g
I
i
1
5
„ONS BLAD”
3
I
f
BureauHOF 6, ALKMAAR - Telefoon
r
UIT DE PERS.
De Troonrede.
NIEUWE ABONNé’S.
Gratis en franco.
No. 219 alkmaar 1MM Woensdag 19 September *29.
FEUILLETON.
De vier gedenkwaardige Jaren
van de familie van der Velde
door
AbonnenwnteprU* i
Aan •botwiA*» wordt op aanvrage gratia een poll» verstrekt, wik» hen vsriskaritegtn ongevallen tot een bedrag van f 3000. f 750f 250. f 125. f 50.
BUITENLAND.
Verspreide Berichten.
f40.—
GUO ALKMAAR 1M863
GUO ALKMAAB HMM
-
X
1
gevallen.
van wie men vreest, dat zij verdronken zijn.
zulke
be-
M.
on*
\Vur«lt vervolgdjf.
-
7
6
0
2
I
I
1
Zig, die zich per 1 October a*, op Mt bled
abonneeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende summers
DB ADMINISTRATIE.
*f Z85
a f O.flO hooger
onder-
het-
I om-
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
vooruitgang
vredelie-
wan-
Uit De Nederlander:
Tn menig opzicht merkwaardig ia de rede,
JAN VAN MERLEN8TEIN.
greeting en wederom voeren
Nieuwen Waterweg van Rotte:
zee aan.
„Dit ia een zeer buitengewone gang vaa
zaken, Excellentie", merkte de gezant op.
„Gij hebt mij tot dezen tocht uitgenoodigd,
noewel wij in een situatie verkeeren, die bet
nog maar nauwelijks toelaat, dat wjj zulke
tochtjes ondernemen”.
„En stuk van bescheidenheid en van jnist
begrip van dén politieken toestand, waarin
wq verkeeren en dus niet uitermate belang
rijk”, aldus kwalificeert „Het Vaderland” de
troonrede.
Ten minste niet belangrijk in dien zin,
dat hier beginsel tegenover beginsel ge
steld wordt. Maar dat ligt niet op den weg
van het tegenwoordige kabinet, dat juist
daaraan zijn oorsprong beeft te danken of
te wijten, al naar men dat noemen wilt,
daar de beginselen sedert lang niet meer
met niets ontzienden moed, zonder zich om
verlies of winst bij de kiezers te bekom-
de gedachte, dat dit wapen in
trouwbare handen is”.
De conferentie eindigde met het bespre
ken van de verdere stappen en wij verlie
ten het ministerie. Voor wjj naar Wasse
naar reden, zond vader een telegram naar
Rotterdam, dat het jacht tot ^nmiddelljjke
afvaart gereed moest liggen. Kort voor drie
uur ’s middags verlieten vader, Gerard en
ik weer de villa en reden naar Rotterdam,
waar wij om half vier aankwamen. Wjj had
den den concentrator meegenomen en stel
den hem in de safe-hut van de „Zwaluw”
op.
De gasten, die wjj verwachtten, waren
precies om vier uur op de landingskade en
onze motorboot bracht hen vlug aan boord.
Het waren de minister-president, de heer
Vermuylen, en twee heeren, die wjj niet
kenden, doch die later de gezant, die thans
het ultimatum bad overgereikt, en de ma-
rine attaché van dit gezantschap bleken
ie zijn. Er volgde een korte, afgemeten be
door den
sn op de
fhr kwartaal vaar Atkizzr*
Voor buiten Alkmaar.
Mat Geïllustreerd Zuudzgzhlzd
waarmede Hare Majesteit de Koningin heden
de nieuwe zitting van de Staten-Oeneraal
opende: merkwaardig om den optimistische»
':ening der
zien harer
leven.
complexen vragen dringend waarborgen, dat
niet aan wellicht tijdelijke nooden offers
worden gebracht, die vernietigen, wat aan
sterke en diepe behoeften bevrediging
Schenkt. De vrienden van de schoonheid
van ons land krjjgcn dan eindelijk dien
vruchtbaren overheidssteun, waarop zij recht
verkregen door hun krachtig initiatief en de
offers, die zjj zelf brachten.
De publieke lasten moeten worden verlicht.
Dat dit door de regeering wederom voorop
wordt gesteld geeft hoop. Het is het voor
naamste lichtpunt in deze troonrede, aldus
het Amsterdamsche orgaan.
DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND.
In goed ingelichte kringen te Genève ver
wacht men, dat de diplomatieke onderhande-
lingen over de ontruiming van het Rijnland
midden October zuUen aanvangen met het
wisselen van nota’s door dé ambassadeurs in
de hoofdsteden der geallieerde landen. Tjj-
dens de Decemberzitting van den Raad van
den Volkenbond zal een nieuwe conferentie
van de vertegenwoordigers van de zes be
trokken mogendheden gehouden worden.
Aan deze conferentie zal ook België-deelne
men. al is dit land dan ook niet als lid van
den Raad v. d. Volkenbond te Genève ver
tegenwoordigd. Op deze conferentie zullen
de besprekingen worden gevoerd over de
verdere stappen welke zullen moeten worden
ondernomen.
De „Standaard” acht van bijzonder
belang de toezegging van een ontwerp tót
herziening van de financieels verhouding
tusschen het Rjjk en de Gemeenten.
Wjj mogen wel aannemen, dat dit ont
werp zeer spoedig bh de Staten-Generaal
zal worden ingediend. De nood van vele
gemeenten dringt tot deze herziening.
De vraag is echter, langs welken weg de
regeering dat uiterst moeilijke probleem
tot oplossing wil brengen.
Wjj willen wel zeggen alleen zulke op
lossing te kunnen aanvaarden, die de auto
nomie der gemeenten niet verder In hot
gedrang brengt.
Dit historisch goed der zelfstandigheid,
voor ons volk van groote waarde, staat bjj
ons in deze quaestio het hoogst.
SCHEEPSRAMP.
Vermoedettjk 17 dooazn.
Het s-8. „Manaso” met vrachtgoederen on
passagiers aan boord is op het Huronmeer
met 17 koppen bemanning en 4 passagiers
gezonken. Vijf der schipbreukelingen werden,
nadat zjj gedurende 60 uur op een vlot had
den rondgezwalkt, in volkomen uitgeputteu
toestand door het s.s. „Manitoba” opgepikt,
de eerste-machinist McGutcheon overleed
echter ten gevolge van de doorgestane ellen
meren, in de Nederlandsche natie werden
uitgedragen.
Toet is de Troonrede niet onbelangrijk,
en vooral niet, waar bet gaat om wat in
bet huidige stadium van de Nederlandsche
politiek het vraagstek kan genoemd wor
den; onze lezer zal begrijpen, dat wjj daar
mede onze vettooodiag tot Indië bedoelen.
8unwna sumenarum vindt het blad de
Troonrede zeer omdat zjj ruim
schoots gaf wat in de tegenwoordige poli
tieke omstandigheden mocht verwacht wor
den.
Duitsche delegatie
itige ontwikkeling van
die in een toekomsti-
gebruikt werden. De loop was van brons,
iets meer dan een meter lang en ongeveer
14 centimeter dik. Daar ik geen ander ge
schikt voorwerp zag, besloot ik dit kanon
maar op te offeren. Ik begaf mjj in het aan
de groote kamer grenzende werkkabinet van
den Minister en stelde den concentrator op.
Dan ging ik terug en verzocht den aanwe
zigen ’t kanon gade te slaan. Ik wilde de
zaak niet lang rekken en vooral door snelle
handeling mjjn toeschouwers van de groote
werkkracht van ons „nieuw wapen” over
tuigen.
Ik was van plan den loop van het kanon
in het midden af te breken. Vlug ging ik
naar het kabinet terug en stelde den con
centrator in. Het volgend oogenblik boor
de ik den bons van de zware buis en keerde
in de kamer terug. De verrassing van de toe
schouwers was, tooals wjj verwachten kon
den, volkomen. Generaal Vermuylen hief
met moeite het afgebroken stuk van den
loop op en bekeek de breukvlakte.
„Ongelooflijk! Men vertrouwt zjjn oogen
niet! En daarbij nog door een muur heen
en volkomen geruisdnk>oe. Het la een revo
lutie in de moderne bewapening. Het la een
wapen der toekomst”.
Waarop een ernstige stem antwoordde:
,<D*t echter nooit tot aanvatedoeleinden
gebruikt zal worden. Mijnheer Van der Vel
de, meer nog dan deze proef bevredigt mjj
De Tijd heeft zich afgevraagd of tot een
bespreking van deze troonrede wel aanlei
ding bestond. Op zichzelf biedt deze absoluut
kleurlooze rede te weinig stof voor politiek
commentaar.
In het constateeren ven dit feit ligt geen
verwjjt aan het adres van de huidige Re
geering. Zjj doet wat bjj haar optreden
aan het Nederlandache volk in het uit-
iebt is gesteld, en het zou geheel onbil
lijk zjjn van dit ministerie iets te eischen,
wat niet strookt met het standpunt, dat
van den beginne af op den voorgrond is
geplaatst.
Het voeren van een kleurlooze politiek
is sedert Maart 1906 richtsnoer van staats
beleid en in dit opzicht heeft bet kabinet-
De Geer de verwachtingen niet beschaamd.
Integendeel, de thans uitgesproken Troon
rede Ijjkt een model voor alle toekomstige
regeerders, die meenen, dat extra-parle-
mentair gelijk is aan neutraal in liberalen
trant.
In de Troonrede zoekt men tevergeefs
iets omtrent plannen van de ministers van
Defensie, Waterstaat, Onderwijs en Kolo
niën, zoodat de productie van wetgevende
maatregelen aan deze departementen blijk
baar is stopgezet.
EEN REDE VAN ALBERT THOMAS.
Over de ontwikkeling van de
Duitsche industrie.
De secretaris-generaal van het Duitsche
ministerie van arbeid, de heer Geib, heeft een
bezoek gebracht aan het internationaal ar
beidsbureau, waar de directeur Albert Tho
mas hem ontvangen beeft. De heer Thomas
hield daarbij een rede met een algemeen de
aandacht trekkende toespeling op de woor
den van Briand de vorige week In de Vol
kenbondsvergadering, toen Briand als het
ware verwjjten tot de
sprak ever de reusach:
de Duitsche industrie,
gen oorlog de Duitsche oorlogskracht bijzon
der kon versterken
Thomas verklaarde dat in de groote de
batten van internationale politiek de nieuwe
vooruitang der Duitsche nijverheid menig
maal genoemd wordt als een mogeljjke oor-
logsfactor. Thomas verklaarde echter, na een
ervaring van 9 jaren overtuigd te zjjn. dat
een groote industrieels vooruitgang, zooals
in Duitse bland, ook een prachtigen vredes-
factor beteekent.
Wanneer men vaststeit den
van de groote republikeinsche en
vende Duitsche arbeidersorganisaties,
neer men denkt aan de soliditeit waarmede
de Duitsche verzekeringskassen zjjn opge
bouwd, die aan het geheeie Duitsche arbei-
dersvolk een geruste veiligheid van den
ouden dag verschaft, wanneer men het oog
gericht houdt op het prachtige en algemeen®
streven der Duitsche arbeiders naar een
hoogere en zedeljjke, menscheljjke bescha
ving, dan moet men de zekerheid hebben,
dat in Dnitschland ook een vredesfactor zich
ontwikkelt, waarvan de geheeie wereld het
genoegen zal hebben die in hei geheeie vol-
kenbondswerk tot uiting te zien komen.
De heer Geib bedankte den heer Albert
Thomas voor zjjn woorden en verklaarde te
vens mede te brengen de ratificatie door
Duitschland van twee internationale arbeids-
conventies, natneljjk die voor de vergoeding
in geval van beroepsziekten en de conventie
over de gelijkheid van behandeling van bui-
tenlandsche en nationale arbeiders met be- Bn
trekking tot de vergoeding voor bedrijfson- de. Zestien personen worden nog vermist,
Cttshendun
zoodanige onjuists voorstelling
doding van den heer Loudon Ts
men.
DE HAVENSTAKING IN AUSTRALIA.
Groote verflezen voor den woihandcL
De Voorzitter vaa de Kamer van Koop
handel te Sydney heeft In een rede het vol
gende gezegd: Wjj worden bedreigd door
een verlamming vaa den Jiandel tnsschen de
Australische staten en van den uitvoerhan
del. De havenarbeidersstaking beeft onbe
rekenbaar nadeel toegebracht aan den wol
ver koop waarvan onze flnancieele industriee
ls en commercieel» positie afhangt Er zijn
reeds reusachtige verliezen geleden en als
aan deze worging van onzen zeehandel niet
onmiddellijk een eind wordt gemaakt, zal het
aantal werkloozen in de honderdduizend»
loopen.
Het Volk schrijft:
De troonrede beeft nagenoeg geen prac-
tisch wetgevend belang en zij mist vrijwel
alle politiek belang. In politiek opzicht be
duidt zjj alleen wat, vsor zooverre zjj ons
nog eens duidelijk maakt, welk een verwer-
werpeljjk instituut een aiet-parlementair in-
tennezzo-kabinet als het huidige is.
Er is geen sprake van, dat dit kabinet de
aangekondigde reeks van;wetsontwerpen nog
tot wet zal zien worden en een volgend ka-
binet, na de verkiezingen optredend, kan er
heel anders over denken. Wien kan het nog
interesseeren hoe dit kabinet er over denkt?
Ten aanzien van den landarbeid is deze
conservatieve minister van arbeid nog niet
verder dan wjj-dertig jaar geleden voor de
industrie waren. Dat ook de volwassen land
arbeiders recht kunnen doen gelden op een
zekere beperking vaa hun arbeidsduur, hoo
gematigd ook, is tot dezen bewindsman nog
niet doorgedrongen. Dit teekent welk een on
ding dit kabinet is.
Het is alles behoud wat de klok slaat. Wjj
lezen in de troonrede woorden van droefenis,
dat de pogingen tot internationale vermintfé-
ring van bewapening niet opschieten. Die
droefenis deelen wfj, te meer omdat de re-
geeringsafgevaardigde Rutgers te Genève in
da< „niet sneller tot tastbare resultaten lel
den” zjjn volle aandeel heeft Maar bij droefe
nis over de internationale slabakker|j laten
wjj het niet Wjj stellen daarnaast den siech
dat in eigen land al vast de vermindering van
bewapening wordt aangepakt. Wie zou zoo
Bte vaa- dit knMnet vorwnobten? Het treurt
sa.wapent
Het kabinet-De Geef, het bljjkt nog sens
weer uit deze troonrede, is slechts een sta-
in-den-'weg voor de friaoehe hervorming, die
het overgroot» deel der bevolking behoeft
Maar in wezen is het toch niet do regeering
die de sta-in-den-weg is. In wezen is de
sta-in-den-weg de huidige volksvertegenwoor
diging, die geen parlementair kabinet kan
of wil opleveren, en dit behoudend zaken
kabinet in stand houdt.
toon merkwaardig om de afbakenir
houding van de regeering ten aanzien
bemoeiing met het economisch»
merkwaardig om het nieuwe werk, dat bjj
den aanvang van het vierde jaar der parle
mentaire periode nog in uitzicht wordt ge
steld.
Enkele vraagteekens zouden wjj hier en
daar willen plaatsen. Omtrent den toestand
van land- en tuinbouw rjjst de vraag of de
gunstige gegevens, over welke de regeering
bljjkbaar beschikt, het gansche find raken?
Onze indruk is, dat de afzet der producten
van land- en tuinbouw, geteeld onder'zeer
gunstige omstandigheden, zeker mooie re
sultaten opleverde; maar dat de toestand in
streken met weinig vruchtbaren bodem en
kleine kapitaalkracht minder rooskleurig
was.
Zoo mag ook gewaagd worden op welke
positieve gegevens het vertrouwen rust, dat
de besprekingen met België inderdaad zullen
leiden tot de door alle goede vaderlanders
begeerde bevredigende uitkomst.
Met groote belangstelling zal in
scheidenen kring worden opgemerkt
geen in de Troonrede wordt vermeld
trent den aard van de regeeringszorg voor
het bedrijfsleven. Van protectie, in engeren
zin, wordt niets gemeld (voor sommigen
misschien een teleurstelling). Echter wordt
gesproken van gunstige verschijnselen bjj
handel en nijverheid „ondanks kunstmatige
belemmeringen in het internationaal ruil
verkeer.” Dus bjj het wegvallen dezer be
lemmeringen ware de toestand, vermoedeljjk
nog gunstiger ge wees». Fn. fis maatregelen
tot versterking der positie van onzen land
bouw, worden uitsluitend genoemd „ontwa
tering en ontginning tot verhooging van het
voortbrengingsvermogen van den bodem”.
Psychologisch inzicht is aan de stellers
dezer Troonrede stellig niet te ontzeggen,
merkt „het Handelsblad” op.
Zjj zjjn zich bewust geweest, dat een volk,
met een leidsvrouw als Koningin Wilholmina
gezegend, evenzeer redenen heeft tot erken
telijk!leid als tot geloof in de toekomst. De
woorden kregen beteekenis door de stem,
die ze deed klinken. Niet door den inhoud
van dit vlakke staatsstuk, waaraan de ver
dienste moeten worden toegekend, dat het
de zedeljjk staatkundige malaise van nu
zuiver weerspiegelt.
Niets verraadt, dat hier een regeering aan
het woord is over een volk, welks grootste
tjjdeljjke belangen aan haar zjjn to«ver-
trouwd. x
En even nuchter als de schets van den
toestand ten onzent en van het Rjjk over
zee, is de opsomming van de voornemens der
regeering voor dit laatste jaar der wetgeven
de periode.
Met groote voldoening begroeten wjj het
voornemen om een stevigen wettelijken
grondslag te geven aan de bescherming van
•hetgeen er rest der monumenten van natuur
en kunst. De voortdurende concessies, die
men meent te moeten doen aan het verkeer,
de geweldige uitbreiding der bebouwings-
Advertentieprijs
Van 1—0 regels fl.25; elk* rcg«l amr f 0.39. R*ct*nw m
reg el 10.75 voor de eerste pagina j voer de overwe pagina’s f 030 j
Rubriek „Vraag en aanbod** bR vocrmtbetaSng per plaatsing
r0.60 per advertentie van 5 regels j iadare regel meer f 0.12.
De minister reikte ons het contract over
en wjj zagen er een onderteekenlng op, die
ons allen twjjfel benam, dat wjj er op vertrou
wen konden, dat onze Staat ei nooit aan
denken zou, dit contract te breken. Ditmaal
onderteekenden wjj allebei en vader gaf den
Minister een van de origineele documenten
terug. Dat was het eenige document dat als
een historisch bewijsstuk heden nog in de
archieven van onzen Staat wordt bewaard
en later nog een groote rol in ons leven zou
•pelen. Ik had den concentrator meegebrachL
Hem, die er ver vandaan stond, moest
het als een groot photografie- of projeotie-
toestel voorkomen, te meer daar er een
zwarte doek overheen geslagen was.
Ik keek in de kamer rond. Deze was zeer
groot en bevatte een aantal historische voor
werpen, waaronder zich toevallig esn van
die kleine kanonnen bevond, sooals vroeger
op de schepen der Oost-Indisobe Compagnie
feit zjjt gjj natuurlijk volkomen op de hoog
te”.
Dat schip is uw voorpost en ik neem aan,
dat het ook bet eerste zou zjjn, dat de even
tueel» vijandelijkheden tegen ons zou be
ginnen. Let u nu op de verdere ontwikkeling
van de zaak”.
Vader overhandigde beiden heeren verre
kijkers, die zjj verwonderd op het schip in
stelden. Plotseling boorden wjj den marine-
attaché uitroepen:
„Het schip vaart met volle kracht op ons
toe en er heerscht een paniek aan dek”.
Gerard was begonnen het schip met den
concentrator in onze richting te trekken.
Natuurlijk bediende hij den concentrator
van uit de safehut, waardoor h|j voor onze
gasten onzichtbaar was.
„Waarachtig”, riep de gezant uit. „De
matrozen loopen door elkaar heen en weer.
Wat sou dat beteekenen?”
_De officieren hébben de orde weer her
steld. De paniek bedaart”.
„Er worden geweren en revolvers ultge-
óeeld"
„Maar u weet toch, Excellentie, dat u
op dit tochtje ons antwoord te booren zult
krjjgen”, antwoordde onze minister.
„Dat begrjjp ik niet. Had u mjj dit ant
woord dan niet in Den Haag kunnen geven,
Excellentie? U moet toch reeds weten, boe
het uitvalt”.
„Dat is het juist, wat ik niet weet, Excel
lentie”, luidde bet geheimzinnige antwoord
van onzen minister-president „Ik verwacht
van u, Excellente, dat u mjj het antwoord
zelf geven zult. Vandaar deze tocht”.
„Neemt u mjj niet kwaijjk, Excellentie,
dat gaat mjjn bevattingsvermogen te boven”.
„Mag ik u verzoeken nog een beetje ge
duld te hebben, Excellentie?” antwoordde
onze minister.
Wjj kwftmen in open zee. Daar wjj met
volle kracht gingen, dus ongeveer drie en
vjjftig mjjlen per uur aflegden, bereikten we
de grens der bekende zesmfjlen-sone zoowat
in acht minuten. Wjj voeren deze zone door,
precies in Weeteljjke richting en na vijftien
minuten brachten wij de machines tot stil
stand. Terstond schommelde de ,.7/waluw”
•onder vaart op de kalme golven. De minis
ter wendde zich tot den gezant en den atta
ché.
„Hier, mijne heeren, begint uw aibeids-
veld. Onze verkenningsvliegtuig*® h«M>en
ons gemeld, dat het schip daar aan den ho
rizon uw torpedojager /Tiger” is. Van dit
De Maasbode:
Onze conclusie is, dat het een troonrede
is zonder veel inhoud, waardoor de regee
ring zich niet bloot geeft en waarover z(j~
moeiljjk lastig kan worden gevallen.
Intusschen laat het blad niet na op heel
wat slakjes zout te leggen, als daar zjjn de
economische paragraaf, de welvaartspoHtiek,
de paragraaf omtrent den toestand van land
en tuinbouw:
Dat de toestand van land- en tuinbouw tot
erkentelijkheid stemt, kunnen we niet geheel
beamen. Dit jaar zjjn ▼oor de productie
mooie prjjzen gemaakt, maar daarmede is
deze tak van volkswelvaart nog niet ge
zond.
Door verhooging van hst voortbrengings-
vennogen van den bodem wordt dat even
min bereikt. Noodig ie esn uitbreiding van
het afzetgebied voor de producten en daar-
mui vordt niets gedaan; men laat dit geheel
.aan particulier initiatief over.
Dal het onderwerp inzgke bet pachtcon-
tract in vergevorderden staat van voorbe
reiding Mh beteekent dat deze regeering het
niet in bet staatsblad zal brengen. Toch zon
hiermede de landbouw meer gediend zjjn
dan met de nu betuigde erkentelijkheid.
Met den bljjmoedigen toon omtrent het
verdrag Kellogg stemt het blad niet in. Wat
de besprekingen met België betreft:
De mededeeling over de hernieuwde be
sprekingen met België vertolkt den wensch
van voor- en tegenstanden van het verwor
pen verdrag. Zonder uitzondering verlangt
leder hier te lande, dat wfj tot een bevredi
gende oplossing zuilen komen.
Belangrjjker zou het geweest zjjn, als de
regeering had medegedeeld, dat, als gevolg
van het nader onderzoek hier te lande van
het samenstel der vraagstukken, de bespre
kingen heropend waren.
Is er omtrent al de punten, die bjj de be
handeling van het verdrag in de Staten-Ge-
neraal tot zoo breedvoerige beschouwingen
aanleiding hebben gegeven, reeds klaarheid
gekomen en is een zoo groot mogeljjke een
stemmigheid reeds verkregen?
Van het toegezegde booren van alle mo
gelijke vertegenwoordigende lichamen heeft
men niets vernomen en de gfoote vraag
blijft, of zonder deze voorbereiding een be
vredigende uitkomst wel verwacht mag wor
den.
DE VOLKENBONDSRAAD.
Uit de ontwapeningscommissie.
De derde commissie der volkenbondsver
gadering is gisteren begonnen met den
hoofdschotei van haar arbeid, n.l. de be
spreking van het toekomstig program der
volkenbondswerkzaambeden om te komen
tot een groote ontwapeningsconferentie.
Jhr. Ix>udon legde de zeer belangrijke
verklaring af, dat het zjjn voornemen was,
dén regeeringen van de Vereenigde Staten
van Amerika. Engeland, Frankrijk. Italië en
Japan te vragen om bun vertegenwoordigers
spoedig naar Parjjs of elders te zenden, opdat
deze daar in tegenwoordigheid van den heer
Loudon gemeenschappelijk besprekingen
zouden kunnen voeren om het bekende
strijdpunt inzake de methoden van vloot-
beperking tot oplossing te brengen.
Tx)rd Cushendun wendde zich in scherpe
woorden tegen den heer London en verweet
dezen, dat hij zjjn plan had aangekendigd
van een bijeenkomst der groote zeemogend
heden te Parjjs, zonder dat hij klaarblijke
lijk de hier aanwezige gedelegeerden dier mo
gendheden over z|jn plan gepolst had.
Lord Cushendun vroeg den heer Loudon
of hij wel jnist inzag, welk een groot»
draagwijdte zjjn plan had
Volens Lord Cushendun zou die bijeen
komst te Parjjs niet minder beteekenen dan
een nieuwe Washingtonsche conferentie tot
vlootbeperking. ofschoon in de Washington
sche conventie bepaald is. dat de herziening
daarvan eerst in 1931 zal plaats vinden.
Lord Cushendun verklaarde zich verplicht,
te verklaren, dat naar zijn overtuiging geen
enkele groote zeemogendheid de uitnoodiging
van den heer Loudon zon aanvaarden.
Onmiddellijk hierop verlangde de hoer
Loudon het woord voor een korte repliek
aan het adres van Lord Cushendun De heer
London verzekerde, dat het natuurlijk nim
mer bfl hem opgekomen was, dat de voorge
nomen Parjjsche bespreking eenigermate het
karakter van een nieuwe Washingtonsche
conferentie zou dragen. Wat de heer
Loudon bedoelde, was vaa veel bescheide
ner aard.
t Na des» levendigs woordsnwisseling tus-
sehen lord Cushendun en den heer landen,
vond de voorzitter Carton de Wïart *t maar
het verstandigst», de verdere besprekinen
te verdagen.
Het werd in veie kringen inderdaad onbe
grijpelijk geacht, hoe lord Cushendun tot
van de be
kennen ko-