„ONS BLAD" I No. 183. Bureau HOF 6, ALKMAAR - Telefoon f40.— o FEULLETON. Gestrafte misdaad. 'r De wereld rondom ons. (Reisbrief) f250f 125.—f50. BUITENLAND. PROTEST TEGEN DE PORNOGRAFIE. Zaterdag 1& Aug. 1928. giro alkmaar kmto 22e Jaargang UIT DE PERS. Een ergernis, die tevens een misleiding Is. Advertentieprijs Abonnementsprijs i 1 V GIRO ALKMAAR 104863 be- ’Wordt vervolgd^ I. en van dien beroemden „groot- ■Luropa’s stroomen”. bracht, hoorde hjj een gegons van stem men binnenshui*. Dadelijk daaroj en toen de pr< deed geen vragen omtrent bet kind. Mevrouw opdracht die haar broeder haar aangaande dit kind geg onmiddellijk OP AANVRAGE WORD» U GRATIS TOEOfc ZONDEN OE BROCHURE OVER ORANULINC HET MIDDEL VAN Or J. H. VAN GRAFHORS^ ARTS. TEGEN TUBERCULOSE EN KLIEir 2 IEK TE.*Mlddalburgich««lr <J 17, Sehc.gningeg’ ADMINISTRATIE No.’ 433 REDACTIE No. 633 - regel f 0.75 voor de eerste Rubriek „Vraag en i f 0.60 per advertentie van 5 regel* iedere regel meer f 0.1: SanapE óy Hoofdpijn en Kiespijn ■Lot vooral op den aaam SaoapiHa daar dex Ubiett.*- Wfttta M» t«««n oamaak «a vcrvaLschin^ Prijs 25. 40 ca 75 ctj 160. 8uxe kwam dien morgen reeds vroeg by haar tante en toen de eerste verrassing dat «ij het kind daar aantrof, over was, kwam het gesprek op de omstandigheden, waarin het meisje tich bevond. „Reken er op, tante”, zeide Suze, „wij sul len de waarheid over kleine Geertje spoedig vernemen”. SOVJET-MONGOLH IN OORLOG MET BARGA. Sovjet Mongolië heeeft den staat Barga den oorlog verklaard, óm dezen te dwingep zich weer bij Mongolië aan te sluiten. Mon- goolsche roode cavalerie, welke door Russen is geoefend, is over de grens getrokken, heeft twee stations aan den Oost-Chineeschen spoorweg bezet en de baan opgebroken. HET AANTAL COMMUNISTEN IN BERLIJN. De communistische bladen deelen mee, dat het aantal communisten in het district Berlijn, dat in December 1927 nog meer dan 18.000 bedroeg, teruggeloopen is tot 12.000. In heL zelfde district was het aantal communisten drie jaar geleden nogr ond 50.000, zoodat zy nu nog slechts een vierde van dit cijfer tellen. TOEZICHTLOOZE KINDEREN IN ST. PETERSBURG. Te St. Petersburg heeft men opnieuw te worstelen met het euvel der toezichtlooze kinderen, dat aanvankelijk overwonnen scheen te zijn. Het gemeentebestuur heeft zich thans weer genoodzaakt gezien, gelden beschikbaar te stellen tot bestrijding van dit kwaad. O.m. heeft het 60.000 roebel beschik baar gesteld voor het inrichten van werk plaatsen met woongelegenheid, voor kinderen boven de 12 jaar. DE ENGELSCHE SPOORWEGTARIEVEN VERLAAGD. De Engelsche spoorwegmaatschappijen on dervinden zeer ernstige concurrentie van autobussen en andere vervoermiddelen. Daarom hebben zij bet tarief verlaagd van 5 shilling op een halve crown en verschil lende andere faciliteiten verleend aan reizi gers. Den volgenden morgen bracht de predi kant mevrouw Miller terug naar Allanbay; hij ging daarop zelf naar mevrouw Jennan, daar hij de sustor van Milsom beloofd had haar de smart te «uilen besparen, om de verschrikkelijke schiedenis te vertellen, die aan de tante van Valentjjn Jennan het lot van haar neef zou ophelderen. Toen de geestelijke het buis van mevrouw Jennan bereikt had en den klooper in beweging De transportmaatschappjjen zijn echter van oordeel, dat dit te laat in het seizoen komt om hen ernstig te benadeelen. De Volks wartbund” heeft samen met 24 andere katholieke organisaties het volgende protest ingediend by de Directie der Duit- sche Spoorwegen: „Uit alle- oorden van Duitschland boort kien klachten over de onzedelijke boeken en geschriften, die verkocht worde» in de kios ken op stations en pleinen. Dit bewijst, dat de autoriteiten niet krachtdadig optreden tegen deze misbruiken, maar ook, dat er geen voldoende maatregelen kunnen geno men worden om ze weg te nemen”. De petitie verzoekt vervolgens de directie om het voorbeeld te volgen van sommige stads besturen, die by de oprichting van kiosken als voorwaarde eischen, dat de verkoopers geen zedenkwetsende geschriften zullen uit stallen. aankondigen of verkoopen. By het protest werd een lyst van xedelooze boeken en geschriften’gevoegd, met het verzoek deze ten spoedigste uit de kiosken te doen verwijderen. werd de deur geopend edik an t vroeg of mevrouw thuis was en hjj baar alleen kon sproken, kreeg hij van de spraakzame dienstbode teu antwoord: „Ja, mijnheer, mevrouw is thuis maar zjj is niet alleen, kapitein George en zjjn schoon vader zijn juist een half uur geleden hier gekomen”. En zoo was Joyce Harkers taak ten einde en George Jennan's peinzen over het lot van xjjn broeder hield op. Een plechtige stilte beerscbte eenige oogenblikken in de geluk kige huishouding te Allanbay en Suze s tranen vielen op de kleine Geertje, die op haar schoot lag te slapen. De geestelijke deed geen vragen omtrent toet kind. Mevrouw Miller had hem niet* gesegd betreffende de opdracht die haar broeder haar aangaande dit kind gegeven had en daar Mllsom’s dood onmiddellijk gevolgd was op haar vraag aan baar broeder, bad hij op die vraag geen achfc geslagen. NGORD-HOLLANDSCH DAGBLAD DE VOLKENBONDSVERGADERING. De Nederlandsche delegatie. In de Nederlandsche delegatie naar de ne gende Volkenbondsvergadering, welke op 8 September a.s. -te Geneve zal aanvangen, zullen zitting hebben als vertegenwoordiger*, de heeren Jhr. mr. F. Beelaerta van Blok land, minister van Buitenlandse he Zaken. Jhr. dr. J. Loudon, Buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister te Barys, oud- minister van Buitenland*che Zaken. Prof, jhr. mr. W. J. M. van Eyainga, hoogleeraar a.'.n de Rijksuniversiteit te Leiden en mr. J. P. Graaf van Limburg Stinim, Buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister te Berlijn. oud-Gouvemeur-Generaal van Ned. Indlë. De uren gingen traag voorbij in het groote ziekenhuis, waarin Zwarte Milsom lag te sterven. Zyn zuster was gekomen en lag geknield by zyn bed, en de goede geeste lijke, die medelijden had met do ziel van den zondaar, zat aan de andere zyde van het bed, met ernstigen en medelijdenden blik hen beiden beschouwende. De ontmoe ting tusschen broeder en zuster was «eer Pljnljjk geweest, en de smart, door de arme vrouw aan den dag gelegd, toen «jj ontdekte, dat haar broeder een misdadiger van de slechtste soort was, was groot De predikant had echter woorden van troost gesproken en van hoop tot de levende en tot den ster vende. De geneesheer had den man voor het laatst bezocht, en Milsom wachtte zijn ster vensuur af men. dan zwijgen de intiem-gefluisterde ge sprekken bij de raampjes in de wagongangen, dan blijft zelfs een hooge troef ongebruikt liggen op het speeltafeltje groote koffer, gesteund door vier paar knieën dan voelt zelfs de nuchterste Hollander de poëzie van de eeuwige schoonheid der natuur. Passau, poort van Oostenrijk, kostelijk bergstadje, oer-oud, vol romantiek, doch waarvan de schoonheid slechts matig ge noten wordt door de slaven van ’t geurig Hollandsch nicotiniaansche kruid, die hier vreezen, dat de speurblik der Oostenrykscbe douaniers in de ingewanden hunner koffers zooveel zal ontdekken, dat volgens de Oos- tenrijksche wet ongerechtigheid moet heeten. Geen nood, de altjjd kwieke leider van ’t gezelschap heeft al lang aan de gevreesde noodpetten medegedeeld, wie deze Hollan ders zyn: de pleegouders, die met een hart vol liefde en een koffer, nu ja, vol geschen ken, hun dierbare kinderkes gaan opzocken. Dan bljjven de koffers dicht. De ambtelyke strengheid, getroffen door zooveel liefde, wil nu eens blind zyn. Terwyl nu langzaam de avond weer aan donkert en voor de tweede maat de huise lijke electrische lampjes in de coupé’s aan gloeien, sjorren de laaggebouwde Oosten- rjjksche machines vóór en achter de trein, de kostbare last tegen de dreigende bergen op. Ijtngs het schilderachtige Linz, voorbij het. imponeerende Stift Melk, door het, aan vervlogen militaire glorie herinnerend St. Pölten. ’t Wordt roezig bij het gezelschap. Meer huiselijke kieedingstukken en al wat verder gedurende de reis tot vergemakkelijking en veraangenaming heeft gediend, wordt weer ingepakt. Koffers worden in de gangen ge zet en alles staat in vol ornaat gereed uit te (stappen. Helaas, wat te vroeg, want do trein heeft enkele uren „VerspAtung”, schijn baar niets ongewoons op deze Ijjn. ZwAAr, zeer zwaar wegen de laatste loodjes. Het popelende ongeduld wordt niet gestild, door het oneindig-schoone aanzicht van ’t nacht donkere Wienerwald, geïllumineerd met dui zenden gouden lichtjes. Gelukkig, de stijging is gedaan. Schokkend en schuddend dondert het enorme treingevaarte naar beneden, immer omlaag met misschien honderd kilo meter snelheid. Naar beneden, naar die steeds helder wordende lichtvlek, luchtwijzer van de moderne grootstad. Wien du Stadt meiner Trkumen! Aan het ietwat aftandsche Westbahnhof een enorme drukte. Niet die van 'n gewone internationale trein-aankomst. Veel zenuw achtiger, veel hartelijker, veel aandoénlijker. Gerèn, gedraaf met de langzaam binnenrij dende trein mee, opgewonden kreten van begrooting en herkenning, zakdoeken, over al, die waarachtig niet alleen om te wuiven gebruikt worden. Dan door de oneindig lange Maria Hilfer- strasse, Opernring, Kürtnerstrasse, onder en langs fel-gloeiende roode lichtredame’s (symboliek?) naar het hotel. Een koninkryk voor een béd nu, voor vijf uren loodzware slaap.* Ongelooflijk, hoe vyf uren echte bedrust in twee etmalen een mensch kunnen restauree- ren. Frisch en opgewekt naar Weenen's Oostpunt, vanwaar de Hongaarsche sneltrein vertrekt Langzaam beginnen we op deze reis aan Einstein te geloo^en, aan de betrek kelijkheid van alle aardsche dingen. Die tot vóór ’n paar dagen de reis Alkmaar-Rotter- dam nog ’n reuzcn-tocht vonden, Spreken nA de zes-en-twintig-urige spoorreis over de vyf uur Wien-Budapest als 'n peuleschillct- je. Nauwelijks de moeite waard, om je jas uit te doen. Zou bet naar buiten kjjkcn, nA al het schoons van den vorigen dag nog de moeite waard zyn? Ja toch, want deze schoonheid is anders, is niet Westersch meer. De golvende maisvclden, afgewisseld met woeste steppen, de vreemde kudden vee, de helgekleurde, met boofddo&ken getooide vrouwen, dat alles is Oostersch. DE BETREKKINGEN TUSSCHEN CHINA EN JAPAN. China zwicht voor do Japansche nota. De Chineesche gezant ^e Tokio heeft een beioek gebracht aan het Japansche departe ment van Buitenlandsche Zaken. By deze gelegenheid verklaarde hij, dat de regeering van Nanking bereid is, de mededeeling van de opzegging der verdragen met Japan in te trekken en een aanvang te maken met geregelde besprekingen tot herziening van deze verdragen. Dit beteekent, dat de regee ring van Nanking voor den druk, van da Japansche regeering geweken is, die, zooals men «ich herinnert, „maatregelen” had aan- gekondigd. Wjj lezen in de „Rsb.": Men deelt ons mede, dat Dinsdagavond in den Kon. Schouwburg alhier, twee als gees telijke gekleede personen zaten. Niet alleen dat het opgevoerde stuk allerminst voor katholieken toelaatbaar was, maar deze twee „geestelijken” zaten in den rookfoyer met een dame, die allesbehalve decent gekleed was, sigaretten te rooien. Dit tooneeltje wekte daar veel opzien en allerlei commentaren natuurlijk tegen de ka tholieke geestelijkheid werden geboord. Wjj behoeven er intusschen niet op te wij zen, dat hier natuurlijk van katholieke gees telijken geen sprake was. Allereerst bestaat een algemeen kerkelijk verbod, dat katholieke geestelijken niet in schouwburgen of theaters etc. mogen komen, •wanneer daar voorstellingen worden gege ven, waarvoor entrée wordt gehoven. In dit geval had men, naar wij vernemen, te doen met een tweetal geestelijken van de Oud-Katiholieke Kerk, die eenige jaren ge leden ook het huwelyk voor de geestelijken invoerde en die blijkbaar meer en meer weg zakt naar een peil, waar een geestelijk leven moeilijk bestaan kan. Stuitende tooneelt.jes als deze zullen ech ter helaas meer en meer mogelyk zijn, nu naast de oud-katholieken er nog andere secten ontstaan als de vrije katholieken, die niet alleen den naam katholiek zich weder rechtelijk toeeigenen en geestelijken dief stal plegen "ten opzichte van onze liturgie, maar ook op de openbare straat de kiee- ding van onze katholieke geestelijken gaan imiteeren. Daardoor ontstaan dergelyke misleidende ergenisgevende tooneelen, als*Dinsdagavond in den schouwburg mogelijk was. Plotseling herinnerde zy zich het kind, dat door hem aan hare zorgen was toevertrouwd. Was het verhaal dat hij haar over dit kind gedaan had, waar? Of was ook dit kind het slachtoffer van een misdaad? Zij wachtte met ongeduld tot de geestelijke had uitge sproken. Toen bracht zij haar lippen bij het oor van den stervende en zeide: „Thomas, om Gods wil, zeg my iets over het kind wie is dat? Heb je me de waar heid gezegd? Zoo niet, vertel dan wie zij werkelijk is, voor het te Iaat is”. De smeekende toon vaii hare stem be reikte baar broeder oor; met een krampl'- achtige beweging trachtte hij te spreken; met angst op het gelaat zat zijn zuster e wachten op wat hy zou zeggen. De witte lippen van den stervende openden zich, maar geen geluid was te hooren, de oogleden trilden, een rilling ging over zjjn leden, toen was alles stil: Zwarte Milsom was dood! Van 1S regel* fl-25j elk* regel meer f 0.25. Reclame pet -«a -«te pagina :vocr de overige pagina's f 0 Joj aenbody bfl vooruitbetaling per plaatsing Budar-Pest, Augustus 1928. Voor enkele weken vermeldden we in deze rubriek een interessante oproep van een Hongaarsche gedelegeerde ter vergadering van de Unie van Volken bonds vereenigingen te Gravenhage: in een communiqué aan de Nederlandsche pers, noodigde hy uit, een selfstandig onderzoek in te stellen naar het onrecht Hongarije aangedaan bij het vredes verdrag van Trianon. Een dergeljjk onder soek leek ons een prettige combinatie van tomervacantie en journalistieke werkzaam heid, temeer daar de reis onder^de hoede van het R. K. Pleegouderscomité zoo gemakke- lijk en omringd door zooveel faciliteiten zou kunnen afgelegd worden. En zoo stoomde dan op den donkeren eersten avond van Augustus de schrijver van dit wekelyksch rubriekje in den regenzwaren nacht Deutsch land in, langs het geweldig Rheinisch- - Westfklische industriegebied, terwjjl de gloed van hoogovens en staalwerken de he mel met vuurglans tintte. Als eerste rustpunt Keulen, de Domstad, de stad van jolig Rjjn- sche vroolykheid en rrnschen wjjn, de laatste maanden by ons journalisten zoo geliefd als Preesa-stad. Daarna voort door den duiste ren nacht, door nog duisterder tunnels, ter wijl de wielen van onzen nieuwen Nederland- schen D-trein-wagen (voor het allereerst was dit pracht-product van vaderlandsche wagen, bouwkunde in gebruik) op de stalen rails dat eigenaardig ge-tik-tak laten hooren, dat alleen de ijzerharde rotsgrond van ’t Zeven- 1 gebergte schjjnt te kunnen voortbrengen. Rechts de Ryn, de heerlijke, de fel-roman- tische, nu echter zoo goed als onzichtbaar voor de verlangde menschenkinderen, die «11e slaap opofferend of vergetend met on natuurlijk groote pupillen in de zwartheid naar buiten turen om toch maar een glimp op te vai vorst van Dan vecht zich moeizaam door de regen- - wolken de dag los. Het grauwe, o zoo kille ochtendlicht schijnt nu over Frankfort am Main, de stad van werkers, van zwoegers. Uit de nog schemerlichte trappenbolen, die naar de veschillende „Banh steigen” voeren, drom men reeds de honderden te voorschijn, die de eerste werkerstreinen gaan bezetten. Vrooljjk en heel niet slaapdronken glimmen de gemillimeterde koppen uit de coupéramen, elkaar vroolyke „Witzen” toeroepend over bet min of meer ontredderde stelletje in onze „Sonderzug”. Wat een vitaliteit, wat een bewonderenswaardige arbeidslust toch in dat, zoo kort geleden nog lamgeslagen Duische volk! Terwyl de bescheiden doorkomende zon de niet-genoten slaap uit de oogen wrijft; terwijl de Hollandsche maag een wanhopige strijd voert met een lading Frankforter worstjes zóó heet uit ’t water gewik keld in een bruin-geei kleed van mosterd, terwijl locomotieven den zwaarten sleep wa gens tegen de midden-Duitsche gebergten op- «eulen, keer ’t normale treinleven, dat een paar uren beeft stilgelegen, weer terug. Er worden vaderlandsche- en onvaderlandeche liederen gezongen; druk worden wederzyd- sche bezoeken afgelegd, soms uit beleefdheid, maar dikwyls getuigend van prettig aan doende belangstelling in elkanders lief en leed; er wordt zelfs oud-Hollandsch gekaart, met als inzet een worstje of papieren pint bier aan het eerstvolgend groot station. Maar soms, als de trein voortdondert door dat heerlyk Beiersch bergland, als ’t aan Hol landsche vlakheid gewende oog onweerstaan baar geboeid wordt door machtige rotspar tijen en onbeschrijflijk lieflijke dalen, als uit het diffure zonljcht de witte dorpjes met peperbusachtige kerktorens naar voren ko- Het was een vreeselyke opsomming ge weest van misdaden, die de predikant op zyn verzoek had opgeschreven. Slechts twee dier misdaden hebben trekking op ons verhaal. De eerste was de moord op Valentyn Jer- man. Toen mevrouw Miller haar broeder met zwakke stem die verschrikkelijke ge schiedenis hoorde vertellen, brak haar het hart. Zij kende de omstandigheden. Wie toch te Allanbay had niet gehoord van den moord op den neef van mrs. Jennan, den vroolyken zeeman, die bij iedereen bemind was en wiens dood zoo zeer betreurd werd? Zij had de geschiedenis van zijn tante ge hoord en Suze had haar verteld, boe haar echtgenoot de ho ,p koesterde zyn moorde naar ie zulier vinden en hem te straffen. En nu was hij gevonden, die moordenaar, die dief, die met schuld beladen misdadiger, en hy was haar broeder en daarbjj stervende. 0, dus Valentjjn was gewroken. De Voor zienigheid had hem gestraft; de mensehe- Ijjke wraak was niet noodig geweest. De tweede misdaad, die met dit verhaal samenhangt was een van ouden datum, een van de eerste in de vreeselyke loopbaan van Zwarten Milsom. De stervende misda diger vertelde aan den predikant dat hij het hoofd was geweest eener dievenbende, voor namelijk samengesteld uit zeelieden, die van hunne schenon zrodeserteenL dat was kwartaal *obr Alkmaar*ss*««*f 2. Voor buiten Alkmaar. f 2.85 Met Geïllustreerd Zondagsblad t f 0.60 hooger ALan alle abonnee wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.—, f 750.—) Onbegrijpelijk gauw is er Buda-Pest.. Weer hetzelfde, innig-aandoenlyke begroetingstoo- neel als in Weenen. Neen, toch niet hetzelf de, want nog honderd procent uitbundiger en vooral.... plechtiger. Daar midden in de deining van ’n ongeduldig wachtende menigte kleurt 't feestelijk paars van het bisschopsgewaad. Daar staat Zyn Excellentie Mgr. Dr. Johan Cziszarick. Diep ontroerd spreekt hjj. ’t Is plotseling doodstil daar, een eiland te midden van het geroes van u We- reldstadstation. Met tranen in de oogen en stem herdenkt de kerkvorst de opoffering en heilige liefde der Katholieke Hollanders, toen Hongarye’s nood het hoogst gestegen was. Bonkige Hollandsche kerèls vechten vergeefs met het opkomende oogenvocht. Pleegkinderen hangen snikkend om de hals van hen, die ze zoolang gevoed en opgevoed hebben. Een tooneel, dat niemand, die het meemaakte, ooit zal vergeten! Oók niet het treffende antwoord van den Hollandschen leider, die in ware, christelijke bescheiden heid, allen dank afwee.8, integendeel verze kerde, dat Holland zal doorgaan z’n plicht te doen, door te helpen waar nood is, te troosten waar geleden wordt. Nog een verrassing. Uit Hongaarsche priestermond klinken in zuiver Hollandsch, woorden van begroeting en herkenning. In een oogwenk is hjj omringd door zooveel oude bekenden. Want wie in Holland, kende niet den zoo sympathieken Dr. M. Knebel, nu Monseigneur in zjjn vaderland? Ach lezer, wanneer fk U moest vertellen van al het mooie, het interessante, het tref fende, dat de Hollanders in Hongarye’s hoofdstad ondervinden mochten, ik zou van uw goedertierenheid te veel vergen en voor het eerst van mjjn leven in conflict komen met de hoofdredactie. Want ik zou een ko lom noodig hebben, om U te schetsen de diep-oktroerende Hoogmis in de Keizerlijke Hofkapel voor de Hollanders opgedragen door Mgr. Cziszarick, met de heerlijke Hol landsche predikatie van Mgr. Knebel. Even veel plaatsruimte had ik noodig, om U te vertellen van den intiemen Hollandschen avond, toen behalve de bovengenoemde kerkeljjke autoriteiten óók aanwezig waren de Hollandsche zaakgelastigde Graaf Ben- tinek en de in geheel Hongarije zoo beminde consul-generaal Fledderus. Toch waag ik het er op, uw en des heeren hoofdredactcurs ongenoegen op te wekken, door nog in enkele regels iets te vertellen over de gebeurtenis, die naar mjjn beschei den meening het hoogtepunt van deze reis was, n.l. de ontvangst door Zjjn Eminentie Kardinaal Dr. Justinianus Seredy, vorst primaat van Hongarije. Slechts ’n paar maan den zetelt deze. 44-jarige Benedictijn, een der voornaamste medewerkers aan de Ker- keljjke Codex te Rome, in het hooge bis- schopspaleis te Eztergom, als opvolger van den vorig jaar overleden Mgr. Czernoch. Reeds de reis naar de bisschopsstad op den geriefeljjken Donauboot, met de aller- charmantsten kapitein, was sprookjesachtig. Toen de ontvangst, de eerste die Zjjne Emi nentie aan buitenlanders toestond! Staande temidden van het Hollandsche gezelschap luisterde hjj naar de woorden van den leider, die in een keurige Duitsche toespraak ge tuigde van do trouw van Holland’s Katho lieken aan het Kerkeljjk Gezag. Eenvoudig en hartelyk was het ahtwoord van dewn Prins der Kerk.Ook hjj roemde het kleine Hollandsche Katholieke volk, dat altijd aan do spits stond en staat waar goed te doen valt. Gaarne nam hjj tusschen zjjn beminde Hollandsche gasten plaats om een herinne- ringsfoto te laten maken en ongetwijfeld is zyn zegen ook aan de niet-aanwezigo Hollandsche pleegouders, het kostelijkste geschenk dat de reisgenooten uit het schoone Magyarenland zullen meenemen. ongeveer 22 jaren geleden. Met hulp dier bende had hy de villa van een Engelsche dame te Florence leeggeplunderd. Deze mis daad was bedreven met behulp van een Italiaansche vrouw, die gouvernante was van het kind der dame, Milsom, toen een knappe jonge kerel, had de jonge vrouw voorgestéld te trouwen en zy had dit voor stel aangenomen, maar had als voorwaarde gesteld om haar en het kind mee te nemen want voor niets ter wereld wilde zjj van het kind scheiden. Hjj deed dit, maar het harde leven, dat zjj nu moest leiden kon de Italiaansche niet verdragen;” sjj stierf wel dra, en bet kind werd toe vertrouwd aan de boede van Milsom en van een oude heks, die «jjne handlangster was. Hoe deze twee het kind behandelden, weet de- lezer reeds, want dat kind was de toekomstige vrouw van sir Oswald Eversleigh. De predikant luisterde met aandacht naar dit gedeelte vsïn het verhaak „Haar naam?” vroeg hjj; „de naam van die dame die te Florence woonde; de moe-k der van dat kind? Zeg mjj haar naam". „Verner”, zeide de stervende, „lady Ver ner; het kind heette Anna”. Hjj wks zyn einde nabij, toen hjj de ver schrikkelijke geschiedenis geëindigd had en terwyl de predikant woorden van troost sprak tot den armen schuldige, knielde me vrouw Miller bii het bed neder en snikte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 1