Onder rood schrikbewind. „ONS BLAD” I’.j Bureau: HOF 6, ALKMAAR - Telefoon REDAc’tIE^No^óJ1?0’433 DEERLIJK MISLUKTE TEGENSPRAAK. FEUILLETON. Geld! cl - UIT DE PERS. Communistische terreur. BUITENLAND. Abonnementsprijs Advertentieprijs Aan alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.f750. Donderdag 4 April 1929. NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD BALKAN JOURNALISTIEK. van de te or- L. S. k het de der net een gevoel alsof en achter de hoornen liefkozend van den niet altijd het te laat zou zyn. Want Weenen is dat geven de socialis ten zelf graag toe een belangrijk voor- Katf- oetea „De Tijd” schrijft: Te Amsterdam bestaat een sleeuzetters- vereeniging E-M.O.8., welke organisatie is aangesloten by de revolutionnaire lande lijke Federatie van Bouwvakarbeiders. Dit zegt reeds meer dan voldoende. De in die vereeniging georganiseerde arbeiders toonen zich dan ook volmaakt revohitiounair. Het zijn menschen, die er niet tegen opzien hun ineeningen en argumenten met ploertendoo- MASSA ARRESTATIE VAN SOCIA LISTEN IN LITAUÈN. Volgens berichten uit Kowno heeft de po litie Dinsdagavond bijna alle leiders der so- ciaal-demoeratisohe partij van Litauen gear resteerd. De politie deed een inval in bet ge bouw van bet blad „Socteldemokrats”, waar een geheime samenkomst werd gehouden. Alle in de redactievertrekken aanwezigen werden gearresteerd, evenzoo al degenen, die het gebouw binnen gingen. Totaal zijn meer dazi .00 personen ojtgebracht. Do localiteiten van het comité der arbei- dersfederatie, welke in hetzelfde gebouw ge vestigd zijn, werden doorzocht. Do notulen en en je negentig duizend ’s toen hy de boeken op tafel voor hem w g- schoof en het gelaat van zijn geliefde hem van de fotografie aankeek. Jermyn liep de kamers eeus roud en be keek alles op zijn gemak met blijkbaar ge noegen. Fretjes mijn oude kamers, zei hy, ik heb er baast spijt van als ik al' die dingen hier zie. De mijne zjjn verkocht, verstrooid en verdwenen. Ik heb die oude kamers opge zegd, ze waren te unheimisch voor iemand rilet een vroolyken aard. Nu heb ik mijn pied a ter re in l'arjjs. Waar ergens? U, neen, ik vertel uooit mijn adres; dat is een eigeuuominelykheid van me. Maar als ik je eens tegen kom 'op de boulevards, na dat de theaters gesloten zijn, en je hebt lust1' bjj me te soupeeren, dan zal ik je een Margot bf Lafitte laten proeven, evengoed als die Madera, die je dien avond op mjjn kamers zoo lekker vond. Hé, daar heb je my in zwart marmer! Hoe ben je daar aan gekomen? Het was een buste van Pan, doch uitdruk king en trekken van het gelaat waren spre kend die van Jermyn. Als men de boksooren wegdaoht had het een portret van den ge dachtenlezer kunnen zijn, waarin de gelijke nis zelfs zeer gelukkig getroffen was. Wie heeft bet ge<>eeldhouwd? vroeg Jenny n, de buste met kinder luk genoegen beschouwend. beid, vertelde hjj dezen man, dien hy in liet diepst van zijn ziel wantrouwde, hoe hij door het zien van Hester's gelaat tusschen hek koor in de concertzaal, getroffen was, en hoe hij sedert dien avond te vergeefs getracht had zich aan die aantrekkingskracht te ont trekken. Hy vertelde Jermyn alles-, hoe hij zich by haar ingedrongen had, ofschoon hij wist dat het baar wensch was alle vrienden van vroeger te vermijden, van die rus tige uurtjes in haar nederigewoning door gebracht, van. zijne onschuldige cadeaux, Per kwartaal voor Alkmaar Voor buiten Alkmaar z z z Met Geïllustreerd Zondagsblad z z beeld: Nergens ter wereld kan men de praktijk van een sociaal-demokratisch bewind zoo van nabij bekijken als juist daar, nergens ter wereld kan men de resultaten daarvan tot Op zekere hoogte zoo nauwkeurig controlce- ren, en nergens kan het socialisme zich zoo vrjj uitleven als juist in de stad Weenen met I. Men zal wel begrijpen, dat wy in deze ure nu wjj ons verstouten gaan, nog een enkel woord te wjjden aan het roode „wonder van Weenen” een gevoel van schuchterheid en bedeesdheid moeilijk overwinnen kun nen We voelen ons als de schim van den boos wicht, die om zjjn ongehoorde misdaden te gelijkertijd opgehangen. onthoofd, gevieren deeld en verbrand werd „tot de dood erop volgde”; we griezelen Ai beetje van onszelf, van ons eigen levend lyk, en slechts zachtjes fluisterend, zonder opzien te baren, durven wij ons weer aandienen, overtuigd als wij er van zijn, dat onze wederverschijning na ten welverdienden vierdubbelen dood wel in staat is, allerwegen de gruwelijkste grieze- lingen te veroorzaken. Vooral de lezers vap „Het Volk”, die heel van nabij getuigen geweest zijn van onze uur- teling-ten-doode-toe in niet minder dan een en twintig folter-proeven, zullen gruwen en griezelen bij de ervaring, dat het rampzillg overschot van den terechtgestelde blijkbaar zelfs in het graf, waarin het zoo safe gede poneerd was. geen rust heeft kunnen vinden, en dat in ieder geval de geest van den doode niet nalaten kan, nog rond te -|>o- ken. 't Is een stuk uit de verzameling van Sir Humjdirey Squandervilte. Ik zag het ver leden by Christie en toen heb ik bet gekocht, als den besten plaatsvervanger voor de zwartmarmeren buste, die ik in jouw kamers heb gezien. Je moet verbazend op uw gesteld zijn, Hillersdon, om mijn beeltenis in je heiligdom te zetten. Op je gesteld zijn! Volstrekt niet. Ik ben zelfs bang voor je, maar ik boud van je gezelschap, zooals iemand bijvoorbeeld van opium houdt.. Het heeft een leeljjken smaak, hy weet dat bet slecht voor hem is; maar toch neemt hij het hij bedelt er om hy moet bet hebben. Zoo had ik geen rust vóór ik je portret be zat; en nu zie ik voortdurend je mónd, die me toegrijnst en spot met mijn verlangen, m'yn twijfel, mijn wanhoop. Die breede glim lach vol zinnelijkheid, die alleen behagen schept in zuiver dierlijk leven, dient om me aanhoudend te herinneren, wat een stumper ik ben uit een heidensch oogpunt gezien, hoe onmachtig ik ben het leven te genieten, en de bewustheid bij me levendig te houden van onze eeuwige erfelijkheid de dood, „Dood spaart niemand, dood spaart geen, Dood maait rustloos om zich heen”, declameerde Jermyn. Ecu heerlijke dichter, die Shelly; een uitstekende zanger, maar hy tokkelde bijna altijd op dezelfde snaar; dood, Nooit heb ik zelfs haar hand meer in de mijne durven h En toch, 1» WW» - -— tot mijn hart en hersens in vlam staan en M nauwelijks in staat ben baar goeden dag te zeggen. Wij hebben nooit ander» dan ove< de meest onverschillige zaken gesproken. vezvolgdjk bestaande in bloemen en boeken, van hun wandelingen langs de rivier, altijd in gezel- schap van den ouden vader. Hij stortte zijn hart uit voor dezen man, dien hjj vreesde en wantrouwde, evenals een meisje de geschie denis van haar bopelooze liefde vertelt aan een vertrouwde zuster. Sinds dien eersten avond in Eat<m Spuare zijn we nooit weer alleen geweest. :n en beteekenisvol drukken. onze handen elkaar aanraken is het alsof er wur door mjjn aderen stroomt, stof, vernietiging. Het zou eenvoudig ook niet mogelyk zijn geweest, dat hij zoo oud als Wordsworth zou zjjn geworden. Maar waarom brengt mijn beeld je op zulke ake lige gedachten? vroeg hjj, zich naast de buste plaatsend, met de blanke hand rustend op de krullende lokken boechgod. Zijn evenbeeld en ik vrooljjk? Juist die vroolijkheid doet mjjn zwaaf- moedigbeid te meer uitkomen. Zwaarmoedig, jij! Jjj met je knappe ui terlijk, je jeugd jaars. Misschien meer dan genoeg om geluk kig te zyn, ware ik maar de eigenaar; maar ik ben slechts de huurder en wie weet hoe gauw myn huur reeds om is. Ik heb alle re den om te gelooven, dat dit niet lang meer zal duren. Ja, Jermyn ik weet het zeker. Ik weet dat dit alles mij behoort ais het droom- paleis den droomer, die droomt een koning te zijn. Geniet van dien korten tjjd zooveel mo gelijk. Iemand als jij, ryk en jong, heeft de wereld te gebieden. E» is geen bloem in den tuin.des levens, die je niet kunt plukken. Je hebt ongeljjk. Ik ben aan handen en voeten gebonden. Er bestaat voor my slechte één kans op waarachtig geluk, en die kan ik niet grijpen. En toen, in een vlaag van vertrouwelük- te zien, hoe onze Weensche vrienden bij uitstek deskundigen daarop zouden rea- geeren, spraken wy onze verbazing uit over zulk een brutaliteit Maar. onze verbazing werd niet ge deeld; de heeren haalden hun schouders een.'* op, en het kwam ons voor, dat zij eemge deernis gevoelden met iemand van zoo blanke uaïviteit: „Och”, klonk het dan, „die journalistiek verbaast ons heelemaal niet méér! Zoo zijn wij ’t hier van de roode heeren stééds ge woon geweest! Daar staat bij wijze van spreken een boom, dien iedereen zien en tasten kan; en wio 't op gezicht- en tast zin, niet gelooven wil, die zou er, om er zich feilloos van te overtuigen, desgewenscht eens stevig met z’n hoofd tegen ain kunnen loe pen; daar staat dus een boom, maar, als ’t een rooden redacteur in z'n kraam te pas komt, te beweren, dat er géén boom staat, welnu, dan.staat er géén boom! Iedereen kan zooiets controleeren, ieder een kan beter weten, en velen wéten óok inderdaad beter, maar dat doet er allemaal niet toe: er staat géén boom!” Wo moesten erkennen, dat er in Weenen, evenals in den Balkan, zoo'n soort journa listiek moest ly.'taan: hoe had de M-redacteur van „Het Volk” anders (zij het wellicht ook op gezag van zijn Weensche voorlichters) zulke tastbare, voor iederen bezoeker van Weenen te controlee ren leugens kunnen neersehryven? De taktiek klopte precies. In de volgende artikelen zullen wij die taktiek zonder pardon onthullen. En in tegenstelling met .den „Volk”- redacteur zullen wy ons niet tevreden stellen met het debiteeren van met causerietjes kun stig omweven beweringen zonder bewijs, neen, met een voor „Het Volk" hoogst pijn lijke accuratesse zullen wy bij onze weerleg ging van de vele gedebiteerde leugens de onomstooteljjke bewijzen overleggen. Onze weerlegging, oiider aanvoering van de onom stootelijke bewijzen, zal van dien aard zyn, dat de hoofdredactie van „Het Volk”, indien zij tenminste nog prijs stelt op een greintje journalistiek fatsoen, onverwijld haar Weensche specialiteit, mitsgaders ook diens voorlichters in Weenen, ter verant woording dient te roepen, en, na gedegen onderzoek, de in haar blad gecolporteerde leugens dient terug te nemen. Doet de hoofdredactie dit niet, dan zal daardoor bewjjzeu wetens en willens erkende buitenlandsche leugens van <le grootste im- poitantie te doen voortleven. Dergelijke rectificaties gullen natuurlijk voor de hoofdredactie niet zeer aangenaam zyn, doch zy zal de consequentie te aanvaar den hebben van haar aanvankelijke begun stiging dezer Balkkn-joumalistiek in een Nederlandsch orgaan. En was de S.D.A.P. in Nederland een oas bevriende partij, dan zouden wij haar in ge monde willen waarschuwen: „Wacht U er wél voor, U verder met -Jo Austru-Marxisten te encanailleeren; het zal U vroeg of laat een blamage bezorgen, zoo ernstig, als ge er nog nooit een beleefd hebt”. Hoe is 'i ook weer gekomen? -O j*- In de dagen, toen w y nog onafge maakt leefden. was het ons op onze vele rei zen naar Weenen opgevallen, hoe in die onvolprezen seboone wereldstad de cociaal- demokraten een bewind voerden, dat om het zacht uit te drukken nu juist niet gaMch en al beantwoordde aan datgene, wat de goedgeloovige burgers zich, voorgelicht door de roode leiders, van een dergelijk ideaal bewind plegen voor te stellen: het kwam ons voor, dat het roode bewind aldaar nog maar weinig of niets had bijge dragen tot het zoo pathetisch gepredikte ge luk der massa, dat er integendeel, dank zy juist de roode overmacht en het roodagk» regiem, allerwegen ’juist nog groote ellende^*! geleden wordt; we zagen het economisch leven daarginds ernstig bedreigd en aange tast door de socialistische proefnemingen, we constateerden daar een achterstelling en een kneveling der mimlerheidspartjjen, waar over de socialisten elders ach en wee zou den schreien, en vooral, we zagen daar in optima forma een kerk- en een katholieken vervolging in gang, zóó brutaal-openljjk en zóó infaam, dat wij meenden daarvan niej langer te mogen zwijgen. Als „Een waarschuwend voorbeeld moest allen.nieA-eocialisten in Nederland met ge tuigenis van niet te weerspreken feiten voor oogen gesteld worden: „Hoe de socialisten in Weenen huishouden”. Het Weensche voorbeeld zou beter dan vele theoretische beschouwingen en bevech- tingen van het socialisme in staat zijn, velen hier te lande de oogen te openen vóór 72. Ik schenk je bet verleden, ais ik in bet tegenwoordige maar gelukkig kon zijn Maar dat is juist de moeilijkheid. Och, ik ben altijd gelukkig. Ik maak me wel illusie s, maar hartstoehtelijke wen- schen heb ik niet. Het eenige wat me hinde ren kan is het klimaat. Als ik de zon maar kan volgen, ben ik tevreden, Als je je glas leeg hebt, laat ons dan naar mijn kamer gaan, zei Gerard, voor w ien de gansebe speech van Jermyn voorbjj was gegaan, als het zoele windje over de palm bladeren, terwijl zijn gedachten in een cirkel tje rondliepen. Hier kunnen we niet vrij met elkaar spreken. Ik heb •r in de donkere hoeken luisteraars schuilen. Naar je kamer gaan, met pleizier. boven, naar de kamer d Ullfclnan tegen den muur ge- epeM was, achter een Japansch gordijn ee^bt:004 IMvenpSrt het eerst had gezien en de onvaste lijn op J«p*p.er hem toonde dat een verstorend bTZ binnengeslopen, had M m* gordijn met meer opgelicht. armstoel en m» beni) rfsds f 1.25 j elke regel meer f 0.25. Reclam» pc. regel f 0.75 voor de eerste pagina voor de overige pagina*» f 0.50 Rubriek „Vraag en aanbod” bij vooruitbetaling per plaatsing f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere regel meer f0.12. f 250.—f 125,f50.—f4O Iers, boksijzers en steenen kracht bij te zet ten. Zy eisefat in het Amsteidainsche steen- zotterswedrijf voor zieb het monopolie op en iedere steenzetter moet lid worden a an deze revolutionnaire vereeniging. Een groep R. K. steenzetters, reeds lang dezen dwang moede, heeft den moed gehad zich te organiseeren in den R. K. Bouwvak- arbeidersbond, om daar hun belangen behar tigd te zien. Daar het georganiseerd-zijn in E.M.O.S. absoluut niet wil zeggen, dat de leden van deze vereeniging eerste klas werk lieden zyn, zagen de R. K. steenzetters uit, om in het steenzettersbedrijf werk te krijgen, ten einde in hun onderhoud en dat van hun huisgezinnen te voorzien. Dit is hun gelukt, en wel voor dezelfde prijzen als de tarief- overeenkomst van de E.M.O.S. voorschrijft, Onderkruiperswerk wordt door hen dus niet vemieht, al wil men dit ook aan de Amster- damsche bevolking updringen, door in d<^ volkswijken de straten te bekalken met op schriften- als: „De R. K. Vakorganisatie kweekt onderkruipers”. Integendeel, de R. K. Bouwvakarbeidersbond heeft, na 300 maal tevergeefs op werken te hebben ingeschre ven, ervaren, dat juist E.M.O.S. het bestaan de tarief niet heeft gehandhaafd. Hot bleek echter al heel spoedig, dat arbeiders van een andere levensbeschouwing dan de revo lutionnaire, niet worden geduld. De knok ploegen van E-M.O.S. waren er terstond bij. allen arbeid van de R. K. steenzetters te be letten. Een ware terreur werd ontketend. Zaterdag 16 Maart^ïnoesten de ruiten van het gebouw van den R. K. Volksbond in de 3e Hugo de Grootstraat het ontgelden. De Bondsbestuurders moesten zich, om mishan deling te voorkomen, onder bewaking stel len. Maandag 18 Maart werd de bediende het Bondsbujreau op weg naar buis in een taxi afgeranseld. Des avonds moesten R. K. steenzetters onder politiegeieide naar huis worden gebracht en Dinsdagmorgen met eenzelfde escorte weer gebaald. Zaterdag 31 Maart zijn twee arbeiders, die door vier agenten begeleid, naar bun resp. woningen in de Kinkerstraat en Ten Kate- straal gingen, zóó geslagen, dat één der ar beiders naar het gasthuis moest worden ven voerd. Men had het de politie onmogelijk ge maakt, zich te kunnen verweren. Men is zelfs zoo ver gegaan, dat op do woningen van katholieke arbeiders een kruis is aangebraebt, om de ongure elementen een duidelijk aanwijzing te geven, waar zij hun haatgevoelens kunnen uiten. Deze communistische terreur is dus ont ketend, omdat een aantal R. K. arbeider» voor zich het recht opeischen, zich ganiseeren in een R. K. Vakbond. De schreeuwers van „Geilheid, Vrijheid en Broederschap” houden er wel eigenaardige methodes op na. Een dergelijk terreur is niet duldbaar. Voor de R. K. arbeiders zij het een aan sporing hun organisaties te steunen, om de aanranding van hun vrijheid door revolu tionnaire elementen te beletten. f 2.— f 2.85 z f 0.60 hooger klaarde, het zaakje op te knappen en de Nederlandsche sociaal-demokraten met het oog op de verkiezingen aan een „tegen spraak” te helpen. Een gemakkelijk baantje was het niet, waarheden in leugens en leugens in waar heden te doen verkeeren, doch.het moést: het prestige der partij *r mee ge moeid. En dus toog de M-Redacteur weer eens naar Weenen, waar hij natuurlijk door de Tsaren en Tsaartjes zijner partij met ko ninklijke égards ontvangen en met de lief derijkste zorgen omringd is geworden. Zoo'n journalist-partijgenoot uit Holland in Weenen en dat nog wel met de op dracht om in de Nederlandsche roode pers het „wonder van Weenen” hartstochteijjk te bezingen en „leugens” en „laster” van een door de Cbristelijk-socialen misleiden, ka tholieken journalist uit Nederland te „weer leggen”, het was voor de Weensche groót- mogols waarschijnlijk een niet te versmaden buitenkansje! En op werkelijk royale wijze hebben de heeren zich gekweten van hun plieht, den naar „tegenspraak” hongerenden en dorsten den „kameraad”-journalist overvloedig te verzadigen. Het resultaat van die oververzadiging heb ben wij gevonden in „Het Volk” in een serie van maar liefst een en twintig langademige artikelen, sommige in dubbel-feuilleton- fonnaat. En wy willen den M-Redacteur en zijn Weensche influisteraars niet de verdienste ontzeggen, dat zij de roode lezers hier te lande hebben doen gnuiven en in den zoeten waan hebben gebracht, dat er van onze be weringen niets, absoluut niets overbleef. Bij de nastreving van dit weergalooze „succes” heeft men echter blijkbaar niet ge dacht aan den dag van morgen, aan het eind, dat den last zou moeten dragen. Of is men zoo naïef geweest, te veronder stellen, dat wij deze leugea-tegenspraak on beantwoord en onweerlegd zouden laten?. Thans zullen de heeren hun ^succes” duur te betalen krijgen: wjj zullen namelijk, aapteonen, dat de „tegenspraak” over heel de linie deerljjk mislukt is; en het succes zal verkeeren in schande. baar zéér groote autonomie, in Weenen, niet alleen een gemeente, maar tegelijkertijd ook een „Landeen tamelijk zelfstandige pro vincie in de Oostenryksche Bondsrepubikk. De praktijk van het roode bewind en dó resultaten daarvan mogen wij gurust als „maszgtbend” beschouwen, en uit de hui dige toestanden te Weenen op econemiscb. sociaal, politiek en.... anti-kerkelijk gebied mogen wij dus gerust afleiden, hoe het ook elders zal gaan, wanneer de socialisten .net groote vrijheid en met groote bevoegdheden aan het regeeren slaan; hieruit valt ook met groote zekerheid te vóórspellen, w Ike d$ ..w^ireningen” zullen zjjn, waaraan de burgers deelachtig zullen -teorden in den toekomstigen rooden heilstaat. Sovjet-Rusland is voor ons geen bruikbaar voorbeeld, want ten eerste vormt Rusland een^vah de wereld zóó afgescheiden en zóó oncontroleerbaar geheel, dat wij ons van „de waarheid omtrent Rusland” hoegenaamd geen voorstelling kunnen vormen, en ten twf. de wordt Rusland door de sociaal-demo kratie over het algemeeh niet als proeve van socialistisch beleid erkend. Hoezeer ook hot Austro-Marxisme bolsjewisme naby komt en hoezeer ook Oosten ryksche partijbonzen zich aan Ru.s-ische radicale machtswellustelingen volgens hun eigen erkenning verwant voelen Intusschen: Weenen beteekende voor ons het groote en eenige voorbeeld van sociaal- demokratisch beheer op het huidige onder- maausche. en daarom achtten wjj het Ween sche voorbeeld zóó belangrijk, dat wij in het voorjaar van 1928 naar Weenen reisden, om aldaar al onze tot dln toe opgedane indruk- k«n nog eens te verzamelen, te controleeren en vooral met onweerlegbare ben ijzen be vestigd te zien. Zoo ontstonden er veertien artikelen, welke in de pers verschenen en later in een goed- k^ope brochure verzameld werden. En over gebrek aan belangstelling moch ten wij niet klagen! Alleen.... de roode pers zweeg als het graf; - ondanks herhaalde uitdaging onzer zijds was zy tot spreken niet te bewegen. Zat zij 'n beetje verlegen met het geval? Het zou ons niet verwonderd hebben! En wy bewonderen ten deze de „goede neus” en de politieke slimheid van den heer Kleerekóper, die zoowel te Nijmegen als te Alkmaar (ofschoon ons in beide gevallen tevoren aangekondigd was, dat hij zou uit pakken over onze Weensche lastercampagne) met geen woord repte van het voor de Ne derlandsche sociaal-demokraten zoo penibie geval. Het was wél opmerkelijk, boe de sociaal- demokraten, zoowel in de pers als elders, net deden, alsof er geen vuiltje aan de lucht was en zwegen in alle talen. Maar tot in alle eeuwigheid kon dit zwijgen toch niet duren: de verkiezingen voor de Kamer kwamen naderbij; tijdens de verkiezingsactie zouden de socialisten héél wat over hun Weeusch fiasco te hooreu krygen, en wat nog erger was: ook in de eigen partij klonken steeds meer stemmen: „Hoe zit dat nou eigenlijk met. Weenen?” Zoo moest er tenslotte wel een „tegen spraak” volgen. Eu het was de M-Redacteur van „Het Volk”, de bekende Weensche specialiteit d. r roode pers hier te lande, die zich er na een jaartje bezinnens bereid toe ver Hoe men het kunststukje een tegen spraak te formuleeren klaar gespeeld beeft, zullen wy nog nader belichten; tairyk zyn de daarbij aangewende trucjes: met ware virtuositeit wist men vaak langs de waarheid héén te redeneeren, geraffineerd zijn vaak de schijnbaar zoo duidelijke en eenvoudige zinnetjes geredigeerd, zóó, dat de argelooze lezer, al is hy dan ook een verlicht sociaal- demokraat, er wel in vliegen moét; verder heeft men Zijn kracht gezocht in opzettelijk verkeerd begrijpen en in onjuiste weergave van wat wy schreven om daarna triomphan- teljjk té kunnen uitroepen: ,;Zie je nou wel, dat die Roomscbe journa list er niks van weet!” Ja, zelfs door de juistheid van onze be wering heel ongemerkt toe to geven, wordt hier en daar gesuggereerd, dat er eigenlijk „niks van an" is. Werkelijk knap werk! Doch, waar ai deze trucjes bij elkaar het gewensehto en by voorbaat geëischte effect met konden bewerkstelligen, daar werden doodgewoon de sterkst-vaststaande feiten geloochend, daar sloeg men zonder blikken of bloza* aan ’t liegen omtrent dingen-, welke iedere Wiener controleeren kan en welke ook iedere Wiener beter weet. Hiermede heeft een zekere Balkau-journa- listiek haar intrede gedaan Sn de Nederfand- sche )>ers. Daar staat je nuchtere Nederlandsche verstand bij stil! Meermalen hebben wij aan vrienden in Weenen enkele van die pertinente leugens in de „Volk”-artikelen vóór-vertaald, en om

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1929 | | pagina 1