van an r. I l No. 34 Vrijdag 31 Aug. 1928. I Door hst itheeie land zijn da Maude.u van JUI U LUDU bekend HLS DE BESTE” Geschiedenis der Missie van het Apostolisch Vicariaat van Nederlandsch Borneo. Protestanten over, de kracht der KatholieluPKerk. EPISTEL EN EVANGELIE. I kent ij /J 1 'V'2^ f de aan J. KLEUNTJEN8 8.J. (Wordt vervolgd). den tijd ms het geval in a X? I. OFFICIEEL KERKBERICHT het „Noord-Hollandsch Dagblad” i Borneo likt. Het het Chi- vacantie van 1918 tot 1921 eindigde niet de benoeming van Mgr. Raffl tot vorstbis schop van Brixen. Maar al te spoedig stierf deze herder, terwijl rendom zijne kudde de strjjd woedde, dien een ieder kent. Een groote hindernis voor het bisdom is te Italianiseering der middelbare school, bij zonderlijk de reorganisatie van het bisschop pelijk jongensseminarie, Vinzentinum, dat steeds vele roepingen leverde. Veel nadeel voor het bisdom bracht ook de opheffing van het Augustjjnsch gymnasium en bet bisschoppelijk Kasseaneum, de domschool van den bisschop. Zeer nadeelig werkt na tuurlijk ook de economische achteruitgang van den boerenstand, wat op den intellec- tueelen stand van het land ongunstig werkt. De apostolische administratiuir van Inns bruck -Feldrieh is een kerkelijk geheel zelf standig gebied. In het scheidingsdekreet heet het adruitum apostolica sedis. Met het moe- derdiocees Brixen heeft het geen officieele betrekkingen meer. Zij behoort tot de kerke lijke provincie Salzburg. Deze beide heb ben het prieserseminarie gemeenzaam. De jeugdige theologie studenten van de admi- nistratuur studeeren hun vijfjarige theologie aan het priesterseminarie van Salzburg. De roepingen tot den priesterlijken stand laten niet te wenschen over. Aan bet jongens- Weminarie te Scbwaz melden zich vele can- didaten aan, zooals overigens aan de mid delbare scholen van Tirol en Vorarlberg ook het geval is. In deze richting verricht uit muntend werk, de godsdienstige leiding aan de statelijke middelbare scholen, door uit muntende zielzorgers. De studenten stam men uit alle kringen, voornamelijk echter uit laudbouwkringen. De moderne geest echter, welke meer en meer de bevolking van Tirol en Vorarlberg doordringt, moet energisoh ge stuit worden door de voortreffelijk georgani seerde katholieke actie, waarover de katho lieke kerk hier beschikt. De moderne en gegarandeerde meubelen, waaronder ontwerpen van bekende archi tecten, seggen U door zijn practische voordeelen hoe meubelen behooren te zijn. -Vrije toegang tot de Monsterzalen aan de Meubelfabriek „Eik M Linden" Lindegracht 11-11 minnaar. Geopend van 9—12 en 2—5. ’s Zaterdags 91 uur. Op voorafgaand verzoek ook op andere uren, hetzij 's Zaterdagsmiddags of avonds. EEN INTERESSANTE BLIK OP HET Kr'"'<ELIJK LEVEN IN OOSTENRIJK. Indien het diocees Brixen politiek niet meer met Oostenrijk verbonden is, zoo is het dit steeds nog kerkelijk. Dit diocees, een der oudste in de kerkelijke geschiedenis zijn ontstaan moet teruggevoerd worden op het jaar 205 na Christus is tegenwoordig aan allerlei beproevingen ten prooi. In zijn ge ringe uitgestrektheid over 9 dekanaten met ongeveer 90.000 zielen (het noordelijke, veel grootere gedeelte van het diocees, omvat- tend Inn tal, Vorarlberg en Oost-TIrolie, vormt de administrateur Feldkirch) is het reeds in het tweede interregnum, sedert on gewoon langen tijd zonder opperherder. De Noderlandsoh Borneo heeft een opper vlakte van 197.594 K.M.2 en strekt zich uit tusschen 7 gr. N.B. en 40 gr. 20 Z.B. en tusschen 106 gr. 40 en 106 gr. 46 O.L. v. Greenwich. Het is 17 maal zoo groot als Nederland en heeft een bevolking van on geveer 1.7 millioen. Het beeft een gunstig klimaat met weinig wisselende tempera tuur van 2526 gr. In sommige kuststreken is het klimaat -vanwege de moerassen min der geze- 1. De regenval bedr; uslO 4000 m.M. en het verschil tusschen drogen en natten moeson Is niet zeer groot. Borneo is een bergland, dat naar de kust in laagland overgaat, terwjjl er in *t Zuiden en Westen door de overstrooming der rivie ren veel moerasgrond gevonden wordt. Van Zuid jiaar Noord strekt zich een groote bergketen uit, die de grens vormt tusschen Wester- en Zuider- en Oosteraf- deeling. In het Zuiden is het Schwanerge- bergte. in het Noorden het Mullergebergte. In Centraal-Borneo vereenigt zich deze bergketen met twee andere, waarvan een de grens vormt tusschen Sera wak en de Wes- terafdeeling, Boven-Kapoewas-gebergte, de andere meer Noordwaarts gaat en Irange- bergte wordt genoemd. De hoogste ton op Nederlandsch Borneo is de Boekit-Raja in het Schwaner-gebergte 2280 M. De rivieren zijn zeer talrjjk. De drie groot ste ontspringen in ’t Centraal bergland. Van hieruit stroomt de Kapoewas (t 150 KM. lang. 908 K.M. bevaarbaar) westwaarts en vormt bjj Pontianak de 8000 K.M2 groo:t Kap>:was- delta. Zuidwaarts stroomt de Barito (1050 K.M. lang 700 K.M. bevaarbaar) en mondt bjj Bar ’Vrmisin in zee uit. Meeer Oo-teljjk stroomt de Mabakam, bekend om de vele watervallen en stroomversnellingen, die het bevaren belemmeren. De rivier is bevaar baar tot enkele uren boven Long-Iran en mondt bjj Samarinda in zee uit. Bevolking*, De eigenlijke inboorling van Borneo is de Dajak. De Dajaks vormen niet een afzonderlijk ras, maar zün een groep van de Indonesiërs, die met de Microqesiërs en Polynitiërs tot het Maleische ras behooren. De Dajaks worden gewoonlijk onderschei den in drie groepen: L In Centraal Borneo, aan den Boven-Ba rito, de Melawi en de Boven-Kapoewas, do Deloe-Ajel-Dajaks. Deze hebben zich het Onder de vele getuigenissen van anders denkenden over de katholieke kerk zijn er twee van geheel merkwaardigen aard. Dr. Sydney Heibert Mellone, een unitariër schrijft in zijn laatste werk „Terug tot de werkelijkheid: „De aartsbisschop van Can terbury heeft gezegd, de kerk van Engeland is de woordvoerster van de natie en haar geloof. Deze verklaring kan van verschillen de zijden aangevallen worden en bijzonderlijk door te vragen, wat verstaat men onder de kerk van Engeland? Bestaat bjj haar een groote omlijning van geloof en godsdienst, welker beteekenis men klaar en duidelijk in woorden kan weergeven? Wjj kunnen slecnts een breed kader vin den, dat een chaos dekt, dat is alles. Eenige Anglo katholieken zjjn voor de instelling der biecht. Maar deze biechtstoel zou alleen van de grillen der plaatselijke geestelijkheid af hangen, terwjjl in de kerk van Rome de biechtstoel zorgvuldig geregeld is. Wjj vinden in Paus Pius XI de steeds ge lijk blijvende voorstelling van de geloofsleer, waaraan de Roomsohe kerk niet alleen bare eigen geloovigen, maar ook de geheele we reld gewend heeft De Paus weet precies, wat hjj wil, en hjj drukt zjjne meeningen in verklaringen uit, die niet ontbloot zijn van klaarheid en gezag In de 4e en 5e eeuw had de kerk alle voor uitstrevende meeningen van den tijd op haar kant eq dat was eveneens het geval in de 13e eeuwj de groote periode van den op bouw der middeleeuwen. Van de autoriteit der Roomsche kerk sprekende, zegt hjj: Het is thans klaar, dat er voor een corporatieve vereeniging der kerken op grond van een geschreven woord geen hoop bestaat. Er zjjn slechts twee we gen mogelijk. De eene is een opperste, be slissend en levend gerechtshof, waaraan geen mensoh zich onttrekken kan, de andere is het individueele verstand, dat bjj zich zelf of bjj anderen te rade gaat. De keus ligt tus- schen de katholieke kerk en een of ander soort van unitarisme. Alle stellingen tus- schen deze beide zjjn op zand gebouwd. Katholicisme of de godsdienst der auto riteit is nog steeds een groote macht in deze wereld. Te midden aller verwarring hebben de menschen behoefte aan een klare open baring en aan een autoriteit. Het is niet ver wonderlijk, dat wjj zoowel wat den invloed als het ledental der Roomsch-katholieke kerk betreft een vermeerdering constateeren. De eigenlijke vraag bestaat hierin, waarin bestaat tegenwoordig de werkelijke kracht der katholieke kerk? Hare kracht waarin zij thans voor de wereld is en niet in dat wat zjj in de middeleeuwen voor de wereld ge weest is. Toen heeft zjj meer dan ooit har* kracht uitgeoefend. Maar ook in den modernen tjjd heeft zjj een bemerkenswaardige actieve propaganda doorgevoerd, die in duidelijke en klare be woordingen een beroep doet op onzen gees£ Het Roomsoh-katholi"k ritueel spreekt niet alleen tot de zinnen. In dit ritueel heeft alles een beteekenis. Het grootste gedeelte bete*- kent niet alleen iets, maar men gelooft dat het wat doen kan. Het is de werkelijke oor zaak vin bovennatuurijjk geestelijke werkin gen. Het opzienbarende wonder der trans substantiatie, waardoor verklaard wordt, dat Gods Zoon onder de gedaante van zichtbare en tastbare dingen tegenwoordig is, is niet enkel een bewering. Wjj hebben reeds ge zegd dat dit ontwijfelbaar het gewichtigste gebeuren der wereld zou beteekenen. De kerk van Rome vaardigt een machtigen oproep uit: Moet in dezen chaos der mee ningen en strevingen niet een laatste auto- rieit aanwezig zjjn? EEN VERORDENING VAN DEN APOSTO LISCH EN ADMINISTRATOR VAN HET DIOCEES RUSSEL TEGEN DB VRIJMETSELARIJ. Bisseliop Jausoone, apostolisch adminL strator van het diocees Rjjssel, beeft in da Semaine religieus® dus dicAse de Lille, eea merkwaardige verordening uitgevaardigd tegen het werken der vrijmetselaars. Aansluitend aan de Encycliek Hunianum genus van Paus Leo XIII, zegt de bisschop: Zeker is de opvordering van den Paus om zich door een grootsche aaneensluiting van gebed en werkzaamheden tegen de vrijmet selarij te vereenigen, niet onopgemerkt ge bleven.... Meer bijzonderlijk in onze dagen hebben zich groote katholieke vereenigingen gevormd, van mannen en vrouwen en jon geren onder welbekende namen, die zich ten doe) gesteld hebben, door voorbeeld, in vloed en werken te strijden tegen de mis kenning van Gods rechten op de mensche- Ijjke samenleving, tegen het nog onlangs door Pius XI ais geesel van den tegenwoor- digen tjjd gebrandmerkte laicismus, waar mede kort en bondig het onheilspellende werk der vrjjmetselarjj gekenmerkt wordt. Voor geloovigen staat bet echter vast, dat deze organisaties en de pogingen die zjj in het werk stellen, slechts dan succes zul len opleveren, wanneet zjj ondersteund wor den door krachtig gebed en offergeest „Dit soon van booze geesten wordt slechts doot gebed en boetedoening verdreven.” Daarom verkreeg het ontwerp van 21 Janu ari 1921, dat aan den bisschop Quilliet van Rjjssel werd voorgelegd, en dat on gebed en offer opgebouwd was, dezes volle goed keuring. Eu wjj zelf hebben op grond van ware kenteekenen het aan den tjjd aange paste en providentieele karakter van dit werk vastgesteld, en geoordeeld, dat het tjjdstip gekomen was hetzelve in het diocees Rjjssel op te richten en er den naam aan te geven van: Kruistocht tegen de vrijmetse larij. Over het ontstaan dezer verordening oriënteert de Revue internationale des So- siétés secréten van 29 Juli 1928. In een commentaar op deze verordening wijst de refïie op t’ streven en werken van bovenna tuurlijke cbaritas ten gunste van alle dissi denten, zelfs van vijanden der kerk en der kerkelijke regeltucht te vermeerderen.... Zonder twijfel zou dit, bemerkt het orgaan, wettig en lofwaardig zijn, indien het enkel en alleen ging om het zielenheil der zonda ren en den nood en ellende van enkelingen, want in dit geval mogen wij niemand van onze naastenliefde uitsluiten. Maar dergelijke werken van naastenliefde schijnen maar al te dikwijls ingegeven te zjjn door een zucht naar internationaal en interconfessioneel pacifismus in plaats van vervuld te zijn van den geest Gods en den ijver voor Christus rijk. Daar vandaan deze soort van crisis met baar biste rische uitin gen, welke de poging der „Vrienden Isra els” doormaakt of ook de unie der kerken op den grondslag van een panehristendom Een onmiddellijk ingrijpen van den H. Stoel heeft aan het avontaurljjkate dezer po» gingen een einde gemaakt. minst vermengd en toonen nog zuiver Dajak- sche eigenschappen. Hieronder hooren de Kantoek-Dajaks en de Kajans, bekend om hun diensten bij de expeditie van Dr. Lolents naar N.Guinea en ook de beruchte koppen snellers n.l. de Batang-Loepaïs. II. Oosteljjk wonen de Bahan’s en Ken- ja’s, de Longglats en de Pninihings in het Boven Mahakam gebied; verder nog de Hebans en andere stammen in de Tindoeng- sche landen en Berouw-gebied. III. De derde groep zjjn de nomaden en jagers, waarvan de voornaamste zjjn de Poe- nans en Boekat-Dajaks. Ze worden voorna melijk aangetroffen langs den bovenloop van de Kapoewas, langs de Mahakam en de zijrivieren ten Nopadën. Onder al dez^rfffaminen heeft zich het na tionaliteitsgevoel nog weinig ontwikkeld. De onderlinge eenheid bepaalt zich slechts tot de verschillende stammen; als leden van een bepaalden stam voelen zjj zich één, terwjjl de stammen als zoodanig min of meer vij andig tegenover elkaar staan. Stonden de Dajaks vroeger altjjd bekend als zeer primitief en achterlijk, toch is er onder hen de laatste jaren, tengevolge van de steeds drukker wordende relaties met do beschaafde wereld, een sterke neiging merk baar naar meer kennis en vooruitgang. Dit, hun goeden verstandeljjken aanleg erbjj be schouwd, is voorzeker een gewichtige fac tor bjj de missioneering van dit volk. Ofschoon ook hun monogamie het missie werk ten goede komt, toch is de losheid van den huwelijksband een groot nadeel en belet sel voor hun bykeering. Hun huwelijksvorm is „endogamie” en hun verwantsehapstelsel „parentaal” daar beide ouders tot denzelf- den stam behooren. Hun godsdienst kunnen we 't best defi- nieeren door „animistisch monotheïsme”. Ze nemen één opperwezen aan en onderge- geschikt aan dit opperwezen een groot aan tal geesten of z.g. „Antoe’s”. Ze brengen alleen hun offers aan de booze geesten om hun toorn te bedaren, en af te weren; aan goede geesten en het opperwezen worden geen offers gebracht.De strekking van hun offer is zuiver egoïstisch. Nochtans hun monotheïstisebe leer is wederom een gunstige factor voor het missiewerk. De Dajaks nemen over 't algemeen aan, dat de mensch bestaat uit een lichaam en een onstoffelijke zieL De ziel kan bet lichaam tjjdeljjk verlaten, dit is de ziekte. Bljjft ze lang weg dan treedt de dood in. Hun ge- nees-methode bestaat dan ook voornamelijk in allerlei kunstgrepen, om de booze gees ten te verschalken en de ziel in het lichaam terug te brengen. Ook het droomen verkla ren zjj hierdoor, dat dkn de ziel op reis is en alles meemaakt, geljjk ze 't droomen, vandaar hechten ze zoo’n groote waarde aan de droomen. Na den dood bljjft de ziel voort bestaan, hun hemel denken ze zich over 't algemeen op een bepaalden berg. Vooroudervereering „ahnenteelt” de Dajak niet Een gevolg van hun animistische opvat tingen is het koppensnellen. Ze* houden dat een bepaalde beschermgeest huist in de ge snelde hoofden. Het koppensnellen op groote schaal behoort evenwel op Nederlandsch Borneo tot het verleden dank zg het krach tig optreden der regeering en den beschaven den invloed van het christendom. Het middel van bestaan voor den Dajak is de rjjstbouw. Hun systeem is het „ladang- systeem” d.w.z. droge rjjststoelden en wel in den vorm van roofbouw. De missionarissen trachten de Dajaks een goede methode van landbouw te leeren en zoo den roofbouw te doen verdwjjnen, waarop wjj later nog zul len terugkomen. Al wie geen Dajak is, wordt op onder dc-»vreemdelingen gerangschi voornaamste element hiervan is neesdie. Ontginning van de goudmijnen van Sam bas en Montrado was bet doel, waarom zich in de 18e eeuw duizenden Chineezcn op Borneo’s Westkust vestigen. In 1854 werd met de verovering van Montrado het Ohi- neesche zelfbestuur opgeheven en het gezag der „Compenie” gevestigd. Meermalen heb ben de Ohineezen zich nog verzet tegen de regeering (opstanden van 1898 en 1914), maar thans is alles in rust. 1 April 1926 heeft de regeering het mili taire bestuur te Singkawang vervangen door civiel-bestuur. De goudmjjnen waren spoedig totaal uit geput en geljjk overal elders gingen de Ohineezen zich toeleggen op den handel, vooral op Singapore. Hun voornaamste han- delsproducten zjjn de voortbrengselen der klapper- en rubbertuinen. De Ohineezen aan de Westkust van Bor neo vormen een machtig bevolk ings-element, bovenal om hun economische positie. Van daar dat de Katholieke Missie er ook alles op gezet heeft om de Cfaineezen voor den Oni istelijken godsdienst te winnen. Nog een voornaam element van de bevol king zjjn de Maleiërs, die geljjk elders allen tot den Islam booren. De Katholieke Missie op Nederlandsch Borneo ondervindt van hem echter weinig tegenwerking. Wel komt het voor, dat de Maleiërs onzen godsdienst bjj de Dajaks in een slecht daglicht stellen, 1 ofschoon het bekeeringswerk onder ben ook in Borneo weinig hoop op succes geeft Reeds in de 16e eeuw is op Borneo het Kajholiek geloof verkondigd geworden. Portugeesche Franciscanen en Theatjjnen waren hier de eerste missionarissen. Toen de Portegeezen in het begin van 17e eeuw het eiland moesten afstaan de Hollanders, werd de verkondiging van het Katholiek geloof verboden. Eerst in 1850 bezocht een priester van het Vicariaat Bata via dit eiland weder. Door jaarljjksche dienstreizen werden daarna aan de Westkust vele Ohineezen voor het geloof gewonnen, waarom in 1885 een Jezuïet een vaste standplaats kreeg te Sing kawang. Weinig jaren later werd te Imitau in het binnen land een statie geopend onder de Dajaks, welke echter spoedig is ver plaatst naar Nanqasedjiram. In 1896 moes ten de Jezuïten dezen post werden verlaten om elders opengevallen plaatsen te bezetten. Eerst nadat in Februari 1905 het groote eiland, wat het Nederlandsche gedeelte er van betreft, tot een afzonderlijke Aposto lische Prefectuur was verhêven, welke werd toevertrouwd aan de Nederlandsche Paters Capucjjnen, kon de missie op Borneo ge regeld doorwerken. In November van ge noemd jaar landden de eerste Capucjjnen te Singkawang. Hier was een houten kerkje, dat in 1875 werd gebouwd en nog pas ge restaureerd was geworden. Te Sedjiram stond nog de oude woning van den laatsten pastoor, doch van kerk en school waren daar zelfs de bouwvallen verdwenen. Het aantal Katholieken bedroeg omstreeks 400, zjj werden nu en dan door pen missionaris uit Batavia bezoekt. ir Reeds na een jaar kon de Prefect melden, dat in het afgeloopen tijdperk 20 volwas senen en 36 kinderen waren gedoopt. Als catechumenen hadden zich 40 personen op gegeven. Het kerkje was alle Zondagen na genoeg bezet en bleek op groote feestdagen zelfs te klein; „dit jaar hebben we een me laatsen-kerkje gebouwd”. In Aug. 1906 vertrokken twee paters en een broeder naar Rangasedjiram, waar zjj gebouwen voor kerk en school in orde brach ten en den geregelden arbeid ouder de Da jaks begonnen. In het zelfde jaar kregen de Capucjjnen de, voor een missie onmisbare hulp van zusters voor onderwjjs en zieken verpleging, zusters Franciscanessen uit Veghel. Toen in 1918 de prefectuur werd verhe ven tot Apost. Vicariaat, waren er reeds 8 bloeiende lioofdstaties. In 1920 kwamen de onderwijsbroeders van de Congregatie van Huybergen het werk der Capucfjnen verlich ten en in 1924 vestigden zich te Sambas de Zusters Penitenten Recollectienen van de Derde Orde van den H. Franciscus (Moeder huis te Etten). De missie werkt te Borneo zoowel onder de Ohineezen als onder de Dajaks. Met het on derwjjs aan Ohineezen werd Oct. 1907 aan gevangen te Singkawang door het opzich ten van een Holl. Obineesehe Jongensschool; een Meisjesschool onder leiding der zusters Franciscanessen van Veghel volgde spon dig. De zusters van Veghel besturen ook nog een fröbel- en een huishoudschool. Van de vroegere schooljongens te Singkawang stu deeren er (1927) 4 in Huybergen voor on derwijzer, 2 in Langeweg voor Capucijn; reeds is te Singkawang een Chineesche On derwijzer in functie, die zjjn opleiding ont ving te Oudenbosch. Te Pontianak en te Sambas werden Holl.- Óhineesehe Meisjesscholen geopend. Het onderwijs voor de Dajaksche bevol king werd reeds ter hand genomen door de Jezuïten, die in 1890 te Sedjiram een kleine school openden. In 1911 richtten de Capu cjjnen een school op te Nanqasedjiram. In 1911 moest de school veel nadeel on dervinden vanwege den hongersnood en in 1914 brandde, geheel de statie af, uitgeno men de gebouwen der zusters en de Meisjes school. Langzaam aan is men de ramp ten boven gekomen en in 1924 werd de nieuwe kerk door Mgr. P. Bos plechtig gewijd. Bjj die I gelegenheid schreef de Java-Post van Jan. 1924: „Wanneer de school de warme belang stelling mag blijven behouden van het bestuur van Smitau, geljjk ze die heeft in de laatste twee jaren, dan zal Nanqasedjiram eerlang een mooie Missie-statie zjjn, die veel geestelijk en stoffelijk heil zal aan brengen voor alle Dajaks in de^omgeying”. Den Haag, OP DEN VEERTIENDEN ZONDAG NA PINKSTER. Epistel uit den brief van den H. Apostel Paulus aan de Galaten; V, 1624. Broeders, wandelt naar den geest; en gjj zult de begeerte des vleesches niet volbren gen. Want het vleesch begeert tegen den geest, en de geest tegen het vleesch; want zjj strijden tegen elkander, zoodat gjj niet doet, wat gjj wildet. Doch, indien gij door den geest geleid wordt, zjjt gjj niet onder de wet Nu de werken des vleesches zjjn be- kennd; zjj zjjn hoererij, onzuiverheid, oneer baarheid, ontucht, tooverij, vijandschap, twist, afgunst, gramschap, gekijf, verdeeld heden, ketterijen, nijd, doodslagen, dronken- schappen, brassen en dergeljjke, waarvan ik u voorzeg, gelijk ik u reeds voorzpgd heb, dat die zulke dingen doen, het rijk Gods niet zullen beërven. Maar de vrucht des geestes Is liefde, blijdschap, vrede, verduldigheid, goedertierenheid, goedheid, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, getrouwheid, zedigheid, eerbaarheid, renheid. Tegen zulken is de wet niet. Die Christus dan toebehooren, kruisigen hun vleesch met de ongeregeldheden en be geerten. Evangelie volgens den H. Mattheiis; VI, 24—33. In dien tjjde zeide Jezus tot Zjjne leer lingen: Niemand kan twee heeren dienen; want hjj zal of den eenen haten, en den an deren beminnen, of h(j zal den eenen verdra gen, en den anderen versmaden. Gij kunt God en den Mammon niet dienen. Daarom zeg Ik u: Weest niet bekommerd voor uw leven, wat gij zult eten, noch voor uw li chaam, waarmede gij u zult kleeden. Is het leven niet meer, dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleeding? Be schouwt de vogelen des hemels, wjjl zij noch zaaien, noch maaien, noch in schuren verza melen, en uw hemelsche Vader voedt ze. Zyt gij niet veel waardiger, dan zjj? Maar wie van u kan met zjjne zorg zjjne lengte eene el vergrooten? En, wat zjjt gjj voor kleeding bezorgd? Beschouwt de leliën des velds, hoe zjj groeien; zjj arbeiden of spinnen niet. En ik zeg n, dat Salomon zelf in al zjjne heer lijkheid niet gekleed ia geweest, gelijk een van die. Indien dan God het veldgewas, dat heden is, en morgen in den oven geworpen wordt, zoo bekleedt, hoeveel te meer dan u, gjj kleingeloovigen? Weest dan niet bekom merd, zeggende: Wat zullen wjj eten, of wat zullen wjj drinken, of waarmede zullen wjj ons kleeden? Want de heidenen zjjn voor dit alles bezorgd. Maar uw Vader weet, dat gij dit alles noodig hebt Zoekt dan eerst net rijk Gods, en Zjjne gerechtigheid en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1928 | | pagina 11