„ONS BLAD"
I
No. 183.
Bureau HOF 6, ALKMAAR - Telefoon
f40.—
o
FEULLETON.
Gestrafte misdaad.
'r
De wereld rondom ons.
(Reisbrief)
f250f 125.—f50.
BUITENLAND.
PROTEST TEGEN DE PORNOGRAFIE.
Zaterdag 1& Aug. 1928. giro alkmaar kmto 22e Jaargang
UIT DE PERS.
Een ergernis, die tevens een
misleiding Is.
Advertentieprijs
Abonnementsprijs i
1
V
GIRO ALKMAAR 104863
be-
’Wordt vervolgd^
I.
en van dien beroemden „groot-
■Luropa’s stroomen”.
bracht, hoorde hjj een gegons van stem
men binnenshui*.
Dadelijk daaroj
en toen de pr<
deed geen vragen omtrent bet kind. Mevrouw
opdracht die haar broeder haar aangaande
dit kind geg
onmiddellijk
OP AANVRAGE WORD» U GRATIS TOEOfc
ZONDEN OE BROCHURE OVER ORANULINC
HET MIDDEL VAN Or J. H. VAN GRAFHORS^
ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIEir
2 IEK TE.*Mlddalburgich««lr <J 17, Sehc.gningeg’
ADMINISTRATIE No.’ 433
REDACTIE No. 633
-
regel f 0.75 voor de eerste
Rubriek „Vraag en i
f 0.60 per advertentie van 5 regel* iedere regel meer f 0.1:
SanapE
óy Hoofdpijn en Kiespijn
■Lot vooral op den aaam SaoapiHa daar dex Ubiett.*-
Wfttta M» t«««n oamaak «a vcrvaLschin^
Prijs 25. 40 ca 75 ctj
160.
8uxe kwam dien morgen reeds vroeg by
haar tante en toen de eerste verrassing dat
«ij het kind daar aantrof, over was, kwam
het gesprek op de omstandigheden, waarin
het meisje tich bevond.
„Reken er op, tante”, zeide Suze, „wij sul
len de waarheid over kleine Geertje spoedig
vernemen”.
SOVJET-MONGOLH IN OORLOG MET
BARGA.
Sovjet Mongolië heeeft den staat Barga
den oorlog verklaard, óm dezen te dwingep
zich weer bij Mongolië aan te sluiten. Mon-
goolsche roode cavalerie, welke door Russen
is geoefend, is over de grens getrokken, heeft
twee stations aan den Oost-Chineeschen
spoorweg bezet en de baan opgebroken.
HET AANTAL COMMUNISTEN IN
BERLIJN.
De communistische bladen deelen mee, dat
het aantal communisten in het district Berlijn,
dat in December 1927 nog meer dan 18.000
bedroeg, teruggeloopen is tot 12.000. In heL
zelfde district was het aantal communisten
drie jaar geleden nogr ond 50.000, zoodat zy
nu nog slechts een vierde van dit cijfer tellen.
TOEZICHTLOOZE KINDEREN IN
ST. PETERSBURG.
Te St. Petersburg heeft men opnieuw te
worstelen met het euvel der toezichtlooze
kinderen, dat aanvankelijk overwonnen
scheen te zijn. Het gemeentebestuur heeft
zich thans weer genoodzaakt gezien, gelden
beschikbaar te stellen tot bestrijding van dit
kwaad. O.m. heeft het 60.000 roebel beschik
baar gesteld voor het inrichten van werk
plaatsen met woongelegenheid, voor kinderen
boven de 12 jaar.
DE ENGELSCHE SPOORWEGTARIEVEN
VERLAAGD.
De Engelsche spoorwegmaatschappijen on
dervinden zeer ernstige concurrentie van
autobussen en andere vervoermiddelen.
Daarom hebben zij bet tarief verlaagd van
5 shilling op een halve crown en verschil
lende andere faciliteiten verleend aan reizi
gers.
Den volgenden morgen bracht de predi
kant mevrouw Miller terug naar Allanbay;
hij ging daarop zelf naar mevrouw Jennan,
daar hij de sustor van Milsom beloofd had
haar de smart te «uilen besparen, om de
verschrikkelijke schiedenis te vertellen, die
aan de tante van Valentjjn Jennan het lot
van haar neef zou ophelderen. Toen de
geestelijke het buis van mevrouw Jennan
bereikt had en den klooper in beweging
De transportmaatschappjjen zijn echter van
oordeel, dat dit te laat in het seizoen komt
om hen ernstig te benadeelen.
De Volks wartbund” heeft samen met 24
andere katholieke organisaties het volgende
protest ingediend by de Directie der Duit-
sche Spoorwegen:
„Uit alle- oorden van Duitschland boort
kien klachten over de onzedelijke boeken en
geschriften, die verkocht worde» in de kios
ken op stations en pleinen. Dit bewijst, dat
de autoriteiten niet krachtdadig optreden
tegen deze misbruiken, maar ook, dat er
geen voldoende maatregelen kunnen geno
men worden om ze weg te nemen”. De
petitie verzoekt vervolgens de directie om
het voorbeeld te volgen van sommige stads
besturen, die by de oprichting van kiosken
als voorwaarde eischen, dat de verkoopers
geen zedenkwetsende geschriften zullen uit
stallen. aankondigen of verkoopen. By het
protest werd een lyst van xedelooze boeken
en geschriften’gevoegd, met het verzoek
deze ten spoedigste uit de kiosken te doen
verwijderen.
werd de deur geopend
edik an t vroeg of mevrouw
thuis was en hjj baar alleen kon sproken,
kreeg hij van de spraakzame dienstbode teu
antwoord:
„Ja, mijnheer, mevrouw is thuis maar zjj
is niet alleen, kapitein George en zjjn schoon
vader zijn juist een half uur geleden hier
gekomen”.
En zoo was Joyce Harkers taak ten einde
en George Jennan's peinzen over het lot van
xjjn broeder hield op. Een plechtige stilte
beerscbte eenige oogenblikken in de geluk
kige huishouding te Allanbay en Suze s
tranen vielen op de kleine Geertje, die op
haar schoot lag te slapen. De geestelijke
deed geen vragen omtrent toet kind. Mevrouw
Miller had hem niet* gesegd betreffende de
opdracht die haar broeder haar aangaande
dit kind gegeven had en daar Mllsom’s dood
onmiddellijk gevolgd was op haar vraag aan
baar broeder, bad hij op die vraag geen achfc
geslagen.
NGORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
DE VOLKENBONDSVERGADERING.
De Nederlandsche delegatie.
In de Nederlandsche delegatie naar de ne
gende Volkenbondsvergadering, welke op 8
September a.s. -te Geneve zal aanvangen,
zullen zitting hebben als vertegenwoordiger*,
de heeren Jhr. mr. F. Beelaerta van Blok
land, minister van Buitenlandse he Zaken.
Jhr. dr. J. Loudon, Buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister te Barys, oud-
minister van Buitenland*che Zaken. Prof,
jhr. mr. W. J. M. van Eyainga, hoogleeraar
a.'.n de Rijksuniversiteit te Leiden en mr.
J. P. Graaf van Limburg Stinim, Buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister te
Berlijn. oud-Gouvemeur-Generaal van Ned.
Indlë.
De uren gingen traag voorbij in het
groote ziekenhuis, waarin Zwarte Milsom lag
te sterven. Zyn zuster was gekomen en lag
geknield by zyn bed, en de goede geeste
lijke, die medelijden had met do ziel van
den zondaar, zat aan de andere zyde van
het bed, met ernstigen en medelijdenden
blik hen beiden beschouwende. De ontmoe
ting tusschen broeder en zuster was «eer
Pljnljjk geweest, en de smart, door de arme
vrouw aan den dag gelegd, toen «jj ontdekte,
dat haar broeder een misdadiger van de
slechtste soort was, was groot De predikant
had echter woorden van troost gesproken
en van hoop tot de levende en tot den ster
vende. De geneesheer had den man voor het
laatst bezocht, en Milsom wachtte zijn ster
vensuur af
men. dan zwijgen de intiem-gefluisterde ge
sprekken bij de raampjes in de wagongangen,
dan blijft zelfs een hooge troef ongebruikt
liggen op het speeltafeltje groote koffer,
gesteund door vier paar knieën dan voelt
zelfs de nuchterste Hollander de poëzie van
de eeuwige schoonheid der natuur.
Passau, poort van Oostenrijk, kostelijk
bergstadje, oer-oud, vol romantiek, doch
waarvan de schoonheid slechts matig ge
noten wordt door de slaven van ’t geurig
Hollandsch nicotiniaansche kruid, die hier
vreezen, dat de speurblik der Oostenrykscbe
douaniers in de ingewanden hunner koffers
zooveel zal ontdekken, dat volgens de Oos-
tenrijksche wet ongerechtigheid moet heeten.
Geen nood, de altjjd kwieke leider van ’t
gezelschap heeft al lang aan de gevreesde
noodpetten medegedeeld, wie deze Hollan
ders zyn: de pleegouders, die met een hart
vol liefde en een koffer, nu ja, vol geschen
ken, hun dierbare kinderkes gaan opzocken.
Dan bljjven de koffers dicht. De ambtelyke
strengheid, getroffen door zooveel liefde,
wil nu eens blind zyn.
Terwyl nu langzaam de avond weer aan
donkert en voor de tweede maat de huise
lijke electrische lampjes in de coupé’s aan
gloeien, sjorren de laaggebouwde Oosten-
rjjksche machines vóór en achter de trein,
de kostbare last tegen de dreigende bergen
op. Ijtngs het schilderachtige Linz, voorbij
het. imponeerende Stift Melk, door het, aan
vervlogen militaire glorie herinnerend St.
Pölten.
’t Wordt roezig bij het gezelschap. Meer
huiselijke kieedingstukken en al wat verder
gedurende de reis tot vergemakkelijking en
veraangenaming heeft gediend, wordt weer
ingepakt. Koffers worden in de gangen ge
zet en alles staat in vol ornaat gereed uit
te (stappen. Helaas, wat te vroeg, want do
trein heeft enkele uren „VerspAtung”, schijn
baar niets ongewoons op deze Ijjn. ZwAAr,
zeer zwaar wegen de laatste loodjes. Het
popelende ongeduld wordt niet gestild, door
het oneindig-schoone aanzicht van ’t nacht
donkere Wienerwald, geïllumineerd met dui
zenden gouden lichtjes. Gelukkig, de stijging
is gedaan. Schokkend en schuddend dondert
het enorme treingevaarte naar beneden,
immer omlaag met misschien honderd kilo
meter snelheid. Naar beneden, naar die
steeds helder wordende lichtvlek, luchtwijzer
van de moderne grootstad.
Wien du Stadt meiner Trkumen!
Aan het ietwat aftandsche Westbahnhof
een enorme drukte. Niet die van 'n gewone
internationale trein-aankomst. Veel zenuw
achtiger, veel hartelijker, veel aandoénlijker.
Gerèn, gedraaf met de langzaam binnenrij
dende trein mee, opgewonden kreten van
begrooting en herkenning, zakdoeken, over
al, die waarachtig niet alleen om te wuiven
gebruikt worden.
Dan door de oneindig lange Maria Hilfer-
strasse, Opernring, Kürtnerstrasse, onder en
langs fel-gloeiende roode lichtredame’s
(symboliek?) naar het hotel. Een koninkryk
voor een béd nu, voor vijf uren loodzware
slaap.*
Ongelooflijk, hoe vyf uren echte bedrust in
twee etmalen een mensch kunnen restauree-
ren. Frisch en opgewekt naar Weenen's
Oostpunt, vanwaar de Hongaarsche sneltrein
vertrekt Langzaam beginnen we op deze
reis aan Einstein te geloo^en, aan de betrek
kelijkheid van alle aardsche dingen. Die tot
vóór ’n paar dagen de reis Alkmaar-Rotter-
dam nog ’n reuzcn-tocht vonden, Spreken
nA de zes-en-twintig-urige spoorreis over de
vyf uur Wien-Budapest als 'n peuleschillct-
je. Nauwelijks de moeite waard, om je jas
uit te doen. Zou bet naar buiten kjjkcn, nA
al het schoons van den vorigen dag nog de
moeite waard zyn? Ja toch, want deze
schoonheid is anders, is niet Westersch meer.
De golvende maisvclden, afgewisseld met
woeste steppen, de vreemde kudden vee, de
helgekleurde, met boofddo&ken getooide
vrouwen, dat alles is Oostersch.
DE BETREKKINGEN TUSSCHEN CHINA
EN JAPAN.
China zwicht voor do
Japansche nota.
De Chineesche gezant ^e Tokio heeft een
beioek gebracht aan het Japansche departe
ment van Buitenlandsche Zaken. By deze
gelegenheid verklaarde hij, dat de regeering
van Nanking bereid is, de mededeeling van
de opzegging der verdragen met Japan in
te trekken en een aanvang te maken met
geregelde besprekingen tot herziening van
deze verdragen. Dit beteekent, dat de regee
ring van Nanking voor den druk, van da
Japansche regeering geweken is, die, zooals
men «ich herinnert, „maatregelen” had aan-
gekondigd.
Wjj lezen in de „Rsb.":
Men deelt ons mede, dat Dinsdagavond in
den Kon. Schouwburg alhier, twee als gees
telijke gekleede personen zaten. Niet alleen
dat het opgevoerde stuk allerminst voor
katholieken toelaatbaar was, maar deze twee
„geestelijken” zaten in den rookfoyer met
een dame, die allesbehalve decent gekleed
was, sigaretten te rooien.
Dit tooneeltje wekte daar veel opzien en
allerlei commentaren natuurlijk tegen de ka
tholieke geestelijkheid werden geboord.
Wjj behoeven er intusschen niet op te wij
zen, dat hier natuurlijk van katholieke gees
telijken geen sprake was.
Allereerst bestaat een algemeen kerkelijk
verbod, dat katholieke geestelijken niet in
schouwburgen of theaters etc. mogen komen,
•wanneer daar voorstellingen worden gege
ven, waarvoor entrée wordt gehoven.
In dit geval had men, naar wij vernemen,
te doen met een tweetal geestelijken van de
Oud-Katiholieke Kerk, die eenige jaren ge
leden ook het huwelyk voor de geestelijken
invoerde en die blijkbaar meer en meer weg
zakt naar een peil, waar een geestelijk leven
moeilijk bestaan kan.
Stuitende tooneelt.jes als deze zullen ech
ter helaas meer en meer mogelyk zijn, nu
naast de oud-katholieken er nog andere
secten ontstaan als de vrije katholieken, die
niet alleen den naam katholiek zich weder
rechtelijk toeeigenen en geestelijken dief
stal plegen "ten opzichte van onze liturgie,
maar ook op de openbare straat de kiee-
ding van onze katholieke geestelijken gaan
imiteeren.
Daardoor ontstaan dergelyke misleidende
ergenisgevende tooneelen, als*Dinsdagavond
in den schouwburg mogelijk was.
Plotseling herinnerde zy zich het kind, dat
door hem aan hare zorgen was toevertrouwd.
Was het verhaal dat hij haar over dit kind
gedaan had, waar? Of was ook dit kind het
slachtoffer van een misdaad? Zij wachtte
met ongeduld tot de geestelijke had uitge
sproken. Toen bracht zij haar lippen bij het
oor van den stervende en zeide:
„Thomas, om Gods wil, zeg my iets over
het kind wie is dat? Heb je me de waar
heid gezegd? Zoo niet, vertel dan wie zij
werkelijk is, voor het te Iaat is”.
De smeekende toon vaii hare stem be
reikte baar broeder oor; met een krampl'-
achtige beweging trachtte hij te spreken;
met angst op het gelaat zat zijn zuster e
wachten op wat hy zou zeggen. De witte
lippen van den stervende openden zich,
maar geen geluid was te hooren, de oogleden
trilden, een rilling ging over zjjn leden, toen
was alles stil: Zwarte Milsom was dood!
Van 1S regel* fl-25j elk* regel meer f 0.25. Reclame pet
-«a -«te pagina :vocr de overige pagina's f 0 Joj
aenbody bfl vooruitbetaling per plaatsing
Budar-Pest, Augustus 1928.
Voor enkele weken vermeldden we in deze
rubriek een interessante oproep van een
Hongaarsche gedelegeerde ter vergadering
van de Unie van Volken bonds vereenigingen te
Gravenhage: in een communiqué aan de
Nederlandsche pers, noodigde hy uit, een
selfstandig onderzoek in te stellen naar het
onrecht Hongarije aangedaan bij het vredes
verdrag van Trianon. Een dergeljjk onder
soek leek ons een prettige combinatie van
tomervacantie en journalistieke werkzaam
heid, temeer daar de reis onder^de hoede van
het R. K. Pleegouderscomité zoo gemakke-
lijk en omringd door zooveel faciliteiten zou
kunnen afgelegd worden. En zoo stoomde
dan op den donkeren eersten avond van
Augustus de schrijver van dit wekelyksch
rubriekje in den regenzwaren nacht Deutsch
land in, langs het geweldig Rheinisch-
- Westfklische industriegebied, terwjjl de
gloed van hoogovens en staalwerken de he
mel met vuurglans tintte. Als eerste rustpunt
Keulen, de Domstad, de stad van jolig Rjjn-
sche vroolykheid en rrnschen wjjn, de laatste
maanden by ons journalisten zoo geliefd als
Preesa-stad. Daarna voort door den duiste
ren nacht, door nog duisterder tunnels, ter
wijl de wielen van onzen nieuwen Nederland-
schen D-trein-wagen (voor het allereerst was
dit pracht-product van vaderlandsche wagen,
bouwkunde in gebruik) op de stalen rails
dat eigenaardig ge-tik-tak laten hooren, dat
alleen de ijzerharde rotsgrond van ’t Zeven- 1
gebergte schjjnt te kunnen voortbrengen.
Rechts de Ryn, de heerlijke, de fel-roman-
tische, nu echter zoo goed als onzichtbaar
voor de verlangde menschenkinderen, die
«11e slaap opofferend of vergetend met on
natuurlijk groote pupillen in de zwartheid
naar buiten turen om toch maar een glimp
op te vai
vorst van
Dan vecht zich moeizaam door de regen-
- wolken de dag los. Het grauwe, o zoo kille
ochtendlicht schijnt nu over Frankfort am
Main, de stad van werkers, van zwoegers. Uit
de nog schemerlichte trappenbolen, die naar
de veschillende „Banh steigen” voeren, drom
men reeds de honderden te voorschijn, die
de eerste werkerstreinen gaan bezetten.
Vrooljjk en heel niet slaapdronken glimmen
de gemillimeterde koppen uit de coupéramen,
elkaar vroolyke „Witzen” toeroepend over
bet min of meer ontredderde stelletje in onze
„Sonderzug”. Wat een vitaliteit, wat een
bewonderenswaardige arbeidslust toch in dat,
zoo kort geleden nog lamgeslagen Duische
volk!
Terwyl de bescheiden doorkomende zon
de niet-genoten slaap uit de oogen wrijft;
terwijl de Hollandsche maag een wanhopige
strijd voert met een lading Frankforter
worstjes zóó heet uit ’t water gewik
keld in een bruin-geei kleed van mosterd,
terwijl locomotieven den zwaarten sleep wa
gens tegen de midden-Duitsche gebergten op-
«eulen, keer ’t normale treinleven, dat een
paar uren beeft stilgelegen, weer terug. Er
worden vaderlandsche- en onvaderlandeche
liederen gezongen; druk worden wederzyd-
sche bezoeken afgelegd, soms uit beleefdheid,
maar dikwyls getuigend van prettig aan
doende belangstelling in elkanders lief en
leed; er wordt zelfs oud-Hollandsch gekaart,
met als inzet een worstje of papieren pint
bier aan het eerstvolgend groot station.
Maar soms, als de trein voortdondert door
dat heerlyk Beiersch bergland, als ’t aan Hol
landsche vlakheid gewende oog onweerstaan
baar geboeid wordt door machtige rotspar
tijen en onbeschrijflijk lieflijke dalen, als uit
het diffure zonljcht de witte dorpjes met
peperbusachtige kerktorens naar voren ko-
Het was een vreeselyke opsomming ge
weest van misdaden, die de predikant op
zyn verzoek had opgeschreven.
Slechts twee dier misdaden hebben
trekking op ons verhaal.
De eerste was de moord op Valentyn Jer-
man. Toen mevrouw Miller haar broeder
met zwakke stem die verschrikkelijke ge
schiedenis hoorde vertellen, brak haar het
hart. Zij kende de omstandigheden. Wie
toch te Allanbay had niet gehoord van den
moord op den neef van mrs. Jennan, den
vroolyken zeeman, die bij iedereen bemind
was en wiens dood zoo zeer betreurd werd?
Zij had de geschiedenis van zijn tante ge
hoord en Suze had haar verteld, boe haar
echtgenoot de ho ,p koesterde zyn moorde
naar ie zulier vinden en hem te straffen. En
nu was hij gevonden, die moordenaar, die
dief, die met schuld beladen misdadiger, en
hy was haar broeder en daarbjj stervende.
0, dus Valentjjn was gewroken. De Voor
zienigheid had hem gestraft; de mensehe-
Ijjke wraak was niet noodig geweest.
De tweede misdaad, die met dit verhaal
samenhangt was een van ouden datum, een
van de eerste in de vreeselyke loopbaan
van Zwarten Milsom. De stervende misda
diger vertelde aan den predikant dat hij het
hoofd was geweest eener dievenbende, voor
namelijk samengesteld uit zeelieden, die van
hunne schenon zrodeserteenL dat was
kwartaal *obr Alkmaar*ss*««*f 2.
Voor buiten Alkmaar. f 2.85
Met Geïllustreerd Zondagsblad t f 0.60 hooger
ALan alle abonnee wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—, f 750.—)
Onbegrijpelijk gauw is er Buda-Pest.. Weer
hetzelfde, innig-aandoenlyke begroetingstoo-
neel als in Weenen. Neen, toch niet hetzelf
de, want nog honderd procent uitbundiger
en vooral.... plechtiger. Daar midden in
de deining van ’n ongeduldig wachtende
menigte kleurt 't feestelijk paars van het
bisschopsgewaad. Daar staat Zyn Excellentie
Mgr. Dr. Johan Cziszarick. Diep ontroerd
spreekt hjj. ’t Is plotseling doodstil daar, een
eiland te midden van het geroes van u We-
reldstadstation. Met tranen in de oogen en
stem herdenkt de kerkvorst de opoffering
en heilige liefde der Katholieke Hollanders,
toen Hongarye’s nood het hoogst gestegen
was. Bonkige Hollandsche kerèls vechten
vergeefs met het opkomende oogenvocht.
Pleegkinderen hangen snikkend om de hals
van hen, die ze zoolang gevoed en opgevoed
hebben. Een tooneel, dat niemand, die het
meemaakte, ooit zal vergeten! Oók niet het
treffende antwoord van den Hollandschen
leider, die in ware, christelijke bescheiden
heid, allen dank afwee.8, integendeel verze
kerde, dat Holland zal doorgaan z’n plicht
te doen, door te helpen waar nood is, te
troosten waar geleden wordt.
Nog een verrassing. Uit Hongaarsche
priestermond klinken in zuiver Hollandsch,
woorden van begroeting en herkenning. In
een oogwenk is hjj omringd door zooveel
oude bekenden. Want wie in Holland, kende
niet den zoo sympathieken Dr. M. Knebel, nu
Monseigneur in zjjn vaderland?
Ach lezer, wanneer fk U moest vertellen
van al het mooie, het interessante, het tref
fende, dat de Hollanders in Hongarye’s
hoofdstad ondervinden mochten, ik zou van
uw goedertierenheid te veel vergen en voor
het eerst van mjjn leven in conflict komen
met de hoofdredactie. Want ik zou een ko
lom noodig hebben, om U te schetsen de
diep-oktroerende Hoogmis in de Keizerlijke
Hofkapel voor de Hollanders opgedragen
door Mgr. Cziszarick, met de heerlijke Hol
landsche predikatie van Mgr. Knebel. Even
veel plaatsruimte had ik noodig, om U te
vertellen van den intiemen Hollandschen
avond, toen behalve de bovengenoemde
kerkeljjke autoriteiten óók aanwezig waren
de Hollandsche zaakgelastigde Graaf Ben-
tinek en de in geheel Hongarije zoo beminde
consul-generaal Fledderus.
Toch waag ik het er op, uw en des heeren
hoofdredactcurs ongenoegen op te wekken,
door nog in enkele regels iets te vertellen
over de gebeurtenis, die naar mjjn beschei
den meening het hoogtepunt van deze reis
was, n.l. de ontvangst door Zjjn Eminentie
Kardinaal Dr. Justinianus Seredy, vorst
primaat van Hongarije. Slechts ’n paar maan
den zetelt deze. 44-jarige Benedictijn, een
der voornaamste medewerkers aan de Ker-
keljjke Codex te Rome, in het hooge bis-
schopspaleis te Eztergom, als opvolger van
den vorig jaar overleden Mgr. Czernoch.
Reeds de reis naar de bisschopsstad op
den geriefeljjken Donauboot, met de aller-
charmantsten kapitein, was sprookjesachtig.
Toen de ontvangst, de eerste die Zjjne Emi
nentie aan buitenlanders toestond! Staande
temidden van het Hollandsche gezelschap
luisterde hjj naar de woorden van den leider,
die in een keurige Duitsche toespraak ge
tuigde van do trouw van Holland’s Katho
lieken aan het Kerkeljjk Gezag. Eenvoudig
en hartelyk was het ahtwoord van dewn
Prins der Kerk.Ook hjj roemde het kleine
Hollandsche Katholieke volk, dat altijd aan
do spits stond en staat waar goed te doen
valt. Gaarne nam hjj tusschen zjjn beminde
Hollandsche gasten plaats om een herinne-
ringsfoto te laten maken en ongetwijfeld is
zyn zegen ook aan de niet-aanwezigo
Hollandsche pleegouders, het kostelijkste
geschenk dat de reisgenooten uit het
schoone Magyarenland zullen meenemen.
ongeveer 22 jaren geleden. Met hulp dier
bende had hy de villa van een Engelsche
dame te Florence leeggeplunderd. Deze mis
daad was bedreven met behulp van een
Italiaansche vrouw, die gouvernante was
van het kind der dame, Milsom, toen een
knappe jonge kerel, had de jonge vrouw
voorgestéld te trouwen en zy had dit voor
stel aangenomen, maar had als voorwaarde
gesteld om haar en het kind mee te nemen
want voor niets ter wereld wilde zjj van
het kind scheiden. Hjj deed dit, maar het
harde leven, dat zjj nu moest leiden kon de
Italiaansche niet verdragen;” sjj stierf wel
dra, en bet kind werd toe vertrouwd aan de
boede van Milsom en van een oude heks, die
«jjne handlangster was. Hoe deze twee het
kind behandelden, weet de- lezer reeds, want
dat kind was de toekomstige vrouw van sir
Oswald Eversleigh.
De predikant luisterde met aandacht naar
dit gedeelte vsïn het verhaak
„Haar naam?” vroeg hjj; „de naam van
die dame die te Florence woonde; de moe-k
der van dat kind? Zeg mjj haar naam".
„Verner”, zeide de stervende, „lady Ver
ner; het kind heette Anna”.
Hjj wks zyn einde nabij, toen hjj de ver
schrikkelijke geschiedenis geëindigd had en
terwyl de predikant woorden van troost
sprak tot den armen schuldige, knielde me
vrouw Miller bii het bed neder en snikte.