisis. Hoewel die slechts één persoon betreft, den minister van Justitie, Dinghofer, is de oorzaak toch interessant genoeg om hier even te vermel den. Men herinnert zich nog wel, dat eenige maanden terug in Weenen gearresteerd werd Bela Kun, bet hoofd van 't bloedige driemanschap, dat een tjjd lang Hongarjje terroriseerde en uitmoordde. Geen wonder, dat HoagArye nu aan den bevriemjen na tuurstaat hitlevering vroeg. En’ dït op de- geljjke juridische motieven, n.l. dat men kon bewjjzen, dat Kun persoonlijk betrokken was geweest in den moord op een paar officieren. Nog vóór over dit uitleveringsverzoek be slist was, gebeurde er iets, dat we een co- medie zouden noemen, als 't niet tegeljjk zoo treurig was. Een aantal West-Europeesche „democraten” zonden een manifest aan de opgewekt en smaakvol gekleed. Nooit had hij haar schooner en gelukkiger gezien. Reginald diukte de hand der weduwe tee- der in de zijne en beschouwde haar eenigo oogenblikkcn zonder een woord te spre ken. „Lieve Paulina,” zeide hij ten laatste, „ik heb je nog nooit beminnelijker gezien dan van avond, en ik dacht nog wel, dat je ziek was.” „Zoo, en waarom dat?” vroeg zjj. De toen Oostenrjjksche regeering, om uit politieke en wenscheljjkheidsoverwegingen aan te dringen op niet-uitlevering. Bjj d» ondertee- kenaars waren n.b. menschen sociaal democraten! die in hun eigen land een Dr. Borms levenslang in de gevangenis laten kwjjnen, om iets, wat alleen met veel kwade wil een misdaad mag genoemd worden. Zjjn deze heer Belgische democraten geen waar dige afstammelingen der Barabas-schreeu- wers van negentien eeuwen terug? Ter zake evenwel. De rechtbank, die uitleveringsverzoek moest onderzoeken, kwam tot het resultaat, dat Bela Kun niet alleen een politieke moordenaar was, maar ook een volgens het gemeene recht, en ad viseerde dus tot uitlevering. Maar de minis ter van Justitie sprak hiertegen zijn veto uit. Naar ’t heette om juridische redenen, in werkeljjkheid alleen uil politieke motieven. De sterke socialistische partij in Oostenrijk die steeds met één oog naar Rusland ziet, mocht niet voor het hoofd gestooten, men mocht voor een Bela Kun niet de binnen- landsche rust in gevaar brengen. Bondskan selier Seipel was het met deze houding vol komen eens. Niet alzoo de partjj van Minis ter Dinghofer, de Groot-Duitsehe. Deze kreeg uit de groot-Duitsche fractie een mo tie van wantrouwen thuis, trok daaruit de eenig mogelijke konsekwentie, die van af treden. In H3^ roering v 134. „Ja, mjjn waarde, na den len Juni name lijk. Je weet wel, dat ik ijverig bezig ben ▼oor je, je aan een groot vermogen te hel pen. Nu kun je niet veronderstellen, dat ik dit voor niets doe, en daarom als je dit stuk niet wilt teekenen, dan steek ik geen hand verder vooi^je uit” „En als het je mislukt?” „Als het mjj mislukt, is het papiertje niets ▼aard, omdat je op 't oogenblik niets bezit en ook voor den len Jiyii wel niets zult krjjgen, als ik het je niet bezorg.” Het resultaat was natuurlijk, dat Reginald het stuk teekende, zonder zelfs de moeite te nemen het geheel te lezen. „Heb je Paulina kor geleden ook gezien?” vroeg Reginald. „Niet zoo heel lang geleden,” antwoordde iVletor. „Ik begrjjp niet wat haar scheelt,hervat te Eversleigh, „zjj heeft mjj niet eens ge- •etreven om men naar de reden te vragen Tan mjjn wegbljjven en mjjn stilzwjjgen.” „Misschien kreeg zjj er genoeg van om aan iemand te schrijven, die hare brieven •00 weinig op prjjs stelde." L «Ik was blfi renoeg als ik een brief van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1