Onder rood schrikbewind.
„ONS BLAD”
I’.j
Bureau: HOF 6, ALKMAAR - Telefoon REDAc’tIE^No^óJ1?0’433
DEERLIJK MISLUKTE TEGENSPRAAK.
FEUILLETON.
Geld!
cl -
UIT DE PERS.
Communistische terreur.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs
Advertentieprijs
Aan alle abonné’a wordt op aanvrage gratis een polls verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot een bedrag van f 3000.f750.
Donderdag 4 April 1929.
NOORD-HOLLANDSCH DAGBLAD
BALKAN JOURNALISTIEK.
van
de
te or-
L. S.
k
het
de
der
net een gevoel alsof
en achter de hoornen
liefkozend
van den
niet altijd
het te laat zou zyn.
Want Weenen is dat geven de socialis
ten zelf graag toe een belangrijk voor-
Katf-
oetea
„De Tijd” schrijft:
Te Amsterdam bestaat een sleeuzetters-
vereeniging E-M.O.8., welke organisatie is
aangesloten by de revolutionnaire lande
lijke Federatie van Bouwvakarbeiders. Dit
zegt reeds meer dan voldoende. De in die
vereeniging georganiseerde arbeiders toonen
zich dan ook volmaakt revohitiounair. Het
zijn menschen, die er niet tegen opzien hun
ineeningen en argumenten met ploertendoo-
MASSA ARRESTATIE VAN SOCIA
LISTEN IN LITAUÈN.
Volgens berichten uit Kowno heeft de po
litie Dinsdagavond bijna alle leiders der so-
ciaal-demoeratisohe partij van Litauen gear
resteerd. De politie deed een inval in bet ge
bouw van bet blad „Socteldemokrats”, waar
een geheime samenkomst werd gehouden.
Alle in de redactievertrekken aanwezigen
werden gearresteerd, evenzoo al degenen, die
het gebouw binnen gingen. Totaal zijn meer
dazi .00 personen ojtgebracht.
Do localiteiten van het comité der arbei-
dersfederatie, welke in hetzelfde gebouw ge
vestigd zijn, werden doorzocht. Do notulen en
en je negentig duizend ’s
toen hy de boeken op tafel voor hem w g-
schoof en het gelaat van zijn geliefde hem
van de fotografie aankeek.
Jermyn liep de kamers eeus roud en be
keek alles op zijn gemak met blijkbaar ge
noegen.
Fretjes mijn oude kamers, zei hy, ik
heb er baast spijt van als ik al' die dingen
hier zie. De mijne zjjn verkocht, verstrooid
en verdwenen. Ik heb die oude kamers opge
zegd, ze waren te unheimisch voor iemand
rilet een vroolyken aard. Nu heb ik mijn
pied a ter re in l'arjjs.
Waar ergens?
U, neen, ik vertel uooit mijn adres; dat
is een eigeuuominelykheid van me. Maar als
ik je eens tegen kom 'op de boulevards, na
dat de theaters gesloten zijn, en je hebt lust1'
bjj me te soupeeren, dan zal ik je een Margot
bf Lafitte laten proeven, evengoed als die
Madera, die je dien avond op mjjn kamers
zoo lekker vond. Hé, daar heb je my in zwart
marmer! Hoe ben je daar aan gekomen?
Het was een buste van Pan, doch uitdruk
king en trekken van het gelaat waren spre
kend die van Jermyn. Als men de boksooren
wegdaoht had het een portret van den ge
dachtenlezer kunnen zijn, waarin de gelijke
nis zelfs zeer gelukkig getroffen was.
Wie heeft bet ge<>eeldhouwd? vroeg
Jenny n, de buste met kinder luk genoegen
beschouwend.
beid, vertelde hjj dezen man, dien hy in liet
diepst van zijn ziel wantrouwde, hoe hij door
het zien van Hester's gelaat tusschen hek
koor in de concertzaal, getroffen was, en hoe
hij sedert dien avond te vergeefs getracht
had zich aan die aantrekkingskracht te ont
trekken. Hy vertelde Jermyn alles-, hoe hij
zich by haar ingedrongen had, ofschoon hij
wist dat het baar wensch was alle vrienden
van vroeger te vermijden, van die rus
tige uurtjes in haar nederigewoning door
gebracht, van. zijne onschuldige cadeaux,
Per kwartaal voor Alkmaar
Voor buiten Alkmaar z z z
Met Geïllustreerd Zondagsblad z z
beeld:
Nergens ter wereld kan men de praktijk
van een sociaal-demokratisch bewind zoo
van nabij bekijken als juist daar, nergens ter
wereld kan men de resultaten daarvan tot
Op zekere hoogte zoo nauwkeurig controlce-
ren, en nergens kan het socialisme zich zoo
vrjj uitleven als juist in de stad Weenen met
I.
Men zal wel begrijpen, dat wy in deze ure
nu wjj ons verstouten gaan, nog een enkel
woord te wjjden aan het roode „wonder van
Weenen” een gevoel van schuchterheid
en bedeesdheid moeilijk overwinnen kun
nen
We voelen ons als de schim van den boos
wicht, die om zjjn ongehoorde misdaden te
gelijkertijd opgehangen. onthoofd, gevieren
deeld en verbrand werd „tot de dood erop
volgde”; we griezelen Ai beetje van onszelf,
van ons eigen levend lyk, en slechts zachtjes
fluisterend, zonder opzien te baren, durven
wij ons weer aandienen, overtuigd als wij er
van zijn, dat onze wederverschijning na ten
welverdienden vierdubbelen dood wel in
staat is, allerwegen de gruwelijkste grieze-
lingen te veroorzaken.
Vooral de lezers vap „Het Volk”, die heel
van nabij getuigen geweest zijn van onze uur-
teling-ten-doode-toe in niet minder dan een
en twintig folter-proeven, zullen gruwen en
griezelen bij de ervaring, dat het rampzillg
overschot van den terechtgestelde blijkbaar
zelfs in het graf, waarin het zoo safe gede
poneerd was. geen rust heeft kunnen vinden,
en dat in ieder geval de geest van den
doode niet nalaten kan, nog rond te -|>o-
ken.
't Is een stuk uit de verzameling van
Sir Humjdirey Squandervilte. Ik zag het ver
leden by Christie en toen heb ik bet gekocht,
als den besten plaatsvervanger voor de
zwartmarmeren buste, die ik in jouw kamers
heb gezien.
Je moet verbazend op uw gesteld zijn,
Hillersdon, om mijn beeltenis in je heiligdom
te zetten.
Op je gesteld zijn! Volstrekt niet. Ik
ben zelfs bang voor je, maar ik boud van
je gezelschap, zooals iemand bijvoorbeeld
van opium houdt.. Het heeft een leeljjken
smaak, hy weet dat bet slecht voor hem is;
maar toch neemt hij het hij bedelt er om
hy moet bet hebben.
Zoo had ik geen rust vóór ik je portret be
zat; en nu zie ik voortdurend je mónd, die
me toegrijnst en spot met mijn verlangen,
m'yn twijfel, mijn wanhoop. Die breede glim
lach vol zinnelijkheid, die alleen behagen
schept in zuiver dierlijk leven, dient om me
aanhoudend te herinneren, wat een stumper
ik ben uit een heidensch oogpunt gezien,
hoe onmachtig ik ben het leven te genieten,
en de bewustheid bij me levendig te houden
van onze eeuwige erfelijkheid de dood,
„Dood spaart niemand, dood spaart geen,
Dood maait rustloos om zich heen”,
declameerde Jermyn. Ecu heerlijke dichter,
die Shelly; een uitstekende zanger, maar hy
tokkelde bijna altijd op dezelfde snaar; dood,
Nooit heb ik zelfs haar hand meer in de mijne
durven h
En toch,
1» WW» - -—
tot mijn hart en hersens in vlam staan en M
nauwelijks in staat ben baar goeden dag te
zeggen. Wij hebben nooit ander» dan ove<
de meest onverschillige zaken gesproken.
vezvolgdjk
bestaande in bloemen en boeken, van hun
wandelingen langs de rivier, altijd in gezel-
schap van den ouden vader. Hij stortte zijn
hart uit voor dezen man, dien hjj vreesde en
wantrouwde, evenals een meisje de geschie
denis van haar bopelooze liefde vertelt aan
een vertrouwde zuster.
Sinds dien eersten avond in Eat<m
Spuare zijn we nooit weer alleen geweest.
:n en beteekenisvol drukken.
onze handen elkaar aanraken
is het alsof er wur door mjjn aderen stroomt,
stof, vernietiging. Het zou eenvoudig ook
niet mogelyk zijn geweest, dat hij zoo oud
als Wordsworth zou zjjn geworden. Maar
waarom brengt mijn beeld je op zulke ake
lige gedachten? vroeg hjj, zich naast de buste
plaatsend, met de blanke hand
rustend op de krullende lokken
boechgod. Zijn evenbeeld en ik
vrooljjk?
Juist die vroolijkheid doet mjjn zwaaf-
moedigbeid te meer uitkomen.
Zwaarmoedig, jij! Jjj met je knappe
ui terlijk, je jeugd
jaars.
Misschien meer dan genoeg om geluk
kig te zyn, ware ik maar de eigenaar; maar
ik ben slechts de huurder en wie weet hoe
gauw myn huur reeds om is. Ik heb alle re
den om te gelooven, dat dit niet lang meer
zal duren. Ja, Jermyn ik weet het zeker. Ik
weet dat dit alles mij behoort ais het droom-
paleis den droomer, die droomt een koning
te zijn.
Geniet van dien korten tjjd zooveel mo
gelijk. Iemand als jij, ryk en jong, heeft de
wereld te gebieden. E» is geen bloem in den
tuin.des levens, die je niet kunt plukken.
Je hebt ongeljjk. Ik ben aan handen en
voeten gebonden. Er bestaat voor my slechte
één kans op waarachtig geluk, en die kan
ik niet grijpen.
En toen, in een vlaag van vertrouwelük-
te zien, hoe onze Weensche vrienden bij
uitstek deskundigen daarop zouden rea-
geeren, spraken wy onze verbazing uit over
zulk een brutaliteit
Maar. onze verbazing werd niet ge
deeld; de heeren haalden hun schouders een.'*
op, en het kwam ons voor, dat zij eemge
deernis gevoelden met iemand van zoo
blanke uaïviteit:
„Och”, klonk het dan, „die journalistiek
verbaast ons heelemaal niet méér! Zoo zijn
wij ’t hier van de roode heeren stééds ge
woon geweest! Daar staat bij wijze van
spreken een boom, dien iedereen zien en
tasten kan; en wio 't op gezicht- en tast
zin, niet gelooven wil, die zou er, om er zich
feilloos van te overtuigen, desgewenscht eens
stevig met z’n hoofd tegen ain kunnen loe
pen; daar staat dus een boom, maar, als ’t
een rooden redacteur in z'n kraam te pas
komt, te beweren, dat er géén boom staat,
welnu, dan.staat er géén boom!
Iedereen kan zooiets controleeren, ieder
een kan beter weten, en velen wéten óok
inderdaad beter, maar dat doet er allemaal
niet toe: er staat géén boom!”
Wo moesten erkennen, dat er in Weenen,
evenals in den Balkan, zoo'n soort journa
listiek moest ly.'taan:
hoe had de M-redacteur van „Het Volk”
anders (zij het wellicht ook op gezag van zijn
Weensche voorlichters) zulke tastbare, voor
iederen bezoeker van Weenen te controlee
ren leugens kunnen neersehryven?
De taktiek klopte precies.
In de volgende artikelen zullen wij die
taktiek zonder pardon onthullen.
En in tegenstelling met .den „Volk”-
redacteur zullen wy ons niet tevreden stellen
met het debiteeren van met causerietjes kun
stig omweven beweringen zonder bewijs,
neen, met een voor „Het Volk" hoogst pijn
lijke accuratesse zullen wy bij onze weerleg
ging van de vele gedebiteerde leugens de
onomstooteljjke bewijzen overleggen.
Onze weerlegging, oiider aanvoering van
de onom stootelijke bewijzen, zal van dien
aard zyn, dat de hoofdredactie van „Het
Volk”, indien zij tenminste nog prijs stelt op
een greintje journalistiek fatsoen, onverwijld
haar Weensche specialiteit, mitsgaders ook
diens voorlichters in Weenen, ter verant
woording dient te roepen, en, na gedegen
onderzoek, de in haar blad gecolporteerde
leugens dient terug te nemen.
Doet de hoofdredactie dit niet, dan zal
daardoor bewjjzeu wetens en willens erkende
buitenlandsche leugens van <le grootste im-
poitantie te doen voortleven.
Dergelijke rectificaties gullen natuurlijk
voor de hoofdredactie niet zeer aangenaam
zyn, doch zy zal de consequentie te aanvaar
den hebben van haar aanvankelijke begun
stiging dezer Balkkn-joumalistiek in een
Nederlandsch orgaan.
En was de S.D.A.P. in Nederland een oas
bevriende partij, dan zouden wij haar in ge
monde willen waarschuwen:
„Wacht U er wél voor, U verder met -Jo
Austru-Marxisten te encanailleeren; het
zal U vroeg of laat een blamage bezorgen,
zoo ernstig, als ge er nog nooit een beleefd
hebt”.
Hoe is 'i ook weer gekomen?
-O j*- In de dagen, toen w y nog onafge
maakt leefden. was het ons op onze vele rei
zen naar Weenen opgevallen, hoe in die
onvolprezen seboone wereldstad de cociaal-
demokraten een bewind voerden, dat om
het zacht uit te drukken nu juist niet
gaMch en al beantwoordde aan datgene, wat
de goedgeloovige burgers zich, voorgelicht
door de roode leiders, van een dergelijk
ideaal bewind plegen voor te stellen:
het kwam ons voor, dat het roode bewind
aldaar nog maar weinig of niets had bijge
dragen tot het zoo pathetisch gepredikte ge
luk der massa, dat er integendeel, dank
zy juist de roode overmacht en het roodagk»
regiem, allerwegen ’juist nog groote ellende^*!
geleden wordt; we zagen het economisch
leven daarginds ernstig bedreigd en aange
tast door de socialistische proefnemingen,
we constateerden daar een achterstelling en
een kneveling der mimlerheidspartjjen, waar
over de socialisten elders ach en wee zou
den schreien, en vooral, we zagen daar in
optima forma een kerk- en een katholieken
vervolging in gang, zóó brutaal-openljjk en
zóó infaam, dat wij meenden daarvan niej
langer te mogen zwijgen.
Als „Een waarschuwend voorbeeld moest
allen.nieA-eocialisten in Nederland met ge
tuigenis van niet te weerspreken feiten voor
oogen gesteld worden: „Hoe de socialisten
in Weenen huishouden”.
Het Weensche voorbeeld zou beter dan
vele theoretische beschouwingen en bevech-
tingen van het socialisme in staat zijn,
velen hier te lande de oogen te openen vóór
72.
Ik schenk je bet verleden, ais ik in
bet tegenwoordige maar gelukkig kon zijn
Maar dat is juist de moeilijkheid.
Och, ik ben altijd gelukkig. Ik maak
me wel illusie s, maar hartstoehtelijke wen-
schen heb ik niet. Het eenige wat me hinde
ren kan is het klimaat. Als ik de zon maar
kan volgen, ben ik tevreden,
Als je je glas leeg hebt, laat ons dan
naar mijn kamer gaan, zei Gerard, voor w ien
de gansebe speech van Jermyn voorbjj was
gegaan, als het zoele windje over de palm
bladeren, terwijl zijn gedachten in een cirkel
tje rondliepen. Hier kunnen we niet vrij met
elkaar spreken. Ik heb
•r in de donkere hoeken
luisteraars schuilen.
Naar je kamer gaan, met pleizier.
boven, naar de kamer
d Ullfclnan tegen den muur ge-
epeM was, achter een Japansch gordijn
ee^bt:004 IMvenpSrt
het eerst had gezien en de onvaste lijn op
J«p*p.er hem toonde dat een verstorend
bTZ binnengeslopen, had
M m* gordijn met meer opgelicht.
armstoel en m» beni)
rfsds f 1.25 j elke regel meer f 0.25. Reclam» pc.
regel f 0.75 voor de eerste pagina voor de overige pagina*» f 0.50
Rubriek „Vraag en aanbod” bij vooruitbetaling per plaatsing
f 0.60 per advertentie van 5 regels iedere regel meer f0.12.
f 250.—f 125,f50.—f4O
Iers, boksijzers en steenen kracht bij te zet
ten. Zy eisefat in het Amsteidainsche steen-
zotterswedrijf voor zieb het monopolie op en
iedere steenzetter moet lid worden a an
deze revolutionnaire vereeniging.
Een groep R. K. steenzetters, reeds lang
dezen dwang moede, heeft den moed gehad
zich te organiseeren in den R. K. Bouwvak-
arbeidersbond, om daar hun belangen behar
tigd te zien. Daar het georganiseerd-zijn in
E.M.O.S. absoluut niet wil zeggen, dat de
leden van deze vereeniging eerste klas werk
lieden zyn, zagen de R. K. steenzetters uit,
om in het steenzettersbedrijf werk te krijgen,
ten einde in hun onderhoud en dat van hun
huisgezinnen te voorzien. Dit is hun gelukt,
en wel voor dezelfde prijzen als de tarief-
overeenkomst van de E.M.O.S. voorschrijft,
Onderkruiperswerk wordt door hen dus niet
vemieht, al wil men dit ook aan de Amster-
damsche bevolking updringen, door in d<^
volkswijken de straten te bekalken met op
schriften- als: „De R. K. Vakorganisatie
kweekt onderkruipers”. Integendeel, de R. K.
Bouwvakarbeidersbond heeft, na 300 maal
tevergeefs op werken te hebben ingeschre
ven, ervaren, dat juist E.M.O.S. het bestaan
de tarief niet heeft gehandhaafd. Hot bleek
echter al heel spoedig, dat arbeiders van
een andere levensbeschouwing dan de revo
lutionnaire, niet worden geduld. De knok
ploegen van E-M.O.S. waren er terstond bij.
allen arbeid van de R. K. steenzetters te be
letten. Een ware terreur werd ontketend.
Zaterdag 16 Maart^ïnoesten de ruiten van
het gebouw van den R. K. Volksbond in de
3e Hugo de Grootstraat het ontgelden. De
Bondsbestuurders moesten zich, om mishan
deling te voorkomen, onder bewaking stel
len.
Maandag 18 Maart werd de bediende
het Bondsbujreau op weg naar buis in een
taxi afgeranseld. Des avonds moesten
R. K. steenzetters onder politiegeieide naar
huis worden gebracht en Dinsdagmorgen met
eenzelfde escorte weer gebaald.
Zaterdag 31 Maart zijn twee arbeiders, die
door vier agenten begeleid, naar bun resp.
woningen in de Kinkerstraat en Ten Kate-
straal gingen, zóó geslagen, dat één der ar
beiders naar het gasthuis moest worden ven
voerd. Men had het de politie onmogelijk ge
maakt, zich te kunnen verweren.
Men is zelfs zoo ver gegaan, dat op do
woningen van katholieke arbeiders een kruis
is aangebraebt, om de ongure elementen een
duidelijk aanwijzing te geven, waar zij hun
haatgevoelens kunnen uiten.
Deze communistische terreur is dus ont
ketend, omdat een aantal R. K. arbeider»
voor zich het recht opeischen, zich
ganiseeren in een R. K. Vakbond. De
schreeuwers van „Geilheid, Vrijheid en
Broederschap” houden er wel eigenaardige
methodes op na.
Een dergelijk terreur is niet duldbaar.
Voor de R. K. arbeiders zij het een aan
sporing hun organisaties te steunen, om de
aanranding van hun vrijheid door revolu
tionnaire elementen te beletten.
f 2.—
f 2.85
z f 0.60 hooger
klaarde, het zaakje op te knappen en de
Nederlandsche sociaal-demokraten met het
oog op de verkiezingen aan een „tegen
spraak” te helpen.
Een gemakkelijk baantje was het niet,
waarheden in leugens en leugens in waar
heden te doen verkeeren, doch.het moést:
het prestige der partij *r mee ge
moeid.
En dus toog de M-Redacteur weer eens
naar Weenen, waar hij natuurlijk door de
Tsaren en Tsaartjes zijner partij met ko
ninklijke égards ontvangen en met de lief
derijkste zorgen omringd is geworden.
Zoo'n journalist-partijgenoot uit Holland
in Weenen en dat nog wel met de op
dracht om in de Nederlandsche roode pers
het „wonder van Weenen” hartstochteijjk te
bezingen en „leugens” en „laster” van een
door de Cbristelijk-socialen misleiden, ka
tholieken journalist uit Nederland te „weer
leggen”, het was voor de Weensche groót-
mogols waarschijnlijk een niet te versmaden
buitenkansje!
En op werkelijk royale wijze hebben de
heeren zich gekweten van hun plieht, den
naar „tegenspraak” hongerenden en dorsten
den „kameraad”-journalist overvloedig te
verzadigen.
Het resultaat van die oververzadiging heb
ben wij gevonden in „Het Volk” in een serie
van maar liefst een en twintig langademige
artikelen, sommige in dubbel-feuilleton-
fonnaat.
En wy willen den M-Redacteur en zijn
Weensche influisteraars niet de verdienste
ontzeggen, dat zij de roode lezers hier te
lande hebben doen gnuiven en in den zoeten
waan hebben gebracht, dat er van onze be
weringen niets, absoluut niets overbleef.
Bij de nastreving van dit weergalooze
„succes” heeft men echter blijkbaar niet ge
dacht aan den dag van morgen, aan het eind,
dat den last zou moeten dragen.
Of is men zoo naïef geweest, te veronder
stellen, dat wij deze leugea-tegenspraak on
beantwoord en onweerlegd zouden laten?.
Thans zullen de heeren hun ^succes” duur
te betalen krijgen:
wjj zullen namelijk, aapteonen, dat de
„tegenspraak” over heel de linie deerljjk
mislukt is; en het succes zal verkeeren in
schande.
baar zéér groote autonomie, in Weenen, niet
alleen een gemeente, maar tegelijkertijd ook
een „Landeen tamelijk zelfstandige pro
vincie in de Oostenryksche Bondsrepubikk.
De praktijk van het roode bewind en dó
resultaten daarvan mogen wij gurust als
„maszgtbend” beschouwen, en uit de hui
dige toestanden te Weenen op econemiscb.
sociaal, politiek en.... anti-kerkelijk gebied
mogen wij dus gerust afleiden, hoe het ook
elders zal gaan, wanneer de socialisten .net
groote vrijheid en met groote bevoegdheden
aan het regeeren slaan; hieruit valt ook
met groote zekerheid te vóórspellen, w Ike
d$ ..w^ireningen” zullen zjjn, waaraan de
burgers deelachtig zullen -teorden in den
toekomstigen rooden heilstaat.
Sovjet-Rusland is voor ons geen bruikbaar
voorbeeld, want ten eerste vormt Rusland
een^vah de wereld zóó afgescheiden en zóó
oncontroleerbaar geheel, dat wij ons van „de
waarheid omtrent Rusland” hoegenaamd
geen voorstelling kunnen vormen, en ten
twf. de wordt Rusland door de sociaal-demo
kratie over het algemeeh niet als proeve van
socialistisch beleid erkend.
Hoezeer ook hot Austro-Marxisme
bolsjewisme naby komt en hoezeer ook
Oosten ryksche partijbonzen zich aan
Ru.s-ische radicale machtswellustelingen
volgens hun eigen erkenning verwant
voelen
Intusschen: Weenen beteekende voor ons
het groote en eenige voorbeeld van sociaal-
demokratisch beheer op het huidige onder-
maausche. en daarom achtten wjj het Ween
sche voorbeeld zóó belangrijk, dat wij in het
voorjaar van 1928 naar Weenen reisden, om
aldaar al onze tot dln toe opgedane indruk-
k«n nog eens te verzamelen, te controleeren
en vooral met onweerlegbare ben ijzen be
vestigd te zien.
Zoo ontstonden er veertien artikelen, welke
in de pers verschenen en later in een goed-
k^ope brochure verzameld werden.
En over gebrek aan belangstelling moch
ten wij niet klagen!
Alleen.... de roode pers zweeg als het
graf; - ondanks herhaalde uitdaging onzer
zijds was zy tot spreken niet te bewegen.
Zat zij 'n beetje verlegen met het geval?
Het zou ons niet verwonderd hebben!
En wy bewonderen ten deze de „goede
neus” en de politieke slimheid van den heer
Kleerekóper, die zoowel te Nijmegen als te
Alkmaar (ofschoon ons in beide gevallen
tevoren aangekondigd was, dat hij zou uit
pakken over onze Weensche lastercampagne)
met geen woord repte van het voor de Ne
derlandsche sociaal-demokraten zoo penibie
geval.
Het was wél opmerkelijk, boe de sociaal-
demokraten, zoowel in de pers als elders,
net deden, alsof er geen vuiltje aan de lucht
was en zwegen in alle talen.
Maar tot in alle eeuwigheid kon dit zwijgen
toch niet duren:
de verkiezingen voor de Kamer kwamen
naderbij; tijdens de verkiezingsactie zouden
de socialisten héél wat over hun Weeusch
fiasco te hooreu krygen, en wat nog erger
was: ook in de eigen partij klonken steeds
meer stemmen:
„Hoe zit dat nou eigenlijk met. Weenen?”
Zoo moest er tenslotte wel een „tegen
spraak” volgen.
Eu het was de M-Redacteur van „Het
Volk”, de bekende Weensche specialiteit d. r
roode pers hier te lande, die zich er na
een jaartje bezinnens bereid toe ver
Hoe men het kunststukje een tegen
spraak te formuleeren klaar gespeeld
beeft, zullen wy nog nader belichten; tairyk
zyn de daarbij aangewende trucjes: met ware
virtuositeit wist men vaak langs de waarheid
héén te redeneeren, geraffineerd zijn vaak
de schijnbaar zoo duidelijke en eenvoudige
zinnetjes geredigeerd, zóó, dat de argelooze
lezer, al is hy dan ook een verlicht sociaal-
demokraat, er wel in vliegen moét; verder
heeft men Zijn kracht gezocht in opzettelijk
verkeerd begrijpen en in onjuiste weergave
van wat wy schreven om daarna triomphan-
teljjk té kunnen uitroepen:
,;Zie je nou wel, dat die Roomscbe journa
list er niks van weet!”
Ja, zelfs door de juistheid van onze be
wering heel ongemerkt toe to geven,
wordt hier en daar gesuggereerd, dat er
eigenlijk „niks van an" is.
Werkelijk knap werk!
Doch, waar ai deze trucjes bij elkaar het
gewensehto en by voorbaat geëischte effect
met konden bewerkstelligen, daar werden
doodgewoon de sterkst-vaststaande feiten
geloochend, daar sloeg men zonder blikken
of bloza* aan ’t liegen omtrent dingen-, welke
iedere Wiener controleeren kan en welke
ook iedere Wiener beter weet.
Hiermede heeft een zekere Balkau-journa-
listiek haar intrede gedaan Sn de Nederfand-
sche )>ers.
Daar staat je nuchtere Nederlandsche
verstand bij stil!
Meermalen hebben wij aan vrienden in
Weenen enkele van die pertinente leugens
in de „Volk”-artikelen vóór-vertaald, en om