1 HAAKMAN’s Bloemenmagazijn, 22" 4K 97" 'I 9* „ONS BLAD” J. SPRUIJT Denkt U aan Maadnag 30 Jull 1928. giro alkmaar i»4863 22e Jaargang 4 No. 177. i 1 J FEUILLETON. Gestrafte misdaad. k 1 f L Kofa’s Serieprijzen M 4 De eerste herderlijke brief van onzen nieuwen bisschop. liefde naar „recbtvaardig- UIT DE PERS. Verplichte verzekering of Staatspenslonneerlng. Langestraat 31, hoek Payglop en Boterstraat 5. Alkmaar BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon Verspreide Berichten. EEN AANVAL OP EEN GEVANGENIS. BUITENLAND. Ook voor Bruids-Bouquetten het BESTE ADRES - Tel. 1025 Advertentieprijs f 125f50.—f4O.— Abonnementsprijs i Aan alle abonné*» wordt op aanvrage gratie een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000. f 750. f 250. GIRO ALKMAAR 104863 GIRO ALKMAAR 104863 I A HET VREDESPACT. j TE DE KABINETSCRISIS IN JOEGO-SLAV18. o yWordt vervolgd). NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD Slechts 4 dagen speciale attractie v. d- Kinderen I I I I Door heM en vrede”. het oppositie-parlement boerenpartij. Daar de censuur elke mededeeling over de is de naasten- ictor, die alles moet leiden en beheerschen. Is zij niet de stuwkracht bij al ons sociaal denken en han delen, dan zal de zoo gewenschte vrede in de maatschappelijke verhoudingen ver te zoeken zjjn. De rechtvaardigheid alleen is dus onvoldoende. Willen wjj werkelijk trach ten te bereiken een maatschappij, .waarin wonen rechtvaardigheid en vrede, justitia et pyx, dan zullen wij over de grenzen der rechtvaardigheid moeten heengaan, wjjl de vrede alleen dan zal heerschen, wanneer de naastenliefde zetelt op een troon, welke rust Korosetsj vormt een kabinet. Bet is den leider van de volkspartij, Ko rosetsj, gelukt om een regeering te vormen en -wel uit vertegenwoordigers van de oude meerderheidsgroepen, d.w.z. der radicalen, democraten, Sloweensche volkspartij en. Ma- homedanen. Het nieuwe kabinet is als volgt samen gesteld: Korosetsj, premier en Binnenlandeche Za ken. Marinkowitsj, Oorlog. Nicolas^ Sobotitsj, Financiën. De ministers hebben den eed reeds afge legd. De strjjd tusschen sociale verzekering en staatspensionneering is beslecht, schrijft het anti-rev. orgaan „De Standaard’’: „In 1912 viel de beslissing; in 1919 werd zij bevestigd en voor de derde maal, in Mei 1928, werd de staatspensionneering opnieuw in den ban gedaan. Alle goede dingen bestaan in drieën verwacht mag dab ook worden, dat nu eens voor goed, definitief, verzekering boven staatspensionneering heeft getriomfeerd. Nauwelijks zijn de feestklanken verstorven, die vanuit Sint Bavo heel het Haarlemsche bisdom de plechtige heilige wijding van den nieuwen kerkvorst verkondigden, of deze zesde bisschop in Haarlem’s kerk richt zich ’reeds in een herderlijken brief tot allen, die door God’s ondoorgrondelijk raadsbesluit aan zijn vaderlijke priesterzorgen werden toever trouwd. 1 In alle kerken en kapellen van het Haar lemsche diocees, waarin de geloovigen van den kansel den dood moesten vernemen van den onvergeteljjken herder Mgr. Augustinus, Josephus Callier, Godvruchtiger gedachte nis, waarin nog voor kort een jubelend Te Deum ten hemel werd gezonden, om God te i danken voor de gelukkige benoeming van Mgr. Joannes Aengenent tot bisschop van Haarlem, daar klonken gisteren zijn eerste vaderwoorden tot de hem toevertrouwde ge loovigen. y Na eerst enkele woorden van dank gespro ken te hebben voor de ontelbare, hartelijke bewijzen van belangstelling en genegenheid, bij zjjn benoeming ondervonden, prijst de nieuwe bisschop zichzelf gelukkig en brengt hij dank aan God, die hem aansteldc als Va der over kinderen, die door deze liefdevolle blijken van belangstelling toonden zoo n groot geloof te bezitten. Na dit woord van dank en vreugde volgt dan een herderlijk en vaderlijk woord van leering en opwekking. En met een open oog voor de nooden van dezen tijd, wijst onze nieuwe bisschop ons op het groote gebod van de liefde en nadert hij tot ons voor de eerste maal met het woord van zijn H. Patroon, Sint Jan, op de lippen: „Kinderen, bemint elkander", hebt elkander lief. „In dat woord ligt de oplossing van alle nooden en kwalen van den tfjd, waarin wij thans leven. Indien dat gebod der naasten liefde in zijn volheid wordt opgevolgd', dan zal zoowel in het sociale als in het particu liere leven een toestand worden geboren, die aan de wereld als het ware een heel ander aanschijn zal geven. In het sociale leven. Ja. beminde geloo vigen, alleen van de volledige vervulling van het gebod der naastenliefde is de vrede in de maatschappelijke verhoudingen te verwachten. Ik weet het, allereerst moet aan de eischen der strikte rechtvaardigheid worden voldaan. Allereerst moeten de ver schillende maatschappelijke klassen weder zijds elkanders rechten weten te waardee- ren en in vervulling doen gaan. Maar het strikte recht alleen is niet in staat den ge- schokten maatschappelijken vrede te her stellen. De rechtvaardigheid is slechts de grondslag, het fundament waarop de maat schappij zelve nog moet worden opgetrok ken. Justitia fundamentum regnorum. Be staat die ^grondslag niet, dan is een orde lijke opboiiw van de maatschappelijke sa menleving onmogelijk. Maar de grondslag is de bouw zelf nog niet. Bij den bouw der maatschappelijke samenlevii liefde de allervoornaamste besprekingen van het oppositie-parlement onderdrukt, is het van buiten af natuurlijk niet mogelijk zich een oordeel t over den politieken toestand, maa den correspondent schijnt deze toch den dan ik eerst dacht,” zeide Copplestone na denkend. „Maar ik wil eerlijk bekennen dat ik niet op de gedachte gekomen zou zijn.” „Neen, dat geloof ik wel,” zeide Larkspur met een glimlach. „Het heeft mjj ook dertig jaren gekost, om mijn vak in den grond te leeren en het is dus niet waarschijnlijk dat anderen mijn ervariifg zoo maar zou aan waaien.” „Ge hebt gelijk, mijnheer Larkspur,” her nam de kapitein, „en daar gij volkomen be rekend schijnt te zijn voor de moeilijkheden van den toestand, geloof ik, dat wij niet be ter kunnen doen dan ons geheel op uw toe wijding te verlaten.” „Ik geloof, dat gij geen berouw zult hebben van uw vertrouwen,” zeide Larkspur. „En nu als ik zoo vrij mag zijn zou ik graag wat te eten hebben en een glas cognac met water, dan ga ik vervolgens een wandeling maken in het dorp en eens rondkijken. Er zal wel iets op fe merken vallen voor iemand, die zijn opgen en ooren open zet.” Mijnheer Larkspur werd toevertrouwd aan de hoede van den bottelier, die hem dadelijk meenam naar de huishoudster, juffrouw Smithson, die hem met grooten eerbied ont ving. t Juffrouw Smithson en de bottelier zouden wat gaarne met Larkspur gepraat hebben, om te weten te komen wie hij was en wat hij van de zaak dacht, maar Larkspur was zeer weinig geneigd om mededeelzaam te zijn. Hjj antwoordde beleefd doch kort op de vragen van juffrouw Smithson, en na een stevig maal gebruikt te hebben en een duchtig glas cognac, verliet hij de kamer van de huishoud ster en trok zich terug in een kamer, die de bottelier hem aanwees, een zeer gezellige zit kamer, met een kleine slaapkamer er naast, in welke twee vertrekken Larkspur zou hui zen tijdens zijn verblijf op het kasteel. Hier hield hij zich allereerst bezig om eeni- ge brieven te schrijven aan de commissaris sen van politie in de voornaamste steden van Engeland, waarin hij de zaak mededeelde en verzocht advertenties te plaatsen in de cou ranten, zooals hij reeds had medegedeeld aan den kapitein en lady Eversleigh. Toen dit klaar was en het donker begon te worden, zette hij zijn hoed op\en ging de poort uit, naar het dorp. Daar bracht hjj het overige van den avond door, en hij maakte een zeer goed gebruik van^zjjn tijd, ofschoon hjj het grootste deel daarvan doorbracht in de groo te herberg (niet die van Milsom), luisterende naar de gesprekken van de boeren en ande re bezoekers, en een glaasje grog drinkende. Ónder de bezoekers was de goedmoedige maar zwakke Matthew Brook, de koetsier. „Je bent je zelf niet geweest, Matthew,” zeide een groqte kerel met een rood gezicht, die bottelier was op een kasteel in den om trek; „je bent je zelf niet geweest sedert de heen gegaan is of hoe lang hij denkt weg te blijven? Ik weet niets van hem, behalve dat hij een vrooljjke, goedhartige sinjeur schijnt. James Harwood heeft hem 's avonds eens bij ons op het kasteel gebracht om een kaartje te leggen en een glas te drinken; hij heeft ons uitgenoodigd nu en dan een glaasje bjj hem te komen drinken. En dat deden wij. Dat is alles en ik houd er niet van om verder een verhoor te ondergaan.” „Wel Brook,” riep zijn vriend, de botte lier, „wat scheelt er aan met jou? Dat ben ik niet van je gewoon dat je een ouden mak ker, zooals mij, zoo’n scherp antwoord geeftl” Brook nam geen notitie van dit verwijt, Hjj bleef in stilte zitten rooken. ..Harris”, ging de bottelier voort, zich tot den kastelein wendend, die juist binnenkwam om zjjn gasten te bedienen, „weet je ook of de kastelein van de „Kat” al terug is?” „Neen, mijnheer Maunders is nog niet te ruggekomen,’’ antwoordde Harris, „en zjjn klanten beklagen zich dat zij zoo slecht be diend worden door die dienstbode, die hjj alleen in zjjn huis heeft achtergelaten. Ik heb al menig klant van hem hier bjj mjj zie» komen.” te vormen lap vorens kant van een kabinetswisseling uit te gaan. De reis van Kellogg. Onwaarschijnlijke geruchten. Aan het departement van buitcnlandsche zaken te New-York wordt met de meeste beslistheid verklaard, dat Kellogg uitsluitend ter onderteekening van het anti-oorlogspact naar Parjjs gaat en de andere vraagstukken waarbjj Amerika betrokken is, zooals de schuldregeling volkomen zal laten rusten. De berichten in sommige groote Europeesche bladen als zou in het bjjzonder dr. Strese- mann de gelegenheid willen aangrijpen om het vraagstuk van de herstelbetalingen en de bezette gebieden ook te Parijs aan de orde te stellen worden te Washington niet ernstig opgevat, indien waar, ze inderdaad de wenschen van Europeesche politici zouden vertolken, dan zal Kellogg in geen geval aan dergeljjke besprekingen deelnemen. Mevrouw Kellogg begeleidt haar man naar Parijs en het echtpaar keert met de eerste boot die na de onderteekening vertrekken zal, weer naar New York terug. kleine jongejuffrouw verdwenen is. Je moet wel veel met dat kind opgehad hebben.” „Ja, ik hield ontzettend veel van haar, antwoorde Matthew, „omdat het zoo’n lief meisje was.” 1 Ofschoon deze woorden de volkomene waarheid bevatten, was er iets als aarzeling geweest in de wijze waarop de koetsier ze uitsprak een aarzeling, die Andrew Lark spur niet naliet op te merken. „En je hebt je nieuwen vriend daar in de andere herberg ook verloren? Je zat daar anders in den laatsten tijd meer dan hier. Wat is ei van dienMaunders geworden, heet hjj zoo niet?” vroeg de bottelier. „Dat is een wonderljjke zaak, om zoo plotseling Raynham te verlateu en zijn huis in den steek te laten met niemand om er voor te zorgen dan <e.i dl»ratbode, die evenveel van de zaken weet als een koe. Weet ge waarom hij weggegaan is, en waarheen, Matthew?” „Neen”, antwoordde Brook op zenuw- achtigen toon en rood wordende, terwijl hjj sprak. De defectieve luisterde nog scherper dan te vetrn. Het gesptek werd boe langer hoe belangwekkender voor hem. „Hoe aou ik nu weten waar mjjnheer Maun ders heengegaan is,” vroeg Matthew Brook, op eenigszins geraakten toon, terwijl hjj op hield met rooken om zjjn groote pjjp weer te stoppen. „Hoe zou ik nu weten waar hj) op een fundament van rechtvaardigheid.” Na herinnert te hebben aan de woorden van Paus I^o XIII in zijn Encycliek Rerum Novarum en aan die van Paus Benedict!» XV, die eveneens de gewenschte uitkomst in de maatschappelijke verhoudingen vooral verwachtten van een ruime uitstorting der liefde, die altijd bereid is zich voor het wel zijn van anderen geheel ffe geven, vervolgt Mgr. Aengenent: „Doch niet alleen in da sociale verhoudin gen, maar ook in de verhoudingen van individu tot individu moet de naastenliefde heerschen. En nu bedoel ik niet in de aller eerste plaats, dat wjj verplicht zijn om aan de armen aalmoezen uit te deelen. Neen, veel meer heb ik het oog op den plicht om in den omgang met onze evennaasten zacht moedig en liefdevol te zjjn. O, wat zou de wereld herschapen worden in een paradijs, wanneer de liefde heerschte, zooals onze Goddelijke Méester dat bevolen heeft, o.a. toen hjj sprak: Leert van Mij, dat ik zacht moedig van harte ben.” (Matth. XI, 29). En wat wordt de samenleving van menschen met menschen dikwjjls een bron van pijni ging en bitter zielelijden, omdat de liefde ontbreekt.” Ook zjjn Apostolisch hart, laat Haarlem’s nieuwe h i Ier spreken, als hij denkt aan zoo- velen, die nog niet van zjjn ware schaapstal zjjn, doch die hij toch ook eens zijn kinderen hoopt te kunnen noemen. Hij wjjst er ons op dat het groote gebod der liefde zich ook uitstrekt tot degenen, ..dié niet tot de Kerk behooren. En dan denk ik allereerst aan de andersdenkende mede burgers in ons vaderland, die met ons vor men één natie, één volk. Het beeft mjj zoo diep getroffen, dat ik vooral in de laatste weken sinds mjjn benoeming van zoo velen hunner en uit de meest verschillende krin gen hartelijke en duidelijke bljjken van be- langstelling en inpathie mocht ontvangen. Ik dank er den goeden God voor, Die hun zoo edele gevoelens instortte; want van Hem komen alle goede gaven. En laat het voor ons een aansporing zjjn om nooit te verge ten, dat zjj, bjj alles, wat hen van ons scheidt, kinderen zjjn van een en denzelfden Vader in den hemel, dat ook zjj zjjn onze broeders en zusters; en laat het ons steeds een vreugde zjjn, in liefde en vrede met hen te leven en samen te werken voor de ge meenschappelijke belangen.” Hoe duidelijk geeft Mgr. Aengenent in de zen eersten herderlijken brief de verklaring van zjjn wapenspreuk: „rechtvaardigheid en vrede.” De liefde tot onzen evenmensch moet ons rechtvaardig maken opdat wjj vrede hebben met anderen; opdat, er vrede heersche in de maatschappij, vrede; die voert tot welvaart en geluk van het vólk. Mogen de wensAen, die de nieuwbenoem de bisschop bjj het bestijgen van zijn bis- schoppeljjken troon in deze woorden, die ons hebben toegeklonken als een regeeringsver- klaring, heeft uitgesproken, onder zijn be leidvol bestuur verwezenlijkt worden „in Dei nomine felieiter.” BRAND IN EEN KRANKZINNIGEN GESTICHT. 300 gevaarlijke verpleegden ontsnapt Zaterdagnacht zjjn te Nashville (Ten nessee) de twee hoogste verdiepingen van het centrale staatshospitaal voor krankzinni gen door brand vernield. Onder de 1272 patiënten ontstond een ontzettende paniek; 30Ö krankzinnigen, waaronder een groot aan tal gevaarljjke zieken en misdadigers vluch ten door angst bevangen en doolden in de omgeving der stad over wegen en velden en langs de spoordijken rond. Drie uur na het blusschen vam den brand was het grootste aantal der ontvluchten in het gesticht terug gebracht. Met behulp van de politie organi seerden de beambten van het gesticht een systematisch onderzoek naar de vermisten. Voor zoover bekend is bij de brand niemand omgekomen of gewond. EEN ENORME BRAND. Over een afstand van 50 K.M. In het vruchtbare graangebied der Eure- ka-Flats op 50 K.M. afstand van Wallawalla, (staat Washington) heeft een brand, die 12 uur duurde, 13 warenhuizen en cenige honderden acres weide- en bouwland ver nield. Het verwoest gedeelte is ongeveer 50 K.M. breed. Naar gemeld wordt, is de brand uitgebroken in de buurt van het spoorwegstation Attalla. Honderden boeren zjjn den heelen nacht in de weer geweest om den brand te blusschen. De graanvoorraden bjj het spoorwegstation Abkins konden door het opwerpen van dam men gered worden. De schade is enorm. Te Limoges heeft een stoet van verschei dene honderden communistische arbeiders getracht de deur van de gevangenis open te rammen om aldus stakende arbeiders uit een schoenenfabriek te bevrjjden, die gevangen waren gezet, omdat ze de vrjjheid van arbeid hadden aangerind. De republikeinse!» ganla en gendarmen hebben de orde hersteld. De gevangenis wórdt door gewapende macht bewaakt. SPOORWEGONGELUK UJVERBASZ. 3 Dooden. Zaterdagochtend is de D-trein uit Boeda pest in de buurt van het station Ujverbazs op een daar stilstaanden goederentrein ge reden. De botsing was hevig; drie spoorweg beambten werden gedood. De materieel* schade is aanzienlijk. SLECHTE WONINGEN. Te Kief bleken den laatsten tijd berbaal- delijk ernstige bouwfouten voor te komen bjj woningen, gebouwd door de plaatselijke wonigbouw-coöperaties, tengevolge waarvan het zelfs is voorgekomen, dat gloednieuwe wonigen onbewoonbaar moesten worden ver klaard. Een onderzoek, dat naar aanleiding hiervan door de plaatselijke autoriteiten is ingesteld, heeft thans aan het licht gebracht, dat op vrij groote schaal maar luk-raak wordt gebouwd, zonder behoorlijke werk- teekening. De autoriteiten hebben thans maatregelen genomen om aan dezen hoogst- ongewenschten toestand een einde te maken. EEN ROTSSTORTING OP 1* IGHT. Op het eiland Wight zijn Donderdagmid dag géweldige rotsmassa's, naar schatting 200.000 ton van den bekenden weg onder- langs de rotsen bij Windy Corner in het dal naar beneden gestort. Over een afstand van 200 M. was de weg met rotsblokken ter DE POLITIEKE TOESTAND IN ROEMENIC. De houding van de nationale boerenpartij. Naar de correspondent van de Frankfur ter Zeitung te Weenen meld), heeft de Roe- meensche regentschapsraad Vrijdag Manin, den leider der boerenpartij, ontvangen. De regentschapsraad poogde Manin van demon straties af te houden. Manin stond echter op het aftreden der tegenwoordige regee ring. De officieele mededeelmg over de bespre king zegt, dat de houding van Manin geen verandering van den politiekere toestand zal brengen. Van regeeringszjjde wordt geen beteekenis gehecht aan de bjjeenkomst van EEN BULGAARSCH GRIEKSCH GRENSINCIDENT. Een Bulgaarsche sergeant neergeachoten. Zaterdagavond om 8 uur is een sergeant van de Bulgaarsche grenspost no. 5 bjj Nevrokop neergeschoten door een Griek- schen soldaat van den Griekschen post no. 136, waarheen hij zich begeven had om den nachtdienst tusschen beide posten te rege len. De Bulgaarsche grenswacht heeft order gekregen zich te gedragen naar de regeling voor grensincidenten, die door de beide neutrale officieren is opgesteld, welke daar toe na de gebeurtenissen van 1925 te Petritsj waren aangewezen. DE MOORD OP OBREGON. Algemeen verwacht men een bevredigende oplossing van de politieke crisis, die gevolgd is op den moord op Obregon, daar de leiders der Obregon-partjj heden verklaarden, dat president Calles alle pogingeif in het werk zal stellen om de daders rechtvaardig te oordeelen. Vare 15 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Reclame pet regel f 0.75 voor de eerste paginavoor de overige pagina's f 0-50 j Rubriek „Vraag en aanbod” bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60 per advertentie van 5 regels j iedere regel meer f 0.12. 158. „Een belooning voor die deken?” vroeg Kapitein Copplestone verbaasd, „waarvoor moet dat dienen?” De detectieve zag den kapitein een oogenblik met een medelijdend lachje aan. „Ziet gjj niet in”, vroeg hjj, „dat als wjj de deken vinden wjj vrjj zeker zjjn ook het kind te zullen vinden? De man, die haar roofde deed een fout, door de deken mee te nemen, tenzjj hjj slim genoeg was om die zoo spoe dig mogeljjk te vernietigen. Als hjj dat niet gedaan heeft, als hjj die zijden deken ergens heeft achtergelaten, dan zjjn wjj op het goede spoor. Dat is juist iets waarin een detectieve een draad vindt Er zjjn meer dieven en moordenaars gepakt door een oude jas of een paar oude schoenen, of een wandelstok of zoo iets dan men in een dag zou kunnen opnoemen. Ik kan nog niets meer zeggen over de zaak, mylady, maar voor wjj twee dagen verder zijn, zal er een advertentie in de bladen staan, om vjjf pond sterling aan te bieden voor ieder die aanwijzing kan doen over een donker blauwe zijden deken, met karmozijnroods strepen.” sebijnt mjj meer in uw idee te zitten, Per kwartaal voor Alkmaar. 2. Voor buiten Alkmaar. f 2.85 Met Geïllustreerd Zondagsblad t f 0.60 booger Ongetwijfeld zal daartoe ook bijdragen het 1 laatste debat in de Tweede Kamer gevoerd. Voortreffelijk werden daar de voordeelen van verzekering boven staatspenrionneering uiteengezet. De tegenstelling tusschen beide stelsels werd keurig aangetoond in de rede van den heer Snoeck Henkemans, die de stelling ver dedigde: „Moreel en economisch zal het staatspensioen een volk verzwakken en zal sociale verzekering een volk sterker maken”. In het kort werd die stelling ontwikkeld met deze woorden: „Ten eerste blijkt deze tegenstelling klaar en duidelijk, omdat het. spaarsysteem der sociale verzekering, rijkdommen, kapitalen vormt, reeds gebezigd en in de toekonlst nog te bezigen voor allerlei uitnemende doelein den, woningvoorziening, ziekenhuisbouw, schoolstichting, enz. van welk© kapitalen al leen de rente voor de sociale verzekering wordt gebruikt. „De sociale verzekering dwingt den bur ger een deel van zijn inkomen te besparen en legt deze gezamenlijke reserven in ge meenschappelijk kapitaalbezit op. „Het staatspensioen daarentegen is een aanmoediging voor den burger al zjjn in komsten te verteren. Komt* de ouderdom, komt de invaliditeit, dan staat de openbare kas open. Het gaat dan uit de Staatskas, en ook deze uitlëeering wordt weder geheel ver teerd. Het volk aks geheel wordt armer. „Maar ook nog in een ander opzichfpnaakt het Staatspensioen een volk economich ar mer en zwakker,* tegenover de kans op ver sterking der volkskracht door de sociale verzekering. t „Het Staatspensioen snijdt den band door tusschen den verrichten arbeid en de latere pensioenuitkeeri-ng, en dat is een groot mo reel bezwaar. In de ambtenaarswereld rekent ieder dagelijks met den band tusschen ar beid en pensioen. Het Staatspensioen snijdt dien band af”. van de nationale

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1