i „ONS BLAD” Ir BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon No. 162 I I 3 FEUILLETON. 3 ---L— —4 1 Donderdag 12 Juli 1928. giro alkmaar 104863 22e Jaargang Advertentieprijs ,f40— BUITENLAND. BRIEVEN UIT DUITSCHLAND. DROSCHKE, TAXI EN AUTOBUS. Versprelde Berichten. ve rnet Cohn, vertelde me, hoe de man zich verheug- ïlegenheid, om op- t en spaarzame te spelen. Wat zal hem infesschen zqn barons titel gekost hebben!.^'" re erster Güte fahren, len mehr? Wissen doch die Leut; ich bin Herr Baron Cohn!” Dit behoort nu alles met uitzondering van de vele Cohns wel niet tot een lang vervlogen tqd, maar toch tot een tqd, sedert welken we veel zagen veranderen. Er bestaan nu nog slechts een honderdtal Pferdedroschken van een enkele Güte en met de taxi-atuo’s die hier Kraft- droschken heeten, kan je er alleen nog maar openlqk blqk van geven, of je al dan niet op de hoogte bent. We hebben hier n.l. „ein- streifige” en „zweistreifige” taxi’s. Die met één zwart-wit geblokte streep rondom den wagen en die met twee zulke strepen. Het tarief van de wagens met één streep is be duidend lager, wat verband houdt met het aantal zitplaatsen, evenwel niet met de grootte van de wagens, want er zqn er met 2 zitplaatsen (1 str.) die even groot zjjn als wagens met 4 zitplaatsen (2 str.). Door het geblokte der strepen is het verschil tusschen enkel en dubbelsjreep voor den vreemdeling niet opvallend genoeg waardoor menigeen veel te dure ritjes maakt. Gestrafte misdaad. Abonnementsprijs i A*n alls abonné’s wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welks hsn verisKert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.f 750.—, f 250.—, f 125.—, f 50. j Niet vriendelijk en niet Juist. M GIRO ALKMAAR 104863 GIRO ALKMAAR 104863 A 4’ toch Noorder bet I ker aaukondigde, maar het .Hoofdstuk XXVIII. ge- (Wordt vervolgd): <1 i EEN VROUW MET EEN STEENEN HART. ver- itsge- NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Van f 1J25 s elke fcsrcl **0 f 0,^5T Redama otf regel f g.75voo?de eer^^^ua» v^^yoren^e pagina^f f0.60 pCT advCTtaitie ren 5 regel*) Iedere regeltere HMX EINDE VAN DE STAKING TE ANTWERPEN. De staker* hebben op eenige hon derden na, het werk hervat. In de haven van Antwerpen hebben de stakers hedenochtend op enkele honderden HET ANTI-OORLOGSVERDRAG. De Duitsche Rijkscommissie voor aanneming. De commissie voor buitenlandsche zaken uit den Rijksdag hield zich dezer dagen bezig met de nieuwe nota van Kellog inzake bet multilaterale verdrag tegen den oorlog. Zij sprak met groote meerderheid het ver trouwen uit, dat de rjjksregeering de nota spoedig in bevestigenden zin. zal beantwoor den. DE SERVISCHE MIMSTERIEELE CRISIS. In den loop van den dag heeft koning Alexander Dinsdag Marinkowitsj, den minis ter van buitenlandsche zaken, Hadsjitsj, den minister van oorlog, generaal Milosawtitsj, den stedeljjken commandant van Belgrado, en generaal Tsjipkori, den commandant van de koninklijke garde, ontvangen. Niemand heeft nog opdracht tot vorming van het nieuwe ministerie ontvangen. Kk DE REGEERINGSCRISIS IN GRIEKENLAND. Pangalos in vrijheid gesteld. De vroegere Grieksche dictator generaal Pangalos is gisternacht op vrije voeten ge steld. Met het oog op de ontbinding van het parlement achtte de regeering het niet ge- reeohtvaardigd hem langer in hechtenis te houden. na het werk hervat. Door de communisten was in de zaal Thalia een bijeenkomst be legd, waar het Kamerlid van Overstraeten en de onlangs vrijgekomen sociaal revolu- tionnaire activist Jef van Extergem het woord voerden en de havenarbeiders aan spoorden opnieuw met de staking te begin nen. Aan geld, zeide van Overstraeten. is geen gebrek. Dit zal desnoods uit Rusland komen; niet eenige honderduizenden francs, maar millioenen heeft Moskou voor een nieuwe staking over. Verwacht wordt echter, dat morgen of overmorgen de laatste stakers evensens weer aan het werk zullenYzqn. NA DE OVERWINNING DER- NATIONALISTEN. Toch geen hoop voor de communisten. Een ambtenaar van het commissariaat van buitenlandsche zaken te Moskou, Melmkoff, die met de Nankingregeering over de her opening van,het Russische consulaat te Sjanghai en het herstel der diplomatieke be trekkingen moest confereeren, heeft onver- richterzake den terugkeer naar Rusland moe ten aanvaarden. Reeds te Charbin zag de Sovjet-vertegen- woordiger in, dat de zaak verloren was, te meer daar de generaals de vrees koesteren, dat Sovjet-Rusland tweedracht tracht te zaaien. - - was alles ver- geefsche moeite. De eenige gast, dien zij wenschte te zien was niet onder de bezoekers en Lydia’s hart werd langzamerhand drukt door een gevoel van wanhoop. „Wel, Gordon, heb je ook iets van Dou glas Dale gehoord?” vroeg zjj haar broeder dagelijks. - Eens kwam hij met een zeer somber ge laat thuis en toen zq hem de gewone vraag deed, antwoordde hij op bitteren toon: „Ik heb iets gehoord, waarin ge wel niet veel genoegen zult vinden, daar het de doodsteek is voor al uwe verwachtingen. Je weet, dat Douglas Dale lid is van de Phoe- nix-club en van ’t Forum. Ik ben zelf geen lid van de Phoenix, zooals je weet, maar ik ontmoet Dale van tijd tot tijd in het Forum. Gisteren gebruikte ik het tweede ontbijt met lord Caversham, ook een lid van de Phoenix en een bekende van Dale, en van hem ver nam ik, dat Douglas in ’t openbaar zijn voor nemen heeft aangekondigd met Paulina Durski te trouwen.” „Ónmogelijk!” riep Lydia. Zjj had van baar broeder gehoord over Paulina in de villa te Fulham, en zij haatte de beminnelijke Oostenrqksche om haar schoonheid en haar aangename manieren. „Het kan niet waar zijn,” herhaalde Lydia, rood van kwaadheid. „Dat 's weer een van lord Caversham’s vertelseltjes. Ik kan niet eu wil niet gelooven. dat Douglas Dale ziek Neen, juist deze en dergelqke pleegouders hebben béter verdiend, en daarom willen wjj hopen, dat bet comité onze goede pleegoudere in deze aangelegenheid verder zulk een be handeling zal doen wedervaren al* waarop zij recht hebben; een behandeling, welke voorzeker méér in den geest der Hongaar sche regeering zal zijn dan een methode van onvriendelijkheid en bedreiging. Berlijn, 9 Juli 1926. De zevenduizend taxi-auto's, die bq dag en nacht door Berlqn’s stralen jagen met ’n vrachie of maar al te vaak ook, bij zulk een concurrentie, snorrend naar passagier*, ze hebben de oude aapjes, de Droschken met paard en gegalonneerden koetsier nog lang niet van de vlakte verdreven. Er zijn ook in de groote stad nog veel menschen, die niets moeten hebben van die razende „stoomwa gens”, die voor hen net zoo griezelig zijn als een rutschbaan voor ’n zenuwachtige juf frouw op jaren. Heb je ooit gehoord, dat een aapje van den tegenwoordigen tijd een modern aapje dus met een 50 kilometer- vaartje tegen boomen of palen reed en zoo den mensch die erin uit rijden ging akelig „ins Jenseits beförderte?” Neen, natuurlijk! Een modern aapjespaard is voorzichtig, zou in zijn soort onmodern zijn, al* hij ’t niet was. Zqn voorganger uit de laatste jaren der vorige eeuw kon nog wel een* neigingen tot capriolen toonen, het moderne aapjes- paard valt liever om, is bezadigd als zqn kalme goedmoedige baas met den zwart ge lukten hoed op het paarsroods hoofd. Daar zit in zoo’n span nog iets van operette-ro- mantiek. Als er ’n vrachie komt opdagen wordt de verschoten blauwe, met rood en goud be slikte uniformjas instinctief wat toegehaald over het civiele boezeroentje en het goed moedige koeteiersgezicht zet zich in een va derlijk welwillenden ploot Geinteresseerd kqkt het paard eens om en zqn baas begroet den heer, die een bril draagt met een beleefd „Bitte, Herr Doctor.” Den sierlijk opgetuig den man zonder bril betitelt hq „Herr Ge- heimrat." De besoheidensto titel voor den passagier, dien hq net nog buiten de joviale sfeer acht, is „Herr Rat.” Voor de anderen is hij de jovialen kameraad en explicateur op hun toertje door de stad. Dan zet hij zich met een sigaar in ’t hoofd schuin op den bok, het rechteroog strak op zijn ros gericht, het linker als maar vroolqk lonkend naar zqn gasten „seine Fahrgiste’,, die hem trouw la ten meegenieten van al het lekkers aan worst en koek, dat een echte Duitsche man of vrouw bq dergelqke uitstapjes ja zelfs in Kino, concertzaal en theater! altijd met zich voert. Zulke spannetjes zqn in de druk ke straten van Berlijn nog lang geen raritei ten. Het is nog niet zoo lang geleden, dat men in Berlqn deze voertuigeh had in twee soor ten: „Droschken erster Güte” en „Drosoh- ken zweiter Güte”. Eerste en tweede klasse- rjjtuigen. Tot de „Droschken erster Güte” behoort eigenlijk nog het span, waarmee de vermaarde Ijzeren Gustaaf onlangs van Ber lijn naar Parijs is gereden. Deze prachtkerel is het type van den Berlqnschen „Pferde- droschken-Kutsehet." De moesten zijner col lega’s zien er wel niet zoo florissant uit, maar hebben toch wel het eigen-persoonlqke met hem gemeen. Dat twee-klassen-stelsel bij het aapjesgerjj ik weet wel, dat onze oude Amsterdam- sche aapjeskoetsiers met dat „aapie” vol- dronkenechap zqn vrouw levenslangen dwangar- Jjj stak haar, die vjjf een slagersmes in den rug, waarva<rde punt uit de borst naar buiten kwam. Toen de president van bet Hof aan het elfjarig zoontje van den moor denaar vroeg wat zqn vader na den moord had gedaan, antwoordde het kind: Hij beeft de Internationale gezongen. Het kiesstelsel gewijzigd. President Kondoeriotes beeft aan den aan drang van Venizelos toegegeven en het be sluit tot wijziging van het kiesstelsel, waar deze op aandrong, geteekend. De verkiezin gen zullen nu volgens het districts- en meer- derheidsstelsel gehouden worden. Naar men weet, zqn zij op 19 Augustus vastgesteld. Volgens de Times zou Kondoeriotes, die geen voorstander is van de instelling van den Senaat, Venizelos bewogen hebben Je vorming van dit lichaam uit te stellen. De Senaatsverkiezingen zouden aanvankelijk tegelijk met die voor de Kamer gehouden wórden. DE STRIJD MET DE „REBELLEN” IN MEXICO. Gemeld wordt, dat 34 opstandelingen en vier bond ssolda ten bq Leon werden gedood in een gevecht met een bende, die, na tuurlijk weer Red.) werd aangevoerd door een katholiek priester. Verder moeten de „rebellen” het Mexi- caansche Kamerlid Sandoval en zqn broer, den burgemeester van Tacambaro, bq Patz- cuaro uit een pasagierqtrein hebben gehaald en hen daarna opgeknoopt aan een telegraaf paal. HET EBK Na 1 Interna Het Hof van departement, zetelbnd te Rqsel, heeft giste ren een man, die 1 had vermoord, t< beid veroordeeld, maanden zwange^ was, den rug, waarv; wusteloos, allen gewond en bloedend, lagen ze in wqden kring om den gekantelden - wa gen, waarin een kluwen gillende menseben door elkander woelde. De brandweer was als altqd vlug ter plaatse. Toen het verkeer zich weer in beweging zette, kwamen ook de vol gende wagens van de Iqn aangereden, dezelf de monsters op te hooge pooten en daardoor niet genoeg grondvast als de verongelukte wagen. En dit is nu het merkwAardige: De passagiers, die langzaam om de onheilsplek reden, keken van boven over het reclame bord naar de slachtoffers van het onheil, die daar nog in bloedplassen lagen te kreunen. Bq de volgende stopplaats dachten ze blijk baar al niet meer aan het ongeluk, dat ook hun toch elk oogenblik kon overvallen, maar lazen hun krantje of zaten te denken aan zaken-doen en andere dingen van den dag. Daarboven op zoo’n voortstuivenden wa gen is ‘t anders wel prettig zitten op warme zomersche dagen. Maar ’s winters! Daar is een type-mensch, dat altijd het bovendek opzoekt, ’t moge zqn zomer of winter, bq dag of bij nacht. Ik heb ze zoo dikwijls waargenomen die luidjes, op ijskoude win teravonden, omtrent het middernachtelijk uur, als de wagen in regen en wind druipend over het glibberige asphalt glijdt, door de breede nachtstille voorstadstraat. Altqd zie je daar in de hoogte een paar hoofden boven het reclamebord uitsteken, stelm en* eenzaam en heel nat. En binnen in is er toch meer dan één goed zitplaatsje nog open en er loopen ook nog trams denzelfden weg. Ik heb gedacht aan stoïcijnen, aan kokendbloedigen. aan besohonkenen. Maar als ik ze dan eens langs het ijzeren trapje kalm naar beneden zag komeu, nog vóór de wagen stopte wat een acrobatisch kunststukje is rag ik menschen als U en ik, die er alleen maar andere, ook heel onschuldige liefhebberijen op na houden, paars van de kou en doornat van den regen. „leAer iqn meug”, zegt onze Hollandsche boen H. L. Noch Lydia Graliam, noch haar brooder herstelden zich spoedig van de teleurstel ling, veroorzaakt door den ontjjdigen dood van Lionel Dale. Miss Graham trachtte haar moed staande te houden door de hoop, dat zjj in Douglas een rijker buit vinden zou dan zqn broeder geweest was, maar Douglas moest betooverd worden door de bekoorlijk heden, die aan het verwelken waren, en door kunstgrepen, die reeds twaalf jaren lang vruchteloos dienst gedaan hadden. Haar lot was wel beklagen»waardig de beker was haar zoo dicht aan de lippen geweest en een onberekenbare tegenspoed had hem weggeslagen. Zjj gevoelde diep leedwezen over de zaak. Toch kwam er geen klacht over hare lippen om het treurig lot van haar overleden minnaar, maar zq be klaagde diep het verlies, dat zij zelve had geleden, doordat haar een rqk echtgenoot ontgaan was. Zq wachtte en hoopte dag aan dag op het beloofde bezoek van Douglas Dale; maar hij kwam niet. lederen dag op het visite-uur droeg zq de japonnen, die haar het beste kleedden; zq richtte haar kleine salon in met de bestudeerde nonchalance van een elegan te vrouw; zq zette zich in de deftigste hou ding in haar stoel, zoodra de bel een bezoe- DE MARSEILLAANSCHE LANDRU. In 3 weken 3 vrouwen vermoord. Pierre Rey, de „Mareillaansche Landru”, de moordenaar, van wiene gruwelijke reeks misdaden in deze rubriek is verteld, was in de gevangenis te Marseille een hongerstaking begonnen. De man, die zoo zwak was ge worden, dat zjjn verhoor door den rechter moest worden uitgesteld, heeft echter de laatste dagen erin toegestemd melk te drinken. Intusschen is vaetgestekl, dat hq "B^de weken, verloopen tusschen den eer- sten^ixden vier-en-twintigsten Juni, drie vrouwenbm het leven heeft gebracht. MOORDENAAR, ja gruweldaad zong hij de tonale. assiezen in De nieuwe wagens der „Aboag”, de auto bussen zqn ware prachtstukken, enorme ge vaarten op 6 wielen. Het bovendek is niet, zooals bq de oude wagens open maar geslo ten. Wie geen bezwaar heeft, langs het smalle üzeren trapje naar boven te klauteren kan dus nu ook daar een beschut zitje'vinden. De oude wagens met open bovendek, die nog al eens omduikelen, zullen allengs uit het ver keer worden genomen. Het is toch wel merk waardig met deze wagens, die heel wat onge lukken veroorzaakt hebben en de menschen die er gebruik van maken. Daar was er een in ouze voorstad omge kanteld, de menschen. die boven zaten, wer den op het asphalt geslingerd. Enkelen be- zou verslingeren aan zoo’n vrouw als me vrouw Durski.” „Heb je haar wel eens gezien?1' „Natuurlijk niet" „Dan moet je ook niet zoo beslist spre ken,” zeide kapitein Graham, die eenig vermaak schiep in het leed van zqn zuster. tPa.ulin> Durski is een der mooiste vrouwen, die ik ooit gezien heb, niet ouder dan 26 jaar, een vrouw voor wie een wqzer man dan Douglas Dale tot een dwaasheid in staat zou zijn. ,Jk wil mijnheer Dale spreken,” riep Lydia. ,Jk wil uit zijn eigen mond vernemen of hex gerucht waar is.” „Hoe zult ge het aanleggen om hem te spreken te krqgen?” „Dat moet gij voor mq in orde brengen. Je kunt hem uitnoodigen tot een diner.” - „Ik kan hem uitnoodigen,” antwoordde haar broeder, „maar de vraag ia of hij zal ko men. Misschien als gij hem eens een briefje schreeft, dat hjj daardoor meer gevleid zou zijn dan door een uitnoodiging van mq," strekt niet ingenomen waren en er dikwijls door in conflict kwamen met Amsterdamsche straatjongens, maar de benaming*.heeft zich zoo ingetargerd, ook ver buiten Jbnsterdam, dat er wel goen duidelijker vertapng is voor het woord „Droachke” dan „*apjre’\ waarbij we heelemaal niet meer denken aan „combi naties” met apen, zooals vroeger die straat jongens dat twee-klassen-stelsel heeft zich eerst in de oorlogsjaren allengs opgelost. Het gaf in zqn bloeitijd de brave burgerij gereede aanleiding tot vteel gebabbel over den evennaaste. De gemiddelde man, die in een Droschke erster Güte plaats nam „deed dit om to geuren.” Familie, kennissen en leu ren waren verontwaardigd over zooveel ijdelheid, grootheidswaanzin en verkwisting en konden er maanden lang kwaadaardig, maar toch heel genoeglijk over converseeren, comme ohez nous. Liet zich de man in een Droschke zweiter Güte ergens heenrijden, dan waren er in dienzelfden familie-, kennissen- en buren- kring, die zich ergerden over zjjn vrekkig heid en den spot dreven met den sjovelen rij toer. De rjjke man, die zich in?een Droschke zweiter Güte liet rondrijden,-oogstte bewon dering bq de lui, die hierin eéifbewqs van zijn eenvoud zagen, daarentege^i hoon en spot bij anderen, die in hem den- comediant zagen of wel den vrek. Herr Bankier Baron Cohn uit Dessau, een schatrqk man, bezocht in Berljjii de verschillende groote banken, waar mee hq in relatie stond, steeds per Droschke 2ter Güte. Dat wist heel Berljjn en vele bra ve Pa’s hielden het hun zoons voor als een eerste schrede op het pad. dat zeker en ge wis naar rjjkdom en aanzien voert: „Weest eenvoudig en spaarzaam als Cohn, mqn zoon”. Ik zou er aan willen toevoegen: „en ook zoo goochem”, anders haalt het niet veel uit. Eén mjjuer kennissen, die indertijd schüftlich” veel in aanraking kwam W. V... u de over deze openbare sfel' -jaenbarend den eenvoudje spelen. Wat zal hem inftis titel gekost hebben! ^’tbbich! sollen Andc- irum soH leb bezah- 188. „Waarom? Dut is de vraag niet, liefste,” uernam Douglas met een glimlach. „Maar hot is de plicht vsn een man elk gevaar in de oogen te zien, dat op zjjn pad kan verschq- uen, en op dat van de vrouw, die hq plicht is te beschermen. Ik ben een rechi leerde, denk er aan Paulina, en ik beschouw de toekomst met het oog van een rechtsge leerde. Zooveel als in mqn vermogen is, zal ik u vrijwaren voor de mogelijkheid van on geluk. Ik heb een notaris meegebracht om je een testament voor te lezen dat ik dezen morgen te uwen gunste gemaakt heb.” „Een testament?” herhaalde mevrouw Durski. „Ge zjjt al te goed voor mq. Maar er ia toch iets vreeseljjks voor mq in die wet- telfjke vormen.” „Dat is slechts een vrouweljjk vooroor deel. De vrouwen denken altqd, dat men op. 't randje van den dood moet zqn voor men jjjn testament mag maken. Maar laat ik je de bepalingen van mqn wilsbeschikking zeg gen," ging Douglas voort. „Ge weet, dat als ik zonder erfgenamen sterf, het vermogen, mjj door sir Oswald Eversleigh vermaakt, vervalt aan mjjn neef Reginald. Ik heb geen recht dat vermogen te vervreemden; maar .■Min inkomen heeft steeds dubbel en drie dubbel mjjne uitgaven overtroffen, zoodat ik in staat geweest ben een som van circa 12.000 pond sterling te besparen, en dit geld behoort mq; zoodat ik er vrqclqk over kan beschikken. Deze som zal ik je bq testameut vermaken, zq zal in staat zqn u voor gebrek te bewaren. Mevrouw Durski trachtte te spreken, maar zjj kon geen woord uitbrengen, zoo ontroerd was zjj door de edelmoedigheid van haar verloofde. De tranen kwamen haar in de oogen; zjj nam de hand van Douglas in de hare en drukte die aan haar lippen; en deze zwjjgende uiting van dankbaarheid trof hem meer dan de welsprekendste woorden ge daan zouden hebben. Hq bracht haar daarop in de kamer waar de notaris wachtte. „Dit is mquheer Horley,” zeide hjj, „mqn vriend en raadsman, in wien gjj onbegrensd vertrouwen kunt stellen. Ingeval mq iets mocht overkomen zal hjj uwe belangen gaarne behartigen. En nu mijnheer Horley, wees zoo goed het document aan mevrouw Durski voor te lezen, opdat zjj wete, wat in het ergste geval haar toestand is.” De heer Horley las daarop de uiterste wils beschikking voor. Zij vermaakte aan Paulina Durski twaalfduizend pond en nog eenige kleinere bezittingen ter waarde van onge veer 2000 pond, ingeval Douglas Dale kwam te overlijden. Par kwartaal voor Alkmaarsssssssf 2. Voer bwitea Alkmaar. 2.85 Hh GclDuatzeerd Zondagsblad f 0.60 booger Wq hebben eerljjk gezegd een gevoel ▼an wrevel niet kunnen onderdrukken, toen wjj dezer dagen in de pers ook in de niet- katholieke pers een communiqué afge- Irukt zagen van bet R. K. Hongaarsch kindercomité in "Amsterdam betreffende sen kindertrein naar Budapest, waarmede de laatste hier te lande nog vertoevende Hongaarsohe pleegkinderen naar hun vader land terug vervoerd moesten worden. De toon tegenover de sympathieke pleeg ouders klinkt in bedoeld communiqué zoo bruut en zoo dreigend, dat wjj mcenen, niet te mogen zwqgen. In het communiqué heette het: „Voor pleegouders, die nog steeds een Hon- gaarsoh kind onder hunne hoede hebben, be staat alsnog gelegenheid met dezen trein bet kind naar huis terug te zenden. Waar de Hongaarsche autoriteiten deze terugzen ding niet enkel verlangen maar zelfs eischen, worden de pleegouders dringend verzocht zooveel mogeljjk van dit transport gebruik te maken. Ernstig wordt terugzending aan geraden, omdat de Hongaarsche regeering niet zal nalaten middelen aan te wenden, welke voor kind en pleegouders zeer onaan genaam kunnen zqn.” Ons dunkt: zóó’n behandeling hebben de goede Hollandsche pleegouders allerminst verdiend! Op verzoek van ditzelfde Comité nota bene hebben de pleegouders hun Hon- gaartje ópgenomen; het heette terecht dat de nood er nog zoo ontzettend groot was en er werd in welhaast smeekende commu niqués tot medelijden opgewekt; de pleeg ouders lieten hun goede hart spreken, zij na men een kleintje tot zich; in vele gevallen raakten pleegouders en pleegkinderen sterk aan elkaar gehecht; hot bleek vaak, dat bet kind in zqn vaderland niet onderhouden kon worden; Hongaarsche vaders en moeders verzochten vaak zelf, het kind niet zoo spoe dig weer aan de Hongaarsche ellende prjjs te geven, en maar al te dikwjjls werd het Hollandsche pleegouders duidelijk, dat het kind voor tqd en eeuwigheid verloren zou gaan, wanneer het in de huidige omstandig heden naar zjjn vaderland zou terugkeeren. Toen kwam het einde der kinderaetie, inderdaad op verzoek der Hongaarsche re geering, die zich voor nog grootere politieke en economische moeilijk heden geplaatst ging zien, wanneer zq een buitenlandsche kinder- hulpactie officieel zou laten voortduren. Wjj weten, dat de Hongaarsche regeering zich inderdaad genoodzaakt gezien heeft, aan de Nederlandsche comité’s te verzoeken, de kinderaetie te doen beëindigen. En zoo moet dus ook thans nog algemeen het parool luiden: „De Hongaartjes moeten terug naar hun land Wij zjjn er echter van overtuigd, dat de Hongaarsche regeering dit parool niet zóó bedoelt als het Amsterdamsche Comité dit heel onvriendelijk voor de pleegouders interpreteert; het kan niet een eiscb van de dankbare Hongaarsche regeering noch ook van een katholiek comité zjjn, dat pjeegouders en pleegkinderen thans op brute wjjze van elkander losgesoheurd wor den, voonoover b.v. de kinderen tehuis de eeratnoodige verzorging moeten ontberen of een wissen zedeljjken ondergang tegemoet gaan. Aan het algemeen verzoek der Hongaar- sche regeering moet op verstandige en be leidvolle wjjze gevolg gegeven worden, maas het gaat niet aan tot zekere pleegouders die juist bijzonder gewetensvol hun taak opvat ten, zulke smadelijke dreigementen te rich ten als in bovenstaand communiqué ge schiedt, en nóg minder past het om ^po- I als bij persoonlek bezoek gebeurd moet zqn dergeljjke pleegouders te dreigen met. de politie, welke de kinderen eenmaal zal komen „weghalen.”

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1