van
an
r.
I
l
No. 34
Vrijdag 31 Aug. 1928.
I
Door hst itheeie land zijn da Maude.u van JUI U LUDU
bekend HLS DE BESTE”
Geschiedenis der Missie van
het Apostolisch Vicariaat van
Nederlandsch Borneo.
Protestanten over, de kracht
der KatholieluPKerk.
EPISTEL EN EVANGELIE.
I
kent
ij
/J
1
'V'2^
f
de
aan
J. KLEUNTJEN8 8.J.
(Wordt vervolgd).
den tijd
ms het geval in
a
X?
I.
OFFICIEEL KERKBERICHT
het „Noord-Hollandsch Dagblad”
i Borneo
likt. Het
het Chi-
vacantie van 1918 tot 1921 eindigde niet de
benoeming van Mgr. Raffl tot vorstbis
schop van Brixen. Maar al te spoedig stierf
deze herder, terwijl rendom zijne kudde de
strjjd woedde, dien een ieder kent.
Een groote hindernis voor het bisdom is
te Italianiseering der middelbare school, bij
zonderlijk de reorganisatie van het bisschop
pelijk jongensseminarie, Vinzentinum, dat
steeds vele roepingen leverde. Veel nadeel
voor het bisdom bracht ook de opheffing
van het Augustjjnsch gymnasium en bet
bisschoppelijk Kasseaneum, de domschool
van den bisschop. Zeer nadeelig werkt na
tuurlijk ook de economische achteruitgang
van den boerenstand, wat op den intellec-
tueelen stand van het land ongunstig werkt.
De apostolische administratiuir van Inns
bruck -Feldrieh is een kerkelijk geheel zelf
standig gebied. In het scheidingsdekreet heet
het adruitum apostolica sedis. Met het moe-
derdiocees Brixen heeft het geen officieele
betrekkingen meer. Zij behoort tot de kerke
lijke provincie Salzburg. Deze beide heb
ben het prieserseminarie gemeenzaam. De
jeugdige theologie studenten van de admi-
nistratuur studeeren hun vijfjarige theologie
aan het priesterseminarie van Salzburg.
De roepingen tot den priesterlijken stand
laten niet te wenschen over. Aan bet jongens-
Weminarie te Scbwaz melden zich vele can-
didaten aan, zooals overigens aan de mid
delbare scholen van Tirol en Vorarlberg ook
het geval is. In deze richting verricht uit
muntend werk, de godsdienstige leiding aan
de statelijke middelbare scholen, door uit
muntende zielzorgers. De studenten stam
men uit alle kringen, voornamelijk echter uit
laudbouwkringen. De moderne geest echter,
welke meer en meer de bevolking van Tirol
en Vorarlberg doordringt, moet energisoh ge
stuit worden door de voortreffelijk georgani
seerde katholieke actie, waarover de katho
lieke kerk hier beschikt.
De moderne en gegarandeerde meubelen, waaronder ontwerpen van bekende archi
tecten, seggen U door zijn practische voordeelen hoe meubelen behooren te zijn.
-Vrije toegang tot de Monsterzalen aan de Meubelfabriek „Eik M Linden"
Lindegracht 11-11 minnaar.
Geopend van 9—12 en 2—5. ’s Zaterdags 91 uur.
Op voorafgaand verzoek ook op andere uren, hetzij 's Zaterdagsmiddags of avonds.
EEN INTERESSANTE BLIK OP HET
Kr'"'<ELIJK LEVEN IN OOSTENRIJK.
Indien het diocees Brixen politiek niet
meer met Oostenrijk verbonden is, zoo is het
dit steeds nog kerkelijk. Dit diocees, een der
oudste in de kerkelijke geschiedenis zijn
ontstaan moet teruggevoerd worden op het
jaar 205 na Christus is tegenwoordig aan
allerlei beproevingen ten prooi. In zijn ge
ringe uitgestrektheid over 9 dekanaten met
ongeveer 90.000 zielen (het noordelijke, veel
grootere gedeelte van het diocees, omvat-
tend Inn tal, Vorarlberg en Oost-TIrolie,
vormt de administrateur Feldkirch) is het
reeds in het tweede interregnum, sedert on
gewoon langen tijd zonder opperherder. De
Noderlandsoh Borneo heeft een opper
vlakte van 197.594 K.M.2 en strekt zich uit
tusschen 7 gr. N.B. en 40 gr. 20 Z.B. en
tusschen 106 gr. 40 en 106 gr. 46 O.L. v.
Greenwich. Het is 17 maal zoo groot als
Nederland en heeft een bevolking van on
geveer 1.7 millioen. Het beeft een gunstig
klimaat met weinig wisselende tempera
tuur van 2526 gr. In sommige kuststreken
is het klimaat -vanwege de moerassen min
der geze- 1. De regenval bedr; uslO
4000 m.M. en het verschil tusschen drogen
en natten moeson Is niet zeer groot.
Borneo is een bergland, dat naar de kust
in laagland overgaat, terwjjl er in *t Zuiden
en Westen door de overstrooming der rivie
ren veel moerasgrond gevonden wordt.
Van Zuid jiaar Noord strekt zich een
groote bergketen uit, die de grens vormt
tusschen Wester- en Zuider- en Oosteraf-
deeling. In het Zuiden is het Schwanerge-
bergte. in het Noorden het Mullergebergte.
In Centraal-Borneo vereenigt zich deze
bergketen met twee andere, waarvan een de
grens vormt tusschen Sera wak en de Wes-
terafdeeling, Boven-Kapoewas-gebergte, de
andere meer Noordwaarts gaat en Irange-
bergte wordt genoemd. De hoogste ton op
Nederlandsch Borneo is de Boekit-Raja in
het Schwaner-gebergte 2280 M.
De rivieren zijn zeer talrjjk. De drie groot
ste ontspringen in ’t Centraal bergland. Van
hieruit stroomt de Kapoewas (t 150 KM. lang.
908 K.M. bevaarbaar) westwaarts en vormt
bjj Pontianak de 8000 K.M2 groo:t Kap>:was-
delta.
Zuidwaarts stroomt de Barito (1050 K.M.
lang 700 K.M. bevaarbaar) en mondt bjj
Bar ’Vrmisin in zee uit. Meeer Oo-teljjk
stroomt de Mabakam, bekend om de vele
watervallen en stroomversnellingen, die het
bevaren belemmeren. De rivier is bevaar
baar tot enkele uren boven Long-Iran en
mondt bjj Samarinda in zee uit.
Bevolking*, De eigenlijke inboorling van
Borneo is de Dajak. De Dajaks vormen niet
een afzonderlijk ras, maar zün een groep van
de Indonesiërs, die met de Microqesiërs en
Polynitiërs tot het Maleische ras behooren.
De Dajaks worden gewoonlijk onderschei
den in drie groepen:
L In Centraal Borneo, aan den Boven-Ba
rito, de Melawi en de Boven-Kapoewas, do
Deloe-Ajel-Dajaks. Deze hebben zich het
Onder de vele getuigenissen van anders
denkenden over de katholieke kerk zijn er
twee van geheel merkwaardigen aard. Dr.
Sydney Heibert Mellone, een unitariër
schrijft in zijn laatste werk „Terug tot de
werkelijkheid: „De aartsbisschop van Can
terbury heeft gezegd, de kerk van Engeland
is de woordvoerster van de natie en haar
geloof. Deze verklaring kan van verschillen
de zijden aangevallen worden en bijzonderlijk
door te vragen, wat verstaat men onder de
kerk van Engeland? Bestaat bjj haar een
groote omlijning van geloof en godsdienst,
welker beteekenis men klaar en duidelijk in
woorden kan weergeven?
Wjj kunnen slecnts een breed kader vin
den, dat een chaos dekt, dat is alles. Eenige
Anglo katholieken zjjn voor de instelling der
biecht. Maar deze biechtstoel zou alleen van
de grillen der plaatselijke geestelijkheid af
hangen, terwjjl in de kerk van Rome de
biechtstoel zorgvuldig geregeld is.
Wjj vinden in Paus Pius XI de steeds ge
lijk blijvende voorstelling van de geloofsleer,
waaraan de Roomsohe kerk niet alleen bare
eigen geloovigen, maar ook de geheele we
reld gewend heeft De Paus weet precies,
wat hjj wil, en hjj drukt zjjne meeningen in
verklaringen uit, die niet ontbloot zijn van
klaarheid en gezag
In de 4e en 5e eeuw had de kerk alle voor
uitstrevende meeningen van den tijd op
haar kant eq dat was eveneens het geval in
de 13e eeuwj de groote periode van den op
bouw der middeleeuwen.
Van de autoriteit der Roomsche kerk
sprekende, zegt hjj: Het is thans klaar, dat
er voor een corporatieve vereeniging der
kerken op grond van een geschreven woord
geen hoop bestaat. Er zjjn slechts twee we
gen mogelijk. De eene is een opperste, be
slissend en levend gerechtshof, waaraan geen
mensoh zich onttrekken kan, de andere is
het individueele verstand, dat bjj zich zelf
of bjj anderen te rade gaat. De keus ligt tus-
schen de katholieke kerk en een of ander
soort van unitarisme. Alle stellingen tus-
schen deze beide zjjn op zand gebouwd.
Katholicisme of de godsdienst der auto
riteit is nog steeds een groote macht in deze
wereld. Te midden aller verwarring hebben
de menschen behoefte aan een klare open
baring en aan een autoriteit. Het is niet ver
wonderlijk, dat wjj zoowel wat den invloed
als het ledental der Roomsch-katholieke
kerk betreft een vermeerdering constateeren.
De eigenlijke vraag bestaat hierin, waarin
bestaat tegenwoordig de werkelijke kracht
der katholieke kerk? Hare kracht waarin zij
thans voor de wereld is en niet in dat wat
zjj in de middeleeuwen voor de wereld ge
weest is. Toen heeft zjj meer dan ooit har*
kracht uitgeoefend.
Maar ook in den modernen tjjd heeft zjj
een bemerkenswaardige actieve propaganda
doorgevoerd, die in duidelijke en klare be
woordingen een beroep doet op onzen gees£
Het Roomsoh-katholi"k ritueel spreekt niet
alleen tot de zinnen. In dit ritueel heeft alles
een beteekenis. Het grootste gedeelte bete*-
kent niet alleen iets, maar men gelooft dat
het wat doen kan. Het is de werkelijke oor
zaak vin bovennatuurijjk geestelijke werkin
gen. Het opzienbarende wonder der trans
substantiatie, waardoor verklaard wordt, dat
Gods Zoon onder de gedaante van zichtbare
en tastbare dingen tegenwoordig is, is niet
enkel een bewering. Wjj hebben reeds ge
zegd dat dit ontwijfelbaar het gewichtigste
gebeuren der wereld zou beteekenen.
De kerk van Rome vaardigt een machtigen
oproep uit: Moet in dezen chaos der mee
ningen en strevingen niet een laatste auto-
rieit aanwezig zjjn?
EEN VERORDENING VAN DEN APOSTO
LISCH EN ADMINISTRATOR VAN HET
DIOCEES RUSSEL TEGEN DB
VRIJMETSELARIJ.
Bisseliop Jausoone, apostolisch adminL
strator van het diocees Rjjssel, beeft in da
Semaine religieus® dus dicAse de Lille, eea
merkwaardige verordening uitgevaardigd
tegen het werken der vrijmetselaars.
Aansluitend aan de Encycliek Hunianum
genus van Paus Leo XIII, zegt de bisschop:
Zeker is de opvordering van den Paus om
zich door een grootsche aaneensluiting van
gebed en werkzaamheden tegen de vrijmet
selarij te vereenigen, niet onopgemerkt ge
bleven.... Meer bijzonderlijk in onze dagen
hebben zich groote katholieke vereenigingen
gevormd, van mannen en vrouwen en jon
geren onder welbekende namen, die zich
ten doe) gesteld hebben, door voorbeeld, in
vloed en werken te strijden tegen de mis
kenning van Gods rechten op de mensche-
Ijjke samenleving, tegen het nog onlangs
door Pius XI ais geesel van den tegenwoor-
digen tjjd gebrandmerkte laicismus, waar
mede kort en bondig het onheilspellende
werk der vrjjmetselarjj gekenmerkt wordt.
Voor geloovigen staat bet echter vast,
dat deze organisaties en de pogingen die zjj
in het werk stellen, slechts dan succes zul
len opleveren, wanneet zjj ondersteund wor
den door krachtig gebed en offergeest
„Dit soon van booze geesten wordt slechts
doot gebed en boetedoening verdreven.”
Daarom verkreeg het ontwerp van 21 Janu
ari 1921, dat aan den bisschop Quilliet van
Rjjssel werd voorgelegd, en dat on gebed
en offer opgebouwd was, dezes volle goed
keuring. Eu wjj zelf hebben op grond van
ware kenteekenen het aan den tjjd aange
paste en providentieele karakter van dit
werk vastgesteld, en geoordeeld, dat het
tjjdstip gekomen was hetzelve in het diocees
Rjjssel op te richten en er den naam aan te
geven van: Kruistocht tegen de vrijmetse
larij.
Over het ontstaan dezer verordening
oriënteert de Revue internationale des So-
siétés secréten van 29 Juli 1928. In een
commentaar op deze verordening wijst de
refïie op t’ streven en werken van bovenna
tuurlijke cbaritas ten gunste van alle dissi
denten, zelfs van vijanden der kerk en der
kerkelijke regeltucht te vermeerderen....
Zonder twijfel zou dit, bemerkt het orgaan,
wettig en lofwaardig zijn, indien het enkel
en alleen ging om het zielenheil der zonda
ren en den nood en ellende van enkelingen,
want in dit geval mogen wij niemand van
onze naastenliefde uitsluiten.
Maar dergelijke werken van naastenliefde
schijnen maar al te dikwijls ingegeven te
zjjn door een zucht naar internationaal en
interconfessioneel pacifismus in plaats van
vervuld te zijn van den geest Gods en den
ijver voor Christus rijk. Daar vandaan deze
soort van crisis met baar biste rische uitin
gen, welke de poging der „Vrienden Isra
els” doormaakt of ook de unie der kerken
op den grondslag van een panehristendom
Een onmiddellijk ingrijpen van den H. Stoel
heeft aan het avontaurljjkate dezer po»
gingen een einde gemaakt.
minst vermengd en toonen nog zuiver Dajak-
sche eigenschappen. Hieronder hooren de
Kantoek-Dajaks en de Kajans, bekend om
hun diensten bij de expeditie van Dr. Lolents
naar N.Guinea en ook de beruchte koppen
snellers n.l. de Batang-Loepaïs.
II. Oosteljjk wonen de Bahan’s en Ken-
ja’s, de Longglats en de Pninihings in het
Boven Mahakam gebied; verder nog de
Hebans en andere stammen in de Tindoeng-
sche landen en Berouw-gebied.
III. De derde groep zjjn de nomaden en
jagers, waarvan de voornaamste zjjn de Poe-
nans en Boekat-Dajaks. Ze worden voorna
melijk aangetroffen langs den bovenloop
van de Kapoewas, langs de Mahakam en
de zijrivieren ten Nopadën.
Onder al dez^rfffaminen heeft zich het na
tionaliteitsgevoel nog weinig ontwikkeld. De
onderlinge eenheid bepaalt zich slechts tot
de verschillende stammen; als leden van een
bepaalden stam voelen zjj zich één, terwjjl
de stammen als zoodanig min of meer vij
andig tegenover elkaar staan.
Stonden de Dajaks vroeger altjjd bekend
als zeer primitief en achterlijk, toch is er
onder hen de laatste jaren, tengevolge van
de steeds drukker wordende relaties met do
beschaafde wereld, een sterke neiging merk
baar naar meer kennis en vooruitgang. Dit,
hun goeden verstandeljjken aanleg erbjj be
schouwd, is voorzeker een gewichtige fac
tor bjj de missioneering van dit volk.
Ofschoon ook hun monogamie het missie
werk ten goede komt, toch is de losheid van
den huwelijksband een groot nadeel en belet
sel voor hun bykeering. Hun huwelijksvorm
is „endogamie” en hun verwantsehapstelsel
„parentaal” daar beide ouders tot denzelf-
den stam behooren.
Hun godsdienst kunnen we 't best defi-
nieeren door „animistisch monotheïsme”. Ze
nemen één opperwezen aan en onderge-
geschikt aan dit opperwezen een groot aan
tal geesten of z.g. „Antoe’s”. Ze brengen
alleen hun offers aan de booze geesten om
hun toorn te bedaren, en af te weren; aan
goede geesten en het opperwezen worden
geen offers gebracht.De strekking van hun
offer is zuiver egoïstisch. Nochtans hun
monotheïstisebe leer is wederom een gunstige
factor voor het missiewerk.
De Dajaks nemen over 't algemeen aan,
dat de mensch bestaat uit een lichaam en
een onstoffelijke zieL De ziel kan bet lichaam
tjjdeljjk verlaten, dit is de ziekte. Bljjft ze
lang weg dan treedt de dood in. Hun ge-
nees-methode bestaat dan ook voornamelijk
in allerlei kunstgrepen, om de booze gees
ten te verschalken en de ziel in het lichaam
terug te brengen. Ook het droomen verkla
ren zjj hierdoor, dat dkn de ziel op reis is
en alles meemaakt, geljjk ze 't droomen,
vandaar hechten ze zoo’n groote waarde aan
de droomen. Na den dood bljjft de ziel voort
bestaan, hun hemel denken ze zich over 't
algemeen op een bepaalden berg.
Vooroudervereering „ahnenteelt”
de Dajak niet
Een gevolg van hun animistische opvat
tingen is het koppensnellen. Ze* houden dat
een bepaalde beschermgeest huist in de ge
snelde hoofden. Het koppensnellen op groote
schaal behoort evenwel op Nederlandsch
Borneo tot het verleden dank zg het krach
tig optreden der regeering en den beschaven
den invloed van het christendom.
Het middel van bestaan voor den Dajak
is de rjjstbouw. Hun systeem is het „ladang-
systeem” d.w.z. droge rjjststoelden en wel in
den vorm van roofbouw. De missionarissen
trachten de Dajaks een goede methode van
landbouw te leeren en zoo den roofbouw te
doen verdwjjnen, waarop wjj later nog zul
len terugkomen.
Al wie geen Dajak is, wordt op
onder dc-»vreemdelingen gerangschi
voornaamste element hiervan is
neesdie.
Ontginning van de goudmijnen van Sam
bas en Montrado was bet doel, waarom zich
in de 18e eeuw duizenden Chineezcn op
Borneo’s Westkust vestigen. In 1854 werd
met de verovering van Montrado het Ohi-
neesche zelfbestuur opgeheven en het gezag
der „Compenie” gevestigd. Meermalen heb
ben de Ohineezen zich nog verzet tegen de
regeering (opstanden van 1898 en 1914),
maar thans is alles in rust.
1 April 1926 heeft de regeering het mili
taire bestuur te Singkawang vervangen door
civiel-bestuur.
De goudmjjnen waren spoedig totaal uit
geput en geljjk overal elders gingen de
Ohineezen zich toeleggen op den handel,
vooral op Singapore. Hun voornaamste han-
delsproducten zjjn de voortbrengselen der
klapper- en rubbertuinen.
De Ohineezen aan de Westkust van Bor
neo vormen een machtig bevolk ings-element,
bovenal om hun economische positie. Van
daar dat de Katholieke Missie er ook alles
op gezet heeft om de Cfaineezen voor den
Oni istelijken godsdienst te winnen.
Nog een voornaam element van de bevol
king zjjn de Maleiërs, die geljjk elders allen
tot den Islam booren. De Katholieke Missie
op Nederlandsch Borneo ondervindt van hem
echter weinig tegenwerking. Wel komt het
voor, dat de Maleiërs onzen godsdienst bjj
de Dajaks in een slecht daglicht stellen, 1
ofschoon het bekeeringswerk onder ben ook
in Borneo weinig hoop op succes geeft
Reeds in de 16e eeuw is op Borneo het
Kajholiek geloof verkondigd geworden.
Portugeesche Franciscanen en Theatjjnen
waren hier de eerste missionarissen.
Toen de Portegeezen in het begin van
17e eeuw het eiland moesten afstaan
de Hollanders, werd de verkondiging van
het Katholiek geloof verboden. Eerst in 1850
bezocht een priester van het Vicariaat Bata
via dit eiland weder.
Door jaarljjksche dienstreizen werden
daarna aan de Westkust vele Ohineezen voor
het geloof gewonnen, waarom in 1885 een
Jezuïet een vaste standplaats kreeg te Sing
kawang. Weinig jaren later werd te Imitau
in het binnen land een statie geopend onder
de Dajaks, welke echter spoedig is ver
plaatst naar Nanqasedjiram. In 1896 moes
ten de Jezuïten dezen post werden verlaten
om elders opengevallen plaatsen te bezetten.
Eerst nadat in Februari 1905 het groote
eiland, wat het Nederlandsche gedeelte er
van betreft, tot een afzonderlijke Aposto
lische Prefectuur was verhêven, welke werd
toevertrouwd aan de Nederlandsche Paters
Capucjjnen, kon de missie op Borneo ge
regeld doorwerken. In November van ge
noemd jaar landden de eerste Capucjjnen te
Singkawang. Hier was een houten kerkje,
dat in 1875 werd gebouwd en nog pas ge
restaureerd was geworden. Te Sedjiram
stond nog de oude woning van den laatsten
pastoor, doch van kerk en school waren
daar zelfs de bouwvallen verdwenen. Het
aantal Katholieken bedroeg omstreeks 400,
zjj werden nu en dan door pen missionaris
uit Batavia bezoekt. ir
Reeds na een jaar kon de Prefect melden,
dat in het afgeloopen tijdperk 20 volwas
senen en 36 kinderen waren gedoopt. Als
catechumenen hadden zich 40 personen op
gegeven. Het kerkje was alle Zondagen na
genoeg bezet en bleek op groote feestdagen
zelfs te klein; „dit jaar hebben we een me
laatsen-kerkje gebouwd”.
In Aug. 1906 vertrokken twee paters en
een broeder naar Rangasedjiram, waar zjj
gebouwen voor kerk en school in orde brach
ten en den geregelden arbeid ouder de Da
jaks begonnen. In het zelfde jaar kregen de
Capucjjnen de, voor een missie onmisbare
hulp van zusters voor onderwjjs en zieken
verpleging, zusters Franciscanessen uit
Veghel.
Toen in 1918 de prefectuur werd verhe
ven tot Apost. Vicariaat, waren er reeds 8
bloeiende lioofdstaties. In 1920 kwamen de
onderwijsbroeders van de Congregatie van
Huybergen het werk der Capucfjnen verlich
ten en in 1924 vestigden zich te Sambas de
Zusters Penitenten Recollectienen van de
Derde Orde van den H. Franciscus (Moeder
huis te Etten).
De missie werkt te Borneo zoowel onder de
Ohineezen als onder de Dajaks. Met het on
derwjjs aan Ohineezen werd Oct. 1907 aan
gevangen te Singkawang door het opzich
ten van een Holl. Obineesehe Jongensschool;
een Meisjesschool onder leiding der zusters
Franciscanessen van Veghel volgde spon
dig.
De zusters van Veghel besturen ook nog
een fröbel- en een huishoudschool. Van de
vroegere schooljongens te Singkawang stu
deeren er (1927) 4 in Huybergen voor on
derwijzer, 2 in Langeweg voor Capucijn;
reeds is te Singkawang een Chineesche On
derwijzer in functie, die zjjn opleiding ont
ving te Oudenbosch.
Te Pontianak en te Sambas werden Holl.-
Óhineesehe Meisjesscholen geopend.
Het onderwijs voor de Dajaksche bevol
king werd reeds ter hand genomen door de
Jezuïten, die in 1890 te Sedjiram een kleine
school openden. In 1911 richtten de Capu
cjjnen een school op te Nanqasedjiram.
In 1911 moest de school veel nadeel on
dervinden vanwege den hongersnood en in
1914 brandde, geheel de statie af, uitgeno
men de gebouwen der zusters en de Meisjes
school.
Langzaam aan is men de ramp ten boven
gekomen en in 1924 werd de nieuwe kerk
door Mgr. P. Bos plechtig gewijd. Bjj die I
gelegenheid schreef de Java-Post van Jan.
1924:
„Wanneer de school de warme belang
stelling mag blijven behouden van het
bestuur van Smitau, geljjk ze die heeft in de
laatste twee jaren, dan zal Nanqasedjiram
eerlang een mooie Missie-statie zjjn, die
veel geestelijk en stoffelijk heil zal aan
brengen voor alle Dajaks in de^omgeying”.
Den Haag,
OP DEN VEERTIENDEN ZONDAG
NA PINKSTER.
Epistel uit den brief van den H. Apostel
Paulus aan de Galaten; V, 1624.
Broeders, wandelt naar den geest; en gjj
zult de begeerte des vleesches niet volbren
gen. Want het vleesch begeert tegen den
geest, en de geest tegen het vleesch; want
zjj strijden tegen elkander, zoodat gjj niet
doet, wat gjj wildet. Doch, indien gij door
den geest geleid wordt, zjjt gjj niet onder
de wet Nu de werken des vleesches zjjn be-
kennd; zjj zjjn hoererij, onzuiverheid, oneer
baarheid, ontucht, tooverij, vijandschap,
twist, afgunst, gramschap, gekijf, verdeeld
heden, ketterijen, nijd, doodslagen, dronken-
schappen, brassen en dergeljjke, waarvan
ik u voorzeg, gelijk ik u reeds voorzpgd heb,
dat die zulke dingen doen, het rijk Gods niet
zullen beërven. Maar de vrucht des geestes
Is liefde, blijdschap, vrede, verduldigheid,
goedertierenheid, goedheid, lankmoedigheid,
zachtmoedigheid, getrouwheid, zedigheid,
eerbaarheid, renheid. Tegen zulken is de wet
niet. Die Christus dan toebehooren, kruisigen
hun vleesch met de ongeregeldheden en be
geerten.
Evangelie volgens den H. Mattheiis;
VI, 24—33.
In dien tjjde zeide Jezus tot Zjjne leer
lingen: Niemand kan twee heeren dienen;
want hjj zal of den eenen haten, en den an
deren beminnen, of h(j zal den eenen verdra
gen, en den anderen versmaden. Gij kunt
God en den Mammon niet dienen. Daarom
zeg Ik u: Weest niet bekommerd voor uw
leven, wat gij zult eten, noch voor uw li
chaam, waarmede gij u zult kleeden. Is het
leven niet meer, dan het voedsel, en het
lichaam niet meer dan de kleeding? Be
schouwt de vogelen des hemels, wjjl zij noch
zaaien, noch maaien, noch in schuren verza
melen, en uw hemelsche Vader voedt ze. Zyt
gij niet veel waardiger, dan zjj? Maar wie
van u kan met zjjne zorg zjjne lengte eene
el vergrooten? En, wat zjjt gjj voor kleeding
bezorgd? Beschouwt de leliën des velds, hoe
zjj groeien; zjj arbeiden of spinnen niet. En
ik zeg n, dat Salomon zelf in al zjjne heer
lijkheid niet gekleed ia geweest, gelijk een
van die. Indien dan God het veldgewas, dat
heden is, en morgen in den oven geworpen
wordt, zoo bekleedt, hoeveel te meer dan u,
gjj kleingeloovigen? Weest dan niet bekom
merd, zeggende: Wat zullen wjj eten, of wat
zullen wjj drinken, of waarmede zullen wjj
ons kleeden? Want de heidenen zjjn voor
dit alles bezorgd. Maar uw Vader weet, dat
gij dit alles noodig hebt Zoekt dan eerst
net rijk Gods, en Zjjne gerechtigheid en al
deze dingen zullen u toegeworpen worden.