1
HAAKMAN’s Bloemenmagazijn,
22"
4K
97"
'I
9*
„ONS BLAD”
J. SPRUIJT
Denkt U
aan
Maadnag 30 Jull 1928. giro alkmaar i»4863 22e Jaargang
4
No. 177.
i
1 J
FEUILLETON.
Gestrafte misdaad.
k
1
f
L
Kofa’s
Serieprijzen
M
4
De eerste herderlijke brief
van onzen nieuwen bisschop.
liefde naar „recbtvaardig-
UIT DE PERS.
Verplichte verzekering of
Staatspenslonneerlng.
Langestraat 31, hoek Payglop
en Boterstraat 5. Alkmaar
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
Verspreide Berichten.
EEN AANVAL OP EEN GEVANGENIS.
BUITENLAND.
Ook voor Bruids-Bouquetten het BESTE ADRES - Tel. 1025
Advertentieprijs
f 125f50.—f4O.—
Abonnementsprijs i
Aan alle abonné*» wordt op aanvrage gratie een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000. f 750. f 250.
GIRO ALKMAAR 104863
GIRO ALKMAAR 104863
I
A
HET VREDESPACT.
j
TE
DE KABINETSCRISIS IN JOEGO-SLAV18.
o
yWordt vervolgd).
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
Slechts 4 dagen
speciale attractie
v. d- Kinderen I I
I
I
Door
heM en vrede”.
het oppositie-parlement
boerenpartij.
Daar de censuur elke mededeeling over de
is de naasten-
ictor, die alles
moet leiden en beheerschen. Is zij niet de
stuwkracht bij al ons sociaal denken en han
delen, dan zal de zoo gewenschte vrede in
de maatschappelijke verhoudingen ver te
zoeken zjjn. De rechtvaardigheid alleen is
dus onvoldoende. Willen wjj werkelijk trach
ten te bereiken een maatschappij, .waarin
wonen rechtvaardigheid en vrede, justitia et
pyx, dan zullen wij over de grenzen der
rechtvaardigheid moeten heengaan, wjjl de
vrede alleen dan zal heerschen, wanneer de
naastenliefde zetelt op een troon, welke rust
Korosetsj vormt een kabinet.
Bet is den leider van de volkspartij, Ko
rosetsj, gelukt om een regeering te vormen
en -wel uit vertegenwoordigers van de oude
meerderheidsgroepen, d.w.z. der radicalen,
democraten, Sloweensche volkspartij en. Ma-
homedanen.
Het nieuwe kabinet is als volgt samen
gesteld:
Korosetsj, premier en Binnenlandeche Za
ken.
Marinkowitsj, Oorlog.
Nicolas^ Sobotitsj, Financiën.
De ministers hebben den eed reeds afge
legd.
De strjjd tusschen sociale verzekering en
staatspensionneering is beslecht, schrijft het
anti-rev. orgaan „De Standaard’’:
„In 1912 viel de beslissing; in 1919 werd
zij bevestigd en voor de derde maal, in Mei
1928, werd de staatspensionneering opnieuw
in den ban gedaan.
Alle goede dingen bestaan in drieën
verwacht mag dab ook worden, dat nu eens
voor goed, definitief, verzekering boven
staatspensionneering heeft getriomfeerd.
Nauwelijks zijn de feestklanken verstorven,
die vanuit Sint Bavo heel het Haarlemsche
bisdom de plechtige heilige wijding van den
nieuwen kerkvorst verkondigden, of deze
zesde bisschop in Haarlem’s kerk richt zich
’reeds in een herderlijken brief tot allen, die
door God’s ondoorgrondelijk raadsbesluit aan
zijn vaderlijke priesterzorgen werden toever
trouwd. 1
In alle kerken en kapellen van het Haar
lemsche diocees, waarin de geloovigen van
den kansel den dood moesten vernemen van
den onvergeteljjken herder Mgr. Augustinus,
Josephus Callier, Godvruchtiger gedachte
nis,
waarin nog voor kort een jubelend Te
Deum ten hemel werd gezonden, om God te
i danken voor de gelukkige benoeming van
Mgr. Joannes Aengenent tot bisschop van
Haarlem, daar klonken gisteren zijn eerste
vaderwoorden tot de hem toevertrouwde ge
loovigen. y
Na eerst enkele woorden van dank gespro
ken te hebben voor de ontelbare, hartelijke
bewijzen van belangstelling en genegenheid,
bij zjjn benoeming ondervonden, prijst de
nieuwe bisschop zichzelf gelukkig en brengt
hij dank aan God, die hem aansteldc als Va
der over kinderen, die door deze liefdevolle
blijken van belangstelling toonden zoo n
groot geloof te bezitten.
Na dit woord van dank en vreugde volgt
dan een herderlijk en vaderlijk woord van
leering en opwekking.
En met een open oog voor de nooden van
dezen tijd, wijst onze nieuwe bisschop ons op
het groote gebod van de liefde en nadert hij
tot ons voor de eerste maal met het woord
van zijn H. Patroon, Sint Jan, op de lippen:
„Kinderen, bemint elkander", hebt elkander
lief.
„In dat woord ligt de oplossing van alle
nooden en kwalen van den tfjd, waarin wij
thans leven. Indien dat gebod der naasten
liefde in zijn volheid wordt opgevolgd', dan
zal zoowel in het sociale als in het particu
liere leven een toestand worden geboren, die
aan de wereld als het ware een heel ander
aanschijn zal geven.
In het sociale leven. Ja. beminde geloo
vigen, alleen van de volledige vervulling
van het gebod der naastenliefde is de vrede
in de maatschappelijke verhoudingen te
verwachten. Ik weet het, allereerst moet aan
de eischen der strikte rechtvaardigheid
worden voldaan. Allereerst moeten de ver
schillende maatschappelijke klassen weder
zijds elkanders rechten weten te waardee-
ren en in vervulling doen gaan. Maar het
strikte recht alleen is niet in staat den ge-
schokten maatschappelijken vrede te her
stellen. De rechtvaardigheid is slechts de
grondslag, het fundament waarop de maat
schappij zelve nog moet worden opgetrok
ken. Justitia fundamentum regnorum. Be
staat die ^grondslag niet, dan is een orde
lijke opboiiw van de maatschappelijke sa
menleving onmogelijk. Maar de grondslag is
de bouw zelf nog niet. Bij den bouw der
maatschappelijke samenlevii
liefde de allervoornaamste
besprekingen van het oppositie-parlement
onderdrukt, is het van buiten af natuurlijk
niet mogelijk zich een oordeel t
over den politieken toestand, maa
den correspondent schijnt deze toch den
dan ik eerst dacht,” zeide Copplestone na
denkend. „Maar ik wil eerlijk bekennen dat
ik niet op de gedachte gekomen zou zijn.”
„Neen, dat geloof ik wel,” zeide Larkspur
met een glimlach. „Het heeft mjj ook dertig
jaren gekost, om mijn vak in den grond te
leeren en het is dus niet waarschijnlijk dat
anderen mijn ervariifg zoo maar zou aan
waaien.”
„Ge hebt gelijk, mijnheer Larkspur,” her
nam de kapitein, „en daar gij volkomen be
rekend schijnt te zijn voor de moeilijkheden
van den toestand, geloof ik, dat wij niet be
ter kunnen doen dan ons geheel op uw toe
wijding te verlaten.”
„Ik geloof, dat gij geen berouw zult hebben
van uw vertrouwen,” zeide Larkspur. „En
nu als ik zoo vrij mag zijn zou ik graag
wat te eten hebben en een glas cognac met
water, dan ga ik vervolgens een wandeling
maken in het dorp en eens rondkijken. Er
zal wel iets op fe merken vallen voor iemand,
die zijn opgen en ooren open zet.”
Mijnheer Larkspur werd toevertrouwd aan
de hoede van den bottelier, die hem dadelijk
meenam naar de huishoudster, juffrouw
Smithson, die hem met grooten eerbied ont
ving. t
Juffrouw Smithson en de bottelier zouden
wat gaarne met Larkspur gepraat hebben,
om te weten te komen wie hij was en wat hij
van de zaak dacht, maar Larkspur was zeer
weinig geneigd om mededeelzaam te zijn. Hjj
antwoordde beleefd doch kort op de vragen
van juffrouw Smithson, en na een stevig
maal gebruikt te hebben en een duchtig glas
cognac, verliet hij de kamer van de huishoud
ster en trok zich terug in een kamer, die de
bottelier hem aanwees, een zeer gezellige zit
kamer, met een kleine slaapkamer er naast,
in welke twee vertrekken Larkspur zou hui
zen tijdens zijn verblijf op het kasteel.
Hier hield hij zich allereerst bezig om eeni-
ge brieven te schrijven aan de commissaris
sen van politie in de voornaamste steden van
Engeland, waarin hij de zaak mededeelde en
verzocht advertenties te plaatsen in de cou
ranten, zooals hij reeds had medegedeeld aan
den kapitein en lady Eversleigh. Toen dit
klaar was en het donker begon te worden,
zette hij zijn hoed op\en ging de poort uit,
naar het dorp. Daar bracht hjj het overige
van den avond door, en hij maakte een zeer
goed gebruik van^zjjn tijd, ofschoon hjj het
grootste deel daarvan doorbracht in de groo
te herberg (niet die van Milsom), luisterende
naar de gesprekken van de boeren en ande
re bezoekers, en een glaasje grog drinkende.
Ónder de bezoekers was de goedmoedige
maar zwakke Matthew Brook, de koetsier.
„Je bent je zelf niet geweest, Matthew,”
zeide een groqte kerel met een rood gezicht,
die bottelier was op een kasteel in den om
trek; „je bent je zelf niet geweest sedert de
heen gegaan is of hoe lang hij denkt weg te
blijven? Ik weet niets van hem, behalve dat
hij een vrooljjke, goedhartige sinjeur schijnt.
James Harwood heeft hem 's avonds eens bij
ons op het kasteel gebracht om een kaartje
te leggen en een glas te drinken; hij heeft
ons uitgenoodigd nu en dan een glaasje bjj
hem te komen drinken. En dat deden wij. Dat
is alles en ik houd er niet van om verder
een verhoor te ondergaan.”
„Wel Brook,” riep zijn vriend, de botte
lier, „wat scheelt er aan met jou? Dat ben ik
niet van je gewoon dat je een ouden mak
ker, zooals mij, zoo’n scherp antwoord geeftl”
Brook nam geen notitie van dit verwijt,
Hjj bleef in stilte zitten rooken.
..Harris”, ging de bottelier voort, zich tot
den kastelein wendend, die juist binnenkwam
om zjjn gasten te bedienen, „weet je ook of
de kastelein van de „Kat” al terug is?”
„Neen, mijnheer Maunders is nog niet te
ruggekomen,’’ antwoordde Harris, „en zjjn
klanten beklagen zich dat zij zoo slecht be
diend worden door die dienstbode, die hjj
alleen in zjjn huis heeft achtergelaten. Ik heb
al menig klant van hem hier bjj mjj zie»
komen.”
te vormen
lap vorens
kant van een kabinetswisseling uit te gaan.
De reis van Kellogg.
Onwaarschijnlijke geruchten.
Aan het departement van buitcnlandsche
zaken te New-York wordt met de meeste
beslistheid verklaard, dat Kellogg uitsluitend
ter onderteekening van het anti-oorlogspact
naar Parjjs gaat en de andere vraagstukken
waarbjj Amerika betrokken is, zooals de
schuldregeling volkomen zal laten rusten.
De berichten in sommige groote Europeesche
bladen als zou in het bjjzonder dr. Strese-
mann de gelegenheid willen aangrijpen om
het vraagstuk van de herstelbetalingen en
de bezette gebieden ook te Parijs aan de
orde te stellen worden te Washington niet
ernstig opgevat, indien waar, ze inderdaad
de wenschen van Europeesche politici zouden
vertolken, dan zal Kellogg in geen geval
aan dergeljjke besprekingen deelnemen.
Mevrouw Kellogg begeleidt haar man naar
Parijs en het echtpaar keert met de eerste
boot die na de onderteekening vertrekken
zal, weer naar New York terug.
kleine jongejuffrouw verdwenen is. Je moet
wel veel met dat kind opgehad hebben.”
„Ja, ik hield ontzettend veel van haar,
antwoorde Matthew, „omdat het zoo’n lief
meisje was.” 1
Ofschoon deze woorden de volkomene
waarheid bevatten, was er iets als aarzeling
geweest in de wijze waarop de koetsier ze
uitsprak een aarzeling, die Andrew Lark
spur niet naliet op te merken.
„En je hebt je nieuwen vriend daar in de
andere herberg ook verloren? Je zat daar
anders in den laatsten tijd meer dan hier.
Wat is ei van dienMaunders geworden,
heet hjj zoo niet?” vroeg de bottelier. „Dat is
een wonderljjke zaak, om zoo plotseling
Raynham te verlateu en zijn huis in den
steek te laten met niemand om er voor te
zorgen dan <e.i dl»ratbode, die evenveel van
de zaken weet als een koe. Weet ge waarom
hij weggegaan is, en waarheen, Matthew?”
„Neen”, antwoordde Brook op zenuw-
achtigen toon en rood wordende, terwijl hjj
sprak.
De defectieve luisterde nog scherper dan
te vetrn. Het gesptek werd boe langer hoe
belangwekkender voor hem.
„Hoe aou ik nu weten waar mjjnheer Maun
ders heengegaan is,” vroeg Matthew Brook,
op eenigszins geraakten toon, terwijl hjj op
hield met rooken om zjjn groote pjjp weer te
stoppen. „Hoe zou ik nu weten waar hj)
op een fundament van rechtvaardigheid.”
Na herinnert te hebben aan de woorden
van Paus I^o XIII in zijn Encycliek Rerum
Novarum en aan die van Paus Benedict!»
XV, die eveneens de gewenschte uitkomst in
de maatschappelijke verhoudingen vooral
verwachtten van een ruime uitstorting der
liefde, die altijd bereid is zich voor het wel
zijn van anderen geheel ffe geven, vervolgt
Mgr. Aengenent:
„Doch niet alleen in da sociale verhoudin
gen, maar ook in de verhoudingen van
individu tot individu moet de naastenliefde
heerschen. En nu bedoel ik niet in de aller
eerste plaats, dat wjj verplicht zijn om aan
de armen aalmoezen uit te deelen. Neen,
veel meer heb ik het oog op den plicht om
in den omgang met onze evennaasten zacht
moedig en liefdevol te zjjn. O, wat zou de
wereld herschapen worden in een paradijs,
wanneer de liefde heerschte, zooals onze
Goddelijke Méester dat bevolen heeft, o.a.
toen hjj sprak: Leert van Mij, dat ik zacht
moedig van harte ben.” (Matth. XI, 29). En
wat wordt de samenleving van menschen
met menschen dikwjjls een bron van pijni
ging en bitter zielelijden, omdat de liefde
ontbreekt.”
Ook zjjn Apostolisch hart, laat Haarlem’s
nieuwe h i Ier spreken, als hij denkt aan zoo-
velen, die nog niet van zjjn ware schaapstal
zjjn, doch die hij toch ook eens zijn kinderen
hoopt te kunnen noemen.
Hij wjjst er ons op dat het groote gebod
der liefde zich ook uitstrekt tot degenen,
..dié niet tot de Kerk behooren. En dan denk
ik allereerst aan de andersdenkende mede
burgers in ons vaderland, die met ons vor
men één natie, één volk. Het beeft mjj zoo
diep getroffen, dat ik vooral in de laatste
weken sinds mjjn benoeming van zoo velen
hunner en uit de meest verschillende krin
gen hartelijke en duidelijke bljjken van be-
langstelling en inpathie mocht ontvangen.
Ik dank er den goeden God voor, Die hun
zoo edele gevoelens instortte; want van Hem
komen alle goede gaven. En laat het voor
ons een aansporing zjjn om nooit te verge
ten, dat zjj, bjj alles, wat hen van ons
scheidt, kinderen zjjn van een en denzelfden
Vader in den hemel, dat ook zjj zjjn onze
broeders en zusters; en laat het ons steeds
een vreugde zjjn, in liefde en vrede met hen
te leven en samen te werken voor de ge
meenschappelijke belangen.”
Hoe duidelijk geeft Mgr. Aengenent in de
zen eersten herderlijken brief de verklaring
van zjjn wapenspreuk: „rechtvaardigheid en
vrede.”
De liefde tot onzen evenmensch moet ons
rechtvaardig maken opdat wjj vrede hebben
met anderen; opdat, er vrede heersche in de
maatschappij, vrede; die voert tot welvaart
en geluk van het vólk.
Mogen de wensAen, die de nieuwbenoem
de bisschop bjj het bestijgen van zijn bis-
schoppeljjken troon in deze woorden, die ons
hebben toegeklonken als een regeeringsver-
klaring, heeft uitgesproken, onder zijn be
leidvol bestuur verwezenlijkt worden „in Dei
nomine felieiter.”
BRAND IN EEN KRANKZINNIGEN
GESTICHT.
300 gevaarlijke verpleegden ontsnapt
Zaterdagnacht zjjn te Nashville (Ten
nessee) de twee hoogste verdiepingen van
het centrale staatshospitaal voor krankzinni
gen door brand vernield. Onder de 1272
patiënten ontstond een ontzettende paniek;
30Ö krankzinnigen, waaronder een groot aan
tal gevaarljjke zieken en misdadigers vluch
ten door angst bevangen en doolden in de
omgeving der stad over wegen en velden en
langs de spoordijken rond. Drie uur na het
blusschen vam den brand was het grootste
aantal der ontvluchten in het gesticht terug
gebracht. Met behulp van de politie organi
seerden de beambten van het gesticht een
systematisch onderzoek naar de vermisten.
Voor zoover bekend is bij de brand niemand
omgekomen of gewond.
EEN ENORME BRAND.
Over een afstand van 50 K.M.
In het vruchtbare graangebied der Eure-
ka-Flats op 50 K.M. afstand van Wallawalla,
(staat Washington) heeft een brand, die
12 uur duurde, 13 warenhuizen en cenige
honderden acres weide- en bouwland ver
nield. Het verwoest gedeelte is ongeveer
50 K.M. breed. Naar gemeld wordt, is de
brand uitgebroken in de buurt van het
spoorwegstation Attalla.
Honderden boeren zjjn den heelen nacht in
de weer geweest om den brand te blusschen.
De graanvoorraden bjj het spoorwegstation
Abkins konden door het opwerpen van dam
men gered worden. De schade is enorm.
Te Limoges heeft een stoet van verschei
dene honderden communistische arbeiders
getracht de deur van de gevangenis open te
rammen om aldus stakende arbeiders uit een
schoenenfabriek te bevrjjden, die gevangen
waren gezet, omdat ze de vrjjheid van arbeid
hadden aangerind. De republikeinse!» ganla
en gendarmen hebben de orde hersteld. De
gevangenis wórdt door gewapende macht
bewaakt.
SPOORWEGONGELUK
UJVERBASZ.
3 Dooden.
Zaterdagochtend is de D-trein uit Boeda
pest in de buurt van het station Ujverbazs
op een daar stilstaanden goederentrein ge
reden. De botsing was hevig; drie spoorweg
beambten werden gedood. De materieel*
schade is aanzienlijk.
SLECHTE WONINGEN.
Te Kief bleken den laatsten tijd berbaal-
delijk ernstige bouwfouten voor te komen bjj
woningen, gebouwd door de plaatselijke
wonigbouw-coöperaties, tengevolge waarvan
het zelfs is voorgekomen, dat gloednieuwe
wonigen onbewoonbaar moesten worden ver
klaard. Een onderzoek, dat naar aanleiding
hiervan door de plaatselijke autoriteiten is
ingesteld, heeft thans aan het licht gebracht,
dat op vrij groote schaal maar luk-raak
wordt gebouwd, zonder behoorlijke werk-
teekening. De autoriteiten hebben thans
maatregelen genomen om aan dezen hoogst-
ongewenschten toestand een einde te maken.
EEN ROTSSTORTING OP 1* IGHT.
Op het eiland Wight zijn Donderdagmid
dag géweldige rotsmassa's, naar schatting
200.000 ton van den bekenden weg onder-
langs de rotsen bij Windy Corner in het dal
naar beneden gestort. Over een afstand van
200 M. was de weg met rotsblokken ter
DE POLITIEKE TOESTAND IN
ROEMENIC.
De houding van de nationale
boerenpartij.
Naar de correspondent van de Frankfur
ter Zeitung te Weenen meld), heeft de Roe-
meensche regentschapsraad Vrijdag Manin,
den leider der boerenpartij, ontvangen. De
regentschapsraad poogde Manin van demon
straties af te houden. Manin stond echter
op het aftreden der tegenwoordige regee
ring.
De officieele mededeelmg over de bespre
king zegt, dat de houding van Manin geen
verandering van den politiekere toestand zal
brengen. Van regeeringszjjde wordt geen
beteekenis gehecht aan de bjjeenkomst van
EEN BULGAARSCH GRIEKSCH
GRENSINCIDENT.
Een Bulgaarsche sergeant
neergeachoten.
Zaterdagavond om 8 uur is een sergeant
van de Bulgaarsche grenspost no. 5 bjj
Nevrokop neergeschoten door een Griek-
schen soldaat van den Griekschen post no.
136, waarheen hij zich begeven had om den
nachtdienst tusschen beide posten te rege
len. De Bulgaarsche grenswacht heeft order
gekregen zich te gedragen naar de regeling
voor grensincidenten, die door de beide
neutrale officieren is opgesteld, welke daar
toe na de gebeurtenissen van 1925 te Petritsj
waren aangewezen.
DE MOORD OP OBREGON.
Algemeen verwacht men een bevredigende
oplossing van de politieke crisis, die gevolgd
is op den moord op Obregon, daar de leiders
der Obregon-partjj heden verklaarden, dat
president Calles alle pogingeif in het werk
zal stellen om de daders rechtvaardig te
oordeelen.
Vare 15 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Reclame pet
regel f 0.75 voor de eerste paginavoor de overige pagina's f 0-50 j
Rubriek „Vraag en aanbod” bij vooruitbetaling per plaatsing
f 0.60 per advertentie van 5 regels j iedere regel meer f 0.12.
158.
„Een belooning voor die deken?” vroeg
Kapitein Copplestone verbaasd, „waarvoor
moet dat dienen?”
De detectieve zag den kapitein een
oogenblik met een medelijdend lachje aan.
„Ziet gjj niet in”, vroeg hjj, „dat als wjj de
deken vinden wjj vrjj zeker zjjn ook het kind
te zullen vinden? De man, die haar roofde
deed een fout, door de deken mee te nemen,
tenzjj hjj slim genoeg was om die zoo spoe
dig mogeljjk te vernietigen. Als hjj dat niet
gedaan heeft, als hjj die zijden deken ergens
heeft achtergelaten, dan zjjn wjj op het goede
spoor. Dat is juist iets waarin een detectieve
een draad vindt Er zjjn meer dieven en
moordenaars gepakt door een oude jas of
een paar oude schoenen, of een wandelstok
of zoo iets dan men in een dag zou kunnen
opnoemen. Ik kan nog niets meer zeggen
over de zaak, mylady, maar voor wjj twee
dagen verder zijn, zal er een advertentie in
de bladen staan, om vjjf pond sterling aan
te bieden voor ieder die aanwijzing kan doen
over een donker blauwe zijden deken, met
karmozijnroods strepen.”
sebijnt mjj meer in uw idee te zitten,
Per kwartaal voor Alkmaar. 2.
Voor buiten Alkmaar. f 2.85
Met Geïllustreerd Zondagsblad t f 0.60 booger
Ongetwijfeld zal daartoe ook bijdragen het 1
laatste debat in de Tweede Kamer gevoerd.
Voortreffelijk werden daar de voordeelen
van verzekering boven staatspenrionneering
uiteengezet.
De tegenstelling tusschen beide stelsels
werd keurig aangetoond in de rede van den
heer Snoeck Henkemans, die de stelling ver
dedigde: „Moreel en economisch zal het
staatspensioen een volk verzwakken en zal
sociale verzekering een volk sterker maken”.
In het kort werd die stelling ontwikkeld met
deze woorden:
„Ten eerste blijkt deze tegenstelling klaar
en duidelijk, omdat het. spaarsysteem der
sociale verzekering, rijkdommen, kapitalen
vormt, reeds gebezigd en in de toekonlst nog
te bezigen voor allerlei uitnemende doelein
den, woningvoorziening, ziekenhuisbouw,
schoolstichting, enz. van welk© kapitalen al
leen de rente voor de sociale verzekering
wordt gebruikt.
„De sociale verzekering dwingt den bur
ger een deel van zijn inkomen te besparen
en legt deze gezamenlijke reserven in ge
meenschappelijk kapitaalbezit op.
„Het staatspensioen daarentegen is een
aanmoediging voor den burger al zjjn in
komsten te verteren. Komt* de ouderdom,
komt de invaliditeit, dan staat de openbare
kas open. Het gaat dan uit de Staatskas, en
ook deze uitlëeering wordt weder geheel ver
teerd. Het volk aks geheel wordt armer.
„Maar ook nog in een ander opzichfpnaakt
het Staatspensioen een volk economich ar
mer en zwakker,* tegenover de kans op ver
sterking der volkskracht door de sociale
verzekering. t
„Het Staatspensioen snijdt den band door
tusschen den verrichten arbeid en de latere
pensioenuitkeeri-ng, en dat is een groot mo
reel bezwaar. In de ambtenaarswereld rekent
ieder dagelijks met den band tusschen ar
beid en pensioen. Het Staatspensioen snijdt
dien band af”.
van de nationale